Download - Gemeente Olst-Wijhe

Zienswijzen 225
Beantwoording
1. De benaming wordt aangepast in 'Waterstaat – intrekgebied'. De zienswijze is op dit
punt gegrond.
2. Voor grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones zijn in het
ontwerpbestemmingsplan dezelfde beschermingsregimes opgenomen. Deze zijn onder
de titel 'grondwaterbeschermingsgebied' samengenomen. Dit is niet juist. De benaming
'grondwaterbeschermingsgebied' inclusief de opgenomen regeling blijft gehandhaafd
voor de gelijknamige gebieden. Het beschermingsniveau is conform het provinciale
beleid voor grondwaterbescherming. Boringsvrije zones zijn bedoeld om verontreiniging
van diepe grondwaterlagen te voorkomen en zijn gericht op industriële processen
waarbij grondwaterwinning voor menselijke consumptie aan de orde is. Het betreft
momenteel 3 bedrijven in Overijssel in de levensmiddelen- en voedingsindustrie. De
boringsvrije zones hebben in het landelijk gebied derhalve geen functie, aangezien er
geen industriële bedrijven in het buitengebied gevestigd kunnen worden op grond van
het bestemmingsplan Buitengebied. Bovendien is de provincie in deze het bevoegd
gezag. Om die reden worden de boringsvrije zones van de verbeelding verwijderd. De
zienswijze is ongegrond.
3. Diepe grondboringen zijn op grond van andere wetgeving geregeld. Het is niet nodig, en
in het kader van voorkomen van dubbele regelgeving ook niet wenselijk, deze gebieden
op de plankaart op te nemen. De zienswijze is ongegrond.
4. Binnen de aanduiding milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied is aangegeven dat er
ten behoeve van de bestemming mag worden gebouwd. Niet is aangegeven dat een
omgevingsvergunning voor werken van de onderliggende bestemming (Natuur) niet van
toepassing zou zijn. Dat betekent dat voor de aanleg van nieuwe leidingen wel degelijk
een omgevingsvergunning voor werken vereist is. Voor normaal beheer en onderhoud
wordt verwezen naar de beantwoording onder 5. De zienswijze is op dit punt deels
gegrond.
5. De waterwingebieden liggen in de bestemming Natuur. Het vereiste van een
omgevingsvergunning binnen de bestemming Natuur is vrijgesteld voor normaal beheer
en onderhoud ten dienste van de bestemming. Hier geldt geen vrijstelling voor normaal
beheer en onderhoud van ondergrondse leidingen en pompputten. Echter de gemeente
is het met reclamant eens dat voor normaal beheer en onderhoud van ondergrondse
leidingen en pompputten geen omgevingsvergunning voor werken noodzakelijk zou
moeten zijn. In de regels wordt aangevuld dat de omgevingsvergunning voor werken
niet noodzakelijk is voor normaal beheer en onderhoud ten dienste van de bestemming
en van de gebiedsaanduiding. De zienswijze is op dit punt gegrond. De aanleg van
nieuwe leidingen blijft echter wel aanlegvergunningplichtig, aangezien hierdoor schade
aan natuurwaarden kan optreden. Om dat te kunnen bepalen, blijft een afweging met
een omgevingsvergunning voor werken noodzakelijk. (zie ook beantwoording onder 4).
De zienswijze is op dit punt ongegrond.
Conclusie
1. De regels en de verbeelding worden aangepast.
2. De verbeelding wordt aangepast.
3. Het bestemmingsplan behoeft op dit punt geen aanpassing.
4. Zie de beantwoording onder 5.
5. De regels worden aangepast.
Adviesbureau RBOI 015000.15601.00
Rotterdam / Middelburg