Download - Gemeente Olst-Wijhe

Zienswijzen 217
2. De beantwoording van de reactie zoals destijds gegeven in de Nota Inspraak en overleg
wordt alsnog gegeven. De uiterlijke verschijningsvorm van fruitteeltbedrijven en kwekerijen
(sier- en boomteelt) gaat gepaard met het gebruik van teeltondersteunende
voorzieningen die landschapsontsierend kunnen zijn. Om die reden worden deze agrarische
productierichtingen uitgesloten in de meest kwetsbare gebieden (AW-NL). Verder
ziet de gemeente geen aanleiding om fruitteelt als aparte categorie aan te duiden. De
landschapselementen die typisch zijn voor fruitteelt, zoals windhagen, zijn beschermd
via een omgevingsvergunning voor werken. Het specifiek bestemmen, dan wel beschermen
van alle typen landschapselementen leidt tot een zeer gedetailleerde regeling
die veel inflexibiliteit met zich mee brengt. De gemeente ziet meer in het stimuleren
van landschapsbescherming en kwaliteitsverbetering. Dit gebeurt enerzijds door kwaliteitseisen
te stellen als initiatiefnemers ontwikkelingen willen realiseren, anderzijds door
fondsen in te zetten voor landschapsbehoud en herstel vanuit het LOP. Ook het beschikbaar
stellen van kennis en expertise (onder andere de landschapscoordinator)
draagt hieraan bij. Om die reden vindt de gemeente het niet nodig deze landschapselementen
apart te bestemmen. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
3. De gemeente en reclamant streven hetzelfde doel na. Door fruitteelt apart te benoemen,
kan worden voorkomen dat grootschalige fruitteelt zijn intrede doet in een kleinschalig
landschap. De kwaliteiten die reclamant nastreeft, hebben vaak betrekking op
erfniveau en op het niveau van landschapselementen. Op dat niveau geeft het bestemmingsplan
geen belemmeringen. Ook de mogelijkheden voor nevenfuncties met betrekking
tot economie en toerisme bieden volop mogelijkheden voor ontwikkeling. Het is
volgens de gemeente niet reëel om te verwachten dat er zich nieuwe fruitteeltbedrijven
vestigen die hun bedrijfsvoering afstemmen op de traditionele fruitteelt met de bijbehorende
landschappelijke kenmerken waar reclamant op doelt. Mochten er zich bedrijven
aandienen, die landschappelijke inpassing en toevoeging van de ruimtelijke kwaliteit
die op die plaats gewenst is, kan altijd via een separate procedure ingegaan worden
op dergelijke initiatieven. Deze vergen dan overigens maatwerk, waardoor een separate
procedure wenselijk is. Het alsnog aanduiden van oude fruitteeltgronden sluit echter
niet aan op het beleid dat de gemeente voor staat en leidt in die zin eerder tot verwarring,
dan dat het iets toevoegt. Bij vestiging van nieuwe fruitteeltbedrijven binnen de
bestemming A en AW-L worden via de wijzigingsbevoegdheid de nodige eisen gesteld
aan de locatie en de landschappelijke inpassing. Dit zorgt voor flexibiliteit binnen de
randvoorwaarden van ruimtelijke kwaliteit. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
4. In het kader van de inspraak is een aantal panden herbeoordeeld. Dit is gebeurd aan de
hand van de uit de inventarisatie bekende criteria. Ook is een aantal zienswijzen ingediend
die tot herbeoordeling hebben geleid. Uit de beantwoording van de Nota Inspraak
en overleg en uit de Nota Zienswijzen is te lezen om welke panden dit gaat. Omdat wederom
de criteria zijn gehanteerd die in de inventarisatie zijn gebruikt, is een gedetailleerde
reactie per pand niet nodig en niet doelmatig. Het door de provincie genoemde
aantal is niet gebaseerd op criteria, maar slechts een indicatie waarmee zij het beleid
voor bescherming van cultuurhistorisch erfgoed wil stimuleren. De provincie heeft dit
niet dwingend opgelegd. De gemeente heeft hierin haar eigen, goed gemotiveerde keuzes
gemaakt. De gemeente neemt geen wijzigingsbevoegdheid op om de komende 10
jaar nog karakteristieke panden te kunnen toevoegen. De inventarisatie is tijdens het
planproces gecompleteerd. Insprekers en reclamanten hebben in voldoende mate de
gelegenheid gehad een reactie in te dienen met betrekking tot dit onderwerp. De gemeente
ziet niet in hoe een pand de komende 10 jaar ineens karakteristiek zou kunnen
worden, aangezien de criteria waarop dit wordt beoordeeld over het algemeen een statisch
karakter hebben. De zienswijze is op dit punt ongegrond. Wel heeft de gemeente
in haar beantwoording op de ingediende reacties aangegeven dat er met name voordelen
rusten op de aanduiding karakteristiek. Dit is in de toelichting eveneens zo be-
Adviesbureau RBOI 015000.15601.00
Rotterdam / Middelburg