Download - Gemeente Olst-Wijhe

216 Zienswijzen
O-9 Stichting Sallands Erfgoed, t.a.v. Maureen Fakkert en Elleke
Brinkman, Oerdijk 155, 7435 PJ Okkenbroek
Samenvatting
1. Reclamant verwijst naar de eerder ingediende reactie en aanvullingen op het concept
bestemmingsplan en pleit met betrekking tot het eerste punt van de reactie voor toepassing
van de terminologie 'enken en kampenlandschap', 'broekontginningslandschap'
en 'rivierenlandschap' in plaats van de huidige terminologie 'essen', 'oude hoeven landschap',
'maten- en flierlandschap' en 'jonge heide en broekontginningslandschap'. Ter
verduidelijking van het nut van de juiste terminologie is als bijlage de samenvatting van
de eerste onderzoeksbevindingen naar boerderijen toegevoegd.
2. Reclamant verwijst naar de eerder ingediende reactie en aanvullingen op het concept
bestemmingsplan en geeft aan dat de punten onder het tweede punt van de reactie
omtrent het apart categoriseren van de fruitteelt voor de gemeente Olst/Wijhe en het
niet aanwijzen van windhagen als streekeigen niet inhoudelijk zijn beantwoord.
3. Reclamant verwijst naar de eerder ingediende reactie en aanvullingen op het concept
bestemmingsplan en geeft met betrekking tot het derde punt van de reactie aan dat het
conform de reactie van de gemeente wenselijk is in de gebieden AW-NL geen grote,
moderne commerciële fruitteelt bedrijven toe te laten. Reclamant geeft aan dat alleen
met de reactie van de gemeente kan worden ingestemd als kan worden bewerkstelligd
dat de fruitteelt in gebieden waar van oudsher hoogstam- en laagstamfruitbomen staan
wordt hersteld, en als dit herstel zorgt voor verfraaiing van het landschap en versterking
van de economie en het toerisme. Reclamant vraagt daarnaast om de oude fruitteeltgronden
ter informatie op te tekenen in het plan.
4. Reclamant verwijst naar de eerder ingediende reactie en aanvullingen op het concept
bestemmingsplan en geeft met betrekking tot het vierde punt van de reactie aan dat
een reactie van de gemeente wordt gemist op de voorgestelde karakteristieke panden,
waardoor moeilijk beoordeeld kan worden of de voorgestelde panden zijn beoordeeld en
hoe de afweging is gemaakt om geen nieuwe panden aan de lijst van karakteristieke
panden toe te voegen en geeft aan graag een gedetailleerde reactie per pand te willen
ontvangen. Reclamant stelt de vraag waarom de gemeente er niet voor kiest om ten
minste tot een lijst van 150 karakteristieke panden te komen zoals de provincie Overijssel
per gemeente streeft. Reclamant verzoekt om de lijst opnieuw uit te breiden waarbij
alle boerderijen die kenmerkend zijn voor de regio op de lijst moeten worden geplaatst.
Daarnaast zou er volgens reclamant een clausule moeten zijn voor panden die zijn vergeten
of net niet aan alle criteria voldeden, maar worden gerenoveerd, waarbij wordt
voorgesteld dat deze panden de komende tien jaar nog in aanmerking moeten kunnen
komen om de status karakteristiek pand te krijgen. Reclamant adviseert daarnaast om
aan pandeigenaren en de gemeenteraad de voordelen en wenselijkheid van de status
karakteristiek pand helder te maken. Ter verduidelijking is door reclamant in de bijlage
een beschrijving van kenmerken van Sallandse boerderijen gevoegd waarmee panden
kunnen worden toegevoegd aan de huidige opgestelde lijst en waarmee kan worden bepaald
waar een bouwblok bij een boerderij moet komen te liggen. Reclamant geeft aan
dat er op termijn behalve de bijlage ook een boek zal zijn dat als leidraad gebruikt kan
worden bij besluiten van de gemeente ten aanzien van boerderijen en nieuwbouwprojecten
in het buitengebied.
Beantwoording
1. De gehanteerde terminologie is voldoende duidelijk en niet onjuist. Dat blijkt ook uit het
feit dat andere instanties geen bezwaren hebben geuit tegen de terminologie. Bovendien
zou het wijzigen van de termen op dit moment in het planproces alleen maar tot
meer verwarring leiden. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg