Download - Gemeente Olst-Wijhe

200 Zienswijzen
om deze maatvoering ook te kiezen voor de omgevingsvergunningen voor werken in de
artikelen 4 en 5, omdat daar dezelfde redenering aan ten grondslag ligt. De zienswijze
is op dit punt gegrond.
13. Per abuis is de voorgestelde wijziging in de vorige fase niet doorgevoerd in het bestemmingsplan
Buitengebied Olst-Wijhe. De voorgestelde wijziging wordt alsnog doorgevoerd.
De zienswijze is op dit punt gegrond.
14. Reclamant stelt een uitzondering op een uitzondering voor. Dat maakt de regel er niet
duidelijker en beter hanteerbaar op. Bovendien is het gangbaar om normaal beheer en
onderhoud uit te sluiten van de omgevingsvergunning voor werken. De zienswijze is op
dit punt ongegrond.
15. Artikel 35 is niet bedoeld om nieuwe waterbergingen mogelijk te maken, maar om te
voorkomen dat eventuele toekomstige waterbergingen niet onmogelijk worden gemaakt
door op dergelijke locaties te bouwen. Bovendien wordt een dergelijk beschermingsregime
vereist vanuit de provinciale omgevingsverordening. De voorgestelde locaties zijn
tot stand gekomen in overleg met het waterschap. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
16. Het beleid voor teeltondersteunende voorzieningen is opgesteld vanuit een bredere
afweging dan alleen vanuit milieuregels. Met name de landschappelijke kwaliteiten van
het buitengebied hebben een cruciale rol gespeeld bij de regelgeving voor TOV's. De
gemeente ziet daarom geen aanleiding de regels op dit punt aan te passen. De zienswijze
is op dit punt ongegrond. Een uitzondering wordt gemaakt voor regenkappen, die
in de regels TOV waren opgenomen. Gezien hun hoogte worden deze onder hoge TOV
gerangschikt. Hierover is ook een zienswijze ingediend.
17. Het voorschrift is nodig om het reconstructiebeleid te ondersteunen. In landbouwontwikkelingsgebieden
mag een eventuele nieuwvestiging van een intensieve veehouderij
niet worden gefrustreerd, bijvoorbeeld door nieuwvestiging van een grondgebonden
bedrijf. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
18. Om landschappelijke redenen wil de gemeente buitenopslag buiten bouwvlakken juist
voorkomen. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
19. Indien er 1 of meerder gebouwen gebruikt worden voor niet-agrarische functies terwijl
het agrarische bedrijf niet beëindigd is, dan is er sprake van een nevenfunctie. Hiervoor
is in het bestemmingsplan een afzonderlijke regeling opgenomen. Vervolgfuncties zijn
functies die opgericht kunnen worden na de beëindiging van het agrarische bedrijf. De
wijzigingsbevoegdheid voor vervolgfunctie houdt tevens in dat de bestemming gewijzigd
wordt naar een op de vervolgfunctie toegesneden bestemming. De zienswijze is op dit
punt ongegrond.
20. De gemeente is het eens met reclamant dat het niet goed aan te tonen is of de bouw
van een serrestal noodzakelijk is. Wel wil de gemeente via een afwijkingsbevoegdheid
kunnen sturen op de ruimtelijke kwaliteit bij de bouw van serrestallen. Om die reden
wordt het noodzakelijkheidscriterium verwijderd en wordt vervangen door een criterium
die toeziet op de landschappelijke aanvaardbaarheid. De zienswijze is op dit punt gegrond.
21. Het woord 'uitsluitend' is van belang om te kunnen toetsen of het bedrijf volwaardig is.
Indien geen sprake is van een volwaardige paardenhouderij, kan een paardenhouderij
als nevenfunctie worden mogelijk gemaakt, als aan de voorwaarden wordt voldaan van
de hiervoor toe te passen afwijkingsbevoegdheid. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
Conclusie
1. Het bestemmingsplan behoeft op dit punt geen aanpassing.
2. Zie paragraaf 2.2.1. onder d.
3. Zie paragraaf 2.2.7.
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg