Download - Gemeente Olst-Wijhe

198 Zienswijzen
14. Reclamant stelt voor om achter de laatste zin van artikel 16.4.2 onder a de zin 'voor zover
deze werkzaamheden of werken geen (negatieve) invloed hebben op de omgeving'
toe te voegen, aangezien het dempen van sloten en het kappen van bomen een negatieve
invloed kan hebben op de grondwaterstanden en kan zorgen voor verzuring van
de omliggende agrarische gronden.
15. Reclamant verzoekt artikel 35 Waterbergingsgebied volledig te verwijderen uit de regels
en de verbeelding, aangezien volgens artikel 3.1 onder h de voorzieningen al zijn toegestaan
en via artikel 3.7.7 B&W het plan kan wijzigen naar de bestemming Water ten
behoeve van waterberging.
16. Voor wat betreft teeltondersteunende voorzieningen en kassen verzoekt reclamant om
de oppervlaktebeperking uit de artikelen 3, 4 en 5 van 500 m² en 1.000 m² te verwijderen,
omdat het oppervlak al wordt beperkt doordat de gemeente slechts op een beperkt
gebied deze aanduiding heeft aangegeven. Reclamant geeft hierbij aan dat teeltondersteunende
voorzieningen tot 2.500 m² in het nieuwe activiteitenbesluit zijn vrijgesteld
van aanvullende milieuregels en dat kassen die kleiner zijn dan 2.500 m² landelijk
niet als hoofdtak worden gezien, maar als teeltondersteunende voorziening en dat er
geen aanvullende milieumaatregelen voor worden gesteld.
17. Reclamant geeft aan dat artikel 4.8.1 sub i moet worden verwijderd omdat hier wordt
aangegeven dat nieuwvestiging alleen is toegestaan indien dit niet leidt tot belemmering
van een nieuwvestiging van een ander bedrijf en nieuwvestiging houdt volgens reclamant
altijd in dat op die locatie geen ander nieuw bedrijf zich kan vestigen.
18. Reclamant verzoekt om in onder andere artikel 3.6 een afwijking toe te voegen dat de
regels voor buitenopslag buiten het bouwvlak zoals aangegeven in artikel 3.5 onder a
zijn uitgezonderd voor maaisel.
19. Reclamant verzoekt voor wat betreft vervolgfuncties om bij artikel 1.115 op te nemen
dat in het betreffende gebouw de agrarische activiteiten moeten zijn beëindigd, zodat
niet eerst het volledige agrarische bedrijf hoeft te worden beëindigd.
20. Reclamant wil dat de eis die onder andere staat aangegeven in artikel 3.4.1 sub b dat
alleen met een omgevingsvergunning een serrestal kan worden gebouwd indien onder
andere wordt aangetoond dat dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is,
wordt verwijderd aangezien dit nooit is aan te tonen.
21. Reclamant wil voor wat betreft het omschakelen naar een paardenhouderij dat het
woord 'volwaardige' wordt verwijderd uit de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3.7.3 onder
a.
Beantwoording
1. In de Wet ruimtelijke ordening en Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd wie gerechtigd
is een zienswijze in te dienen. De gemeente kan niet toezeggen dat insprekers
die geen zienswijzen hebben ingediend, alsnog beroep kunnen aantekenen. Bovendien
is het de verantwoordelijkheid van de inspreker om te beoordelen of zijn of haar inspraakreactie
op de juiste manier is verwerkt. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
2. Verwezen wordt naar de algemene beantwoording onder 2.2.1 onder d.
3. Verwezen wordt naar de algemene beantwoording onder 2.2.7.
4. De gemeente ontvangt haar gegevens over leidingen digitaal van de leidingbeheerders.
Desondanks is aan de hand van luchtfoto's nogmaals onderzocht of de ligging ervan
klopt. De conclusie is dat de leidingen niet in het midden van de beschermingszone liggen.
Er is een nieuw bestand bij de leidingbeheerder opgevraagd en in de verbeelding
opgenomen. De zienswijze is op dit punt gegrond.
5. De gemeente acht een hoogte van 2 m voldoende. Het betreft immers de hoogte van de
keerwanden. De kuil zelf wordt dan al snel 4 tot 5 m hoog. Dit is vanuit bedrijfsmatige
overwegingen voldoende en vanuit landschappelijke overwegingen het maximum. De
zienswijze is op dit punt ongegrond.
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg