Download - Gemeente Olst-Wijhe

180 Zienswijzen
124.
Samenvatting
Deze zienswijze heeft betrekking op perceel F-3863 en reclamant heeft de volgende opmerkingen
over dit perceel.
1. Het perceel staat aangegeven als WRA-1, hoge archeologische waarde. Dit lijkt niet
waarschijnlijk omdat deze archeologische waarden bij de perceelsgrenzen ophouden. In
het bestemmingsplan Zonnekamp-Oost is aangegeven dat in 2006 een bureauonderzoek
en een inventariserend veldonderzoek zijn gedaan. Daarvan is reclamant verteld
dat ook metingen op betreffende perceel zijn gedaan. Conclusie van het onderzoek is
dat er geen vervolgonderzoek nodig is. Ook in het andere naastgelegen bestemmingsplan
van Olst is geen archeologische waarde aangegeven. Reclamant verzoekt om de
bestemming archeologische waarde -1 van het betreffende perceel af te halen.
2. Reclamant verzoekt om van genoemd perceel de bestemmingsplangrens gelijk te laten
lopen met de kadastrale grens.
3. Wonen is de juiste bestemming, maar er is echter geen bouwvlak aangegeven. Reclamant
verzoekt om dit alsnog aan te geven en dit bouwblok gelijk te laten zijn met de
perceelsgrootte.
Beantwoording
1. Vanuit het vastgestelde archeologiebeleid is er een verschil tussen de regels voor de
kernen en voor het buitengebied. In het bestemmingsplan Buitengebied is het vastgestelde
archeologiebeleid reeds doorvertaald, terwijl dit voor Zonnekamp-oost niet mogelijk
was. Op basis van bestaande wet- en regelgeving is de gemeente verplicht om de
bestaande archeologisch waarden en verwachtingswaarden te beschermen. Uit de
zienswijze wordt niet geheel duidelijk waar de grond precies geroerd is. Ook al is de
grond geroerd dan betekent dat niet dat de archeologische waarden daarmee 'verdwenen
zijn'. Het is daarom ook niet vast te stellen dat er (ook al is er geroerd) geen archeologische
waarden zijn en dus wordt de bestemming niet verwijderd. Het kan namelijk
best zijn dat er tot 1 m diep geroerd is terwijl er waarden op 3 m kunnen liggen.
Door het verwijderen van de dubbelbestemming zijn de waarden op 3 m meteen ook
niet meer beschermd. Mocht uit nadere stukken blijken dat de archeologische verwachtingswaarde
bijgesteld moet worden, dan biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid
om de waarde aan te passen door middel van een wijzigingsplan. De dubbelbestemming
blijft gehandhaafd. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
2. Het bestemmingsplan bepaalt slechts de gebruiks- en bouwmogelijkheden. Hoe de kadastrale
eigendommen bepaald zijn is in dit kader niet relevant. Dit is een situatie die
zich nu ook voordoet, maar niet nadelig is voor de gebruiksmogelijkheden. De zienswijze
is op dit punt ongegrond.
3. Voorheen was het door reclamant aangegeven perceel bestemd als agrarisch en is nu
bestemd als wonen. Hiermee is de feitelijke situatie bestemd. Omdat er in het huidige
bestemmingsplan ook geen bouwvlak is opgenomen, zal er wederom nu ook geen
bouwvlak worden opgenomen.
Conclusie
1. Het bestemmingsplan behoeft geen aanpassing.
2. Het bestemmingsplan behoeft geen aanpassing.
3. Het bestemmingsplan behoeft geen aanpassing.
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg