Download - Gemeente Olst-Wijhe

Zienswijzen 177
122.
Samenvatting
Deze zienswijze heeft betrekking op Dingshofweg 6a en reclamant heeft de volgende opmerkingen
over dit perceel.
1. Nadat reclamant gestopt is met het agrarisch bedrijf, is een loonbedrijf opgestart. U gaf
aan dat voor dit loonbedrijf een ontheffing kan worden verleend. Aangezien het loonbedrijf
op dit moment reeds wordt uitgeoefend, verzoekt reclamant deze nevenactiviteit
bij recht toe te staan. Het is niet aanvaardbaar om een ontheffing aan te vragen omdat
dit gebruik nu bij recht kan worden toegestaan (nieuwe bestemmingsplan). Reclamant
geeft aan te voldoen aan de voorwaarden in artikel 25.5 van de planregels. Het niet
toestaan van het bedrijf is in strijd met de rechtszekerheid volgens reclamant.
2. Reclamant geeft aan dat ten onrechte het bouwvlak is verkleind. Het deel dat buiten het
bouwvlak is gebracht is in gebruik als moestuin, speelweide en schapenweide. Dit is in
strijd met de agrarische bestemming die nu is toegekend ('Agrarisch - A', artikel 3 van
de planregels). Enkel de moestuin is binnen de woonbestemming komen te vallen. Het
gebruik als moestuin, speelweide en schapenweide (beiden gebruik ten behoeve van de
woonfunctie) is immers legaal gebruik op basis van het vigerende bestemmingsplan.
Reclamant geeft aan dat het niet aannemelijk is dat dit gebruik binnen de planperiode
eindigt, dus de gemeente is gehouden dit positief te bestemmen en het binnen het
bouwblok te trekken.
3. Reclamant geeft aan dat door het bouwvlak te verkleinen, de reclamant onaanvaardbaar
wordt beperkt in de bestaande rechten en is het gelet op de nevenfunctie (loonbedrijf)
in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Daarnaast staat de minicamping die
reclamant gaat exploiteren het verkleinen van het bouwvlak niet toe. Reclamant verzoekt
het bouwvlak, zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan, te handhaven.
Beantwoording
1. Uit archiefonderzoek blijkt dat reclamant als ZZP'er voor 99% bij derden werkt. De
loods wordt niet gebruikt voor bedrijfsmatige doeleinden en reclamant heeft te kennen
gegeven ook niet het voornemen te hebben om dat te gaan doen. Het bestemmingsplan
biedt door middel van een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid om aan stoppende
agrarische bedrijven een nieuwe functie toe te kennen. Omdat hier een zorgvuldige afweging
moet plaatsvinden wordt dit niet bij recht toegestaan. De zienswijze is op dit
punt ongegrond.
2. Het perceel Dingshofweg 6a betreft een voormalig agrarisch bedrijf. Voor agrarische bestemmingen
die omgezet worden naar wonen geldt dat het bouwvlak afgestemd wordt
op de bebouwing en het bestaande erf. Bij het ontwerp is de moestuin binnen het
bouwvlak Wonen gebracht. Omdat grasland en speelweide onder een agrarische bestemming
passen, hoeft de verbeelding niet te worden aangepast. De zienswijze is op
dit punt gegrond.
3. De minicamping kan ook aangrenzend aan een bouwvlak gerealiseerd worden/zijn. Dit
betekent dat de bouwvlakverkleining de exploitatie van de minicamping niet in de weg
staat. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
Conclusie
1. Het bestemmingsplan behoeft geen aanpassing.
2. Het bestemmingsplan behoeft geen aanpassing.
3. Het bestemmingsplan behoeft geen aanpassing.
Adviesbureau RBOI 015000.15601.00
Rotterdam / Middelburg