Download - Gemeente Olst-Wijhe

166 Zienswijzen
115.
Samenvatting
Deze zienswijze heeft betrekking op Elshofweg 7 en reclamant heeft de volgende opmerkingen
over dit perceel.
1. Reclamant heeft een gemengd agrarisch bedrijf met de functieaanduiding intensieve
veehouderij. Om het bedrijf toekomstbestendig te ontwikkelen, zal er schaalvergroting
moeten plaatsvinden. Dit kan alleen als het bestemmingsplan de bouw van nieuwe gebouwen
of de uitbreiding van bestaande gebouwen toestaat. De beantwoording op de
inspraakreactie was dat het bouwvlak zou worden vergroot tot 1,5 ha. Dit is niet aangepast
in de verbeelding, waarbij de oppervlakte niet meer is dan 0,6 ha. Reclamant verzoekt
het bouwvlak aan te passen naar 1,3 ha. De bedoeling is om binnen het bouwvlak
een ligboxenstal (milieuvergunning is inmiddels verleend) en een grote vleesvarkensstal
te realiseren. Reclamant heeft een schets bijgevoegd.
2. Een agrarische bedrijfswoning mag maximaal 750 m³ bedragen. Dit is inclusief aan- en
uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. Agrarische bedrijfsgebouwen worden steeds
groter en hoger. Dit is in het bestemmingsplan ook zo aangegeven. De hoogte gaat van
10 m naar 12 m. Reclamant is van mening dat er een goede verhouding moet zijn tussen
de grootte van de woning en de grootte van de bijbehorende bedrijfsgebouwen. In
plaats van de 750 m³ moet de inhoud van de woning minimaal 1.200 m³ kunnen bedragen.
Bovendien wordt verzocht om bij de inhoudsmaat de bijgebouwen en overkappingen
niet mee te tellen. Bij de bestemming 'wonen' wordt deze regeling ook niet toegepast.
Bij een goothoogte van 3 m en een bouwhoogte van 6 m is dit maximaal
450 m³. Gezamenlijk mag bij de bestemming 'wonen' 750 + 450 = 1.200 m³ aan woning,
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gerealiseerd. Dit is bij
de agrarische woning maximaal 750 m³, waardoor er rechtsongelijkheid tussen de verschillende
woningen in het buitengebied ontstaat. Reclamant verzoekt de toegestane
inhoud voor de agrarische bedrijfswoningen aan te passen naar 1.200 m³.
Beantwoording
1. Tijdens de inspraak heeft reclamant verzocht om een bouwvlak van 1,5 ha. Per abuis is
geantwoord dat inspreker nu al een bouwvlak van 1,5 ha heeft en dat dit betekent dat
aan de wens van inspreker wordt voldaan. Echter, bij nameting blijkt dat het bouwvlak
0,6 ha groot is. Op 22 december 2010 is een milieuvergunning verleend voor de nieuwe
ligboxenstal. Omdat er geen bouwvergunning is aangevraagd en verleend, is de milieuvergunning
wel onherroepelijk, maar niet in werking getreden. De nokrichtingen van de
twee grootste stalen zijn zuidwest- noordoostgericht. De nieuw te bouwen stal zal haaks
op de bestaande stallen worden gebouwd en buiten de bestaande bebouwingsconcentratie.
Dit is landschappelijk niet aanvaardbaar. De bouwvlakvergrotingen en -veranderingen
voor de intensieve veehouderij dienen te worden berekend op milieutechnische
haalbaarheid. Hiervoor gelden geen vaste afstanden, maar geurcontouren. Voor de uit
te voeren toets is aanvullende informatie vereist, zoals stalsystemen en oppervlaktes.
Aangezien deze informatie niet beschikbaar is, is het niet mogelijk in te stemmen met
het verzoek van inspreker. De zienswijze is op dit punt ongegrond.
2. In relatie tot de mogelijkheden voor burgerwoningen, zijn de bouwmogelijkheden voor
agrarische bedrijfswoningen inderdaad beperkter. Dit komt voort uit de gedachte dat
het agrarisch bouwvlak geen restricties kent met betrekking tot het bouwvolume, het
hele bouwvlak mag in principe worden bebouwd. Echter, de bouwmogelijkheden zijn
gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving en moeten dus betrekking hebben op het
agrarisch bedrijf. Dat betekent dat voor een garage die bij de bedrijfswoning hoort,
strikt genomen geen omgevingsvergunning voor bouwen kan worden afgegeven. Om
dat te voorkomen wordt er aan de agrarische bestemming een bijgebouwenregeling
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg