Download - Gemeente Olst-Wijhe

12 Zienswijzen
dergelijke zone beperkt de belangen van andere functies te veel. Er is dan geen sprake
meer van een evenredige belangenafweging. De opgenomen regeling in het ontwerpbestemmingsplan
voorziet in voldoende bescherming. Bovendien maakt het bestemmingsplan
geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk, die de structuur van het landschap
in de omgeving van het landgoed aantasten. Bij ontwikkelingen die wel via een
afweging in het bestemmingsplan mogelijk zijn, worden de belangen van derden, dus
ook die van de landgoederen, meegewogen.
De zienswijzen van reclamanten met betrekking tot deze onderwerpen zijn ongegrond.
3. De gemeente blijft bij haar standpunt over de bestemming Bos en gaat deze bestemming
bij de vaststelling niet invoeren. Een aparte bestemming Bos voegt geen wezenlijk
andere regeling toe, dan waarin nu is voorzien met de bestemming Natuur. Een extra
bestemming toevoegen komt de helderheid van het plan niet ten goede. Wel heeft de
gemeente nader onderzocht in welke gevallen een omgevingsvergunning voor werken
relevant is. Dit onderzoek heeft geleerd dat een omgevingsvergunning voor werken
achterwege kan blijven bij het kappen van bos als daar de Boswet op van toepassing is.
De Boswet ziet niet alleen op kwantiteit, maar ook op kwaliteit als het gaat om de herplantplicht.
De gemeente wil dubbele regelgeving zoveel mogelijk voorkomen. Om die
reden wordt het vereiste van een omgevingsvergunning voor werken gehandhaafd voor
het vellen of rooien van bos. De uitzondering op het vereiste wordt echter uitgebreid.
Indien de Boswet van toepassing is, is een omgevingsvergunning niet vereist. Het vereiste
van een omgevingsvergunning zelf blijft in stand, omdat er zich ook situaties kunnen
voordoen, waar de Boswet niet op toeziet. In die gevallen wil de gemeente haar
eigen afweging kunnen blijven maken.
Conclusie
De gemeente past geen dubbelbestemming of extra beschermingszones voor landgoederen
toe. Op die punten zijn de ingediende zienswijzen ongegrond. Wel maakt de gemeente een
aanvullende uitzondering op het vereiste van de omgevingsvergunning voor werken. Deze is
niet van toepassing als de Boswet van toepassing is.
2.2.5. Karakteristieke panden
Samenvatting
Door verschillende insprekers is gereageerd op de aanduiding op de verbeelding 'karakteristiek
pand'. De zienswijzen dienen 2 verschillende doelen.
1. Een aantal reclamanten wenst de aanduiding van de verbeelding verwijderd te hebben.
Beargumenteerd wordt dat de aanduiding onterecht op het perceel is opgenomen, omdat
het gebouw in de ogen van inspreker geen karakteristieke waarde heeft. Argumenten
die aangehaald worden, hebben onder meer betrekking op het bouwjaar van het
pand (bijvoorbeeld een boerderij uit 1950), de staat van onderhoud (slechte staat van
onderhoud, bouwval), in bezit zijn van een sloopvergunning voor het pand en op het
niet voldoen aan vier van de vijf criteria die het Oversticht heeft gehanteerd bij de inventarisatie
van karakteristieke panden. Insprekers hebben bezwaar tegen de beperkingen
die de aanduiding 'karakteristiek' met zich mee brengt.
2. Een aantal reclamanten wenst juist dat de aanduiding 'karakteristiek' op de verbeelding
wordt opgenomen. Daarbij worden de volgende argumenten genoemd:
a. het pand is in de ogen van reclamanten karakteristiek, vanwege de ouderdom van
het pand;
b. het pand is een gemeentelijk of een rijksmonument.
015000.15601.00 Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg