Download - Gemeente Olst-Wijhe

Zienswijzen 9
Conclusie
Reclamanten die een zienswijze hebben ingediend voor vergroting of vormverandering van
het bouwvlak of met het verzoek om een agrarisch bouwvlak te verkrijgen, worden individueel
beantwoord aan de hand van bovenstaande argumentatie. Voor reclamanten die een
zienswijze hebben ingediend over de overschrijdingsmaat van het bouwvlak, geldt dat de
zienswijze daarmee deels gegrond is.
2.2.2. Woningsplitsing/Aantal woningen
Samenvatting
Een aantal insprekers geeft aan dat er meer woningen op het perceel aanwezig zijn dan op
de verbeelding is aangegeven. Bij agrarische bedrijven wordt aangegeven dat een 2 e agrarische
bedrijfswoning aanwezig is. Ook bij de bestemming Wonen, al of niet met de aanduiding
'sw - vbb', wordt aangegeven dat er meer woningen aanwezig zijn, dan op de verbeelding
is aangegeven.
Beantwoording
Het bepalen van het aantal woningen is aan de hand van de volgende twee criteria getoetst:
1. Legaliteit, dat wordt bepaald door het kunnen overleggen van een bouwvergunning voor
de woning of voor de splitsing van de woning; dan wel dat er in het vigerende plan al
sprake was van het aantal woningen dat door reclamant wordt genoemd.
2. Indien geen sprake is van legale totstandkoming van de 2 e woning, maar de strijdige
situatie al dermate lang bestaat, dat handhaven niet meer mogelijk is, wordt per geval
beoordeeld of de 2 e woning eveneens op de verbeelding wordt opgenomen.
Conclusie
Per zienswijze wordt individueel bepaald of aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan
en daarmee of de zienswijze al dan niet gegrond is.
2.2.3. Archeologie
Samenvatting
1. Er wordt door velen bezwaar gemaakt tegen een aanduiding Archeologie op de verbeelding.
Het bezwaar betreft zowel de regeling, die als te streng wordt beschouwd, als de
ligging van de dubbelbestemming Waarde – Archeologie – 1, 2, 3 of 4. In het laatste
geval wordt de nadruk gelegd op het bezwaar tegen de aanduiding op het bouwvlak of
op specifieke gebouwen op het bouwvlak. Als argumenten wordt genoemd dat de gronden
op het bouwvlak al geroerd zijn (zand afgegraven rondom kuilplaten, aanleg van
onderkeldering onder stallen, en dergelijke), met als gevolg dat er geen archeologische
waarden meer in de ondergrond terug te vinden zijn. Ook wordt verwezen naar kaartmateriaal
van de provincie, waaruit in een aantal gevallen zou blijken dat er geen archeologische
waarden op het bouwvlak van reclamant aanwezig zouden zijn.
2. Ook wordt verwezen naar kaartmateriaal van de provincie, waaruit in een aantal gevallen
zou blijken dat er geen archeologische waarden op het bouwvlak van reclamant
aanwezig zouden zijn.
Beantwoording
1. Sinds de inwerkingtreding van de monumentenwet ligt de verantwoordelijkheid voor de
bescherming van archeologische waarden en het ontwikkelen van beleid hiervoor bij de
gemeenten. Het archeologiebeleid is in de gemeente Olst-Wijhe door de gemeenteraad
vastgesteld op 4 oktober 2010. Dit beleid is 1 op 1 vertaald in het bestemmingsplan. De
bij het archeologisch beleid behorende kaarten zijn tot stand gekomen door specifiek
onderzoek uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Dit betekent een verfijning van bestaand
kaartmateriaal zoals bijvoorbeeld van de provincie. Wel zijn de dubbelbestem-
Adviesbureau RBOI 015000.15601.00
Rotterdam / Middelburg