04.05.2014 Views

Geachte raadsleden, Wij stellen u voor kennis te nemen van ons ...

Geachte raadsleden, Wij stellen u voor kennis te nemen van ons ...

Geachte raadsleden, Wij stellen u voor kennis te nemen van ons ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Leden <strong>van</strong> de raadscommissie VFAB en MO<br />

Datum : 8 juli 2008<br />

Uw kenmerk :<br />

Ons kenmerk<br />

Zaaknummer<br />

: 2008.0.059.280<br />

: 2008-06-02139<br />

Contactpersoon : Lucie Driever<br />

Doorkiesnr. : 3774865<br />

Onderwerp:<br />

Effectmeting In<strong>te</strong>grale Aanpak Huiselijk Geweld<br />

2004-2008<br />

<strong>Geach<strong>te</strong></strong> <strong>raadsleden</strong>,<br />

<strong>Wij</strong> <strong>s<strong>te</strong>llen</strong> u <strong>voor</strong> <strong>kennis</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> <strong>van</strong> <strong>ons</strong> besluit <strong>van</strong> 8 juli 2008 en leggen U <strong>te</strong>r informatie <strong>voor</strong> het<br />

onderzoeksrapport Effectmeting In<strong>te</strong>grale Aanpak Huiselijk Geweld 2004-2008.<br />

Aanleiding / Probleems<strong>te</strong>lling<br />

Huiselijk geweld is de meest <strong>voor</strong>komende geweldsvorm in onze samenleving. De gevolgen <strong>voor</strong>al<br />

<strong>voor</strong> kinderen zijn groot en leiden tot een geweldspiraal. Onder regie <strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> wordt huiselijk<br />

geweld sinds 2003 aangepakt. De aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld is een speerpunt in de Nota In<strong>te</strong>grale<br />

Veiligheid 2008-2011 en in de Wet Maatschappelijke Onders<strong>te</strong>uning. Een effectieve manier om<br />

huiselijk geweld <strong>te</strong> stoppen en herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong> <strong>voor</strong>komen blijkt <strong>te</strong> realiseren door<br />

afs<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> de strafrech<strong>te</strong>lijke aanpak en de hulpverleningsaanpak, een zogenaamde in<strong>te</strong>grale<br />

aanpak. Een in<strong>te</strong>grale aanpak- niet alleen straffen, maar ook bieden <strong>van</strong> hulpverlening aan het hele<br />

sys<strong>te</strong>em(gezin)- kan de geweldspiraal doorbreken. Daar<strong>voor</strong> moe<strong>te</strong>n justitiële organisaties en<br />

hulpverlenende organisaties met elkaar samenwerken. Sinds 2004 werken Politie, OM, Reclassering,<br />

Kairos, Hera, Bureau Jeugdzorg, Hulpverlening Gelderland Midden en Slachtofferhulp samen om de<br />

strafrech<strong>te</strong>lijke aanpak en de hulpverlening op elkaar af <strong>te</strong> s<strong>te</strong>mmen om huiselijk geweld <strong>te</strong> stoppen en<br />

herhaling <strong>te</strong> <strong>voor</strong>komen. In 2006 is een tussenevaluatie <strong>van</strong> de samenwerking gepresen<strong>te</strong>erd. De<br />

effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de samenwerking waren <strong>voor</strong> een deel al zichtbaar, maar om <strong>te</strong> beslui<strong>te</strong>n over<br />

continuering is afgesproken om begin 2008 de kwalitatieve en kwantitatieve effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de<br />

samenwerking <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> de nulmeting in 2004 <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n onderzoeken. Dit onderzoek is<br />

uitgevoerd en de resulta<strong>te</strong>n zijn beschreven in bijgevoegd rapport.<br />

Doel<br />

Doel is u <strong>te</strong> informeren over de effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld. En u <strong>te</strong><br />

informeren over <strong>ons</strong> besluit om op basis <strong>van</strong> de resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong> het onderzoek de gemeen<strong>te</strong>lijke regie<br />

op de in<strong>te</strong>grale aanpak <strong>te</strong> continueren, de registratie <strong>te</strong> verbe<strong>te</strong>ren en het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

<strong>te</strong> vers<strong>te</strong>rken.<br />

Argumen<strong>te</strong>n<br />

Uit de effectmeting komt naar voren dat de ontwikkelde werkwijze succesvol is. Continuering <strong>van</strong> de<br />

samenwerking onder regie <strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> wordt door alle partijen onderschreven. Met de in<strong>te</strong>grale<br />

aanpak is de infrastructuur om huiselijk geweld effectief aan <strong>te</strong> pakken aanwezig. Deze vormt ook de<br />

basis <strong>voor</strong> de uitvoering <strong>van</strong> de verwach<strong>te</strong> Wet Tijdelijk Huisverbod. Het ligt geheel in de lijn <strong>van</strong> de<br />

samenwerking om het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld <strong>te</strong> vers<strong>te</strong>rken en als front office aan <strong>te</strong> wijzen in het<br />

kader <strong>van</strong> de genoemde wet Tijdelijk Huisverbod.<br />

Broerenstraat 53 • Postbus 5283 • 6802 EG ARNHEM<br />

Telefoon 026 - 3774994 • Fax 026 - 3774977 • E-mail: Gemeen<strong>te</strong>@Arnhem.nl<br />

DIENST MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING


Datum: 8 juli 2008<br />

Ons kenmerk: 2008.0.059.280<br />

Pagina: 2<br />

Financiën<br />

Voor vers<strong>te</strong>rking <strong>van</strong> de functie <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt huiselijk geweld zijn extra Rijksmiddelen<br />

beschikbaar ges<strong>te</strong>ld die <strong>voor</strong> dit doel worden ingezet.<br />

Risico’s<br />

Geen<br />

Uitvoering en evaluatie<br />

De ke<strong>te</strong>npartners voeren onder regie <strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> de in<strong>te</strong>grale werkwijze uit. Het S<strong>te</strong>unpunt<br />

Huiselijk Geweld zorgt <strong>voor</strong> registratie en koppelt de informatie <strong>te</strong>rug naar de gemeen<strong>te</strong> en de<br />

ke<strong>te</strong>npartners.<br />

Hoogach<strong>te</strong>nd<br />

het college <strong>van</strong> burgemees<strong>te</strong>r en wethouders <strong>van</strong> Arnhem,<br />

de secretaris,<br />

de burgemees<strong>te</strong>r,<br />

Bijlage(n)<br />

Effectmeting In<strong>te</strong>grale Aanpak Huiselijk Geweld<br />

Door:Gerda Welt<br />

Onderzoek en Statistiek<br />

Afdeling OSJA<br />

Juni 2008<br />

Broerenstraat 53 • Postbus 5283 • 6802 EG ARNHEM<br />

Telefoon 026 - 3774994 • Fax 026 - 3774977 • E-mail: Gemeen<strong>te</strong>@Arnhem.nl<br />

DIENST MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING


Effectmeting In<strong>te</strong>grale<br />

Aanpak Huiselijk<br />

Geweld<br />

2004-2008<br />

Geschreven door: Gerda Welt<br />

Onderzoek en Statistiek<br />

Afdeling OSJA<br />

Juni, 2008


Effectmeting IAHG<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Samenvatting<br />

Effectmeting IAHG<br />

Ach<strong>te</strong>rgrond<br />

Vier jaar geleden is het project ‘In<strong>te</strong>grale aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld’ (IAHG) <strong>van</strong> start gegaan.<br />

Dit project is gericht op een be<strong>te</strong>re afs<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de bij huiselijk geweld<br />

betrokken organisaties. Hiermee worden drie doelen nagestreefd:<br />

- Het stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

- Het <strong>voor</strong>komen <strong>van</strong> herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld (recidive)<br />

- Het vergro<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de bereidheid om aangif<strong>te</strong> <strong>te</strong> doen <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

Bij dit project zijn <strong>van</strong>af de start de volgende organisaties betrokken: Politie Gelderland-Midden<br />

(GM), het Openbaar Minis<strong>te</strong>rie, Reclassering, Kairos, Hulpverlening Gelderland Midden, Hera<br />

Vrouwenop<strong>van</strong>g, Bureau Jeugdzorg Gelderland en Slachtofferhulp Nederland. De gemeen<strong>te</strong><br />

Arnhem voert de regie in dit project. In 2004 is door het <strong>te</strong>am Onderzoek en Statistiek een<br />

nulmeting verricht om de beginsituatie in kaart <strong>te</strong> brengen.<br />

In de ‘Evaluatie in<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld’ <strong>van</strong> 2006 bleek dat het project in zijn opzet<br />

was geslaagd. De in<strong>te</strong>grale werkwijze <strong>van</strong> de ke<strong>te</strong>npartners werd inmiddels in het hele<br />

werkgebied <strong>van</strong> de politie GM toegepast. Ook bleek toen dat het nog <strong>te</strong> vroeg was om het<br />

proces los <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n en is afgesproken de samenwerkingsafspraken <strong>voor</strong>t <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n en uit <strong>te</strong><br />

breiden naar andere hulpverleningsorganisaties. Afgesproken is om in 2008 een onderzoek <strong>te</strong><br />

doen naar de effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de samenwerking. De dienst MO heeft aan het <strong>te</strong>am Onderzoek en<br />

Statistiek gevraagd om <strong>voor</strong> dit project een kwalitatieve en kwantitatieve effectmeting <strong>te</strong><br />

verzorgen.<br />

De kwalitatieve effectmeting is uitgevoerd aan de hand <strong>van</strong> een vragenlijst. Deze schrif<strong>te</strong>lijke<br />

vragenlijst is <strong>voor</strong>gelegd aan ver<strong>te</strong>genwoordigers <strong>van</strong> de bij het project IAHG betrokken<br />

organisaties. Hier is gevraagd of er sprake is <strong>van</strong> verbe<strong>te</strong>ring of verslech<strong>te</strong>ring <strong>van</strong> de situatie<br />

<strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> de nulmeting in 2004. In de ‘Evaluatie in<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld’ <strong>van</strong> 2006<br />

werd aanbevolen om aan de hand <strong>van</strong> de registraties <strong>van</strong> de verschillende organisaties een<br />

kwantitatieve effectmeting uit <strong>te</strong> voeren. De kwantitatieve effectmeting is zover mogelijk<br />

uitgevoerd op basis <strong>van</strong> de indicatoren uit de in 2004 door O&S opges<strong>te</strong>lde rapportage<br />

‘In<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld. Indicatoren <strong>voor</strong> effectmeting’. Hiertoe hebben de betrokken<br />

partijen de benodigde informatie aangeleverd. Als eers<strong>te</strong> zullen de belangrijks<strong>te</strong> resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

de kwalitatieve effectmeting besproken worden, gevolgd door de resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de<br />

kwantitatieve effectmeting.<br />

Alertheid op huiselijk geweld<br />

De alertheid <strong>van</strong> de politie GM op huiselijk geweld is volgens meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren verbe<strong>te</strong>rd.<br />

Een gro<strong>te</strong>r bewustzijn <strong>van</strong> huiselijk geweld kan bijdragen tot een hoger aantal gemelde<br />

inciden<strong>te</strong>n en aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld. Ook zien meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren dat de alertheid<br />

op huiselijk geweld bij hulpverleningsinstanties is toegenomen en dat hun inzetbaarheid is<br />

verbe<strong>te</strong>rd. De inzet <strong>van</strong> de hulpverleningsinstanties is verwerkt in een procedure, zij krijgen<br />

meer casussen <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld en er zijn structurele overlegvormen.<br />

Informatie-uitwisseling tussen de organisaties<br />

De bekendheid met de ke<strong>te</strong>npartners is volgens een meerderheid <strong>van</strong> de sleu<strong>te</strong>lfiguren<br />

verbe<strong>te</strong>rd. Er vindt nu meer informatie-uitwisseling plaats en er wordt overlegd over casussen.<br />

Ook de afs<strong>te</strong>mming tussen de strafrech<strong>te</strong>lijke ke<strong>te</strong>n en de hulpverleningske<strong>te</strong>n is verbe<strong>te</strong>rd. Er<br />

is nu eveneens meer duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden <strong>van</strong> de verschillende<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

organisaties, en hiermee ook meer begrip <strong>voor</strong> elkaars werk en rol. De sleu<strong>te</strong>lfiguren zien dat<br />

deze verbe<strong>te</strong>ringen worden vergemakkelijkt en onders<strong>te</strong>und door het privacyconvenant en het<br />

inges<strong>te</strong>lde casusoverleg. De samenwerking is uitgebreid met de afdelingen Algemeen<br />

Maatschappelijk Werk <strong>van</strong> de Stichting Thuiszorg Midden Gelderland en Rijnstad en de<br />

ins<strong>te</strong>lling <strong>voor</strong> verslavingszorg IrisZorg. Deze organisaties hebben eveneens het<br />

privacyconvenant onder<strong>te</strong>kend en <strong>nemen</strong> deel aan het casusoverleg. Uitbreiding met het<br />

Maatschappelijk Werk Vilen<strong>te</strong> en Welzijn Rheden is in <strong>voor</strong>bereiding.<br />

S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

Met de komst <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld is volgens meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren de<br />

inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>voor</strong> slachtoffers en daders verbe<strong>te</strong>rd. Ook professionals kunnen met hun<br />

vragen bij dit s<strong>te</strong>unpunt <strong>te</strong>recht. Het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld brengt de hulpvraag in beeld<br />

en verwijst door naar de juis<strong>te</strong> ke<strong>te</strong>npartner. Meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren zien een verbe<strong>te</strong>ring in<br />

zowel de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>van</strong> het justitiële traject als het hulpverleningstraject. In de justitiële<br />

ke<strong>te</strong>n is een aantal stappen gezet om zicht <strong>te</strong> houden op het proces.<br />

Aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers, kinderen en daders<br />

Verbe<strong>te</strong>ringen in de aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers wordt door meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren <strong>voor</strong>al<br />

gezien in de nazorg en de geboden informatie in de strafrech<strong>te</strong>lijke ke<strong>te</strong>n. Meerdere<br />

sleu<strong>te</strong>lfiguren zien een verbe<strong>te</strong>ring in de aandacht <strong>voor</strong> kinderen. Een aantal sleu<strong>te</strong>lfiguren ziet<br />

ech<strong>te</strong>r de wachtlijs<strong>te</strong>n bij de jeugdzorg nog s<strong>te</strong>eds als een bron <strong>van</strong> zorg. Er is volgens een<br />

aantal sleu<strong>te</strong>lfiguren meer aandacht <strong>voor</strong> huiselijk geweld bij instanties die met kinderen <strong>te</strong><br />

maken hebben. Er is volgens meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren eveneens meer aandacht <strong>voor</strong> de<br />

vrijwillige daderhulpverlening. Dit door de ontwikkelde methodiek ‘Begeleide <strong>te</strong>rugkeer,<br />

geweldloos verder’ <strong>van</strong> Hera en Kairos en de training die Kairos gegeven heeft aan<br />

medewerkers <strong>van</strong> onder andere het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld. Het motiveren <strong>van</strong> daders<br />

<strong>voor</strong> vrijwillige hulpverlening blijft volgens sommige sleu<strong>te</strong>lfiguren ech<strong>te</strong>r moeizaam.<br />

Regierol gemeen<strong>te</strong><br />

De wijze waarop de gemeen<strong>te</strong> vorm geeft aan de regierol is volgens meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren<br />

verbe<strong>te</strong>rd. Zij vinden dat de gemeen<strong>te</strong> met het <strong>voor</strong>zit<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de kerngroep en het initiëren <strong>van</strong><br />

onder andere de ontwikkeling <strong>van</strong> het privacyconvenant duidelijke sturing geeft aan het<br />

verwezenlijken <strong>van</strong> de doelen <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale aanpak.<br />

Aangif<strong>te</strong>bereidheid<br />

Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal inciden<strong>te</strong>n is vrijwel gelijk<br />

gebleven in 2006 en 2007. In 2005 was dit wat lager. De meetreeks is <strong>te</strong> kort om <strong>te</strong> concluderen<br />

dat er een toename is in de aangif<strong>te</strong>bereidheid. Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld zijn in 2007<br />

meer meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld binnengekomen. Daarbij is het aandeel meldingen dat<br />

rechtstreeks <strong>van</strong> het slachtoffer komt in 2007 hoger en het aandeel meldingen via politie GM<br />

iets lager, dan in 2006. Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld zijn iets meer meldingen<br />

binnengekomen waarbij het geweld langer duurt dan een half jaar. Een mogelijke verklaring<br />

hier<strong>voor</strong> kan zijn dat het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld mede dankzij het casusoverleg meer<br />

complexere zaken <strong>van</strong> de politie heeft gekregen waar meer sprake is <strong>van</strong> langduriger geweld.<br />

Stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

Op basis <strong>van</strong> de cijfers <strong>van</strong> het aantal afgeronde trajec<strong>te</strong>n bij de hulpverleningstrajec<strong>te</strong>n is<br />

gekeken of het huiselijk geweld in de periode 2004-2007 meer is afgenomen. Op basis <strong>van</strong><br />

deze cijfers is het niet eenduidig dat in deze periode het huiselijk geweld meer is afgenomen.<br />

De geregistreerde meetperiode is <strong>te</strong> kort om hier inzicht in <strong>te</strong> kunnen bieden. Bij Hera<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

Vrouwenop<strong>van</strong>g fluctueert in deze periode het aantal gestar<strong>te</strong> en afgeslo<strong>te</strong>n op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n.<br />

Het aantal opgestar<strong>te</strong> en afgeslo<strong>te</strong>n op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n ligt per jaar in dezelfde orde <strong>van</strong> groot<strong>te</strong>.<br />

Wel is <strong>te</strong> zien dat in de afgelopen drie jaar Bureau Jeugdzorg <strong>van</strong> het aantal meldingen meer<br />

cliën<strong>te</strong>n in zorg heeft genomen. Uit de gegevens <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld en het OM<br />

blijkt dat huiselijk geweld eveneens meer in beeld is, er zijn meer doorverwijzingen naar de<br />

hulpverlening en meer vervolgingen <strong>voor</strong> huiselijk geweld.<br />

Vervolgtraject bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld en het OM<br />

Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld is het aantal doorverwijzingen naar hulpverleningsorganisaties<br />

in 2007 gro<strong>te</strong>r dan in 2006, op de daderhulpverlening na. Bij het OM is in 2007 het<br />

aantal zaken <strong>van</strong> huiselijk geweld s<strong>te</strong>rk ges<strong>te</strong>gen <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> 2005. Eveneens is het aantal<br />

zaken dat gedagvaard is in de afgelopen drie jaar duidelijk ges<strong>te</strong>gen. Tenslot<strong>te</strong> is er eveneens<br />

een duidelijke toename in het aantal zaken dat een strafoplegging heeft gekregen. De zaken die<br />

zijn vrijgesproken, ontslagen <strong>van</strong> rechtsvervolging en schuldig zonder strafoplegging zijn klein in<br />

aantal en vrijwel c<strong>ons</strong>tant gebleven.<br />

Voorkomen <strong>van</strong> recidive<br />

Herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld lijkt iets meer <strong>te</strong> worden <strong>voor</strong>komen. Zowel de cijfers <strong>van</strong><br />

herhaalde meldingen bij de politie GM als de cijfers bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld la<strong>te</strong>n een<br />

lich<strong>te</strong> afname <strong>van</strong> recidive zien.<br />

Conclusie<br />

Ten opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> de situatie <strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> de nulmeting in 2004 zijn er belangrijke vorderingen<br />

geboekt in de samenwerking en de sys<strong>te</strong>emgerich<strong>te</strong> aanpak. Er is meer alertheid op huiselijk<br />

geweld bij politie en hulpverleningsinstanties. Er is een privacyconvenant afgeslo<strong>te</strong>n waardoor<br />

er in het gestar<strong>te</strong> casusoverleg meer informatie kan worden uitgewisseld. De samenwerking is<br />

uitgebreid met nieuwe partners die ook het privacyconvenant hebben ge<strong>te</strong>kend en deel<strong>nemen</strong><br />

aan het casusoverleg. Uitbreiding met het Maatschappelijk Werk Vilen<strong>te</strong> en Welzijn Rheden is<br />

in <strong>voor</strong>bereiding. Het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld brengt de hulpvraag in beeld en verwijst door<br />

naar de juis<strong>te</strong> ke<strong>te</strong>npartner en draagt bij aan de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>van</strong> het hulpverlenings- en het<br />

justitiële traject.<br />

De samenwerking heeft zich zodanig ontwikkeld dat dit tot zichtbare resulta<strong>te</strong>n heeft geleid. De<br />

kwantitatieve effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de In<strong>te</strong>grale aanpak zijn op basis <strong>van</strong> de ges<strong>te</strong>lde indicatoren (O&S,<br />

2004) minder goed eenduidig <strong>te</strong> <strong>s<strong>te</strong>llen</strong>. Dit gezien de beperkingen die verbonden zijn aan de<br />

registratiesys<strong>te</strong>men <strong>van</strong> de verschillende organisaties. Wel blijkt uit de cijfers dat Bureau<br />

Jeugdzorg meer cliën<strong>te</strong>n in zorg heeft genomen, er bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld meer is<br />

doorverwezen naar de hulpverlening en bij het OM duidelijk meer zaken <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

zijn vervolgd. Daarnaast is er een lich<strong>te</strong> afname <strong>te</strong> zien <strong>van</strong> recidive. In hoofdstuk 4 (pag. 29)<br />

zijn de conclusies opgenomen.<br />

Belangrijks<strong>te</strong> aanbevelingen <strong>voor</strong> het vervolg<br />

De belangrijks<strong>te</strong> aanbeveling <strong>voor</strong> het vervolg is dat de samenwerking <strong>voor</strong>tgezet en vers<strong>te</strong>rkt<br />

moet worden. Er moet meer <strong>kennis</strong> zijn over ieders specifieke mogelijkheden en geïnves<strong>te</strong>erd<br />

worden in het leren kennen <strong>van</strong> elkaars werk en de rol binnen de aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld.<br />

Vanwege de beperkingen die verbonden zijn aan de registratiesys<strong>te</strong>men <strong>van</strong> de verschillende<br />

organisaties is beslo<strong>te</strong>n om de casussen afzonderlijk <strong>te</strong> volgen. De casussen worden apart<br />

geregistreerd en gevolgd in de tijd door de betrokken organisaties. De betrokken organisaties<br />

koppelen daar<strong>voor</strong> informatie over de hulpverlening naar het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld <strong>te</strong>rug.<br />

Zodoende kan gekeken worden wat de effec<strong>te</strong>n zijn <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale hulpverlening aan het<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

slachtoffer en de dader. Daar waar de hulpverlening niet voldoende werkt kunnen in<strong>te</strong>rventies<br />

gepleegd worden.<br />

Daarnaast verdient het aanbeveling om <strong>te</strong> zorgen <strong>voor</strong> meer afs<strong>te</strong>mming tussen de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n<br />

<strong>van</strong> de verschillende instanties door middel <strong>van</strong> casemanagement. Tenslot<strong>te</strong> wordt aanbevolen<br />

dat de wachtlijs<strong>te</strong>n <strong>voor</strong> hulpverlening worden aangepakt, daderhulpverlening in een eerder<br />

stadium wordt ingezet en preventieactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, zoals <strong>voor</strong>lichting, regelmatig worden uitgevoerd.<br />

Hoofdstuk 5 (pag. 33) geeft een overzicht <strong>van</strong> de aanbevelingen <strong>voor</strong> het vervolg.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Inhoudsopgave<br />

Effectmeting IAHG<br />

Inhoudsopgave.............................................................................................................................. 1<br />

1 Inleiding .................................................................................................................................. 3<br />

1.1 Ach<strong>te</strong>rgrond...................................................................................................................... 3<br />

1.2 Doels<strong>te</strong>lling....................................................................................................................... 3<br />

1.3 Probleems<strong>te</strong>lling............................................................................................................... 3<br />

1.4 Kwalitatieve effectmeting.................................................................................................. 3<br />

1.5 Kwantitatieve effectmeting ............................................................................................... 4<br />

1.5.1 Overzicht <strong>van</strong> de indicatoren ................................................................................... 4<br />

1.6 Leeswijzer......................................................................................................................... 5<br />

2 Kwalitatieve effectmeting ....................................................................................................... 7<br />

2.1 Ke<strong>te</strong>nopvolging................................................................................................................. 7<br />

2.2 Afs<strong>te</strong>mming tussen strafrech<strong>te</strong>lijk en hulpverleningstraject ............................................. 9<br />

2.3 Sys<strong>te</strong>embenadering ......................................................................................................... 9<br />

2.3.1 Aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers ...................................................................................... 9<br />

2.3.2 Aandacht <strong>voor</strong> kinderen......................................................................................... 10<br />

2.3.3 Aandacht <strong>voor</strong> daders............................................................................................ 10<br />

2.4 Gelijktijdigheid ................................................................................................................ 11<br />

2.5 Inzich<strong>te</strong>lijkheid ................................................................................................................ 11<br />

2.6 Uitwisseling <strong>van</strong> informatie............................................................................................. 12<br />

2.7 Regierol gemeen<strong>te</strong> ......................................................................................................... 12<br />

2.8 Succes- en faalfactoren.................................................................................................. 12<br />

3 Overzicht gegevens per doel ............................................................................................... 15<br />

3.1 Toekenning Label ‘Huiselijk Geweld’ ............................................................................. 15<br />

3.2 Hoe de cijfers <strong>te</strong> in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>ren?...................................................................................... 15<br />

3.3 Stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld......................................................................................... 16<br />

3.3.1 Het aantal gevallen waarin het huiselijk geweld volgens het slachtoffer is gestopt<br />

16<br />

3.3.2 Het aantal succesvolle afrondingen <strong>van</strong> daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n ................ 17<br />

3.4 Voorkomen <strong>van</strong> herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld ............................................................. 20<br />

3.4.1 Relatief aantal tweede (derde etc. ) bij de politie geregistreerde inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld betreffende een bepaald adres.................................................................. 20<br />

3.4.2 Terugkeer <strong>van</strong> het slachtoffer bij dezelfde of bij een andere instantie .................. 20<br />

3.5 Toename aangif<strong>te</strong>bereidheid.......................................................................................... 22<br />

3.5.1 Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld ............................................................. 22<br />

3.5.2 Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal inciden<strong>te</strong>n<br />

<strong>van</strong> huiselijk geweld ............................................................................................................. 22<br />

3.5.3 Gemiddelde duur <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>voor</strong>dat aangif<strong>te</strong> wordt gedaan ................ 22<br />

3.5.4 Proportie ambtshalve vervolgbare zaken .............................................................. 23<br />

3.6 Het vervolgtraject ........................................................................................................... 25<br />

3.6.1 Vervolgtraject bij het OM ....................................................................................... 25<br />

3.6.2 Vervolg na binnenkomst bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld ................................ 27<br />

4 Conclusie............................................................................................................................... 29<br />

5 Aanbevelingen ..................................................................................................................... 33<br />

Bijlagen........................................................................................................................................ 35<br />

Bijlage 1: Gegevens Jeugdmonitor<br />

Bijlage 2: Vragenlijst Kwalitatieve Effectmeting IAHG<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 1


Effectmeting IAHG<br />

2<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


1 Inleiding<br />

Effectmeting IAHG<br />

1.1 Ach<strong>te</strong>rgrond<br />

Vier jaar geleden is het project ‘In<strong>te</strong>grale aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld’ <strong>van</strong> start gegaan. Dit<br />

project is gericht op een be<strong>te</strong>re afs<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>van</strong> bij huiselijk geweld<br />

betrokken organisaties. Hiermee worden drie doelen nagestreefd:<br />

- Het stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

- Het <strong>voor</strong>komen <strong>van</strong> herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld (recidive)<br />

- Het vergro<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de bereidheid om aangif<strong>te</strong> <strong>te</strong> doen <strong>van</strong> huiselijk geweld.<br />

De gemeen<strong>te</strong> Arnhem voert in dit project de regie. In 2004 is de startsituatie in kaart gebracht<br />

door <strong>te</strong>am Onderzoek en Statistiek. Na twee jaar zijn de resulta<strong>te</strong>n en aanbevelingen in kaart<br />

gebracht in het rapport ‘Evaluatie in<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld’. Hieruit bleek dat het<br />

project in zijn opzet was geslaagd en dat de in<strong>te</strong>grale werkwijze <strong>van</strong> de ke<strong>te</strong>npartners in het<br />

hele werkgebied <strong>van</strong> de politie GM werd toegepast. Ook bleek toen dat het nog <strong>te</strong> vroeg was<br />

om het proces los <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n en is afgesproken de samenwerkingsafspraken <strong>voor</strong>t <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n en uit<br />

<strong>te</strong> breiden naar andere hulpverleningsorganisaties. Ook werd aanbevolen om in 2008 een<br />

onderzoek <strong>te</strong> doen naar de effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de samenwerking. De dienst MO heeft aan het <strong>te</strong>am<br />

Onderzoek en Statistiek gevraagd om <strong>voor</strong> dit project een kwalitatieve en kwantitatieve<br />

effectmeting <strong>te</strong> verzorgen.<br />

1.2 Doels<strong>te</strong>lling<br />

(Mede) op basis <strong>van</strong> de effectmeting kan een indicatie gegeven worden <strong>van</strong> de resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

het project. Het betreft geen procesevaluatie.<br />

1.3 Probleems<strong>te</strong>lling<br />

In de kwalitatieve effectmeting stond de volgende vraag centraal:<br />

‘In hoeverre is, volgens aan het project IAHG deel<strong>nemen</strong>de partijen, <strong>te</strong>n aanzien <strong>van</strong> thema’s in<br />

het rapport ‘Nulmeting In<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld’ (O&S 2004), sprake <strong>van</strong> verbe<strong>te</strong>ring of<br />

verslech<strong>te</strong>ring’?<br />

In de kwantitatieve effectmeting stonden de volgende vragen centraal:<br />

‘In welke ma<strong>te</strong> hebben in de periode 2004 – 2007 de gewens<strong>te</strong> effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale<br />

aanpak zich <strong>voor</strong>gedaan <strong>te</strong>n aanzien <strong>van</strong>:<br />

- het stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld;<br />

- het <strong>voor</strong>komen <strong>van</strong> herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld;<br />

- het vergro<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de aangif<strong>te</strong>bereidheid?’<br />

1.4 Kwalitatieve effectmeting<br />

De kwalitatieve effectmeting is uitgevoerd aan de hand <strong>van</strong> een vragenlijst. Deze schrif<strong>te</strong>lijke<br />

vragenlijst is <strong>voor</strong>gelegd aan ver<strong>te</strong>genwoordigers <strong>van</strong> de bij het project IAHG betrokken<br />

organisaties.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 3


Effectmeting IAHG<br />

De betrokken organisaties zijn:<br />

- Politie Gelderland-Midden<br />

- Openbaar Minis<strong>te</strong>rie<br />

- Kairos<br />

- Reclassering<br />

- Bureau Jeugdzorg Gelderland<br />

- S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk geweld<br />

- Hera<br />

- Hulpverlening Gelderland Midden<br />

- Slachtofferhulp<br />

- Gemeen<strong>te</strong> Arnhem<br />

In de vragenlijst werden thema’s uit het rapport ‘Nulmeting In<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld’<br />

(O&S 2004) genoemd. Bij ieder thema konden de responden<strong>te</strong>n aangeven in hoeverre volgens<br />

hen sprake was <strong>van</strong> verbe<strong>te</strong>ring of verslech<strong>te</strong>ring <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> de situatie <strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> de<br />

nulmeting. Responden<strong>te</strong>n werden hierbij in de gelegenheid ges<strong>te</strong>ld om hun antwoorden toe <strong>te</strong><br />

lich<strong>te</strong>n. In Bijlage 2 is de vragenlijst opgenomen.<br />

1.5 Kwantitatieve effectmeting<br />

De kwantitatieve effectmeting is zover mogelijk uitgevoerd op basis <strong>van</strong> de indicatoren uit de in<br />

2004 door O&S opges<strong>te</strong>lde rapportage ‘In<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld. Indicatoren <strong>voor</strong><br />

effectmeting’. Hiertoe hebben de volgende partijen de benodigde informatie aangeleverd:<br />

- Politie Gelderland-Midden<br />

- Openbaar Minis<strong>te</strong>rie<br />

- Kairos<br />

- Bureau Jeugdzorg<br />

- S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk geweld<br />

- Hera<br />

- Hulpverlening Gelderland Midden<br />

O&S heeft met contactpersonen <strong>van</strong> bovenstaande organisaties afspraken gemaakt over de<br />

aan <strong>te</strong> leveren gegevens. Van Reclassering zijn geen gegevens opgenomen in het rapport.<br />

Reclassering registreert namelijk niet op het label huiselijk geweld. Hulpverlening Gelderland<br />

Midden registreert de bevinding <strong>van</strong> kindermishandeling en de meldingen <strong>van</strong> het Centraal<br />

Meldpunt. Deze registratie bleek ech<strong>te</strong>r niet volledig betrouwbaar waardoor de gegevens over<br />

meerdere jaren niet vergeleken konden worden. De gegevens <strong>van</strong> de jeugdmonitor zijn <strong>te</strong>r<br />

informatie opgenomen in Bijlage 1, omdat deze geen betrekking hebben over meerdere jaren.<br />

1.5.1 Overzicht <strong>van</strong> de indicatoren<br />

In het rapport ‘In<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld. Indicatoren <strong>voor</strong> effectmeting’ zijn tien<br />

indicatoren vastges<strong>te</strong>ld die inzicht geven in de effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de In<strong>te</strong>grale aanpak.<br />

Hieronder volgt per doel de vastges<strong>te</strong>lde indicatoren. In hoofdstuk 2 zullen de geleverde cijfers<br />

per indicator besproken worden. De cijfers hebben betrekking op het projectgebied 1 , <strong>te</strong>nzij<br />

anders vermeldt.<br />

Stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld:<br />

1. Het aantal gevallen waarin het huiselijk geweld volgens het slachtoffer is gestopt<br />

2. Het aantal succesvolle afrondingen <strong>van</strong> daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n in een bepaalde<br />

periode<br />

3. Terugkeer <strong>van</strong> het slachtoffer bij dezelfde of bij een andere instantie<br />

1 Het projectgebied omvat naast de gemeen<strong>te</strong> Arnhem de volgende gemeen<strong>te</strong>n: Aal<strong>te</strong>n, Berkelland,<br />

Bronckhorst, Doesburg, Duiven, Groenlo, Lingewaard, Montferland, Oude Ysselstreek, Overbetuwe,<br />

Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Wes<strong>te</strong>r<strong>voor</strong>t, Win<strong>te</strong>rswijk en Zevenaar.<br />

4<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

Voorkomen <strong>van</strong> herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld:<br />

1. Relatief aantal tweede (derde etc. ) bij de politie geregistreerde inciden<strong>te</strong>n (en/of<br />

meldingen)<br />

2. Terugkeer <strong>van</strong> het slachtoffer bij dezelfde of bij een andere instantie<br />

Toename aangif<strong>te</strong> bereidheid:<br />

1. Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld in een bepaalde periode<br />

2. Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld in een bepaalde periode<br />

3. Gemiddelde duur <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>voor</strong>dat aangif<strong>te</strong> wordt gedaan<br />

4. Proportie ambtshalve vervolgde zaken<br />

1.6 Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 2 volgt de beschrijving <strong>van</strong> de resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong> het kwalitatieve deel <strong>van</strong> het<br />

onderzoek. In hoofdstuk 3 worden, per doel en per indicator <strong>van</strong> dit doel, de cijfers<br />

weergegeven die de betrokken partijen hebben aangeleverd. Tenslot<strong>te</strong> volgt in hoofdstuk 4 de<br />

conclusie en in hoofdstuk 5 de aanbevelingen.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 5


Effectmeting IAHG<br />

6<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


2 Kwalitatieve effectmeting<br />

Effectmeting IAHG<br />

In de volgende paragrafen volgt een kor<strong>te</strong> samenvatting <strong>van</strong> de situatie <strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> de<br />

nulmeting in 2004, gevolgd door een beschrijving <strong>van</strong> de resulta<strong>te</strong>n. De uitkomst <strong>van</strong> de<br />

kwalitatieve effectmeting is een beschrijving <strong>van</strong> ervaringen, in<strong>te</strong>rpretaties en meningen <strong>van</strong> bij<br />

de in<strong>te</strong>grale aanpak betrokken partijen.<br />

2.1 Ke<strong>te</strong>nopvolging<br />

In 2004 was er wat betreft ke<strong>te</strong>nopvolging een verschil tussen het justitiële traject en het<br />

hulpverleningstraject. Binnen het justitiële traject was weinig sprake <strong>van</strong> ontbrekende of slecht<br />

functionerende schakels. Binnen het hulpverleningstraject was er nog onvoldoende afs<strong>te</strong>mming tussen<br />

en duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden <strong>van</strong> de (vele) betrokken<br />

hulpverleningsinstanties. Overkoepelend was de wederzijdse bekendheid <strong>van</strong> de ke<strong>te</strong>npartners <strong>voor</strong><br />

verbe<strong>te</strong>ring vatbaar.<br />

Een meerderheid <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n vindt dat de wederzijdse bekendheid met de<br />

ke<strong>te</strong>npartners is verbe<strong>te</strong>rd. Dit mede door de regelmatige casusoverleggen. Bij het<br />

casusoverleg worden de afzonderlijke casussen besproken en gevolgd in de tijd door de<br />

betrokken organisaties. De betrokken organisaties koppelen daar<strong>voor</strong> informatie over de<br />

hulpverlening naar het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld <strong>te</strong>rug. Zodoende kan gekeken worden wat<br />

de effec<strong>te</strong>n zijn <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale hulpverlening aan het slachtoffer en de dader. Daar waar de<br />

hulpverlening niet voldoende werkt kunnen in<strong>te</strong>rventies gepleegd worden. Dankzij dit<br />

casusoverleg zijn er meer persoonlijke contac<strong>te</strong>n tussen medewerkers <strong>van</strong> de verschillende<br />

organisaties.<br />

Een meerderheid <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n ziet dat de afs<strong>te</strong>mming tussen de<br />

hulpverleningsinstanties in de tussentijd is verbe<strong>te</strong>rd. Tussen hulpverleningsinstanties is nu<br />

overleg op meerdere niveaus en op meerdere invalshoeken. De komst <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt<br />

Huiselijk Geweld heeft volgens sommigen hiertoe bijgedragen. Het S<strong>te</strong>unpunt heeft de<br />

afs<strong>te</strong>mming en de <strong>te</strong> leiden informatie geregeld. De taken en verantwoordelijkheden <strong>van</strong> de<br />

betrokken hulpverleningsinstanties zijn nu dan ook duidelijker volgens meerdere responden<strong>te</strong>n.<br />

Eveneens vinden meerdere responden<strong>te</strong>n dat ook tussen de justitiële organisaties de<br />

afs<strong>te</strong>mming is verbe<strong>te</strong>rd. Bij justitiële organisaties is meer betrokkenheid bij ontwikkelingen.<br />

Ook ziet het OM met de komst <strong>van</strong> de Reclasseringsbalie meer wederzijds begrip <strong>voor</strong> elkaars<br />

werk en dat hierdoor mede kor<strong>te</strong>re lijnen zijn ontstaan.<br />

De samenwerking is uitgebreid met de afdelingen Algemeen Maatschappelijk Werk <strong>van</strong> de<br />

Stichting Thuiszorg Midden Gelderland en Rijnstad en de ins<strong>te</strong>lling <strong>voor</strong> verslavingszorg<br />

IrisZorg. Uitbreiding met het Maatschappelijk Werk Vilen<strong>te</strong> en Welzijn Rheden is momen<strong>te</strong>el in<br />

<strong>voor</strong>bereiding.<br />

Volgens een respondent is er bij de ke<strong>te</strong>npartners de wens om sys<strong>te</strong>emgericht <strong>te</strong> werken. Wel<br />

staat dit in de praktijk nog in de kinderschoenen. Sys<strong>te</strong>emgericht werken vraagt <strong>van</strong> de<br />

ins<strong>te</strong>llingen een andere manier <strong>van</strong> werken. Hier<strong>voor</strong> moe<strong>te</strong>n namelijk in<strong>te</strong>rne processen en<br />

protocollen worden aangepast. Er zijn in de praktijk nog <strong>te</strong>veel belemmeringen om dit goed<br />

gestal<strong>te</strong> <strong>te</strong> geven. Een respondent merkt op dat nu nog niet altijd duidelijk is welke instantie<br />

welke bijdrage kan en moet leveren bij de casussen <strong>van</strong> huiselijk geweld. Een andere<br />

respondent geeft aan dat eers<strong>te</strong> ervaringen bij het casusoverleg leren dat essentiële informatie<br />

(zowel <strong>van</strong> justitie naar hulpverlening als andersom) soms nog niet <strong>voor</strong>handen komt.<br />

Het proces <strong>van</strong> ke<strong>te</strong>nsamenwerking is volgens de respondent een veranderingsproces<br />

waar<strong>voor</strong> op alle niveaus aandacht moet zijn. Nu er meer <strong>kennis</strong> is <strong>van</strong> elkaars deskundigheid<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 7


Effectmeting IAHG<br />

is het nu <strong>voor</strong>al zaak om hier gebruik <strong>van</strong> <strong>te</strong> maken om de cliën<strong>te</strong>n in<strong>te</strong>graal <strong>te</strong> kunnen<br />

begeleiden. Het casusoverleg biedt kansen om hier in de praktijk vorm aan <strong>te</strong> geven.<br />

In 2004 werd er gewezen op het belang dat de politie aler<strong>te</strong>r moest worden in het herkennen <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld en het verbe<strong>te</strong>ren <strong>van</strong> de inzetbaarheid <strong>van</strong> de hulpverlenende instanties. Anderzijds<br />

schoot volgens sommigen de nazorg <strong>voor</strong> slachtoffers <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>kort.<br />

Een duidelijke meerderheid <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n vindt dat de politie GM aler<strong>te</strong>r is in het<br />

herkennen <strong>van</strong> huiselijk geweld. Er is sprake <strong>van</strong> een algemene <strong>kennis</strong>toename rondom<br />

huiselijk geweld. De indruk bestaat dat de politie GM aler<strong>te</strong>r en actiever met huiselijk geweld<br />

omgaat dan enige tijd geleden. In de week, maar ook in de avonden en weekenden komen<br />

opvallend veel meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld binnen. Ook het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

ont<strong>van</strong>gt meer meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>van</strong> de politie GM. Het S<strong>te</strong>unpunt wordt dus<br />

s<strong>te</strong>eds vaker geïnformeerd en kan zo ook de hulpverlening in gang zet<strong>te</strong>n.<br />

Volgens meerdere responden<strong>te</strong>n is de alertheid op huiselijk geweld ook bij hulpverleningsinstanties<br />

toegenomen. Eveneens is hun inzetbaarheid verbe<strong>te</strong>rd. De inzet <strong>van</strong> de<br />

hulpverleningsinstanties is nu verwerkt in een procedure. Een respondent geeft aan dat in 2004<br />

er nog weinig overlegvormen en instanties waren die zich verantwoordelijk voelden <strong>voor</strong> de<br />

casuïstiek. Hulpverleningsinstanties onderkennen nu hun taak inzake huiselijk geweld. Er zijn<br />

structurele overlegvormen. Ke<strong>te</strong>npartners krijgen s<strong>te</strong>eds meer casussen <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt en<br />

worden hierin dus ook deskundiger. Tenslot<strong>te</strong> is volgens enkele responden<strong>te</strong>n de nazorg <strong>voor</strong><br />

de slachtoffers verbe<strong>te</strong>rd. De nazorg bestaat meestal uit een verwijzing naar het S<strong>te</strong>unpunt of<br />

Bureau Slachtofferhulp. Volgens één respondent is de nazorg ech<strong>te</strong>r nog niet slui<strong>te</strong>nd.<br />

In 2004 moes<strong>te</strong>n de mees<strong>te</strong> afspraken nog naar de praktijk vertaald worden.<br />

Een duidelijke meerderheid <strong>van</strong> de betrokken sleu<strong>te</strong>lpersonen vindt dat meerdere afspraken<br />

vertaald zijn naar de praktijk. Zo geven responden<strong>te</strong>n aan dat er nu structurele overlegvormen<br />

zijn, procedures worden uitgevoerd en dat er bij de instanties meer verantwoordelijkheid is <strong>voor</strong><br />

de casuïstiek. Ook het casusoverleg wordt genoemd. Volgens een respondent wordt er<br />

eveneens opnieuw afges<strong>te</strong>md wanneer er onduidelijkheden zijn. Een andere respondent geeft<br />

aan dat in de praktijk bij ongeveer één op de drie casussen de hulpverlening wordt<br />

geïnformeerd. Ten opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> 2004 is het informeren <strong>van</strong> elkaar en het benut<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de<br />

mogelijkheden <strong>van</strong> de betrokken partijen s<strong>te</strong>rk <strong>voor</strong>uit gegaan, hoewel er ruim<strong>te</strong> is <strong>voor</strong><br />

verbe<strong>te</strong>ring in de afs<strong>te</strong>mming <strong>van</strong> de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de verschillende instanties. Tenslot<strong>te</strong> werd<br />

in deze con<strong>te</strong>xt aangegeven dat binnen het OM de afdoeningsmodali<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>voor</strong> huiselijk geweld<br />

bekend zijn. Sinds de reorganisatie in 2007 worden zaken <strong>van</strong> huiselijk geweld daar behandeld<br />

door twee à drie gespecialiseerde huiselijk geweld secretarissen op het front-Office. De<br />

communicatie met de politie GM en Reclassering loopt doorgaans goed. Wel kan er nog een<br />

verschil <strong>van</strong> mening bestaan wat nu wel en wat niet als huiselijk geweld moet worden<br />

aangemerkt. Reclassering handelt spoedklussen <strong>voor</strong>tvarend af. Een knelpunt in het justitiële<br />

traject vormt de inverzekeringsfase en de periode die er aan <strong>voor</strong>af gaat. Een dagelijks overleg<br />

hierover is afgeschaft. Het gevolg is dat bij <strong>voor</strong>tduring <strong>van</strong> deze fase er onvoldoende of geen<br />

rapportage dan wel vroeghulp <strong>van</strong> Reclassering tot stand kan komen.<br />

8<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


2.2 Afs<strong>te</strong>mming tussen strafrech<strong>te</strong>lijk en hulpverleningstraject<br />

Effectmeting IAHG<br />

Enkele responden<strong>te</strong>n merk<strong>te</strong>n in 2004 op dat de hulpverlenende instanties en de justitiële ins<strong>te</strong>llingen<br />

gescheiden werelden vormen. Er bestonden verschillende beelden over de afs<strong>te</strong>mming tussen het<br />

strafrech<strong>te</strong>lijk en hulpverleningstraject. De politie zou volgens sommigen in een oneigenlijke<br />

hulpverlenerrol <strong>te</strong>recht komen. Dit omdat de politie het slachtoffer en hun kinderen niet kon overdragen<br />

aan hulpverlenende instanties. Aan de andere kant zou destijds volgens enkele anderen de politie<br />

meer begrip en flexibili<strong>te</strong>it kunnen opbrengen wanneer de hulpverlening niet biedt wat de politie<br />

verlangt.<br />

In vergelijking met deze situatie in 2004 ziet een meerderheid <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n de<br />

verbe<strong>te</strong>ring <strong>voor</strong>al in de overdracht <strong>van</strong> slachtoffers en kinderen aan de<br />

hulpverleningsins<strong>te</strong>llingen. Ongeveer de helft <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n ziet eveneens verbe<strong>te</strong>ring in<br />

de afs<strong>te</strong>mming tussen hulpverlenende instanties en justitiële ins<strong>te</strong>llingen. Tenslot<strong>te</strong> ziet<br />

ongeveer de helft <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n een verbe<strong>te</strong>ring in de ma<strong>te</strong> waarin er flexibili<strong>te</strong>it wordt<br />

opgebracht wanneer de hulpverlening niet biedt wat de politie GM verlangt.<br />

Als toelichting hierop geven een aantal responden<strong>te</strong>n aan dat er nu <strong>voor</strong>al wederzijds begrip is<br />

<strong>voor</strong> de stappen die gezet moe<strong>te</strong>n worden. Doordat er onderling meer contact is, mede dankzij<br />

de kerngroepbijeenkoms<strong>te</strong>n, is dit begrip gegroeid. Een respondent verwacht ook dat het<br />

onlangs opgestar<strong>te</strong> casusoverleg huiselijk geweld tot meer begrip en afs<strong>te</strong>mming zal leiden.<br />

Enkelen zien ech<strong>te</strong>r dat de verbe<strong>te</strong>ringen in de afs<strong>te</strong>mming tussen het justitiële traject en het<br />

hulpverleningtraject er wel zijn, maar geen structureel karak<strong>te</strong>r hebben, of dat er wel contact is<br />

maar dat de vertaalslag naar de praktijk nog gemaakt moet worden. Een andere respondent<br />

ziet <strong>voor</strong>al een verbe<strong>te</strong>ring met betrekking tot de daderhulpverlening. Daders kunnen nu via<br />

politie GM – OM - Reclassering snel en effectief in een hulpverleningstraject <strong>te</strong>recht komen.<br />

2.3 Sys<strong>te</strong>embenadering<br />

2.3.1 Aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers<br />

Het was in 2004 onduidelijk in welke ma<strong>te</strong> slachtoffers op de hoog<strong>te</strong> werden gehouden <strong>van</strong> de<br />

strafrech<strong>te</strong>lijke procedure. Daarnaast had Reclassering zich <strong>voor</strong>genomen om meer aandacht <strong>te</strong><br />

bes<strong>te</strong>den aan de slachtoffers <strong>van</strong> huiselijk geweld. De politie moest volgens protocol de slachtoffers<br />

stimuleren om vrijwillige hulpverlening <strong>te</strong> zoeken. Het feit dat aan slachtoffers op vrijwillige basis hulp<br />

wordt verleend kon be<strong>te</strong>kenen dat het slachtoffer bui<strong>te</strong>n beeld zou blijven.<br />

De aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers is volgens een meerderheid <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n verbe<strong>te</strong>rd. In<br />

het algemeen is door de komst <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld en door campagnes meer<br />

aandacht <strong>voor</strong> het slachtoffer.<br />

Ongeveer de helft <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n ziet een verbe<strong>te</strong>ring in de ma<strong>te</strong> waarin slachtoffers<br />

gemotiveerd worden <strong>voor</strong> het zoeken naar vrijwillige hulpverlening. Bij justitie zijn er nu<br />

standaardprocedures om het slachtoffer <strong>te</strong> informeren en <strong>te</strong> verwijzen naar vrijwillige<br />

hulpverlening. Politie GM wijst standaard op Slachtofferhulp.<br />

De ma<strong>te</strong> waarin slachtoffers op de hoog<strong>te</strong> worden gehouden <strong>van</strong> de strafrech<strong>te</strong>lijke procedure<br />

is volgens enkele responden<strong>te</strong>n verbe<strong>te</strong>rd. Een aantal responden<strong>te</strong>n geeft aan hier geen zicht<br />

op <strong>te</strong> hebben. Sleu<strong>te</strong>lfiguren binnen de justitiële ke<strong>te</strong>n geven aan dat slachtoffers nu duidelijke<br />

<strong>voor</strong>lichting krijgen over de (on) mogelijkheden <strong>van</strong> een strafrech<strong>te</strong>lijke procedure. Het OM<br />

heeft een afdeling Slachtofferzorg die de gang <strong>van</strong> zaken <strong>van</strong> de slachtoffers bewaakt. Ze<br />

informeren de slachtoffers, bieden assis<strong>te</strong>ntie rondom voegingen en coördineren<br />

slachtoffergesprekken met de Officier <strong>van</strong> Justitie. Eén respondent geeft daarbij aan dat het<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 9


Effectmeting IAHG<br />

alleen niet altijd duidelijk is wat het OM/ZM besluit waardoor het slachtoffer soms niet of <strong>te</strong> laat<br />

wordt geïnformeerd. Ook Reclassering geeft aan het slachtoffer nu meer <strong>te</strong> betrekken bij<br />

bij<strong>voor</strong>beeld rapportages en adviezen.<br />

2.3.2 Aandacht <strong>voor</strong> kinderen<br />

De sleu<strong>te</strong>lfiguren <strong>van</strong> de politie, Hera en Kairos s<strong>te</strong>lden in 2004 dat er <strong>voor</strong>alsnog <strong>te</strong> weinig aandacht<br />

was <strong>voor</strong> kinderen. Slecht functionerende jeugdzorg zou volgens sommigen een belangrijke oorzaak<br />

zijn. De wachtlijs<strong>te</strong>n waren lang. Be<strong>te</strong>re afspraken en <strong>voor</strong>lichting zouden ertoe moe<strong>te</strong>n leiden dat<br />

bij<strong>voor</strong>beeld scholen, c<strong>ons</strong>ultatiebureaus, huisartsen en buurtcentra meer oog krijgen <strong>voor</strong> de<br />

problematiek.<br />

Meerdere responden<strong>te</strong>n vinden dat de aandacht <strong>voor</strong> kinderen is verbe<strong>te</strong>rd. Bureau Jeugdzorg<br />

geeft aan dat zij in het verleden wel contact opnamen, maar wanneer er geen hulpvraag was,<br />

ze de zaak afslo<strong>te</strong>n. Nu <strong>s<strong>te</strong>llen</strong> ze dat vrijwilligheid niet meer vrijblijvend is. Ook de nauwere<br />

samenwerking met het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld wordt gezien als bijdrage tot het missen <strong>van</strong><br />

minder kinderen. Anderen zien ech<strong>te</strong>r dat de wachtlijs<strong>te</strong>n in de jeugdzorg nog s<strong>te</strong>eds een bron<br />

<strong>van</strong> zorg zijn. Hoewel deze eerst zijn bekort met extra middelen, zijn ze volgens sommigen weer<br />

toegenomen. Ook bij de Raad <strong>voor</strong> Kinderbescherming ontstaan wachtlijs<strong>te</strong>n. Eén respondent<br />

vindt dat een sys<strong>te</strong>emgerich<strong>te</strong> aanpak gewenst is wanneer er kinderen bij zijn betrokken en dat<br />

daartoe Bureau Jeugdzorg, Hera en Kairos be<strong>te</strong>r zullen moe<strong>te</strong>n gaan samenwerken.<br />

Een aantal responden<strong>te</strong>n ziet een verbe<strong>te</strong>ring <strong>van</strong> de aandacht <strong>voor</strong> huiselijk geweld bij<br />

instanties die met kinderen <strong>te</strong> maken hebben. De aandacht <strong>voor</strong> het kind als slachtoffer en als<br />

getuige is vergroot. Dit zou mede <strong>te</strong> danken zijn aan speciale projec<strong>te</strong>n en reclamecampagnes.<br />

Ook bij de Hulpverlening Gelderland Midden is meer aandacht <strong>voor</strong> het kind, door de invoering<br />

<strong>van</strong> een nieuwe werkwijze hebben ze namelijk meer mogelijkheden om risicokinderen <strong>te</strong> zien.<br />

Eén respondent geeft aan dat de <strong>voor</strong>lichting naar scholen en c<strong>ons</strong>ultatiebureaus verbe<strong>te</strong>rd<br />

mag worden.<br />

2.3.3 Aandacht <strong>voor</strong> daders<br />

De sleu<strong>te</strong>lfiguren <strong>van</strong> Kairos en Hera gaven in 2004 aan dat zij nog weinig samenwerk<strong>te</strong>n op het<br />

gebied <strong>van</strong> vrijwillige daderhulpverlening. In het protocol staat dat de politie de daders moest motiveren<br />

<strong>voor</strong> vrijwillige hulpverlening.<br />

Meerdere responden<strong>te</strong>n zien dat er meer aandacht is <strong>voor</strong> de vrijwillige daderhulpverlening.<br />

Hera en Kairos hebben samen een methodiek ontwikkeld ‘Begeleide <strong>te</strong>rugkeer, geweldloos<br />

verder’. Deze methodiek is gericht op slachtoffers, daders en kinderen. De samenwerking op<br />

het gebied <strong>van</strong> vrijwillige daderhulpverlening is volgens sommigen verbe<strong>te</strong>rd en volgens<br />

sommigen niet veranderd. Medewerkers <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld hebben een<br />

training gehad <strong>van</strong> Kairos, <strong>voor</strong>al gericht op het motiveren <strong>van</strong> daders in vrijwillige trajec<strong>te</strong>n.<br />

Ook andere ins<strong>te</strong>llingen hebben deze training gekregen. Het motiveren <strong>van</strong> daders <strong>voor</strong><br />

vrijwillige daderhulpverlening is volgens enkele responden<strong>te</strong>n verbe<strong>te</strong>rd, anderen zien hier<br />

vrijwel geen verandering. Volgens enkele responden<strong>te</strong>n werkt de procedure matig, en blijft het<br />

motiveren <strong>van</strong> daders <strong>voor</strong> vrijwillige hulpverlening moeizaam. De meningen verschillen over<br />

het aantal aanmeldingen <strong>voor</strong> vrijwillige daderhulpverlening. Volgens sommigen is dit ges<strong>te</strong>gen,<br />

volgens sommigen gedaald. Het OM geeft hier aan dat er met enige regelmaat gebruik wordt<br />

gemaakt <strong>van</strong> daderhulpverlening als afdoeningsmodali<strong>te</strong>it. Wel is dit afhankelijk <strong>van</strong> het tijdig<br />

aanvragen <strong>van</strong> een vroeghulpin<strong>te</strong>rventierapport bij de Reclassering waarbij het nu nog wel eens<br />

10<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

aankomt op individuele alertheid <strong>van</strong> de secretaris en/ of officier. Nu wordt hier<strong>voor</strong> een<br />

structurele oplossing gezocht.<br />

2.4 Gelijktijdigheid<br />

Wachtlijs<strong>te</strong>n zorgden in 2004 er<strong>voor</strong> dat gelijktijdige hulpverlening <strong>voor</strong> dader, slachtoffer en kinderen<br />

niet altijd gerealiseerd kon worden. De wachttijden in de jeugdzorg werden als een knellend probleem<br />

ervaren. Ook <strong>voor</strong> slachtoffers kon het even duren <strong>voor</strong>dat hulp kon worden geboden. De<br />

daderhulpverlening kamp<strong>te</strong> het minst met wachtlijs<strong>te</strong>n.<br />

Meerdere responden<strong>te</strong>n zien een verbe<strong>te</strong>ring in de gelijktijdigheid <strong>van</strong> de hulpverlening. Er<br />

wordt over meer zaken afs<strong>te</strong>mming gezocht. Wel zijn volgens één respondent de verbe<strong>te</strong>ringen<br />

prematuur. Meerdere responden<strong>te</strong>n geven aan dat er bij de jeugdzorg nog s<strong>te</strong>eds wachtlijs<strong>te</strong>n<br />

zijn waardoor dit een meer kwetsbare schakel is in het hulpverleningstraject. Eén respondent<br />

geeft aan dat het justitiële traject, inclusief het contact met Reclassering en Kairos meestal veel<br />

la<strong>te</strong>r op gang komt. Bij Slachtofferhulp hebben ze wel de indruk dat de gelijktijdigheid <strong>van</strong> de<br />

hulpverlening is verbe<strong>te</strong>rd, dit naar aanleiding <strong>van</strong> reacties <strong>van</strong> de slachtoffers.<br />

2.5 Inzich<strong>te</strong>lijkheid<br />

De mees<strong>te</strong> responden<strong>te</strong>n hadden in 2004 niet de indruk dat de justitiële en hulpverleningstrajec<strong>te</strong>n<br />

inzich<strong>te</strong>lijk waren <strong>voor</strong> daders en slachtoffers. Het brede scala aan bij huiselijk geweld betrokken<br />

hulpverleningsinstanties werd door velen als <strong>te</strong> versnipperd en ondoorzichtig ervaren. De politie is<br />

daarom destijds begonnen met de samenwerking met ‘<strong>voor</strong>deurpartners’.<br />

In 2004 werd meer baat verwacht <strong>van</strong> de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de casemanagers en <strong>van</strong> een centraal<br />

meldpunt. Gehoopt werd dat met een centraal meldpunt de aandacht <strong>voor</strong> een in<strong>te</strong>grale aanpak <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld verankerd zou zijn in het lokale gezondheidsbeleid. Niet ieder was enthousiast over<br />

een meldpunt omdat dit verkeerde verwachtingen kon wekken. Ui<strong>te</strong>indelijk is mede op initiatief <strong>van</strong> het<br />

minis<strong>te</strong>rie <strong>van</strong> VWS het Advies- en S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld opgericht.<br />

Meerdere responden<strong>te</strong>n zien een verbe<strong>te</strong>ring in zowel de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>van</strong> het justitiële traject<br />

als het hulpverleningstraject. Volgens een enkeling is er geen verandering. In de justitiële ke<strong>te</strong>n<br />

zijn een aantal stappen gezet om zicht <strong>te</strong> houden op het proces. De afdeling Slachtofferzorg<br />

<strong>van</strong> het OM biedt nu uitleg aan individuele slachtoffers over het justitiële traject. Meerdere<br />

responden<strong>te</strong>n zien dat de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>voor</strong>al is toegenomen dankzij het casusoverleg, dat er<br />

meer informatie wordt uitgewisseld en er meer wordt samengewerkt. Ook het S<strong>te</strong>unpunt<br />

Huiselijk Geweld biedt hierin uitkomst, de verwijzing naar de hulpverlening geschiedt nu via het<br />

front-Office <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt. Dit geeft duidelijkheid, er is nu één <strong>te</strong>lefoonnummer <strong>voor</strong> een<br />

passende verwijzing. Het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld brengt de hulpvraag in beeld en zorgt<br />

<strong>voor</strong> een passende doorverwijzing naar de juis<strong>te</strong> ke<strong>te</strong>npartner. Ook is er nu een bundeling <strong>van</strong><br />

deskundigheid op één punt <strong>te</strong>n aanzien <strong>van</strong> het motiveren, analyseren en doorverwijzen <strong>van</strong><br />

betrokkenen bij huiselijk geweld. Professionals we<strong>te</strong>n eveneens waar ze <strong>te</strong>recht kunnen <strong>voor</strong><br />

vragen en winnen advies in <strong>voor</strong> hun vervolgstappen bij huiselijk geweld. Ook ziet een<br />

respondent dat het S<strong>te</strong>unpunt be<strong>te</strong>r op de hoog<strong>te</strong> is <strong>van</strong> wat geboden wordt en wat mogelijk is.<br />

Er zijn nu eveneens contac<strong>te</strong>n met lokale organisaties in de regiogemeen<strong>te</strong>n. Met de komst <strong>van</strong><br />

het S<strong>te</strong>unpunt is daarom volgens meerdere responden<strong>te</strong>n de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>voor</strong> slachtoffers<br />

en daders verbe<strong>te</strong>rd. Een kant<strong>te</strong>kening die wordt geplaatst is dat er nog meer <strong>voor</strong>lichting over<br />

de functie <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt gegeven moet worden, over wat ze kunnen be<strong>te</strong>kenen <strong>voor</strong><br />

daders en slachtoffers. Daarnaast geeft een respondent aan dat het S<strong>te</strong>unpunt geen<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 11


Effectmeting IAHG<br />

<strong>te</strong>rugkoppeling <strong>van</strong> de ke<strong>te</strong>npartners krijgt over de situatie <strong>van</strong> de cliënt. Terugkoppeling kan de<br />

kans op recidive mogelijk verminderen en ins<strong>te</strong>llingen kunnen op deze manier gevolgd worden<br />

of ze de juis<strong>te</strong> hulp op tijd aanbieden. Wanneer de hulpverlening aan de cliënt niet goed loopt<br />

kunnen in<strong>te</strong>rventies gepleegd worden.<br />

2.6 Uitwisseling <strong>van</strong> informatie<br />

In 2004 was er volgens de politie weinig sprake <strong>van</strong> informatie-uitwisseling tussen de strafrechtke<strong>te</strong>n<br />

en de hulpverleningske<strong>te</strong>n. Met name de <strong>te</strong>rugkoppeling <strong>van</strong>uit de hulpverleningsinstanties over door<br />

de politie aangemelde personen zou <strong>te</strong> wensen overla<strong>te</strong>n. Sommigen hadden het beeld dat de<br />

uitwisseling <strong>van</strong> informatie beperkt zou worden omdat instanties vaak niet uit zich zelf op het idee<br />

komen om andere instanties <strong>van</strong> nuttige informatie <strong>te</strong> <strong>voor</strong>zien of om <strong>te</strong>rugkoppeling <strong>te</strong> vragen.<br />

Men is unaniem positief over de informatie-uitwisseling na de invoering <strong>van</strong> het<br />

privacyconvenant. Ook de nieuwe samenwerkingspartners hebben het privacyconvenant<br />

onder<strong>te</strong>kend en <strong>nemen</strong> deel aan het casusoverleg. Het is nu gemakkelijker geworden om <strong>te</strong><br />

overleggen over de casussen. Een meerderheid <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n ziet dan ook een<br />

verbe<strong>te</strong>ring in de informatie-uitwisseling tussen hulpverlenende ins<strong>te</strong>llingen. Ook is een<br />

meerderheid positief over de informatie-uitwisseling tussen de strafrechtke<strong>te</strong>n en de<br />

hulpverleningske<strong>te</strong>n, één respondent vindt dat dit nog marginaal is. Eén respondent ziet dat de<br />

koudwa<strong>te</strong>rvrees begint <strong>te</strong> verdwijnen en dat de informatie-uitwisseling nu meer gemeengoed<br />

begint <strong>te</strong> worden.<br />

Als gevolg <strong>van</strong> het privacyconvenant is er nu meer contact tussen de verschillende organisaties<br />

en is er meer erkenning <strong>voor</strong> elkaars deskundigheid en wordt het probleem <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

meer onderkend. Tenslot<strong>te</strong> vinden meerdere responden<strong>te</strong>n dat de uitwisseling <strong>van</strong> expertise<br />

tussen hulpverleningsins<strong>te</strong>llingen is verbe<strong>te</strong>rd.<br />

2.7 Regierol gemeen<strong>te</strong><br />

In 2004 bleek uit een aantal opmerkingen over de regierol <strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> dat er enige<br />

onduidelijkheid bestond over de ma<strong>te</strong> waarin de gemeen<strong>te</strong> inhoudelijke sturing moest geven aan de<br />

in<strong>te</strong>grale aanpak.<br />

Een meerderheid <strong>van</strong> de responden<strong>te</strong>n ziet dat er een verbe<strong>te</strong>ring is in de regierol <strong>van</strong> de<br />

gemeen<strong>te</strong>. Twee responden<strong>te</strong>n vinden dat deze gelijk is gebleven.<br />

Er wordt genoemd dat de gemeen<strong>te</strong> een actieve participant is in de beleids/stra<strong>te</strong>gische<br />

overleggen en meer het initiatief neemt. Door het <strong>voor</strong>zit<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de kerngroep en het initiëren<br />

<strong>van</strong> onder meer het ontwikkelen <strong>van</strong> het privacyconvenant geeft de gemeen<strong>te</strong> nu duidelijk<br />

sturing aan het verwezenlijken <strong>van</strong> de doelen <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale aanpak. Een respondent geeft<br />

als kant<strong>te</strong>kening aan dat er nog <strong>te</strong> weinig financiële middelen worden gereserveerd <strong>voor</strong> de<br />

aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld door middel <strong>van</strong> casemanagement. Een respondent vindt dat de<br />

regierol <strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> nog <strong>te</strong> weinig inhoudelijk is, meer sturing zou de in<strong>te</strong>grali<strong>te</strong>it <strong>van</strong> de<br />

aanpak <strong>te</strong>n goede komen.<br />

2.8 Succes- en faalfactoren<br />

De succesfactoren <strong>van</strong> het project die genoemd worden door de responden<strong>te</strong>n betreffen <strong>voor</strong>al<br />

het casusoverleg en dat er meer sprake is <strong>van</strong> betrokkenheid. Er is een gedeelde visie over de<br />

aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld en over het belang <strong>van</strong> een goede aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld.<br />

12<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

Meerdere responden<strong>te</strong>n noemden dezelfde succesfactoren. Hieronder volgt een opsomming<br />

<strong>van</strong> genoemde succesfactoren.<br />

Succesfactoren:<br />

- Casusoverleg<br />

- Het verdelen <strong>van</strong> verantwoordelijkheden en monitoren <strong>van</strong> verantwoordelijkheid<br />

- Meer bekendheid met elkaar, kor<strong>te</strong>re lijnen<br />

- Meer overleg en afs<strong>te</strong>mming<br />

- Privacyconvenant<br />

- Praktisch omgaan met privacy<br />

- Wetgeving ‘huisverbod’<br />

- Gedeelde visie over (het belang <strong>van</strong>) een goede aanpak <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

- Stimulerende bijeenkoms<strong>te</strong>n rondom gegevensuitwisseling en de start <strong>van</strong> ‘Aware’<br />

- Mins<strong>te</strong>ns 1 keer per jaar officieel naar bui<strong>te</strong>n treden<br />

- Meldformulieren <strong>van</strong> de politie GM naar het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld <strong>van</strong>waar de<br />

hulpverlening wordt ingezet<br />

- Juis<strong>te</strong> indicatie en doorverwijzing <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

- Eén <strong>te</strong>lefoonnummer <strong>voor</strong> huiselijk geweld<br />

De faalfactoren <strong>van</strong> het project die door de responden<strong>te</strong>n genoemd worden betreffen onder<br />

andere het ontbreken <strong>van</strong> eenduidigheid in <strong>te</strong>rmen, een gemeenschappelijk registratiesys<strong>te</strong>em<br />

en casemanagement. Er waren minder overeenkoms<strong>te</strong>n in de faalfactoren die genoemd<br />

werden. Hieronder volgt een opsomming <strong>van</strong> genoemde faalfactoren.<br />

Faalfactoren:<br />

- Eenduidigheid in <strong>te</strong>rmen<br />

- Geen gemeenschappelijk registratiesys<strong>te</strong>em waar ieder in kan kijken en werken<br />

- Ontbreken <strong>van</strong> managementinformatie over de gehele ke<strong>te</strong>n en wat de verschillende<br />

organisaties doen<br />

- Snelle wisseling <strong>van</strong> managers bij een organisatie waardoor contact verloren gaat<br />

- Te weinig financiële middelen om huiselijk geweld aan <strong>te</strong> pakken<br />

- Grenzen aan flexibili<strong>te</strong>it <strong>van</strong> de strafrech<strong>te</strong>lijke ke<strong>te</strong>n<br />

- Juridische implicaties worden <strong>te</strong> weinig gezien.<br />

- Toch nog <strong>te</strong> weinig <strong>kennis</strong> <strong>van</strong> ieders specifieke mogelijkheden en de juridische<br />

implicaties<br />

- Te weinig samenwerking met Bureau Jeugdzorg<br />

- Preventie activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n (<strong>voor</strong>lichting, deskundigheidsbevordering en pr) gebeurt nog <strong>te</strong><br />

weinig, met name in de regio<br />

- Te weinig draagvlak bij politiek<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 13


Effectmeting IAHG<br />

14<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


3 Overzicht gegevens per doel<br />

Effectmeting IAHG<br />

In dit hoofdstuk worden de cijfers gepresen<strong>te</strong>erd per doel <strong>van</strong> de In<strong>te</strong>grale Aanpak Huiselijk<br />

Geweld. De cijfers zijn afkomstig <strong>van</strong> de verschillende deel<strong>nemen</strong>de organisaties. Hierbij is er<br />

sprake <strong>van</strong> een wisselende toekenning <strong>van</strong> het label ‘Huiselijk Geweld’. Daarom is het niet<br />

mogelijk om vergelijkingen <strong>te</strong> maken en worden de cijfers per organisatie gepresen<strong>te</strong>erd.<br />

Daarnaast was het <strong>voor</strong> sommige organisaties moeilijk om overzich<strong>te</strong>n <strong>te</strong> geven met<br />

cijfermatige gegevens. Dit omdat het registratiesys<strong>te</strong>em hier<strong>voor</strong> niet voldoende toereikend is<br />

en alleen via afzonderlijke rappor<strong>te</strong>n de cijfers <strong>te</strong> ach<strong>te</strong>rhalen zijn. Daarom ontbreken <strong>van</strong> een<br />

aantal indicatoren betrouwbare gegevens.<br />

3.1 Toekenning Label ‘Huiselijk Geweld’<br />

Binnen het justitiële traject is er een verschil in de toekenning <strong>van</strong> het label ‘huiselijk geweld’.<br />

De politie Gelderland-Midden en het Openbaar Minis<strong>te</strong>rie (OM) han<strong>te</strong>ren verschillende labels.<br />

Zaken die door de politie GM zijn gelabeld als huiselijk geweld en vervolgens aan het OM<br />

worden overgedragen, worden door het OM niet altijd als ‘huiselijk geweld’ ingeschreven. Het<br />

gebeurt ook dat het OM zaken <strong>van</strong> het label ‘huiselijk geweld’ <strong>voor</strong>ziet, <strong>te</strong>rwijl die dit label niet<br />

<strong>van</strong> de politie GM hebben gekregen. Tenslot<strong>te</strong> worden zaken waarbij sprake is <strong>van</strong> een<br />

zedencomponent niet gelabeld als ‘huiselijk geweld’ maar als ‘zedenzaak’. Zaken die gelabeld<br />

worden als huiselijk geweld worden verder behandeld als maatwerkzaken en worden door<br />

gespecialiseerde secretarissen beoordeeld. Vervolgens zijn er verschillende<br />

afdoeningsmodali<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n mogelijk. Vanwege de verschillende labelling worden de cijfers <strong>van</strong><br />

politie GM en het OM in afzonderlijke tabellen gepresen<strong>te</strong>erd. Ook Reclassering maakt eigen<br />

keuzes in het toekennen <strong>van</strong> het label ‘huiselijk geweld’ en voert daarbij geen registratie met het<br />

label ’huiselijk geweld. Zodoende zijn <strong>van</strong> Reclassering geen cijfers opgenomen in dit<br />

hoofdstuk.<br />

3.2 Hoe de cijfers <strong>te</strong> in<strong>te</strong>rpre<strong>te</strong>ren?<br />

De effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de In<strong>te</strong>grale aanpak zijn op basis <strong>van</strong> de ges<strong>te</strong>lde indicatoren minder goed<br />

eenduidig <strong>te</strong> <strong>s<strong>te</strong>llen</strong>. De cijfers die de verschillende organisaties hebben geleverd, geven niet<br />

altijd een volledig beeld <strong>van</strong> de praktijk. Dit om verschillende redenen:<br />

- Verschil in labelling: instanties definiëren huiselijk geweld verschillend<br />

- Ontbreken <strong>van</strong> gegevens: sommige organisaties registreren c<strong>ons</strong>equent, anderen<br />

minder c<strong>ons</strong>equent.<br />

- Beperkingen <strong>van</strong> de mogelijkheden <strong>van</strong> registratiesys<strong>te</strong>men<br />

- De registraties <strong>van</strong> verschillende organisaties slui<strong>te</strong>n vaak niet op elkaar aan.<br />

- Huiselijk geweld is meer in beeld: vergro<strong>te</strong> alertheid op huiselijk geweld geeft naar<br />

verwachting een gro<strong>te</strong>r aantal meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld.<br />

De genoemde redenen hebben tot gevolg dat de cijfermatige onderbouwing <strong>van</strong> conclusies<br />

bemoeilijkt wordt.<br />

Gezien de beperkingen die verbonden zijn aan de registratiesys<strong>te</strong>men <strong>van</strong> de verschillende<br />

organisaties zullen nu individuele casussen gevolgd worden. De casussen worden apart<br />

geregistreerd en gevolgd in de tijd door de betrokken organisaties. Zodoende kan gekeken<br />

worden wat de effec<strong>te</strong>n zijn <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale hulpverlening aan het slachtoffer en de dader en is<br />

er een <strong>te</strong>rugkoppeling naar het S<strong>te</strong>unpunt.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 15


Effectmeting IAHG<br />

3.3 Stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

3.3.1 Het aantal gevallen waarin het huiselijk geweld volgens het slachtoffer is gestopt<br />

Hera Vrouwenop<strong>van</strong>g en Bureau Jeugdzorg beschikken over cijfers <strong>van</strong> afgeronde trajec<strong>te</strong>n.<br />

Het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld kan geen gegevens leveren <strong>te</strong>n aanzien <strong>van</strong> het stoppen <strong>van</strong><br />

het huiselijk geweld. Binnengekomen meldingen worden door het S<strong>te</strong>unpunt uitgezet naar<br />

diverse hulpverleningsorganisaties. Het S<strong>te</strong>unpunt krijgt geen <strong>te</strong>rugkoppeling <strong>van</strong> de cliën<strong>te</strong>n<br />

zelf, maar ont<strong>van</strong>gt wél <strong>te</strong>rugkoppeling <strong>van</strong> de hulpverleningsorganisaties (‘begeleiding<br />

afgerond’). Dit zijn ech<strong>te</strong>r kwalitatieve gegevens, waarbij bovendien niet gemeld wordt of het<br />

huiselijk geweld is gestopt.<br />

Hera Vrouwenop<strong>van</strong>g<br />

Van het aantal gevallen waarin het huiselijk geweld volgens het slachtoffer is gestopt kan Hera<br />

Vrouwenop<strong>van</strong>g geen goed beeld geven. Hera heeft wel cijfers <strong>te</strong>n aanzien <strong>van</strong> aantallen<br />

afgeronde op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n. Ook kan Hera aangeven hoe vaak aan deze trajec<strong>te</strong>n een<br />

vervolgtraject (begeleide <strong>te</strong>rugkeer of begeleid wonen) wordt gekoppeld. Aangezien een traject<br />

pas wordt afgeslo<strong>te</strong>n op een moment dat het huiselijk geweld is gestopt, is dit soort cijfers<br />

enigszins indicatief <strong>voor</strong> de reikwijd<strong>te</strong> en impact <strong>van</strong> de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>van</strong> Hera.<br />

De cijfers omvat<strong>te</strong>n het projectgebied, maar zijn niet indicatief <strong>voor</strong> gevallen <strong>van</strong> huiselijk<br />

geweld in het projectgebied. Hera <strong>van</strong>gt namelijk slachtoffers uit geheel Nederland op. Dit hangt<br />

samen met overwegingen <strong>van</strong> beschikbaarheid en veiligheid. Slachtoffers <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

bui<strong>te</strong>n het projectgebied kunnen binnen het projectgebied worden opge<strong>van</strong>gen en andersom.<br />

Onderstaande tabel 2.1 toont de gegevens. Het aantal gestar<strong>te</strong> op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n over de<br />

periode <strong>van</strong> vier jaar laat een wisselend beeld zien. In 2004 zijn 175 trajec<strong>te</strong>n opgestart, wat in<br />

2005 is toegenomen tot 195 trajec<strong>te</strong>n. In 2006 is dit <strong>te</strong>ruggelopen tot 153 trajec<strong>te</strong>n waarna in<br />

2007 dit weer ges<strong>te</strong>gen is tot 169 op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n. Het aantal beëindigde op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n is<br />

jaarlijks in gelijke orde <strong>van</strong> groot<strong>te</strong> als het aantal opgestar<strong>te</strong> trajec<strong>te</strong>n. Mogelijk is er sprake <strong>van</strong><br />

enige doorloop <strong>van</strong> op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n waardoor niet ges<strong>te</strong>ld kan worden dat in het betreffende<br />

jaar alle opgestar<strong>te</strong> trajec<strong>te</strong>n eveneens beëindigd zijn. Over de vier jaar is eveneens geen trend<br />

<strong>te</strong> zien in het aantal afgeslo<strong>te</strong>n trajec<strong>te</strong>n. Zodra een cliënt <strong>te</strong>ruggaat naar huis, of hergehuisvest<br />

wordt, draagt Hera de hulpverlening over naar de locale zorgins<strong>te</strong>llingen en is er geen zicht<br />

meer op of het geweld <strong>te</strong>rugkeert. Tijdens de op<strong>van</strong>g wordt aandacht bes<strong>te</strong>ed aan de spiraal<br />

<strong>van</strong> geweld en de rol <strong>van</strong> het slachtoffer om het geweld <strong>te</strong> <strong>voor</strong>komen.<br />

Tabel 2.1 Gegevens trajec<strong>te</strong>n Hera Vrouwenop<strong>van</strong>g<br />

2004<br />

n<br />

2005<br />

n<br />

2006<br />

n<br />

gestar<strong>te</strong> op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n (n.a.v. huiselijk geweld) 175 195 153 169<br />

beëindigde op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n (n.a.v. huiselijk geweld) 175 181 153 169<br />

zonder vervolgtraject 57 72 93 76<br />

met vervolgtraject: begeleide <strong>te</strong>rugkeer (1) n.v.t. n.v.t. 74 37<br />

met vervolgtraject: begeleid wonen (2) n.v.t. n.v.t. n.v.t. 6<br />

1. Methodiek begeleid <strong>te</strong>rugkeer is in de loop <strong>van</strong> 2005 ontwikkeld en toegepast. De meetperiode is<br />

gestart in sep<strong>te</strong>mber 2005 tot sep<strong>te</strong>mber 2006. De cijfers zijn dus gebaseerd op twee kalenderjaren.<br />

2. Begeleid wonen is in regio Arnhem <strong>van</strong> start gegaan medio 2007.<br />

2007<br />

n<br />

In de loop <strong>van</strong> 2005 is de methodiek ‘begeleide <strong>te</strong>rugkeer’ gestart. Het aantal cliën<strong>te</strong>n dat aan<br />

deze vorm <strong>van</strong> vervolgtraject heeft deelgenomen (n=74) heeft betrekking op de periode<br />

sep<strong>te</strong>mber 2005 tot en met sep<strong>te</strong>mber 2006. In 2007 was het aantal cliën<strong>te</strong>n dat deelnam aan<br />

16<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

dit vervolgtraject lager (n=37). In 2007 is in de regio Arnhem het vervolgtraject begeleid wonen<br />

<strong>van</strong> start gegaan waar 6 cliën<strong>te</strong>n aan hebben deelgenomen.<br />

Bureau Jeugdzorg<br />

Vanaf 2005 is Bureau Jeugdzorg de meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld gaan registreren. In 2004<br />

zijn er wel meldingen ont<strong>van</strong>gen maar deze geven geen c<strong>ons</strong>is<strong>te</strong>nt beeld. Onderstaande tabel<br />

2.2 toont de gegevens. In de afgelopen drie jaar is er geen trend <strong>te</strong> zien in het aantal cliën<strong>te</strong>n<br />

dat Bureau Jeugdzorg in zorg heeft genomen. In 2006 is dit aantal gedaald, maar in 2007 weer<br />

toegenomen. Dit geldt eveneens <strong>voor</strong> het aantal meldingen en het aantal met succes afgeslo<strong>te</strong>n<br />

zaken. Zodoende kan er niet geconcludeerd worden dat er meer huiselijk geweld is gestopt. Het<br />

aantal zaken dat tot heden in zorg is, is de afgelopen drie jaar licht toegenomen. Hierbij is het<br />

niet duidelijk of de duur <strong>van</strong> de trajec<strong>te</strong>n is toegenomen. Wel is <strong>te</strong> zien dat in de periode 2005-<br />

2007 <strong>van</strong> het aantal meldingen meer cliën<strong>te</strong>n in zorg genomen worden en het aantal eenmalige<br />

contac<strong>te</strong>n is afgenomen. Bij het eenmalige contact wordt wel een inschatting gemaakt <strong>van</strong> de<br />

situatie maar wordt de cliënt niet in zorg genomen. Dit omdat de cliënt zelf aangeeft niet<br />

geholpen <strong>te</strong> willen worden, of omdat de cliënt wordt doorverwezen. Indien Bureau Jeugdzorg<br />

geen kinderen in zorg neemt en de zaak afsluit, op basis <strong>van</strong> de inschatting <strong>van</strong> de<br />

hulpverlening, gaan zij er<strong>van</strong> uit dat de veiligheid <strong>van</strong> de kinderen op dat moment gegarandeerd<br />

is.<br />

Tabel 2.2. Gegevens trajec<strong>te</strong>n Bureau Jeugdzorg<br />

2005<br />

n<br />

2006<br />

n<br />

Aantal meldingen 70 54 62<br />

Aantal in zorg genomen cliën<strong>te</strong>n 31 28 43<br />

Aantal met succes afgeslo<strong>te</strong>n zaken 13 6 17<br />

Tot heden in zorg 18 22 26<br />

Eenmalig contact * 39 26 19<br />

2007<br />

n<br />

* Eenmalig contact is het contact met de cliënt waar een inschatting wordt gemaakt. Hierbij<br />

wordt de cliënt niet in zorg genomen.<br />

Het is mogelijk dat Bureau Jeugdzorg meer meldingen krijgt <strong>van</strong> complexe zaken en daarom<br />

meer zaken in zorg neemt, of eerder besluit om tot zorg over <strong>te</strong> gaan. Bureau Jeugdzorg geeft<br />

aan dat zij s<strong>te</strong>eds meer een inschatting maakt of kinderen wel of niet in zorg genomen moe<strong>te</strong>n<br />

worden. Zij doet dit in eers<strong>te</strong> instantie op basis <strong>van</strong> vrijwilligheid. Mocht dit niet voldoende<br />

resultaat hebben en de veiligheid <strong>van</strong> de kinderen in het gezin niet gegarandeerd is, dan vragen<br />

ze de Raad <strong>voor</strong> de Kinderbescherming onderzoek <strong>te</strong> doen naar de opvoedingssituatie <strong>van</strong> de<br />

kinderen. Van 2004 tot en met 2006 werd er veelal uitgegaan <strong>van</strong> de hulpvraag. Tegenwoordig<br />

wordt er een inschatting gemaakt of hulp geboden moet worden en is vrijwilligheid daarmee niet<br />

meer vrijblijvend. Dit wordt onders<strong>te</strong>und door de afname <strong>van</strong> het aantal eenmalige contac<strong>te</strong>n.<br />

3.3.2 Het aantal succesvolle afrondingen <strong>van</strong> daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n<br />

Reclassering, Kairos en het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld zijn betrokken bij de registratie <strong>van</strong><br />

daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n. Wat betreft de daderhulpverlening is er een onderscheid <strong>te</strong><br />

maken tussen verplich<strong>te</strong> daderhulp en vrijwillige daderhulp. Aanmeldingen <strong>van</strong> verplich<strong>te</strong><br />

daderhulpverlening verlopen via Reclassering en aanmeldingen <strong>voor</strong> vrijwillige<br />

daderhulpverlening verlopen via het S<strong>te</strong>unpunt.<br />

Na afloop <strong>van</strong> ieder daderhulpverleningstraject krijgt Reclassering een ‘afmelding’ <strong>van</strong> Kairos.<br />

Reclassering registreert niet op huiselijk geweld, evenals dat de rappor<strong>te</strong>n <strong>van</strong> daders niet <strong>te</strong><br />

fil<strong>te</strong>ren zijn op huiselijk geweld. Daarom zijn er geen gegevens beschikbaar over hoeveel<br />

daders het advies krijgen <strong>voor</strong> een traject bij Kairos en hoeveel daders dit advies niet krijgen.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 17


Effectmeting IAHG<br />

Per 2008 registreert Reclassering wel op huiselijk geweld, waardoor in de toekomst hier wel<br />

inzicht in <strong>te</strong> bieden is.<br />

Verplich<strong>te</strong> daderhulpverlening<br />

De geleverde gegevens <strong>van</strong> Kairos hebben betrekking op de Kairos vestiging in Arnhem. In de<br />

afgelopen vier jaar is de registratie <strong>van</strong> huiselijk geweld wisselend uitgevoerd. In 2007 was hier<br />

c<strong>ons</strong>equen<strong>te</strong>r beleid <strong>voor</strong>. De komende jaren wordt hier meer de nadruk op gelegd. In 2007 zijn<br />

bij Kairos Arnhem 28 daders <strong>van</strong> huiselijk geweld aangemeld <strong>voor</strong> een<br />

daderhulpverleningstraject. Zij zijn allen gestart met een traject. Hoeveel daders het traject<br />

succesvol hebben afgeslo<strong>te</strong>n is niet bekend. Vanwege het ontbreken <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong><br />

meerdere jaren zijn er geen conclusies <strong>te</strong> trekken over mogelijke trends.<br />

Tabel 2.3 Kairos: verplich<strong>te</strong> daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n bij huiselijk geweld<br />

2007<br />

n<br />

aanmeldingen <strong>voor</strong> traject via Reclassering 28<br />

gestar<strong>te</strong> trajec<strong>te</strong>n 28<br />

*Van een ‘positieve afloop’ is sprake wanneer zich gedurende een traject geen nieuwe<br />

inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld hebben <strong>voor</strong>gedaan en wanneer de deelnemer heeft voldaan<br />

aan de verplichtingen die aan deelname verbonden zijn.<br />

Vrijwillige daderhulpverlening<br />

Vrijwillige daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n bij huiselijk geweld registreert Kairos pas sinds 2007.<br />

De aanmelding verloopt via het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld, de cijfers hebben dus betrekking<br />

op het projectgebied. Onderstaande tabel toont dat er een beperkt aantal vrijwillige<br />

aanmeldingen <strong>voor</strong> daderhulpverlening zijn geregistreerd. Vanwege het ontbreken <strong>van</strong><br />

gegevens <strong>van</strong> meerdere jaren zijn er geen conclusies <strong>te</strong> trekken over mogelijke trends.<br />

Het S<strong>te</strong>unpunt huiselijk geweld registreert het aantal doorverwijzingen naar hulpverleningsins<strong>te</strong>llingen.<br />

Hieruit komt naar voren dat in 2007 16 cliën<strong>te</strong>n zijn aangemeld <strong>voor</strong> vrijwillige<br />

daderhulpverlening. Dit strookt niet met de aantallen genoemd in tabel 2.4.<br />

Tabel 2.4 Kairos: vrijwillige daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n bij huiselijk geweld<br />

2007<br />

n<br />

aanmeldingen <strong>voor</strong> traject via s<strong>te</strong>unpunt HG 9<br />

gestar<strong>te</strong> trajec<strong>te</strong>n 7<br />

uitval tijdens traject 1<br />

positieve afloop traject 2<br />

negatieve afloop traject -<br />

dader kiest vrijwillig <strong>voor</strong> vervolgtraject -<br />

Recidive <strong>van</strong> de dader tijdens en na afloop <strong>van</strong> het traject<br />

Wat betreft de <strong>te</strong>rugkeer <strong>van</strong> de dader bij Kairos en de effectivi<strong>te</strong>it <strong>van</strong> de daderhulpverlening<br />

(geen nieuwe inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld tijdens het traject en binnen 1 jaar na het traject)<br />

kan Kairos geen cijfers leveren. Deze gegevens worden wel geregistreerd maar deze zijn alleen<br />

handmatig uit de dossiers <strong>te</strong> verkrijgen. Een meerderheid <strong>van</strong> de GGZ ins<strong>te</strong>llingen maakt<br />

gebruik <strong>van</strong> eenzelfde registratiesys<strong>te</strong>em. Dit sys<strong>te</strong>em biedt geen ruim<strong>te</strong> <strong>voor</strong> recidive cijfers.<br />

Recidivecijfers <strong>van</strong> daders bij het OM kunnen alleen handmatig uit het sys<strong>te</strong>em worden<br />

gehaald. Dit bleek <strong>voor</strong> het OM niet mogelijk.<br />

18<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

Samenvat<strong>te</strong>nd<br />

Op basis <strong>van</strong> de cijfers <strong>van</strong> het aantal afgeronde trajec<strong>te</strong>n bij Hera Vrouwenop<strong>van</strong>g, Bureau<br />

Jeugdzorg en Kairos is niet eenduidig <strong>te</strong> zien dat er in de periode 2004-2007 meer huiselijk<br />

geweld is gestopt. De meetperiode is <strong>te</strong> kort om hier inzicht in <strong>te</strong> kunnen bieden. Bij Hera<br />

Vrouwenop<strong>van</strong>g is het aantal opgestar<strong>te</strong> en beëindigde op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n per jaar in dezelfde<br />

orde <strong>van</strong> groot<strong>te</strong>. De cijfers fluctueren over de periode <strong>van</strong> vier jaar. Bureau Jeugdzorg heeft de<br />

afgelopen drie jaar <strong>van</strong> het aantal meldingen meer cliën<strong>te</strong>n in zorg genomen en minder<br />

eenmalige contac<strong>te</strong>n gehad met cliën<strong>te</strong>n. De registratie uit de periode 2004-2006 <strong>van</strong><br />

daderhulpverleningstrajec<strong>te</strong>n is onvoldoende geweest om zicht <strong>te</strong> kunnen bieden op het<br />

mogelijk stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 19


Effectmeting IAHG<br />

3.4 Voorkomen <strong>van</strong> herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

Om inzicht <strong>te</strong> krijgen in de ma<strong>te</strong> waarin herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld plaats vindt is gekeken<br />

naar recidivecijfers <strong>van</strong> de politie GM en recidivecijfers <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld. De<br />

cijfers <strong>van</strong> de politie GM hebben betrekking op het projectgebied, exclusief de gemeen<strong>te</strong>n<br />

Aal<strong>te</strong>n, Berkelland, Bronckhorst, Groenlo, Montferland, Oude IJsselstreek en Win<strong>te</strong>rswijk. De<br />

geleverde gegevens <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld hebben betrekking op de<br />

Kerngemeen<strong>te</strong> Arnhem. Vanuit de Ach<strong>te</strong>rhoek 2 komen bij het S<strong>te</strong>unpunt alleen meldingen <strong>van</strong><br />

individuen binnen (en niet <strong>van</strong> de politie Gelderland Noord-Oost, district Doetinchem).<br />

3.4.1 Relatief aantal tweede (derde etc. ) bij de politie geregistreerde inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld betreffende een bepaald adres<br />

In de onderstaande tabel is <strong>te</strong> zien wat het aandeel is <strong>van</strong> eers<strong>te</strong> meldingen en recidieven <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld inciden<strong>te</strong>n op een bepaald adres. Het aandeel eers<strong>te</strong> en tweede meldingen is<br />

vrijwel niet veranderd in de periode 2005 tot en met 2007. Het aandeel derde, vierde (etc.)<br />

meldingen is in 2007 (4,3%) en 2006 (4,2%) licht afgenomen <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> 2005 (6,5%).<br />

Tabel 2.5 Gegevens meldingen huiselijk geweld inciden<strong>te</strong>n bij politie GM<br />

Meldingen HG inciden<strong>te</strong>n<br />

bepaald adres (totaal)<br />

2005<br />

n<br />

2005<br />

%<br />

2006<br />

n<br />

2006<br />

%<br />

2007<br />

n<br />

1221 1271 1121<br />

2007<br />

%<br />

Eers<strong>te</strong> melding 1000 82% 1056 83% 942 84%<br />

Tweede melding 145 12% 154 12% 132 12%<br />

Derde melding 48 4% 42 3% 29 3%<br />

Vierde melding 15 1% 13 1% 15 1%<br />

Vijfde melding 7 1% 3 0,2% 2 0,2%<br />

Zesde melding 3 0,2% 3 0,2%<br />

Zevende melding 1 0,1%<br />

Achts<strong>te</strong> melding 1 0,1%<br />

Negende melding 1 0,1% 1 0,1%<br />

3.4.2 Terugkeer <strong>van</strong> het slachtoffer bij dezelfde of bij een andere instantie<br />

Hera Vrouwenop<strong>van</strong>g en Bureau Jeugdzorg beschikken niet over gegevens <strong>te</strong>n aanzien <strong>van</strong><br />

<strong>te</strong>rugkeer <strong>van</strong> het slachtoffer bij dezelfde of bij een andere instantie. Alleen het S<strong>te</strong>unpunt<br />

Huiselijk Geweld registreert of het een eers<strong>te</strong> melding betreft, of een recidive waarbij het kan<br />

gaan om een tweede, derde of mins<strong>te</strong>ns vierde melding <strong>van</strong> een huiselijk geweld incident. In de<br />

onderstaande tabel staan de gegevens <strong>van</strong> 2006 en 2007. In 2006 heeft het S<strong>te</strong>unpunt 433<br />

meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld inciden<strong>te</strong>n binnen gekregen, in 2007 is dit ges<strong>te</strong>gen tot 598<br />

meldingen. Het blijkt dat het aandeel <strong>van</strong> recidive in 2007 iets lager is met 21% dan in 2006<br />

(25%).<br />

2 Doetinchem, Oude IJsselstreek, Montferland, Bronckhorst, Berkelland, Oost Gelre, Aal<strong>te</strong>n en Win<strong>te</strong>rswijk.<br />

20<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Tabel 2.6 Meldingen huiselijk geweld inciden<strong>te</strong>n bij het S<strong>te</strong>unpunt HG<br />

2006<br />

n<br />

2006<br />

%<br />

Effectmeting IAHG<br />

2007<br />

n<br />

2007<br />

%<br />

meldingen HG-inciden<strong>te</strong>n bij s<strong>te</strong>unpunt (totaal) 433 100% 598 100%<br />

eers<strong>te</strong> melding (betreffende bepaald adres) 326 75% 471 79%<br />

recidive 107 25% 127 21%<br />

Samenvat<strong>te</strong>nd<br />

Herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld lijkt iets meer <strong>te</strong> worden <strong>voor</strong>komen. Zowel de cijfers <strong>van</strong><br />

herhaalde meldingen bij de politie GM als de cijfers bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld la<strong>te</strong>n een<br />

lich<strong>te</strong> afname <strong>van</strong> recidive zien.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 21


Effectmeting IAHG<br />

3.5 Toename aangif<strong>te</strong>bereidheid<br />

Om <strong>te</strong> zien of de aangif<strong>te</strong>bereidheid is toegenomen is gekeken naar het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld in een bepaalde periode en het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal<br />

inciden<strong>te</strong>n. Daarnaast is gekeken naar de duur <strong>van</strong> het huiselijk geweld <strong>voor</strong>dat aangif<strong>te</strong> werd<br />

gedaan.<br />

3.5.1 Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

De politie Gelderland-Midden beschikt over gegevens betreffende het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld 3 . In 2004 was de registratie nog niet betrouwbaar, daarom worden hier<strong>van</strong><br />

geen gegevens gepresen<strong>te</strong>erd. In de onderstaande tabel staat het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> 2005 tot<br />

en met 2007. Het blijkt dat het aantal aangif<strong>te</strong>n in 2006 is toegenomen <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> 2005,<br />

namelijk <strong>van</strong> 826 aangif<strong>te</strong>n tot 944 aangif<strong>te</strong>n. Dit is in 2007 <strong>te</strong>ruggelopen tot 841 aangif<strong>te</strong>n.<br />

Tabel 2.7 Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld (politie GM)<br />

2005 2006 2007<br />

aangif<strong>te</strong>n (n) 826 944 841<br />

Bron: ‘GIDS’ Peildatum 21-02-08<br />

3.5.2 Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal inciden<strong>te</strong>n<br />

<strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

Meerdere inciden<strong>te</strong>n kunnen tot één aangif<strong>te</strong> leiden. Het aantal aangif<strong>te</strong>n is dus normaal<br />

gesproken lager dan het aantal inciden<strong>te</strong>n. In 2007 is het aantal inciden<strong>te</strong>n lager dan in de twee<br />

jaar daar<strong>voor</strong>. In 2006 is het aantal aangif<strong>te</strong>n door het slachtoffer ges<strong>te</strong>gen tot 731, dit is in<br />

2007 weer iets afgenomen tot 628 aangif<strong>te</strong>n. In 2006 en 2007 zijn <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal<br />

inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld meer aangif<strong>te</strong>n gedaan door het slachtoffer, dan in 2005. Toen<br />

is <strong>van</strong> 35% <strong>van</strong> de gemelde inciden<strong>te</strong>n aangif<strong>te</strong> gedaan, in 2006 is dit ges<strong>te</strong>gen tot 46% en in<br />

2007 is dit niet veranderd (45%). De meetreeks is <strong>te</strong> kort om <strong>te</strong> spreken <strong>van</strong> een trend in de<br />

aangif<strong>te</strong>bereidheid.<br />

Tabel 2.8 Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld (politie GM 4 )<br />

2005 2006 2007<br />

inciden<strong>te</strong>n (n) 1594 1605 1391<br />

aangif<strong>te</strong>n door het slachtoffer 561 731 628<br />

aangif<strong>te</strong>n door het slachtoffer (% <strong>van</strong> inciden<strong>te</strong>n) 5 35% 46% 45%<br />

Bron: ‘GIDS’ Peildatum 21-02-08<br />

3.5.3 Gemiddelde duur <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>voor</strong>dat aangif<strong>te</strong> wordt gedaan<br />

De mogelijke toename <strong>van</strong> de aangif<strong>te</strong> bereidheid kan ook inzich<strong>te</strong>lijk gemaakt worden door<br />

middel <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld. Het S<strong>te</strong>unpunt registreert namelijk<br />

de gemiddelde duur <strong>van</strong> het huiselijk geweld op het moment dat de melding wordt gedaan. Dit<br />

door middel <strong>van</strong> twee antwoordca<strong>te</strong>gorieën: ‘heden tot minder dan een halfjaar’ en ‘langer dan<br />

een halfjaar’. De cijfers hebben betrekking op betrekking op de Kerngemeen<strong>te</strong> Arnhem plus<br />

3 De cijfers <strong>van</strong> de politie GM hebben betrekking op het projectgebied, exclusief de gemeen<strong>te</strong>n Aal<strong>te</strong>n,<br />

Berkelland, Bronckhorst, Groenlo, Montferland, Oude IJsselstreek en Win<strong>te</strong>rswijk.<br />

4 Idem<br />

5 Landelijk gemiddelde in 2006 is 40% (bron; Evaluatie in<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld, 2006)<br />

22<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

individuele meldingen <strong>van</strong>uit de Ach<strong>te</strong>rhoek 6 . In de onderstaande tabel staan de gegevens <strong>van</strong><br />

2006 en 2007. Het S<strong>te</strong>unpunt is namelijk eind 2005 <strong>van</strong> start gegaan. De duur <strong>van</strong> het huiselijk<br />

geweld wordt verder op een inc<strong>ons</strong>is<strong>te</strong>n<strong>te</strong> wijze vermeld in een vrij <strong>te</strong>kstveld door politie GM.<br />

Tabel 2.9 Gemiddelde duur <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>voor</strong>dat aangif<strong>te</strong> is gedaan (S<strong>te</strong>unpunt HG)<br />

2006*<br />

n<br />

2006<br />

%<br />

2007<br />

n<br />

2007<br />

%<br />

door s<strong>te</strong>unpunt ont<strong>van</strong>gen meldingen: 433 598<br />

waarbij geweld kor<strong>te</strong>r dan een halfjaar duurt 420 97% 519 87%<br />

waarbij het geweld langer dan een halfjaar duurt 7 2% 79 13%<br />

*In 2006 is <strong>van</strong> zes meldingen onbekend hoe lang het geweld heeft geduurd<br />

Het S<strong>te</strong>unpunt heeft in 2007 meer meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld binnen gekregen. Het blijkt<br />

dat het aandeel meldingen waarbij het geweld langer dan een halfjaar duurt, is toegenomen <strong>van</strong><br />

2% in 2006 naar 13% in 2007. Mogelijke verklaring hier<strong>voor</strong> kan zijn dat mede door het<br />

casusoverleg het S<strong>te</strong>unpunt complexere zaken krijgt <strong>van</strong> de politie waar meer sprake is <strong>van</strong><br />

langduriger geweld. Het is niet <strong>te</strong> zeggen of de aangif<strong>te</strong>bereidheid hierbij is afgenomen of is<br />

toegenomen.<br />

3.5.4 Proportie ambtshalve vervolgbare zaken<br />

De politie GM registreert de aangif<strong>te</strong>n die door de slachtoffers worden gedaan en de proportie<br />

ambtshalve vervolgde zaken. In de onderstaande tabel staan de gegevens <strong>van</strong> 2005 tot en met<br />

2007. Het aantal aangif<strong>te</strong>n door het slachtoffer is in 2006 en in 2007 hoger dan in 2005.<br />

Wanneer een slachtoffer niet overgaat tot het doen <strong>van</strong> een aangif<strong>te</strong> en het geweld derma<strong>te</strong><br />

ernstig is, of er sprake is <strong>van</strong> angst of afhankelijkheid <strong>van</strong> het slachtoffer, kan de politie een<br />

onderzoek beginnen, pra<strong>te</strong>n met het slachtoffer, de mogelijke dader oppakken en door het OM<br />

een vervolging la<strong>te</strong>n in<strong>s<strong>te</strong>llen</strong>. Dit wordt een ambtshalve vervolgde zaak genoemd. In de tabel<br />

staan de aantallen ambtshalve vervolgde zaken. Wanneer in het registratiesys<strong>te</strong>em geen<br />

aangif<strong>te</strong> wordt geregistreerd, en er wel een slachtoffer en dader zijn geregistreerd, wordt dit<br />

automatisch geboekt onder ambtshalve vervolging. In werkelijkheid zijn dit niet allemaal zaken<br />

waarbij er ook daadwerkelijk een ambtshalve vervolging wordt inges<strong>te</strong>ld. Het daadwerkelijke<br />

aantal ambtshalve vervolgde zaken ligt naar alle waarschijnlijkheid fors lager.<br />

Tabel 2.10 Proportie ambtshalve aangif<strong>te</strong>n en aantal vervolgbare casussen (politie GM 7 )<br />

2005 2006 2007<br />

inciden<strong>te</strong>n (n) 1594 1605 1391<br />

aangif<strong>te</strong>n door slachtoffer 561 731 628<br />

aangif<strong>te</strong>n door slachtoffer (% <strong>van</strong> inciden<strong>te</strong>n) 35% 46% 45%<br />

ambtshalve vervolgde zaken (politiecijfers) 265 213 213<br />

ambtshalve vervolgde zaken (politiecijfers)<br />

(% <strong>van</strong> inciden<strong>te</strong>n)<br />

17% 13% 15%<br />

vervolgbare casussen (subtotaal) 826 944 841<br />

vervolgbare casussen waarbij verdach<strong>te</strong> is gehoord 525 656 540<br />

verhoorde verdach<strong>te</strong>n overgedragen aan OM (politiecijfers) 398 419 380<br />

verhoorde verdach<strong>te</strong>n overgedragen aan OM<br />

(% <strong>van</strong> vervolgbare casussen waarbij verdach<strong>te</strong> is gehoord)<br />

76% 64% 70%<br />

Bron: ‘GIDS’ Peildatum 21-02-08<br />

6 Doetinchem, Oude IJsselstreek, Montferland, Bronckhorst, Berkelland, Oost Gelre, Aal<strong>te</strong>n en Win<strong>te</strong>rswijk.<br />

7 De cijfers <strong>van</strong> de politie GM hebben betrekking op het projectgebied, exclusief de gemeen<strong>te</strong>n Aal<strong>te</strong>n,<br />

Berkelland, Bronckhorst, Groenlo, Montferland, Oude IJsselstreek en Win<strong>te</strong>rswijk.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 23


Effectmeting IAHG<br />

Het totaal <strong>van</strong> aangif<strong>te</strong>n en ambtshalve vervolgde zaken vormt het aantal ‘vervolgbare<br />

casussen’. De vervolgbare casussen worden normaal gesproken gevolgd door het verhoren<br />

<strong>van</strong> verdach<strong>te</strong>n. Te zien is dat het aantal vervolgbare casussen hoger is dan het aantal<br />

vervolgbare casussen waarbij de verdach<strong>te</strong> is gehoord. Omdat de cijfers <strong>van</strong> het aantal<br />

ambtshalve vervolgde zaken niet volledig betrouwbaar zijn valt ook het aantal vervolgbare<br />

casussen <strong>van</strong> huiselijk geweld hoger uit. Daarnaast is het aantal ‘vervolgbare casussen’ hoger<br />

omdat twee (of meer) casussen betrekking kunnen hebben op één verdach<strong>te</strong>. In de tabel is <strong>te</strong><br />

zien dat over de periode <strong>van</strong> drie jaar het aantal casussen waarbij de verdach<strong>te</strong> is verhoord<br />

varieert. Een meerderheid <strong>van</strong> de verhoorde verdach<strong>te</strong>n wordt overgedragen aan het OM. Ook<br />

het aantal verhoorde verdach<strong>te</strong>n dat aan het OM worden overgedragen fluctueert in de<br />

afgelopen drie jaar.<br />

Samenvat<strong>te</strong>nd<br />

Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal inciden<strong>te</strong>n is vrijwel gelijk<br />

gebleven in 2006 en 2007. In 2005 was dit ech<strong>te</strong>r wat lager. De meetreeks is <strong>te</strong> kort om <strong>te</strong><br />

concluderen dat er een toename is in de aangif<strong>te</strong>bereidheid. Het aantal verhoorde verdach<strong>te</strong>n<br />

varieert in de afgelopen drie jaar. Een meerderheid <strong>van</strong> de verdach<strong>te</strong>n is de afgelopen drie jaar<br />

overgedragen aan het OM. Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld zijn in 2007 iets meer meldingen<br />

binnengekomen waarbij het geweld langer duurt dan een half jaar, dan in 2006. Mogelijke<br />

verklaring hier<strong>voor</strong> kan zijn dat mede dankzij het casusoverleg het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

meer complexere zaken krijgt <strong>van</strong> de politie waar meer sprake is <strong>van</strong> langduriger geweld.<br />

24<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

3.6 Het vervolgtraject<br />

Deze paragraaf bevat een toelichting op het vervolgtraject. Het OM en het S<strong>te</strong>unpunt hebben<br />

gegevens over het vervolgtraject dat wordt gestart na melding <strong>van</strong> de politie GM.<br />

3.6.1 Vervolgtraject bij het OM<br />

Verhoorde verdach<strong>te</strong>n (kunnen) worden overgedragen aan het Openbaar Minis<strong>te</strong>rie (OM). De<br />

politie GM werkt met een ‘projectcode HG’ en het OM met een ‘eve<strong>nemen</strong><strong>te</strong>ncode HG’. Deze<br />

codes zouden gekoppeld moe<strong>te</strong>n zijn, maar dat is niet het geval. Een deel <strong>van</strong> de aangeleverde<br />

verdach<strong>te</strong>n kan daadwerkelijk worden <strong>te</strong>ruggevonden in de administratie <strong>van</strong> het OM. Zaken die<br />

door de politie Gelderland-Midden zijn gelabeld als huiselijk geweld en vervolgens aan het OM<br />

worden overgedragen, worden door het OM niet altijd als ‘huiselijk geweld’ ingeschreven. Het<br />

gebeurt ook dat het OM zaken <strong>van</strong> het label ‘huiselijk geweld’ <strong>voor</strong>ziet, <strong>te</strong>rwijl die dit label niet<br />

<strong>van</strong> de politie GM hebben gekregen. Overgedragen verdach<strong>te</strong>n worden geaccep<strong>te</strong>erd door een<br />

gespecialiseerde maatwerkparketsecretaris.<br />

Tabel 2.11 toont de cijfers <strong>van</strong> het vervolgtraject bij het OM. In 2004 was de registratie <strong>van</strong><br />

huiselijk geweldzaken onvolledig. Van dit jaar zijn daarom geen cijfers opgenomen. Er is een<br />

onderscheid gemaakt tussen aantallen fei<strong>te</strong>n en aantallen parketnummers. Het parketnummer<br />

geeft één zaak aan. De aantallen <strong>van</strong> fei<strong>te</strong>n en parketnummers verschillen omdat er met enige<br />

regelmaat meerdere fei<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld gepleegd worden door één verdach<strong>te</strong> in één<br />

zaak. Zowel het aantal fei<strong>te</strong>n als het aantal parketnummers is in 2007 duidelijk ges<strong>te</strong>gen <strong>te</strong>n<br />

opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> 2005. Kijken we naar de parketnummers dan blijkt dat in 2005 er 141<br />

parketnummers gelabeld waren als huiselijk geweld. In 2006 is dit iets gedaald tot 132<br />

parketnummers, in 2007 is dit ges<strong>te</strong>gen tot 308 parketnummers. De cijfers geven ech<strong>te</strong>r niet het<br />

hele beeld omdat een huiselijk geweld zaak waar een zedencomponent in zit, als ‘zedenzaak’<br />

en niet als ‘huiselijk geweld’ wordt geregistreerd.<br />

Tabel 2.11 Justitieel traject OM: De instroom<br />

Op basis <strong>van</strong> jaar <strong>van</strong> INSTROOM:<br />

2005<br />

n<br />

2006<br />

n<br />

Fei<strong>te</strong>n ‘huiselijk geweld’ gelabeld (door OM) 215 204 535<br />

Pkt. Nrs. ‘huiselijk geweld’ gelabeld (door OM) 141 132 308<br />

2007<br />

n<br />

Waneer de verdach<strong>te</strong> is geaccep<strong>te</strong>erd door de maatwerkparketsecretaris kan de verdach<strong>te</strong> op<br />

vier manieren worden ‘afgedaan’: on<strong>voor</strong>waardelijk sepot, <strong>voor</strong>waardelijk sepot, transactie of<br />

vervolging. In tabel 2.12 is <strong>te</strong> zien dat het aantal parketnummers dat gedagvaard is in de<br />

afgelopen drie jaar duidelijk is toegenomen. In 2005 waren er 89 dagvaardingen, in 2007 is dit<br />

ges<strong>te</strong>gen tot 260 dagvaardingen. In 2006 lag dit er tussenin (n=103). Ook is <strong>te</strong> zien dat er in<br />

2007 meer zaken geseponeerd zijn, hoewel de aantallen klein zijn.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 25


Effectmeting IAHG<br />

Tabel 2.12 Justitieel traject OM: De afdoening<br />

Op basis <strong>van</strong> jaar <strong>van</strong> AFDOENING:<br />

geaccep<strong>te</strong>erd door maatwerkparketsecretaris:<br />

2005<br />

n<br />

2006<br />

n<br />

Fei<strong>te</strong>n Dagvaarden 134 162 469<br />

Pkt. Nrs. Dagvaarden 89 103 260<br />

Fei<strong>te</strong>n On<strong>voor</strong>waardelijk sepot (Beleid) 8 0 1 5<br />

2007<br />

n<br />

On<strong>voor</strong>waardelijk sepot (Technisch) 1 4 17<br />

On<strong>voor</strong>waardelijk sepot (99) 1 3 16<br />

Pkt. Nrs. On<strong>voor</strong>waardelijk sepot (Beleid) 0 1 5<br />

On<strong>voor</strong>waardelijk sepot (Technisch) 1 3 14<br />

On<strong>voor</strong>waardelijk sepot (99) 1 3 9<br />

Fei<strong>te</strong>n Transactie 6 33 17<br />

Pkt. Nrs. Transactie 5 26 15<br />

Fei<strong>te</strong>n Voorwaardelijk sepot 6 6 40<br />

Pkt. Nrs. Voorwaardelijk sepot 6 5 30<br />

Fei<strong>te</strong>n Voegen 4 0 4<br />

Pkt. Nrs. Voegen 2 0 2<br />

Tabel 2.13 toont vervolgens het aantal parketnummers dat ofwel een strafoplegging heeft<br />

gekregen, of is vrijgesproken of ontslagen <strong>van</strong> rechtsvervolging. In de periode <strong>van</strong> drie jaar is<br />

een duidelijke toename <strong>te</strong> zien <strong>van</strong> het aantal strafopleggingen <strong>voor</strong> huiselijk geweld. In 2005 is<br />

<strong>voor</strong> 48 zaken een straf opgelegd, in 2006 s<strong>te</strong>eg dit tot 95 zaken en in 2007 is dit toegenomen<br />

tot 202 zaken. De aantallen <strong>van</strong> vrijspraak, ontslag <strong>van</strong> rechtsvervolging en schuldig zonder<br />

strafoplegging zijn klein en vrijwel c<strong>ons</strong>tant.<br />

Tabel 2.13 Justitieel traject OM: Het eindvonnis<br />

Op basis <strong>van</strong> jaar <strong>van</strong> EINDVONNIS:<br />

2005<br />

n<br />

2006<br />

n<br />

Fei<strong>te</strong>n Strafoplegging 53 127 293<br />

Pkt. Nrs. Strafoplegging 48 95 202<br />

Fei<strong>te</strong>n Vrijspraak 5 10 8<br />

Pkt. Nrs. Vrijspraak 4 9 8<br />

Fei<strong>te</strong>n Ontslag <strong>van</strong> rechtsvervolging 0 2 0<br />

Pkt. Nrs. Ontslag <strong>van</strong> rechtsvervolging 0 2 0<br />

Fei<strong>te</strong>n Schuldig zonder straf of maatr. 1 2 0<br />

Pkt. Nrs. Schuldig zonder straf of maatr. 1 2 0<br />

Fei<strong>te</strong>n OM niet ont<strong>van</strong>kelijk* 0 0 2<br />

Pkt. Nrs. OM niet ont<strong>van</strong>kelijk 0 0 2<br />

2007<br />

n<br />

*In 2007 is er sprake <strong>van</strong> ‘niet-ont<strong>van</strong>kelijk verklaring’ <strong>van</strong> het OM. Dit be<strong>te</strong>kent dat de<br />

rechtbank heeft geoordeeld dat strafvervolging door het OM niet (meer) op zijn plaats was.<br />

8 Er zijn verschillende soor<strong>te</strong>n ‘on<strong>voor</strong>waardelijke sepots’: een beleidssepot be<strong>te</strong>kent dat er bepaalde<br />

beleidsbeslissingen <strong>te</strong>n grondslag liggen aan het sepot, een <strong>te</strong>chnisch sepot wil zeggen dat de zaak<br />

juridisch niet bewijsbaar was, een ‘99’ sepot be<strong>te</strong>kent dat de zaak dubbel ingeschreven stond en dat op<br />

één <strong>van</strong> de twee inschrijvingen dus een sepot wordt toegepast.<br />

26<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

3.6.2 Vervolg na binnenkomst bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

Het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld is eind 2005 <strong>van</strong> start gegaan. Er heeft dus geen registratie<br />

plaatsgevonden in 2004 en 2005. De geleverde gegevens <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

hebben betrekking op de Kerngemeen<strong>te</strong> Arnhem. Vanuit de Ach<strong>te</strong>rhoek 9 komen bij het<br />

S<strong>te</strong>unpunt alleen meldingen <strong>van</strong> individuen binnen (en niet <strong>van</strong> de politie Gelderland Noord-<br />

Oost, district Doetinchem).<br />

In de onderstaande tabel staan de gegevens <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt. In 2007 zijn meer meldingen<br />

<strong>van</strong> huiselijk geweld bij het S<strong>te</strong>unpunt binnengekomen dan in 2006. Het aandeel meldingen via<br />

de politie GM was in 2006 hoger (61%) dan in 2007 (50%). Het aandeel <strong>van</strong> meldingen<br />

rechtstreeks <strong>van</strong> het slachtoffer is in 2007 ges<strong>te</strong>gen tot 50%. In 2006 was dit nog 39%. Het<br />

aantal meldingen is altijd hoger dan het aantal doorverwijzingen omdat er per casus meerdere<br />

meldingen kunnen zijn.<br />

Het aantal meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld bij de politie GM en meldingen bij het S<strong>te</strong>unpunt<br />

komt niet overeen. Ongeveer een kwart <strong>van</strong> de meldingen die bij de politie GM binnenkomen en<br />

het label huiselijk geweld krijgen, wordt bij het S<strong>te</strong>unpunt gemeld. Dit is afhankelijk <strong>van</strong> de<br />

inschatting <strong>van</strong> de verbalisant. De overlap op casusniveau is vermoedelijk gro<strong>te</strong>r.<br />

Tabel 2.14 Gegevens vervolgtraject <strong>van</strong>uit S<strong>te</strong>unpunt HG<br />

2006<br />

n<br />

2006<br />

%<br />

2007<br />

n<br />

2007<br />

%<br />

Aantal opgemaak<strong>te</strong> meldformulieren door politie 336 313<br />

GM<br />

door s<strong>te</strong>unpunt ont<strong>van</strong>gen meldingen:<br />

Totaal 433 598<br />

<strong>van</strong> politie regio Gelderland Midden 265 61% 300 50%<br />

<strong>van</strong> politie regio Doetinchem 10 - - - -<br />

rechtstreeks <strong>van</strong> hulpzoekende 168 39% 298 50%<br />

doorverwezen naar hulpverleningsorganisatie BJZ 28 83<br />

doorverwezen naar hulpverleningsorganisatie<br />

AMW<br />

doorverwezen naar hulpverleningsorganisatie<br />

Kairos<br />

doorverwezen naar hulpverleningsorganisatie<br />

Slachtofferhulp<br />

doorverwezen naar hulpverleningsorganisatie<br />

Hera<br />

14 63<br />

32 16<br />

13 30<br />

37 55<br />

overig 6 46<br />

niet doorverwezen* x x x x<br />

* wordt niet geregistreerd<br />

Bij alle hulpverleningsorganisaties is sprake <strong>van</strong> een toename <strong>van</strong> het aantal doorverwijzingen<br />

via het S<strong>te</strong>unpunt, behalve bij de daderhulpverlening. Dit duidt erop dat er minder trajec<strong>te</strong>n op<br />

vrijwillige basis in 2007 zijn gestart dan in 2006. Bij deze registratie is niet inzich<strong>te</strong>lijk hoe vaak<br />

dezelfde persoon <strong>voor</strong> een tweede keer wordt doorverwezen naar dezelfde organisatie. Dit is<br />

alleen mogelijk op casusniveau.<br />

9 Doetinchem, Oude IJsselstreek, Montferland, Bronckhorst, Berkelland, Oost Gelre, Aal<strong>te</strong>n en Win<strong>te</strong>rswijk.<br />

10 Het s<strong>te</strong>unpunt ont<strong>van</strong>gt géén meldingen <strong>van</strong> de politie regio Doetinchem.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 27


Effectmeting IAHG<br />

Het aantal slachtoffers dat niet wordt doorverwezen wordt niet geadministreerd. Het kan ook<br />

niet worden berekend op basis <strong>van</strong> het aantal doorverwijzingen. Meerdere meldingen kunnen<br />

namelijk betrekking hebben op één casus en één casus kan tot meer dan één doorverwijzing<br />

leiden. Een andere reden is dat er bij het S<strong>te</strong>unpunt wordt gec<strong>ons</strong>ta<strong>te</strong>erd dat er al hulpverlening<br />

betrokken is. Zij leggen dan wel contact met de betrokken hulpverleners maar registreren dit<br />

niet als een verwijzing. Een laats<strong>te</strong> reden is dat betrokkenen die gemeld worden eenvoudigweg<br />

geen toes<strong>te</strong>mming geven om ze door <strong>te</strong> verwijzen.<br />

Samenvat<strong>te</strong>nd<br />

Bij het OM is in 2007 het aantal parketnummers <strong>van</strong> huiselijk geweld duidelijk ges<strong>te</strong>gen <strong>te</strong>n<br />

opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> 2005. Eveneens is het aantal parketnummers dat gedagvaard is in de afgelopen<br />

drie jaar duidelijk ges<strong>te</strong>gen. Daarnaast zijn er in 2007 meer zaken geseponeerd, hoewel het om<br />

kleine aantallen gaat. Tenslot<strong>te</strong> is er een aanmerkelijke toename in het aantal parketnummers<br />

dat een strafoplegging heeft gekregen. De zaken die zijn vrijgesproken, ontslagen <strong>van</strong><br />

rechtsvervolging en schuldig zonder strafoplegging zijn klein in aantal en vrijwel c<strong>ons</strong>tant<br />

gebleven.<br />

Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld zijn in 2007 meer meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

binnengekomen. Van deze meldingen is het aandeel dat rechtstreeks <strong>van</strong> het slachtoffer komt<br />

in 2007 hoger dan in 2006. Het aandeel meldingen via politie GM is in 2007 iets lager dan in<br />

2006. Het aantal doorverwijzingen naar hulpverleningsorganisaties is in 2007 gro<strong>te</strong>r dan in<br />

2006, op de daderhulpverlening na.<br />

28<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


4 Conclusie<br />

Effectmeting IAHG<br />

Ten opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> de situatie <strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> de nulmeting in 2004 zijn er belangrijke vorderingen<br />

geboekt in de samenwerking tussen de verschillende ke<strong>te</strong>npartners en de sys<strong>te</strong>emgerich<strong>te</strong><br />

aanpak. Er is meer alertheid bij politie en hulpverleningsinstanties op huiselijk geweld. Er is een<br />

privacyconvenant afgeslo<strong>te</strong>n waardoor er in het gestar<strong>te</strong> casusoverleg meer informatie kan<br />

worden uitgewisseld. De samenwerking is uitgebreid met de afdelingen Algemeen<br />

Maatschappelijk Werk <strong>van</strong> de Stichting Thuiszorg Midden Gelderland en Rijnstad en de<br />

ins<strong>te</strong>lling <strong>voor</strong> verslavingszorg IrisZorg. Deze organisaties hebben eveneens het<br />

privacyconvenant onder<strong>te</strong>kend en <strong>nemen</strong> deel aan het casusoverleg. Uitbreiding met het<br />

Maatschappelijk Werk Vilen<strong>te</strong> en Welzijn Rheden is in <strong>voor</strong>bereiding. Het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk<br />

Geweld brengt de hulpvraag in beeld en verwijst door naar de juis<strong>te</strong> ke<strong>te</strong>npartner en draagt bij<br />

aan de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>van</strong> het hulpverlenings- en het justitiële traject.<br />

In de ‘Evaluatie in<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld’ <strong>van</strong> 2006 werd aanbevolen om aan de hand<br />

<strong>van</strong> de registraties <strong>van</strong> de verschillende organisaties de resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de In<strong>te</strong>grale aanpak <strong>te</strong><br />

volgen. De effec<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de In<strong>te</strong>grale aanpak zijn op basis <strong>van</strong> de ges<strong>te</strong>lde indicatoren (O&S,<br />

2004) minder goed eenduidig <strong>te</strong> <strong>s<strong>te</strong>llen</strong>. Wel blijkt uit de cijfers dat Bureau Jeugdzorg meer<br />

cliën<strong>te</strong>n in zorg heeft genomen, er bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld meer is doorverwezen<br />

naar de hulpverlening en bij het OM duidelijk meer zaken <strong>van</strong> huiselijk geweld zijn vervolgd.<br />

Daarnaast is er een lich<strong>te</strong> afname <strong>te</strong> zien <strong>van</strong> recidive <strong>van</strong> huiselijk geweld. Gezien de<br />

beperkingen die verbonden zijn aan de registratiesys<strong>te</strong>men <strong>van</strong> de verschillende organisaties<br />

worden sinds de start <strong>van</strong> het casusoverleg individuele casussen gevolgd worden. De casussen<br />

worden apart geregistreerd en gevolgd in de tijd door het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld. De<br />

betrokken organisaties koppelen daar<strong>voor</strong> informatie over de hulpverlening <strong>te</strong>rug naar het<br />

S<strong>te</strong>unpunt. Zodoende kan gekeken worden wat de effec<strong>te</strong>n zijn <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale hulpverlening<br />

aan het slachtoffer en de dader en is er een <strong>te</strong>rugkoppeling naar het S<strong>te</strong>unpunt.<br />

Meer alertheid op huiselijk geweld<br />

De politie GM is volgens meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren aler<strong>te</strong>r op huiselijk geweld. Een gro<strong>te</strong>r<br />

bewustzijn <strong>van</strong> huiselijk geweld kan bijdragen tot een hoger aantal gemelde inciden<strong>te</strong>n en<br />

aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld. Ook zien meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren dat de inzetbaarheid <strong>van</strong><br />

hulpverleningsinstanties is verbe<strong>te</strong>rd. De inzet <strong>van</strong> de hulpverleningsinstanties is verwerkt in<br />

een procedure, zij krijgen meer casussen <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld en er zijn<br />

structurele overlegvormen.<br />

Meer informatie-uitwisseling tussen instanties dankzij privacyprotocol en casusoverleg<br />

Een meerderheid <strong>van</strong> de sleu<strong>te</strong>lfiguren vindt dat de wederzijdse bekendheid met de<br />

ke<strong>te</strong>npartners is verbe<strong>te</strong>rd. Er vindt nu meer informatie-uitwisseling plaats en er wordt overlegd<br />

over casussen. Ook de afs<strong>te</strong>mming tussen de strafrech<strong>te</strong>lijke ke<strong>te</strong>n en de hulpverleningske<strong>te</strong>n<br />

is verbe<strong>te</strong>rd. Er is nu eveneens meer duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden <strong>van</strong><br />

de verschillende organisaties, en hiermee ook meer begrip. De sleu<strong>te</strong>lfiguren zien dat deze<br />

verbe<strong>te</strong>ringen met name worden vergemakkelijkt en onders<strong>te</strong>und door het privacyconvenant en<br />

het inges<strong>te</strong>lde casusoverleg. Ook de nieuwe samenwerkingspartners hebben het<br />

privacyconvenant onder<strong>te</strong>kend en <strong>nemen</strong> nu deel aan het casusoverleg.<br />

S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld bevordert de inzich<strong>te</strong>lijkheid<br />

Meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren zien een verbe<strong>te</strong>ring in zowel de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>van</strong> het justitiële traject<br />

als het hulpverleningstraject. In de justitiële ke<strong>te</strong>n zijn een aantal stappen gezet om zicht <strong>te</strong><br />

houden op het proces. Met de komst <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld is volgens meerdere<br />

sleu<strong>te</strong>lfiguren de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>voor</strong> slachtoffers en daders verbe<strong>te</strong>rd. Enkele responden<strong>te</strong>n<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 29


Effectmeting IAHG<br />

zien hiermee nu duidelijkheid doordat er nu een ‘front-Office’ is en een bundeling <strong>van</strong><br />

deskundigheid.<br />

Aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers, kinderen en daders toegenomen<br />

Verbe<strong>te</strong>ringen in de aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers wordt door meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren <strong>voor</strong>al<br />

gezien in de nazorg en de geboden informatie in de strafrech<strong>te</strong>lijke ke<strong>te</strong>n. Meerdere<br />

sleu<strong>te</strong>lfiguren zien een verbe<strong>te</strong>ring in de aandacht <strong>voor</strong> kinderen. Een aantal sleu<strong>te</strong>lfiguren ziet<br />

ech<strong>te</strong>r de wachtlijs<strong>te</strong>n bij de jeugdzorg nog s<strong>te</strong>eds als een bron <strong>van</strong> zorg. Een aantal<br />

sleu<strong>te</strong>lfiguren vindt dat er meer aandacht is <strong>voor</strong> huiselijk geweld bij instanties die met kinderen<br />

<strong>te</strong> maken hebben. Er is volgens meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren eveneens meer aandacht <strong>voor</strong> de<br />

vrijwillige daderhulpverlening. Dit door de ontwikkelde methodiek ‘Begeleide <strong>te</strong>rugkeer,<br />

geweldloos verder’ <strong>van</strong> Hera en Kairos en de trainingen die Kairos gegevens heeft aan de<br />

medewerkers <strong>van</strong> onder andere het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld. Het motiveren <strong>van</strong> daders<br />

<strong>voor</strong> vrijwillige hulpverlening blijft volgens sommige sleu<strong>te</strong>lfiguren ech<strong>te</strong>r moeizaam.<br />

Duidelijkere sturing <strong>van</strong>uit gemeen<strong>te</strong><br />

Meerdere sleu<strong>te</strong>lfiguren zien een verbe<strong>te</strong>ring in de wijze waarop de gemeen<strong>te</strong> de regierol vorm<br />

geeft. Zij vinden dat de gemeen<strong>te</strong> met het <strong>voor</strong>zit<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de kerngroep en het initiëren <strong>van</strong><br />

onder andere de ontwikkeling <strong>van</strong> het privacyconvenant duidelijke sturing geeft aan het<br />

verwezenlijken <strong>van</strong> de doelen <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale aanpak.<br />

Aangif<strong>te</strong>bereidheid in 2006 toegenomen, in 2007 niet veranderd<br />

Het aantal aangif<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> het aantal inciden<strong>te</strong>n is vrijwel gelijk<br />

gebleven in 2006 en 2007. In 2005 was dit ech<strong>te</strong>r wat lager. De meetreeks is <strong>te</strong> kort om <strong>te</strong><br />

concluderen dat er een toename is in de aangif<strong>te</strong>bereidheid. Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

zijn in 2007 eveneens meer meldingen <strong>van</strong> huiselijk geweld binnengekomen. Daarbij is het<br />

aandeel meldingen dat rechtstreeks <strong>van</strong> het slachtoffer komt in 2007 hoger en het aandeel<br />

meldingen via politie GM iets lager, dan in 2006. Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld zijn er<br />

eveneens iets meer meldingen waarbij het geweld langer duurt dan een half jaar. Een mogelijke<br />

verklaring hier<strong>voor</strong> kan zijn dat het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld mede dankzij het casusoverleg<br />

meer complexere zaken <strong>van</strong> de politie heeft gekregen waar meer sprake is <strong>van</strong> langduriger<br />

geweld.<br />

Trend ‘stoppen <strong>van</strong> huiselijk geweld’ niet eenduidig<br />

Op basis <strong>van</strong> de cijfers <strong>van</strong> het aantal afgeronde trajec<strong>te</strong>n bij de hulpverleningstrajec<strong>te</strong>n is<br />

gekeken of het huiselijk geweld in de periode 2004-2007 meer is afgenomen. Op basis <strong>van</strong><br />

deze cijfers is het niet eenduidig dat in deze periode het huiselijk geweld meer is afgenomen.<br />

De geregistreerde meetperiode is <strong>te</strong> kort om hier inzicht in <strong>te</strong> kunnen bieden. Bij Hera<br />

Vrouwenop<strong>van</strong>g fluctueert in deze periode het aantal gestar<strong>te</strong> en afgeslo<strong>te</strong>n op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n.<br />

Het aantal opgestar<strong>te</strong> en afgeslo<strong>te</strong>n op<strong>van</strong>gtrajec<strong>te</strong>n liggen per jaar in dezelfde orde <strong>van</strong><br />

groot<strong>te</strong>. Wel is <strong>te</strong> zien dat in de afgelopen drie jaar Bureau Jeugdzorg <strong>van</strong> het aantal meldingen<br />

meer cliën<strong>te</strong>n in zorg heeft genomen. Uit de gegevens <strong>van</strong> het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld en<br />

het OM blijkt dat huiselijk geweld eveneens meer in beeld is, er zijn meer doorverwijzingen naar<br />

de hulpverlening en meer vervolgingen <strong>voor</strong> huiselijk geweld.<br />

30<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

Vervolgtraject bij OM en S<strong>te</strong>unpunt<br />

Bij het OM is in 2007 het aantal parketnummers <strong>van</strong> huiselijk geweld duidelijk ges<strong>te</strong>gen <strong>te</strong>n<br />

opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> 2005. Eveneens is het aantal parketnummers dat gedagvaard is in de afgelopen<br />

drie jaar duidelijk ges<strong>te</strong>gen. Tenslot<strong>te</strong> is er een aanmerkelijke toename in het aantal<br />

parketnummers dat een strafoplegging heeft gekregen. De zaken die zijn vrijgesproken,<br />

ontslagen <strong>van</strong> rechtsvervolging en schuldig zonder strafoplegging zijn klein in aantal en vrijwel<br />

c<strong>ons</strong>tant gebleven. Bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld is het aantal doorverwijzingen naar<br />

hulpverleningsorganisaties in 2007 gro<strong>te</strong>r dan in 2006, op de daderhulpverlening na.<br />

Lich<strong>te</strong> afname <strong>van</strong> recidive<br />

Herhaling <strong>van</strong> huiselijk geweld lijkt iets meer <strong>te</strong> worden <strong>voor</strong>komen. Zowel de cijfers <strong>van</strong><br />

herhaalde meldingen bij de politie GM als de cijfers bij het S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld la<strong>te</strong>n een<br />

lich<strong>te</strong> afname <strong>van</strong> recidive zien.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 31


Effectmeting IAHG<br />

32<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

5 Aanbevelingen<br />

In dit onderzoek zijn diverse positieve resulta<strong>te</strong>n naar voren gekomen <strong>van</strong> de ‘In<strong>te</strong>grale aanpak<br />

huiselijk geweld’. Naar aanleiding <strong>van</strong> de resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de kwalitatieve en kwantitatieve<br />

effectmeting zijn de volgende aanbevelingen tot stand gekomen.<br />

Samenwerking<br />

Registratie<br />

Aanbevelingen <strong>voor</strong> het vervolg <strong>van</strong> de in<strong>te</strong>grale aanpak<br />

Het inves<strong>te</strong>ren in de samenwerking (door stimulering en beloning)<br />

<strong>voor</strong>tzet<strong>te</strong>n en vers<strong>te</strong>rken.<br />

Meer <strong>kennis</strong> over ieders specifieke mogelijkheden, inves<strong>te</strong>ren in het leren<br />

kennen <strong>van</strong> elkaars werk en de rol binnen de aanpak huiselijk geweld.<br />

Uitbouwen <strong>van</strong> de beginnende samenwerking en overleg tussen enerzijds<br />

de hulpverlening en anderzijds politie en justitie.<br />

De informatiestroom tussen instanties meer standaardiseren (bv. via een<br />

huiselijk geweld dossier), zodat benodigde informatie snel beschikbaar is.<br />

Alle huiselijk geweld zaken (waar kinderen bij betrokken zijn),<br />

sys<strong>te</strong>emgericht aanpakken waarbij de ins<strong>te</strong>llingen <strong>voor</strong> slachtoffer,<br />

kinderen en dader samen een plan <strong>van</strong> aanpak maken en<br />

hulpverleningstrajec<strong>te</strong>n op elkaar afs<strong>te</strong>mmen, ook al blijven de partners<br />

niet bij elkaar.<br />

Ins<strong>te</strong>llingen verplich<strong>te</strong>n om andere disciplines er bij <strong>te</strong> betrekken als het<br />

nodig is, om de hulpverlening in<strong>te</strong>graal <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n verlopen.<br />

Inspelen op nieuwe ontwikkelingen en kritisch blijven kijken naar de<br />

effectivi<strong>te</strong>it <strong>van</strong> de werkwijze.<br />

Onderzoek naar de oorzaak <strong>van</strong> het relatief lage aantal daders dat zowel<br />

via de justitiële ke<strong>te</strong>n als via het S<strong>te</strong>unpunt bij de daderhulpverlening<br />

<strong>te</strong>recht komt.<br />

Daderhulpverlening eerder binnen de ke<strong>te</strong>n inzet<strong>te</strong>n als forensisch<br />

specialist om de daders <strong>te</strong> motiveren <strong>voor</strong> hulpverlening.<br />

Terugkoppeling <strong>van</strong> de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de ke<strong>te</strong>npartners naar het<br />

S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld<br />

Zicht krijgen of bij een vervolgincident er sprake is <strong>van</strong> verzwaring <strong>van</strong> het<br />

gebruik<strong>te</strong>/toegepas<strong>te</strong> geweld.<br />

Zicht krijgen op in hoeveel zaken de aangif<strong>te</strong> wordt ingetrokken en het<br />

aantal hernieuwde hulpvragen en het vervolg daarop.<br />

Meer eenduidigheid in <strong>te</strong>rmen zoals ‘huiselijk geweld’ en ‘recidive’<br />

Casemanagement<br />

Aanschaf <strong>van</strong> informatiesys<strong>te</strong>men rondom huiselijk geweld waarop alle<br />

ke<strong>te</strong>npartners kunnen inloggen en recen<strong>te</strong> informatie (zowel over de<br />

behandeling als over ((dreigende)recidive) kwijt kunnen.<br />

Bij het casusoverleg zal elke instantie de casus registreren en zo specifiek<br />

volgen in de tijd. Zo is er zicht op of een slachtoffer <strong>te</strong>rugkeert bij<br />

hulpverleningsinstanties en hoe het ges<strong>te</strong>ld is met de daderhulpverlening.<br />

Meer inves<strong>te</strong>ren in zorgcoördinatie (casemanagement). Afs<strong>te</strong>mming<br />

tussen de verschillende ins<strong>te</strong>llingen zodat ze <strong>van</strong> elkaar we<strong>te</strong>n wat ze<br />

doen, levert betrokken ins<strong>te</strong>llingen de nodige kwali<strong>te</strong>itswinst en is efficiënt.<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 33


Effectmeting IAHG<br />

Wachtlijs<strong>te</strong>n<br />

Preventie<br />

Aanpak wachtlijs<strong>te</strong>n: alle inciden<strong>te</strong>n <strong>van</strong> huiselijk geweld als urgent zien<br />

zodat het probleem zich niet herhaalt als er tijdens de crisis geen<br />

in<strong>te</strong>rventie plaatsvindt. Gemeen<strong>te</strong> heeft hierin de regierol en zal in<br />

samenwerking met het S<strong>te</strong>unpunt eers<strong>te</strong>lijnsorganisaties zoals het<br />

Algemeen Maatschappelijk Werk hier<strong>van</strong> moe<strong>te</strong>n overtuigen of facili<strong>te</strong>ren.<br />

Preventieactivi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n zoals <strong>voor</strong>lichting, pr en deskundigheidsbevordering<br />

structureel en regelmatig aanbieden (ook in de regio) om de aandacht <strong>te</strong><br />

blijven houden <strong>voor</strong> het onderwerp bij burgers, de professionals en de<br />

politiek.<br />

34<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek


Effectmeting IAHG<br />

Bijlagen<br />

Gemeen<strong>te</strong> Arnhem, Onderzoek en Statistiek 35


Bijlage 1: Gegevens Jeugdmonitor<br />

Onderstaande tabel toont de resulta<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de jeugdmonitor E-movo <strong>van</strong> 2003. De<br />

jeugdmonitor is in 2007 herhaald, de resulta<strong>te</strong>n waren nog niet beschikbaar <strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> dit<br />

rapport. Bij de jeugdmonitor betreft het een bevestigend antwoord op de vraag of er sprake is<br />

<strong>van</strong> mishandeling.<br />

Tabel 1 Gegevens Hulpverlening Gelderland-Midden<br />

Jeugdmonitor<br />

Gees<strong>te</strong>lijke<br />

mishandeling (%)<br />

Lichamelijke<br />

mishandeling (%)<br />

2003<br />

Seksuele<br />

ervaring <strong>te</strong>gen<br />

zin (%)<br />

Aantal<br />

responden<strong>te</strong>n<br />

totaal<br />

Arnhem 7% 2% 7% 1146<br />

Doesburg 13% 5% 8% 130<br />

Duiven<br />

Lingewaard 4% 2% 4% 683<br />

Overbetuwe 1% 1% 5% 562<br />

Renkum 6% 5% 6% 183<br />

Rheden 6% 2% 6% 338<br />

Rijnwaarden 6% 3% 2% 187<br />

Rozendaal<br />

Wes<strong>te</strong>r<strong>voor</strong>t<br />

Zevenaar 7% 2% 4% 364


Bijlage 2: Vragenlijst IAHG<br />

Kwalitatieve effectmeting In<strong>te</strong>grale Aanpak Huiselijk Geweld (IAHG)<br />

Voor de kwalitatieve effectmeting is deze vragenlijst samenges<strong>te</strong>ld waarin thema’s staan die in de<br />

nulmeting zijn besproken. De vragenlijst wordt <strong>voor</strong>gelegd aan sleu<strong>te</strong>lfiguren <strong>van</strong> de acht organisaties die<br />

samen met de gemeen<strong>te</strong> aan het project deel<strong>nemen</strong>: Regiopolitie Gelderland Midden, Openbaar<br />

Minis<strong>te</strong>rie Arnhem, Reclassering Nederland / Arnhem, Hera Vrouwenop<strong>van</strong>g Gelderland, Kairos<br />

daderhulpverlening, Bureau Jeugdzorg Gelderland, Slachtofferhulp en Hulpverlening Gelderland Midden.<br />

Team Onderzoek en Statistiek vraagt u, als sleu<strong>te</strong>lfiguur <strong>van</strong> een <strong>van</strong> de deel<strong>nemen</strong>de partijen, vriendelijk<br />

of u deze vragenlijst wilt invullen en retourneren vóór 4 maart 2008. Voor dit onderzoek is het belangrijk<br />

dat iedereen de vragenlijst invult zodat alle organisaties ver<strong>te</strong>genwoordigd worden. Mocht u niet <strong>van</strong>af het<br />

begin betrokken zijn bij dit project en sommige vragen niet kunnen beantwoorden, wilt u dan een collega<br />

binnen uw organisatie erbij betrekken die deze vragen misschien wel kan beantwoorden?<br />

Instructie <strong>voor</strong> het invullen <strong>van</strong> de vragenlijst<br />

Bij elk thema is de centrale vraag of er sprake is <strong>van</strong> verbe<strong>te</strong>ring of verslech<strong>te</strong>ring <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> <strong>van</strong> de<br />

situatie <strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> de nulmeting. Voorafgaand aan de vragen wordt kort een samenvatting gegeven <strong>van</strong><br />

de situatie <strong>te</strong>n tijde <strong>van</strong> de nulmeting. Via de mail zult u een digitaal exemplaar ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> het rapport<br />

‘Nulmeting In<strong>te</strong>grale aanpak huiselijk geweld 2004’. Mocht u behoef<strong>te</strong> hebben om dit rapport er op na <strong>te</strong><br />

slaan dan kan dit bij deze.<br />

Bij elk thema is er ruim<strong>te</strong> om een toelichting <strong>te</strong> geven. Voor dit kwalitatieve onderzoek is het belangrijk dat<br />

u zoveel mogelijk uw antwoorden toelicht.<br />

Het invullen <strong>van</strong> de vragenlijst zal ongeveer drie kwartier duren.<br />

Wellicht <strong>te</strong>n overvloede willen wij u verzekeren dat de onderzoeksresulta<strong>te</strong>n op volstrekt anonieme wijze<br />

worden verwerkt en gerappor<strong>te</strong>erd.<br />

Na het invullen <strong>van</strong> de vragenlijst kunt u deze via de retourenvelop <strong>te</strong>rug sturen naar Team Onderzoek en<br />

Statistiek <strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> Arnhem.<br />

Mocht u vragen hebben over dit onderzoek dan kunt u contact op<strong>nemen</strong> met Gerda Welt, Team<br />

Onderzoek en Statistiek (026 377 4766).<br />

Alvast har<strong>te</strong>lijk bedankt <strong>voor</strong> uw medewerking.


De vragen<br />

A. Ke<strong>te</strong>nopvolging<br />

In 2004 was er wat betreft ke<strong>te</strong>nopvolging een verschil tussen het justitiële traject en het<br />

hulpverleningstraject. Binnen het justitiële traject was weinig sprake <strong>van</strong> ontbrekende of slecht<br />

functionerende schakels. Binnen het hulpverleningstraject was er nog onvoldoende afs<strong>te</strong>mming tussen en<br />

duidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden <strong>van</strong> de (vele) betrokken hulpverleningsinstanties.<br />

Overkoepelend was de wederzijdse bekendheid <strong>van</strong> de ke<strong>te</strong>npartners <strong>voor</strong> verbe<strong>te</strong>ring vatbaar.<br />

1a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

Verbe<strong>te</strong>ring Gelijk Verslech<strong>te</strong>ring<br />

gebleven<br />

1. Afs<strong>te</strong>mming tussen de betrokken hulpverleningsinstanties<br />

2. Afs<strong>te</strong>mming tussen de betrokken justitiële organisaties<br />

3. Duidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden <strong>van</strong> de<br />

betrokken hulpverleningsinstanties<br />

4. Wederzijdse bekendheid <strong>van</strong> de ke<strong>te</strong>npartners<br />

1b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

In 2004 werd er gewezen op het belang dat de politie aler<strong>te</strong>r moest worden in het herkennen <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld en het verbe<strong>te</strong>ren <strong>van</strong> de inzetbaarheid <strong>van</strong> de hulpverlenende instanties. Anderzijds<br />

schoot volgens sommigen de nazorg <strong>voor</strong> slachtoffers <strong>van</strong> huiselijk geweld <strong>te</strong>kort.<br />

2a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

Verbe<strong>te</strong>ring Gelijk Verslech<strong>te</strong>ring<br />

gebleven<br />

1. Politie: alertheid in het herkennen <strong>van</strong> huiselijk geweld.<br />

2. Inzetbaarheid <strong>van</strong> hulpverleningsinstanties<br />

3. Nazorg <strong>voor</strong> slachtoffers <strong>van</strong> huiselijk geweld<br />

2b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

In 2004 moes<strong>te</strong>n de mees<strong>te</strong> afspraken nog naar de praktijk vertaald worden.<br />

3a. Vindt u dat in vergelijking met de uitgangssituatie <strong>van</strong> het project <strong>te</strong>n aanzien <strong>van</strong> het vertalen <strong>van</strong><br />

afspraken naar de praktijk de situatie is verbe<strong>te</strong>rd, verslech<strong>te</strong>rd of gelijk gebleven?<br />

verbe<strong>te</strong>rd<br />

gelijk gebleven<br />

verslech<strong>te</strong>rd<br />

3b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:


B. Afs<strong>te</strong>mming tussen strafrech<strong>te</strong>lijk en hulpverleningstraject<br />

Enkele responden<strong>te</strong>n merk<strong>te</strong>n in 2004 op dat de hulpverlenende instanties en de justitiële ins<strong>te</strong>llingen<br />

gescheiden werelden vormen. Er bestonden verschillende beelden over de afs<strong>te</strong>mming tussen het<br />

strafrech<strong>te</strong>lijk en hulpverleningstraject. De politie zou volgens sommigen in een oneigenlijke<br />

hulpverlenerrol <strong>te</strong>recht komen. Dit omdat de politie het slachtoffer en hun kinderen niet kon overdragen<br />

aan hulpverlenende instanties. Aan de andere kant zou destijds volgens enkele anderen de politie meer<br />

begrip en flexibili<strong>te</strong>it kunnen opbrengen wanneer de hulpverlening niet biedt wat de politie verlangt.<br />

4a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

1. Afs<strong>te</strong>mming tussen hulpverlenende instanties en<br />

justitiële ins<strong>te</strong>llingen<br />

2. De scheiding tussen hulpverlenende instanties en de<br />

justitiële ins<strong>te</strong>llingen: verschillende werelden waar<br />

verschillende talen worden gesproken<br />

3. Slachtoffers en kinderen kunnen worden overdragen<br />

aan hulpverleningsins<strong>te</strong>llingen<br />

4. Flexibili<strong>te</strong>it opbrengen wanneer de hulpverlening niet<br />

biedt wat de politie verlangt<br />

Verbe<strong>te</strong>ring<br />

Gelijk<br />

gebleven<br />

Verslech<strong>te</strong>ring<br />

4b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

C. Sys<strong>te</strong>embenadering: aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers<br />

Het was in 2004 onduidelijk in welke ma<strong>te</strong> slachtoffers op de hoog<strong>te</strong> werden gehouden <strong>van</strong> de<br />

strafrech<strong>te</strong>lijke procedure. Daarnaast had Reclassering zich <strong>voor</strong>genomen om meer aandacht <strong>te</strong> bes<strong>te</strong>den<br />

aan de slachtoffers <strong>van</strong> huiselijk geweld. De politie moest volgens protocol de slachtoffers stimuleren om<br />

vrijwillige hulpverlening <strong>te</strong> zoeken. Het feit dat aan slachtoffers op vrijwillige basis hulp wordt verleend kon<br />

be<strong>te</strong>kenen dat het slachtoffer bui<strong>te</strong>n beeld zou blijven.<br />

5a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

1. Aandacht <strong>voor</strong> slachtoffers<br />

2. Slachtoffer op de hoog<strong>te</strong> houden <strong>van</strong> de<br />

strafrech<strong>te</strong>lijke procedure<br />

3. Slachtoffers motiveren <strong>voor</strong> het zoeken naar<br />

vrijwillige hulpverlening<br />

Verbe<strong>te</strong>ring Gelijk gebleven Verslech<strong>te</strong>ring<br />

5b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:


D. Sys<strong>te</strong>embenadering: aandacht <strong>voor</strong> kinderen<br />

De sleu<strong>te</strong>lfiguren <strong>van</strong> de politie, Hera en Kairos s<strong>te</strong>lden in 2004 dat er <strong>voor</strong>alsnog <strong>te</strong> weinig aandacht<br />

was <strong>voor</strong> kinderen. Slecht functionerende jeugdzorg zou volgens sommigen een belangrijke oorzaak zijn.<br />

De wachtlijs<strong>te</strong>n waren lang. Be<strong>te</strong>re afspraken en <strong>voor</strong>lichting zouden ertoe moe<strong>te</strong>n leiden dat bij<strong>voor</strong>beeld<br />

scholen, c<strong>ons</strong>ultatiebureaus, huisartsen en buurtcentra meer oog krijgen <strong>voor</strong> de problematiek.<br />

6a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

1. Aandacht <strong>voor</strong> kinderen<br />

2. Wachtlijs<strong>te</strong>n in de jeugdzorg<br />

3. Oog <strong>voor</strong> huiselijk geweld bij instanties die met<br />

kinderen <strong>te</strong> maken hebben<br />

Verbe<strong>te</strong>ring<br />

Gelijk<br />

gebleven<br />

Verslech<strong>te</strong>ring<br />

6b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

E. Sys<strong>te</strong>embenadering: aandacht <strong>voor</strong> daders in vrijwillige trajec<strong>te</strong>n<br />

De sleu<strong>te</strong>lfiguren <strong>van</strong> Kairos en Hera gaven in 2004 aan dat zij nog weinig samenwerk<strong>te</strong>n op het gebied<br />

<strong>van</strong> vrijwillige daderhulpverlening. In het protocol staat dat de politie de daders moest motiveren <strong>voor</strong><br />

vrijwillige hulpverlening.<br />

7a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

1. Aandacht <strong>voor</strong> vrijwillige daderhulpverlening<br />

2. Samenwerking op het gebied <strong>van</strong> vrijwillige<br />

daderhulpverlening<br />

3. Daders motiveren <strong>voor</strong> vrijwillige hulpverlening<br />

Verbe<strong>te</strong>ring<br />

Gelijk<br />

gebleven<br />

Verslech<strong>te</strong>ring<br />

7b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

F. Gelijktijdigheid<br />

Wachtlijs<strong>te</strong>n zorgden in 2004 er<strong>voor</strong> dat gelijktijdige hulpverlening <strong>voor</strong> dader, slachtoffer en kinderen<br />

niet altijd gerealiseerd kon worden. De wachttijden in de jeugdzorg werden als een knellend probleem<br />

ervaren. Ook <strong>voor</strong> slachtoffers kon het even duren <strong>voor</strong>dat hulp kon worden geboden. De<br />

daderhulpverlening kamp<strong>te</strong> het minst met wachtlijs<strong>te</strong>n.


8a. Vindt u dat in vergelijking met de uitgangssituatie <strong>van</strong> het project de gelijktijdigheid <strong>van</strong> de<br />

hulpverlening is verbe<strong>te</strong>rd, verslech<strong>te</strong>rd of gelijk gebleven?<br />

verbe<strong>te</strong>rd<br />

gelijk gebleven<br />

verslech<strong>te</strong>rd<br />

8b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

G. Inzich<strong>te</strong>lijkheid<br />

De mees<strong>te</strong> responden<strong>te</strong>n hadden in 2004 niet de indruk dat de justitiële en hulpverleningstrajec<strong>te</strong>n<br />

inzich<strong>te</strong>lijk waren <strong>voor</strong> daders en slachtoffers. Het brede scala aan bij huiselijk geweld betrokken<br />

hulpverleningsinstanties werd door velen als <strong>te</strong> versnipperd en ondoorzichtig ervaren. De politie is daarom<br />

destijds begonnen met de samenwerking met ‘<strong>voor</strong>deurpartners’.<br />

9a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

Verbe<strong>te</strong>ring Gelijk gebleven Verslech<strong>te</strong>ring<br />

1. Inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>van</strong> het justitiële traject<br />

2. Inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>van</strong> het<br />

hulpverleningstraject<br />

9b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

In 2004 werd meer baat verwacht <strong>van</strong> de activi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n <strong>van</strong> de casemanagers en <strong>van</strong> een centraal<br />

meldpunt. Gehoopt werd dat met een centraal meldpunt de aandacht <strong>voor</strong> een in<strong>te</strong>grale aanpak <strong>van</strong><br />

huiselijk geweld verankerd zou zijn in het lokale gezondheidsbeleid. Niet ieder was enthousiast over een<br />

meldpunt omdat dit verkeerde verwachtingen kon wekken. Ui<strong>te</strong>indelijk is mede op initiatief <strong>van</strong> het<br />

minis<strong>te</strong>rie <strong>van</strong> VWS het Advies- en S<strong>te</strong>unpunt Huiselijk Geweld opgericht.<br />

10a. Vindt u dat in vergelijking met de uitgangssituatie door de komst <strong>van</strong> het Advies- en S<strong>te</strong>unpunt<br />

Huiselijk Geweld de inzich<strong>te</strong>lijkheid <strong>voor</strong> daders en slachtoffers is verbe<strong>te</strong>rd, verslech<strong>te</strong>rd of gelijk<br />

gebleven?<br />

verbe<strong>te</strong>rd<br />

gelijk gebleven<br />

verslech<strong>te</strong>rd<br />

10b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:


H. Uitwisseling <strong>van</strong> informatie<br />

In 2004 was er volgens de politie weinig sprake <strong>van</strong> informatie-uitwisseling tussen de strafrechtke<strong>te</strong>n en<br />

de hulpverleningske<strong>te</strong>n. Vooral de <strong>te</strong>rugkoppeling <strong>van</strong>uit de hulpverleningsinstanties over door de politie<br />

aangemelde personen zou <strong>te</strong> wensen overla<strong>te</strong>n. Sommigen hadden het beeld dat de uitwisseling <strong>van</strong><br />

informatie beperkt zou worden omdat instanties vaak niet uit zich zelf op het idee komen om andere<br />

instanties <strong>van</strong> nuttige informatie <strong>te</strong> <strong>voor</strong>zien of om <strong>te</strong>rugkoppeling <strong>te</strong> vragen.<br />

11a. Kunt u <strong>van</strong> de onderstaande aspec<strong>te</strong>n aangeven of er sprake is <strong>van</strong> een verbe<strong>te</strong>ring of een<br />

verslech<strong>te</strong>ring in vergelijking met de situatie in 2004?<br />

Verbe<strong>te</strong>ring Gelijk Verslech<strong>te</strong>ring<br />

gebleven<br />

1. Informatie-uitwisseling tussen de strafrechtke<strong>te</strong>n<br />

en de hulpverleningske<strong>te</strong>n.<br />

2. Informatie-uitwisseling tussen hulpverlenende<br />

ins<strong>te</strong>llingen<br />

3. Uitwisseling <strong>van</strong> expertise tussen<br />

hulpverleningsins<strong>te</strong>llingen<br />

11b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

In 2004 merk<strong>te</strong>n responden<strong>te</strong>n op dat privacywetgeving de mogelijkheden <strong>van</strong> informatie uitwisseling<br />

beperk<strong>te</strong>.<br />

12a. Vindt u dat in vergelijking met de uitgangssituatie <strong>van</strong> het project na de privacywetgeving de<br />

informatie-uitwisseling is verbe<strong>te</strong>rd, verslech<strong>te</strong>rd of gelijk gebleven?<br />

verbe<strong>te</strong>rd<br />

gelijk gebleven<br />

verslech<strong>te</strong>rd<br />

12b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:<br />

I. Regierol gemeen<strong>te</strong><br />

In 2004 bleek uit een aantal opmerkingen over de regierol <strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> dat er enige<br />

onduidelijkheid bestond over de ma<strong>te</strong> waarin de gemeen<strong>te</strong> inhoudelijke sturing moest geven aan de<br />

in<strong>te</strong>grale aanpak.<br />

13a. Vindt u dat in vergelijking met de uitgangssituatie <strong>van</strong> het project de duidelijkheid over de regierol<br />

<strong>van</strong> de gemeen<strong>te</strong> is verbe<strong>te</strong>rd, verslech<strong>te</strong>rd of gelijk gebleven?<br />

verbe<strong>te</strong>rd<br />

gelijk gebleven<br />

verslech<strong>te</strong>rd<br />

13b. Kunt u aangeven waar eventuele verbe<strong>te</strong>ringen of verslech<strong>te</strong>ringen zich in ui<strong>te</strong>n?<br />

Toelichting:


J. Faal- en succesfactoren <strong>van</strong> het project<br />

14. In 2004 zijn diverse succes- en faalfactoren genoemd <strong>van</strong> het project. Wat zijn volgens u nu de<br />

succes- en faalfactoren <strong>van</strong> het project?<br />

Succesfactoren:<br />

Faalfactoren:<br />

Tot slot<br />

15. Binnen welk traject is uw organisatie werkzaam?<br />

Justitiële traject<br />

Hulpverleningstraject<br />

Bui<strong>te</strong>n justitieel en hulpverleningstraject<br />

16. Hebt u nog opmerkingen of vragen gemist dan kunt u deze hier no<strong>te</strong>ren:<br />

Har<strong>te</strong>lijk dank <strong>voor</strong> het invullen <strong>van</strong> de vragenlijst.<br />

U kunt de vragenlijst via de retourenvelop <strong>te</strong>rugsturen naar Team Onderzoek en Statistiek.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!