TBS Overspanningsbeveiligingssystemen - OBO Bettermann

TBS 

Overspanningsbeveiligingssystemen

TBS. Waarden beschermen. 

OBO: mijn merk. 

Professionele oplossingen voor alle domeinen van de elektrotechnische 

installatietechniek. Praktijkgericht en overzichtelijk 

ingedeeld in zes productgroepen. OBO - een compleet gamma 

uit één hand. Altijd snel verkrijgbaar, probleemloos bij 

montage en gebruik, met een hoge materiaalkwaliteit en een 

op de toekomst gerichte elektronica, een lange levensduur 

en een hoge betrouwbaarheid in het dagdagelijkse gebruik. 

OBO. Daarmee werkt de vakman.

Nieuwe indeling. 

De OBO-systemen in één oogopslag. 

Het OBO-gamma: 

nu met zes productgroepen. 

OBO Bettermann heeft zijn productengamma 

opnieuw ingedeeld. Voortaan 

vormen de beveiligingssystemen 

tegen transiënten en bliksem een afzonderlijk 

segment met de benaming 

TBS. Deze cataloog behandelt het 

gamma overspanningsbeveiligingssystemen 

(in het overzicht met oranje 

aangeduid). 

De productgroep VBS is nu nog uitsluitend 

voorbehouden voor de verbindings- 

en bevestigingssystemen 

van OBO. Met deze verandering wil 

OBO inspelen op het sterk toegenomen 

belang van de TBS-productgroep. 

Met talrijke innovaties en 

nieuw ontwikkelde producten behoort 

OBO intussen ook in dit vakgebied 

wereldwijd tot de marktleiders. 

VBS. Verbindings- en 

bevestigingssystemen 

Verbindingssystemen 

Bevestigingssystemen 

Draagklemsystemen 

Railsystemen 

Schroef- en slagsystemen 

TBS. Beveiligingssystemen 

tegen transiënten en bliksem 

Overspanningsbeveiligingssystemen 

Potentiaalvereffeningssystemen 

Aardingssystemen 

Bliksembeveiligingssystemen 

KTS. Kabeldraagsystemen 

Montagesystemen 

Kabelgoten 

Draadgoten 

Kabelladders 

Verticale ladders 

Modulaire systemen 

Armatuurdraagkanalen 

GKS-kabelgoten 

Verdelers 

Inox onderdelen 

BSS. Brandbeveiligingssystemen LFS. Leidingvoerende systemen UFS. Ondervloersystemen 

Brandwerende doorvoeren 

Brandwerende kanalen 

Functiebehoud bij brand 

Installatiekanalen 

Distributiekanalen 

IBIS Integral 

Distributiezuilen 

Ondervloerinstallatiekanalen 

ISO A-kanalen 

Systemen voor dubbele en holle bodem 

1

OBO. Daarmee werkt de vakman. 

Perfecte oplossingen voor alle domeinen 

van de elektrotechnische 

installatietechniek. Gebruiksvriendelijke, 

praktijkgerichte producten 

voor een snelle, probleemloze 

montage. Dat is wat telt voor professionals. 

En daarvoor staat het 

merk OBO. 

Voor onze klanten betekent dit: 

Een compleet productengamma, 

met meer dan 30.000 artikelen 

Eigen ontwikkeling en productie 

Continue productverbetering en 

-ontwikkeling 

Geteste materiaal- en productiekwaliteit 

– bevestigd door talrijke 

nationale en internationale keurmerken 

en attesten – van het GSen 

het VDE-keurmerk tot en met 

de UL-toelating 

5 jaar productgarantie op alle 

overspanningsbeveiligingen 

Actieve deelname in nationale en 

internationale standaardisatiecommissies 

 

 

Gecertificeerd volgens DIN EN ISO 

9001 

OBO-hotline voor advies en hulp bij 

het oplossen van problemen 

OBO - merkproducten die 

renderen! 

2

Sneller, dichter, beter. 

OBO is lokaal aanwezig. 

Alleen wie met competente gesprekspartners 

lokaal aanwezig is, kan snel en 

flexibel reageren op de wensen van de 

klanten en de markt. In meer dan 50 

landen is OBO Bettermann aanwezig 

met dochterondernemingen, regionale 

vestigingen en vertegenwoordigingen 

voor de vakhandel, de elektro-installateur 

en de industrie. Sedert meer dan 

90 jaar staat de klant in onze activiteiten 

centraal. 

Advies met systeem. 

Deskundige medewerkers staan u met 

raad en daad bij – of het nu gaat om 

technische info, bestekteksten of software 

voor het ontwerpen van een installatie. 

De actieve ondersteuning voor 

een papierloze afhandeling van een opdracht 

of het ter beschikking stellen 

van actuele analyses van producten en 

markten zijn nog andere aspecten van 

de dienstverlening die van OBO een van 

de leidinggevende fabrikanten hebben 

gemaakt in de systeemtechniek voor 

gebouwen. 

Snel en betrouwbaar. 

Logistiek à la OBO. 

Het begrip kwaliteit slaat bij OBO niet 

alleen op producten en systemen, 

maar ook op onze dienstverlening. Zo 

hebben wij voor het transport speciale 

verpakkingsconcepten ontwikkeld, die 

er samen met de vlekkeloze OBOlogistiek 

voor zorgen dat uw bestelling 

in perfecte staat geleverd wordt daar 

waar ze gebruikt zal worden – snel, 

veilig en betrouwbaar. 

Bijzondere opdrachten vergen 

bijzondere oplossingen. 

De vaklui van OBO Projekt und 

Systemtechnik zijn specialisten op het 

gebied van planning en engineering 

voor de industrie, de installatietechniek 

en grootschalige projecten wereldwijd. 

Vanaf de verwerking van de plannen tot 

en met de gedetailleerde montagehandleiding: 

de service aan onze klanten 

staat altijd centraal. 

3

Informatie over deze cataloog 

Centrale technische hotline 

Tel. 02373/89-15 00 

Fax 02373/89-15 50 

E-mail hotline@obo.de 

Internet www.obo.de 

Bestellingen 

België 

Tel. 03/870.74.00 

Fax 03/887.40.00 

E-mail info@obo.be 

Nederland 

Tel. 0297-23.72.00 

Fax 0297-23.72.09 

E-mail info@obo-bettermann.nl 

www.obo.be & 

www.obo-bettermann.nl 

Dé adressen voor prijsinformatie, 

catalogi, technische informatie, 

recente brochures, een overzicht 

van de scholingen en nog veel meer. 

CE 

Alle producten in deze catalogus zijn 

CE-conform. Dat geldt ook voor onderdelen 

zoals bouten en moeren die deel 

uitmaken van een bepaald product. 

Internationale EAN-code 

Van alle producten in deze catalogus 

vindt u in de prijslijst het 13-cijferige 

Europese artikelnummer (EAN). 

Gegevens in verband met: 

Algemene installatierichtlijnen 

Keurmerken 

Pictogrammen 

Technische informatie 

Lijsten volgens bestelnummer 

en type 

Index 

Verklaring van begrippen 

vindt u in het hoofdstuk Informatie. 

Fouten en technische wijzigingen voorbehouden. 

Nadruk evenals elektronische 

reproductie enkel met onze schriftelijke 

toestemming. 

OBO Scholingen 

 

 

 

TBS Basisprincipes van de 

uitwendige bliksembeveiliging 

TBS Overspanningsbeveiliging 

in de energietechniek 

TBS Overspanningsbeveiliging 

in de communicatie- en datatechniek 

OBO 

SEMINARE 

Kennis uit de eerste hand. 

Voorsprong door kennis. Ons doel is u 

te informeren over actuele ontwikkelingen, 

trends, normen en voorschriften, 

om u in uw concurrentiepositie te ondersteunen 

en sterker te maken. Ook 

de omzetting van die kennis naar uw 

dagdagelijkse praktijk staat in onze 

scholingen sterk op de voorgrond. Om 

die reden worden aan onze scholingen 

praktijkgerichte workshops gekoppeld. 

OBO TBS scholingen 

Maak gebruik van de uitgebreide infosessies 

over de producten uit deze 

catalogus! Gedetailleerde informatie in 

verband met plaats en data van de 

scholingen kunt u bekomen bij onze 

vestigingen of op het internet-adres 

www.obo.be 

4

Overspanningsbeveiliging is een thema 

dat de laatste jaren voortdurend spanningspieken of blikseminslag zeer omvangrijk: research in het do- 

garanderen en beschadiging door De dienstverlening van het BET is 

aan belang heeft gewonnen. Dure voorkomen. 

mein bliksembeveiliging en de bijbehorende 

bliksemproeven, het testen 

elektronische toestellen die gevoelig 

reageren op spanningspieken op het Het OBO gamma in overspanningsbeveiligingssystemen 

is breed: van uitwendige bliksembeveiliging en het 

van onderdelen en structuren voor 

net vindt men allang niet meer alleen 

in kantoren en fabrieken, maar in elke de basis- tot de fijnbeveiliging van uitvoeren van omvangrijke testreeksen 

voor overspanningsbeveiligin- 

privé-woning. 

de netvoeding, over de beveiling van 

datalijnen en meet-, stuuren regelsystemen, 

tot scheidingsvonkbrugpatibiliteitstests, 

proefnemingen en 

gen. Naast elektromagnetische com- 

Uiterst gevoelige computer-, telecommunicatie- 

en datanetwerken gen, die centraal of decentraal ingezet 

kunnen worden. 

tificaten, behoort ook de organisatie 

expertises en het opstellen van cer- 

vormen vandaag de ruggengraat van 

wereldomvattende communicatiestructuren, 

zonder welke geen enke- 

opdrachten van het BET. 

van opleidingen en seminaries tot de 

le onderneming of openbare dienst 

nog goed kan functioneren. Machines 

en productielijnen worden gecon- 

complex thema. Profiteer daarom van 

Overspanningsbeveiliging is een 

troleerd en gestuurd door elektronica. 

Zelfs in de dienstensector kan 

gebied. Wij informeren u vakkundig 

onze knowhow en ervaring op dit 

men niet meer zonder computergestuurde 

hulpmiddelen. 

uitgebreide documentatie in gedruk- 

en gedetailleerd aan de hand van 

te en in digitale vorm. 

Het raakpunt van al deze systemen 

is hun afhankelijkheid van elektrische Reeds vele jaren is het BET (Blitzschutz- 

und EMV-Technologiezendings- 

en conferentiecentrum te 

Bovendien bieden wij u in ons oplei- 

energie, van hoog- en laagspanningssystemen, 

van een continue stroomvoorziening 

de klok rond. 

opgericht door Ulrich L. Bettermann, gen en dochterondernemingen, op 

trum) te Menden, dat in 1995 werd Menden, evenals in onze vestigin- 

intensief actief op het gebied van regelmatige basis praktijkgerichte 

Reeds vele jaren richt OBO zich op overspanningsbeveiliging. In dit onafhankelijke 

testinstituut worden be- 

aan rond overspanningsbeveiliging. 

basisen vervolmakingsseminaries 

de ontwikkeling en de productie van 

beveiligings- en regelsystemen die veiligingssystemen onderworpen aan Neem met ons contact op zodat wij 

de energievoorziening ook onder de grondige tests onder realistische voor u een plaats kunnen reserveren! 

slechtst denkbare omstandigheden omstandigheden. 

Buizen 

Transistoren 

Geïntegreerde 

schakelingen 

Aantal storingen en 

toestellen met electronica 

Personal computer 

Storingsbestendigheid 

1950 1960 1970 1980 1990 2000 

De geschiedenis van EMC (elektromagnetische compatibiliteit) 

Het aantal – dikwijls aanzienlijke – sonal computers, samen met hun ningsbestendigheid. De huidige 

schadegevallen veroorzaakt door randapparatuur, reageert gevoelig componenten werden gevoeliger 

overspanningen, is de laatste jaren op spanningsverhogingen in het voor overspanningen doordat de afstand 

tussen geleiders inmiddels 

duidelijk toegenomen. Waaraan ligt laagspanningsnet. Daarnaast zijn er 

dat? De oorzaak is niet, zoals men nog de elektronisch gestuurde huishoudelijke 

apparaten op zowat alle ceerd. Dat heeft tot gevolg dat van- 

met een factor tien werd geredu- 

zou kunnen vermoeden, een toegenomen 

onweersactiviteit. 

gebieden, zoals verwarmingsinstallaties, 

telefoon- en alarmsystemen, pieken van slechts enkele tientallen 

daag reeds relatief kleine spannings- 

Er blijken twee andere oorzaken te evenals een brede waaier huishoudelijke 

en keukenapparaten, van de om bijvoorbeeld de interfacekaart 

volt op de datalijn kunnen volstaan 

zijn: 

Enerzijds zijn vandaag ook privéwoningen 

meer dan ooit uitgerust verwarming tot de programmeerba- 

via een sensor gestuurde elektrische van een Internet-pc te beschadigen. 

met gevoelige elektronica. Het is re wasmachine. 

allang niet meer alleen het tv-toestel 

dat gevoelig is voor overspanningen. Anderzijds is er de technische vooruitgang. 

De vroeger gebruikte elek- 

Een breed gamma van consumentenelektronica 

zoals hifi-installaties, tronische componenten kenmerkten 

videorecorders, dvd-spelers en per- 

zich door een duidelijk hogere span- 

Industriële installaties: de weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging................ blz. 14 

Privé-woning: de weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging............................ blz. 15 

Keuzehulp netsysteem TN-C-S................................................................................. blz. 16 

Keuzehulp netsysteem TN-S..................................................................................... blz. 17 

Keuzehulp netsysteem TT......................................................................................... blz. 18 

Bliksemstroomafleider LightningController MC 50-B VDE ......................................... blz. 20 

Bliksemstroomafleider LightningController MC 125-B/NPE ....................................... blz. 22 

Coordinated LightningControllers MCD 50-B en MCD 125-B/NPE ........................... blz. 24 

Systeemoplossingen VG, SA ................................................................................... blz. 26 

Ontkoppelingsspoel LightningCoordinator LC 63...................................................... blz. 28 

Bliksemstroomafleider CombiController V 25-B+C, V 25-B+C/...+NPE..................... blz. 30 

Overspanningsafleider SurgeController V 20-C, V 20-C/... + NPE............................. blz. 34 

Bewakingsmodule V 25-B+C/FS, V 20-C/FS............................................................ blz. 38 

Bewakingsmodule V 25-B+C/AS, V 20-C/AS ........................................................... blz. 40 

Bewakingsmodule V 25-B+C/FS-SÜ, V 20-C/FS-SÜ .................................................... blz. 42 

Overspanningsafleider voor fotovoltaïsche installaties V 20-C/U-PH ......................... blz. 44 

Controlesysteem ISOLAB ......................................................................................... blz. 46 

Controlesysteem Peak-Current-Sensor PCS............................................................. blz. 48 

Productinfo in verband met de fijnbeveiliging van de netvoeding . . . . . . . . . . . . . . blz. 52 

Beveiliging voor stopcontact EP 220-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 54 

Beveiliging voor stopcontact ANS-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 56 

Fijnbeveiliging voor computers CNS-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 58 

Beveiliging met meervoudig stopcontact CNS 3-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 60 

Beveiliging voor stopcontact SNS-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 62 

Fijnbeveiligingen KNS-D, KNS/IS-D voor wand- en kanaalinbouwdozen . . . . . . . . . blz. 64 

Fijnbeveiliging UNS-D voor ondervloersystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 66 

Fijnbeveiligingen VF 230-AC-FS, VF 230-AC, VF 230-AC/20A voor DIN-rail . . . . . . . blz. 68 

De weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging voor dataleidingen . . . . . . . . . blz. 73 

Welk beveiligingsapparaat voor welke interface? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 74 

Overspanningsbeveiliging voor analoge telecommunicatielijnen . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 76 

Overspanningsbeveiliging voor ISDN- en ADSL-installaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 78 

Overspanningsbeveiliging voor Ethernet 10Base2 (Cheapernet) en 

Ethernet 10Base5 (Yellow-cable) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 80 

Overspanningsbeveiliging voor Ethernet Twisted Pair . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 82 

Fijnbeveiligingen SD en ASP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 84 

Coaxiaal: S-UHF, DS-BNC en DS-N . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 86 

Productinfo MSR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 90 

Keuzehulp MSR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 91 

Bliksembarrières OBO VF en VF-FS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 92 

Bliksembarrières FRD, FLD en bliksemstroomafleider TKS-B . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 94 

LSA-Plus-techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 96 

Wanneer beschermingsvonkbrug, wanneer scheidingsvonkbrug?. . . . . . . . . . . . . . blz. 100 

Scheidingsvonkbruggen 480 en 481. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 102 

Beschermingsvonkbrug 482. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 104 

Koppeling van aardingsinstallaties FS-V 20 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 105 

Algemene installatierichtlijnen.................................................................................... blz. 108 

Keuzehulp »Privé-woning met externe bliksembeveiligingsinstallatie«........................ blz. 110 

Keuzehulp »Privé-woning zonder externe bliksembeveiligingsinstallatie« ................... blz. 112 

Keuzehulp »Kantoorgebouw met externe bliksembeveiligingsinstallatie« ................... blz. 114 

Keuzehulp »Industrieel gebouw met externe bliksembeveiligingsinstallatie«............... blz. 116 

Overspanningsbeveiligings-ABC ............................................................................... blz. 118 

Normen en richtlijnen ................................................................................................ blz. 120 

Alfabetische index..................................................................................................... blz. 123 

Index volgens bestelnummer .................................................................................... blz. 124 

Index volgens type.................................................................................................... blz. 126 

Kortingsgroepen ....................................................................................................... blz. 128 

Verkoop- en leveringsvoorwaarden ........................................................................... blz. 129 

Inhoud 

Overspanningsbeveiliging: 

een doeltreffende beveiliging van gevoelige elektronica 

Moderne elektronica – 

bijzonder gevoelig voor overspanningen 

Informatie rond het thema 

overspanning 

Basisbeveiliging net 

Basisbeveiliging netvoeding 

Fijnbeveiliging van de netvoeding 

Fijnbeveiliging netvoeding 

Datalijnbeveiliging 

Beveiliging van datalijnen 

Beveiliging van Meet-, Stuur- en Regelsystemen 

Beveiliging van meet-, 

stuuren regelsystemen 

Beschermings- en scheidingsvonkbruggen 

Beschermings- en 

scheidingsvonkbruggen 

Technische bijlagen 

Commerciële bijlagen 



vanaf p. 121 

Alfabetische index 

Index volgens bestelnummer en type 

Leveringsvoorwaarden

Overspanningsbeveiliging: 

een doeltreffende beveiliging van gevoelige elektronica 

Overspanningsbeveiliging is een thema 

dat de laatste jaren voortdurend 

aan belang heeft gewonnen. Dure 

elektronische toestellen die gevoelig 

reageren op spanningspieken op het 

net vindt men allang niet meer alleen 

in kantoren en fabrieken, maar in elke 

privé-woning. 

Uiterst gevoelige computer-, telecommunicatie- 

en datanetwerken 

vormen vandaag de ruggengraat van 

wereldomvattende communicatiestructuren, 

zonder welke geen enkele 

onderneming of openbare dienst 

nog goed kan functioneren. Machines 

en productielijnen worden gecontroleerd 

en gestuurd door elektronica. 

Zelfs in de dienstensector kan 

men niet meer zonder computergestuurde 

hulpmiddelen. 

Het raakpunt van al deze systemen 

is hun afhankelijkheid van elektrische 

energie, van hoog- en laagspanningssystemen, 

van een continue stroomvoorziening 

de klok rond. 

Reeds vele jaren richt OBO zich op 

de ontwikkeling en de productie van 

beveiligings- en regelsystemen die 

de energievoorziening ook onder de 

slechtst denkbare omstandigheden 

garanderen en beschadiging door 

spanningspieken of blikseminslag 

voorkomen. 

Het OBO gamma in overspanningsbeveiligingssystemen 

is breed: van 

de basis- tot de fijnbeveiliging van 

de netvoeding, over de beveiling van 

datalijnen en meet-, stuuren regelsystemen, 

tot scheidingsvonkbruggen, 

die centraal of decentraal ingezet 

kunnen worden. 

Reeds vele jaren is het BET (Blitzschutz- 

und EMV-Technologiezentrum) 

te Menden, dat in 1995 werd 

opgericht door Ulrich L. Bettermann, 

intensief actief op het gebied van 

overspanningsbeveiliging. In dit onafhankelijke 

testinstituut worden beveiligingssystemen 

onderworpen aan 

grondige tests onder realistische 

omstandigheden. 

De dienstverlening van het BET is 

zeer omvangrijk: research in het domein 

bliksembeveiliging en de bijbehorende 

bliksemproeven, het testen 

van onderdelen en structuren voor 

uitwendige bliksembeveiliging en het 

uitvoeren van omvangrijke testreeksen 

voor overspanningsbeveiligingen. 

Naast elektromagnetische compatibiliteitstests, 

proefnemingen en 

expertises en het opstellen van certificaten, 

behoort ook de organisatie 

van opleidingen en seminaries tot de 

opdrachten van het BET. 

Overspanningsbeveiliging is een 

complex thema. Profiteer daarom van 

onze knowhow en ervaring op dit 

gebied. Wij informeren u vakkundig 

en gedetailleerd aan de hand van 

uitgebreide documentatie in gedrukte 

en in digitale vorm. 

Bovendien bieden wij u in ons opleidings- 

en conferentiecentrum te 

Menden, evenals in onze vestigingen 

en dochterondernemingen, op 

regelmatige basis praktijkgerichte 

basisen vervolmakingsseminaries 

aan rond overspanningsbeveiliging. 

Neem met ons contact op zodat wij 

voor u een plaats kunnen reserveren! 

6

Moderne elektronica – 

bijzonder gevoelig voor overspanningen 

Aantal storingen en 

toestellen met electronica 

Buizen 

Transistoren 

Geïntegreerde 

schakelingen 

Personal computer 

Storingsbestendigheid 

1950 1960 1970 1980 1990 2000 

De geschiedenis van EMC (elektromagnetische compatibiliteit) 

Het aantal – dikwijls aanzienlijke – 

schadegevallen veroorzaakt door 

overspanningen, is de laatste jaren 

duidelijk toegenomen. Waaraan ligt 

dat? De oorzaak is niet, zoals men 

zou kunnen vermoeden, een toegenomen 

onweersactiviteit. 

Er blijken twee andere oorzaken te 

zijn: 

Enerzijds zijn vandaag ook privéwoningen 

meer dan ooit uitgerust 

met gevoelige elektronica. Het is 

allang niet meer alleen het tv-toestel 

dat gevoelig is voor overspanningen. 

Een breed gamma van consumentenelektronica 

zoals hifi-installaties, 

videorecorders, dvd-spelers en personal 

computers, samen met hun 

randapparatuur, reageert gevoelig 

op spanningsverhogingen in het 

laagspanningsnet. Daarnaast zijn er 

nog de elektronisch gestuurde huishoudelijke 

apparaten op zowat alle 

gebieden, zoals verwarmingsinstallaties, 

telefoon- en alarmsystemen, 

evenals een brede waaier huishoudelijke 

en keukenapparaten, van de 

via een sensor gestuurde elektrische 

verwarming tot de programmeerbare 

wasmachine. 

Anderzijds is er de technische vooruitgang. 

De vroeger gebruikte elektronische 

componenten kenmerkten 

zich door een duidelijk hogere spanningsbestendigheid. 

De huidige 

componenten werden gevoeliger 

voor overspanningen doordat de afstand 

tussen geleiders inmiddels 

met een factor tien werd gereduceerd. 

Dat heeft tot gevolg dat vandaag 

reeds relatief kleine spanningspieken 

van slechts enkele tientallen 

volt op de datalijn kunnen volstaan 

om bijvoorbeeld de interfacekaart 

van een Internet-pc te beschadigen. 

7

De oorzaken van overspanningen 

Transiënte overspanning 

Zoals de grafiek aantoont, worden 

de hoogste spanningspieken in het 

laagspanningsnet veroorzaakt door 

bliksemontladingen. De hoge energieinhoud 

van overspanningen ten gevolge 

van een directe blikseminslag 

op de externe bliksembeveiligingsinstallatie 

of een bovengrondse laagspanningslijn 

veroorzaakt meestal 

een totale uitval van de aangesloten 

verbruikers en beschadiging van de 

isolatie. Maar ook spanningspieken 

die geïnduceerd worden in de installaties 

in het gebouw, evenals in de 

energieen datalijnen, kunnen oplopen 

tot een veelvoud van de nominale 

bedrijfsspanning. Ook schakeloverspanningen, 

die weliswaar niet zo'n 

hoge spanningspieken veroorzaken 

als bliksemontladingen, maar die wel 

veel vaker voorkomen, kunnen leiden 

tot een onmiddellijke uitval van 

de installaties. Over het algemeen 

bedraagt een schakeloverspanning 

het dubbele tot het drievoudige van 

de bedrijfsspanning. Bliksemoverspanningen 

daarentegen kunnen 

soms het twintigvoudige van de 

nominale spanning bereiken, gecombineerd 

met een hoge getransporteerde 

energie-inhoud. Vaak komt 

het pas met enige vertraging tot een 

uitval, omdat de kleinere transiënten 

de elektronische componenten versneld 

verouderen en aldus de betrokken 

toestellen op een sluipende 

manier beschadigen. 

8

Er is een ganse rij van oorzaken 

die verantwoordelijk zijn voor 

overspanningen in laagspannings-, 

MSR-, data- en telecommunicatienetten. 

Het grootste 

gevaar gaat echter uit van de 

vier volgende categorieën: 

Directe blikseminslag 

Als een bliksem rechtstreeks inslaat 

op een gebouw met een externe bliksembeveiligingsinstallatie 

of op geaarde 

constructies op het dak (dakantenne, 

satellietantenne, metalen 

delen van het gebouw, enz.) dan 

ontstaat er een spanningsverhoging 

over de aardingsimpedantie en een 

galvanische inkoppeling van hoge 

deelbliksemstromen via de beschermingsgeleider 

(PE) in de installatie in 

het gebouw en de aangesloten 

toestellen. 

Bovendien kan een bliksem direct 

inslaan op de leidingen van de 

stroomvoorziening (bovengrondse 

laagspanningslijnen) of op de datalijnen 

en langs deze weg zeer hoge 

deelbliksemstromen inkoppelen in 

het gebouw. 

Blikseminslag in de nabije 

omgeving 

Ook wanneer het gebouw zelf niet 

rechtstreeks door de bliksem getroffen 

wordt, kunnen blikseminslagen 

in de nabije omgeving spanningspieken 

veroorzaken in de installaties van 

het gebouw. We onderscheiden drie 

oorzaken van overspanningen in de 

bekabeling van de elektrische installaties 

en toestellen: 

- galvanische inkoppeling: deelbliksemstromen 

kunnen via de bodem 

in de aardingsinstallatie van het gebouw 

binnenkomen en aanzienlijke 

schade veroorzaken 

- inductieve inkoppeling: via het magnetische 

veld rond het bliksemkanaal, 

vooral in lange geleidende 

lussen in gebouwen (deze werken 

als antennes en bevorderen de inductieve 

inkoppeling) 

- capacitieve inkoppeling: door het 

elektrische veld tussen twee punten 

met een groot potentiaalverschil, 

zoals bijvoorbeeld tussen een 

bliksemkanaal en elektrische leidingen 

Blikseminslag op grotere afstand 

Zelfs blikseminslagen op afstanden 

van meerdere honderden meter 

kunnen nog aanzienlijke schade veroorzaken 

in laagspannings- en datalijnen 

via galvanische, inductieve of 

capacitieve inkoppeling in de 

aardingsinstallaties van gebouwen. 

Zelfs bliksemontladingen in wolken 

of tussen wolken onderling kunnen 

via het bijbehorende elektromagnetische 

veld spanningspieken inkoppelen 

in leidingen. 

Schakeloverspanningen 

Schakeloverspanningen ontstaan 

door schakelmanoeuvers (zowel in 

als uit) op hoog- of laagspanning, 

door het schakelen van inductieve en 

capacitieve belastingen en door het 

onderbreken van kortsluitstromen. 

Vooral het uitschakelen van productie-installaties, 

verlichtingssystemen 

of transformatoren kan in nabijgelegen 

elektrische toestellen beschadiging 

tot gevolg hebben. 

K/ 

Grootte van de storingen In LS-netten 

Overspanningsfactor 

30 

26 

22 

18 

14 

Schakeloverspanningen 

Tijdelijke spanningsverhogingen 

Bliksemoverspanningen 

Û r 

v 

6000 

(IV) 

4000 

(III) 

= 

isolatiestootspanning/ 

installatiecategorie 

10 

6 

2 

Harmonischen 

Langzame en snelle spanningsveranderingen 

Spanningsdalingen 

Korte onderbrekingen 

2500 

(II) 

1500 

(I) 

9

Het gevaar voor overspanningsschade 

verkleinen door het toepassen van bliksembeveiligingszones 

LPZ 0A 

LPZ 0B 

LPZ 1 

LPZ 2 

LPZ 3 

Overspanning stapsgewijs 

tot een ongevaarlijk niveau 

reduceren 

Het bliksembeveiligingszoneconcept 

zoals beschreven in de internationale 

norm IEC 61312-1 heeft bewezen 

zinvol en doeltreffend te zijn. De basis 

van dit concept is het principe 

om overspanningen stapsgewijs te 

reduceren tot een ongevaarlijk 

niveau, vooraleer ze het eindtoestel 

bereiken en daar schade kunnen 

aanrichten. Om dat te realiseren 

wordt het volledige energienet van 

een gebouw onderverdeeld in bliksembeveiligingszones 

(LPZ = 

Lightning Protection Zone). Bij elke 

overgang van één zone naar een 

andere wordt een overspanningsafleider 

geïnstalleerd, aangepast aan 

de daar vereiste toepassingsklasse. 

Een concept met talrijke 

voordelen 

De essentiële voordelen van dit concept 

zijn: 

Minimaliseren van inkoppelingen 

in andere leidingsystemen door 

het afleiden van de gevaarlijke, 

energierijke bliksemstromen direct 

op de plaats waar de leidingen 

het gebouw binnenkomen. 

Vermijden van storingen door 

magnetische velden. 

Eenvoudig en economisch plannen 

van een individueel beveiligingsconcept 

voor nieuwbouw, 

uitbreiding of verbouwing. 

Duidelijk gedefinieerde beveiligingszones 

De bliksembeveiligingszones (LPZ) 

worden van buiten naar binnen als 

volgt gedefinieerd: 

LPZ 0A 

Het onbeschermde gebied buiten 

het gebouw. Directe blikseminwerking, 

geen afscherming tegen elektromagnetische 

stoorpulsen LEMP 

(Lightning Electromagnetic Pulse). 

LPZ 0B 

Door een externe bliksembeveiligingsinstallatie 

beschermd gebied. 

Geen bescherming tegen LEMP. 

LPZ 1 

Zone binnenin het gebouw. Geringe 

deelbliksemenergieën mogelijk. 

LPZ 2 

Zone binnenin het gebouw. Geringe 

overspanningen mogelijk. 

LPZ 3 

Zone binnenin het gebouw (kan 

ook de metalen behuizing van een 

verbruiker zijn). Geen stoorpulsen 

door LEMP, noch overspanningen 

aanwezig. 

De basisvoorwaarde voor een bliksembeveiligingszoneconcept 

is een 

correct uitgevoerd potentiaalvereffeningssysteem, 

aangevuld met afleiders 

op de overgang van LPZ 0 naar 

LPZ 1, om zo de bliksembeveiligingspotentiaalvereffening 

te realiseren. 

10

Selectieve overspanningsbeveiliging 

tot in de perfectie 

De overspanningsbeveiligingen van 

OBO zijn onderverdeeld in drie klassen 

B, C en D, met verschillende 

eisen naargelang de plaats van 

installatie, het beschermingsniveau 

en de stootstroombelastbaarheid. 

Het doel van deze indeling is een 

selectieve overspanningsbeveiliging, 

die bij een zo laag mogelijke restspanning 

een hoog energieabsorptievermogen 

garandeert. 

De indeling komt overeen met de 

bepalingen in de DIN VDE 0675, 

deel 6 (ontwerp 11.89) A1 en A2. In 

deze norm zijn constructierichtlijnen, 

vereisten en tests vastgelegd voor 

overspanningsafleiders die gebruikt 

worden in wisselstroomnetten met 

nominale spanningen tot 1000 V en 

nominale frequenties tussen 50 en 

60 Hz. 

Een overzicht van de classificatie 

van de apparaten vindt u in de tabel 

op deze pagina. Ze verduidelijkt 

tevens welke OBO overspanningsbeveiligingen 

op welke plaatsen in 

het energienet moeten worden ingebouwd. 

Toepassingsklasse 

volgens DIN VDE 0675, 

deel 6 (ontwerp 11.89) 

A1, A2 

Functie 

Max. restspanning opgegeven 

door de overspanningscategorie 

volgens 

DIN VDE 0110-1 

Type beveiliging OBO 

B 

Overspanningsbeveiliging voor de bliksembeveiligingspotentiaalvereffening 

volgens DIN VDE 

0185-100 bij directe of nabije blikseminslagen. 

LPZ 0 --> 1 

Grofbeveiliging 

III (4 KV) 

MC 50-B VDE 

MC 125-B NPE 

V 25-B+C 

C 

Overspanningsbeveiliging volgens DIN VDE 

0100-443, voor de bescherming tegen langs het 

voedingsnet binnenkomende overspanningen 

ten gevolge van blikseminslagen op afstand of 

schakelhandelingen. 

LPZ 1 --> 2 

Middenbeveiliging 

II (2,5 KV) V 20-C 

V 25-B+C 

D 

Overspanningsbeveiliging voor de bescherming 

tegen overspanning van verplaatsbare toestellen 

aan stopcontacten 

LPZ 2 --> 3 

Fijnbeveiliging 

I (1,5 KV) EP 220-D 

CNS 3-D 

VF-230-AC 

SNS-D 

UNS-D 

KNS-D 

Isolatiecoördinatie en beschermingsniveau in 230/400 V netsystemen 

KV 

6 

5 

4 

Overspanningsbeveiligingscategorie 

IV, 

bijv. bij het binnenkomen 

van het gebouw, 

huisaansluitkast 


III, bijv. 

hoofdverdeelbord 


II, bijv. verdeelbord, 

onderverdeelbord 


I, 

bijv. eindverbruikers 

3 

2 

1 


B, 

type MC 50-B VDE 


C, 

type V 20-C 


D, type 

CNS-D 

Vereist beschermingsniveau (overspanningsbeveiligingscategorie volgens DIN VDE 0110, deel 1 (4/97); IEC 60364-4-44) 

Beschermingsniveau van de OBO overspanningsafleiders 

11

Basisbeveiliging net 

Industriële installaties: de weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging................ blz. 14 

Privé-woning: de weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging............................ blz. 15 

Keuzehulp netsysteem TN-C-S................................................................................. blz. 16 

Keuzehulp netsysteem TN-S..................................................................................... blz. 17 

Keuzehulp netsysteem TT......................................................................................... blz. 18 

Bliksemstroomafleider LightningController MC 50-B VDE ......................................... blz. 20 

Bliksemstroomafleider LightningController MC 125-B/NPE ....................................... blz. 22 

Coordinated LightningControllers MCD 50-B en MCD 125-B/NPE ........................... blz. 24 

Systeemoplossingen VG, SA ................................................................................... blz. 26 

Ontkoppelingsspoel LightningCoordinator LC 63...................................................... blz. 28 

Bliksemstroomafleider CombiController V 25-B+C, V 25-B+C/...+NPE..................... blz. 30 

Overspanningsafleider SurgeController V 20-C, V 20-C/... + NPE............................. blz. 34 

Bewakingsmodule V 25-B+C/FS, V 20-C/FS............................................................ blz. 38 

Bewakingsmodule V 25-B+C/AS, V 20-C/AS ........................................................... blz. 40 

Bewakingsmodule V 25-B+C/FS-SÜ, V 20-C/FS-SÜ .................................................... blz. 42 

Overspanningsafleider voor fotovoltaïsche installaties V 20-C/U-PH ......................... blz. 44 

Controlesysteem ISOLAB ......................................................................................... blz. 46 

Controlesysteem Peak-Current-Sensor PCS............................................................. blz. 48 

12 13

Netsysteem TN-C-S 

L1 

HAK 

F1 

Hoofdverdeling 

Leidinglengte 

L1-4 

Onderverdeling 

F2(RCD) 

Leidinglengte 


netvoeding 

L2 

L3 

PEN 

F3 

F4 

B 1) D 1) 

C 1) 

Hoofd-PVR 

Lokale PVR 

1) Toepassingsklasse volgens DIN VDE 0675 deel 6 (A1/A2). 

500 A 

63 A 125 A 

EP 220-D, 

art.-nr. 5099 90 0 

3 x MC50-B VDE, 

art.-nr. 5096 84 7 

Zie keuzehulp op pag. 14 en 15 

4 x LC 63, 

art.-nr. 5096 97 0 

V20-C/3+NPE, 

art.-nr. 5095 64 6 

KNS-D, 

art.-nr. 5092 50 7 

160 A 

CNS 3-D, 

art.-nr. 5092 70 1 

V25-B+C/3, 

art.-nr. 5097 00 2 

VF 230-AC, 

art.-nr. 5097 64 9 

In het TN-C-S-netsysteem worden 3-polige bliksemstroomafleiders 

van de toepassingsklasse B (grofbeveiliging) 

toegepast. De aansluiting gebeurt parallel 

met de fasegeleiders (L1, L2, L3), die via de afleiders 

verbonden worden met de PEN. Als een overspanningsbeveiliging 

in meerdere stappen noodzakelijk is, 

moet in de verschillende onderverdelingen een afleider 

van het type V 20-C/3+NPE (afleider van de toepassingsklasse 

C, middenbeveiliging) opgenomen 

worden. Aparte zekeringen vóór de afleider zijn alleen 

noodzakelijk als de waarde van de voorgeschakelde 

zekeringen (bijv. de zekeringen in de meterkast) groter 

is dan de waarde die vereist is voor de beveiliging 

van de overspanningsafleider. De desbetreffende 

waarde is terug te vinden in de technische gegevens 

op de productpagina’s. 

16 

Bij bestellingen altijd bestelnr. opgeven a.u.b. 

TBS_NL_V2_31052004

Netsysteem TN-S 

L1 

L2 

L3 

N 

PE 

HAK Leidinglengte Onderverdeling 

Leidinglengte 


F1 

L1-4 

F2(RCD) 


netvoeding 

F3 

F4 

B 1) C 1) 

D 1) 

Hoofd-PVR 

Lokale PVR 


500 A 63 A 

125 A 

EP 220-D, 

art.-nr. 5099 90 0 


art.-nr. 5096 84 7 

1 x MC125-B/NPE VDE, 

art.-nr. 5096 86 3 


4 x LC 63, 

art.-nr. 5096 97 0 

V20-C/3+NPE, 

art.-nr. 5095 64 6 

KNS-D, 

art.-nr. 5092 50 7 

160 A 

CNS 3-D, 

art.-nr. 5092 70 1 

V25-B+C/3+NPE, 

art.-nr. 5097 40 1 

VF 230-AC, 

art.-nr. 5097 64 9 

TBS_NL_V2_31052004 

In het TN-S-netsysteem worden bliksemstroomafleiders 

van de toepassingsklasse B (grofbeveiliging) 

toegepast in een 3+1-schakeling. In deze speciale 

schakeling worden de fasegeleiders via afleiders verbonden 

met de nulleider, die op zijn beurt via een 

somvonkbrug verbonden wordt met de beschermingsgeleider 

(PE). Op deze manier worden contactspanningen 

op de beschermingsgeleider ten gevolge 

van isolatieproblemen, die bijv. bij lekstromen kunnen 

ontstaan, voorkomen. 

Als een overspanningsbeveiliging in meerdere stappen 

noodzakelijk is, moet in de verschillende onderverdelingen 

een afleider van het type V 20-C/3+NPE 

(afleider van de toepassingsklasse C, middenbeveiliging) 

opgenomen worden. Aparte zekeringen vóór de 

afleider zijn alleen noodzakelijk als de waarde van de 

voorgeschakelde zekeringen (bijv. de zekeringen in 

de meterkast) groter is dan de waarde die vereist is 

voor de beveiliging van de overspanningsafleider. De 

desbetreffende waarde is terug te vinden in de technische 

gegevens op de productpagina’s. 

Bij bestellingen altijd bestelnr. opgeven a.u.b. 17

Netsysteem TT 

L1 

L2 

L3 

HAK Leidinglengte Onderverdeling 

Leidinglengte 


F1 

L1-4 

F2(RCD) 


netvoeding 

F3 

F4 

B 1) C 1) 

D 1) 

Hoofd-PVR 

Lokale PVR 


500 A 

63 A 

125 A 

EP 220-D, 

art.-nr. 5099 90 0 


art.-nr. 5096 84 7 

1 x MC125-B/NPE VDE, 

art.-nr. 5096 86 3 


4 x LC 63, 

art.-nr. 5096 97 0 

V20-C/3+NPE, 

art.-nr. 5095 64 6 

KNS-D, 

art.-nr. 5092 50 7 

160 A 

CNS 3-D, 

art.-nr. 5092 70 1 

V25-B+C/3+NPE, 

art.-nr. 5097 40 1 

VF 230-AC, 

art.-nr. 5097 64 9 

18 

In het TT-netsysteem worden bliksemstroomafleiders 

van de toepassingsklasse B (grofbeveiliging) toegepast 

in een 3+1-schakeling. In deze speciale schakeling 

worden de fasegeleiders via afleiders verbonden 

met de nulleider, die op zijn beurt via een somvonkbrug 

verbonden wordt met de beschermingsgeleider 

(PE). Op deze manier worden contactspanningen op 

de beschermingsgeleider ten gevolge van isolatieproblemen, 

die bijv. bij lekstromen kunnen ontstaan, 

voorkomen. 

Als een overspanningsbeveiliging in meerdere stappen 

noodzakelijk is, moet in de verschillende onderverdelingen 

een afleider van het type V 20-C/3+NPE 

(afleider van de toepassingsklasse C, middenbeveiliging) 

opgenomen worden. Aparte zekeringen vóór de 

afleider zijn alleen noodzakelijk als de waarde van de 

voorgeschakelde zekeringen (bijv. de zekeringen in 

de meterkast) groter is dan de waarde die vereist is 

voor de beveiliging van de overspanningsafleider. De 

desbetreffende waarde is terug te vinden in de technische 

gegevens op de productpagina’s. 



Verdere hulp bij uw keuze 

Privé-woning 

met externe bliksembeveiligingsinstallatie 

Blz. 110/111 

Privé-woning 

zonder externe bliksembeveiligingsinstallatie 

Blz. 112/113 

Kantoorgebouw 


Blz. 114/115 

Industrieel gebouw 


Blz. 116/117 

19

Basisbeveiliging 

netvoeding 

LPZ 0 → 1 

Bliksemstroomafleider LightningController MC 50-B VDE 

Werking en toepassingsgebieden 

De LightningController MC 50-B VDE is een inplugbare 

meervoudige vonkbrug. Het apparaat bestaat uit 

negen deelvonkbruggen, opgebouwd met tien zwaar 

belastbare koolstofschijven. De exact gedefinieerde 

afstand van de vonkbruggen wordt gerealiseerd met 

behulp van bijzonder hittebestendige teflonschijven. 

Aan elkaar geschroefde mescontacten van spuitgegoten 

zink klemmen de vonkbrug exact in de juiste 

positie samen. Acht van de negen vonkbruggen zijn 

capacitief gestuurd en zorgen op deze wijze voor een 

precies gedefinieerde aanspreekstootspanning van 

≤ 2kV. 

De bliksemstroomafleider beantwoordt aan toepassingsklasse 

B volgens DIN VDE 0675, deel 6 (ontwerp 

11.89) A1, A2 evenals aan klasse I volgens IEC 

61643-1 (02.98). Het apparaat is geschikt voor gebruik 

op de overgang van zone 0 naar 1 volgens het 

bliksembeveiligingszoneconcept conform IEC 

61312-1. 

In de bliksembeveiligingsinstallatie van een gebouw 

zorgt de LightningController MC 50-B VDE voor de 

bliksembeveiligingspotentiaalvereffening met de binnenkomende 

kabels van de energievoorziening. Het 

apparaat heeft met succes de test doorstaan met de 

bliksemstroomparameters volgens ENV 61024-1 en 

IEC 61024-1. 

Aangezien de beveiligende werking van de Lightning- 

Controller MC 50-B VDE ook gewaarborgd is bij een 

directe blikseminslag op een bovengrondse leiding, 

kan het apparaat ook gebruikt worden in gebouwen 

die via een luchtlijn van stroom voorzien worden. 

Blokschema LightningController 

F 

Montage 

De montage van de LightningController MC 50-B VDE 

verloopt probleemloos, omdat de afmetingen van de 

behuizing van het apparaat volledig aangepast zijn 

aan de plaatsbesparende 17,5 mm-rastermaat. De 

bliksemstroomafleider wordt simpelweg geïnstalleerd 

door hem vast te klikken op de DIN-rail. De Lightning- 

Controller heeft zowel boven- als onderaan twee aansluitklemmen. 

Opmerking: Aangezien het toestel uit een volledig 

gesloten vonkbrug bestaat, is er totaal geen vonkuitstoot 

buiten de behuizing. 

Keurmerken 

20 

Andere merktekens 



Technische gegevens 

Bliksemstroomafleider LightningController 

Type 

MC 50-B VDE 

Nominale spanning U N 230 V / 50-60 Hz 

Ontwerpspanning afleider U c 255 V 

Toepassingsklasse volgens DIN VDE 0675, deel 6 (ontwerp 11.89) A1, A2 

volgens IEC 61643-1 

B 

klasse I 

LPZ 0 → 1 

Isolatieweerstand R isol >100 MΩ 

Beschermingsniveau U p


netvoeding 

LPZ 0 → 1 

Bliksemstroomafleider LightningController MC 125-B/NPE 


De LightningController MC 125-B/NPE werd ontworpen 

voor gebruik in TN-S-, TT- en IT-systemen, als 

somvonkbrug tussen de nulleider (N) en de beschermingsgeleider 

(PE). De kern van dit toestel wordt gevormd 

door twee deelvonkbruggen bestaande uit drie 

zwaar belastbare koolstofschijven. De exact gedefinieerde 

afstand van de vonkbruggen wordt gerealiseerd 

met behulp van bijzonder hittebestendige teflonschijven. 

De bliksemstroomafleider voldoet aan de voorwaarden 

voor toepassingsklasse B volgens DIN VDE 0675, 

deel 6 (ontwerp 11.89) A1, A2 evenals voor klasse I 

volgens IEC 61643-1 (02.98). Het apparaat is geschikt 

voor gebruik op de overgang van zone 0 naar 1 

volgens het bliksembeveiligingszoneconcept conform 

IEC 61312-1. 

In de bliksembeveiligingsinstallatie van een gebouw 

of bij voeding via een bovengrondse leiding zorgt de 

MC 125-B/NPE in combinatie met de LightningController 

MC 50-B VDE voor de bliksembeveiligingspotentiaalvereffening 

met de kabels van de energievoorziening. 

L1 L2 L3 PE N 

Schakeling voor TN-S-, TT- en IT-systemen 

Montage 

De montage van de LightningController 

MC 125-B/NPE verloopt probleemloos, omdat de afmetingen 

van de behuizing van het apparaat volledig 

aangepast zijn aan de plaatsbesparende 17,5 mmrastermaat. 

De bliksemstroomafleider wordt eenvoudig 

geïnstalleerd door hem vast te klikken op de DINrail. 

De LightningController heeft zowel boven- als 

onderaan twee aansluitklemmen voor respectievelijk 

de N- en PE-geleiders. 

F 

Blokschema LightningController 

Keurmerken 

22 





Bliksemstroomafleider LightningController 

Type 

MC 125-B/NPE 





B 

klasse I 

LPZ 0 → 1 


Beschermingsniveau U p

Montage 

De Coordinated LightningControllers zijn geschikt 

voor klikbevestiging op standaard 35 mm DIN-rails 

volgens DIN EN 50022 en zijn gebouwd volgens de 

plaatsbesparende rastermaat van 17,5 mm. Voor de 

aansluiting van de geleiders zijn aan elke zijde twee 

aansluitingen voor L x en N/PE beschikbaar. Opmerking: 

aangezien deze afleiders volledig ingekapseld 

zijn, ontstaat er geen plasmauitstoot buiten de behuizing. 


net 

LPZ 0 → 1 

Coordinated LightningControllers 

MCD50-BenMCD125-B/NPE 


De Coordinated LightningControllers MCD 50-B en 

MCD 125-B/NPE zijn bliksemstroomafleiders van de 

toepassingsklasse B volgens DIN VDE 0675, deel 6 

(ontwerp 11.89) A1, A2, evenals van klasse I volgens 

IEC 61643-1 (08.98). In combinatie met de onmiddellijk 

erachter geschakelde overspanningsafleiders zorgen 

zij voor een gecoördineerde werking. Er zijn geen 

extra ontkoppelingselementen vereist. De fundamentele 

voordelen van de innovatieve Multicarbon-technologie 

van de OBO LightningControllers blijven zonder 

enige beperking behouden. 

De lage restspanning (U p ≤ 1,3 kV) maakt de installatie 

van ontkoppelingsinductiviteiten, resp. van extra 

leidingafstanden tussen bliksemstroomafleiders (toepassingsklasse 

B) en overspanningsafleiders (toepassingsklasse 

C) overbodig. Het resultaat: tot 45 

percent plaatsbesparing in de installatie. En dat blijkt 

meer bepaald in compacte EMC-concepten een bijzonder 

voordeel. Bovendien kan in compacte TT- en 

TN-S-netsystemen de aparte NPE-vonkbrug op de 

overspanningsafleider (toepassingsklasse C) vervallen. 

Typische toepassingen van de nieuwe Coordinated 

LightningController zijn compacte overspanningsconcepten 

in aparte behuizing, evenals in installaties met 

afleiders van toepassingsklassen B en C in hetzelfde 

verdeelbord, zoals in compacte zendinstallaties voor 

mobiele telefonie. 

Netsysteem TN-C-S 

Netsysteem TN-S 

Netsysteem TT 

L1 

L2 

L3 

PEN 

F 

MCD 50-B 

Geen ontkoppelingsafstand 

meer vereist 

V 20-C 

L1 

L2 

L3 

N 

PEN 

F 

MCD 50-B 


meer vereist 

V 20-C 

L1 

L2 

L3 

N 

F 

MCD 50-B 


meer vereist 

V 20-C 

MCD 125-B/NPE 

MCD 125-B/NPE 

PVR 

PVR 

PVR 

24 





Coordinated LightningController 

Type MCD 50-B MCD 125-B/NPE 




gecoörd. klasse B NPE -vonkbrug 


gecoörd. klasse I 

LPZ 0 → 1 


Beschermingsniveau U p ≤ 1,3 kV 

Aanspreektijd t A

Overspanningsbeveiligingssystemen van toepassingsklasse 

B voor plaatsing in de hoofdvoeding van de 

energievoorziening 

(in de zone vóór de teller, zoals toegepast in Duitsland) 

Toepassing 

Als een bliksemstroomafleider van toepassingsklasse 

B geplaatst moet worden, dan moet die volgens het 

bliksembeveiligingszoneconcept conform DIN VDE 

0185, deel 103, ingebouwd worden in de overgangszone 

tussen bliksembeveiligingszone 0 en 1. In de 

meeste gevallen gebeurt de installatie op de plaats 

waar de energiekabels het gebouw binnenkomen. 

Als de energieteller zich niet direct in de grenszone 

tussen bliksembeveiligingszone 0 en 1 bevindt, kan 

het nodig zijn bliksemtroomafleiders van toepassingsklasse 

B te installeren vóór de teller. 

Voorwaarden 

Bij de keuze en de installatie van afleiders vóór de 

teller moet met meerdere punten rekening gehouden 

worden. De VDEW (Vereinigung Deutscher Elektrizitätswerke) 

heeft een richtlijn uitgevaardigd voor de 

toepassing van overspanningsbeveiligingssystemen 

van toepassingsklasse B in hoofdstroomleveringssystemen 

(01/98). 

1. Er moeten overspanningsbeveiligingssystemen 

van toepassingsklasse B volgens DIN VDE 0675, 

deel 6 (A1, A2) gebruikt worden en hun parameters 

moeten gekozen worden conform DIN VDE 

0100-534 (A1). 

2. Men moet er zeker van zijn dat het overspanningsbeveiligingssysteem 

in het geval van een 

interne kortsluiting bestendig van het net gescheiden 

wordt. 

26 

3. Het bliksemstroomafleidvermogen van het overspanningsbeveiligingssysteem 

op de plaats van 

inbouw moet voldoen aan de bepalingen van DIN 

VDE 0185, deel 100. Als dit niet gekend is, moet 

het bliksemstroomafleidvermogen afgestemd worden 

op de bliksembeveiligingsklasse I, conform 

DIN VDE 0100-534. 

4. Er mogen alleen overspanningsbeveiligingssystemen 

gebruikt worden met vonkbrug. Parallelschakeling 

met varistoren is niet toegelaten. 

5. De fabrikant moet de kortsluitvastheid van de 

overspanningsbeveiligingssystemen garanderen, 

conform het TAB, hoofdstuk 7.2. 

6. Overspanningsbeveiligingssystemen moeten worden 

ingebouwd in een dubbel geïsoleerde kast 

met beschermingsgraad IP 54 en moeten gecombineerd 

worden met erop afgestemde en door de 

fabrikant voor dit doel toegelaten overstroombeveiligingen. 

7. De behuizingen voor de inbouw van overspanningsbeveiligingssystemen 

moeten – in overeenstemming 

met de door VDEW gepubliceerde ”Vereisten 

voor verzegelde sluitingen” – met een 

loodje verzegelbaar zijn. 

8. De goede werking van overspanningsbeveiligingssystemen 

moet met tussenpozen van maximaal 

vier jaar gecontroleerd worden. De elektriciteitsleveranciers 

kunnen de desbetreffende 

attesten opvragen. 


ÜSS_NL_V0_30102000

Oplossing 

Bij 1: De OBO LightningControllers MC 50-B/VDE en MC 125-B/NPE/VDE zijn bliksemstroomafleiders 

van de toepassingsklasse B volgens DIN VDE 0675, deel 6 (A1, A2), 

evenals van klasse I volgens IEC 61643-1 (02.98) en ze voldoen aan de voorwaarden 

voor gebruik vóór de teller, zoals toegepast in Duitsland. 

Bij 2: Aan punt 2 van de voorwaarden wordt voldaan door de zekeringen die voor de bliksemstroomafleider 

zijn geplaatst (max. 500 A zonder separate voorzekering). 

Bij 3: Aan punt 3 van de voorwaarden is voldaan door het bliksemstroomafleidvermogen 

van 50 kA van de OBO LightningController MC 50-B/VDE. Hierbij moet er rekening mee 

worden gehouden dat de in het gebouw ingekoppelde bliksemstroom maximaal 100 kA 

bedraagt en dat deze zich nadien verdeelt over de aanwezige leidingen die het gebouw 

verlaten. 

Bij 4: De werking van de OBO LightningController is gebaseerd op het principe van 

meervoudige vonkbruggen, die voldoen aan de vereisten van punt 4. 

Bij 5: In verschillende tests werd aangetoond dat dankzij het principe van de meervoudige 

vonkbrug van de OBO LightningController MC 50-B/VDE een stootstroomkortsluitvastheid 

van 25 kA bereikt wordt. 

Bij 6 en 7: Aangezien de OBO LightningController een volledig ingekapseld afleiderelement 

is, ontstaat er geen vonkemissie buiten de behuizing. Hierdoor kan de afleider worden 

gebruikt in elke courante kast die voldoet aan de vereisten van de punten 6 en 7. 

Bij 8: Door het gebruik van een inplugbare module wordt volledig voldaan aan de vereisten 

van punt 8 betreffende de mogelijkheid tot het testen van overspanningsbeveiligingssystemen 

van de klasse B (VDEW-richtlijn). 

Resultaat 

Voorwaarde 

Voldaan n 

Voldaan n 

Voldaan n 

Voldaan n 

Voldaan n 

Voldaan n 

Voldaan n 

MC 50-B/VDE 

Als u onze Hotline belt, kunt u meer informatie opvragen rond het thema ”Gebruik van overspanningsbeveiligingssystemen 

van toepassingsklasse B in de hoofdvoeding van de energievoorziening” (zone vóór de teller, 

zoals toegepast in Duitsland). 

Bestelgegevens 

VG....-serie: LightningController gemonteerd in een isolerende behuizing IP 65 (verloodbaar) 

Type Uitvoering Bestelnr. 

VG3-B/TNC 

VG4-B/TNS+TT 

3-polig (MC 50-B/VDE) voor TN-C 1) 5089 21 2 

4-polig (3+1-Var) voor TN-S-, TT-, IT 1) 5089 20 0 

SA....-serie: LightningController, gemonteerd op een adapter (breedte 108 mm) voor eenvoudige, vakkundige 

installatie op 40 mm-railsystemen van 12 x 5 en 12 x 10. 


1) Netsysteem 

ÜSS_NL_V0_30102000 

SA3-B/TNC 

SA4-B/TNS+TT 

3-polig (MC 50-B/VDE) voor TN-C 1) 5089 50 6 

4-polig (3+1-Var.) voor TN-S-, TT-, IT 1) 5089 51 4 



netvoeding 

Ontkoppelingsinductiviteit LightningCoordinator LC 63 


Als er in een stroomnet meerdere overspanningsbeveiligingen 

aanwezig zijn, kan er onderlinge beïnvloeding 

ontstaan die een energetische coördinatie van 

de parallel geschakelde afleiders noodzakelijk maakt. 

De coördinatie zorgt ervoor dat de bliksemstroomafleider 

(klasse B) zeker reageert bij een overspanning 

ten gevolge van een blikseminslag, en zo de energierijke 

stromen afleidt om de andere overspanningsafleider(s) 

(klasse C, resp. D) te beschermen tegen 

overbelasting. 

Typische toepassingen zijn compacte overspanningsbeveiligingssystemen 

in een afzonderlijke behuizing 

en installaties met afleiders van de toepassingsklassen 

B en C in één verdeelbord. 

De goede commuteringseigenschappen van de 

LightningCoordinator zijn te danken aan de optimaal 

berekende inductiviteitswaarde. De grote doorsnede 

van de bandvormige geleider van de spoel zorgt voor 

een lage ohmse weerstand, waardoor bij normale 

werking slechts zeer weinig warmte wordt ontwikkeld. 

Voor deze energetische coördinatie is de Lightning- 

Coordinator type LC 63 geschikt. Dit apparaat zorgt 

voor de coördinatie tussen bliksemstroomafleiders op 

basis van vonkbruggen (toepassingsklasse B) en 

overspanningsafleiders op basis van varistoren (toepassingsklasse 

C). De LightningCoordinator zorgt 

bovendien voor de coördinatie van NPE-afleiders van 

verschillende toepassingsklassen. 

Ingang 

Blokschema LC 63 

Uitgang 

De LightningCoordinator moet alleen ingebouwd worden 

als de afstand tussen bliksemstroomafleiders en 

overspanningsafleiders geplaatst op de zoneovergangen 

(totale leidinglengte) niet meer dan vijf meter bedraagt. 

De natuurlijke inductiviteiten van de leidingen 

volstaan in dit geval niet, waardoor een ontkoppelingsspoel 

moet geïnstalleerd worden tussen de afzonderlijk 

werkende beveiligingsapparaten. 

Montage 

De LightningCoordinator type LC 63 is ontworpen 

voor klikbevestiging op courante DIN-rails van 35 mm. 

De aansluiting gebeurt via klemmen die ingebouwd 

zijn in de behuizing van de spoel. 

28 





OBO LightningCoordinator 

Type LC 63 

Nominale spanning U N < 500 V / 50-60 Hz 

Nominale stroom I N 63 A 

Inductiviteit (50-60 Hz) L n 5 µH ± 10 % 

Gelijkstroomweerstand R cu 1mΩ 

Temperatuurstijging ∆T 45 K (63 A) 

Maximale voorzekering 

63 A gL/gG 

Temperatuurbereik ϑ -40 °C tot+85°C 

Beschermingsgraad volgens IEC 60 529 / EN 60 529 IP 20 

Aansluitdoorsnede stijf / soepel / meerdraads 

Aanhaalkoppel (M A ) ten minste 4 Nm 

Montage 

Afmetingen volgens DIN 43880 

Hoogte 

Breedte 

Diepte 

10-50 / 10-25 / 10-35 mm 2 

AWG 8-2 

Klikbevestiging op 35 mm-DIN-rail 

volgens DIN EN 50022 

100 mm 

35 mm 

75 mm 

Onder voorbehoud van technische wijzigingen 



35 

49.5 

LC 63 Compleet 5096 97 0 

44.8 

100 

De kenmerken in één oogopslag 

LC 63 

Compacte constructie in een 35 mm-behuizing 

Twee aansluitmogelijkheden voor in-, resp. uitgang 

Nominale stroom tot 63 A 

Toepassingsvoordelen 

Plaatsbesparende opbouw van een overspanningsbeveiligingsconcept 

Eenvoudige installatie dankzij meerdere aansluitklemmen 

Ontkoppeling van B- & C-afleiders mogelijk in kringen 

tot max. 63 A 


Uitstekende inductieve eigenschappen voor transiënten 

en energierijke bliksemstromen 

Apart kanaal in de zijkant onderaan 

Gegarandeerd aanspreken van de bliksemstroomafleider 

(B) 

Een bijkomende mogelijkheid om rechtstreeks te 

verbinden 



netvoeding 

LPZ 0 → 2 

Bliksemstroom-/overspanningsafleider 

CombiController V 25-B+C, V 25-B+C/...+NPE 


De bliksemstroom- en overspanningsafleider 

V 25-B+C zorgt voor de potentiaalvereffening conform 

VDE 0185, deel 1 en deel 100. Het apparaat is een 

afleider van de toepassingsklasse B + C volgens DIN 

VDE 0675, deel 6 (ontwerp 11.89) A1, A2 en zorgt in 

de bliksembeveiligingsinstallatie van een gebouw 

voor de potentiaalvereffening met de kabels van de 

energievoorziening. De afleider kan ook toegepast 

worden in gebouwen die van energie voorzien worden 

via een luchtlijn, aangezien ook in dit geval rekening 

gehouden moet worden met directe bliksem- of deelbliksemstromen. 

De versie V 25-B+C/3+NPE (toepassingsklasse B+C) 

is een speciale overspanningsafleider voor TN-C-S-, 

TN-S-, TT- en IT-netten. Dit apparaat werd ontworpen 

conform de nieuwe voorschriften van DIN VDE 0100, 

deel 534/A1, om een eenvoudige en veilige inbouw 

mogelijk te maken. 

De krachtige afleider OBO V 25-B+C is uitgerust met 

een speciale schakeling van hoogvermogen-zinkoxidevaristoren 

met een sterk niet-lineaire curve (a > 30). 

Deze constructie garandeert een maximale beveiliging, 

ook bij sterke overspanningen. Zelfs bij een maximale 

belasting I max van 50 kA ligt het beschermingsniveau 

onder 1,5 kV. Hiermee is dit type 

apparaat zelfs tegen deelbliksemstromen afkomstig 

van directe blikseminslagen bestand. In geval van 

overbelasting scheidt het ingebouwde afschakelsysteem 

de defecte afleidermodule van het net en geeft 

het dit aan met een rood merkteken. 

Dankzij de lage restspanning kan de OBO bliksemstroomafleider 

V 25-B+C ook gebruikt worden als gecombineerde 

B- en C-afleider! 

Toepassingsgebied: woningen, conform VDS 2031 

(VDS = Verband Deutscher Sachversicherer) 

Montage 

Door vastklikken op elke courante 35 mm-DIN-rail 

kan de OBO V 25-B+C probleemloos worden gemonteerd 

in elke verdeel- of schakelkast. Het NPE-afleiderelement 

type C 25-B+C/NPE en het bijpassende 

chassisdeel zijn voorzien van een foutsteekbeveiliging 

(codering) en waarborgen hiermee de juiste positionering 

van de verschillende afleidermodules in het 

chassisdeel. 

Keurmerken 

30 






V 25-B+C/1 

V 25-B+C/2 

V 25-B+C/3 

V 25-B+C/4 

V 25-B+C/3+NPE 

V 25-B+C/2-385 

V 25-B+C/4-385 

V 25-B+C/3+NPE-385 

V 25-B+C/0-150 

V 25-B+C/0-280 

V 25-B+C/0-385 

1-polig compleet 1) ; 280 V 


3-polig compleet 1) ; 280 V TN-C 


3+1-polig compleet 1) ; 280 V TT+IT 

TN-S 



3+1-polig compleet 1) ; 385 V TT+IT 

TN-S 

Module; 150 V-versie 



5097 04 5 

5097 01 0 

5097 00 2 

5097 03 7 

5097 40 1 

5097 09 6 

5097 10 0 

5097 10 3 

5097 08 8 

5097 05 3 

5097 06 1 

C 25-B+C/NPE 

Module NPE-vonkbrug 

5095 60 3 

V 25-B+C/4-G 4-polige V 25-B+C in geïsoleerde 

behuizing (IP 65); 280 V 

1) compleet = module en chassisdeel 

5097 25 8 

Op aanvraag is de V 25-B+C/... ook leverbaar in 150 V- en in 385 V-versie. 

Chassisdelen voor V 25-B+C: zie pagina 35. 


V25-B+C 

Eenvoudige installatie dankzij de gemerkte klemmen 

Gecombineerde B- en C-afleider voor compacte 

toepassingen 

Inplugbare module 


De afleiders blijven ook na veelvuldig aanspreken 

bedrijfszeker 

Eén afleider in de hoofdverdeling i.p.v. twee 

Vervanging van een defecte afleidermodule is mogelijk 

zonder onderbreken van de netspanning 


Reeds doorverbonden meerpolige afleiderblokken 

Thermisch afschakelsysteem met optische aanduiding 

Afleider met NPE-vonkbrug in één module 

C 25-B+C/NPE met foutsteekbeveiliging (codering) 

Eenvoudige installatie 

Permanente functiecontrole van de afleider 

De zekerheid dat in TN-S-, TT- en IT-netsystemen 

geen contactspanning op de beschermingsgeleider 

(PE) kan optreden 

Eenvoudige en vakkundige installatie van de afleidermodule 



Bliksemstroomafleider CombiController 

V25-B+C 

Uitvoering 150 280 385 

Ontwerpspanning afleider 

U cAC 

150 V~ 

(max. toelaatbare bedrijfsspanning) U cDC 200 V - 

280 V~ 

350 V - 

LPZ 0 → 2 



B+C 

klasse I - klasse II 

Getest volgens IEC 61643-1, prEN 61643-1, 

E DIN VDE 0675-6:1989-11 en deel 6/A1 

Teststroom volgens DIN VDE 0675, deel 6, A1 + A2 

Nominale afleidstootstroom I n (8/20) 30 kA 

Max. afleidstootstroom per blok I max (8/20) 

CombiController V25-B+C/1... 




50 kA 

100 kA 

150 kA 

200 kA 

Maximale afleidstootstroom (8/80) volgens VdS 2031 

voor CombiController V25-B+C/4... I max 100 kA 

Stootstroomtest (10/350) overeenkomstig de bliksemstroomparameters volgens 

IEC 61312-1 (02.95) 

Piekwaarde 

I imp 

Lading 

Q 

Specifieke energie 

W/R 

8kA 

4As 

16 kJ/Ω 

≤ 450 V 

Beschermingsniveau bij 1 kA (8/20) U p 

bij I n U p ≤ 600 V 

bij 5 kA (8/20) 

U p 

≤ 500 V 

7kA 

3,5 As 

12 kJ/Ω 

≤ 650 V 

≤ 700 V 

≤ 900 V 

Aanspreektijd t A 10GΩ 

Stootstroomtest (10/350) overeenkomstig de bliksemstroomparameters volgens 

IEC 61312-1 (02.95) 

Piekwaarde 

I imp 

Lading 

Q 


W/R 

25 kA 

12,5 As 

160 kJ/Ω 


Beschermingsniveau U p ≤ 1,2 kV 

Aanspreektijd t A ≤100 ns 

Volgstroomdoofvermogen bij I g 100 A eff 


C 25-B+C/NPE 


32 



L1 L2 L3 

61.5 

54 

1 

2 

90 

PE 

Blokschema V 25-B+C/3 

Maatschets 

L1 L2 L3 

N 

61.5 

72 

1 

2 

90 

PE 

Blokschema V 25-B+C/4 

Maatschets 

L1 L2 L3 

PE 

61.5 72 

1 

2 

3 

90 

N 

Blokschema V 25-B+C/3+NPE 

Maatschets 

L1 L2 L3 

N 

180 

1 

2 

110 

PE 

182 

Blokschema V 25-B+C/4-G 

Maatschets 

Legende 

1) Thermisch afschakelsysteem 

2) Metaaloxidevaristor 

3) NPE-somvonkbrug 




netvoeding 

LPZ 1 → 2 

Overspanningsafleider SurgeController V 20-C, 

V 20-C/... + NPE 


De SurgeControllers V 20-C zijn overspanningsafleiders 

van de toepassingsklasse C conform DIN VDE 

0675, deel 6 (ontwerp 02.89) A1, A2. De apparaten 

beschermen laagspanningsinstallaties tegen overspanningen 

van verschillende oorsprong en zijn leverbaar 

in één- tot vierpolige uitvoering. 

Het type V 20-C/3+NPE (toepassingsklasse C) is een 

speciale overspanningsafleider voor TN-C-S-, TN-S-, 

TT- en IT-netten. Dit apparaat werd ontworpen conform 

de nieuwe voorschriften van DIN VDE 0100, deel 

534/A1, om een eenvoudige en veilige inbouw van het 

apparaat mogelijk te maken. 

Het actieve spanningsbegrenzende onderdeel van de 

V 20-C is een krachtige zinkoxidevaristor met een 

sterk niet-lineaire karakteristiek. Voordelen van dit element 

zijn onder andere een extreem korte aanspreektijd, 

een diep beschermingsniveau, een hoog 

stroomafleidvermogen en een lange levensduur. 

Bovendien onderscheiden de apparaten zich doordat 

er na het afleiden van een overspanning geen volgstroom 

optreedt. 

Als de overspanningsafleider ten gevolge van overbelasting 

defect zou raken, dan onderbreekt het ingebouwde 

afschakelsysteem de verbinding met het net, 

wat zichtbaar gemaakt wordt door een rode vlag. 

Montage 

Door vastklikken op elke courante 35 mm-DIN-rail kan 

de V 20-C probleemloos worden gemonteerd in elke 

verdeel- of schakelkast. Doordat de afzonderlijke polen 

van de meerpolige afleiders reeds af fabriek doorverbonden 

zijn met een aardingsbrug, wordt de aansluiting 

van de aarding (PE) op de werf beperkt tot 

één klem. Het NPE-afleiderelement type 

C 25-B+C/NPE en het bijpassende chassisdeel zijn 

voorzien van een foutsteekbeveiliging (codering) en 

waarborgen hiermee de juiste positonering van de 

verschillende afleidermodules in het chassisdeel. 

Keurmerken 

34 







V 20-C/1 

V 20-C/2 

V 20-C/3 

V 20-C/4 

V 20-C/1+NPE 

V 20-C/3+NPE 

V 20-C/0- 75 

V 20-C/0-150 

V 20-C/0-280 

V 20-C/0-335 

V 20-C/0-385 

V 20-C/0-440 

V 20-C/0-550 

C 25-B+C/NPE 



3-polig compleet 1) ; 280 V, TN-C 


1+1-polig compleet 1) ; 280 V 

3+1-polig compleet 1) ; 280 V, TT+IT 

TN-S 








Module NPE-vonkbrug 

5099 42 0 

5099 43 9 

5099 44 7 

5099 45 5 

5095 61 1 

5095 64 6 

5099 57 9 

5096 70 7 

5099 60 9 

5099 85 0 

5099 59 5 

5099 70 6 

5099 61 7 

5095 60 3 

V 20-C/1-385 

V 20-C/2-385 

V 20-C/3-385 

V 20-C/4-385 

V20-C/1+NPE-385 

V20-C/3+NPE-385 

V 20-C/U-1 

V 20-C/U-2 

V 20-C/U-3 

V 20-C/U-4 

V 20-C/U1+NPE 

V 20-C/U3+NPE 


5099 16 1 


5099 13 7 


5099 19 6 


5099 14 5 

1+1-polig compleet; 1) 385 V 5095 68 9 

3+1-polig compleet 1) ; 385 V 5095 70 0 

1-polig chassisdeel 2) 

5099 63 3 


5099 64 1 


5099 66 8 


5099 67 6 

1+1-polig chassisdeel 2) 

5095 86 7 

3+1-polig chassisdeel 2) 5095 87 5 


2) geschikt voor V 25-B+C en V 20-C 

V 20-C/3-G 

V 20-C/4-G 

3-polige afleider V 20-C in isolerende 

behuiz. (IP 65); 280 V-versie 

4-polige afleider V 20-C in isolerende 

behuiz. (IP 65); 280 V-versie 

5099 49 8 

5099 52 8 

Op aanvraag is de V 20-C/... ook leverbaar in 75 V-, 150 V-, 335 V- en 550 V-versie. 


V20-C 



Metaaloxidevaristor 

Inplugbare module 

Reeds doorverbonden meerpolige afleiderblokken 

Thermisch afschakelsysteem met optische aanduiding 

Afleider met NPE-vonkbrug in één module 

C 25-B+C/NPE met foutsteekbeveiliging (codering) 

De afleiders blijven ook na veelvuldig aanspreken 

bedrijfszeker 

Vervanging van een defecte afleidermodule is mogelijk 

zonder onderbreken van de netspanning 

Eenvoudige installatie dankzij de gemerkte klemmen 

Permanente functiecontrole van de afleider 

De zekerheid dat in TN-S-, TT- en IT-netsystemen 

geen contactspanning op de beschermingsgeleider 

(PE) kan optreden 

Eenvoudige en vakkundige installatie van de afleidermodule 



Overspanningsafleider SurgeController 

V20-C 

Uitvoering 75 150 280 335 385 440 550 

Ontwerpspanning afleider 

U cAC 75 V~ 

(max. toelaatbare bedrijfsspanning) U cDC 100 V- 

150 V~ 

200 V- 

280 V~ 

350 V- 

335 V~ 

420 V- 

LPZ 1 → 2 

Toepassingsklasse volgens VDE 0675, deel 6 (ontwerp 

11.89) A1, A2 


C 

klasse II 

385 V~ 

505 V- 

Getest volgens IEC 61643-1, prEN 61643-1, 

E DIN VDE 0675-6:1989-11 en deel 6/A1 

440 V~ 

585 V- 

Nominale afleidstootstroom module I n (8/20) 15 kA 20 kA 15 kA 

Max. afleidstootstroom per blok I max (8/20) 

SurgeController V20-C/1... 




40 kA 

75 kA 

110 kA 

150 kA 

Grensafleidstootstroom module I max (8/20) 40 kA 

≤ 300 V 

Beschermings- bij 1 kA (8/20) U p 

bij I n U p ≤ 400 V 

niveau bij 5 kA (8/20) U p 

≤ 350 V 

≤ 500 V 

≤ 650 V 

≤ 700 V 

≤ 900 V 

≤ 1,1 kV 

≤ 1,4 kV 

≤ 1,0 kV 

≤ 1,3 kV 

≤ 1,6 kV 

Aanspreektijd t A 10GΩ 

Piekwaarde 

Lading 


I imp 

Q 

W/R 

25 kA 

12,5 As 

160 kJ/Ω 


Beschermingsniveau 

≤ 1,2 kV 


Volgstroomdoofvermogen bij U c I eff 100 A eff 



36 



L1 L2 L3 

61.5 

54 

1 

2 

3 

90 

PE 

Blokschema V 20-C/3 

Maatschets 

L1 L2 L3 

N 

61.5 

72 

1 

2 

3 

90 

PE 

Blokschema V 20-C/4 

Maatschets 

L1 L2 L3 

PE 

1 

61.5 

72 

2 

4 

3 

90 

N 

Blokschema V 20-C/3+NPE 

Maatschets 

L1 L2 L3 

N 

180 

1 

2 

3 

110 

PE 

182 

Blokschema V 20-C/4-G 

Maatschets 

Legende 

1) Dynamisch afschakelsysteem 



4) NPE-somvonkbrug 



CombiController V 25-B+C/FS 

en SurgeController V 20-C/FS: 

met bewakingsmodule voor afstandssignalisatie 


netvoeding 


Signalisatie op afstand maakt centrale bewaking van 

de goede werking van bliksemstroom- en overspanningsafleiders 

mogelijk, ook wanneer de apparaten 

niet direct zichtbaar zijn of wanneer ze op moeilijk bereikbare 

plaatsen geïnstalleerd zijn. 

1 2 3 L1 L2 L3 

Op elk afleiderblok wordt een bewakingsmodule 

geïnstalleerd, die de goede werking van alle aangesloten 

afleiders controleert. Als een afleider zou uitvallen, 

wordt door een mechanisme een bevel gegeven 

aan de microschakelaar in de bewakingsmodule. Deze 

foutmelding wordt dan naar een op afstand gemonteerd 

visualisatiesysteem doorgestuurd, waar ze 

visueel of akoestisch aangegeven wordt. 

Blokschema OBO V 20-C/3-FS 

PE 

Montage 

Het overspanningsbeveiligingsapparaat kan door 

vastklikken gemonteerd worden op elke courante 35 

mm-DIN-rail. De bewakingsmodule kan door zijn 

schroefloze klemmen snel en probleemloos aangesloten 

worden. 

Keurmerken 

38 





Afleiders OBO V 25-B+C/FS, resp. V 20-C/FS met bewakingsmodule 

Max. toelaatbare schakelspanning U~ max. ≤250 V 

Max. toelaatbare schakelstroom I~ max. 6A 

Aansluitdoorsnede 

eendraads, meerdraads, fijndradig 

fijndradig met: draadhulzen, stiftkabelschoenen 

Afstriplengte voor aanluitkabels 

Signaalcontact 

Montage 

NO (maak) 

NC (breek) 

0,14-2,5 mm 2 

6-7 mm 

1-2 

1-3 






61.5 

90 

V 25-B+C/3-FS 

V 25-B+C/4-FS 

V 25-B+C/3+NPE-FS 

3-polig compleet 1) met FS; 280 V 


3+1-polig compleet 1) met FS; 230 V 

5097 13 4 

5097 14 2 

5097 42 8 

V 25-B+C/4-FS-G 

4-polige module + chassisdeel met 

FS in isolerende behuizing (IP 65) 

5097 31 2 

90 


V 20-C/1-FS 

V 20-C/2-FS 

V 20-C/3-FS 

V 20-C/4-FS 

V 20-C/1+NPE-FS 


V 20-C/3-FS-385 

V 20-C/4-FS-385 










3+1-polig compleet 1) ; 385 V 

5096 00 6 

5096 01 4 

5096 02 2 

5096 03 0 

5095 65 4 

5095 67 0 

5095 98 0 

5095 99 9 

5095 73 5 

V 20-C/U-1-FS 

V 20-C/U-2-FS 

V 20-C/U-3-FS 

V 20-C/U-4-FS 

V 20-C/U-1+NPE-FS 

V 20-C/U-3+NPE-FS 

1-polig chassisdeel 2) met FS; 




1+1-polig chassisdeel 2) met FS 

3+1-polig chassisdeel 2) met FS 

V 20-C/U-PH-FS 3-polig chassisdeel 2) ; zonne-energie 



5096 30 8 

5096 31 6 

5096 32 4 

5096 33 2 

5095 84 0 

5095 85 9 

5096 63 4 

Op aanvraag zijn de V 25-B+C/...-FS en de V 20-C/...-FS ook met andere spanningen leverbaar. 


V 25-B+C/FS; V 20-C/FS 

Potentiaalvrij contact 

Wisselcontact 


De te gebruiken spanning voor de FS-module is vrij 

te bepalen 

Bruikbaar als NO of NC contact 


Modulaire opbouw (wisselcontact) 

Tijdsbesparing want geen extra bedrading vereist 

Ruimtelijke scheiding tussen FS en afleider 

Voorkomt onderlinge beïnvloeding 



netvoeding 

CombiController V 25-B+C/AS 

en SurgeController V 20-C/AS: 

met akoestische bewakingsmodule 


De akoestische signalisatie AS is een veiligheidselement 

dat de goede werking van de afleider continu 

test en een storing meldt via een akoestisch alarmsignaal. 

De continue zelfcontrole van de met een bewakingsmodule 

uitgeruste afleider biedt waterdichte veiligheid 

– ook zonder visuele controle. Dit apparaat is 

ideaal overal waar een optische signalisatie niet zinvol 

of niet realiseerbaar is. Dit is bijvoorbeeld het geval in 

woonhuizen, gebouwen in de landbouwsector, banken, 

kantoor- en administratieve gebouwen enz. 

De controlemodule activeert onmiddellijk na het afschakelen 

van een afleidermodule het akoestische 

alarm. Dit produceert een hoogfrequent signaal dat 

op grote afstand hoorbaar is. Bovendien knippert een 

rode LED op de bewakingsmodule. 

Het akoestisch alarmsignaal kan uitgeschakeld worden 

door middel van een toets. Het blijft dan de eerstvolgende 

24 uur inactief. Na vervanging van de defecte 

module meldt een groene LED de goede 

werking van het afleiderblok. 

230 V L1 L2 L3 

Blokschema OBO V 20-C/3-AS 

Montage 

Dankzij de schroefloze klemmen is de bewakingsmodule 

zeer gemakkelijk aan te sluiten. De afleiders worden 

in de verdeelkast op een DIN-rail gemonteerd. 

PE 

Keurmerken 

40 





Afleiders OBO V 25-B+C/AS, resp. V 20-C/AS met bewakingsmodule 

Nominale spanning U N 230 V (50-60 Hz) 

Max. toelaatbare bedrijfsspanning U~ max. 250 V 

Nominale stroom I n~ max. 40 mA 





Montage 

0,14-2,5 mm 2 

6-7 mm 






61.5 

90 

V 25-B+C/3-AS 

V 25-B+C/4-AS 

V 25-B+C/3+NPE-AS 

3-polig compleet 1) met AS; 280 V 


3+1-polig compleet 1) met AS; 280 V 

5097 18 5 

5097 19 3 

5097 34 2 


90 

V 20-C/2-AS 

V 20-C/3-AS 

V 20-C/4-AS 

V 20-C/3+NPE-AS 




3+1-polig compleet 1) met AS; 280 V 

5096 37 5 

5096 38 3 

5096 39 1 

5096 39 7 

V 20-C/U-2-AS 

V 20-C/U-3-AS 

V 20-C/U-4-AS 

2-polig chassisdeel 2) met AS 





5096 41 3 

5096 42 1 

5096 44 8 

Op aanvraag zijn de V 25-B+C/...-AS en de V 20-C/...-AS ook met andere spanningen leverbaar. 


V 25-B/AS, V 20-C/AS 

Hoogfrequent akoestisch signaal 

Uitschakelbaar alarm met herhaaleffect 


Wordt onmiddellijk als alarmsignaal herkend. 

Gebruik in moeilijk toegankelijke kantoorgebouwen 

mogelijk 


Modulaire opbouw 

Tijdsbesparing want geen extra bedrading vereist 

Ruimtelijke scheiding tussen AS en afleider 

Voorkomt onderlinge beïnvloeding 



netvoeding 

CombiController V 25-B+C/FS-SÜ en SurgeController 

V 20-C/FS-SÜ: met bewakingsmodule voor 

afstandssignalisatie en controle van voorzekeringen 


CombiControllers en SurgeControllers die worden ingebouwd 

in elektrische installaties met hoofdzekeringen 

groter dan 160 A, resp. 125 A, dienen voorzien te 

worden van eigen voorzekeringen. Voor de permanente 

bewaking van de overspanningsbeveiliging 

kunnen de types V 25-B+C/FS-SÜ en V 20-C/FS-SÜ 

geïnstalleerd worden. 

De bewakingsmodule bewaakt de drie fasen van de 

afleider evenals de voorgeschakelde zekeringen. Elke 

uitval van de netspanning of het doorsmelten van een 

voorzekering, evenals elke activering van een afschakelsysteem 

in de afleidermodule wordt onmiddellijk 

geregistreerd en via signalisatie op afstand gemeld. 

Het bovenop het afleiderblok geïnstalleerde kanaal 

dekt de verbindingen van de bewakingsmodule met 

de drie fasen af. Op deze wijze wordt de spanning op 

de aansluitklemmen bewaakt. Zo wordt niet alleen het 

uitvallen van de afleider vastgesteld, maar ook het 

doorsmelten van een voorzekering. 

Montage 

De courante 17,5 mm-behuizing van de V 25-B+C/FS- 

SÜ en de V 20-C/FS-SÜ wordt op een 35 mm-DIN-rail 

vastgeklikt. De schroefloze klemmen van de bewakingsmodule 

verkorten de montagetijd. 

1 2 3 L1 L2 L3 

Blokschema OBO V 20-C/3-FS-SÜ 

L1 

L2 

L3 

PEN 

>125 A gl 

resp. 

>160 A gl 

160 A gl bij V 25-B+C 

resp. 

125 A gl bij V 20-C 

V 25-B+C/FS-SÜ 

resp. 

V 20-C/FS-SÜ 

PE 

Installatievoorbeeld 

Keurmerken 

42 





Afleiders OBO V 25-B+C/FS-SÜ, resp. V 20-C/FS-SÜ met bewakingsmodule 

Nominale spanning U N 3/400 V (50-60 Hz) 

Nominale stroom I n 12 mA 

Schakelspanning U 0 ... 250 V 

Max. toelaatbare schakelspanning U~ max. 250 V 

Max. toelaatbare schakelstroom I~ max. 3A 

Aansluitdoorsneden 



0,14-2,5 mm 2 



Montage 

NO (maak) 

NC (breek) 

6-7 mm 

1-2 

1-3 






61.5 

90 

V 25-B+C/3-FS-SÜ 

V 25-B+C/4-FS-SÜ 

3-polig compleet 1) m. FS-SÜ; 280 V 


5097 11 8 

5097 35 5 


89.8 

V 20-C/3-FS-SÜ 

V 20-C/4-FS-SÜ 



5096 25 1 

5096 27 8 

V 20-C/U-3-FS-SÜ 

V 20-C/U-4-FS-SÜ 

3-polig chassisdeel 2) m. FS-SÜ; 

4-polig chassisdeel 2) m. FS-SÜ; 



5096 35 9 

5096 36 7 

Op aanvraag zijn de V 25-B+C/...-FS-SÜ en de V 20-C/...-FS-SÜ ook met andere spanningen leverbaar. 


V 25-B+C/FS-SÜ; V 20-C/FS-SÜ 

Meldt onmiddellijk het uitvallen van een fase 

Afstandssignalisatie en spanningsbewaking in één 

behuizing 


Gelijktijdige bewaking van de spanningen aan de 

verbruiker 

Plaatsbesparend 


Potentiaalvrij contact 

Wisselcontact 

Spanningsniveau op het FS-contact is vrij te 

bepalen 

Bruikbaar als NO of NC contact 


Overspanningsafleider SurgeController V 20-C/U-PH 


netvoeding 

Montage 

De overspanningsafleider V 20-C/U-PH is uitgerust 

met een klikbevestigingssysteem voor 35 mm-DINrails. 

In de versies met bewakingsmodule vergemakkelijken 

schroefloze klemmen de montage. 

Opmerking 

Bij de aansluiting van de externe bliksembeveiligingsinstallatie 

aan de zonnepanelen moeten de modules 

van de V 25-B+C gebruikt worden. 

Zonne-energiemodule 


De V 20-C/U-PH is het basiselement voor de overspanningsbeveiliging 

van fotovoltaïsche installaties. 

De eenvoudige aansluiting van de plus-, de min- en 

de aardingsgeleider maken een optimale beveiliging 

mogelijk in de verdeelkast, direct na de fotovoltaïsche 

modules, vóór de gelijkstroom-wisselstroomomvormer. 

Verdeelkast 

Schakelaar 

V20-C/U-PH 

Het basiselement is ook leverbaar met afstandssignalisatie. 

De benodigde overspanningsmodules moeten afzonderlijk 

besteld worden. 

Toepassingsvoorbeeld: zie pagina 112. Huis met fotovoltaïsche 

installatie. 

Verdeling met wisselrichter, 

over- resp. onderspanningsbewaking 

en differentieelschakelaar 

Verdeelbord met 

automaten en overspanningsafleiders 

3 

1 

2 

3 

Zonnestroomteller 

Invoer in de energievoorziening 

V20-C/.. 

Blokschema V 20-C/U-PH 

1) Dynamisch afschakelsysteem 



44 





Overspanningsafleider V 20-C/PH 

Uitvoering 


Chassisdeel 

2,5-35 mm 2 (een- en meerdraads) 

2,5-25 mm 2 (fijndradig, met draadhuls) 

Montage Klikbevestiging op 35 mm-DIN-rail volgens DIN EN 50 022 


Bewakingsmodule 

Signalisatie op afstand (FS) 

Nominale spanning U N 0 ... 250 V 

Max. toelaatb. bedrijfsspanning U max. 250 V~ 

Max. toelaatb. schakelstroom I max 6A~ 

Nominale stroom I n - 

Aansluitdoorsnede 0,14 - 2,5 mm 2 


NO (maak) 

NC (breek) 

1-2 

1-3 




50 53.4 

V20-C/U-PH 

V20-C/U-PH-FS 


3-polig chassisdeel 1) met FS 


5096 62 6 

5096 63 4 

De modules moeten gekozen worden in functie van de spanningsgegevens 

van de fotovoltaïsche installatie: 

89.8 

90 

Afleidertype 

Individuele module 

Max. leegloopspanning 

zonneenergiemodule 

Vereist 

aantal 

Bestelnr. 

V 20-C/0-75 

V 20-C/0-150 

V 20-C/0-280 

V 20-C/0-335 

V 20-C/0-385 

V 20-C/0-440 

V 20-C/0-550 

100 V 

200 V 

350 V 

420 V 

505 V 

585 V 

745 V 

3 

3 

3 

3 

3 

3 

3 

5099 57 9 

5096 70 7 

5099 60 9 

5099 85 0 

5099 59 5 

5099 70 6 

5099 61 7 

Bij de aansluiting van de externe bliksembeveiligingsinstallatie aan 

de zonnepanelen moet de afleider V 25-B+C gebruikt worden. 

Afleidertype 

individuele module 

Max. leegloopspanning 

zonneenergiemodule 

Vereist 

aantal 

Bestelnr. 

V 25-B+C/0-150 

V 25-B+C/0-280 

V 25-B+C/0-385 

170 V 

350 V 

500 V 

3 

3 

3 

5097 08 8 

5097 05 3 

5097 06 1 


V20-C/U-PH 

Chassisdeel zowel voor V 20-C als voor V 25-B+C 

geschikt 

Voorbedrade afleiderblokken 


Toepassing als bliksemstroom- of overspanningsafleider 

Vakkundige installatie 


Gemerkte aansluitingen 

Geschikt voor toepassingen met speciale 

spanningen 


Universeel geschikt voor de meest gangbare fotovoltaïsche 

systemen 



netvoeding 

Controlesysteem ISOLAB 


De door VDE geteste ISOLAB is een isolatiemeter gecombineerd 

met een afleidertester. Met dit gecombineerde 

apparaat kan men zowel isolatiemetingen in 

elektrische installaties uitvoeren, conform DIN VDE 

0100/deel 6, als de karakteristieken controleren van 

de afleidermodules van de types V 25-B+C en 

V 20-C. Het ISOLAB-apparaat is bovendien geschikt 

voor het meten van de isolatieweerstand van de LightningControllers 

MC(D) 50-B/VDE en 

MC(D) 125-B/NPE. 

1. Isolatiemeting 

Vóór de isolatiemeting moet de netspanning uitgeschakeld 

worden, m.a.w. alle delen van de installatie 

moeten spanningsloos zijn. Na aansluiting van de 

meetsnoeren drukt men op de startknop om de isolatiemeting 

uit te voeren. De weerstandswaarde verschijnt 

op het display. (Opmerking: tijdens de isolatiemeting 

moet men de afleidermodules verwijderen en 

andere overspanningsbeveiligingsapparaten ontkoppelen.) 

2. Afleidertest 

Met de keuzeschakelaar stelt men het moduletype dat 

moet worden getest (V 25-B of V 20-C) in. De meetprocedure 

wordt gestart door de module in het apparaat 

te steken. Het 1 mA-punt, resp. het 3 mA-punt 

kan op het display afgelezen worden. Vergelijking met 

de waarden in de opgedrukte tolerantietabel maakt 

het mogelijk conclusies te trekken over de veroudering 

van de afleider en te besluiten of hij eventueel 

moet worden vervangen. 

Opmerking: de meetsnoeren worden meegeleverd. 

Keurmerken 

46 





Isolatiemeter ISOLAB 

Meetbereik 

Foutklasse 

0,5 MΩ - 19,99 MΩ 

±5% ±0,01 MΩ 

Nominale spanning U N 500 V 

Nominale stroom I N 1mA 

I max 

Afleidertester ISOLAB 

Teststroom V 20-C 

V25-B+C 

Meetbereik 

Foutklasse 

Max. testspanning 

0,5 MΩ 

volgens DIN VDE 0100, deel 

610 > 0,5 MΩ 



120 

50 

ISOLAB 

ISOLAB 

Landversie Duitsland 

Landversie Groot-Brittannië 

5096 79 0 

5096 81 2 

250 

272 

De voordelen in één oogopslag 

ISOLAB 

Testapparaat voor het uitmeten van de afleiders 

MC(D) 50-B VDE, MC(D) 125-B/NPE/VDE, 

V 25-B+C en V 20-C 


Eén apparaat voor alle afleidertypes 


Isolatiemeting volgens DIN 0100/deel 610 

Testen van afleiders met speciale spanningen 

mogelijk 

Servicevriendelijk 

Een universeel apparaat 



netvoeding 

Controlesysteem Peak-Current-Sensor PCS 


De Peak-Current-Sensor is een piekstroomsensor die 

op een magneetkaart impulsstromen registreert en 

bewaart. De magneetstrook van de PCS-sensor is 

voorzien van een speciale codering. Aangezien rond 

elke stroomvoerende geleider een magnetisch veld 

ontstaat dat evenredig is met de stroomsterkte, zal 

een dergelijk magnetisch veld de codering in de 

magneetstrook beïnvloeden. De waarde van deze wijziging 

wordt met het analyseapparaat PCS-CS, een 

speciale magneetkaartlezer met display, uitgelezen 

en weergegeven. Op deze wijze kunnen impulsstromen 

gemeten worden in bliksembeveiligingsinstallaties 

en – mits gebruik van de in potentiaalvereffeningsleidingen 

aanwezige meetkits – ook in bliksemen 

overspanningsafleiders. De goede werking van 

deze beveiligingssystemen kan hierdoor te allen tijde 

gecontroleerd worden. 

Montage 

De Peak-Current-Sensor wordt vastgeklemd in een 

kaarthouder die bevestigd wordt op een ronde geleider 

van 8 of 10 mm (gebruikelijk als afleider in de externe 

bliksembeveiligingsinstallaties). De kaarthouder 

dient voor de bevestiging, de bescherming en de positionering 

van de magneetkaart. Voor een snelle en 

eenvoudige montage van de magneetkaart op potentiaalvereffeningsrails 

(a) en op bliksemstroomafleiders 

in gebouwen (b), zijn speciale montagekits uit het 

OBO-gamma beschikbaar. 

Opmerking: elke magneetkaart kan één maal kosteloos 

in de fabriek uitgelezen worden. 

48 





Magneetkaartlezer 

Bedrijfsspanning U N 230 V / 50-60 Hz 

Laadtijd 

Opslag- en bedrijfstemperatuur ϑ -10 °C tot+50°C 

Zekering F mt 1,25 A 

Meetbereik 

Meettolerantie 

Bedrijfstijd bij werking op batterij 

Afmetingen 

met handvat 

8h 

3 - 120 kA 

≤ 2kA 

ca. 4 h (continubedrijf) 

250 x 200 x 380 mm 

300 x 200 x 440 mm 

Magneetkaarthouder 

Klembereik 

Materiaal 

Montage 

Afmetingen 

Magneetkaart 

Materiaal 

Afmetingen 

8 - 10 mm (ronde draad) 

Polypropyleen, elastomeerdichting 

Klembevestiging 

115 x 72 x 7 (17) mm 

Polycarbonaat 

85,7 x 54 mm 



MK-B 10 magneetkaarten, incl. houder 5091 32 2 


PCS-CS-D 

PCS-CS-GB 

PCS-CS-F 

Kaartlezer (versie Duitsland) 

Kaartlezer (versie Groot-Brittannië) 

Kaartlezer (versie Frankrijk) 

5091 68 3 

5091 69 1 

5091 71 3 


PC 

54.5 

PCS 10 magneetkaarten/verpakking 5091 43 8 

85.5 


PP 

PCS-H 10 magneetkaarthouders/verpakking 5091 52 7 

11 

60 

72 

104 


PCS 

Kaarthouder met dichting 

Magneetstrookdecodering 

Voordelen voor het gebruik 

Geen onderhoud van de sensor vereist; onderhoudsvriendelijk 

Geen voedingsspanning vereist 


Verzegeling van de kaarthouder mogelijk 

Klembereik van de kaarthouder geschikt voor ronde 

geleiders van 8 - 10 mm (met klikbevestiging) 

Gebruikszekerheid 




Productinfo in verband met de fijnbeveiliging van de netvoeding . . . . . . . . . . . . . . blz. 52 

Beveiliging voor stopcontact EP 220-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 54 

Beveiliging voor stopcontact ANS-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 56 

Fijnbeveiliging voor computers CNS-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 58 

Beveiliging met meervoudig stopcontact CNS 3-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 60 

Beveiliging voor stopcontact SNS-D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 62 

Fijnbeveiligingen KNS-D, KNS/IS-D voor wand- en kanaalinbouwdozen . . . . . . . . . blz. 64 

Fijnbeveiliging UNS-D voor ondervloersystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 66 

Fijnbeveiligingen VF 230-AC-FS, VF 230-AC, VF 230-AC/20A voor DIN-rail . . . . . . . blz. 68 

50 51


L 

N 

PE 

Principeschema van een Y-schakeling 

Een fijnbeveiliging van toepassingsklasse D dient zo 

dicht mogelijk bij de te beveiligen verbruiker geïnstalleerd 

te worden. Deze apparaten hebben een aanvullende 

beveiligingsfunctie wanneer het erom gaat inductieve 

en capacitieve inkoppelingen tot een voor de 

verbruiker ongevaarlijk niveau te reduceren. 

Deze fijnbeveiligingen zijn vooral zinvol bij eindverbruikers 

die via lange voedingsleidingen met de onderverdeelkast 

verbonden zijn, waardoor deze leidingslussen 

in bepaalde omstandigheden als 

antennes kunnen werken. 

Waarop moet men letten bij fijnbeveiligingen? 

Omdat overspanningen niet alleen op de fase voorkomen 

moeten fijnbeveiligingen altijd uitgerust zijn met 

een Y-schakeling. De ”Y” staat voor een geïntegreerde 

beveiligingsschakeling die bestaat uit twee varistoren 

en één gasafleider. 

Hierbij zijn de varistoren, waarvan de ene verbonden 

is met de fase en de andere met de nulleider, bovendien 

verbonden met een gasafleider. 

Als de gasafleider ontsteekt en geleidt naar de aarding, 

werken de varistoren stroombegrenzend. Ze 

beheersen de volgstroom en voorkomen zo een kortsluiting. 

Fijnbeveiligingen met een schakeling van varistoren 

zouden altijd voorzien moeten zijn van een thermische 

zekering met geïntegreerde statusaanduiding. Alleen 

dan kan de gebruiker er zeker van zijn dat zijn overspanningsbeveiliging 

behoorlijk werkt. 

Een dergelijke statusaanduiding is belangrijk omdat 

de verbruiker ook door de netspanning gevoed blijft 

wanneer de parallel geschakelde beveiligingselementen 

niet meer functioneel zijn. De verbruiker blijft onder 

spanning zodat het ook bij het optreden van een 

overspanning niet tot een stroomonderbreking komt. 

52 



Producten voor fijnbeveiliging van de netvoeding 

Beveiliging voor stopcontact 

OBO CNS-D 

OBO EP 220-D 

Beveiliging met meervoudig stopcontact 

OBO CNS 3-D 

Opbouw- en inbouwapparaten 

OBO SNS-D 

OBO KNS-D 

OBO KNS/IS-D 

OBO UNS-D 

Apparaten voor gebruik in verdeelkasten 

VF 230-AC-FS 

VF 230-AC 

Afbeelding van de producten 




netvoeding 

LPZ 2 → 3 

Beveiliging voor stopcontact EP 220-D 


Stopcontact 

Beveiligde netaansluiting 

De beveiliging voor een stopcontact EP 220-D (toepassingsklasse 

D, LPZ 2 → 3) wordt gebruikt voor de 

bescherming van de netvoeding van toestellen met 

gevoelige elektronica zoals modems, terminals, computers 

en laboratoriuminstrumenten tegen overspanningen. 

De beveiligingsschakeling bestaat uit een 

gasafleider en varistoren. De geleidbaarheid is zo berekend 

dat de inductiespanningen die bij blikseminslag 

optreden in het laagspanningsnet tot ongevaarlijke 

waarden afgezwakt worden. In geval van 

overbelasting wijzigt de kleur van de werkingsindicator 

van groen naar rood. 

L 

N 

ϑ 

V 

V 

V 

Montage 

De beveiliging voor een stopcontact EP 220-D is opgevat 

als tussenstekker en kan in elk normaal stopcontact 

met RANDAARDING gebruikt worden. 

Opmerking: dit toestel is niet geschikt voor 

de Belgische markt! 

PE 

Blokschema EP 220-D 

F 

Keurmerken 


54 




Beveiliging voor stopcontact EP 220-D 



LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 


Nominale afleidstootstroom I n (8/20) 1,8 kA 

Maximale afleidstootstroom I max (8/20) 6,5 kA 

Beschermingsniveau U p 

U pL-N 

U pL/N-PE 

~1,0 kV 

≤1,0 kV 

Aanspreektijd t A


netvoeding 

LPZ 2 → 3 

Beveiliging voor stopcontact ANS-D 


De beveiliging voor een stopcontact ANS-D (toepassingsklasse 

D, LPZ 2 → 3) beveiligt consumentenelektronica 

tegen overspanning uit net - en antennecontactdozen. 

De beveiligingsschakeling bestaat uit gasafleiders en 

varistoren. In geval van overspanning zorgt ze voor 

de potentiaalvereffening tussen de net- en de antenneaansluiting. 

Montage 

De inbedrijfstelling van het apparaat, dat uitgevoerd 

is als een tussenstekker, gebeurt door eenvoudig inpluggen 

in de netspannings- en antennestopcontacten. 

(Opmerking: een belangrijke voorwaarde voor 

een bedrijfszekere werking van het apparaat is een 

aardingsaansluiting van de antenne-installatie conform 

DIN VDE 0855.) 

Opmerking: dit toestel is niet geschikt voor 

de Belgische markt! (randaarding) 

Stopcontact net en antenne 

V 

N 

V 

F 

PE 

TV 

R 

Blokschema ANS-D 

Beveiligde uitgangen 

V 

TV 

R 

Keurmerken 

56 





ANS-D 



LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 





U pL-N 

U pL/N-PE 

~1,0 kV 

≤1,0 kV 

Demping 

LMK/U 

VHF 

UHF 

Afschermingsgraad 

0,2 dB 

0,5 dB 

1,0 dB 

45 dB 

Aanspreektijd t A


netvoeding 

LPZ 2 → 3 

Fijnbeveiliging voor computers CNS-D 


Het netbeveiligingsapparaat CNS-D (toepassingsklasse 

D, LPZ 2 → 3) is geschikt voor de beveiliging tegen 

overspanning van computers, monitoren en printers, 

evenals van alle elektrische toestellen met een 

aansluiting voor een standaard IEC-stekker. De beveiligingsschakeling 

die bestaat uit varistoren en een 

gasafleider wordt permanent bewaakt door de ingebouwde 

thermische beveiliging. Een groene LED 

geeft aan dat het apparaat correct werkt. In geval van 

defect licht een rode LED op en weerklinkt een continu 

akoestisch signaal. 

Montage 

Het netbeveiligingsapparaat wordt in werking gesteld 

door eenvoudig insteken in een stopcontact. 

Stopcontact 

Beveiligde 

netaansluiting 

L 

ϑ 

L 

V 

LED groen 

V 

F 

LED rood 

N 

PE 

N 

PE 

Blokschema CNS-D 

58 






CNS-D 


Ontwerpspanning afleider U c 255 V~ 

LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 



Maximale afleidstootstroom I max (8/20) 7kA 


U pL-N 

U pL/N-PE 

≤ 1,0 kV 

≤ 1,5 kV 

Aanspreektijd t A


netvoeding 

LPZ 2 → 3 

Beveiliging met meervoudig stopcontact CNS 3-D 


De beveiliging met meervoudig stopcontact CNS 3-D 

(toepassingsklasse D, LPZ 2 → 3) is bijzonder geschikt 

voor pc-werkposten waar gelijktijdig de computer, 

de monitor en de printer beveiligd moeten worden. 

De beveiliging die voor het drievoudige 

stopcontact is geïnstalleerd, garandeert een totale 

netbeveiliging van alle aangesloten componenten. 

Montage 

Het CNS 3-D-apparaat wordt in werking gesteld door 

eenvoudig insteken in een stopcontact. Het stopcontactenblok 

bevat drie stopcontacten voor de aansluiting 

van de te beveiligen apparaten. 

De beveiligingsschakeling, die uit varistoren en een 

gasafleider bestaat, wordt permanent bewaakt door 

de ingebouwde thermische beveiliging. Een groene 

LED geeft aan dat het apparaat correct werkt. In geval 

van defect licht een rode LED op en weerklinkt 

een continu akoestisch signaal. 

Stopcontact 

Beveiligde 

netaansluitiing 

L 

ϑ 

L 

V 

LED groen 

V 

F 

LED rood 

N 

N 

PE 

PE 

Blokschema CNS 3-D 

60 





Beveiliging met meervoudig stopcontact CNS 3-D 



LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 


Max. vermogen verbruikers P max. 3600 W 




U pL-N 

U pL/N-PE 

≤1,0 kV 

≤1,5 kV 

Aanspreektijd t A


netvoeding 

LPZ 2 → 3 

Beveiliging voor stopcontact SNS-D 


De beveiliging voor een stopcontact SNS-D (toepassingsklasse 

D, LPZ 2 → 3) is bijzonder geschikt voor 

professioneel gebruik in ondernemingen, in de administratie, 

in rekencentra, in laboratoria enz. Dit apparaat 

kan niet alleen individuele stopcontacten beveiligen 

tegen overspanningen, maar ook hele 

stopcontactencombinaties. 

Montage 

De SNS-basismodule wordt door de elektro-installateur 

ingebouwd tussen de inbouwdoos en het stopcontact 

en aangesloten op het stopcontact. 

De goede werking van het apparaat wordt permanent 

bewaakt door een thermisch gestuurde functiecontrole 

(TEC) en aangeduid met een groene LED. Bij overbelasting 

van het apparaat dooft de LED. Afhankelijk 

van de aansluitvariant die de elektro-installateur kiest, 

blijft het aangesloten stopcontact verder onder spanning 

of wordt het afgekoppeld. 

L1 

L 

ϑ 

V 

V 

N 

V 

F 

PE 

Blokschema SNS-D 

Keurmerken 


62 

Bauart geprüft 





SNS-D 



LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 





U pL-N 

U pL/N-PE 

~1,0 kV 

≤1,0 kV 

Aanspreektijd t A

Fijnbeveiligingen KNS-D, KNS/IS-D voor wand- en 

kanaalinbouwdozen 


netvoeding 

LPZ 2 → 3 


Het type KNS-D is een overspanningsbeveiliging (toepassingsklasse 

D, LPZ 2 → 3) die onzichtbaar in een 

inbouwdoos bij een schakelaar- of stopcontactencombinatie 

gemonteerd wordt. De module wordt afgedekt 

met een voor elk schakelaarprogramma leverbare 

blindplaat of met een afdekplaat voorzien van een 

opening Ø 22,5 mm. 

De beveiligingsschakeling met gasafleider en varistoren 

wordt permanent thermisch bewaakt. In geval van 

defect weerklinkt om de vier uur een ongeveer 80 seconden 

durend akoestisch alarmsignaal. Wanneer in 

een bepaalde ruimte meerdere KNS-D-apparaten 

geïnstalleerd zijn, vergemakkelijkt een extra rode LED, 

die zichtbaar wordt na het verwijderen van de afdekkap, 

de identificatie van de defecte module. Als alternatief 

kan een transparant afdekkapje gemonteerd 

worden in de opening van Ø 22,5 mm, wat een permanente 

functiecontrole mogelijk maakt. 

Het type KNS/IS-D ontkoppelt zich automatisch van 

het net als er geen voedingsspanning aanwezig is. 

Hierdoor is een isolatiemeting met 500 V mogelijk zonder 

beïnvloeding van de varistoren. 

L 

L1 

N 

N1 

PE 

PE 

Blokschema KNS-D 

Montage 

V 

V 

ϑ 

F 

De overspanningsbeveiligingen KNS-D en KNS/IS-D 

kunnen in elke courante wand- of kanaalinbouwdoos 

gemonteerd worden. Voor de bevestiging worden 

schroeven met verzonken kop meegeleverd. De module 

wordt aan het gezicht onttrokken door een blinde 

afdekplaat of een afdekplaat met een opening van 

22,5 mm uit het betrokken schakelaarprogramma. In 

het laatste geval wordt de resterende opening afgesloten 

met een afdekkapje. 

64 





KNS-D, KNS/IS-D 



LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 





U pL-N 

U pL/N-PE 

≤1,1 kV 

≤1,3 kV 




fijndradig met draadhulzen, steekkabelschoenen 

Striplengte voor aanluitkabels 

Montage 

eendraads 0,5 - 2,5 mm 2 

meerdraads 0,5 - 1,5 mm 2 

5-6 mm 

Schroefbevestiging in wandinbouwdozen 

of kanaalinbouwdozen 

Fabrikant Serie Afdekking 


Berker Modul 2, Modul MB, Cliptec Centraal stuk met draagring 22,5 

Busch-Jäger Busch-Duro 2000 SI, Reflex SI, Busch-Duro 2000 LX, alpha bj Centrale schijf met draagring 22,5 

Legrand Diplomat Inzetplaat 

Kopp Objekt 2000, Europa, Objekt 3000, Taiga Blinde afdekplaat 

Peha Standard, Newline, Kontur, Kommunikation Centrale plaat met draagframe 22,5 

Merten Atelier, Octo Centrale plaat 22,5 

Antik 

Blinde afdekplaat 

Gira Standaard, vlakke schakelaar, S-Color, Edelstaal, Trias Blinde afdekplaat 

Jung ST550, SL500, Topline LS 990 Blinde afdekplaat 

Popp Plus 2000, Quadro Blinde afdekplaat 

Andere fabrikanten of landspecifieke schakelaarprogramma’s: op aanvraag 



34 

KNS-D 

KNS/IS-D 

Volledig 

Volledig, met automatische ontkoppeling 

tijdens isolatiemeting 

5092 50 7 

5092 52 3 

8 

ø 22,9 

1,5 

ø 48,8 

ø27 


KNS-D, KNS/IS-D 

Akoestische defectwaarschuwing met interval 


Werkt minder storend op de (werk-)omgeving 


Behuizing passend voor alle courante inbouwdozen 

KNS/IS-D: ontkoppelt zichzelf van het net zodra de 

voedingsspanning afwezig is 

Y-schakeling 

Universeel bruikbaar voor de meeste toepassingen 

Isolatiemetingen met 500 V mogelijk, zonder 

beïnvloeding van de varistoren 

Beveiliging tegen transiënte overspanningen op de 

fase-, de nul- en de beschermingsgeleider 



netvoeding 

LPZ 2 → 3 

Fijnbeveiliging UNS-D voor ondervloersystemen 


Het systeem UNS-D (toepassingsklasse D, LPZ 2 → 

3) werd ontwikkeld voor de overspanningsbeveiliging 

van in de vloer ingebouwde installaties, zoals die frequent 

toegepast worden in kantoren en administratieve 

gebouwen. Een thermisch gestuurd bewakingssysteem 

controleert permanent de goede werking van 

het apparaat. Defecten door overbelasting worden – 

afhankelijk van het gekozen type – gemeld door een 

akoestisch signaal of door het doven van de groene 

LED die de goede werking aanduidt. 

L1 

L 

N 

PE 

ϑ 

V 

V 

F 

V 

L1 

Blokschema UNS-A 

L 

N 

ϑ 

V 

V 

V 

Montage 

De overspanningsbeveiliging UNS-D is plaatsbesparend 

ingebouwd in de montagedoos en kan probleemloos 

geïntegreerd worden in de vloerdozen van 

de OBO-ondervloersystemen. 

F 

PE 

Blokschema UNS-D 

66 





Fijnbeveiliging voor inbouw in ondervloersystemen 

UNS-D 



LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 





U pL-N 

U pL/N-PE 

~1,0 kV 

≤1,0 kV 

Aanspreektijd t A


netvoeding 

LPZ 2 → 3 

Fijnbeveiligingen VF 230-AC-FS, VF 230-AC, 

VF 230-AC/20A voor montage op DIN-rail 


De bliksembarrière VF 230-AC is een overspanningsbeveiligingsbouwsteen 

voor meet- en regelsystemen, 

signaalstroomkringen, netapparaten en computerinstallaties. 

Een beveiligingsschakeling, bestaande uit 

varistoren, zorgt voor een zeer diep beschermingsniveau 

bij een maximale stootafleidstroom van 35 kA. 

Montage 

De OBO VF 230-modules worden in courante verdeelkasten 

op een DIN-rail van 35 mm bevestigd. 

1 

V 

PE 

F 

V 

2 

Blokschema VF 230-AC 

3 

PE 

4 

68 




Fijnbeveiliging van de netvoeding VF 230-AC VF 230-AC/20 



LPZ 2 → 3 



D 

klasse III 

Nominale stroom I N 16 A 20 A 

Nominale afleidstootstroom I n 2,5 kA 

Maximale afleidstootstroom I max 7kA 


U pL-N 

U pL/N-PE 

≤1,0 kV 

≤1,5 kV 


0,14 - 2,5 mm 2 

eendraads, meerdraads, fijndradig, fijndradig met draadhulzen, 

steekkabelschoenen 

Striplengte voor aanluitkabels 

6-7 mm 

Aanspreektijd t A ≤ 25 ns 

Kleur Grijs, RAL 7035 

Materiaal Polyamide 6 Duroplast 

Montage 

Afmetingen 

Breedte 

Diepte 

Klikbevestiging op DIN-rail van 

35 mm volgens DIN EN 50 022 

17,8 mm 

62,0 mm 

2 klemvoeten voor bevestiging 

en aarding op DIN-rail van 35 

mm volgens DIN EN 50 022 

35,0 mm 

70,0 mm 

Technische gegevens VF 230 AC-FS: zie pagina 93 



VF 230-AC 

VF 230-AC-FS 

Nominale stroom 16 A 

Nominale stroom 16 A met afstandssignalisatie 

5097 64 9 

5097 85 1 

90 

62 

17.5 


VF 230-AC 

Montage op 35 mm DIN-rail 

Leverbaar met afstandssignalisatie (VF 230-AC-FS) 

Schroefloze klemverbinding 


Directe inbouw in verdeel- of schakelkasten 

Permanente controle van de varistoren in moeilijk 

toegankelijke schakelkasten 



Y-schakeling 





De weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging voor dataleidingen . . . . . . . . . blz. 73 

Welk beveiligingsapparaat voor welke interface? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 74 

Overspanningsbeveiliging voor analoge telecommunicatielijnen . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 76 

Overspanningsbeveiliging voor ISDN- en ADSL-installaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 78 

Overspanningsbeveiliging voor Ethernet 10Base2 (Cheapernet) en 

Ethernet 10Base5 (Yellow-cable) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 80 

Overspanningsbeveiliging voor Ethernet Twisted Pair . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 82 

Fijnbeveiligingen SD en ASP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 84 

Coaxiaal: S-UHF, DS-BNC en DS-N . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 86 

70 71



Combibeveiliging 

Midden- en 

fijnbeveiliging 

Bij een combibeveiliging dient er rekening gehouden 

te worden met een extra demping in het leidingtraject 

door de ontkoppelingselementen tussen gasafleider 

en Transorbdioden. Deze toestellen worden geïnstalleerd 

op de plaats waar de leidingen het gebouw binnenkomen. 

De afstand tot het te beveiligen apparaat 

mag niet meer dan tien meter bedragen. 

Fijnbeveiliging, overgang van LPZ 1→3 

(suffix -F, groene behuizing) 

In de OBO fijnbeveiligingen worden overspanningsimpulsen 

begrensd door Transorbdioden. De verbinding 

van de apparaten met de aarde gebeurt via zeer 

krachtige gasafleiders. De ontkoppeling van basisen 

fijnbeveiliging is verzekerd wanneer de leidinglengte 

tussen basisen fijnbeveiliging ten minste vijf meter 

bedraagt. Fijnbeveiligingen moeten altijd vlakbij het te 

beveiligen toestel geïnstalleerd worden. 

Een volledige beveiliging van gevoelige elektronica en 

waardevolle gegevensbestanden is alleen dan gegarandeerd 

als een gebouw afdoend tegen overspanningen 

beveiligd is. OBO biedt een volledig programma 

beproefde, bedrijfszekere, betrouwbare systemen, 

apparaten en componenten voor alle aspecten van de 

beveiliging tegen bliksem en overspanning aan. Om 

het selecteren van de juiste datalijnbeveiliging in functie 

van de toepassing te vergemakkelijken, hebben 

we deze onderverdeeld in drie klassen. Dankzij het 

gebruik van kleuren en een eenduidige naamgeving 

zijn de apparaten voor basisbeveiliging (rood), combibeveiliging 

(blauw) en fijnbeveiliging (groen) duidelijk 

herkenbaar. 

Basisbeveiliging, overgang van LPZ 0→2 

(suffix -B, rode behuizing) 

OBO basisbeveiligingen zijn bliksemstroomafleiders 

van klasse 1, categorie D1 + D2, overeenkomstig IEC 

61644-1 (ontwerp 1997) en zijn uitgerust met een eentraps 

beveiligingsschakeling met krachtige gasafleiders. 

Deze toestellen worden geïnstalleerd op de 

plaats waar de leidingen het gebouw binnenkomen. 

Combibeveiliging, overgang van LPZ 0→3 

(suffix -C, blauwe behuizing) 

In de OBO combibeveiligingen worden de transiënten 

begrensd door gasafleiders en Transorbdioden, die 

door weerstanden ontkoppeld zijn. De apparaten zijn 

conform de klasse 1+2+3, categorie D1+C2 van de 

norm IEC 61644-21. 

Montage 

Omdat de beveiligingsapparaten in serie met de datalijn 

geplaatst worden, is een volledig gamma van 

aangepaste connectoren leverbaar. 


DSL-BS Bevestigingsset voor datalijnbeveiliging 5082 38 2 

Opmerking: de bevestigingsset type DSL-BS is geschikt voor de 

bevestiging van de datalijnbeveiligingen Twinax-AS4/..., KOAX 

N-E5/..., RJ11-Tele/4..., RJ45/S... op DIN-rail of voor wandmontage. 

72 



Datalijnen: 

De weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging 

Te beschermen toestel 

 

Netwerksystemen 

 

Kleine telecommunicatie-installaties 

 

Audio- en videosystemen 

Komen er datalijnen van buitenuit het gebouw binnen? 

JA 

NEEN 

Gebouwen met externe 

bliksembeveiligingsinstallatie 

Gebouwen met bovengrondse 

aansluiting (luchtlijn) 

Gebouwen met geaarde contructies 

op het dak (antennes enz.) 

Betreft het een van de afgebeelde gebouwentypes? 

JA 

NEEN 

Is de afstand tussen de plaats waar de kabel het gebouw binnenkomt 

en het eindtoestel groter dan 5 meter? 

JA 

NEEN 


Installatie op de plaats waar de 

datalijnen het gebouw 

binnenkomen 

LPZ 0 ––> 2 

én fijnbeveiliging 

Installatie net voor 

het eindtoestel 

LPZ 1 ––> 3 

Combibeveiliging 

Installatie net voor het eindtoestel 

LPZ 0 ––> 3 


Installatie net voor het eindtoestel 

LPZ 1 ––> 3 

Gelieve ook rekening te houden met de volgende punten: 

Bedrijfsspanning (max. spanning) Bedrijfsstroom (max. stroomsterkte) Max. datasnelheid 

Een exacte keuze in functie van het netwerk in kwestie kunt u maken op basis van de volgende pagina's. 

73

Welke beveiliging voor welke interface? 

De OBO overspanningsbeveiligingen voor datalijnen en telecommunicatie-installaties 

in één oogopslag 

Welk systeem er ook beveiligd moet worden, OBO 

biedt voor elk type het optimale beveiligingsconcept. 

De tabel helpt u bij uw keuze: kies in de linkerkolom 

de juiste systeembenaming, bepaal de benodigde 

beveiligingszone en volg de horizontale lijn in de tabel 

tot bij de typebenaming van het overeenkomstige 

OBO beveiligingsapparaat. 

Benaming 

interface 

Typische 

datasnelheid 

Signaalniveau 


(LPZ 0→1) 


(LPZ 1→2) 


(LPZ 2→3) 

AS 400/Twinax 

< 10 Mbit/s

Het OBO productengamma wordt bijna dagelijks uitgebreid 

en geactualiseerd. Hierdoor komen niet alle 

apparaten en systemen voor in deze tabel. 

Voor alle vragen over dit thema staan de specialisten 

van de OBO Hotline te uwer beschikking. 

Telefoon 00 49 2373/89-1500. 

Belgie: 03/870.74.08 

Nederland: 0297/237.205 

Western 

RJ11 

Western Modular 

Jack RJ45 

Coaxiaal 

BNC 

Coaxiaal N Coaxiaal Twinax UHF Schroefloze 

klemmen 

IBM-Type 1 

LSA+ 

(industrie) 

Twinax-AS4/FF-B 

Twinax-AS4/FF-C 

Twinax-AS4/FF-F 

RJ45S-E100/4-B 

RJ45S-E100/4-C 

RJ45S-E100/4-F 

KoaxB-E2/FF-B 

KoaxB-E2/FF-C 

KoaxB-E2/FF-F 

KoaxN-E5/FF-B 

KoaxN-E5/FF-C 

KoaxN-E5/FF-F 

DS-BNC DS-N S-UHF 

RJ45S-V24T/4-F 

RJ45S-V24T/8-F 

TKS-B 

FRD12 

ASP-V24T/4 

LSA-B-MAG 

LSA-BF-24 

TKS-B 

FRD5 

LSA-B-MAG 

LSA-BF-24 

RJ45S-ATM/8-F 

ASP-V11EI/4 

TKS-B 

LSA-B-MAG 

RJ11-Tele/4-C RJ45-Tele/4-C SC-Tele/4-C LSA-BF-180 

RJ11-Tele/4-F 

RJ11-Tele/6-F 

RJ45-Tele/4-F 

RJ45S-ISDN/4-C 

RJ45-ISDN/4-C-G 

RJ45S-ISDN/4-F 

RJ45S-ATM/8-F 

RJ45S-ATM/8-F 

FRD110 

ASP-Tele/4 

TKS -B 

(SC-Tele/4-C)* 

ASP-Tele/4 

TKS -B 

(SC-Tele/4-C)* 

TKS -B 

ASP-V11EI/4 

TKS-B 

FRD24 

TKS-B 

IBMT1/T 

LSA-B-MAG 

LSA-BF-180 

LSA-B-MAG 

LSA-BF-180 

LSA-B-MAG 

LSA-BF-24 

LSA-B-MAG 

LSA-BF-24 


ASP-V11EI/4 

RJ45S-ATM/8-F 

* de toepassing a.u.b. vooraf met de netuitbater bespreken 


Overspanningsbeveiliging voor 

analoge telecommunicatielijnen 

Door de aansluiting op het wereldwijde Internet en 

transmissiesnelheden van 56 kbaud zijn ook analoge 

telecommunicatie-installaties gevoeliger geworden 

voor schade die door gevaarlijke deelbliksemstromen 

veroorzaakt kan worden. Om een degelijke beveiliging 

van deze installaties te garanderen, zijn maatregelen 

op verschillende niveaus noodzakelijk. Naast 

fijnbeveiligingen net voor het eindtoestel, die de communicatiesystemen 

beveiligen tegen restenergie en 

inductief en capacitief ingekoppelde overspanningen, 

is het zinvol ook reeds op de plaats waar de kabels 

het gebouw binnenkomen beveiligingen te installeren 

die in staat zijn deelbliksemstromen af te leiden. 

Bijzonder geschikt voor de beveiliging van analoge 

telecommunicatiesystemen zijn de types RJ11-Tele/4... 

en RJ45-Tele/4..., waarvan de storingvrije werking 

bevestigd werd in het testrapport nr. 

118664640-1-2/97 van het BAPT (de Duitse tegenhanger 

van het BIPT, het Belgisch Instituut voor Postdiensten 

en Telecommunciatie). 

Voorbeeld 1: in een gebouw zonder externe bliksembeveiligingsinstallatie 

wordt een overspanning, die 

bijvoorbeeld veroorzaakt wordt door een blikseminslag 

op afstand, ook via de telecommunicatie-installatie 

ingekoppeld. Bovendien is inductieve en capacitieve 

inkoppeling op de interne bekabeling mogelijk. 

Omdat hier echter slechts met een relatief lage deelbliksemenergie 

rekening gehouden moet worden, volstaat 

een overspanningsbeveiliging voor de bliksembeveiligingszone 

LPZ 1 → 3, die direct bij het 

eindtoestel geïnstalleerd wordt. Hier passen we het 

type RJ11-Tele/4-F toe, dat geschikt is voor de beveiliging 

van analoge modems, fax- en telefoontoestellen 

(4 beveiligde aders). 

Voorbeeld 2: in een gebouw mét externe bliksembeveiligingsinstallatie 

(LPZ 0) dient ook rekening gehoudentewordenmetdirecteblikseminslagenopdeuitwendige 

installatie. Door het gebruik van een 

combibeveiliging van het type SC-Tele/4-C-G (basisen 

fijnbeveiliging LPZ 0 → 3) of van een basisbeveiliging 

TKS-B (LPZ 0 → 2) worden deelbliksemenergiëen 

veilig afgeleid. Een bijkomende fijnbeveiliging, 

zoals het type RJ11-Tele/4-F of ASP-Tele/4, die direct 

bij het eindtoestel geïnstalleerd wordt, filtert bovendien 

de overspanningen uit die zich inductief en/of 

capacitief kunnen inkoppelen op de telecommunicatieleiding. 

Voorbeeld 3: een andere mogelijkheid om gevoelige 

eindtoestellen ook tegen deelbliksemstromen te beveiligen, 

is het gebruik van een combibeveiliging (basis- 

en fijnbeveiliging LPZ 0 → 3), direct bij het eindtoestel. 

Bij deze installatievariant moet men er zich 

wel van bewust zijn dat de deelbliksemenergie tot 

vlak voor het eindtoestel geleid wordt en dus inkoppeling 

op nabijgelegen leidingen mogelijk is. Voor deze 

toepassing zijn de combibeveiligingen SC-Tele/4-C-G 

(schroefloze klemmen) en RJ11-Tele/4-C (Westernstekkers) 

geschikt. 

76 




Beveiligingen voor analoge 

telecommunicatie 

TKS-B 

SC-Tele/ 

4-C-G 

RJ11- 

Tele/4-C 

RJ11- 

Tele/4-F 

RJ11- 

Tele/6-F 

RJ45- 

Tele/4-F 

FRD 110 

ASP- 

Tele/4 

LPZ 0 → 2 0 → 3 0 → 3 1 → 3 1 → 3 1 → 3 1 → 3 2 → 3 

Connector / Beveiligde aders 

Afleidstootstroom/ader 

Symmetrisch 

Asymmetrisch 


10/350 

-/- -/- -/- -/- -/- 


8/20 

-/- 


8/20 

Klemmen/ 

2aders 

6kA/ 

6kA 

20 kA/ 

20 kA 

20 kA/ 

20 kA 

Klemmen/ 

4aders 

5kA/ 

5kA 

15 kA/ 

15 kA 

15 kA/ 

15 kA 

RJ11/UTP 

4aders 

1,5 kA/ 

1,5 kA 

7,5 kA/ 

7,5 kA 

7,5 kA/ 

7,5 kA 

RJ11/12/ 

UTP 

4aders 

RJ11/12/ 

UTP 

6aders 

RJ45/UTP 

4aders 

Klemmen/ 

2aders 

Klemmen/ 

4aders 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

10 kA/ 

10 kA 

10 kA/ 

10 kA 

250 kA/ 

250 kA 

Nominale spanning U N 110 V 110 V 

Aanspreekspanning U p 180 V 180 V 

Beschermingsniveau bij I N 

symmetr./asymmetr. 

V

Overspanningsbeveiliging voor ISDN- en ADSL-installaties 

ISDN- en ADSL-installaties maken een bijzonder snelle 

overdracht van grote hoeveelheden gegevens mogelijk. 

Het nadeel: ook overspanningen kunnen zeer snel 

tot het eindtoestel doordringen en computersystemen 

verstoren. Door een evenwichtige combinatie van basis- 

en fijnbeveiligingen kan dit gevaar bezworen worden. 

Basisbeveiligingen bij het binnenkomen van de 

datalijnen in het gebouw leiden alle gevaarlijke deelbliksemstromen 

af. Capacitieve en inductieve inkoppelingen 

worden door vlakbij het eindtoestel geïnstalleerde 

fijnbeveiligingen uitgefilterd. Zeer geschikt voor toepassing 

in ISDN-installaties is het type RJ45-ISDN/4-C-G, 

waarvan de storingvrije werking bevestigd werd in het 

testrapport nr. 1284/55551-3/96 van het BAPT (de Duitse 

tegenhanger van het BIPT, het Belgisch Instituut voor 

Postdiensten en Telecommunicatie). 

Voorbeeld1: in een gebouw zonder externe bliksembeveiligingsinstallatie 

wordt een overspanning, die bijvoorbeeld 

veroorzaakt wordt door een blikseminslag op 

afstand, ook via de ISDN- of ADSL-lijn ingekoppeld. 

Bovendien is inductieve en capacitieve inkoppeling op 

de interne bekabeling mogelijk. Omdat hier echter 

slechts met een relatief lage deelbliksemenergie rekening 

gehouden moet worden, volstaat een overspanningsbeveiliging 

voor bliksembeveiligingszone LPZ 1 

→ 3 die direct bij het eindtoestel geïnstalleerd wordt. 

Voorbeeld2: in een gebouw mét externe bliksembeveiligingsinstallatie 

dient ook rekening gehouden te worden 

met directe blikseminslagen op de uitwendige installatie. 

Door het gebruik van een combibeveiliging 

van het type SC-Tele/4-C-G vóór de NT-S0-interface of 

een basisbeveiliging TKS-B worden deelbliksemenergieën 

veilig afgeleid. Een fijnbeveiliging direct bij het 

eindtoestel zoals bijv. het type RJ45-ISDN/4-F of ASP- 

Tele/4 voor ISDN-installaties, of RJ45S-ATM/8F voor 

ADSL-modems, filtert bovendien de overspanningen uit 

die zich inductief en/of capacitief kunnen inkoppelen. 

Door navraag bij de desbetreffende netuitbater moet 

uitgemaakt worden of er een beveiliging vóór de NT-S0- 

interface geïnstalleerd mag worden. 

Voorbeeld3: een andere mogelijkheid om gevoelige 

eindtoestellen ook tegen deelbliksemstromen te beveiligen, 

is het gebruik van een combibeveiliging 

RJ45-ISDN/4-C (basisen fijnbeveiliging, LPZ 0 → 3, 

alleen voor ISDN-installaties) direct bij het eindtoestel. 

Bij deze installatievariant moet men er zich wel van bewust 

zijn dat de deelbliksemenergie tot vlak voor het 

eindtoestel geleid wordt en dus inkoppeling op nabijgelegen 

leidingen mogelijk is. 

Voorbeeld4: dit voorbeeld toont de installatie van een 

combibeveiliging RJ45-ISDN/4-C-G (alleen voor ISDNinstallaties) 

direct achter de NT-S0-interface. De erachter 

geschakelde fijnbeveiliging RJ45-ISDN/4-F filtert 

bovendien de inductief en/of capacitief ingekoppelde 

overspanningen uit. 

78 




TKS-B 

SC-Tele/ 

4-C-G 

RJ45-ISDN/ 

4-C-G 

RJ45S-ISDN/ 

4-C 

RJ45S-ISDN/ 

4-F 

RJ45S-ATM/ 

8-F 

LPZ 0 → 2 0 → 3 0 → 3 0 → 3 1 → 3 1 → 3 


Klemmen/ Klemmen/ RJ45/UTP RJ45/STP RJ45/STP RJ45/STP 

2aders 4aders 4aders 4aders 4aders 8aders 


Symmetrisch 

Asymmetrisch 

Beveiligingen voor ISDN- en ADSLtelecommunicatie 


10/350 


8/20 


8/20 

6kA 

6kA 

20 kA/ 

20 kA 

20 kA/ 

20 kA 

5kA 

5kA 

15 kA/ 

15 kA 

15 kA/ 

15 kA 

2kA 

2kA 

10 kA/ 

10 kA 

10 kA/ 

10 kA 

1,5 kA 

1,5 kA 

7,5 kA/ 

7,5 kA 

7,5 kA/ 

7,5 kA 

-/- -/- 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

7,5 kA/ 

0,5 kA 

5kA/ 

0,25 kA 

5kA/ 

0,25 kA 

Nominale spanning U N 110 V 110 V 40 V/5 V 40 V/5 V 40 V/5 V 5V 

Aanspreekspanning U p 180 V 180 V 80 V/7 V 80 V/7 V 80 V/7 V 6,2 V 


symmetrisch/asymmetrisch 

V 

Overspanningsbeveiliging voor Ethernet 10Base2 

(Cheapernet) en Ethernet 10Base5 (Yellow-cable) 

Een vaak gebruikt systeem voor netwerken binnenshuis 

is coaxiaal Ethernet. Bij dit bussysteem onderscheidt 

men 2 varianten: Ethernet 10Base2 met BNCen 

Ethernet 10Base5 met N-connectoren. Om de 

fijnbeveiliging te realiseren moeten alle uitgangen van 

het computersysteem (bijv. server, netwerkkaarten 

enz.) van beveiligingen voorzien worden. Op deze 

manier is het computersysteem perfect beschermd 

tegen overspanningen. Bij een gebouwoverschrijdend 

netwerk dient de datalijn beveiligd te worden aan de 

gebouwgrenzen. Alleen op deze manier is de bescherming 

tegen deelbliksemstromen gewaarborgd. 


kan een overspanning, die bijv. 

veroorzaakt wordt door een blikseminslag op afstand, 

zich inkoppelen via de Ethernet-datalijn. Bovendien is 

inductieve en capacitieve inkoppeling op de interne 

bekabeling mogelijk. Omdat hier echter slechts met 

een relatief lage deelbliksemenergie rekening gehouden 

moet worden, volstaat een midden- en fijnbeveiliging 

voor de bliksembeveiligingszone LPZ 1 → 3 

(voor Ethernet 10Base2: midden- en fijnbeveiliging 

KoaxB-E2/MF-F), direct bij het eindtoestel. 


dient ook rekening gehouden te 

worden met directe blikseminslagen op de uitwendige 

installatie. Door gebruik van een combibeveiliging van 

het type KoaxB-E2/MF/C (LPZ 0 → 3, voor Cheapernet) 

of KoaxN-E5/MF-C (voor Yellow-Cable) direct 

voor het eindtoestel worden deelbliksemenergieën 

veilig afgeleid. Bij deze installatievariant moet men er 

zich wel van bewust zijn dat de deelbliksemenergie 

tot vlak voor het eindtoestel geleid wordt en dus inkoppeling 

op nabijgelegen leidingen mogelijk is. 

Voorbeeld 3: een overspanningsbeveiliging in twee 

aparte stappen is de betere oplossing. De basisbeveiligingen 

KoaxB-E2/FF-B en KoaxN-E5/FF-B (LPZ 0 

→ 2) leiden de deelbliksemstromen direct aan het 

voedingspunt af. De fijnbeveiligingen KoaxB-E2/MF-F 

en KoaxN-E5/MF-F (LPZ 1 → 3) filteren de resterende 

overspanningen uit. 

Voorbeeld 4: Ethernetsystemen worden vaak toegepast 

binnen één gebouw zonder verbindingen naar 

buiten. In deze gevallen is de functie van de overspanningsbeveiliging 

beperkt tot het elimineren van 

inductieve en/of capacitieve inkoppelingen afkomstig 

van een blikseminslag op de externe beveiligingsinstallatie 

of van een nabije inslag, bijv. op een boom. 

Hiervoor zijn de midden- en fijnbeveiligingen KoaxB- 

E2/MF-F en KoaxN-E5/MF-F geschikt. 

80 




Beveiligingen voor Cheapernet en 

Yellow-cable 

KoaxB-E2/ 

FF-B 

KoaxB-E2/ 

MF-C 

KoaxB-E2/ 

MF-F 

KoaxN-E5/ 

FF-B 

KoaxN-E5/ 

MF-C 

KoaxN-E5/ 

MF-F 

LPZ 0 → 2 0 → 3 1 → 3 0 → 2 0 → 3 1 → 3 


BNC/ BNC/ BNC/ 

N/ 

N/ 

N/ 

2aders 2aders 2aders 2aders 2aders 2aders 


Symmetrisch 

Asymmetrisch 


10/350 


8/20 


8/20 

2,5 kA/ 

2,5 kA 

15 kA/ 

15 kA 

15 kA/ 

15 kA 

2,5 kA/ 

2,5 kA 

15 kA/ 

15 kA 

15 kA/ 

15 kA 

-/- 2,5 kA/ 

2,5 kA 

10 kA/ 

0,5 kA 

10 kA/ 

0,5 kA 

15 kA/ 

15 kA 

15 kA/ 

15 kA 

2,5 kA/ 

2,5 kA 

15 kA/ 

15 kA 

15 kA/ 

15 kA 

Nominale spanning U N 110 V 5V 5V 110 V 5V 5V 

Aanspreekspanning U p 180 V 6,5 V 6,5 V 180 V 6,5 V 6,5 V 



V

Overspanningsbeveiliging voor Ethernet Twisted Pair 

(Base T, Cat. 5 en Cat. 6) 

Bij de gestructureerde databekabeling van gebouwen 

is Ethernet Twisted-Pair de standaard geworden. Bij 

dit type netwerk, dat vooral binnen 1 gebouw toegepast 

wordt, is de cat. 5 Westernstekker (RJ 45) de 

standaardconnector. De bescherming tegen eventuele 

capacitieve en inductieve inkoppelingen gebeurt 

met fijnbeveiligingen die net voor het eindtoestel gemonteerd 

worden. Als een beveiliging geplaatst wordt 

op beide uiteinden van de netwerkkabel (met koperen 

geleiders) – dus aan de server, hub en netwerkkaarten 

– kan in de meeste gevallen uitval van het computersysteem 

als gevolg van overspanningen voorkomen 

worden. Bij gebouwoverschrijdende netwerken 

bieden alleen correct gedimensioneerde beveiligingen 

– aan de gebouwgrenzen – absolute zekerheid. 


kan een overspanning, bijv. veroorzaakt 

door een blikseminslag op afstand, zich inkoppelen 

via de Ethernet-datalijn. Bovendien is 

inductieve en capacitieve inkoppeling op de interne 

bekabeling mogelijk. Omdat het hier echter om 

slechts een relatief lage deelbliksemenergie gaat, volstaat 

een midden- en fijnbeveiliging voor LPZ 1 → 3 

(RJ45S-E100/4-F), direct bij het eindtoestel. 


dient ook rekening gehouden te 

worden met directe blikseminslagen op de uitwendige 

installatie. Door gebruik van een combibeveiliging van 

het type RJ45S-E100/4-C (basisen fijnbeveiliging 

LPZ 0 → 3) direct voor het eindtoestel, worden deelbliksemenergieën 

veilig afgeleid. Bij deze installatievariant 

moet men er zich wel van bewust zijn dat de 

deelbliksemenergie tot vlak voor het eindtoestel geleid 

wordt en dus inkoppeling op nabijgelegen leidingen 

mogelijk is. 

Voorbeeld 3: een overspanningsbeveiliging in twee 

aparte stappen is de betere oplossing. De basisbeveiliging 

RJ45S-E100/4-B (LPZ 0 → 2) leidt de deelbliksemstromen 

direct aan het voedingspunt af. De 

fijnbeveiliging RJ45S-E100/4-F (LPZ 1 → 3) filtert de 

resterende overspanningen uit. 

Voorbeeld 4: Ethernetsystemen worden vaak toegepast 

binnen één gebouw, zonder verbindingen naar 

buiten. In deze gevallen is de functie van de overspanningsbeveiliging 

beperkt tot het elimineren van 

inductieve en/of capacitieve inkoppelingen afkomstig 

van een blikseminslag op de externe bliksembeveiligingsinstallatie 

of van een nabije inslag, bijv. op een 

boom. Voor deze toepassingen is de midden- en fijnbeveiliging 

RJ45S-E100/4-F geschikt. 

Opmerking: bij de beveiliging type RJ45S-ATM/8-F 

worden alle 8 aders beschermd. 

82 

Bij bestellingen altijd bestelnr. opgeven a.u.b.


Beveiligingen voor Ethernet Base-T RJ45S-E100/4-B RJ45S-E100/4-C RJ45S-E100/4-F RJ45S-ATM/8-F 

systemen 

LPZ 0 → 2 0 → 3 1 → 3 1 → 3 



Symmetrisch 

Asymmetrisch 


10/350 


8/20 


8/20 

RJ45/ 

STP 4 aders 

RJ45/ 

STP 4 aders 

RJ45/ 

STP 4 aders 

RJ45/ 

STP 8 aders 

1,5 kA/1,5 kA 1,5 kA/1,5 kA -/- -/- 

7,5 kA/7,5 kA 7,5 kA/7,5 kA 7,5 kA/0,5 kA 5 kA/0,25 kA 

7,5 kA/7,5 kA 7,5 kA/7,5 kA 7,5 kA/0,5 kA 5 kA/0,25 kA 

Nominale spanning U N 110 V 5V 5V 5V 

Aanspreekspanning U p 180 V 6,5 V 6,5 V 6,2 V 



V 

overspanningsbeveiliging te garanderen, moet de 

massageleider van het ASP-beveiligingsapparaat via 

de kortst mogelijke weg verbonden worden met het 

geaarde metalen chassis van het te beveiligen toestel. 


Fijnbeveiligingen SD en ASP 


SD-serie: deze types worden gebruikt voor de beveiliging 

van data-, telecommunicatie- en busleidingen 

die voorzien zijn van Sub-D-connectoren. De beveiligingsschakeling 

met Transorbdioden begrenst binnenkomende 

transiënten tot ongevaarlijke waarden. 

ASP-serie: datalijnen met 2 of 4 aders kunnen met 

beveiligingen uit het ASP-gamma tegen overspanningen 

beschermd worden. Een schakeling met snel 

aansprekende suppressordioden voorkomt op een 

betrouwbare manier de beschadiging van de aangesloten 

toestellen. 

Montage 

SD-serie: de SD-adapters worden geïnstalleerd door 

ze simpelweg in te pluggen tussen de datalijn en het te 

beveiligen toestel. 

ASP-serie: de schroefloze klemmen van de ASP-fijnbeveiligingen 

maken een snelle en probleemloze 

montage mogelijk, direct in de datalijn, onmiddellijk 

voor het te beschermen toestel. Voor de bevestiging 

wordt met elke ASP-beveiliging een zelfklevende klitteband 

meegeleverd. Om een zo goed mogelijke 

1 

2 

3 

4 

5 

9 

7 

8 

6 

AARDING 

Blokschema SD09-V11/9 

D 

B 

B 

B 

B 

B 

1 

2 

3 

4 

5 

9 

7 

8 

6 

AARDING 

84 




Fijnbeveiligingen type SD 

SD09- 

V24/9 

SD15- 

V24/15 

SD25- 

V24/25 

SD09- 

V11/9 

SD15- 

V11/15 

SD25- 

V11/25 

SD09-T SD15E SD36- 

C/MF 

Nominale spanning U N 12 V 12 V 12 V 6V 6V 6V 12 V 5V& 

12 V 

Ontwerpspanning afleider U c 18 V 18 V 18 V 7,5 V 7,5 V 7,5 V 18 V 7,5 V 

&18V 

LPZ 2 → 3 

Beveiligde aders 

Pin 

1-9 

Pin 

1-15 

Pin 

1-25 

Pin 

1-9 

Pin 

1-15 

Pin 

1-25 

Pin 

1-9 

Pin 

1-15 

6V 

SD25- 

Paral 

6V 

7,5 V 7,5 V 

Grensafleidstootstroom 

340 A 340 A 340 A 750 A 750 A 750 A 340 A 750 A 750 A 750 A 

(ader-ader, ader-aarde) 

Aanspreektijd t a


Beveiligingen voor coax: DS-N, DS-BNC, S-UHF, LP 7/16 

Werking en toepassingsgebied DS-N, DS-BNC 

en S-UHF 

De types DS-N, DS-BNC en S-UHF zijn coaxbeveiligingen 

die zich onderscheiden door een hoge stootstroombelastbaarheid 

en zijn derhalve geschikt voor 

gebruik op de zoneovergang 0 naar 2. Ze zijn essentieel 

ontwikkeld voor HF-toepassingen. Dankzij de lage 

invoegdemping en een capaciteitsarme opbouw 

zijn deze beveiligingen ook geschikt voor zeer hoge 

frequentiebereiken. Als spanningsbeperkend element 

wordt een gasafleider gebruikt met een zeer hoog 

overdrachtsvermogen. 

F 

Werking en toepassingsgebied van de 

Lambda Protector 7/16 

De λ/4-beveiligingen van het type LP 7/16 werken als 

een smalbandfilter. Hierbij wordt slechts een klein frequentiebereik 

doorgelaten. Andere frequenties daarentegen 

worden kortgesloten en afgeleid. Bij overspanningsafleiders 

met deze opbouw wordt een 

directe kortsluiting tussen de interne en de externe 

geleider tot stand gebracht. Deze kortsluiting heeft de 

vorm van een coaxverbinding met een exact gedefinieerde 

lengte, een elektrische golflengte van één 

kwart van de golflengte (λ/4) van de over te dragen 

frequentie. 

Montage 

De coaxiale overspanningsbeveiligingen worden in de 

kabel ingebouwd op de overgang van bliksembeveiligingszone 

0 naar 2. Om de installatie te vereenvoudigen 

zijn deze modules met verschillende combinaties 

tussen stekker en bus leverbaar. 

Opmerking: voor het type DS-BNC m/v is een adapterset 

(naar F-connectoren of rechtstreekse kabelaansluting) 

beschikbaar: art. BNC-F/A-S. 

Blokschema DS-N, DS-BNC en S-UHF 


DS-N, DS-BNC, S-UHF 

86 

Lage invoegdemping bij 2,5 GHz 

Gasafleider met hoog vermogen 

Golfweerstand bij DS-BNC voor 50Ω en 75Ω 

Verschillende stekkercombinaties 


Toepassing in het hoogfrequentgebied 

Hoog bliksemstroomafleidvermogen 

Universeel bruikbaar voor een groot aantal 

toepassingen 

Eenvoudig te installeren, als tussenstekker 




Coaxiale grofbeveiligingen DS-N DS-BNC S-UHF 

Overdrachtsvermogen 

400 W 

LPZ 0 → 2 

Nominale afleidstootstroom I n (8/20) 5kA 

Bliksemteststroom I imp (10/350) 2x2,5kA 

Overdrachtsfrequentie f 2,5 GHz 1GHz 

Invoegdemping tot 2,5 GHz a e ≤ 0,8 dB - 

Aanspreektijd t A < 100 ns 

Gewicht 80 g 50 g 80 g 


λ/4-beveiligingen LP 7/16-850 MF-C LP 7/16-180 MF-C 

Frequentiebereik 800 - 900 MHz 1700 - 1900 MHz 

Afleidvermogen I max (8/20) 

I imp (10/350) 

100 kA 

50 kA 

Staandegolfverhouding (VSWR) ≤ 1,15 

Invoegdemping 

Aandraaimoment aansluitingen 

≤ 0,1 dB 

25-35 Nm 

Levensduur aansluitingen (aantal aan-/afkoppelingen) ≥ 500 

Beveiligingsklasse volgens DIN 40050/IEC 529 

IP67 



79 

DS-N 

N-connector (bus/stekker) 

5093 99 6 

20 

DS-BNC v/v 

DS-BNC m/v 

DS-BNC m/m 

BNC-connector (bus/bus) 

BNC-connector (bus/stekker) 

BNC-connector (stekker/stekker) 

5093 23 6 

5093 25 2 

5093 26 0 

DS-N 

BNC-F/A-S 

Adapterset voor DS-BNC m/v 

5093 28 0 

S-UHF v/v 

S-UHF m/v 

S-UHF-connector (bus/bus) 

S-UHF-connector (bus/stekker) 

5093 01 5 

5093 02 3 

20 

62 

DS-BNC m/m 

20 

67.5 

S-UHF m/v 


71 

LP 7/16-850 MF-C 

LP 7/16-1800 MF-C 

λ/4-beveiliging 800-900 MHz 

λ/4-beveiliging 1700-1900 MHz 

5093 15 5 

5093 16 0 

64(97) 

29 

M8x1 

M29x1,5 


LP7/16-1800MF-C 



Productinfo MSR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 90 

Keuzehulp MSR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 91 

Bliksembarrières OBO VF en VF-FS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 92 

Bliksembarrières FRD, FLD en bliksemstroomafleider TKS-B . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 94 

LSA-Plus-techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 96 

88 89


MSR-systemen vinden we terug in 

talrijke toepassingen, zoals bijvoorbeeld 

in productiebedrijven, bij het 

beheer van gebouwen, in verwarmingsinstallaties, 

in alarmsystemen 

enz. Inkoppeling van bliksem en 

overspanningen bedreigt niet alleen 

de stuuren regelsystemen, maar 

ook hoogwaardige meetomvormers 

en sensoren. Een defect in het regelsysteem 

brengt over het algemeen 

productieverlies en moeizame inbedrijfsstellingsprocessen 

met zich 

mee. 

MSR-systemen reageren meestal 

gevoeliger op overspanningen dan 

netvoedingssystemen. Bij de selectie 

en de installatie van overspanningsafleiders 

moet rekening gehouden 

worden met de volgende factoren. 

1. Maximale spanning van het 

systeem: 

De nominale waarde en het type van 

de spanning (AC/DC) van de overspanningsafleiders 

en het MSRsysteem 

moeten overeenstemmen. 

2. Maximale stroom: 

De FRD-types kunnen bijvoorbeeld 

gebruikt worden tot een maximale 

nominale stroom van 0,2 A, de FLDtypes 

tot 1 A. 

3. Maximale datasnelheid: 

De maximale bandbreedte van de 

FRD-beveiligingen bedraagt ongeveer 

20 kHz, die van de FLD-types 

10 kHz. 

4. Zijn weerstandsverhogingen 

toegelaten? 

Men moet er rekening mee houden 

dat in de bliksembarrières FRD in 

beide aders een interne serieweerstand 

van 15 ohm opgenomen is 

voor de ontkoppeling. Dit kan bij laagohmige 

systemen problemen veroorzaken. 

5. Komen de leidingen van buiten 

het gebouw en is het 

gebouw uitgerust met een 

externe bliksembeveiligingsinstallatie? 

Als de dataleidingen van buitenuit 

het gebouw binnenkomen en het 

gebouw beveiligd is door een externe 

bliksembeveiligingsinstallatie, dan 

moet er een basisbeveiliging voorzien 

worden op de plaats waar de 

kabels het gebouw binnenkomen. 

90

MSR-installaties: 

De weg naar een perfecte overspanningsbeveiliging 

Te beschermen systeem 

 

 

 

MSR-installaties 

grotere telecommunicatie-installaties 

meerdradige dataleidingen 

Nominale stroom van 1 A – 16 A 

bijv. voor de netvoeding 

Nominale stroom < 1 A 

bijv. bij gegevensoverdracht of 

meetkringen 

Meerdradige systemen 

vanaf 10 aderparen 

Is het wisselspanning? 

Hoe hoog is de maximale datasnelheid? 

Bliksembarrières OBO VF en VF-FS 

Beveiliging van 

meet-, stuuren 

regelsystemen 


De bliksembarrières VF en VF-FS worden gebruikt 

voor de fijnbeveiliging van de (net)voeding van computersystemen, 

modems, systemen die het net gebruiken 

voor afstandssturing, enz. Deze fijnbeveiliging 

beschermt tegen overspanningen die veroorzaakt 

kunnen worden door atmosferische ontladingen (onweer) 

of door schakelprocessen. 

1 

PE 

V 

ϑ 

3 

PE 

De functionaliteit van de beveiligingsschakeling bestaande 

uit gasafleiders en varistoren wordt continu 

bewaakt door een thermische zekering en gesignaleerd 

door een groene LED. Bij overbelasting zorgt 

een geïntegreerd afschakelsysteem voor de scheiding 

van het stroomnet en dooft de groene LED. Bij 

de uitvoering met afstandssignalisatie wordt bovendien 

tegelijkertijd een spanningsvrij wisselcontact geactiveerd. 

2 

F 

V 

Blokschema VF 

Montage 

De VF-types worden in de verdeel- of schakelkast 

vastgeklikt op een DIN-rail van 35 mm. Het contact 

voor de afstandssignalisatie wordt bij het type VF-FS 

aangesloten via een meegeleverde verbindingsstekker. 

4 


VF 

92 


Leverbaar met afstandssignalisatie (VF ...-FS) 

Schroefloze aansluitklemmen 

Y-schakeling 


Rechtstreekse inbouw in verdeel- of schakelkasten 

Permanente controle van de varistoren in moeilijk 

toegankelijke schakelkasten 







Bliksembarrière VF AC 

Nominale spanning U N 24 V~ 48 V~ 60 V~ 110 V~ 230 V~ 

Ontwerpspanning afleider U c 34 V~ 60 V~ 80 V~ 150 V~ 255 V~ 

LPZ 2->3 

Toepassingsklasse volg. DIN VDE 0675, deel 6 (ontwerp 11.89) A1, A2 


D 

klasse III 


Nominale afleidstootstroom I n (8/20) 700 A 2000 A 2500 A 

Maximale afleidstootstroom I max (8/20) 2000 A 6500 A 7000 A 


I n U pL-N 

I max U pL-N 

≤ 160 V 

≤ 220 V 

≤ 220 V 

≤ 300 V 

≤ 360 V 

≤ 480 V 

≤ 530 V 

≤ 850 V 

≤ 1060 V 

≤ 1500 V 


Bliksembarrière VF DC 

Nominale spanning U N 12 V- 24 V- 48 V- 60 V- 110 V- 230 V- 

Ontwerpspanning afleider U c 18 V- 36 V- 76 V- 90 V- 170 V- 300 V- 

LPZ 2->3 

Toepassingsklasse volg. DIN VDE 0675, deel 6 (ontwerp 11.89) A1, A2 


D 

klasse III 

≤ 70 V 


Nominale afleidstootstroom I n (8/20) 700 A 2000 A 

Maximale afleidstootstroom I max (8/20) 2000 A 6500 A 


I n U pL-N 

≤ 130 V ≤ 240 V ≤ 280 V ≤ 500 V ≤ 820 V 

I max U pL-N ≤ 100 V ≤ 170 V ≤ 300 V ≤ 350 V ≤ 800 V ≤1020 V 


Bliksembarrière VF AC/DC 

Aansluitdoorsnede eendraads, meerdraads, fijndradig 

met draadhulzen, steekkabelschoenen 

0,14 - 2,5 mm 2 

Striplengte voor aansluitkabels 

6-7mm 

Kleur Lichtgrijs, overeenkomstig RAL 7035 

Materiaal Polyamide 6 

Montage Klikbevestiging op 35 mm DIN-rail volgens DIN EN 50022 

Afmetingen 

17,8 mm breed - diepte 55,0 mm 

Afstandssignalisatie bliksembarrière VF AC/DC-FS 

Max. toelaatb. schakelspanning U max. 250 V~, 220 V- 

Max. toelaatb. schakelstroom i max. 2A 

Max. toelaatb. schakelvermogen P max. 125 VA, 60 W 

Aansluitdoorsnede soepel of stijf 0,14 - 1,5 mm 2 



NO (maak) 

NC (breek) 


1-2 

1-3 

Andere spanningen op aanvraag. Onder voorbehoud van technische wijzigingen 

VF 24-AC/DC 

VF 48-AC/DC 

VF 60-AC/DC 

VF 110-AC/DC 

VF 230-AC/DC 

Wisselstroomsystemen; 24 V-versie 





5097 60 6 

5097 61 4 

5097 62 2 

5097 63 0 

5097 64 9 

62 

90 

17.5 

VF 24-AC-FS 

VF 230-AC-FS 

Wisselstroomsysteem; 24 V met FS 

Wisselstroomsysteem; 230 V met FS 

5097 81 9 

5097 85 1 





regelsystemen 

Bliksembarrières FRD, FLD en bliksemstroomafleider TKS-B 

De bliksembarrières van de series FRD 2 en FLD 2 

zijn ontworpen voor gebruik in massa-afhankelijke 

(symmetrische, spanningsvoerende), enkeladerige 

systemen. Ook hier kan gekozen worden tussen een 

serieweerstand en een serie-inductiviteit als ontkoppelelement. 

Als een weerstandsverhoging toegelaten 

is, kan de versie FRD 2 gebruikt worden; in een spanningsgestuurde 

installatie het type FLD 2. 

Dankzij hun opbouw met twee trappen zijn OBO bliksembarrières 

ook geschikt voor installatie in de overgang 

van zone 1 naar 3. 

Deze beveiligingsschakeling met twee trappen in de 

FRD- en FLD-reeks, die samengesteld is uit gasafleiders, 

varistoren en Transzorbdioden, kenmerkt zich 

door een hoog afleidvermogen, een korte aanspreektijd 

en een lage restspanning. 

De beveiligingsschakeling met één stap door middel 

van gasafleiders in het type TKS-B garandeert een 

zeer hoog afleidvermogen. 

1 3 

L 

V 

V 

D 

F 

PE 

PE 

V 

L 

2 4 


Blokschema FLD 

De bliksembarrières TKS-B, FRD, FLD, FRD 2 en 

FLD 2 beveiligen elektronische meet-, stuuren regelsystemen 

tegen overspanningen die door atmosferische 

ontladingen (onweer) of in de vorm van lopende 

golven kunnen optreden in dataleidingen. 

Het type TKS-B wordt gebruikt als bliksemstroomafleider 

(LPZ 0 -> 2) voor toepassing op dataleidingen 

van allerlei aard (max. 110 V, 2 MHz). 

De bliksembarrières van de series FRD en FLD zijn 

ontworpen voor gebruik in massavrije (asymmetrische, 

potentiaalvrije) tweedraadssystemen. 

De versie FRD kan toegepast worden in installaties 

waarin een weerstandsverhoging toegelaten is. In het 

andere geval moet de versie FLD worden gebruikt. 


FRD, FLD 

94 


Speciale spanningen laten zich probleemloos realiseren 

Schroefloze aansluitklemmen 

Y-schakeling 

1 3 

PE 

Blokschema TKS-B 

2 4 

1 3 

PE 

V 

V 

Blokschema FRD 2 

Montage 

F 

2 4 

De OBO bliksembarrières kunnen in elke courante 

schakel- of verdeelkast gemonteerd worden door ze 

eenvoudig vast te klikken op een 35 mm DIN-rail. 

Schroefloze aansluitklemmen zorgen voor een snelle 

aansluiting. 


Rechtstreekse inbouw in verdeel- of schakelkasten 

Toepassingsgerichte opbouw van een overspanningsbeveiligingsconcept 

mogelijk 




R 

R 

D 

D 

PE 

PE 




Bliksembarrières FRD 5 

FLD 5 

FRD 2-5 

FLD 2-5 

FRD 12 

FLD 12 

FRD 2-12 

FLD 2-12 

FRD 24 

FLD 24 

FRD 2-24 

FLD 2-24 

FRD 48 

FLD 48 

FRD 2-48 

FLD 2-48 

FRD 60 

FLD 60 

FRD 2-60 

FLD 2-60 

FRD 110 

FLD 110 

FRD 2-110 

FLD 2-110 

TKS-B 

LPZ 1 → 3 0 → 2 

Nominale spanning U N 5V 12 V 24 V 48 V 60 V 110 V 110 V 

Ontwerpspanning afleider U c 6V 13,5 V 27 V 53 V 66 V 122 V 122 V 

Nominale stroom FRD, FRD 2, TKS-B I N 0,2 A 16 A 

Nominale stroom FLD, FLD 2 I N 1,0 A 1,0 A 

Nominale afleidstootstroom (8/20) I n 10 kA 20 kA 

Piekwaarde van de stootstroom 10/350 I imp - 5kA 

Beschermingsniveau U p U p3-4 ≤ 13 V ≤ 29 V ≤ 51 V ≤ 100 V ≤ 130 V ≤ 300 V ≤ 500 V 

Serieweerstand per ader 

Serie-inductiviteit per ader 

R 

FRD, FRD 2-... 

L 

FLD, FLD 2-... 



met draadhulzen, steekkabelschoenen 

Striplengte voor aansluitkabels 

15 Ω - 

100 µH - 

0,14 - 2,5 mm 2 

6-7mm 

Kleur Lichtgrijs, overeenkomstig RAL 7035 

Materiaal Polyamide 6 

Montage Klikbevestiging op 35 mm DIN-rail volgens DIN EN 50022 

Afmetingen 

Breedte 17,8 mm, diepte 55,0 mm 




FRD 5 

FRD 12 

FRD 24 

FRD 48 

FRD 60 

FRD 110 

5V-versie 

12 V-versie 

24 V-versie 

48 V-versie 

60 V-versie 

110 V-versie 

5098 49 1 

5098 50 5 

5098 51 3 

5098 52 1 

5098 54 8 

5098 55 6 

90 

17,5 

62 

FLD 5 

FLD 12 

FLD 24 

FLD 48 

FLD 60 

FLD 110 

5V-versie 

12 V-versie 

24 V-versie 

48 V-versie 

60 V-versie 

110 V-versie 

5098 59 9 

5098 60 2 

5098 61 0 

5098 62 9 

5098 63 7 

5098 64 5 

FRD 2- 5 

FRD 2- 12 

FRD 2- 24 

FRD 2- 48 

FRD 2- 60 

FRD 2-110 

5V-versie 

12 V-versie 

24 V-versie 

48 V-versie 

60 V-versie 

110 V-versie 

5098 79 3 

5098 71 8 

5098 72 6 

5098 73 4 

5098 74 2 

5098 75 0 

FLD 2- 5 

FLD 2- 12 

FLD 2- 24 

FLD 2- 48 

FLD 2- 60 

FLD 2-110 

5V-versie 

12 V-versie 

24 V-versie 

48 V-versie 

60 V-versie 

110 V-versie 

5098 86 6 

5098 80 7 

5098 81 5 

5098 82 3 

5098 83 1 

5098 85 8 

TKS-B 

Basisbeveiliging met één trap 

5097 97 5 



LSA-Plus-techniek 



regelsystemen 


LSA-Plus-overspanningsbeveiliging van OBO wordt 

vooral gebruikt in meeraderige leidingsystemen, zoals 

bijv. in meet-, stuuren regelsystemen of bij telefooncentrales. 

Zo kunnen bijv. 10 aderparen tegen overspanning 

beschermd worden met slechts één houder 

voor basisbeveiligingen LSA-B-MAG. Voor de beveiliging 

van 1 aderpaar (twee draden) dienen de modules 

LSA-BF. 

De basisen fijnbeveiligingen van het type LSA-BF 

180 (180 V-versie) zijn voorzien voor gebruik in analoge 

en ISDN-telecommunicatiesystemen. De OBO basis- 

en fijnbeveiligingen LSA-BF-24 (24 V-versie) vinden 

vooral toepassing in de data- en de meet-, stuuren 

regeltechniek (MSR). 

De beveiligingsschakeling van het type LSA-B-MAG 

bestaat uit krachtige driepolige gasafleiders. De basis- 

en fijnbeveiligingsapparaten zijn voorzien van de 

fail-safe-technologie, die ervoor zorgt dat de afleider 

bij een thermische overbelasting overbrugd en zodoende 

beveiligd wordt. 

Montage 

De LSA-aansluit- of scheidingsstrips worden eenvoudig 

vastgeklikt op een montageframe. Zo kunnen ze 

op nagenoeg elke wand worden bevestigd. 


96 

LSA-Plus-technologie 

Compacte constructie 

Fail-safe-technologie 

Individuele overspanningsbeveiliging 

Modulaire opbouw 

Gasafleider 

Blokschema LSA-BF... 

a1 

. 

a10 

b1 

. 

b10 

Gasafleider 

Blokschema LSA-B-MAG 

PTC 

Fail-Safe 

Fail-Safe 

PTC 

Dioden 

a1’ 

. 

a10’ 

b1’ 

. 

b10’ 

Met behulp van het gereedschap LSA-TOOL kunnen 

de draden eenvoudig aangesloten worden: snijgereedschap, 

solderen, schroeven of strippen is overbodig. 

Voordelen voor het gebruik 

Eenvoudige montage zonder solderen, schroeven 

of strippen 

Beveiliging van meeraderige systemen op een minimum 

aan ruimte 

Beveiliging tegen thermische overbelasting 

Door het modulaire systeem kunnen welbepaalde 

kringen beveiligd worden 

Maakt eenvoudige, vakkundige montage mogelijk 




Type LSA-B-MAG LSA-BF-24 LSA-BF-180 

Beveiligde aderparen/aders 10 paar / 20 aders 1 paar / 2 aders 

Nominale spanning U N 180 V 24 V 180 V 

Beschermingsniveau U p < 700 V

Beschermings- en scheidingsvonkbruggen 

Wanneer beschermingsvonkbrug, wanneer scheidingsvonkbrug?. . . . . . . . . . . . . . blz. 100 

Scheidingsvonkbruggen 480 en 481. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 102 

Beschermingsvonkbrug 482. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 104 

Koppeling van aardingsinstallaties FS-V 20 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 105 

98 99

Beschermingsvonkbrug of scheidingsvonkbrug? 

De OBO scheidings- en beschermingsvonkbruggen 

zijn bedoeld om een galvanische scheiding te realiseren 

tussen delen van een elektrische installatie die 

bedrijfsmatig niet met elkaar verbonden zijn. 

Als er ten gevolge van een blikseminslag een potentiaalverhoging 

ontstaat in een onderdeel van een elektrische 

installatie zorgt de scheidingsvonkbrug voor 

een geleidende verbinding en zodoende voor een 

onderlinge potentiaalvereffening. 

Toepassingen: 

- tot stand brengen van de galvanische scheiding bij 

isolatieflenzen. 

- het overbruggen met een scheidingsvonkbrug van 

een niet te vermijden benadering met ontoelaatbaar 

kleine afstand, daar waar geen directe verbinding 

gebruikt mag worden. 

- het overbrengen van foutspanningen voorkomen, in 

het bijzonder in een TT-systeem. 

Gasdrukregelaar 

Isolatieflens 

Isolatieflens 

Type 480 Type 480 

PVR 

PVR 

Type 481 

Gasdrukregelstation 

(scheidingsvonkbrug voor zones met 

explosiegevaar: Ex) 

Voor het overbruggen van isolatieflenzen of geïsoleerde 

schroefkoppelingen, in het bijzonder in zones met 

explosiegevaar, is de scheidingsvonkbrug van het 

type 480 geschikt. 

Meerdere aardingsinstallaties in één gebouw 

Als in een gebouw twee aardingsinstallaties aanwezig 

zijn - bijv. een fundamentaarding en een diepteaarding 

- kunnen die via een scheidingsvonkbrug met 

elkaar verbonden worden. Hierdoor wordt anders dan 

bij een directe galvanische verbinding elektrochemische 

corrosie van de aardingen voorkomen. Bovendien 

is bij een directe blikseminslag de gezamenlijke 

oppervlakte van de verschillende aardingen actief. 

100 



- degraderen van bijv. een informaticasysteem door 

een andere installatie in het gebouw. Om dit te omzeilen 

wordt indien nodig naast de normale aarding 

van het gebouw (deze voor de reguliere elektrische 

installatie en voor de bliksembeveiliging) een functionele 

aarding geplaatst. Voor het realiseren van 

de potentiaalvereffening dienen beide gekoppeld 

te worden. 

- koppelen met scheidingsvonkbruggen van de aardingen 

van dicht naast elkaar gelegen gebouwen, 

in het bijzonder bij een TT-systeem, zodat alle aardingen 

mee betrokken worden in de bliksembeveiliging 

- maatregelen om het optreden van verbindingen 

naar meet- en testopstellingen te voorkomen. 

De vonkbruggen gaan over van een isolerende naar 

een geleidende toestand door het ontsteken van een 

lichtboog ten gevolge van een stootspanning. 

HK 

Functionele 

aarding 

Bedrijfsaarding 

PVR 

PVR 

FS-V20 

PVR 

Bovengrondse laagspanningsaansluiting 

Bij een laagspanningsaansluiting via een luchtlijn 

moet de daksteun hiervan zich zo ver mogelijk van de 

bliksembeveiligingsinstallatie bevinden. 

Als deze afstand kleiner is dan een halve meter moet 

een gekapselde beschermingsvonkbrug geplaatst 

worden. 

Voor deze verbinding met de daksteun is de toelating 

van de bevoegde energieleverancier vereist. 

Meerdere aardingsinstallaties in één gebouw 

Als voor het gebruik van speciale elektronische installaties 

de plaatsing van een aparte aarding (functionele 

aarding) noodzakelijk is, is het aan te bevelen deze 

bliksemstroommatig te koppelen met de bedrijfsaarding. 

Op deze manier wordt het ontstaan van gevaarlijk hoge 

spanningsverschillen tussen de verschillende aardingsinstallaties 

vermeden. 

Om te beletten dat hoogfrequente spanningen doordringen 

tot de functionele aarding wordt een extra 

smoorspoel ingebouwd. 





Scheidingsvonkbruggen type 480 en 481 


Scheidingsvonkbruggen worden gebruikt voor de galvanische 

scheiding van elektrisch geleidende delen 

van een installatie die niet rechtstreeks met elkaar verbonden 

mogen worden. 

De scheidingsvonkbrug 480 wordt bijv. gebruikt voor 

het overbruggen van isolatieflenzen en geïsoleerde 

schroefkoppelingen van buizen. Met de scheidingsvonkbrug 

481 kan men bijvoorbeeld een bliksembeveiligingssysteem 

koppelen met het aardingssysteem 

van sterkstroominstallaties boven 1 kV, met de hulpaarding 

van differentieelschakelaars of met de meetaarding 

van laboratoria. 

Andere toepassingen zijn de overbrugging van benaderingsplaatsen 

of de verbinding met buizen en tankinstallaties 

die kathodisch beschermd zijn tegen corrosie. 

De beide scheidingsvonkbruggen bestaan uit twee 

elektroden die op een precies gedefinieerde afstand 

van elkaar geplaatst zijn in een geïsoleerde behuizing. 

Bij blikseminslag ontsteekt de vonkbrug en worden 

de beide elektroden gedurende korte tijd geleidend 

met elkaar verbonden. 

Bij de versie 480 garanderen elektroden uit wolframkoper 

een extreem hoge afbrandbestendigheid en 

lage slijtage. Deze scheidingsvonkbrug met een 

(Ex)-keuring is geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke 

omgevingen. 

Blokschema 480/481 

F 

Montage 

De scheidingsvonkbruggen 480 en 481 worden met 

bouten of klemmen aangesloten tussen de te overbruggen 

delen van de installatie. Bij de montage dienen 

de aansluitkabels zo kort mogelijk gehouden te 

worden, omdat lange kabels het gevaar voor onnodige 

belasting van de isolatie door inductieve spanningen 

verhogen. 

Keurmerken 

102 

Type 480 




Scheidingsvonkbruggen Parex-scheidingsvonkbrug 480 Scheidingsvonkbrug 481 

Explosieveiligheid (Ex)s G 4 volgens VDE 0171 - 

Testattest PTB nr. III B/E-29 859 - 

Aanspreekwisselspanning U AW (50 Hz) 1kV(ook hogere spanningen mogelijk) 2,5 kV 

100 % aanspreek- U AS 100 (1,2/50) 

2kV 

5kV 

bliksemstootspanning 

Nominale afleidstootstroom I n (8/20) 100 kA 100 kA 

Stootstroomtest (10/350) overeenkomstig de bliksemparameters 

volgens IEC 61312-1 (02.95) 

Piekwaarde 

I imp 

100 kA 

50 kA 

Lading 

Q 

50 As 

25 As 

Spec. energie 

W/R 

2,5 MJ/Ω 

0,63 MJ/Ω 

Elektroden Wolfram-koper Roestvrij staal 

Behuizing Epoxy persmassa Epoxy persmassa 

Aansluitbouten - Ø 10 mm; 

Roestvrij staal 

Aansluitvlak 

Messing, vernikkeld, met schroef, moer 

- 

en veerring 

Aansluitkabel 

25 mm 2 Cu, NSLFF zeer flexibel, 

- 

met kabelschoen, schroef, moer en veerring 

Schroeven en moeren 

M10 

Thermisch verzinkt staal 

- 

Lengte van aansluitkabels 

L 

L 

L 

180 mm 

- 

250 mm 

350 mm 




40 

480 

480 

480 

Lengte aansluitkabel 180 mm 



5240 03 4 

5240 07 7 

5240 06 9 

Lengte 

aansluitkabel 

mm 

136 

82 

180 

250 

350 


481 Aansluit-Ø 10 mm; roestvrij staal 5240 08 5 

82 

170 

Ø40 





Beschermingsvonkbrug 482 

vonkbrug bestaat uit twee elektroden die in een keramische 

behuizing op een precies gedefinieerde afstand 

van elkaar gemonteerd zijn. 

Het type 482 heeft een beschermingsgraad IP54. 

F 

Blokschema 482 


De OBO beschermingsvonkbrug 482 dient voor de 

overbrugging van benaderingsplaatsen (conform 

VDE 0100 en VDE 0185) tussen de daksteun van een 

bovengrondse laagspanningsleiding en onderdelen 

van de externe bliksembeveiligingsinstallatie. De 

Montage 

De OBO beschermingsvonkbrug 482 wordt met behulp 

van klemmen gemonteerd tussen de te overbruggen 

delen van de installatie. 


Beschermingsvonkbrug 482 

Aanspreekwisselspanning U AW (50 Hz) 10 kV 

Elektroden en aansluitvlakken 

Thermisch verzinkt smeedbaar gietijzer 

Behuizing 

Keramisch 

Aansluitvlakken 

Boring Ø 11 mm (M 10) 

Eén aansluitlip voorzien van een verbinder type 5001/DIN 

Klembereik 

8-10mm 

Schroef en moer 

M 10, thermisch verzinkt staal 

Gekartelde sluitring 

Roestvrij staal 

Klemplaat 

Spuitgietzink, galvanisch verzinkt 

Beschermingsgraad IP 54 




482 Beschermingsvonkbrug 5240 05 0 

44 

145 

104 



Koppeling van aardingsinstallaties FS-V 20 

De parallelschakeling van een vonkbrug en een hoogvermogen 

zinkoxidevaristor zorgt voor de potentiaalvereffening 

tussen de aardingssystemen en voorkomt 

zo doorslag in de elektronica. 

Het type FS-V 20 kenmerkt zich door een extreem korte 

aanspreektijd en een lage restspanning. 

Blokschema FS-V 20 


De overspanningsbeveiliging FS-V 20 dient voor de 

bliksemstroommatige koppeling van gescheiden aardingsinstallaties. 

Hij voorkomt dat er bij bliksemen 

bij EMP-inwerking gevaarlijk hoge potentiaalverschillen 

ontstaan tussen de functionele en de bedrijfsaarding. 

Montage 

Het type FS-V 20 wordt tussen de functionele en de 

bedrijfsaarding aangesloten en rechtstreeks gekoppeld 

met de desbetreffende potentiaalvereffeningsrails. 

Een parallel geschakelde smoorspoel volgens DIN 

57160 VDE 0160 (niet standaard meegeleverd) voorkomt 

het doordringen van hoogfrequente spanningen 

tot de functionele aarding. 


FS-V 20 

Nominale afleidstootstroom I n 100 kA 

Stootstroomtest (10/350) overeenkomstig de bliksemparameters volgens IEC 61312-1 (02.95) 

Piekwaarde 

I imp 

Lading 

Q 

Spec. energie 

W/R 

Afleidvermogen volgens DIN 48 810 

idt 

i 2 dt 

100 kA 

50 As 

2,5 MJ/Ω 

10 As 

10 5 A 2 s 

Beschermingsniveau U p ≤1,5 kV 

Afmetingen van de behuizing 196 x 144 x 71 




FS-V 20 Complete uitvoering in isolerende behuizing 5099 80 3 

144 71 


Bij bestellingen altijd bestelnr. opgeven a.u.b. 105 

196 

232


Algemene installatierichtlijnen.................................................................................... blz. 108 

Keuzehulp »Privé-woning met externe bliksembeveiligingsinstallatie«........................ blz. 110 

Keuzehulp »Privé-woning zonder externe bliksembeveiligingsinstallatie« ................... blz. 112 

Keuzehulp »Kantoorgebouw met externe bliksembeveiligingsinstallatie« ................... blz. 114 

Keuzehulp »Industrieel gebouw met externe bliksembeveiligingsinstallatie«............... blz. 116 

Overspanningsbeveiligings-ABC ............................................................................... blz. 118 

Normen en richtlijnen ................................................................................................ blz. 120 


Alfabetische index..................................................................................................... blz. 123 

Index volgens bestelnummer .................................................................................... blz. 124 

Index volgens type.................................................................................................... blz. 126 

Kortingsgroepen ....................................................................................................... blz. 128 

Verkoop- en leveringsvoorwaarden ........................................................................... blz. 129 

106 

107

Algemene installatierichtlijnen 

≤ 0,5 m 

Aardingsrail 

≤ 0,5 m 

Hoofdpotentiaalvereffeningsrail 

of -klem of aardingsrail 

Hoofdpotentiaalvereffeningsrail 

of 

-klem 

Met de uitgebreide en montagevriendelijke OBO overspanningsbeveiligingstechniek 

is het voor de vakman 

geen probleem om een doeltreffend overspanningsbeveiligingssysteem 

conform de normen te installeren. 

Hierna vindt u enkele aanwijzingen voor installatie 

en montage. 

Plaats van installatie 

Conform het bliksembeveiligingszoneconcept (LPZ) 

moeten de OBO overspanningsafleiders geïnstalleerd 

worden op de overgangen tussen deze zones. Zo 

moeten bliksemstroomafleiders van de toepassingsklasse 

B ingebouwd worden op de plaats waar de 

kabels in het gebouw binnenkomen. Bij de installatie 

van bliksemstroomafleiders vóór de teller moeten de 

technische aansluitvoorschriften (TAB) van de VDEW 

(Vereniging van de Duitse Elektriciteitsverdelers) in 

acht genomen worden (zie pag. 26). Overspanningsafleiders 

van de toepassingsklasse C, die in de 

onderverdeelborden geïnstalleerd worden, vervolledigen 

de basisbeveiliging. Overspanningsafleiders van 

de toepassingsklasse D (fijnbeveiliging) moeten zo 

dicht mogelijk bij het te beveiligen toestel, resp. bij de 

te beveiligen installatie ingebouwd worden. 

Elektrische aansluiting 

De aansluitdraden van de overspanningsbeveiligingen 

moeten altijd zo kort mogelijk gehouden worden 

om spanningsverhogingen over de leidingimpedanties 

te vermijden. Als de aanbevolen maximale 

leidinglengte (< 0,5 m) niet kan worden aangehouden, 

moet de aansluiting van de overspanningsbeveiligingen 

V -vormig in plaats van T-vormig gebeuren. 

Hierbij moet men erop letten een zo groot mogelijke 

afstand te bewaren tussen de in- en uitgaande geleiders. 

Beveiligde en onbeveiligde geleiders - hiertoe behoren 

ook de verbindingen naar potentiaalvereffening - 

mogen niet dicht naast elkaar parallel gelegd worden. 

Ze moeten ruimtelijk of via een afscherming van elkaar 

gescheiden worden zodat het risico op inkoppeling 

van overspanning van onbeveiligde op beveiligde 

leidingen tot een minimum herleid wordt. 

Voor de aansluitdraden van de overspanningsafleiders 

moeten dezelfde secties gebruikt worden als die 

van de fasen (L1, L2, L3) en de nulleider (N). 

Een uitvoerige toelichting van het bliksembeveiligingszoneconcept 

volgens DIN VDE 0185 deel 103 vindt u 

op pagina 10. 

108 


ÜSS_NL_V0_30102000

Aarding en potentiaalvereffening 

De koppeling tussen de aarding van het afleidersysteem 

en de aarding van het te beveiligen toestel of 

installatie moet te allen tijde gewaarborgd zijn. 

In TN-netsystemen moeten de PEN/PE-geleiders en 

de hoofdbeschermingsgeleider naar de aardingsinstallatie 

verbonden worden aan de hoofdpotentiaalvereffeningsrail. 

De PEN-geleider van de stroomleverancier 

mag in geen geval als enige aardingsgeleider 

gebruikt worden (conform de technische aansluitvoorschriften 

van VDEW). 

Als er een bliksembeveiligingspotentiaalvereffening 

aanwezig is, moeten de afleiders hier ook mee verbonden 

worden. 

Elke lokale potentiaalvereffening (bijv. PE-verzamelrails 

in een verdeelbord) moet verbonden worden met 

de hoofdpotentiaalvereffening. Hierbij moeten de minimale 

secties voor beschermingsgeleiders in acht 

genomen worden. 

Controle en onderhoud 

Overspanningsafleiders op basis van varistoren zijn 

voorzien van een indicatie die aanduidt wanneer het 

apparaat defect is. Vooral na onweersperioden moet 

de functieaanduiding gecontroleerd worden. Als de 

functieaanduiding gewijzigd is van groen naar rood 

moet het apparaat vervangen worden. 

Bliksemstroomafleiders van de toepassingsklasse B, 

waarvan de werking gebaseerd is op het principe van 

de vonkbrug, zijn in functie van hun gebruik ontworpen 

voor hoge elektrische en mechanische belastingen. 

In zeldzame gevallen kunnen toch - onder invloed 

van veelvuldige extreme belasting - 

verouderingsverschijnselen optreden, waardoor de 

beveiligende werking van de apparaten achteruit kan 

gaan. Het is daarom raadzaam de afleiders met tussenpozen 

van twee tot vier jaar te controleren, evenals 

na directe blikseminslagen. 

De norm VDE 100-610 vereist een controle van de 

isolatieweerstand. Bij een meetspanning van 500 VDC 

mag deze niet kleiner zijn dan 500 kΩ. De modulair 

opgebouwde vonkbruggen van OBO Bettermann 

hebben hier een onmiskenbaar voordeel: de beveiligingsmodule 

is uittrekbaar zonder de netspanning te 

moeten onderbreken. 

De exacte installatievoorschriften zijn terug te vinden 

in de technische informatie die met de apparaten 

wordt meegeleverd. 

Verdere installatievoorschriften 

Als overspanningsafleiders stroomafwaarts van een 

verliesstroomschakelaar geïnstalleerd worden (dit is 

liefst te vermijden), dient een stootstroomvaste, selectieve 

verliesstroomschakelaar gebruikt te worden om 

ongewenst afschakelen bij het aanspreken van de 

overspanningsafleider te vermijden. 

ÜSS_NL_V0_30102000 


Privé-woning 


BM 

! V 25-B+C/3+NPE 

@ 

V 20-C/3+NPE 

# VF 230-AC 

$ EP 220-D 

SNS-D 

@ 

BL 

( 

( 

% CNS-D 

CNS 3-D 

( BL 

^ 

KNS-D 

KNS-IS-D 

$ %^ 

$ %^ 

& 

FRD 

FLD 

@ 

* SC-Tele/4-C-G 

( RJ 45S-ISDN/4-F 

$ %^ 

( 

BL 

SD-serie 

! 

# & 

BM 

DS-BNC 

BNC-F/AS 

PVR 

* 

$ %^ 

Legenda 

HV Hoofdverdeelbord 

OV Onderverdeelbord 

NTBA Network Terminator for Basic 

Access, overgangspunt van het 

telefoonnet naar de huisinstallatie 

HAK 

PVR 

Huisaansluitkast van 

de energieleidingen 

Potentiaalvereffeningsrail, 

type 1809 

ISDN 

Integrated Services Digital 

Network, overgangspunt van 

het digitale telecommunicatienet 

110 111

Privé-woning 

zonder externe bliksembeveiligingsinstallatie 

! V 20-C/3+NPE 

@ 

V 20-C/PH 

# VF 230-AC 

@ 

$ FRD 

FLD 

% EP 220-D 

SNS-D 

! 

BL 

( ( 

^ 

KNS-D 

KNS-IS-D 

( BL 

% ^& % ^& 

& 

CNS-D 

CNS 3-D 

* SC-Tele/4-C-G 

% ^& 

( 

( RJ 11-Tele/4-F 

BL 

SD-serie 

! 

# $ 

PVR 

Legenda 

* 

% ^& 

HV 

OV 

HAK 

Hoofdverdeelbord 

Onderverdeelbord 

Huisaansluitkast van de 

energieleidingen 

 

Overgangspunt van het analoge 

telecommunicatienet 

PVR 


type 1801 

112 113

Kantoorgebouw met externe 


! MC 50-B VDE 

MC 125-B/NPE 

@ 

V 25-B+C/3+NPE 

% * 

% 

( 

* 

@ 

* 

% 

# V 20-C/3+NPE 

$ VF 230-AC 

% 

# % 

* 

* 

( 

* 

( 

( ( 

( ( 

# 

% 

% 

% * # % 

% * 

( 

* 

( 

PVR 

PVR 

! 

& 

& 

$ 

^ 

* 

( 

% 

% EP 220-D 

SNS-D 

CNS-3D 

KNS-D 

^ 

& 

FRD 

FLD 

LSA-Plus 

SC Tele/4-C-G 

RJ 45-ISDN/4-C-G 

* RJ 45-ISDN/4-F 

RJ 45 S-E100/4-F 

RJ 45 S-ATM/8-F 

( Koax B-E2/MF-F 

Koax B-E5/MF-F 

Legenda 

HV 

OV 




Access, overgangspunt van het 

telefoonnet naar de huisinstallatie 

HAK 

PVR 

Huisaansluitkast van 

de energieleidingen 


type 1801 

ISDN 


Network, overgangspunt van het 

digitale telecommunicatienet 

114 115

Industrieel gebouw met externe 


# ( 

PVR 

@ 

MC 125-B/NPE 

! MC 50-B VDE 

@ 

# VF 230-AC 

$ KNS-D 

# $ * 

* @ 

SNS-D 

@ * 

CNS-D 

* 

EP 220-D 

$ 

& # 

% 

# 

! 

% FRD 

FLD 

^ 

V 20-C/3+NPE 

SC Tele/4-C-G 

^ 

PVR 

& 

RJ 45 S-ISDN/4-F 

* RJ 45 S-ATM/8-F 

( LSA-Plus 

Legenda 

HV 

OV 

HAK 

PVR 



Huisaansluitkast van de 

energieleidingen 


type 1801 


Access, basisaansluiting, overgangspunt 

van het telefoonnet 

naar de huisinstallatie 

ISDN 


Network, overgangspunt van het 

digitale telecommunicatienet 

BMC Brandmeldcentrale 

116 

117

Beknopt overspanningsbeveiligings-ABC 

100 % aanspreekbliksemstootspanning 

De 100 % aanspreekbliksemstootspanning is de 

waarde van de bliksemstootspanning 1,2/50 µs die 

leidt tot het aanspreken van het apparaat. Bij deze 

testspanning moet de overspanningsbeveiliging op 

tien testen tien maal aanspreken. 

Aanspreektijd (ta) 

De aanspreektijd kenmerkt het aanspreekgedrag van 

de afzonderlijke beveiligingselementen die in de afleider 

gebruikt worden. 

Afhankelijk van de steilheid du/dt van de stootspanning 

of di/dt van de stootstroom kunnen de aanspreektijden 

binnen bepaalde grenzen variëren. 

Afleiders 

Afleiders zijn toestellen die doorgaans zijn opgebouwd 

met spanningsafhankelijke weerstanden en/of 

vonkbruggen. Beide elementen kunnen in serie of parallel 

geschakeld zijn of afzonderlijk worden gebruikt. 

Afleiders dienen om andere elektrische componenten 

en installaties te beveiligen tegen overspanningen. 

Afschakelsysteem 

Het afschakelsysteem scheidt de afleider bij overbelasting 

van het net, resp. van de aardingsinstallatie, 

zodat brandgevaar voorkomen wordt. Het signaliseert 

tegelijkertijd de beschadiging van het toestel. 

Beschermingsniveau (U p) 

Het beschermingsniveau is de hoogste ogenblikkelijke 

waarde van de spanning op de klemmen van de 

overspanningsbeveiliging vóór het aanspreken. Op 

pagina 11 zijn de vereiste beschermingsniveaus overeenkomstig 

de overspanningscategorieën volgens 

DIN VDE 0110-1 (04/97) weergegeven in vergelijking 

met de beschermingsniveaus van de overspanningsafleiders 

van OBO Bettermann. 

Bliksembeveiligingspotentiaalvereffening 

De bliksembeveiligingspotentiaalvereffening is een 

noodzakelijke maatregel om het brand- en explosiegevaar 

te verkleinen in de te beveiligen ruimte of gebouw. 

De bliksembeveiligingspotentiaalvereffening 

wordt gerealiseerd met behulp van potentiaalvereffeningsleidingen 

of afleiders. Zij verbinden de externe 

bliksembeveiligingsinstallatie, het metalen gebinte 

van het gebouw of de ruimte, de installatie, de vreemde 

geleidende delen evenals de elektrische energieen 

telecommunicatieleidingen met elkaar. 

Bliksembeveiligingssysteem (LPS) 

Onder bliksembeveiligingssysteem (LPS - Lightning 

Protection System) verstaat men het volledige systeem 

dat een ruimte of een gebouw beveiligt tegen 

de effecten van een blikseminslag. Hiertoe behoort 

zowel de externe als de interne bliksembeveiliging. 

118 

Bliksembeveiligingszone (LPZ) 

Onder bliksembeveiligingszones (LPZ - Lightning 

Protection Zone) verstaat men de zones waarbinnen 

de elektromagnetische uitwerking van de bliksem kan 

gedefinieerd en beheerst worden (zie pagina 10). 

Bliksemstootstroom (Iimp) 

Onder bliksemstootstroom (bliksemstroomdraagvermogen 

per pool) verstaat men een gestandaardiseerd 

stootstroomverloop met de golfvorm 10/350 µs. Hij 

bootst met zijn parameters 

• piekwaarde 

• lading 

• specifieke energie 

de belasting door een natuurlijke bliksemstroom na. 

Bliksemstroomafleiders van de toepassingsklasse B 

moeten dergelijke bliksemstromen verschillende malen 

kunnen afleiden zonder beschadigd te worden. 

Foutstroombeveiliging (RCD) 

Toestel voor de beveiliging tegen elektrische schokken 

en de beveiliging tegen brand (bijv. aardlekschakelaar). 

Kortsluitvastheid 

De overspanningsbeveiliging moet een kortsluitstroom 

kunnen geleiden tot die weer door het apparaat zelf, 

door een interne of externe afschakelvoorziening of 

door de overstroombeveiliging in het net (bijv. een 

voorzekering) onderbroken wordt. 

Netvolgstroomdoofvermogen (I f ) 

De volgstroom - ook netvolgstroom genoemd - is de 

stroom die na een afleidingsproces door de overspanningsbeveiliging 

loopt en die door het net geleverd 

wordt. De volgstroom onderscheidt zich duidelijk 

van de continue bedrijfsstroom. De grootte van de 

netvolgstroom is afhankelijk van de afstand tussen de 

voedende transformator en de afleider. 

Nominale frequentie (f n ) 

De nominale frequentie is de frequentie waarvoor het 

toestel ontworpen is, waarnaar het benoemd is en 

waarbij de andere nominale waarden bepaald zijn. 

Nominale spanning (U n ) 

De nominale spanning is de spanning waarvoor een 

component ontworpen is. Het kan hier gaan om een 

gelijkspanningswaarde of om de effectieve waarde 

van een sinusvormige wisselspanning. 

Nominale afleidstootstroom (I n ) 

Piekwaarde van de door de afleider vloeiende stroom 

met de stootvorm 8/20. Deze waarde wordt gebruikt 

voor de classificatie bij de test van overspanningsafleiders 

van klasse C (klasse II). 



Nominale stroom (I N ) 

De nominale stroom is de maximaal toelaatbare bedrijfsstroom 

die continu door de hiertoe aangeduide 

aansluitklemmen gevoerd mag worden. 

Ontwerpspanning afleider U c 

Voor afleiders zonder vonkbrug is de ontwerpspanning 

de maximaal toelaatbare effectieve waarde van 

de netspanning op de aansluitklemmen. Bij deze 

spanning moet het apparaat met een belasting, zoals 

die voorkomt tijdens de werkingstest, probleemloos 

werken zonder beschadigd te worden. De ontwerpspanning 

mag continu op de afleider aanwezig zijn 

zonder de werkingseigenschappen te wijzigen. 

Overdrachtfrequentie 

De overdrachtfrequentie geeft aan tot welke frequentie 

de invoegdemping van het toegepaste toestel kleiner 

is dan 3 dB. 

Overspanning 

Een overspanning is een spanning die meestal kortstondig 

optreedt tussen geleiders of tussen een geleider 

en de aarde en die de hoogst toelaatbare continuwaarde 

van de bedrijfsspanning overschrijdt, maar 

die niet de nominale bedijfsfrequentie heeft. Ze kan 

ontstaan door onweer of door gewenste of ongewenste 

schakelhandelingen (aardfouten of kortsluitingen). 

Overspanningsafleiders van 

toepassingsklasse B (type 1) (klasse I) 

Afleiders die door hun speciale constructie in staat 

zijn bliksemstromen en bliksemdeelstromen af te leiden 

bij directe blikseminslagen. 


toepassingsklasse C (type 2) (klasse II) 

Afleiders die in staat zijn overspanningen af te leiden 

die ontstaan door inslagen in de nabijheid of op afstand 

of door schakelhandelingen. 


toepassingsklasse D (type 3) (klasse III) 

Afleiders die dienen voor overspanningsbeveiliging 

van individuele verbruikers of groepen verbruikers en 

die direct in het stopcontact geplaatst worden. 

Overspanningsbeveiliging 

Een apparaat dat bestemd is om transiënte overspanningen 

te begrenzen en om stootstromen af te leiden. 

Het bevat ten minste één niet-lineaire component. 

Overspanningsbeveiligingen worden in de omgangstaal 

ook wel afleiders genoemd. 

Potentiaalvereffening 

Een elektrische verbinding die de behuizingen van 

elektrische toestellen en vreemde geleidende delen 

op een gelijk of nagenoeg gelijk potentiaal brengt. 

Potentiaalvereffeningsrail (PVR) 

Een klem of een rail die voorzien is om de beschermingsgeleiders, 

de potentiaalvereffeningsgeleiders 

en eventueel de geleider voor de functionele aarding 

te verbinden met de aardingsgeleider en met de aarde. 

Restspanning (Ures) 

De piekwaarde van de spanning die op de klemmen 

van de overspanningsbeveiliging staat tijdens of onmiddellijk 

na het geleiden van de stootafleidstroom. 

Serieweerstand per ader 

Onder serieweerstand per ader verstaat men de ohmse 

weerstandsverhoging van elke ader van de kring 

die veroorzaakt wordt door de inbouw van een overspanningsbeveiliging. 

SPD 

Surge Protection Device - de Engelse benaming voor 

een overspanningsbeveiliging. 

Temperatuurbereik ϑ 

Het bedrijfstemperatuurbereik geeft aan tussen welke 

temperatuurgrenzen een foutloze werking van de 

overspanningsbeveiliging gegarandeerd is. 

Tijdelijke overspanning (TOV) 

Onder tijdelijke overspanning (TOV - Transient Overvoltage) 

verstaat men een overspanning die oscilleert 

met de netspanning, die op een welbepaalde plaats 

optreedt, die van relatief lange duur is en die niet of 

slechts zeer weinig gedempt wordt. 

Voorzekering van de afleiders 

Voor elke afleider moet een voorzekering geplaatst 

worden. Als de zekering stroomopwaarts groter is dan 

de maximale voorzekering van de afleider (zie de 

technische gegevens van de toestellen), dan moeten 

de afleiders selectief beveiligd worden met de opgegeven 

waarde. 



Normen en richtlijnen 

voor bliksemen overspanningsbeveiliging 

DIN EN 50083-1 03.94 

Kabeldistributiesystemen voor radio- en televisiesignalen; 

deel 1: Veiligheidsvoorschriften 

DIN VDE 0100, deel 443, 1987-04 

Oprichten van sterkstroominstallaties met nominale 

spanningen tot 1000 V 

Beschermingsmaatregelen; bescherming tegen overspanning 

ten gevolge van atmosferische invloeden, 

evenals (A1, ontwerp 1988-02); (A2, ontwerp 

1993-03); (A3, ontwerp 1993-10); (A4, ontwerp 1997- 

04); (A5, ontwerp 1998- 07) 

DIN VDE 0100, deel 444, 1999-10 

Beschermingsmaatregelen 

Bescherming bij overspanningen 

Bescherming tegen elektromagnetische storingen 

(EMI) in installaties van gebouwen 

DIN V VDEV 0100, deel 534, - 

Elektrische installaties in gebouwen 

Keuze en opbouw van componenten 

Overspanningsbeveiligingen 

DIN VDE 0100, deel 540, 1991-11 

Oprichten van sterkstroominstallaties met nominale 

spanningen tot 1000 V. Keuze en constructie van elektrische 

bedrijfselementen. Aarding, beschermingsgeleider, 

potentiaalvereffeningsgeleider. 

DIN VDE 0100, deel 610, 1994-04 

Constructie van sterkstroominstallaties met nominale 

spanningen tot 1000 V; keuringen; eerste keuringen 

DIN VDE 0110, deel 1, 1997-04 

Isolatiecoördinatie voor elektrische bedrijfselementen 

in laagspanningsinstallaties. 

Deel 1: basisvereisten en keuringen 

DIN VDE 0185, deel 1, 1982-11 

Bliksembeveiligingsinstallaties. Algemeenheden voor 

de constructie. (VDE-richtlijn) 

DIN VDE 0185, deel 2, 1982-11 

Bliksembeveiligingsinstallaties. Constructie van speciale 

installaties. (VDE-richtlijn) 

DIN V VDE 0185, deel 100, prenorm 1996-08 

Bepalingen voor de bliksembeveiliging van gebouwen. 

Algemene principes. 

DIN VDE 0185, deel 103, 1997-09 

Beveiliging tegen een elektromagnetische bliksempuls 

Deel 1: Algemene principes 

DIN VDE 0675, deel 6, ontwerp 1989-11 

DIN VDE 0675, deel 6/A1, ontwerp 1996-03 

DIN VDE 0675, deel 6/A2, ontwerp 1996-10 

Overspanningsafleiders voor gebruik in wisselstroomnetten 

met nominale spanningen tussen 100 V en 

1000 V. 

DIN VDE 0845, deel 1, 1987-10 

DIN VDE 0845, deel 2, 1993-10 

Beveiliging van telecommunicatie-installaties tegen de 

inwerking van bliksem, statische ladingen en overspanningen 

uit sterkstroominstallaties. Maatregelen 

tegen overspanningen. 

E-DIN IEC 817122/CD, VDE 0185, deel 10, 

1999-02 

Bliksembeveiliging; constructie van speciale installaties. 

DIN V ENV 61024-1, VDE V 0185, deel 100, 

1996-08 

Bliksembeveiliging van gebouwen, algemene principes 

(IEC 61024-1-1990, mod.). 

E DIN IEC 81/120/CDV, VDE 0185, deel 106, 

ontwerp 1999-04 

E DIN IEC 81/121/CD, VDE 0185, deel 106/A1, 

ontwerp 1999-04 

Beveiliging tegen een elektromagnetische bliksempuls 

(LEMP), vereisten voor beveiligingen tegen storingen 

(SPDs) 

DIN EN 60099-1, VDE 0675 deel 1, 1994-12 

Overspanningsafleiders met niet-lineaire weerstanden 

en vonkbruggen voor wisselspanningsnetten 

(IEC 60099-1) 

DIN IEC 37A/44/CDV, VDE 0675, deel 601, 

1996-10 

Overspanningsbeveiligingen voor gebruik in laagspanningsdistributienetten, 

deel 1, vereisten voor hun 

werkingsgedrag en testmethoden 

120 



DIN EN 61663-1, VDE 0845, deel 4-1, 2000-07 

Bliksembeveiliging van telecommunicatieleidingen 

Deel 1: Installaties met optische vezels (IEC 

61663-1:1999) 

IEC 60364-5-534, 1997-11 

Keuze en installatie van elektrische componenten - 

Installatie van overspanningsbeveiligingen 

IEC 60364-4-443, 1995 

Elektrische installaties in gebouwen 

Deel 4: Beveiliging tegen overspanningen 

IEC 61024-1, 1990-03 

Beveiliging tegen blikseminslagen 

Deel 1: Algemene principes. 

IEC 61024-1-1, 1993-08 

Beveiliging tegen blikseminslagen 

Deel 1: Algemene principes. Guide A. 

IEC 61312-1 1995-02 

Beveiliging tegen elektromagnetische bliksempulsen 

Deel 1: Algemene principes 

IEC 61643-1: 1998 

Overspanningsbeveiligingen in laagspanningssystemen 

ÖVE-SN 60, deel 1/1990 

Overspanningsafleiders voor netten met nominale 

spanningen tot ~1000 V en -1500 V. 

Algemene bepalingen. 

ÖVE-SN 60, deel 4/1990 

Overspanningsafleiders voor netten met nominale 

spanningen tot ~1000 V en -1500 V. 

Overspanningsafleiders voor montage in gebouwen. 

Afleiderklasse C 

VDEW, TAB 2000 

Technische voorwaarden voor aansluiting op het laagspanningsnet, 

uitgegeven door het ”Verband der 

Elektrizitätswirtschaft VDEW e.V.” 

VDEW, TAB Richtlijn (1ste oplage 1998) 

Overspanningsbeveiliging van toepassingsklasse B - 

Richtlijn voor het gebruik in de hoofdvoeding van de 

energievoorziening (in de zone vóór de teller), zoals 

toegepast in Duitsland (VDEW-richtlijn), uitgegeven 

door het ”Verband der Elektrizitätswirtschaft VDEW 

e.V.” 

Deze opsomming kan niet op zijn volledigheid 

worden aangesproken. 



122

Alfabetische index 


B 

Beschermingsvonkbrug 482, 104 

Beveiliging met meervoudig stopcontact, CNS 3--D, 60 

Beveiliging voor coax 

DS--BNC, 86 

DS--N, 86 

LP 7/16, 86 

S--UHF, 86 


ANS--D, 56 

EP 220--D, 54 

SNS--D, 62 

Bewakingsmodule 

akoestisch 

V 20--C/AS, 40 

V 25--B+C/AS, 40 

FSSÜ 

V 20--C/FS--SÜ, 42 

V 25--B+C/FS--SÜ, 42 

Signalisatie op afstand 

V20--C/FS,38 

V25--B+C/FS,38 

Bliksembarrière 

FLD, 94 

FRD, 94 

VF, 92 

VF 230-AC, 68 

VF-FS, 92 

Bliksemstroom-/overspanningsafleider 

V 25-B+C, 30 

V 25-B+C/...+NPE, 30 

Bliksemstroomafleider 

MC 125-B/NPE, 22 

MC 50-B VDE, 20 

TKS-B, 94 

C 

CombiController 

V 25-B+C, 30 

V 25-B+C/...+NPE, 30 

Controlesysteem 

ISOLAB, 46 

PCS, 48 

Coordinated LightningControllers 

MCD 125--B/NPE, 24 

MCD 50--B, 24 

D 


ASP--Tele/4, 77 

FRD 110, 77 

KoaxB--E2/FF--B, 81 

KoaxB--E2/MF--C, 81 

KoaxB--E2/MF--F, 81 

KoaxN--E5/FF--B, 81 

KoaxN--E5/MF--C, 81 

KoaxN--E5/MF--F, 81 

RJ11 -- Tele/4 -- F, 77 

RJ11 -- Tele/6 -- F, 77 

RJ45--ISDN/4--C, 79 

RJ45--ISDN/4--C--G, 79 

RJ45--ISDN/4--F, 79 

RJ45 -- Tele/4 -- C, 77 

RJ45 -- Tele/4 -- F, 77 

RJ45S--ATM/8--F, 79 , 83 

RJ45S--E100/4--B, 83 

RJ45S--E100/4--C, 83 

RJ45S--E100/4--F, 83 

SC -- Tele/4 -- C -- G, 77 , 79 

TKS--B, 77 , 79 

F 


ASP, 84 

SD, 84 

Fijnbeveiliging voor computers, 58 

H 

Hoofdvoeding, 26 

K 

Koppeling van aardingsinstallaties, FS--V20, 105 

L 

LightningController 

MC 125-B/NPE, 22 

MC 50-B VDE, 20 

LightningCoordinator, LC 63, 28 

LSA--Plus--techniek, 96 

O 

Ontkoppelingsspoel, LC 63, 28 

Overspanningsafleider 

V 20-C, 34 

V 20-C/... + NPE, 34 

V 20-C/U-PH, 44 

Overspanningsbeveiliging 

Analoge telecommunicatieleidingen, 76 

Ethernet 10Base2 (Cheapernet), 80 

Ethernet 10Base5 (Yellow-cable), 80 

Ethernet Twisted Pair (Base T, Cat. 5 en Cat. 6), 82 

ISDN-- en ADSL--installaties, 78 

Overspanningsbeveiligingsapparaat 

KNS/IS-D, 64 

KNS-D, 64 

UNS--D, 66 

P 

Peak-Current-Sensor, PCS, 48 

S 

Scheidingsvonkbrug 

480, 102 

481, 102 

SurgeController 

V 20-C, 34 

V 20-C/... + NPE, 34 

Z 

Zone voor de teller, 26 

123

TBS Overspanningsbeveiligingssystemen - OBO Bettermann

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?