Geschiedenis van de jacht - KU Leuven

Geschiedenis van de jacht - KU Leuven Geschiedenis van de jacht - KU Leuven

24.04.2014 Views

de jacht: de wedijver of de strijd tussen twee instinctenstelsels. Maar hiervoor is nodig dat die instincten – zowel die van de jager als van de prooi - vrij functioneren. Wanneer dit wordt uitgeschakeld, vervalt het typische zoölogische verschijnsel dat we jagen noemen. Bij de speling die de natuur enerzijds en de sportieve neiging van de mens anderzijds het dier laten, handelt het dier met voldoende vrijheid dat zijn instinctieve krachten hun functie kunnen vervullen. Wanneer de mens een bepaalde grens overschrijdt, wordt het wezenlijk karakter van het jagen teniet gedaan en verandert het in louter slachting en vernietiging. Vandaar dat de strijd tussen mens en dier een nauwkeurige grens kent, deze waar de jacht ophoudt jacht te zijn: precies daar waar de mens zijn onmetelijke technische, dit is verstandelijke superioriteit boven het dier de vrije teugel laat. De visser die de bergbeek vergiftigt om bliksemsnel, met 1 slag alle forellen die erin ronddartelen te vernietigen, houdt door die daad alleen op jager te zijn. Evenzo degene die al te krachtige middelen gebruikt, waardoor de bossen totaal van konijnen gezuiverd worden, of die vliegen of mieren op een zoetsappige manier doodt door de omgeving of de grond met flit 19 te besproeien. Dieren uitroeien of vernietigen met een onweerstaanbaar en automatisch procédé, dat is geen jagen. Welnu, wil men echt van jagen spreken, dan is het noodzakelijk dat het gezochte dier ‘een kans’ heeft, dat het in principe aan de bedreiging kan ontsnappen, dat wil zeggen dat het enigszins middelen bezit om aan de achtervolging te ontkomen, want de jacht is juist de reeks van inspanningen en handigheden die de jager moet aanwenden om een behoorlijk aantal malen de tegenmaatregelen van het dier waarop hij het gemunt heeft te boven te komen. Als dit verweer er niet was, als de inferioriteit van het dier absoluut was, dan zou de jagersactiviteit geen gelegenheid hebben om zich te ontplooien of, wat hetzelfde is, dan zou het kernfeit van het jagen niet aanwezig zijn. De jacht is intensief Geschoten moeflon De meesten begrijpen niet hoe jagen intensief kan zijn. Terwijl het net enorme inspanningen van de jager vraagt. Er is nl. 1 zintuig van de jager dat elk ogenblik onvermoeid moet kunnen werken. Kijken. De jager moet constant kijken, ieder ogenblik, naar alle kanten en in alle omstandigheden. Onder het lopen, het rusten, tijdens het eten, naar boven, beneden, het terrein dat de jager net is doorgekomen, naar de bergkammen, de kuilen en de greppels. Met een veldkijker en het blote oog, en steeds voor de geest houdend dat de bok die je niet gevonden hebt in 8 uur hard zwoegen, zich op 100 meter aan je kan vertonen als je weet te kijken. Het is dus niet lopen, steilten 20 opklauteren, in ravijnen en kuilen afdalen, geluidloos lopen, geduldig kunnen wachten, een goed schutter zijn, wat een jager in hoofdzaak heeft te doen, maar hij moet vooral goed kunnen kijken. 19 Flit: insectendodende vloeistof 20 Steilte: steile helling Bio-ethiek De Jacht 46

De jager is een wakkere mens. En dit – het leven als volledige wakkerheid – is de houding waarin het dier in de wildernis leeft. Enkel door de jacht kan je het leven als een dier volledig ervaren. Behalve dan dat jij niet de prooi bent, maar de jager. Buiten de fysieke arbeid die de jager levert, is de geestelijke ook een zware opdracht. De ware jager heeft diep in zich een onrustig geweten tegenover de dood die hij het bekoorlijke dier gaat toebrengen. Hij heeft niet de uiteindelijke en vaste zekerheid dat zijn gedrag juist is. Maar hij is evenmin zeker van het tegendeel. Hij bevindt zich in een ambivalente toestand, die hij vaak heeft willen ophelderen zonder ooit de gezochte klaarheid te bereiken. Dit zegt niets tegen de jacht, behalve dat in dit onbehaaglijke gevoel het problematische, dubbelzinnige karakter in het algemeen van onze verhouding tot de dieren aan de dag treedt. En het kan ook niet anders zijn, want de mens heeft nooit goed geweten wat het dier is. Voor en ook na alle wetenschap ziet de mensheid zichzelf als iets dat voorkomt uit de dierlijkheid, maar hij is er niet zeker van deze overwonnen te hebben. Het dier is nog te dicht bij ons dan dat we er niet geheimzinnige gemeenschap mee voelen. De beste getrainde jager van nu kan in de verste verte niet halen van de verre mens uit het Paleolithicum 21 . De huidige mens is zijn volledige ‘feeling 22 ’ met de natuur verloren, maar verlangt er nog steeds naar. In de jacht probeert hij deze terug te vinden. Begrijpt u nu hoe moeilijk jachtethiek is. Om een eindwerk te maken over een onderwerp waar nog niemand van ons mee te maken gehad heeft, probeerden we ons te verdiepen in de denkwereld van de jagers. Om de jagers beter te kunnen begrijpen, hebben we volgende vraag aan enkelen gesteld: Geachte, Wij moesten van onze school een eindproject maken. Mijn vriendinnen en ik hebben gekozen voor het onderwerp DE JACHT. Negatieve info, Fauna-en wildbeleid vinden we met overvloed op het internet, maar wij willen ook de’ positieve’ kant weten, de drijfveer van de jager. De info die we voor de moment nog ontbreken is de volgende: Wij zouden graag weten wat de jagers leuk vinden aan het jagen en of ze dit zelf uit ethische redenen doen of enkel uit plezier. Het is natuurlijk niet gemakkelijk om deze info op het net te vinden. De bedoeling is een project zonder eigen mening te maken. We bekijken het van een subjectieve kant en willen zowel de positieve als negatieve aspecten bespreken. Uw hulp hierbij zou zeer handig zijn en zouden wij oprecht appreciëren. Anonimiteit is een voorrecht dat wij verlenen. Indien u echt wenst niet bekend gemaakt te worden, zullen wij u niet vermelden in ons project. De volgende jagers waren zo vriendelijk om ons hun reactie door te sturen: 21 Paleolithicum: de oude steentijd, de eerste en veruit langste periode van de prehistorie 22 Feeling: gevoel, intuïtie Bio-ethiek De Jacht 47

<strong>de</strong> <strong>jacht</strong>: <strong>de</strong> wedijver of <strong>de</strong> strijd tussen twee instinctenstelsels. Maar hiervoor is nodig dat die<br />

instincten – zowel die <strong>van</strong> <strong>de</strong> jager als <strong>van</strong> <strong>de</strong> prooi - vrij functioneren. Wanneer dit wordt<br />

uitgeschakeld, vervalt het typische zoölogische verschijnsel dat we jagen noemen. Bij <strong>de</strong><br />

speling die <strong>de</strong> natuur enerzijds en <strong>de</strong> sportieve neiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens an<strong>de</strong>rzijds het dier laten,<br />

han<strong>de</strong>lt het dier met voldoen<strong>de</strong> vrijheid dat zijn instinctieve krachten hun functie kunnen<br />

vervullen.<br />

Wanneer <strong>de</strong> mens een bepaal<strong>de</strong> grens overschrijdt, wordt het wezenlijk karakter <strong>van</strong> het jagen<br />

teniet gedaan en veran<strong>de</strong>rt het in louter slachting en vernietiging. Vandaar dat <strong>de</strong> strijd tussen<br />

mens en dier een nauwkeurige grens kent, <strong>de</strong>ze waar <strong>de</strong> <strong>jacht</strong> ophoudt <strong>jacht</strong> te zijn: precies<br />

daar waar <strong>de</strong> mens zijn onmetelijke technische, dit is verstan<strong>de</strong>lijke superioriteit boven het<br />

dier <strong>de</strong> vrije teugel laat.<br />

De visser die <strong>de</strong> bergbeek vergiftigt om bliksemsnel, met 1 slag alle forellen die erin<br />

ronddartelen te vernietigen, houdt door die daad alleen op jager te zijn. Evenzo <strong>de</strong>gene die al<br />

te krachtige mid<strong>de</strong>len gebruikt, waardoor <strong>de</strong> bossen totaal <strong>van</strong> konijnen gezuiverd wor<strong>de</strong>n, of<br />

die vliegen of mieren op een zoetsappige manier doodt door <strong>de</strong> omgeving of <strong>de</strong> grond met<br />

flit 19 te besproeien. Dieren uitroeien of vernietigen met een onweerstaanbaar en automatisch<br />

procédé, dat is geen jagen. Welnu, wil men echt <strong>van</strong> jagen spreken, dan is het noodzakelijk<br />

dat het gezochte dier ‘een kans’ heeft, dat het in principe aan <strong>de</strong> bedreiging kan ontsnappen,<br />

dat wil zeggen dat het enigszins mid<strong>de</strong>len bezit om aan <strong>de</strong> achtervolging te ontkomen, want<br />

<strong>de</strong> <strong>jacht</strong> is juist <strong>de</strong> reeks <strong>van</strong> inspanningen en handighe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> jager moet aanwen<strong>de</strong>n om<br />

een behoorlijk aantal malen <strong>de</strong> tegenmaatregelen <strong>van</strong> het dier waarop hij het gemunt heeft te<br />

boven te komen. Als dit verweer er niet was, als <strong>de</strong> inferioriteit <strong>van</strong> het dier absoluut was, dan<br />

zou <strong>de</strong> jagersactiviteit geen gelegenheid hebben om zich te ontplooien of, wat hetzelf<strong>de</strong> is,<br />

dan zou het kernfeit <strong>van</strong> het jagen niet aanwezig zijn.<br />

De <strong>jacht</strong> is intensief<br />

Geschoten moeflon<br />

De meesten begrijpen niet hoe jagen intensief kan zijn. Terwijl het net enorme inspanningen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> jager vraagt. Er is nl. 1 zintuig <strong>van</strong> <strong>de</strong> jager dat elk ogenblik onvermoeid moet kunnen<br />

werken. Kijken. De jager moet constant kijken, ie<strong>de</strong>r ogenblik, naar alle kanten en in alle<br />

omstandighe<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>r het lopen, het rusten, tij<strong>de</strong>ns het eten, naar boven, bene<strong>de</strong>n, het<br />

terrein dat <strong>de</strong> jager net is doorgekomen, naar <strong>de</strong> bergkammen, <strong>de</strong> kuilen en <strong>de</strong> greppels. Met<br />

een veldkijker en het blote oog, en steeds voor <strong>de</strong> geest hou<strong>de</strong>nd dat <strong>de</strong> bok die je niet<br />

gevon<strong>de</strong>n hebt in 8 uur hard zwoegen, zich op 100 meter aan je kan vertonen als je weet te<br />

kijken. Het is dus niet lopen, steilten 20 opklauteren, in ravijnen en kuilen afdalen, geluidloos<br />

lopen, geduldig kunnen wachten, een goed schutter zijn, wat een jager in hoofdzaak heeft te<br />

doen, maar hij moet vooral goed kunnen kijken.<br />

19 Flit: insectendo<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vloeistof<br />

20 Steilte: steile helling<br />

Bio-ethiek De Jacht 46

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!