07.04.2014 Views

Alternatieve cursusgids periode 2 2012

Alternatieve cursusgids periode 2 2012

Alternatieve cursusgids periode 2 2012

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Alternatieve</strong> Niveau<br />

2 en 3 Cursussengids<br />

Periode 2<br />

UTRECHT, Augustus <strong>2012</strong><br />

Gemaakt door de Onderwijscommissie van de<br />

Utrechtse Biologen Vereniging


Voordat je begint met lezen..<br />

De alternatieve gids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De<br />

informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere, maar het kan gebeuren dat ze minder up<br />

to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe<br />

link erna toe is als volgt:<br />

http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun<br />

t/naslag/studiegids<br />

Wil je misschien ook meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel in de komende<br />

jaren, kijk dan op www.uu.nl/studenten/onderwijsmodel.


Voorwoord/Toelichting<br />

Beste student,<br />

Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende <strong>periode</strong> blijft altijd moeilijk. Voor veel<br />

studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen<br />

de gids inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is, hier even een korte uitleg<br />

over wat de alternatieve studiegids precies is.<br />

De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus<br />

staat er een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote<br />

verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes tekst geschreven zijn door studenten. Deze<br />

studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie.<br />

Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die onderwezen worden en geven<br />

bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is<br />

natuurlijk wel de mening van maar één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een<br />

beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing.<br />

Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus bijgevoegd. Deze<br />

slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen en de studenten die<br />

het vak na de herkansing halen. Vaak zijn er elke <strong>periode</strong> ook een aantal nieuwe cursussen.<br />

Omdat deze cursussen nog nooit eerder gegeven zijn, is hier nog weinig over bekend en zijn er<br />

geen studenten beschikbaar die hun ervaringen met jullie kunnen delen. Ook kunnen er dan<br />

geen slagingspercentages weergegeven worden. Soms staat hier een stukje over een<br />

vergelijkbare cursus die in een van de afgelopen jaren is gegeven.<br />

Ga jij een van deze nieuwe cursussen volgen? Mis jij een stukje of wil jij een nieuw stukje<br />

schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar<br />

bestuur@ubv.info met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt<br />

natuurlijk ook iemand van ons aanspreken!<br />

Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je scriptie/onderzoeksproject? Ook<br />

hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie!<br />

Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je<br />

cursussen!<br />

De onderwijscommissie van de UBV,<br />

Nora Assendorp<br />

Tijmen van Loon<br />

Berber Heerschop<br />

Mayke Rijpert<br />

Milou Arts<br />

Yeszamin Onderwater<br />

Kahren van Eer<br />

NB: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk<br />

werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar vicevoorzitter@ubv.info en wie<br />

weet zien wij jou op de volgende vergadering!<br />

NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee<br />

mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de Vice-voorzitter der UBV. Hier heeft<br />

iedereen profijt van!


Inhoudsopgave<br />

Voordat je begint met lezen.. 2<br />

Voorwoord/Toelichting 3<br />

Inhoudsopgave 1<br />

Blokjesrooster 2<br />

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen 3<br />

De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV) 4<br />

Studieadviespaden 5<br />

Periode 2 - timeslot A + D - 6<br />

- Niveau 2 – 6<br />

Toegepaste Biostatistiek (B-B2TBS05) 6<br />

Gentherapie, kanker en aids (B-B2GKA05) 6<br />

- Niveau 3 – 7<br />

Wetenschapper in Beleid (B-B3WBEL09) 7<br />

Milieuveranderingen door de tijd/Environmental change (B-B3ENVCH) 7<br />

Periode 2 - timeslot B + C - 8<br />

- Niveau 2 – 8<br />

Gedragsbiologie (B-B2GEBI05) 8<br />

Metabolisme (B-B2META09) 9<br />

- Niveau 3 – 9<br />

Marine wetenschappen 2 (B-B3MSCI05) 9<br />

Computationele biologie (B-B3COMB10) 10<br />

OCEP (B-B3OCEP05) – met educatieve stage 11<br />

OCEP (B-B3OCEP05) – met communicatie stage 11<br />

Tropische ecosystemen en klimaat (B-B3TREK11) 12<br />

Periode 2 - timeslot A + D of B + C – 13<br />

- Niveau 3 – 13<br />

Scriptiecursus 13<br />

Periode 2 - Fulltime - 14<br />

- Niveau 3 – 14<br />

Onderzoeksproject 14<br />

Dankwoord 15


Blokjesrooster


Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen<br />

Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd<br />

in de Onderwijsexamen regeling (OER).<br />

In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3<br />

regelt, staat:<br />

art. 4.2 – ingangseisen cursussen; voorkennis<br />

1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau<br />

(niveau 2) van de opleiding heeft de student die van het eerste jaar van de opleiding<br />

onderdelen met een studielast van tenminste 37½ studiepunten heeft behaald.<br />

2. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het gevorderde niveau<br />

(niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op<br />

verdiepend niveau (niveau 2) van het 2e jaar onderdelen met een studielast van tenminste 15<br />

studiepunten heeft behaald.<br />

3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de<br />

student die tenminste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een<br />

voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (67½ studiepunten) geheel<br />

moet zijn behaald.<br />

4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken om deel te nemen aan de cursus<br />

Biologie van dieren (niveau 1) waarbij van de cursus de verplichte dissectiepractica worden<br />

vervangen door een andere opdracht.<br />

5. Aan de niveau 2 cursus gedragsbiologie kan eerst worden deelgenomen nadat een voldoende is<br />

behaald voor de niveau 1 cursus Biologie van dieren met dissectie en de cursus Evolutie en<br />

biodiversiteit.<br />

6. De cursus Biologie van dieren met dissectie is verplicht voor alle cursussen van niveau 2 en 3<br />

met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren.<br />

7. Onverminderd het bepaalde in het vijfde en zesde lid wordt in de Universitaire<br />

Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om<br />

daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen.<br />

De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit:<br />

http://www.uu.nl/faculty/science/nl/onderwijs/bachelor/studenten/opleidingen/biologie/studiepun<br />

t/naslag/oer/Pages/default.aspx


De Onderwijscommissie van de UBV (de OcUBV)<br />

De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle<br />

Utrechtse Biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor<br />

services kun je zoal denken?<br />

- Tentamenbank op internet<br />

- Tentamenbundel voor eerstejaars<br />

- <strong>Alternatieve</strong> studiegidsen<br />

- <strong>Alternatieve</strong> mastergids<br />

- Stagebank<br />

- Studie-informatie<br />

De producten van de OcUBV kun je dus vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het<br />

kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de<br />

hoofdpagina door naar ‘commissies’.<br />

Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied (vragen staat vrij!) kun je ook een<br />

email naar vievoorzitter@ubv.info sturen, bellen naar de UBV-kamer (030-2536741) of spreek een<br />

onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aan!<br />

Zin om te helpen met het maken van deze gids?<br />

Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn?<br />

Kom de OcUBV versterken!<br />

Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan


Studieadviespaden<br />

De Bacheloropleiding Biologie kent vier studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van<br />

cursussen die je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s, maar je bent niet<br />

verplicht deze cursussen te volgen. Je wordt geadviseerd een pad te volgen als je een bepaalde<br />

richting op wilt. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende cursussen van<br />

<strong>periode</strong> 3. Meer informatie over de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.<br />

Organisme, Ecosystemen en Biodiversiteit<br />

Niveau 2 Niveau 3<br />

Metabolisme<br />

Milieuveranderingen door de<br />

tijd, Mariene wetenschappen II,<br />

Computationele biologie,<br />

Tropische ecosystemen en<br />

klimaat<br />

Gedragsbiologie<br />

Niveau 2 Niveau 3<br />

Gedragsbiologie -<br />

Moleculaire Levenswetenschappen<br />

Niveau 2 Niveau 3<br />

- Computationele biologie<br />

Educatie Communicatie en Management<br />

Niveau 2 Niveau 3<br />

Wetenschapper in beleid<br />

OCEP


Periode 2 - timeslot A + D -<br />

- Niveau 2 –<br />

Toegepaste Biostatistiek (B-B2TBS05)<br />

Het vak Toegepaste Biostatistiek is een verplicht vak in je tweede jaar. Het richt zich vooral op het<br />

verwerken van resultaten uit een onderzoek. Het leert je wat voor toetsen je moet gebruiken om te<br />

testen of de uitkomst van je onderzoek nu ook werkelijk significant verschilt ten opzicht van de<br />

standaard. Het leert je wanneer en waarom je statistische toetsen moet gebruiken. Vind je<br />

bijvoorbeeld een significante resultaat, dan heb je bewijs gevonden voor je hypothese. Statistiek is<br />

dus een hulpmiddel om te berekenen (dit doet gelukkig vaak een pc voor je) of je hypothese juist is.<br />

Als je het onderzoek in wil, is dit ontzettend belangrijk!<br />

Het vak is opgedeeld in twee delen: een eerste wat algemener deel, die een basis vormt. Dit deel<br />

wordt als het makkelijkst ervaren. Het tweede deel gaat dieper in op alle toetsen en is soms erg<br />

ingewikkeld. Als je zorgt dat je het bijhoudt (erg belangrijk!) en overzicht houdt voor jezelf is het vak<br />

makkelijk met een goed cijfer af te sluiten. Volgens de docenten hebben leerlingen zonder Wiskunde<br />

B het wel lastiger met de veel aanwezige wiskundige delen, hier zou je misschien rekening mee<br />

houden.<br />

Maar tijdens het vak is er voldoende goede inhoudelijke assistentie van docenten en begeleiders en<br />

er is meer dan genoeg oefenmateriaal. Als je maar geïnteresseerd bent, zijn zij altijd bereid om je te<br />

helpen en ook om soms hints te geven. Verder voorzien zij je van een handig schema van de toetsen<br />

en is het verplichte boek is ook wel echt nodig. Erin staan alle toetsen met bijbehorende formules.<br />

Al met al een vak dat door de een enorm makkelijk gevonden wordt en door de ander vrij lastig.<br />

Maar als je overzicht bewaard en bij blijft met de stof, is het echt goed te doen.<br />

En er zijn bonus punten te verdienen .<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 66,5%<br />

Gentherapie, kanker en aids (B-B2GKA05)<br />

Voor GKA zal de didactisch zeer vaardige Adri Thomas je een tour geven door de klassieke en recente<br />

literatuur over zijn favoriete onderwerpen: gentherapie, kanker en AIDS. Het vak is hoofdzakelijk<br />

opgebouwd uit colleges, waarin de stof wordt behandeld op basis van primaire literatuur. Verder is<br />

er een essay-opdracht waarin je een review artikel moet schrijven over een medicijn dat te maken<br />

heeft met één van de onderwerpen van de cursus. Dit is een erg goede manier om je<br />

schrijfvaardigheden te verbeteren, en zorgt voor een leuke manier om dieper op de stof in te gaan.<br />

Er worden twee deeltoetsen gehouden, waarbij de eerste toets over gentherapie en kanker gaat, en<br />

de tweede toets geheel is toegewijdt aan AIDS. Het vak is vrij pittig, aangezien Adri van je vraagt dat<br />

je de stof echt tot in detail begrijpt, maar als je al gelijk begint met de zelfstudie en het herhalen van<br />

de stof is het goed te doen. Ik vond het een erg leuke cursus omdat de onderwerpen redelijk divers<br />

zijn en uiteindelijk allemaal gaan over dingen die mis kunnen gaan bij gezonde cellen, en hoe deze<br />

misstanden eventueel gecorrigeerd zouden kunnen worden. Hiermee krijg je uiteindelijk een beter


egrip van het functioneren van cellen. Ondanks dat ik doorgaans geen moleculaire vakken doe, was<br />

ik geboeid door de lesstof en heb ik echt iets geleerd van deze cursus.<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 62,0%<br />

- Niveau 3 –<br />

Wetenschapper in Beleid (B-B3WBEL09)<br />

Het vak Wetenschapper in Beleid (WBEL) is opgesplitst in twee delen. Eerst krijg je een theoretisch<br />

deel, waar een tentamen bij hoort. De stof gaat over natuurbeleid in Nederland en dit wordt<br />

vergeleken met natuurbeleid volgens de EU en de rest van de wereld. Ook gaat het over het nut van<br />

natuurbeleid. Het enthousiasme van beide docenten, Jos Dekker en Pita Verweij, zorgt ervoor dat het<br />

leuk is om hierover na te denken. Gedurende het theoretische deel zijn er ook artikelen die<br />

doorgelezen moeten worden en die door duo’s voorbereid en bediscussieerd worden.<br />

Voor het tentamen moet je op tijd beginnen met leren, maar als je goed mee doet gedurende de<br />

colleges heb je het hoofddeel van de stof al behandeld. Afgelopen jaar was het moment waarop de<br />

tentamenstof duidelijk werd gemaakt nogal laat, maar de docenten staan open voor feedback en<br />

zullen het verbeterd hebben.<br />

In het tweede deel van het vak (grootste gedeelte van de tijd) ben je bezig met het opstellen van een<br />

adviesrapport. Dit doe je voor een denkbeeldige opdrachtgever, en ook het onderwerp mag je zelf<br />

invullen. Dit is een grote opdracht, waar zeker wel wat tijd in gaat zitten. Samen met een groepje van<br />

5 à 6 studenten werk je hieraan, met regelmatig contact met één van de docenten. Deze<br />

contactmomenten zijn pittig; de docenten geven erg veel feedback, wat je vervolgens weer moet<br />

verwerken.<br />

Kortom, een leuk vak voor iedereen die meer wil doen met natuurbeleid en de politieke kant die<br />

hieraan zit. Voor mij was dit ook een erg nuttig vak om een keer met zo’n gigantische opdracht bezig<br />

te zijn, waarbij de docenten ook erg betrokken zijn en hun best doen om alles eruit te halen wat erin<br />

zit.<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 100%<br />

Milieuveranderingen door de tijd/Environmental change (B-B3ENVCH)<br />

Environmental change (through time) is handig om te volgen als je geïnteresseerd bent en misschien<br />

verder wilt in de richting van paleoecologie. De cursus wordt gegeven door Rike Wagner-Cremer (de<br />

coördinator) en Timme Donders. De hoorcolleges worden in het Engels gegeven en verslagen en<br />

presentaties moeten ook in het Engels gedaan worden. Rike Wagner spreekt echter ook prima<br />

Nederlands, evenals enkele gastdocenten en de studentassistenten. Als voorkennis wordt<br />

aangeraden de cursus Paleoecologie te volgen, maar dit is zeker niet noodzakelijk.<br />

De cursus is op te delen in drie thema’s: terrestrische systemen; aquatische systemen en<br />

atmosferische systemen. Aan alle drie de thema’s zijn practica verbonden, die met een verslag<br />

worden afgesloten. Het eerste gedeelte bestaat uit een pollenpracticum warbij een fragment uit een


core (kern) geanalyseerd wordt en aan de hand daarvan een reconstructie van de vegetatie gemaakt<br />

wordt. In het tweede gedeelte maak je kennis met diatomeeën (eencellige organismen) en hoe<br />

afzettingen hiervan een indicator voor milieuveranderingen kunnen zijn. Het laatste practicum gaat<br />

over hoe aan de hand van de hoeveelheid en de grootte van stomata de atmosferische condities<br />

zoals de CO 2 -concentratie bepaald kunnen worden.<br />

Wat ik vooral nuttig vond aan deze cursus waren de practica: je krijgt echt een goed beeld van wat<br />

paleoecologisch onderzoek nu eigenlijk inhoudt. De colleges zijn niet altijd even interessant: soms<br />

wat langdradig en een beetje teveel van hetzelfde. Het tentamen is goed te doen en werd ook goed<br />

gemaakt, maar in de voorbereiding is het lastig dat er geen boek is waar je uit kunt leren. De<br />

handouts van de colleges zijn niet altijd even duidelijk dus moet je voornamelijk je eigen<br />

aantekeningen bestuderen.<br />

Al met al een prima cursus voor als je paleoecologie interessant vindt, en vooral leerzaam vanwege<br />

de practica.<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 100%<br />

Periode 2 - timeslot B + C -<br />

- Niveau 2 –<br />

Gedragsbiologie (B-B2GEBI05)<br />

Dit vak is onderdeel van het studiepad Gedragsbiologie en is een voorbereidend vak voor de master<br />

Neuroscience and Cognition en het specialisatieprogramma Behavioural Ecology binnen de master<br />

Environmental Biology. Naast het vak Gedragsbiologie zijn er nog de niveau 3 vakken Cognitie en<br />

Gedrag en Gedragsecologie als gedragsvakken binnen de Biologie opleiding in Utrecht.<br />

De colleges van dit vak worden gegeven door verschillende docenten, maar vooral door Marie José<br />

Duchateau, Liesbeth Sterck en Johan Bolhuis. Daarnaast zijn er nog enkele gastcolleges. De<br />

onderwerpen van de colleges zijn uiteenlopend. Na vrijwel ieder college is er een werkcollege over<br />

de behandelde stof, soms bevat het wat computerwerk.<br />

Het vak telt twee tentamens over de colleges, werkcolleges en het boek, en een projectvoorstel. In<br />

dit projectvoorstel schrijf je een voorstel voor een onderzoek in een van tevoren bepaald onderwerp.<br />

De nadruk wordt hier gelegd op het goed schrijven van een inleiding.<br />

Over de onderwijskwaliteiten van de docenten en ook over het boek (The Behavior of Animals, mede<br />

geschreven door Bolhuis) zijn de meningen verdeeld. Het boek is in ieder geval niet makkelijk om<br />

door te komen. Er wordt gezocht naar een alternatief maar tot nu toe is die nog niet gevonden,<br />

waardoor het ook volgend jaar weer gebruikt wordt. Het schrijven van het projectvoorstel is wel<br />

nuttig, hier leer je goed hoe je een inleiding moet aanpakken.<br />

De andere twee gedragsvakken bevatten meer praktijk en zijn daardoor leuker. Zie Gedragsbiologie<br />

vooral als een voorbereidend vak voor Cognitie en Gedrag en Gedragsecologie. De drie vakken<br />

hebben echter wel redelijk wat overlap met elkaar.<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 51,7%


Metabolisme (B-B2META09)<br />

Deze cursus wordt de eerste 3 weken door Fons Cremers gegeven daarna alleen nog door Henriette<br />

Schlupmann. In het deel van Fons gaat het over enzym vorm en functie en enzym kinetiek waarbij je<br />

moet rekenen, maar dat is goed te doen. Henriette vervolgt de cursus met thema’s als glycolyse<br />

citroenzuurcyclus, vetten, aminozuren, ribose-metabolisme en hoe sommige organen hier hun rol in<br />

spelen. De cursus is een raakvlak tussen de biologie en scheikunde en daarom komen er constant<br />

structuurformules van moleculen voorbij en het boek van de cursus: “Biochemistry” staat er daarom<br />

ook vol mee. Het boek moet je nauwlettend lezen om het te begrijpen, omdat het erg diep op de<br />

onderwerpen in gaat. De structuurformules worden niet getoetst maar een beetje chemisch inzicht<br />

kan bij deze cursus geen kwaad. De colleges van Henriette worden in het Engels gegeven en gezien ze<br />

een Frans/Zwitsers accent heeft moet je daar even aan wennen. Na het theoretische gedeelte van de<br />

cursus moet je een presentatie geven over een metabolische ziekte, dit is erg leerzaam omdat je alle<br />

informatie uit primaire artikelen moet halen. Daarnaast worden er ook nog enkele gastcolleges<br />

gegeven waarin je eindelijk een wezenlijke connectie kunt leggen tussen werken met metabolisme in<br />

theorie en in de praktijk. Dit is erg prettig omdat je voor die tijd enkel theoretisch te werk gaat en je<br />

soms afvraagt wat je daar dan mee kunt. Let op dit is wel een heel pittige cursus!<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 71,0%<br />

- Niveau 3 –<br />

Marine wetenschappen 2 (B-B3MSCI05)<br />

Afgelopen jaar is het vak Mariene wetenschappen 2 helemaal omgegooid. Dit is voornamelijk gedaan<br />

omdat er veel kritiek kwam van studenten dat het vak te paleoecologisch was. Het nieuwe thema van<br />

de cursus werd dus ´Oceans of the future´. Het wordt gegeven door een klein legertje van docenten,<br />

die voornamelijk over hun eigen onderzoek spreken. Allereerst was er een introducerend college wat<br />

de stof van mariene 1 gedeeltelijk herhaalde. Vervolgens vertelden Francesca Sangiorgi en Appy<br />

Sluijs het één en ander over de morfologie, fysiologie en ecologische functies van diatomen en<br />

dinoflagelaten. De meesten kennen Appy wel, en weten dan ook dat zijn manier van college geven<br />

erg leuk is. Na deze week kwam Caroline Brussaard wat vertellen over biologische oceanografie.<br />

Verwacht dan niet leuke diertjes, want dit gedeelte gaat met name in op zooplankton en de microbial<br />

loop. Hierna kwam, naar mijn mening, het leukste gedeelte van de cursus: Mark Vermeij gaf namelijk<br />

college over koraalrifecosystemen en wist iedereen te boeien met zijn verhalen. Hij had erg veel te<br />

vertellen, wat helaas niet altijd in de colleges paste. Zo vertelde hij wat voor rif typen er zijn, hoe een<br />

populatie van koralen zich verspreiden en wat voor ecologische strategieën koraalriffen hebben. De<br />

volgende docent was Lennart de Nooijer die ons wijs ging maken in de wereld van de foraminiferen.<br />

Hier zaten ook practica bij, waarbij je planktonische en bentische foraminiferen van elkaar moest<br />

onderscheiden met behulp van een microscoop. Als laatste docent kwam Jorijntje Henderiks wat<br />

vertellen over het doen en laten van coccolithophoren. Bij alle colleges over de microorganismen<br />

werd ook gekeken naar hoe deze reageren op een verzuring van de oceaan, wat momenteel<br />

natuurlijk speelt. Vandaar ook het thema van de cursus, ‘oceans of the future’. De laatste week<br />

bevatte een reeks afsluitende colleges. Hierin werd er onder andere gekeken naar anoxische<br />

gebeurtenissen in het verleden en wat er gebeurt als de oceanen opwarmen. Ook moest je een


presentatie geven over een onderwerp gegeven door één van de docenten. Al met al vond ik het een<br />

erg leuk en divers vak, en is het zeker een aanrader als je mariene biologie leuk vindt!<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 89%<br />

Computationele biologie (B-B3COMB10)<br />

Computationele biologie is een vak waarover de meningen sterk verschillen. Ik vond het zelf een<br />

fantastische cursus boordevol interessante inzichten en unieke manieren om naar evolutie en<br />

ecologie te kijken via computer en wiskundige modellen. Een aantal vrienden waren op zijn zachtst<br />

gezegd minder enthousiast. Ik kan deze cursus daarom niet aan iedereen aanraden. Het is in elk geval<br />

een goed idee om voor deze cursus theoretische biologie gevolgd te hebben. Aan het einde van die<br />

cursus moet je aan een model werken dat een bepaalde ecologische interactie beschrijft. Hierbij<br />

moet je nadenken over de betekenis van parameters en variabelen en afwegingen maken tussen<br />

verschillende modelversies. Als dit je interesseert en als je programmeren wil toepassen in<br />

modelleren dan is dit een cursus voor jou.<br />

Verder heeft de cursus als voordeel dat niet alleen bachelor, maar ook zat masterstudenten en een<br />

paar PhDers dit vak volgen. Van masterstudenten wordt meer verwacht dan van bachelor studenten,<br />

maar over het algemeen zit je samen en doe je de opdrachten samen. Door deze natuurlijke omgang<br />

met masterstudenten krijg je een veel duidelijker beeld van wat de masters inhouden.<br />

Computationele biologie geeft je hier meer dan genoeg tijd voor omdat je elke dinsdag- en<br />

donderdagmiddag practica hebt waarin je aan de opdrachten werkt. De ochtenden worden volledig<br />

opgenomen door colleges die met een lengte van 3 uur en 15 minuten pauze erg zwaar kunnen zijn.<br />

Verder zijn er op maandag soms besprekingen van de opdrachten, actief hierin meedoen is erg<br />

belangrijk voor een goed cijfer. Als er geen besprekingen zijn kun je de tijd goed gebruiken om<br />

artikelen te lezen, aan de opdrachten of de presentatie te werken. Als je dit goed bijhoud heb je<br />

verder niet veel tijd nodig buiten de cursus, je zal af en toe een artikel thuis moeten lezen maar dat is<br />

wel te doen. Er is geen officieel boek dus je zal het moeten doen met de colleges. Deze gaan snel en<br />

gaan erg diep, dus meeschrijven is belangrijk en als je iemand hebt om aantekeningen mee te<br />

wisselen en belangrijker mee te bespreken helpt dat enorm. Het uiteindelijke tentamen gaat echter<br />

nauwelijks over de specifieke kennis of over wiskunde, maar als je ze niet beheerst kun je jezelf<br />

moeilijk duidelijk maken, dus meeschrijven is toch belangrijk.<br />

De moeilijkheid is voor deze cursus lastig in te schatten. Ik vond het zelf goed te doen, maar er zijn<br />

studenten die gemiddeld hoger dan ik halen die voor het vak gezakt zijn, dus het is lastig te<br />

beoordelen. Het moet klikken. Actief participeren en vragen stellen tijdens de hoorcolleges helpt<br />

ook. Als je tijdens deze beschrijving een positief gevoel bij de cursus krijgt, dan is ie waarschijnlijk<br />

voor jou, anders raad ik het af te volgen. Als je twijfelt volg dan eerst theoretische ecologie.<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 50%


OCEP (B-B3OCEP05) – met educatieve stage<br />

De cursus OCEP (Oriëntatie op communicatie en educatie in de praktijk) biedt je een beeld op ofwel<br />

de communicatieve ofwel de educatieve richting binnen je eigen vakgebied. De cursus bestaat voor<br />

een deel uit een stage en voor een deel uit de instituutsweken.<br />

De instituutsweken (3 weken) bestaan uit verschillende thema’s zoals ‘Oog voor de doelgroep’ en<br />

‘gedragsbeïnvloeding’. Deze weken worden door de meeste deelnemers niet al te positief ervaren.<br />

Dit komt vooral door de manier waarop de docent met de groep om gaat. De docenten houden nogal<br />

vast aan hun educatieve dogma’s en het lijkt wat losgetrokken uit de praktijk, vooral na de<br />

stage<strong>periode</strong>. Overigens mag je één dag een educatief of communicatief filmpje gaan maken en dat<br />

was erg leuk.<br />

Een deel van de opdrachten was echter wel nuttig. Zo waren de simulaties erg zinvol, omdat je daarin<br />

alvast een klein lesje aan de groep kon geven en zo vast wat dingen uit kon proberen. Ook was er een<br />

middag waarbij de educatiegroep ging oefenen met het omgaan met gedragsbeïnvloeding. Hierbij<br />

werden moeilijke klas situaties gesimuleerd en dat was een goede en leerzame ervaring.<br />

Het stage onderdeel heb ik als er leuk ervaren. Je loopt zo’n 6 weken mee op een school en krijgt in<br />

2,5 dag per week al aardig wat mee van de verschillende kanten van onderwijs. Je krijgt alle kansen<br />

om lessen te geven en daarin van alles te proberen. Op onze school hebben we ook tweetalig<br />

onderwijs gegeven, enorm leerzaam. Grijp vooral de kansen die je krijgt. Tijdens deze <strong>periode</strong> is het<br />

ook de bedoeling dat er één dag een docent komt kijken, maar bij ons was dat niet gelukt. Ze heeft<br />

toen samen met ons een aantal filmstukjes geanalyseerd en dat was eigenlijk nog nuttiger (wel gek<br />

om jezelf op film te zien).<br />

Een ander deel van je stage is het maken van een product. Dit onderdeel hoort er voor je gevoel niet<br />

helemaal bij, zeker bij een educatieve stage. Dit product kan van alles zijn en in ons geval was het een<br />

soort module op internet, die de leerlingen ter herhaling konden maken. Het is interessant om<br />

hiermee bezig te zijn, maar soms is het lastig in de lessen te integreren.<br />

Zowel de stage als de instituutsweken moeten je een beeld geven van de educatieve kant van ons<br />

vakgebied. Aan het begin van de cursus moet je een aantal leerdoelen formuleren, waar je aan het<br />

eind van de cursus op terug blikt. Door het bijhouden van een logboek verzamel je leermomenten.<br />

De cursus wordt beoordeelt aan de hand van je verslag over het product en je zelfreflectieverslag. De<br />

beoordeling is nogal afhankelijk van de beoordelaar en staat ook redelijk los van de beoordeling die<br />

je begeleider op de stage-instelling heeft gegeven of je product.<br />

Al met al een goede cursus om rond te snuffelen in de educatie, maar je moet er wel rekening mee<br />

houden dat je nogal wat vreemd geklets over onderwijs langs hoort komen en dat je heel goed moet<br />

reflecteren op je werk.<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 100%<br />

OCEP (B-B3OCEP05) – met communicatie stage<br />

Het vak Oriëntatie op de Communicatieve en Educatieve praktijk is een vak dat opgedeeld is in twee<br />

delen: de instituutsweken en de stageweken.<br />

De instituutsweken houden in dat je in een aantal colleges en opdrachten meer leert over hoe je kan<br />

denken vanuit de doelgroep, hoe je een goede les of presentatie opzet en hoe je een boodschap<br />

duidelijk overbrengt. Tijdens deze weken ben je vaak van 9 tot 17 bezig op de universiteit. Dat is vrij<br />

lang, zeker omdat de stof die je aangeboden krijgt en de manier waarop de lessen gegeven worden<br />

beide erg simpel zijn. Je zit in groepjes in een klaslokaal en voelt je weer even terug op de middelbare


school. Dit wordt vanuit de docenten uitgelegd met dat dit goed is om je te verplaatsen in de<br />

leerlingen, maar ik vond het persoonlijk vrij irritant. Een ander minpuntje aan de instituutsweken was<br />

dat de focus voornamelijk op de educatie en het opzetten van lessen lag. Bij vlagen kwam er een<br />

beetje communicatie bij kijken, maar dit was niet veel.<br />

Een positief punt vond ik de ‘simulaties’ waarbij je als communicatie student een presentatie moet<br />

geven waarbij je je voorstelt dat je een communicatieve presentatie geeft voor een bepaalde<br />

doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan een voorlichting. Ik heb hiervan geleerd hoe je goed overkomt op<br />

een publiek. Er wordt namelijk naast de inhoud veel aandacht besteed aan zaken als<br />

lichaamshouding en de manier waarop je presenteert. Dit vond ik heel nuttig omdat dit bij andere<br />

vakken vaak ontbreekt.<br />

Na de instituutsweken was het tijd voor de stages. Hierbij is het HEEL belangrijk bij welke stage je<br />

ingedeeld wordt, en wat je zelf van je stage maakt (assertief zijn en niet denken dat de opdracht al<br />

vast ligt). Ik had een vrij oninteressante stage waarbij ik niet op de afdeling kon werken en een niet<br />

erg uitdagend product moest maken. We wisten van te voren alleen niet dat hier mee te schuiven<br />

viel. Ik heb echter ook positievere verhalen gehoord over communicatie stages.<br />

Na de stage tijd moesten er reflectie verslagen en leerverslagen geschreven worden. Je eindcijfer<br />

wordt voor een heel groot deel bepaald door hoe je deze verslagen schrijft en niet zo direct op het<br />

eindproduct van je stage. Het is dus aan te raden om deze verslagen niet te verwaarlozen en precies<br />

te doen wat de docenten van je vragen. Ik vond dit erg schools, en vond dat er weinig ruimte was<br />

voor eigen inbreng.<br />

Conclusie: De instituutsweken zijn erg schools en op educatie gericht, maar met een aantal<br />

interessante opdrachten. De stageweken geven een goed inkijkje in de communicatieve werksfeer als<br />

je een leuke stage hebt en/of er zelf het maximale uit haalt. De verslagen zijn vrij vervelend om te<br />

schrijven maar wel erg belangrijk voor je eindcijfer.<br />

Als je je presentatietechniek wilt verbeteren en wilt weten of werk in de communicatie iets voor jou<br />

is, is OCEP een geschikte cursus voor jou. En dan maar duimen voor een goede stage! <br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 100%<br />

Tropische ecosystemen en klimaat (B-B3TREK11)<br />

Deze cursus gaat over tropische ecosystemen en hoe ecologie kan bijdragen aan het tegengaan van<br />

de negatieve effecten van klimaatverandering, ontbossing en andere problemen. De cursus werd<br />

vorig jaar gegeven door Niels Anten, maar wordt dit jaar gegeven door Marijke van Kuijk. Het sluit<br />

aan op de cursussen ‘Natuurbeheer, Duurzaamheid & Plantendiversiteit’ en ‘Biodiversiteit &<br />

Landschap’.<br />

Het is een vrij breed opgezette cursus waarbij biodiversiteit, eco(fysio)logie, klimatologie en<br />

natuurbehoud belangrijke onderwerpen zijn. Er zijn gastcolleges vanuit de vakgroep ecologie en van<br />

Bill Laurance, verbonden aan de Prins Bernard Leerstoel. Bill Laurance geeft interessante colleges<br />

over de problemen in tropische bossen, die je aan het nadenken zetten en daardoor vaak uitmonden<br />

in een discussie. Het is handig om de artikelen van te voren te lezen uit het blackboard zodat deze<br />

discussies wat levendig worden! Verder wordt behandeld hoe tropische ecosystemen reageren op


veranderingen in bijvoorbeeld lichtintensiteit en CO 2 -concentratie (ecologie) en hoe individuele<br />

planten reageren op dit soort veranderingen (ecofysiologie).<br />

Een belangrijk praktisch onderdeel is het maken van een computermodel wat de koolstofdynamiek<br />

van een jong tropisch bos kan berekenen. Voor deze opdracht zijn verschillende scenario’s bedacht,<br />

zoals houtkap, landbouw en klimaatverandering. In groepen werk je een van deze scenario’s uit door<br />

het basismodel uit te breiden en er vervolgens berekeningen op los te laten. Dit klinkt misschien een<br />

beetje abstract, maar het komt er eigenlijk op neer dat je een tropisch bos in een Excel-bestand hebt,<br />

en daarmee bijvoorbeeld kunt berekenen hoe dit bos gaat veranderen als je de atmosferische CO 2 -<br />

concentratie laat stijgen. Dit is een heel leerzaam onderdeel! Daarnaast vinden er nog meer<br />

gastcolleges plaats die verschillende relevante onderwerpen uit de praktijk aan bod brachten.<br />

Dit vak is zeker een aanrader als je geïnteresseerd bent in ecologie en de problematiek in tropische<br />

ecosystemen.<br />

Slagingspercentage (zonder herkansing): 96 %<br />

Periode 2 - timeslot A + D of B + C –<br />

- Niveau 3 –<br />

Scriptiecursus<br />

Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter<br />

niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je<br />

bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je<br />

scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De<br />

inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De<br />

inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen<br />

met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven.<br />

Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te<br />

komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans<br />

dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet<br />

van te kijken als je niet wordt ingeloot.<br />

Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en<br />

zijn/haar manier van kijken zul je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak<br />

ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden<br />

door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is<br />

ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad<br />

maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken<br />

naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en<br />

te organiseren (RefWorks).<br />

Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om.<br />

Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn.<br />

Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen<br />

loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je<br />

scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een<br />

zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en<br />

RSI helemaal goed!


Periode 2 - Fulltime -<br />

- Niveau 3 –<br />

Onderzoeksproject<br />

Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een<br />

ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide<br />

onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te<br />

werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij<br />

nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf<br />

weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning.<br />

De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij<br />

zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van<br />

corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire<br />

laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor<br />

verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het<br />

sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het<br />

onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik<br />

om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je<br />

onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met<br />

onderzoek en dat doe je weldegelijk.<br />

Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin<br />

zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook<br />

een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek.<br />

Naast het onderzoek werk je aan je scriptie. Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het<br />

onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen<br />

onderzoeksresultaten erin te verwerken.<br />

Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is<br />

aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend<br />

voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als<br />

op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens<br />

deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je<br />

begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het<br />

bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de<br />

onderzoeksprojecten tijdens je master.<br />

Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te<br />

verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn.<br />

Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.


Dankwoord<br />

De Onderwijscommissie wil de volgende personen hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan het tot<br />

stand komen van deze gids:<br />

Lieke Dekker<br />

Kryss Facun<br />

Berber Heerschop<br />

Iris Kampen<br />

Iko Koevoets<br />

Ilja Kocken<br />

Martin van Oosterhout<br />

Jaap Rutten<br />

Joost Termeer<br />

Kristel van Zuijlen<br />

Bedankt!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!