30.03.2014 Views

Handleiding Ultramat 10 - Airtoimedia

Handleiding Ultramat 10 - Airtoimedia

Handleiding Ultramat 10 - Airtoimedia

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Graupner Best.-nr. 64<strong>10</strong><br />

<strong>Handleiding</strong><br />

ULTRAMAT <strong>10</strong><br />

Low-budget universeel computergestuurd snellaadapparaat voor NiCd-, NiMH-,<br />

Li-Io en LiPo cellen<br />

Nederlands bladzijde<br />

inhoudsoverzicht<br />

hoofdstuk<br />

bladzijde<br />

1. algemeen<br />

2. waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen, in ieder geval doornemen a.u.b.!<br />

3. algemene gebruiksaanwijzingen<br />

4. aanbevolen laadkabels, polariteit<br />

5. bedieningselementen, bediening, laadstart<br />

6. laadprogramma’s<br />

7. programmastructuur<br />

8. inbedrijfname<br />

9. NiCd/NiMH laadprogramma<br />

<strong>10</strong>. Lithium accu’s<br />

11. Lithium laadprogramma<br />

12. speciale functies, Delta-Peak aanspreekspanning<br />

13. Safe Timer, Buzzer<br />

14. display-aanduidingen, controle-aanduidingen<br />

15. reiniging en onderhoud<br />

16. aanwijzingen voor het omgaan met accu’s<br />

17. technische gegevens<br />

18. garantie-certificaat achterzijde


1. algemeen<br />

Om alle eigenschappen van uw nieuwe laadapparaat volledig te kunnen benutten, moet u vóór het eerste<br />

gebruik de volgende beschrijving volledig en zorgvuldig doorlezen. Let u vooral op de waarschuwings- en<br />

veiligheidsaanwijzingen. Deze handleiding moet op een veilige plaats worden bewaard en aan een<br />

volgende gebruiker van het laadapparaat worden overhandigd.<br />

Met de ULTRAMAT <strong>10</strong> heeft u een modern produkt met buitengewone eigenschappen aangeschaft. Door de<br />

toepassing van modernste halfgeleidertechnieken, aangestuurd door een krachtige RISC-microprocessor worden<br />

geweldige laadeigenschappen , eenvoudige bediening en optimale betrouwbaarheid bereikt die normaal<br />

gesproken alleen in duidelijk duurdere apparaten te vinden zijn.<br />

Met de ULTRAMAT <strong>10</strong> kunnen Nikkel-Cadmium (Ni-Cd) sintercellenaccu’s , Nikkel-Metaal-Hydride (NiMH)<br />

accu’s, Lithium-Ion (LiIo) accu’s en Lithium-Polymeer (LiPo) accu’s worden opgeladen. Deze gasdicht gesloten<br />

accu’s zijn het meest geschikt gebleken voor de RC-modelbouw. Ze zijn mechanisch robuust, kunnen overal<br />

worden gebruikt, en zijn ongevoelig voor storingen. Afgezien van het feit dat ze niet diep-ontladen mogen raken,<br />

kunnen deze accu’s probleemloos gedurende lange tijd bewaard worden.<br />

Let bij Lithium accu’s op de voorschriften van de fabrikant.<br />

Ga met deze cellen voorzichtig en zorgvuldig om, omdat een verkeerde behandeling van deze cellen tot een<br />

explosie kan leiden!<br />

Aanwijzing<br />

U moet altijd de laadaanwijzingen van de accufabrikanten opvolgen, en letten op de laadstromen en laadtijden.<br />

Er mogen alleen accu’s snelgeladen worden, die uitdrukkelijk voor deze hoge laadstroom geschikt zijn!<br />

Bedenkt u alstublieft, dat nieuwe accu’s pas na meerdere laad/ontlaadcycli hun volle capaciteit bereiken, ook<br />

kunnen nieuwe accu’s te vroeg afschakelen. Test u in ieder geval door meerdere proefladingen de probleemloze<br />

en betrouwbare functie van de laad-afschakelautomaat en de ingeladen capaciteit.<br />

2. waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen<br />

• Het laadapparaat beschermen tegen stof, vocht, regen, hitte (b.v. directe zonnestralen) en trillingen. Alleen<br />

gebruiken in droge ruimten!<br />

• De sleuven in de behuizing en de ventilator dienen ter koeling van het apparaat en mogen niet afgedekt of<br />

gesloten worden. Het apparaat moet tijdens het laden vrij worden opgesteld, zodat de lucht ongehinderd<br />

circuleren kan.<br />

• Het laadapparaat is uitsluitend geschikt voor de aansluiting aan een 12 V-autoaccu. Er mogen geen<br />

veranderingen aan het apparaat worden doorgevoerd.<br />

• Het laadapparaat en de te laden accu moeten tijdens het laden op een niet brandbare, hittebestendige en<br />

electrisch niet geleidende ondergrond staan! Nooit direct op autostoelen, vloerbedekking o.i.d. neerzetten! Ook<br />

moeten brandbare of makkelijk ontvlambare voorwerpen uit de buurt van de laadapparatuur worden gehouden.<br />

Let op goede ventilatie.<br />

• Verbindt u het laadapparaat alleen direct met de originele aansluitdraden en aansluitklemmen direct met de<br />

autoaccu. De motor van de auto moet, zolang de ULTRAMAT <strong>10</strong> met de auto in verbinding staat,<br />

uitgezet zijn! De autoaccu mag niet gelijktijdig door een ander laadapparaat worden opgeladen!<br />

• De laaduitgangen en de aansluitkabels mogen niet veranderd of onder elkaar op de één of andere manier<br />

verbonden worden. Tussen de laaduitgangen en de carrosserie van de auto bestaat tijdens het gebruik<br />

kortsluitingsgevaar! Laad- en aansluitkabels mogen tijdens het laden niet opgerold zijn! Vermijdt u<br />

kortsluiting met de laaduitgang resp. de accu en de auto-carrosserie, de ULTRAMAT <strong>10</strong> is daartegen niet<br />

beschermd. Zet u daarom het apparaat nooit direct op de carrosserie van de auto.<br />

• Laat u het laadapparaat nooit zonder toezicht aangesloten aan de stroomvoorziening.<br />

• Er mag maar één te laden accu aan iedere laadaansluiting aangesloten worden.<br />

• De volgende accu’s mogen niet aan het laadapparaat worden aangesloten:<br />

-NiCd-/ NiMH-accu’s met meer dan <strong>10</strong> cellen, Lithium-Ion/ Lithium-Polymeer-accu’s met meer dan 4<br />

cellen of loodaccu’s.<br />

-Accu’s die een andere laadtechniek dan NiCd-, NiMH- of Lithium- accu’s nodig hebben.<br />

-Defecte, beschadigde cellen of accu’s.<br />

-Accu’s van parallel geschakelde of verschillende cellen.<br />

-Mixen van oude en nieuwe cellen of cellen van verschillend fabrikaat.


-Niet oplaadbare batterijen (droge batterijen). Let op: explosiegevaar!<br />

-Accu’s of cellen die door de fabrikant niet uitdrukkelijk bestemd zijn om door de bij dit laadapparaat<br />

optredende laadstromen geladen te worden.<br />

-Al opgeladen, hete of niet volledig leeggemaakte cellen of accu’s.<br />

-Accu’s of cellen met geïntegreerde laad- of afschakelapparatuur.<br />

-Accu’s of cellen die in een apparaat zijn ingebouwd of gelijktijdig met andere delen elektrisch in<br />

verbinding staan.<br />

• Om kortsluiting aan de bananenstekkers van de laadkabel te voorkomen, moet u altijd eerst de laadkabel met<br />

het laadapparaat verbinden en dan pas met de accu! Bij het losmaken omgekeerd.<br />

• Controleert u na een “vol-“melding, of de door het apparaat aangeduide laadhoeveelheid ook overeenkomt<br />

met de door u verwachte hoeveelheid. Zo herkent u op een betrouwbare manier foutieve, te vroege<br />

afschakelingen. De kans op te vroege afschakelingen is afhankelijk van veel factoren en het grootst bij<br />

diepontladen accu’s, een gering aantal cellen of bepaalde accutypen. Eventueel moet u het Delta-Peak punt<br />

goed instellen.<br />

• Controleert u door meerdere proefladingen, (vooral bij geringe aantallen cellen) of de afschakelautomaat<br />

probleemloos functioneert. Soms worden volle accu’s door een zwakke Peak niet herkend.<br />

• Voor het laden checken: Zijn de bij de accu passende laadprogramma’s, de juiste laad-/ontlaadstromen en<br />

de bij NiCd en NiMH belangrijke, juiste afschakelspanningen ingesteld? Zijn alle verbindingen in orde, zijn er<br />

breuken in de kabels of stekkers? Bedenkt u a.u.b., dat het snelladen van accu’s gevaarlijk kan zijn. Al een<br />

korte onderbreking als gevolg van een slecht contact kan een foutmelding ten gevolge hebben, een nieuwe<br />

laadstart veroorzaken en de aangesloten accu totaal overladen.<br />

3. algemene gebruiksaanwijzingen<br />

laden van accu’s<br />

Bij het laden van accu’s wordt aan de accu een bepaalde hoeveelheid stroom toegevoerd, die de<br />

vermenigvuldiging van laadstroom × laadtijd is. De maximaal toegestane laadstroom is afhankelijk van het<br />

betreffende accu-type en kan ontleend worden aan de gegevens van de accufabrikant.<br />

Alleen bij uitdrukkelijk als snellaadbaar aangeduide accu’s mag de normale laadstroom overschreden worden.<br />

Als NORMALE LAADSTROOM wordt de stroom aangeduid, die 1/<strong>10</strong> van de nominale waarde van de<br />

capaciteitsaanduiding bedraagt (b.v. bij een capaciteitsaanduiding van 1,7 Ah bedraagt de normale laadstroom<br />

170 mA).<br />

• De te laden accu wordt via een passende laadkabel aan de aansluitbussen van het laadapparaat aangesloten<br />

(rood = pluspool, zwart = minpool).<br />

• U moet altijd de laadaanwijzingen van de accufabrikant opvolgen, alsmede de laadstromen en laadtijden. Er<br />

mogen alleen accu’s worden snelgeladen, die uitdrukkelijk geschikt zijn voor de hoge laadstromen, die bij dit<br />

apparaat optreden.<br />

• Bedenkt u alstublieft, dat nieuwe accu’s pas na meerdere laad-/ ontlaadcycli hun volle capaciteit bereiken.<br />

Vooral bij nieuwe of diepontladen accu’s kan makkelijk een te vroege afschakeling plaatsvinden.<br />

• Mocht na een snellading één cel van het NC-accupack bijzonder heet zijn geworden, dan kan dit duiden op<br />

een defect aan deze cel. Dit accupack moet dan niet meer gebruikt worden (verbruikte accu’s horen bij het<br />

Klein Chemisch Afval!).<br />

• Let u op een goed en veilig contact van alle stekker- en klemverbindingen. Al een korte onderbreking als<br />

gevolg van een slecht contact kan een nieuwe laadstart veroorzaken en de aangesloten accu totaal overladen.<br />

• Een vaak voorkomende oorzaak van foutief functioneren ligt in het toepassen van gebrekkige laadkabels.<br />

Omdat het laadapparaat het verschil niet kent tussen inwendige accu-weerstand, kabelweerstand en weerstand<br />

van de stekkerverbindingen, is de eerste voorwaarde voor een probleemloos functioneren een laadkabel met<br />

voldoende draad-doorsnede en een lengte van niet meer dan 30 cm, alsmede hoogwaardige<br />

stekkerverbindingen aan beide kanten (goud-contacten).<br />

• laden van zenderaccu’s<br />

Een in een radiobesturingszender ingebouwde accu kan meestal via de in de zender ingebouwde laadbus<br />

worden opgeladen. Zenderlaadbussen zijn meestal voorzien van een een terugstroom-zekering (diode). deze<br />

verhindert een beschadiging van de zender door verpolen of kortsluiting met de blanke uiteinden van de<br />

laadkabelstekkers. Een opladen van de zenderaccu met de ULTRAMAT <strong>10</strong> is alleen mogelijk na overbrugging


van deze diode – let u op de aanwijzingen in de handleiding van de zender! De voor de zender max. toegestane<br />

laadstroom mag nooit overschreden worden!<br />

Om schade in het inwendige van de zender door oververhitting of warmteophoping te voorkomen, moet de<br />

zenderaccu uit de accubehuizing worden gehaald.<br />

De zender moet tijdens het hele laadproces op “OFF” (UIT) zijn gezet!<br />

Nooit een radiobesturingszender, zolang deze met het laadapparaat is verbonden, aanzetten. Een ook slechts<br />

korte onderbreking van het laadproces kan de laadspanning door het laadapparaat zover laten stijgen, dat de<br />

zender door overspanning direct verwoest wordt.<br />

Pas geen accu-ontladingen of accu-onderhoudsprogramma’s via de laadbus toe! De laadbus is voor deze<br />

toepassingen niet geschikt.<br />

• Het laadapparaat kan de vereiste laad-/ontlaadstroom alleen dan instellen, wanneer daardoor de technische<br />

mogelijkheden van het laadapparaat niet overschreden worden! Mocht er door het laadapparaat een laad-<br />

/ontlaadstroom worden vereist, die het apparaat door technische oorzaken niet kan opbrengen, dan wordt de<br />

waarde automatisch naar de maximaal mogelijke waarde verkleind. De feitelijk toegepaste laad-/ontlaadstroom<br />

wordt aangeduid en op het display verschijnt afwisselend met de laadstroom de aanduiding “MAX”.<br />

Uitsluiting van aansprakelijkheid<br />

Het opvolgen van de handleiding en de voorwaarden en methoden bij installatie, gebruik en onderhoud kunnen<br />

door de Fa. GRAUPNER niet gecontroleerd worden. Daarom neemt de Fa.GRAUPNER geen<br />

verantwoordelijkheid voor verliezen, schaden of kosten, die resulteren uit foutieve toepassing of gebruik, of<br />

daarmee op welke manier dan ook samenhangen.<br />

4. aanbevolen laadkabels / polariteiten<br />

Verschillende eisen bij het toepassen en het gebruik van oplaadbare accu’s maken ook verschillende soorten<br />

stekkerverbindingen nodig. Let u er op, dat aansluitingen, aanduidingen en polariteiten van andere fabrikanten<br />

verschillend kunnen zijn. Gebruikt u daarom altijd alleen bij elkaar passende, originele stekkerverbindingen van<br />

dezelfde bouwwijze.<br />

Voor het opladen zijn de volgende laadkabels geschikt:<br />

Japan G2 (AMP/G2,5) BEC JR JR-zender<br />

Best.-Nr.3371 Best.-Nr.3011 Best.-Nr.3037 Best.-Nr.3021 Best.-Nr.3022<br />

Gebruikt u alleen originele laadkabels met voldoende draaddoorsnede. Let er op, dat elke laadkabel van te voren<br />

ingekort wordt naar een max. lengte van 30 cm.<br />

5. bedieningselementen / bediening / laadstart<br />

koelribben<br />

aansluitstekkers voor<br />

autoaccu en netvoeding<br />

display<br />

bedieningstoetsen<br />

stekker voor stopcontact 230V<br />

laaduitgang<br />

De bediening van het laadapparaat vindt plaats met maar 4 bedieningstoetsen. Afgezien van de - / DEC- en + /<br />

INC-toets, waarmee de stroom- en spanningswaarden veranderd kunnen worden, hebben de bedieningstoetsen, al<br />

naar gelang er aan de laadaansluiting een accu is aangesloten of niet, verschillende functies:<br />

bedieningstoets<br />

functie<br />

geen accu aangesl. PROGRAMMA/MODE selectie van de laadprogramma’s en ondergroepen<br />

ENTER/START<br />

selectie van de (laad-) programma-groep


accu aangesl. PROGRAMMA/MODE beëindigen laadproces, onderbreken van zoemer<br />

ENTER/START<br />

starten laadproces, wissel binnen de ondergroepen<br />

6. laadprogramma’s<br />

De verschillende mogelijkheden van het laadapparaat zijn opgedeeld in 2 programma-groepen, die u in de<br />

hieronder getoonde volgorde met de ENTER-toets kunt uitkiezen.<br />

Aanwijzing: Is er aan het laadapparaat een accu aangesloten, dan is er geen wissel naar een andere<br />

programmagroep mogelijk. Dit is bedoeld als extra veiligheid, zoadat er niet tijdens het laden per ongeluk naar<br />

een ander, voor de aangesloten accu ongeschikt laadprogramma gewisseld kan worden. Het laadproces kan door<br />

indrukken van de “MODE”-toets op elk moment worden onderbroken.<br />

NiCd/NiMH-accu-programma: voor het laden van 1-<strong>10</strong> cellen, laadstroom van 0,1 – 5A in 0,1A stappen<br />

instelbaar, Delta Peak punt instelbaar van 3-25mV in 1mV stappen, instelbare “Safe Timer” van 5-300 minuten<br />

(in stappen van 5 min.), zoemer aan-/uitschakelbaar.<br />

LiPo/LiIo-accu-programma: voor het laden van 1-4 cellen, laadcapaciteit van <strong>10</strong>0 tot 9900mAh in <strong>10</strong>0mAh<br />

stappen instelbaar, instelbare “Safe Timer” van 5-300 minuten (in stappen van 5 min.), zoemer aan-<br />

/uitschakelbaar.<br />

7. programmastructuur<br />

laadstroom:<br />

0,1-5A<br />

0,1A/stap<br />

Delta-Peak inst.<br />

laadcapaciteit<br />

3-25 mV <strong>10</strong>0-9900 mAh<br />

1mV/stap<br />

<strong>10</strong>0mAh/stap<br />

accu type<br />

Li-Io, Li-Po<br />

veiligheidstimer<br />

5-300min<br />

5min/stap<br />

zoemer<br />

AAN / UIt


8. inbedrijfname<br />

Wordt het laadapparaat met een 12V-autoaccu of met 230V netspanning verbonden, dan verschijnt eerst de<br />

informatieroutine, die een snel overzicht over de belangrijkste gebruikers-instellingen van het laadapparaat geeft.<br />

Op het display van het laadapparaat wordt na elkaar de volgende informatie getoond:<br />

De ULTRAMAT <strong>10</strong> meldt zich met zijn naam.<br />

Na ca. 2 sec. wisselt de <strong>Ultramat</strong> <strong>10</strong> naar het Ni-Cd/NiMH laadprogramma. Daar kunnen de laadstroom en het<br />

Delta-Peak punt met de INC/DEC toetsen worden ingesteld.<br />

9. NiCd/NiMH –laadprogramma<br />

In het NiCd-NiMH-laadprogramma kunnen 1-<strong>10</strong> cellen worden geladen. U kunt de maximale laadstroom van<br />

0,1-5A gemakkelijk met de INC/DEC-toetsen in 0,1 A stappen instellen, terwijl de bovenste laadstroomaanduiding<br />

knippert.<br />

Zodra u de gewenste instelling met de ENTER-toets heeft bevestigd, knippert de onderste regel van het display.<br />

Nu kunt u de Delta-Peak afschakelwaarde ook met de INC/DEC-toetsen in stappen van 0,1 mV van 3 mV per cel<br />

tot 25 mV.<br />

Een zinvolle waarde is 15 mV per cel. Let op de voorschriften van de accufabrikant.<br />

Nadat u de beide instellingen heeft ingevoerd, kunt u een accu-pack met 1-<strong>10</strong> Ni-Cd/Ni-MH cellen aan het<br />

laadapparaat aansluiten.<br />

Het aansluitcontact wordt bevestigd met een signaalgeluid (behalve wanneer de zoemer gedeactiveerd is),<br />

bovendien stopt de aanduiding met knipperen.<br />

Door indrukken van de ENTER-toets start u het laadproces. Het laadapparaat past de laadstroom in<br />

intervalstappen aan, tot de ingestelde laadstroom is bereikt. In deze tijd geeft het apparaat de regel “CHG Max.”<br />

aan in de bovenste regel van het display, afgewisseld met de actuele laadstroom. Zodra de laadstroom wordt<br />

bereikt, ziet u tijdens het laadproces in de bovenste regel “CHG” en “Ni”.<br />

De maximale laadstroom hangt ook af van het aantal te laden cellen. Wanneer u dus een groter accupack wilt<br />

laden en b.v. 5,0 A instelt, zal de <strong>Ultramat</strong> <strong>10</strong> nooit deze laadstroom bereiken, zodat tijdens het laadproces<br />

voortdurend de regel “CHG Max.” te zien is.<br />

Om de laadtijd en de laadcapaciteit te zien, drukt u op de INC of DEC toets.<br />

Door opnieuw een van de beide toetsen in te drukken verschijnt de vorige aanduiding weer.<br />

Zodra het laadproces door de Delta-Peak-afschakeling wordt beëindigd, geeft de <strong>Ultramat</strong> <strong>10</strong> gedurende ca. <strong>10</strong><br />

sec. een akoestisch signaal ( dit signaal blijft uit, wanneer de zoemer gedeactiveerd is). Bovendien wordt de<br />

regel “END” als interval getoond. De onderste regel van het display laat de actuele accuspanning zien.<br />

Het apparaat laadt de accu verder met een druppelstroom, totdat de accu wordt losgemaakt. Deze druppellading<br />

hangt af van het aangesloten accupack, en wordt automatisch door het apparaat berekend. Hoe hoog deze stroom<br />

is wordt in de bovenste regel van het display aangegeven.<br />

Met de INC/DEC toets kunt u de laadtijd en de ingeladen capaciteit bekijken.<br />

Mocht er een probleem met b.v. een te vroege afschakeling ontstaan, dan moet u de instelling van de<br />

veiligheidstimer controleren, zie bladzijde 11. Een andere oorzaak voor een te vroege afschakeling kan een<br />

verkeerde instelling van de Delta-Peak afschakeling zijn.<br />

Informeert u in dit geval bij uw accufabrikant.


Na het laadproces kunt u de accu van het laadapparaat losmaken. Door indrukken van de MODE-toets komt u<br />

weer terug in het oorspronkelijke laadmenu. Let er op, dat de laadtijd en de geladen capaciteit niet worden<br />

opgeslagen en na indrukken van de MODE-toets worden gewist.<br />

<strong>10</strong>. Lithium accu’s<br />

Dit laadprogramma is alleen voor het laden en ontladen van Lithium-Ion-accu’s met een celspanning van<br />

3,6V/cel en Lithium-Polymeer met een celspanning van 3,7V /cel geschikt. Lithium-accu’s zijn bekend<br />

vanwege hun, in vergelijking met andere accutypen, wezenlijk hogere capaciteit. Dit belangrijke voordeel maakt<br />

echter andere behandelingsmethoden met betrekking tot de lading / ontlading nodig, om ze zonder risico’s te<br />

kunnen gebruiken. De hieronder beschreven voorschriften moeten in ieder geval opgevolgd worden. Verdere<br />

voorschriften en veiligheidsaanwijzingen kunt u vinden in de gegevens van de accufabrikant.<br />

In principe kunnen accu’s op Lithiumbasis ALLEEN met speciale laadapparaten geladen worden, die ingesteld<br />

zijn op het desbetreffende accutype (laadspanning, capaciteit). Het opladen vindt, anders dan bij NiCd of NiMHaccu’s,<br />

plaats door een zgn. constante-stroom/constante-spanning-methode. De voor de lading nodige laadstroom<br />

resulteert uit de accucapaciteit en wordt door het laadapparaat automatisch ingesteld. Lithiumaccu’s worden<br />

gewoonlijk met 1C laadstroom geladen (1C laadstroom = capaciteits-laadstroom. Voorbeeld: bij een capaciteit<br />

van b.v.: 1500 mAh is de overeenkomstige 1C laadstroom = 1500 mA (1,5A)). Daarom moet op het laadapparaat<br />

in plaats van de laadstroom de capaciteit van de accu worden ingesteld. Wordt de bij het desbetreffende accutype<br />

horende, specifieke laad-eindspanning bereikt, dan wordt de laadstroom automatisch gereduceerd, om een<br />

overschrijden van deze laad-eindspanning te voorkomen. Geeft de accufabrikant een kleinere dan de 1C<br />

laadstroom op, dan moet ook de capaciteits-laadstroom overeenkomstig verkleind worden.<br />

Problemen bij foutieve behandeling van de accu’s:<br />

Een groot risico bij het laden van Lithium-Ion-accu’s is het overladen. Dit kan leiden tot gasontwikkeling,<br />

oververhitting en zelfs tot explosie van de cel. Wordt de laad-eindspanning van 4,1 V/cel (LithiumIon) resp. 4,2<br />

V/cel (Lithium-Polymeer) met meer dan 1% overschreden, dan begint de cel met het omzetten van Lithium-Ion<br />

in metalisch Lithium. Dit reageert echter met water uit de elektrolyten heel heftig, wat tot ontploffen van de cel<br />

leidt. Aan de andere kant mag de laad-eindspanning echter ook niet te laag blijven, omdat de LiIon-accucel<br />

anders een duidelijk geringere capaciteit heeft. 0,1V onder de drempel betekent al een capaciteitsverlies van<br />

ongeveer 7%. Diepontlading van Lithium-accu’s heeft een snel verlies van capaciteit tot gevolg. Dit effect is niet<br />

omkeerbaar, zodat men in ieder geval moet vermijden om de cel onder 2,5 V/cel te ontladen.<br />

Let op: het ingestelde accutype, de cel-capaciteit en het aantal cellen moet altijd met de te laden accu<br />

overeenstemmen en mag nooit afwijken – explosiegevaar! Er mogen geen accu’s met geïntegreerde<br />

laadmechanismen worden aangesloten!<br />

Laad uw Lithium-accu’s alleen op een onbrandbare ondergrond!<br />

Lithium laadprogramma<br />

Door lang indrukken van de ENTER-toets (ca. 2 sec.) komt u van de Ni-Cd/Ni-MH laadmodus in het Lithium<br />

laadprogramma en terug.<br />

Eerst moet u met de INC/DEC-toets het Lithium type kiezen, terwijl tussen haakjes de bovenste regel op het<br />

display knippert.<br />

Voor Lithium-Ion accu’s kiest u “Li (Io)”, voor Lithium-polymeer en Mangaan cellen kiest u “Li (Po)”.<br />

Bevestig uw keuze met de ENTER-toets, zodat de onderste regel knippert.<br />

Daarna stelt u de accucapaciteit van de te laden cellen in. Hier kan een instelling van <strong>10</strong>0mAh tot 9900mAh in<br />

stappen van <strong>10</strong>0mAh worden gekozen.<br />

Het laadapparaat berekent hieruit automatisch de 1 C laadstroom.<br />

Nu kan het te laden Lithium-accupack aan het apparaat worden aangesloten. De aanduiding knippert niet meer.<br />

Door indrukken van de ENTER-toets komt u nu in het aantal-cellen menu, waarin u het aantal te laden cellen<br />

moet instellen.


Het laadapparaat berekent zelf uit de spanning het mogelijke aantal cellen. Dit moet u in ieder geval controleren<br />

en eventueel met de INC/DEC-toetsen corrigeren.<br />

Ga in ieder geval na, of deze instelling correct is, omdat anders het accupack kan exploderen!<br />

Wordt het laadproces gestart nu met de ENTER-toets, dan begint de laadstroom langzaam van 0,00 A naar de<br />

ingestelde laadbegrenzing te klimmen.<br />

Het is echter heel goed mogelijk, dat de door u ingestelde laadstroom niet bereikt wordt, want het<br />

laadprogramma bewaakt voortdurend de accuspanning en verhindert zo een opblazen van de accu.<br />

Aan het einde van het laadproces verkleint het apparaat automatisch de laadstroom, zodat het accupack voor<br />

<strong>10</strong>0% vol geladen wordt.<br />

Tijdens het laadproces kunt u door indrukken van de INC/DEC-toetsen de laadtijd en de ingeladen capaciteit<br />

bekijken.<br />

Zodra het laadproces door de Delta-Peak-afschakeling wordt beëindigd, geeft de <strong>Ultramat</strong> <strong>10</strong> gedurende ca. <strong>10</strong><br />

sec. een akoestisch signaal ( dit signaal blijft uit, wanneer de zoemer gedeactiveerd is). Bovendien wordt de<br />

regel “END” als interval getoond. De onderste regel van het display laat de actuele accuspanning zien.<br />

Met de INC/DEC toets kunt u de laadtijd en de ingeladen capaciteit bekijken.<br />

Mocht er een probleem met b.v. een te vroege afschakeling ontstaan, dan moet u de instelling van de<br />

veiligheidstimer controleren, zie bladzijde 11. Een andere oorzaak voor een te vroege afschakeling kan een<br />

verkeerde instelling van de Delta-Peak afschakeling zijn.<br />

Informeert u in dit geval bij uw accufabrikant.<br />

Na het laadproces kunt u de accu van het laadapparaat losmaken. Door indrukken van de MODE-toets komt u<br />

weer terug in het oorspronkelijke laadmenu. Let er op, dat de laadtijd en de geladen capaciteit niet worden<br />

opgeslagen en na indrukken van de MODE-toets worden gewist.<br />

11. speciale functies<br />

De <strong>Ultramat</strong> <strong>10</strong> is voorzien van drie speciale functies, die het laden van 1-<strong>10</strong> NiCd/NiMH en 1-4 LiPo/LiIo<br />

cellen comfortabeler en vooral veiliger maken.<br />

Ten eerste kunt u de Delta-Peak aanspreekspanning bij NiCd/NiMh cellen instellen. Deze belangrijke<br />

instelmogelijkheid maakt het apparaat ook geschikt voor de cellen, die in de toekomst nog op de markt gebracht<br />

gaan worden.<br />

Een tweede veiligheidsvoorziening is de Safe Timer, die bij een juiste instelling het overladen van accu’s kan<br />

voorkomen. Met de Buzzer kunnen de signaalgeluiden geactiveerd of gedeactiveerd worden.<br />

NiCd/NiMH-Delta-Peak (-∆ Peak) aanspreekspanning<br />

De laad-afschakelautomaat (accu-vol-herkenning) werkt volgens het miljoenen maal beproefde Delta-Peakprincipe<br />

(ook bekend als Delta-U- of Delta-V-principe). Dit proces benut het spanningsmaximum van de<br />

laadcurve, dat vrij nauwkeurig aangeeft of de accu maximaal volgeladen is.<br />

Tijdens het laden stijgt de accuspanning eerst continu, bij een volle accu zorgt de temperatuurverhoging ervoor,<br />

dat de accuspanning weer een klein stukje terugloopt (-∆V). Deze teruggang wordt herkend en is het signaal, dat<br />

de accu vol is.<br />

De aanspreekspanning (in mV per cel!) van de afschakelautomaat voor NiCd-accu’s kan worden ingesteld. In de<br />

praktijk zijn spanningen van 3...25 mV/cel bruikbaar. Hogere spanningen leiden vaak tot overladen van de accu,<br />

lagere spanningen leiden vaak tot een te vroeg afschakelen. De voor uw accu gunstigste waarde moet u door<br />

proefladingen uitproberen resp. navragen bij uw accufabrikant.


Safe Timer<br />

In het Safe Time menu komt u door éénmaal de MODE toets in het desbetreffende NiCd/NiMH resp. in het<br />

Lithium basismenu in te drukken.<br />

Wordt er een laadproces gestart, dan start ook automatisch de ingebouwde veiligheidstimer. Deze moet<br />

verhinderen, dat bij een defecte accu of een foutief functioneren van de vol-herkenning de aangesloten accu<br />

totaal overladen wordt.<br />

Stel hier een een tijdswaarde in, die een volledig volladen van de accu mogelijk maakt. In de praktijk is een<br />

waarde van 30% boven de te verwachten laadtijd raadzaam. Voorbeeld: accu 1,8Ah, laadstroom 3,6A laadtijd<br />

=1,8A / 3,6Ah = o,5 uur = 30 min = 30% = veiligheidstimer 40 min.<br />

Buzzer<br />

U komt in het Buzzer menu, door tweemaal de MODE toets in het desbetreffende NiCd/NiMH resp. in het<br />

Lithium basismenu in te drukken.<br />

Dit ondermenu maakt het individuele instellen van de akoestische meldingen mogelijk.<br />

Buzzer: Bij het bedienen van een toets wordt als bevestiging elke keer een signaalgeluid hoorbaar gemaakt. Dit<br />

geluid kan aan- (ON) of uitgezet worden (OFF).<br />

Bij het verschijnen van een aanwijzing, gereed- of foutmelding enz. klinkt tegelijkertijd de ingebouwde zoemer.<br />

12. Display-aanduidingen<br />

laadprogramma laadstroom laadtijd<br />

accuspanning<br />

capaciteit<br />

De tijdens de lading / ontlading belangrijke gegevens worden overzichtelijk op het twee-regelige vloeibarekristallendisplay<br />

weergegeven en zijn zichtbaar tot aan het losmaken van de te laden accu. Wordt de MODEtoets<br />

ingedrukt en een volgende accu geladen, dan kunnen de eerder getoonde waarden niet meer opgeroepen<br />

worden.<br />

13. Controle-aanduidingen op het display<br />

Het laadapparaat is voorzien van een groot aantal beschermings- en bewakingsfuncties ter controle van de<br />

diverse functies en van de electronica. Een overschrijding van bepaalde grenswaarden leidt in sommige gevallen<br />

tot het stopzetten van het laadproces (b.v. bij overspanning, te hoge temperatuur of een leegrakende autoaccu).<br />

Deze oorzaken leiden tot een foutmelding op het display en het klinken van de zoemer.<br />

gereedmelding<br />

Is een laad/ontlaadprogramma afgewerkt, dan verschijnt er op het display afwisselend met de programmaomschrijving<br />

de tekst END. Tegelijkertijd klinkt, afhankelijk van de geprogrammeerde instelling, de<br />

ingebouwde zoemer.<br />

automatische stroombegrenzing<br />

Wordt er van het laadapparaat een hogere laadstroom vereist dan dat het apparaat kan opbrengen, dan verkleint<br />

deze de laadstroom zelfstandig naar de maximaal mogelijke waarde. Ter controle verschijnt er op het display,<br />

afgewisseld door de automatisch gereduceerde stroomwaarde, de tekst *CHG MAX*.<br />

Oorzaken voor een automatisch verkleinen van de laadstroom kunnen zijn:<br />

- Capaciteit van de spanningsomvormer is niet groot genoeg, om de ingestelde laadstroom te kunnen opbrengen.


- Bescherming tegen overbelasting wanneer de lader te warm wordt – reductie als bescherming tegen<br />

overbelasting.<br />

- Spanning van de autoaccu is niet voldoende om de ingestelde laadstroom te kunnen leveren.<br />

De tekst *CHG MAX* verschijnt ook, wanneer de ingestelde laadstroom te hoog voor de aangesloten accu is en<br />

automatisch verkleind wordt.<br />

14. fout- en waarschuwingsmeldingen<br />

Het laadapparaat is voorzien van een groot aantal beschermings- en bewakingsfuncties ter controle van de<br />

diverse functies en van de electronica. Een overschrijding van bepaalde grenswaarden leidt in sommige gevallen<br />

tot een automatische verkleining van instellingen aan het apparaat (b.v. laad- of ontlaadstroom) of tot het<br />

stopzetten van het laadproces (b.v. bij een leegrakende autoaccu).<br />

Wanneer er een fout optreedt, worden de oorzaken hiervoor aangeduid op het display. De meeste foutmeldingen<br />

spreken voor zichzelf. De volgende lijst met meldingen kan echter een hulp zijn bij het opsporen van de fout. De<br />

waarschuwingsmelding en het akoestische waarschuwingssignaal kunnen via de “MODE”-toets uitgezet<br />

worden.<br />

Komt de spanning van de autoaccu onder de <strong>10</strong>,0 V of boven de 18,0 V dan volgt de ze waarschuwing.<br />

Wordt er aan de laad-aansluitingen van het laadapparaat een accu met de polen verkeerd om aangesloten, dan<br />

volgt deze waarschuwing.<br />

Stelt het laadapparaat tijdens de lading/ontlading een onderbreking van de verbinding tussen accu en<br />

laadapparaat vast, dan wordt deze foutmelding getoond.<br />

Treedt deze foutmelding op tijdens het gebruik, dan kan dit wijzen op een breuk in de kabel of slecht contact.<br />

Aanwijzing: deze foutmelding treedt ook op, wanneer u de lading, b.v. door het losmaken van de laadkabel,<br />

onderbreekt.<br />

Is de laad-veiligheidstimer afgelopen, dan wordt voor de veiligheid het lopende proces onderbroken.<br />

De veiligheidstimer is bij NiCd/NiMH accu’s vast ingesteld op 180 minuten. Bij Lithium-accu’s op 180 min., bij<br />

loodaccu’s is de timer gedeactiveerd. Deze instellingen kunnen niet worden veranderd.<br />

Mogelijke oorzaken: laadstroom te gering – accu wordt niet vol, laadkabel te dun en te lang – laadstroom kan<br />

niet ver genoeg stijgen, capaciteit van de accu te groot.<br />

Is de accuspanning tijdens het laadproces te laag of te hoog, dan verschijnt deze foutmelding.<br />

De <strong>Ultramat</strong> <strong>10</strong> onderbreekt het laadproces.<br />

De <strong>Ultramat</strong> <strong>10</strong> is beschermd tegen een kortsluiting aan de laaduitgang.<br />

Na een korte tijd verschijnt deze foutmelding op het display.<br />

Los de kortsluiting op. Met de MODE-toets komt u weer terug in het laadmenu.<br />

15. reiniging en onderhoud<br />

Het laadapparaat werkt onderhoudsvrij en hoeft daarom verder niet geïnspecteerd te worden. Beschermt u het<br />

apparaat echter in uw eigen belang tegen stof, vuil en vocht!<br />

Om het apparaat te reinigen moet u de accu en autoaccu losmaken en de lader slechts met een droge doek (geen<br />

schoonmaakmiddel gebruiken!) licht afnemen.<br />

16. aanwijzingen voor het omgaan met accu’s<br />

• Het laden van losse NiCd- of NiMH-cellen of accu’s met 1...4 cellen is voor de afschakelautomaat een<br />

moeilijke opgave: omdat hier de spannings-peak niet erg duidelijk is, kan een perfecte functie niet


gegarandeerd worden. De automaat kan niet of niet juist werken. Gaat u daarom door meerdere,<br />

gecontroleerde proefladingen na, of er bij de door u toegepaste accu’s een probleemloze afschakeling<br />

plaatsvindt.<br />

• Warme accu’s hebben grotere prestaties dan koude, het is dus normaal dat uw accu’s in de winter minder<br />

goed presteren.<br />

• Overladen en diepontladen leidt tot onherstelbare schade aan de cellen, schaadt de prestaties van de accu<br />

permanent en verkleint de capaciteit.<br />

• Accu’s nooit ongeladen, leeg of gedeeltelijk geladen gedurende langere tijd opslaan.Vóór het bewaren de<br />

accu’s opladen en van tijd tot tijd controleren.<br />

• Bij het kopen van accu’s letten op goede kwaliteit, nieuwe accu’s eerst met slechts kleine stromen opladen<br />

en pas langzamerhand grotere stromen proberen.<br />

• Niet solderen aan de accu’s – de bij het solderen optredende temperaturen beschadigen meestal de<br />

afdichtingen en veiligheidsventielen van de cellen, de accu verliest daardoor electrolyt of droogt uit en gaat<br />

dan slechter presteren.<br />

• Ladingen en ontladingen met hoge stromen verkorten de levensduur van de accu’s. Overschrijdt u daarom<br />

de door de accufabrikant opgestelde limieten niet.<br />

• Overlading schaadt de capaciteit van de accu. Daarom geen hete of al geladen accu’s opnieuw opladen.<br />

• Loodaccu’s kunnen niet met hoge stromen geladen worden. Overschrijdt u daarom nooit de door de<br />

accufabrikant aangegeven laadstromen.<br />

• Accu’s beschermen tegen trillingen en niet blootstellen aan mechanische belastingen.<br />

• Bij het laden en tijdens het gebruik van de accu’s kan knalgas (waterstof) ontstaan, let u daarom op<br />

voldoende ventilatie.<br />

• Accu’s niet in contact brengen met water, explosiegevaar.<br />

• Accu-contacten nooit kortsluiten, explosiegevaar.<br />

• Accu’s niet openen, ze bevatten bijtende stoffen.<br />

• NiCd- of NiMH-accupacks kunnen het best geformeerd worden, door eerst alle cellen apart te ontladen en<br />

daarna het accupack te laden. Het ontladen vindt plaats met het laadapparaat (cel voor cel) of door<br />

“overbruggen” met een <strong>10</strong>0 Ohm weerstand over elke aparte cel van het accupack.<br />

• Het is normaal, dat uw accupacks in de winter minder goed opgeladen worden dan in de zomer. Een koude<br />

cel neemt niet zo makkelijk stroom op als een warme.<br />

• Aanwijzing: opgebruikte accu’s horen bij het Klein Chemisch Afval en mogen niet in de vuilnisbak<br />

terechtkomen. In de detailhandel, waar u de accu’s heeft gekocht, staan accu-recycling-tonnen klaar.De<br />

detailhandel is verplicht om oude accu’s terug te nemen.<br />

17. technische gegevens<br />

accu :<br />

laadstromen / vermogen<br />

NiCd & NiMH-accu’s:<br />

aantal cellen<br />

capaciteit<br />

Lithium-accu’s:<br />

aantal cellen<br />

cellenspanningen<br />

capaciteit<br />

<strong>10</strong>0 mA tot 5,0 A / max. 30 W<br />

1 - <strong>10</strong> cellen<br />

vanaf 0,1 tot 4,0 Ah<br />

1 – 4 cellen<br />

3,6 V (LiIo) resp. 3,7 V (LiPo)<br />

vanaf 0,2 Ah<br />

overige:<br />

bedrijfsspanning-bereik 11,0 tot 15 V<br />

benodigde autoaccu<br />

12 V, min. 24 Ah<br />

benodigde netspanningsvoeding 12-14V, min. 5 A gestabiliseerd 1)<br />

stroomverbruik onbelast ca. <strong>10</strong>0 mA<br />

ondersp. afschakeling ca. <strong>10</strong>,0 V<br />

gewicht ca.<br />

1333 g<br />

afmetingen ca. (B×D×H) 160 × 83 × 80 mm


Alle gegevens hebben betrekking op een autoaccu-spanning van 12,7 V.<br />

De opgegeven waarden zijn richtwaarden, die afhankelijk van de gebruikte accutoestand, temperatuur enz. kunnen afwijken.<br />

1) Het probleemloze gebruik van het laadapparaat aan een voeding is afhankelijk van veel factoren, zoals b.v. bromspanning,<br />

stabiliteit, enz. Gebruikt u alleen de door ons aanbevolen apparaten.<br />

Wij geven op dit produkt een<br />

garantie van 24 maanden<br />

De Fa. Graupner GmbH 7 Co. KG, Henriettenstraße 94-96. 73230 Kircheim / Teck verleent vanaf de datum van<br />

aankoop 24 maanden garantie op dit product.<br />

De garantie geldt alleen voor de al bij aankoop van het product aanwezige materiaal- of functiegebreken. Schade<br />

die door slijtage, overbelasting, foutieve toebehoren of onvakkundige behandeling toegebracht is, is van garantie<br />

uitgesloten.<br />

De wettelijke rechten en aanspraken op garantie door de consument worden door deze garantie niet geschaad.<br />

Controleert u het product vóór een reclamatie of terugzending nauwkeurig op gebreken, omdat wij u een<br />

onkostenvergoeding berekenen, wanneer het product geen mankementen blijkt te vertonen.<br />

service-adressen<br />

garantie-certificaat<br />

ULTRAMAT <strong>10</strong>, Best.-Nr.64<strong>10</strong><br />

datum van aankoop<br />

naam van de koper<br />

straat, woonplaats<br />

firmastempel en handtekening van de verkoper

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!