Jaarverslag 1999

90 Union Minière
■ Leningen van edele metalen
De wijzigingen aan het productieschema, samen met de grootschalige investeringen en het feit dat de leveringscycli korter
zijn dan de productiecycli, hebben geleid tot aanzienlijke metaalleningen sinds 1996.
Door deze leningen kon Union Minière haar verbintenissen inzake fysische levering van edele metalen nakomen. De metalen
worden teruggegeven aan de leners na raffinage van de metalen, aanwezig in de fabriek onder de vorm van grondstoffen en
tussenproducten.
Door het feit dat de beoogde productievolumes in 1999 werden gehaald, heeft Union Minière niet langer een beroep moeten
doen op leasing van edele metalen.
■ Strategische indekking
In 1999 heeft de raad van bestuur besloten de omrekeningskoersen voor haar producten uitgedrukt in US dollar vast te
leggen door termijnverkopen ten bedrage van USD 240 miljoen, d.w.z. de helft van haar jaarpositie.
De indekking gebeurde tegen de gemiddelde koers van BEF 36,5/USD, waarbij de resterende positie naar mate van de
transacties werd verkocht.
De raad van bestuur besloot op 28 oktober 1999 boekjaar 2000 opnieuw in te dekken voor een bedrag van USD 240 miljoen,
wat eveneens overeenkomt met de helft van haar jaarpositie, tegen een gemiddelde koers van BEF 37,66/USD.
Anderzijds heeft de onderneming metalen op termijn verkocht waarvan de contracten slechts na het afsluiten van het
boekjaar ingaan.
Deze verrichtingen hebben betrekking per 31 december 1999 op 15.250 ton zink tegen de gemiddelde prijs
van USD 1.193/ton en 600 kg palladium tegen de gemiddelde prijs van USD 12.323/kg; ze hebben geen invloed gehad
op de resultaten van boekjaar 1999.
■ BTW-toepassing op leveringen «af fabriek»
In sommige gevallen verkoopt Union Minière haar edele metalen «af fabriek».
Ingevolge de wijziging aan de EU-wetgeving inzake BTW, zouden de documenten die vrijstelling van BTW in België
rechtvaardigen op leveringen naar landen binnen de Europese Unie moeten opgemaakt worden door de klanten van UM
of door tussenpersonen die voor rekening van deze klanten handelen. Het is echter de taak van de verkoper om met alle
mogelijke rechtsmiddelen, onder andere met vervoerdocumenten, te bewijzen dat deze leveringen naar landen van de
Europese Unie daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
Wat de verkoop «af fabriek» betreft, zorgt de klant van Union Minière of een latere afnemer voor de bevrachting.
Union Minière beschikt daarom niet automatisch over deze vervoerdocumenten die de levering buiten België bewijzen.
Bij ontstentenis van dergelijke documenten, beschouwt de BTW-administratie dat er BTW in België verschuldigd is op deze
verkopen, zoals dat het geval is voor leveringen in België.
De Belgische fiscale administratie is een onderzoek begonnen naar de wijze waarop Union Minière tussen 1995 en 1998
BTW toepaste op de verkoopoperaties van fijnzilver dat door de aankopers van de Union Minière fabriek in Hoboken naar
Italië vervoerd werd. De BTW die betrekking zou hebben op deze verkoopoperaties zou BEF 983 miljoen bedragen.
De Belgische fiscale administratie schijnt er niet langer aan te twijfelen dat het zilver daadwerkelijk het grondgebied van
België heeft verlaten en in Italië is toegekomen waar het - volgens de inlichtingen waarover Union Minière beschikt - aan
de Italiaanse BTW werd onderworpen. UM is dan ook de mening toegedaan dat er geen BTW in België verschuldigd is
en doet alles wat mogelijk is om de bewijzen voor te leggen die de administratie zullen toelaten het standpunt van
Union Minière bij te treden.