23.06.2012 Views

Jaarverslag 1999

Jaarverslag 1999

Jaarverslag 1999

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

80 Union Minière<br />

7. Verschillen van eerste consolidatie en aanschaffingsverschillen<br />

Wanneer een vennootschap voor de eerste maal geconsolideerd wordt, wordt er een verschil tussen de kostprijs van de<br />

effecten en het aandeel in het eigen vermogen van de vennootschap geconstateerd. Dit verschil wordt meestal verantwoord<br />

door het bestaan van latente meer- en minderwaarden op activa en passiva van de verworven vennootschap of in de<br />

verwachte toekomstige rentabiliteit van de investering.<br />

De voornaamste verschillen in verband met de herraming van activa en passiva worden vanaf 1 januari 1988 bestemd ter<br />

verhoging of verlaging van de betrokken balansposten en volgens de regels die voor die posten gelden, afgeschreven, in<br />

waarde verminderd of opgenomen in het resultaat. Het restverschil van immateriële aard wordt op de geconsolideerde balans<br />

geboekt onder de rubriek "Consolidatieverschillen" en wordt lineair afgeschreven over een periode van maximum 20 jaar.<br />

Deze periode werd vastgelegd in functie van een voorzichtige raming van de economische levensduur van deze immateriële<br />

vaste activa die steunt op een raming van de tijdsduur die nodig is om de betaalde en nog niet aangewende meerprijs terug<br />

te vorderen.<br />

Bijkomende of uitzonderlijke afschrijvingen kunnen vastgesteld worden indien het behoud van de consolidatieverschillen op<br />

de activazijde economisch niet meer verantwoord is.<br />

8. Financiële vaste activa<br />

In de geconsolideerde balans worden de deelnemingen waarop vermogensmutatie is toegepast, gewaardeerd volgens het<br />

aandeel in het eigen vermogen, bepaald volgens de consolidatieregels, in plaats van de boekwaarde in de participerende<br />

vennootschap.<br />

De niet geconsolideerde effecten van deelnemingen vertegenwoordigen duurzame investeringen waardoor een beslissende of<br />

merkbare invloed kan worden uitgeoefend in de vennootschap van uitgifte of met haar zakenrelaties worden aangeknoopt doch<br />

die evenwel niet binnen de consolidatiecriteria vallen. Ze worden geboekt voor hun aanschaffingswaarde, rekening houdend<br />

met de eventueel nog te storten bedragen. Een specifieke waardevermindering wordt geboekt wanneer de ieder jaar gemaakte<br />

evaluatie een blijvende ontwaarding aanwijst.<br />

9. Voorraden<br />

De voorraden worden geraamd tegen de historische kosten, verkregen door toepassing van de waarderingsmethode die het<br />

best is aangepast aan elke bedrijvigheidsaard binnen de Groep.<br />

De verbruiks- en hulpgoederen worden geboekt tegen hun aankoopprijs, waarbij de afnemingen gebeuren tegen de gewogen<br />

gemiddelde prijs. Bij langzame omloop of buitengebruikstelling wordt een geschikte waardevermindering toegepast.<br />

De metalen - grondstoffen, goederen in bewerking en gereed product - die het voorwerp zijn van een dekking, onder meer<br />

op de internationale metaalbeurzen, blijven tegen aankoopprijs gewaardeerd. Dit geldt onder andere voor de edele metalen<br />

en koper.<br />

De andere metalen, evenals zink, die niet onder dat regime vallen, worden gewaardeerd volgens de LIFO-methode op jaarbasis,<br />

rekening houdend met de specifieke aard van de bedrijvigheid en de moeilijkheden eigen aan de afneming van de voorraden.<br />

Op het einde van het boekjaar wordt de waarde van deze voorraden verminderd om de inventariswaarde terug te brengen<br />

tot de marktwaarde; deze verminderingen worden later niet teruggenomen.<br />

Voorraden met betrekking tot de andere activiteiten worden gewaardeerd door toepassing van de eerst in-laatst uit methode<br />

(FIFO) of, bij ontstentenis, van de methode van de gewogen gemiddelde kosten, berekend over een periode die niet langer is<br />

dan de gemiddelde opslagduur.<br />

De afnemingen gebeuren volgens elke methode.<br />

De kostprijs van de gekochte producten omvat de netto-aanschaffingskosten en de bijkomende kosten. Voor gereed<br />

product en goederen in bewerking wordt in de kostprijs, met de directe kosten, een aandeel indirecte productiekosten<br />

meegerekend.<br />

10. Bestellingen in uitvoering<br />

De kostprijs van de langlopende contracten wordt op dezelfde wijze bepaald als de goederen in bewerking; bovendien kunnen<br />

er de rechtstreeks gemaakte financiële kosten voor hun financiering inbegrepen zijn.<br />

De langlopende contracten worden gewaardeerd volgens de methode van de «winst bij vordering van de werken».<br />

11. Vorderingen en Schulden<br />

De vorderingen en schulden worden tegen hun nominale waarde geboekt. Als ze in vreemde valuta zijn opgesteld, worden ze<br />

voor hun tegenwaarde in Belgische frank tegen de koers van de dag van aanschaffing geboekt. Op het einde van het<br />

boekjaar worden ze gewaardeerd tegen de laatste wisselkoers van het boekjaar. Wat de vorderingen betreft zijn de regels<br />

van waardevermindering vergelijkbaar met die voor de effecten.<br />

12. Geldbeleggingen<br />

Onder deze rubriek worden de vorderingen in termijnrekeningen op kredietinstellingen en aangeschafte effecten volgens de<br />

marktopportuniteiten of een tijdelijke wederbelegging van overtollige liquide middelen geboekt.<br />

Ze worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde of de beurswaarde voor genoteerde effecten en tegen de geraamde<br />

waarde voor niet genoteerde effecten, indien deze laatste waarde lager is dan eerstgenoemde.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!