26.03.2014 Views

Verordening hondenbelasting - Gemeente Krimpen aan den IJssel

Verordening hondenbelasting - Gemeente Krimpen aan den IJssel

Verordening hondenbelasting - Gemeente Krimpen aan den IJssel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Veror<strong>den</strong>ing</strong> op de heffing en de invordering van <strong>hon<strong>den</strong>belasting</strong><br />

2014<br />

De raad van de gemeente <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong>;<br />

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;<br />

gelet op artikel 226 van de <strong>Gemeente</strong>wet;<br />

b e s l u i t :<br />

vast te stellen de:<br />

<strong>Veror<strong>den</strong>ing</strong> op de heffing en de invordering van <strong>hon<strong>den</strong>belasting</strong> 2014.<br />

Artikel 1 Belastbaar feit<br />

Onder de naam <strong>hon<strong>den</strong>belasting</strong> wordt een directe belasting geheven ter zake van het hou<strong>den</strong><br />

van een hond binnen de gemeente.<br />

Artikel 2 Belastingplicht<br />

1. Belastingplichtig is de houder van een hond.<br />

2. Als houder wordt <strong>aan</strong>gemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich<br />

heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.<br />

3. Het hou<strong>den</strong> van een hond door een lid van het huishou<strong>den</strong> wordt <strong>aan</strong>gemerkt als het<br />

hou<strong>den</strong> van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de<br />

<strong>Gemeente</strong>wet bedoelde gemeenteambtenaar <strong>aan</strong> te wijzen lid van dat huishou<strong>den</strong>.<br />

Artikel 3 Vrijstellingen<br />

De belasting wordt niet geheven ter zake van hon<strong>den</strong>:<br />

a. die zijn opgeleid tot en dienen als blin<strong>den</strong>geleidehond en in hoofdzaak als zodanig door<br />

een blind persoon wor<strong>den</strong> gehou<strong>den</strong>;<br />

b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door<br />

een gehandicapt persoon wor<strong>den</strong> gehou<strong>den</strong>;<br />

c. die als onderdeel van hun training tot blin<strong>den</strong>geleidehond, zoals onder sub a genoemd, of<br />

tot gehandicaptenhond, zoals onder sub b genoemd, tijdelijk in een huishou<strong>den</strong> verblijven;<br />

d. die verblijven in een hon<strong>den</strong>asiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Hon<strong>den</strong>- en<br />

Kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5,<br />

tweede lid, van genoemd besluit;<br />

e. die uitsluitend ten verkoop in voorraad wor<strong>den</strong> gehou<strong>den</strong> in een bedrijfsinrichting als<br />

bedoeld in artikel 1, onder b, van het Hon<strong>den</strong>- en Kattenbesluit 1999, welke inrichting is<br />

opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;<br />

f. die jonger zijn dan acht weken;<br />

g. waarvan de houder in het bezit is van een geldig diploma der Koninklijke Nederlandse<br />

Politiehon<strong>den</strong> Vereniging en die op <strong>aan</strong>vraag ter beschikking van de politie kunnen<br />

wor<strong>den</strong> gesteld;<br />

h. waarvan de houder minder dan vier weken per kalenderjaar in de gemeente verblijf houdt<br />

en dat <strong>aan</strong>nemelijk maakt.


Artikel 4 Maatstaf van heffing<br />

De belasting wordt geheven naar het <strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong> dat wordt gehou<strong>den</strong>.<br />

Artikel 5 Belastingtarief<br />

1. De belasting bedraagt per belastingjaar:<br />

a. voor een eerste hond € 82,11;<br />

b. voor iedere hond boven het <strong>aan</strong>tal van één € 164,22.<br />

2. In afwijking in zoverre van de voorg<strong>aan</strong>de le<strong>den</strong> bedraagt de belasting ongeacht het<br />

<strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong> maximaal € 410,55 per belastingjaar.<br />

Artikel 6 Belastingjaar<br />

Het belastingjaar is gelijk <strong>aan</strong> het kalenderjaar.<br />

Artikel 7 Kwijtschelding<br />

Bij de invordering van <strong>hon<strong>den</strong>belasting</strong> wordt kwijtschelding verleend voor de eerste hond.<br />

Artikel 8 Wijze van heffing<br />

De belasting wordt bij wege van <strong>aan</strong>slag geheven.<br />

Artikel 8a Gecontinueerde belastingplicht<br />

Ten <strong>aan</strong>zien van de belastingplichtige, <strong>aan</strong> wie over het vorige belastingjaar een <strong>aan</strong>slag werd<br />

opgelegd, wordt de belasting in beginsel geheven naar hetzelfde <strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong> als waarnaar<br />

de <strong>aan</strong>slag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij blijkt dat het <strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong><br />

waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft onderg<strong>aan</strong> of zijn belastingplicht vóór de<br />

<strong>aan</strong>vang van het belastingjaar is geëindigd.<br />

Artikel 8b Aangiftetermijn<br />

Voor de toepassing van deze veror<strong>den</strong>ing wordt voor de in artikel 9, eerste en derde lid, van de<br />

Algemene wet inzake rijksbelastingen genoemde termijn, een termijn van vier weken in de<br />

plaats gesteld.<br />

Artikel 9 Ontst<strong>aan</strong> van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang<br />

1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de<br />

<strong>aan</strong>vang van de belastingplicht.<br />

2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar <strong>aan</strong>vangt, dan wel het <strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong> in<br />

de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere<br />

belasting ter zake het toegenomen <strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong>, verschuldigd voor zoveel<br />

driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als<br />

er in dat jaar na <strong>aan</strong>vang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het<br />

<strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong>, nog dagen overblijven.<br />

Aanslagen die een bedrag van € 5,00 niet te boven g<strong>aan</strong>, wor<strong>den</strong> niet opgelegd.<br />

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het <strong>aan</strong>tal<br />

hon<strong>den</strong> in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat <strong>aan</strong>spraak op ontheffing<br />

voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde<br />

belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de<br />

vermindering van het <strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong>, nog dagen overblijven.<br />

4. De ontheffing als bedoeld in lid 3 vindt niet plaats indien het <strong>aan</strong>tal hon<strong>den</strong> in de loop<br />

van het belastingjaar afneemt en er na die afname nog drie of meer hon<strong>den</strong> resteren.


5. De ontheffing als bedoeld in lid 3 dient schriftelijk, onder overlegging van een<br />

bewijsstuk, te wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong>gevraagd binnen twee m<strong>aan</strong><strong>den</strong> na het tijdstip dat de<br />

<strong>aan</strong>spraak op ontheffing als bedoeld in lid 3 ontstaat.<br />

6. De ontheffing als bedoeld in lid 3 wordt niet uitbetaald in het geval deze minder dan<br />

€ 5,00 bedraagt.<br />

Artikel 10 Termijnen van betaling<br />

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de<br />

<strong>aan</strong>slagen wor<strong>den</strong> betaald in één termijn, welke vervalt op de 28e dag na de<br />

dagtekening van het <strong>aan</strong>slagbiljet.<br />

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde<br />

termijn.<br />

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders<br />

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de<br />

heffing en de invordering van de <strong>hon<strong>den</strong>belasting</strong>.<br />

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel<br />

1. De "<strong>Veror<strong>den</strong>ing</strong> <strong>hon<strong>den</strong>belasting</strong> 2013" van 13 december 2012, wordt ingetrokken met<br />

ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien<br />

verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de in het derde<br />

lid genoemde datum hebben voorged<strong>aan</strong>.<br />

2. Deze veror<strong>den</strong>ing treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de<br />

bekendmaking.<br />

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.<br />

4. Deze veror<strong>den</strong>ing kan wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong>gehaald als "<strong>Veror<strong>den</strong>ing</strong> <strong>hon<strong>den</strong>belasting</strong> 2014".<br />

Aldus besloten door de raad van de gemeente <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> <strong>IJssel</strong> in zijn openbare<br />

vergadering van 19 december 2013.<br />

De griffier,<br />

De voorzitter,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!