26.03.2014 Views

Bezwarencommissie personeel en functiewaardering - Gemeente ...

Bezwarencommissie personeel en functiewaardering - Gemeente ...

Bezwarencommissie personeel en functiewaardering - Gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Bezwar<strong>en</strong>commissie</strong> <strong>personeel</strong> <strong>en</strong> <strong>functiewaardering</strong><br />

Artikel 1 Begripsbepaling<strong>en</strong><br />

In dit reglem<strong>en</strong>t wordt verstaan onder:<br />

a. commissie:<br />

<strong>Bezwar<strong>en</strong>commissie</strong> <strong>functiewaardering</strong> <strong>en</strong> de ad hoc <strong>Bezwar<strong>en</strong>commissie</strong> <strong>personeel</strong>;<br />

b. verwer<strong>en</strong>d orgaan:<br />

bestuursorgaan dat het bestred<strong>en</strong> besluit heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>;<br />

c. Awb:<br />

Wet van 4 juni 1992, houd<strong>en</strong>de algem<strong>en</strong>e regels van bestuursrecht (Algem<strong>en</strong>e wet bestuursrecht).<br />

Artikel 2 Inleid<strong>en</strong>de bepaling commissie<br />

Er is e<strong>en</strong> commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> van burgemeester <strong>en</strong><br />

wethouders met betrekking tot personele aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>.<br />

Artikel 3 Sam<strong>en</strong>stelling commissie <strong>en</strong> secretariaat<br />

De bepaling<strong>en</strong> van de Regeling <strong>functiewaardering</strong> 2010 over de sam<strong>en</strong>stelling van de commissie <strong>en</strong> het<br />

secretariaat zijn van overe<strong>en</strong>komstige toepassing.<br />

Artikel 4 Ingedi<strong>en</strong>d bezwaarschrift<br />

Lid 1<br />

Op het ingedi<strong>en</strong>de bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetek<strong>en</strong>d.<br />

Lid 2<br />

Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukk<strong>en</strong> wordt zo spoedig mogelijk in hand<strong>en</strong> van de commissie<br />

gesteld.<br />

Artikel 5 Uitoef<strong>en</strong>ing bevoegdhed<strong>en</strong><br />

De bevoegdhed<strong>en</strong> ingevolge de hierna g<strong>en</strong>oemde artikel<strong>en</strong> van de Awb word<strong>en</strong> voor de toepassing van deze<br />

verord<strong>en</strong>ing uitgeoef<strong>en</strong>d door de voorzitter van de commissie:<br />

a. artikel 2:1, tweede lid;<br />

b. artikel 6:6, wat betreft het de indi<strong>en</strong>er stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> termijn;<br />

c. artikel 6:17, voor zover het de verz<strong>en</strong>ding van stukk<strong>en</strong> betreft tijd<strong>en</strong>s de behandeling door de commissie;<br />

d. artikel 7:6, vierde lid.<br />

Artikel 6 Vooronderzoek<br />

Lid 1<br />

De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gew<strong>en</strong>ste inlichting<strong>en</strong> in te winn<strong>en</strong> of te lat<strong>en</strong><br />

inwinn<strong>en</strong>.<br />

Lid 2<br />

De voorzitter kan uit eig<strong>en</strong> beweging of op verlang<strong>en</strong> van de commissie bij deskundig<strong>en</strong> advies of inlichting<strong>en</strong><br />

inwinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> zo nodig uitnodig<strong>en</strong> daartoe op de hoorzitting te verschijn<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> daaraan kost<strong>en</strong> zijn<br />

verbond<strong>en</strong>, is vooraf machtiging van het college vereist.<br />

Artikel 7 Hoorzitting<br />

Lid 1<br />

De voorzitter van de commissie bepaalt plaats <strong>en</strong> tijdstip van de zitting waarin de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> het


verwer<strong>en</strong>d orgaan in de geleg<strong>en</strong>heid word<strong>en</strong> gesteld zich door de commissie te lat<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>.<br />

Lid 2<br />

De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.<br />

Lid 3<br />

Indi<strong>en</strong> de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zi<strong>en</strong> van het hor<strong>en</strong>, doet hij daarvan mededeling<br />

aan de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwer<strong>en</strong>d orgaan.<br />

Artikel 8 Uitnodiging zitting<br />

Lid 1<br />

De voorzitter nodigt de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwer<strong>en</strong>d orgaan t<strong>en</strong> minste twee wek<strong>en</strong> voor de zitting<br />

schriftelijk uit.<br />

Lid 2<br />

Binn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> na de uitnodiging kunn<strong>en</strong> de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of het verwer<strong>en</strong>d orgaan onder opgaaf van<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> de voorzitter verzoek<strong>en</strong> het tijdstip van de zitting te wijzig<strong>en</strong>.<br />

Lid 3<br />

De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de<br />

belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwer<strong>en</strong>d orgaan meegedeeld.<br />

Lid 4<br />

De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandighed<strong>en</strong> af te wijk<strong>en</strong> of afwijking toe te staan van de termijn<strong>en</strong><br />

die g<strong>en</strong>oemd zijn in het eerste tot <strong>en</strong> met het derde lid.<br />

Artikel 9 Quorum<br />

Voor het houd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal led<strong>en</strong>, onder wie in elk geval de<br />

voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.<br />

Artikel 10 Niet- deelneming aan de behandeling<br />

De voorzitter <strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van de commissie nem<strong>en</strong> niet deel aan de behandeling van e<strong>en</strong> bezwaarschrift indi<strong>en</strong><br />

daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.<br />

Artikel 11 Zitting niet op<strong>en</strong>baar<br />

Lid 1<br />

De zitting van de commissie is niet op<strong>en</strong>baar.<br />

Lid 2<br />

De led<strong>en</strong> van de commissie, alsmede de secretaris, de deskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> informant<strong>en</strong> die door de commissie zijn<br />

gehoord, zijn verplicht tot geheimhouding van hetge<strong>en</strong> h<strong>en</strong> uit de stukk<strong>en</strong> of beraadslaging<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d is<br />

geword<strong>en</strong>.<br />

Artikel 12 Schriftelijke verslaglegging<br />

Lid 1<br />

Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de nam<strong>en</strong> van de aanwezig<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun hoedanigheid.<br />

Lid 2<br />

Het verslag houdt e<strong>en</strong> zakelijke vermelding in van wat over <strong>en</strong> weer is gezegd <strong>en</strong> wat ter zitting is


voorgevall<strong>en</strong>.<br />

Lid 3<br />

Indi<strong>en</strong> de zitting geheel of gedeeltelijk met geslot<strong>en</strong> deur<strong>en</strong> plaatsvond, of indi<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>,<br />

respectievelijk hun gemachtigd<strong>en</strong> niet in elkaars teg<strong>en</strong>woordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan<br />

melding.<br />

Lid 4<br />

Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheid<strong>en</strong>, die aan het verslag kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehecht.<br />

Lid 5<br />

Het verslag wordt ondertek<strong>en</strong>d door de voorzitter <strong>en</strong> de secretaris van de commissie.<br />

Artikel 13 Nader onderzoek<br />

Lid 1<br />

Indi<strong>en</strong> na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek w<strong>en</strong>selijk blijkt te<br />

zijn, kan de voorzitter uit eig<strong>en</strong> beweging of op verlang<strong>en</strong> van de andere commissieled<strong>en</strong> dit onderzoek<br />

houd<strong>en</strong>.<br />

Lid 2<br />

De uit het nader onderzoek verkreg<strong>en</strong> informatie wordt in afschrift aan de led<strong>en</strong> van de commissie, het<br />

verwer<strong>en</strong>d orgaan <strong>en</strong> de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> toegezond<strong>en</strong>.<br />

Lid 3<br />

De led<strong>en</strong> van de commissie, het verwer<strong>en</strong>d orgaan <strong>en</strong> de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> week na<br />

verz<strong>en</strong>ding van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie e<strong>en</strong> verzoek richt<strong>en</strong> tot het belegg<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.<br />

Lid 4<br />

Op e<strong>en</strong> nieuwe hoorzitting zijn de bepaling<strong>en</strong> in dit reglem<strong>en</strong>t die betrekking hebb<strong>en</strong> op de hoorzitting, zo veel<br />

mogelijk van overe<strong>en</strong>komstige toepassing.<br />

Artikel 14 Raadkamer <strong>en</strong> advies<br />

Lid 1<br />

De commissie beraadslaagt <strong>en</strong> beslist achter geslot<strong>en</strong> deur<strong>en</strong> over het door haar uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> advies.<br />

Lid 2<br />

a. De commissie beslist bij meerderheid van stemm<strong>en</strong> over het uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> advies.<br />

b. Indi<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> stemming de stemm<strong>en</strong> stak<strong>en</strong> dan beslist de stem van de voorzitter.<br />

c. Van e<strong>en</strong> minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indi<strong>en</strong> die minderheid dat verlangt.<br />

Lid 3<br />

Het advies is gemotiveerd <strong>en</strong> omvat e<strong>en</strong> voorstel voor de te nem<strong>en</strong> beslissing op het bezwaarschrift.<br />

Lid 4<br />

Het advies wordt door de voorzitter <strong>en</strong> de secretaris van de commissie ondertek<strong>en</strong>d.<br />

Artikel 15 Uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> advies <strong>en</strong> verdaging<br />

Lid 1<br />

Het advies wordt, onder medez<strong>en</strong>ding van het verslag als bedoeld in artikel 12 <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel door de commissie


ontvang<strong>en</strong> nadere informatie <strong>en</strong> nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het<br />

bezwaarschrift di<strong>en</strong>t te besliss<strong>en</strong>.<br />

Lid 2<br />

Indi<strong>en</strong> naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 wek<strong>en</strong>, als bedoeld in artikel<br />

7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereik<strong>en</strong>d is voor achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s het uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> advies <strong>en</strong> het<br />

nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beslissing, verzoekt hij het verwer<strong>en</strong>d orgaan tijdig de beslissing te verdag<strong>en</strong>.<br />

Lid 3<br />

Van e<strong>en</strong> besluit tot verdaging ontvang<strong>en</strong> de commissie <strong>en</strong> de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afschrift.<br />

Artikel 16 Inwerkingtreding<br />

Dit reglem<strong>en</strong>t treedt in werking met ingang van 23 februari 2010.<br />

Artikel 17 Citeertitel<br />

Dit reglem<strong>en</strong>t kan word<strong>en</strong> aangehaald als:<br />

Reglem<strong>en</strong>t <strong>Bezwar<strong>en</strong>commissie</strong> <strong>personeel</strong> <strong>en</strong> <strong>functiewaardering</strong> 2010.


Toelichting<br />

Artikel 1<br />

In dit artikel zijn slechts die begripsbepaling<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die niet in de Awb voorkom<strong>en</strong>.<br />

Artikel 2<br />

In dit artikel wordt de keuze vastgelegd voor het hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviser<strong>en</strong> ter zake van ingedi<strong>en</strong>de bezwaarschrift<strong>en</strong><br />

door e<strong>en</strong> commissie. Daarmee wordt de bestaande praktijk op dit punt gecontinueerd.<br />

Artikel 1:5 van de Awb definieert het mak<strong>en</strong> van bezwaar als het vrag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> besluit<br />

bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De bezwar<strong>en</strong>procedure is door de Awb voor het gehele<br />

bestuurlijke optred<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> van toepassing verklaard.<br />

Artikel 3<br />

De Regeling <strong>functiewaardering</strong> 2010 geeft de rechtsgrond aan van de <strong>Bezwar<strong>en</strong>commissie</strong> <strong>personeel</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>functiewaardering</strong>. De voorzitter <strong>en</strong> led<strong>en</strong> van de commissie zijn onafhankelijk.<br />

Artikel 7:13 van de Awb schrijft e<strong>en</strong> onafhankelijke voorzitter van e<strong>en</strong> adviescommissie voor. Daarmee is<br />

beoogd de objectiviteit <strong>en</strong> deskundigheid van de commissie e<strong>en</strong> extra impuls te gev<strong>en</strong>. Gelet op dit oogmerk<br />

ligt het voor de hand naar e<strong>en</strong> kandidaat uit te zi<strong>en</strong>, die <strong>en</strong>ige distantie tot het geme<strong>en</strong>telijk bestuur heeft,<br />

alsmede vanuit zijn professie in bijzondere mate bekwaam moet word<strong>en</strong> geoordeeld voor het leid<strong>en</strong> van het<br />

commissiewerk.<br />

Artikel 4<br />

In de Awb wordt uitgebreid aandacht geschonk<strong>en</strong> aan de wijze waarop e<strong>en</strong> bezwaarschrift ingedi<strong>en</strong>d moet<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de ontvankelijkheidsvrag<strong>en</strong>. Hieronder wordt beknopt aangegev<strong>en</strong> welke<br />

onderwerp<strong>en</strong> in de Awb aan de orde kom<strong>en</strong>:<br />

a. Vereist<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> aan het bezwaarschrift (artikel 6:5 Awb).<br />

b. De indi<strong>en</strong>ingstermijn (artikel 6:7 tot <strong>en</strong> met 6:12 Awb):<br />

1. De indi<strong>en</strong>ingstermijn bedraagt zes wek<strong>en</strong> (artikel 6:7 Awb).<br />

2. De indi<strong>en</strong>ingstermijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de<br />

voorgeschrev<strong>en</strong> wijze bek<strong>en</strong>d is gemaakt (artikel 6:8 Awb).<br />

3. De ontvangsttheorie (artikel 6:9, eerste lid Awb) of e<strong>en</strong> combinatie van de verz<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

ontvangsttheorie is van toepassing (artikel 6:9, tweede lid Awb).<br />

4. Regeling voor de ontvankelijkheid van te vroeg of te laat ingedi<strong>en</strong>de bezwaarschrift<strong>en</strong> (artikel 6:10 <strong>en</strong><br />

6:11 Awb).<br />

5. Bezwaar dat gericht is teg<strong>en</strong> het niet-tijdig nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> besluit, is niet aan e<strong>en</strong> termijn gebond<strong>en</strong><br />

(artikel 6: 12 Awb).<br />

6. De procedure na ontvangst van e<strong>en</strong> bezwaarschrift (artikel 6:14 Awb tot <strong>en</strong> met 6:15 Awb):<br />

a. Schriftelijk bevestig<strong>en</strong> van de ontvangst door het orgaan waarbij het bezwaarschrift is ingedi<strong>en</strong>d.<br />

Hierbij kan word<strong>en</strong> vermeld dat e<strong>en</strong> commissie over het bezwaar zal adviser<strong>en</strong>. Dit kan ook in<br />

e<strong>en</strong> later stadium (artikel Awb 6:14).<br />

b. Doorz<strong>en</strong>dplicht (artikel 6:15 Awb).<br />

Over de ontvangstbevestiging wordt nog opgemerkt dat naast verz<strong>en</strong>ding per post ook uitreiking van e<strong>en</strong><br />

ontvangstbewijs in aanmerking komt. Het ontvangstbewijs kan sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> met de mededeling aan de indi<strong>en</strong>er<br />

dat hij in de geleg<strong>en</strong>heid wordt gesteld te word<strong>en</strong> gehoord, mits de mededeling spoedig na de ontvangst van<br />

het bezwaarschrift kan word<strong>en</strong> gedaan.<br />

Het verdi<strong>en</strong>t aanbeveling om bij gr<strong>en</strong>sgevall<strong>en</strong> naast aantek<strong>en</strong>ing van de datum van ontvangst op het<br />

bezwaarschrift, de <strong>en</strong>velop waarin het is verzond<strong>en</strong> te bewar<strong>en</strong>. Dit is gezi<strong>en</strong> het belang van de datum van de<br />

poststempel <strong>en</strong> ter voorkoming van onnodige geschill<strong>en</strong> over de ontvankelijkheid (zie artikel 6:9 Awb). E<strong>en</strong> per<br />

fax verzond<strong>en</strong> bezwaarschrift di<strong>en</strong>t vóór 24.00 uur van de laatste dag van de termijn te zijn ingedi<strong>en</strong>d. Op<br />

grond van jurisprud<strong>en</strong>tie moet het fax<strong>en</strong> zijn aangevang<strong>en</strong> vóór 24.00 uur. Het risico van storing<strong>en</strong> in zowel de<br />

z<strong>en</strong>d<strong>en</strong>de als de ontvang<strong>en</strong>de faxapparatuur is voor de verz<strong>en</strong>der (ABRS 16 mei 2000, AB 00/325). E<strong>en</strong><br />

bezwaarschrift verz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> per e-mail is (nog) niet mogelijk. Er is e<strong>en</strong> voorontwerp van wet om de Awb te


wijzig<strong>en</strong> opdat e-mailverkeer mogelijk wordt (Wet elektronisch bestuurlijk verkeer). Wordt e<strong>en</strong> bezwaarschrift<br />

per e-mail ingedi<strong>en</strong>d, dan di<strong>en</strong>t u de verz<strong>en</strong>der op de hoogte te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van het feit dat dit wettelijk nog niet<br />

mogelijk is <strong>en</strong> de verz<strong>en</strong>der te verzoek<strong>en</strong> het bezwaarschrift alsnog op de voorgeschrev<strong>en</strong> wijze te verstur<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> per email ingedi<strong>en</strong>d bezwaarschrift kan niet automatisch nietontvankelijk word<strong>en</strong> verklaard.<br />

Het aantek<strong>en</strong><strong>en</strong> van de datum van ontvangst wordt in artikel 6:15 van de Awb uitdrukkelijk voorgeschrev<strong>en</strong><br />

indi<strong>en</strong> het bezwaarschrift wordt ingedi<strong>en</strong>d bij e<strong>en</strong> onbevoegd bestuursorgaan of e<strong>en</strong> onbevoegde<br />

administratieve rechter. Dit heeft betek<strong>en</strong>is voor de vraag of het geschrift tijdig bij de bevoegde instantie is<br />

ingedi<strong>en</strong>d. Ingevolge het derde lid van artikel 6:15 van de Awb di<strong>en</strong>t namelijk de bevoegde instantie het<br />

doorgezond<strong>en</strong> geschrift als tijdig ingedi<strong>en</strong>d te beschouw<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de indi<strong>en</strong>ing bij de onbevoegde instantie tijdig<br />

is geschied, t<strong>en</strong>zij belanghebb<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nelijk misbruik heeft gemaakt van zijn procesrecht (derde lid, zoals<br />

gewijzigd bij de Eerste evaluatiewet Awb, in werking getred<strong>en</strong> op 1 april 2002). Hiervan is bijvoorbeeld sprake<br />

als belanghebb<strong>en</strong>de bij herhaling will<strong>en</strong>s <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bezwaarschrift bij het verkeerde bestuursorgaan<br />

indi<strong>en</strong>t. Wanneer het derde lid ge<strong>en</strong> toepassing vindt, is de ontvangst bij het bevoegd orgaan besliss<strong>en</strong>d. Er zal<br />

dan meestal sprake zijn van verwijtbaar handel<strong>en</strong> van de indi<strong>en</strong>er die daarvoor zelf het risico loopt. In beginsel<br />

moet doorz<strong>en</strong>ding binn<strong>en</strong> twee wek<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Gebeurt dit niet, dan komt dit niet voor risico van<br />

belanghebb<strong>en</strong>de.<br />

Met dit artikel wordt de daadwerkelijke behandeling van e<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d bezwaarschrift door de commissie<br />

gestart. In verband met de voor de afhandeling geld<strong>en</strong>de termijn verdi<strong>en</strong>t het aanbeveling aan het hier<br />

gestelde (zo spoedig mogelijk) ook daadwerkelijk te voldo<strong>en</strong>.<br />

De in artikel 7:13, tweede lid van de Awb, bepaalde melding dat e<strong>en</strong> commissie over het bezwaar zal<br />

adviser<strong>en</strong>, is van belang omdat hierdoor de beslistermijn van zes wek<strong>en</strong> wordt verl<strong>en</strong>gd tot 10 wek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

verdagingsmogelijkheid van vier wek<strong>en</strong> (artikel 7:10 Awb).<br />

Wellicht t<strong>en</strong> overvloede wordt hier opgemerkt dat het aanbeveling verdi<strong>en</strong>t indi<strong>en</strong>ers al in e<strong>en</strong> zo vroeg<br />

mogelijk stadium op de hoogte te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de te volg<strong>en</strong> procedure.<br />

Artikel 5<br />

Door instelling van de adviescommissie is de voorbereiding van besluitvorming op bezwaarschrift<strong>en</strong> aan de<br />

bestuursorgan<strong>en</strong> onttrokk<strong>en</strong>. Dat br<strong>en</strong>gt met zich mee dat e<strong>en</strong> aantal wettelijke bevoegdhed<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot die voorbereiding, welke de Awb in beginsel bij het bestuursorgaan legt, moet word<strong>en</strong> gedelegeerd aan de<br />

commissie. In de verord<strong>en</strong>ing wordt er om red<strong>en</strong><strong>en</strong> van effici<strong>en</strong>cy voor gekoz<strong>en</strong> deze rechtstreeks bij de<br />

voorzitter van de commissie neer te legg<strong>en</strong>.<br />

Ingevolge artikel 7:13 van de Awb beslist de commissie over onder andere de toepassing van artikel 7:4, zesde<br />

lid <strong>en</strong> 7:5, tweede lid. Dit uitdrukkelijke voorschrift maakt het niet mogelijk dat deze bevoegdheid door de<br />

voorzitter (of e<strong>en</strong> ander lid) van de commissie wordt uitgeoef<strong>en</strong>d. De hiervoor aangehaalde bepaling<strong>en</strong> zijn in<br />

dit artikel dan ook niet g<strong>en</strong>oemd.<br />

De in dit artikel aangehaalde artikel<strong>en</strong> of artikelled<strong>en</strong> van de Awb luid<strong>en</strong> als volgt.<br />

Artikel 2:1, tweede lid Awb<br />

E<strong>en</strong> bestuursorgaan kan van e<strong>en</strong> gemachtigde e<strong>en</strong> schriftelijke machtiging verlang<strong>en</strong>.<br />

Toelichting:<br />

Deze bepaling is facultatief geformuleerd: de voorzitter is dan ook vrij al dan niet van deze bevoegdheid<br />

gebruik te mak<strong>en</strong>.<br />

Artikel 6:6 Awb<br />

Indi<strong>en</strong> niet is voldaan aan artikel 6:5 Awb of aan <strong>en</strong>ig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling<br />

nem<strong>en</strong> van het bezwaar of beroep, kan dit niet-ontvankelijk word<strong>en</strong> verklaard, mits de indi<strong>en</strong>er de geleg<strong>en</strong>heid<br />

heeft gehad het verzuim te herstell<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hem daartoe gestelde termijn.<br />

Toelichting:<br />

De termijn waarbinn<strong>en</strong> het verzuim di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> hersteld, wordt vastgesteld door de voorzitter.<br />

Er is van afgezi<strong>en</strong> in het reglem<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> vaste termijn daarvoor op te nem<strong>en</strong> omdat het niet goed mogelijk is in<br />

algem<strong>en</strong>e zin voor alle gevall<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong> hoe lang deze ter mijn zou moet<strong>en</strong> zijn. Uitgangspunt is wel dat<br />

er sprake moet zijn van e<strong>en</strong> redelijke termijn (in de meeste gevall<strong>en</strong> kan met e<strong>en</strong> termijn van twee wek<strong>en</strong> na<br />

het einde van de bezwaartermijn word<strong>en</strong> volstaan).<br />

Enerzijds moet de indi<strong>en</strong>er e<strong>en</strong> reële mogelijkheid word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> het geconstateerde verzuim te herstell<strong>en</strong>;


anderzijds moet het niet zo zijn dat door e<strong>en</strong> langere termijn de procedure wordt vertraagd.<br />

E<strong>en</strong> zorgvuldige formulering van de brief waarin gewez<strong>en</strong> wordt op het verzuim <strong>en</strong> waarin de termijn wordt<br />

gesteld waarbinn<strong>en</strong> het verzuim moet word<strong>en</strong> hersteld, is noodzakelijk. Er zal duidelijk aangegev<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> welke consequ<strong>en</strong>tie verbond<strong>en</strong> is aan het niet-voldo<strong>en</strong> aan deze verplichting. Dit volgt ook uit de<br />

facultatieve wijze waarop artikel 6:6 Awb is geformuleerd voor het gevolg van het in verzuim zijn: het<br />

bezwaarschrift 'kan' nietontvankelijk word<strong>en</strong> verklaard. De uiteindelijke beslissing ligt dus bij het<br />

bestuursorgaan.<br />

Overig<strong>en</strong>s zal niet zonder meer geconcludeerd mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat er in zo'n situatie sprake is van e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk<br />

niet-ontvankelijk bezwaarschrift waardoor - ingevolge artikel 7:3 Awb van het hor<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> afgezi<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> slotte wordt hier gewez<strong>en</strong> op artikel 7:10 van de Awb waarin voorschrift<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor de termijn<br />

waarbinn<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d bezwaarschrift di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> beslist.<br />

De beslistermijn wordt namelijk opgeschort met ingang van de dag waarop de indi<strong>en</strong>er is verzocht e<strong>en</strong> verzuim<br />

als bedoeld in artikel 6:6 van de Awb te herstell<strong>en</strong>, tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor<br />

gestelde termijn ongebruikt is verstrek<strong>en</strong>.<br />

Artikel 6:17 Awb<br />

Indi<strong>en</strong> iemand zich laat verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>, z<strong>en</strong>dt het orgaan dat bevoegd is op het bezwaar te besliss<strong>en</strong>, de op<br />

de zaak betrekking hebb<strong>en</strong>de stukk<strong>en</strong> in elk geval aan de gemachtigde.<br />

Toelichting:<br />

Deze bepaling spreekt voor zich. Voor zover het de behandeling door de commissie betreft, ligt deze taak bij de<br />

voorzitter.<br />

In de bezwaarfase is het niet nodig om de stukk<strong>en</strong> die geproduceerd zijn in de fase tuss<strong>en</strong> de aanvraag <strong>en</strong> het<br />

primaire besluit ook aan de verteg<strong>en</strong>woordigers van de belanghebb<strong>en</strong>de toe te z<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (CRvB 24 juni 1997, JB<br />

1997/196).<br />

Artikel 7:6, vierde lid Awb<br />

Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de, toepassing van het derde lid<br />

achterwege lat<strong>en</strong>, voor zover geheimhouding om gewichtige red<strong>en</strong><strong>en</strong> is gebod<strong>en</strong>.<br />

Het derde lid van dit artikel luidt:<br />

Wanneer belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van h<strong>en</strong> op de hoogte gesteld van het<br />

verhandelde tijd<strong>en</strong>s het hor<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> zijn aanwezigheid.<br />

Artikel 6<br />

Het spreekt voor zich dat de voorzitter van de commissie er zorg voor di<strong>en</strong>t te drag<strong>en</strong> dat al het noodzakelijke<br />

wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift g<strong>en</strong>oegzaam voor te bereid<strong>en</strong>. Dat geldt zowel intern<br />

bij de geme<strong>en</strong>te - hij krijgt de bevoegdheid alle gew<strong>en</strong>ste inlichting<strong>en</strong> in te winn<strong>en</strong> - als extern. Zo moet het<br />

mogelijk zijn om met de klager in contact te tred<strong>en</strong> om nadere informatie in te winn<strong>en</strong> of bijvoorbeeld hem bij<br />

k<strong>en</strong>nelijke nietontvankelijkheid in overweging te gev<strong>en</strong> het bezwaarschrift in te trekk<strong>en</strong>.<br />

De activiteit<strong>en</strong> van de commissie of haar voorzitter bij de voorbereiding van de te behandel<strong>en</strong> zak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

kost<strong>en</strong> meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Daarbij vall<strong>en</strong> gewone <strong>en</strong> bijzondere kost<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>.<br />

Bij gewone kost<strong>en</strong> valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan bijvoorbeeld de vergoeding<strong>en</strong> voor de led<strong>en</strong>. Het inschakel<strong>en</strong> van externe<br />

deskundig<strong>en</strong> zal bijzondere kost<strong>en</strong> meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Deze kost<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> t<strong>en</strong> laste van de geme<strong>en</strong>tebegroting.<br />

Normaal gesprok<strong>en</strong> is er in de begroting voorzi<strong>en</strong> in de normale kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> commissie. Dat kan anders<br />

ligg<strong>en</strong> als het om bijzondere kost<strong>en</strong> gaat.<br />

Aangezi<strong>en</strong> het college belast is met de uitvoering van de begroting, ligt het voor de hand dat bijzondere kost<strong>en</strong><br />

niet gemaakt word<strong>en</strong> voordat dat college de geleg<strong>en</strong>heid heeft gehad dit te toets<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> begrotingspost.<br />

Om deze red<strong>en</strong> is in deze bepaling voor de kost<strong>en</strong> voor getuig<strong>en</strong> of deskundig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> machtiging vooraf<br />

geïntroduceerd. Uiteraard mag het niet zo zijn dat het college door zo'n toetsing het werk van de commissie<br />

frustreert <strong>en</strong> haar onafhankelijke positie daardoor aantast.<br />

In dit verband verdi<strong>en</strong>t ook artikel 3:7 van de Awb aandacht. Daarin is bepaald dat het bestuursorgaan<br />

waaraan advies wordt uitgebracht, al dan niet op verzoek, de gegev<strong>en</strong>s ter beschikking stelt aan de adviseur<br />

die nodig zijn voor e<strong>en</strong> goede vervulling van di<strong>en</strong>s taak.<br />

Uit de hier gebezigde formulering volgt dat het ter beoordeling van het bestuursorgaan blijft welke gegev<strong>en</strong>s


dat zull<strong>en</strong> zijn. Uit de aard van het advies van de commissie vloeit ev<strong>en</strong>wel voort dat dit alle op de zaak<br />

betrekking hebb<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s zull<strong>en</strong> zijn. De commissie zal immers ge<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong> oordeel kunn<strong>en</strong><br />

uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> achtergehoud<strong>en</strong>.<br />

Artikel 7<br />

Artikel 7:3 van de Awb geeft aan in welke gevall<strong>en</strong> van het hor<strong>en</strong> van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> afgezi<strong>en</strong>.<br />

Voor e<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d bezwaarschrift is dat indi<strong>en</strong>:<br />

a. het bezwaarschrift k<strong>en</strong>nelijk niet-ontvankelijk is;<br />

b. het bezwaar k<strong>en</strong>nelijk ongegrond is;<br />

c. de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> verklaard hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gebruik te will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van het recht te word<strong>en</strong> gehoord, of<br />

d. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> daardoor niet in hun<br />

belang<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschaad.<br />

Het ligt voor de hand dat indi<strong>en</strong> het verwer<strong>en</strong>d orgaan aan het bezwaar van appellant volledig tegemoet d<strong>en</strong>kt<br />

te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, het daarover met de voorzitter van de commissie contact opneemt. In dit verband wordt ook<br />

gewez<strong>en</strong> op artikel 6:18 <strong>en</strong> 6:19 Awb. In artikel 6:18 Awb gaat het over het tijd<strong>en</strong>s het aanhangig zijn van<br />

bezwaar intrekk<strong>en</strong> of wijzig<strong>en</strong> van het bestred<strong>en</strong> besluit. In artikel 6:19 Awb wordt bepaald dat indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bestuursorgaan zo'n intrekkings- of wijzigingsbesluit heeft g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, het bezwaar geacht wordt mede gericht te<br />

zijn teg<strong>en</strong> het nieuwe besluit t<strong>en</strong>zij dat besluit geheel tegemoetkomt aan het bezwaar.<br />

De bevoegdheid om van het hor<strong>en</strong> af te zi<strong>en</strong> wordt door de verord<strong>en</strong>ing toegek<strong>en</strong>d aan de voorzitter van de<br />

commissie. Deze beslissing is dus niet aan het bestuursorgaan dat het bezwaarschrift heeft ontvang<strong>en</strong>. Dat zou<br />

overig<strong>en</strong>s ook niet mogelijk zijn, gelet op artikel 7:13, vierde lid Awb, waarin onder andere is bepaald dat de<br />

commissie, voor zover bij wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, beslist over de toepassing van artikel 7:3<br />

Awb.<br />

Het bepaalde in het derde lid spreekt voor zich. Daarnaast zal in het uiteindelijk uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> advies hier<br />

nogmaals op teruggekom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dat is noodzakelijk omdat ingevolge artikel 7:12 Awb bij de<br />

beslissing op e<strong>en</strong> bezwaarschrift, indi<strong>en</strong> van het hor<strong>en</strong> is afgezi<strong>en</strong>, aangegev<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> op welke grond<br />

dat is geschied.<br />

Artikel 8<br />

Ingevolge het eerste lid van deze bepaling wordt ook het verwer<strong>en</strong>d orgaan uitg<strong>en</strong>odigd voor de zitting. Het is<br />

van groot belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>. Daarmee kan word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong><br />

dat er, vanwege de inbr<strong>en</strong>g van bezwaarmaker, e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig beeld ontstaat. Voorts is het voor e<strong>en</strong> externe<br />

commissie van groot belang om van bestuurlijke zijde te vernem<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> beslissing tot stand is gekom<strong>en</strong>.<br />

Anders kan het voor de commissie moeilijk word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede afweging te mak<strong>en</strong>.<br />

Het verdi<strong>en</strong>t aanbeveling e<strong>en</strong> termijn vast te stell<strong>en</strong> die ligt tuss<strong>en</strong> de oproeping <strong>en</strong> de zitting zelf. In het<br />

algeme<strong>en</strong> moet gedacht word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> zodanige termijn dat de bezwaarde <strong>en</strong> de overige belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de geleg<strong>en</strong>heid krijg<strong>en</strong> om zich behoorlijk op de zitting voor te bereid<strong>en</strong>. Bezwaard<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

geatt<strong>en</strong>deerd word<strong>en</strong> op de mogelijkheid om hun verweer op schrift te stell<strong>en</strong>. Deze pleitnotitie zal bij het<br />

verslag word<strong>en</strong> gevoegd.<br />

Gekoz<strong>en</strong> is voor e<strong>en</strong> termijn van twee wek<strong>en</strong>, mede in verband met de termijn van 10 wek<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong>,<br />

behoud<strong>en</strong>s verdaging, op het bezwaar moet zijn beslist (zie artikel 7:10 Awb) <strong>en</strong> het bepaalde in artikel 7:4<br />

Awb (zie hierna).<br />

Voorts is e<strong>en</strong> regeling opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over het desgevraagd wijzig<strong>en</strong> van het tijdstip van de zitting. Uitstel hoeft<br />

overig<strong>en</strong>s niet altijd te word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d. Betrokk<strong>en</strong>e di<strong>en</strong>t wel tijdig uitsluitsel over zijn verzoek om uitstel te<br />

krijg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verzoek om uitstel moet niet automatisch gehonoreerd word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gemotiveerd verzoek om<br />

uitstel kan ingewilligd word<strong>en</strong>, maar di<strong>en</strong>t dan wel te word<strong>en</strong> beperkt tot e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malig uitstel omdat anders de<br />

afwikkeling van het bezwaarschrift e<strong>en</strong> te grote vertraging kan ondervind<strong>en</strong>.<br />

De toelichting op dit artikel van deze verord<strong>en</strong>ing is ook de plaats om te wijz<strong>en</strong> op het bepaalde in artikel 7:4<br />

<strong>en</strong> 7:8 van de Awb. Het verdi<strong>en</strong>t aanbeveling om van de inhoud van deze artikel<strong>en</strong> bij de uitnodiging van de<br />

hoorzitting mededeling te do<strong>en</strong>.<br />

Omdat de inhoud van deze artikel<strong>en</strong> voor zich spreekt, is ermee volstaan de tekst ervan hier integraal op te<br />

nem<strong>en</strong>.


Artikel 7:4 Awb<br />

1. Tot 10 dag<strong>en</strong> voor het hor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> nadere stukk<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

2. Het bestuursorgaan/beroepsorgaan legt het bezwaarschrift/beroepschrift <strong>en</strong> alle verder op de zaak<br />

betrekking hebb<strong>en</strong>de stukk<strong>en</strong>, voorafgaand aan het hor<strong>en</strong>, gedur<strong>en</strong>de t<strong>en</strong> minste één week voor<br />

belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ter inzage. .<br />

3. Bij de oproeping voor het hor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op het eerste lid <strong>en</strong> wordt vermeld<br />

waar <strong>en</strong> wanneer de stukk<strong>en</strong> ter inzage zull<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>.<br />

4. Belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> van deze stukk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> vergoeding van t<strong>en</strong> hoogste de kost<strong>en</strong> afschrift<strong>en</strong><br />

verkrijg<strong>en</strong>.<br />

5. Voor zover de belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> daarmee instemm<strong>en</strong>, kan toepassing van het tweede lid achterwege<br />

word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>.<br />

6. Het bestuursorgaan/beroepsorgaan kan, al dan niet op verzoek van e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de, toepassing van<br />

het tweede lid voorts achterwege lat<strong>en</strong>, voor zover geheimhouding om gewichtige red<strong>en</strong><strong>en</strong> is gebod<strong>en</strong>.<br />

Van de toepassing van deze bepaling wordt mededeling gedaan.<br />

7. Gewichtige red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn in elk geval niet aanwezig, voor zover ingevolge de Wet op<strong>en</strong>baarheid van<br />

bestuur de verplichting bestaat e<strong>en</strong> verzoek om informatie, vervat in deze stukk<strong>en</strong>, in te willig<strong>en</strong>.<br />

8. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gewichtige red<strong>en</strong> is geleg<strong>en</strong> in de vrees voor schade aan de lichamelijke of geestelijke<br />

gezondheid van e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de, kan inzage van de desbetreff<strong>en</strong>de stukk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong><br />

aan e<strong>en</strong> gemachtigde die hetzij advocaat, hetzij arts is.<br />

Volg<strong>en</strong>s de parlem<strong>en</strong>taire geschied<strong>en</strong>is zal voor het aannem<strong>en</strong> van geheimhoudingsred<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere grond<br />

aanwezig moet<strong>en</strong> zijn dan de in de WOB opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> weigeringsgrond<strong>en</strong> (zie ook: Rb. D<strong>en</strong> Haag, 19 februari<br />

1996, Awb katern 1996, 43).<br />

In de bezwaarschriftprocedure is aangaande inzage in <strong>en</strong> geheimhouding van stukk<strong>en</strong> niet de WOB, maar<br />

artikel 7:4 Awb van toepassing (Rb. Alkmaar, 20 oktober 1997, Belastingblad 1998, 7).<br />

Artikel 7:8 Awb<br />

1. Op verzoek van de belanghebb<strong>en</strong>de kunn<strong>en</strong> door hem meegebrachte getuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> deskundig<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gehoord.<br />

2. De kost<strong>en</strong> van getuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> deskundig<strong>en</strong> zijn voor rek<strong>en</strong>ing van de belanghebb<strong>en</strong>de die h<strong>en</strong> heeft<br />

meegebracht. Het aanwezig zijn van partij<strong>en</strong> bij het hor<strong>en</strong> van getuig<strong>en</strong> in de bezwaarschriftprocedure is<br />

e<strong>en</strong> beginsel van goede procesorde (JG 2000/122).<br />

Artikel 9<br />

Het artikel behoeft ge<strong>en</strong> toelichting.<br />

Er is ge<strong>en</strong> wettelijk bezwaar teg<strong>en</strong> het hor<strong>en</strong> in het kader van de bezwaarprocedure door de voorzitter <strong>en</strong> één<br />

lid van de adviescommissie, terwijl advisering door de voltallige commissie heeft plaatsgevond<strong>en</strong> (ABRS 2<br />

maart 2000, GS 2000/ 7119, 3).<br />

Artikel 10<br />

In artikel 2:4 van de Awb is de vervulling van e<strong>en</strong> overheidstaak zonder vooring<strong>en</strong>om<strong>en</strong>heid als algeme<strong>en</strong><br />

beginsel geformuleerd. Omdat dit artikel primair ziet op bestuursorgan<strong>en</strong> <strong>en</strong> op onder haar<br />

verantwoordelijkheid functioner<strong>en</strong>de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, is in deze verord<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s vanzelfsprek<strong>en</strong>de -<br />

aanvulling nodig voor de led<strong>en</strong> van de commissie.<br />

Het niet deelnem<strong>en</strong> aan de behandeling behelst het gehele voorbereidingstraject: vanaf de hoorzitting tot aan<br />

de adviesformulering.<br />

Artikel 11<br />

De Regeling <strong>functiewaardering</strong> 2010 schrijft in artikel 19 voor dat de zitting van de commissie niet op<strong>en</strong>baar is.<br />

Artikel 12<br />

Artikel 7:7 de Awb vereist zeer kort <strong>en</strong> bondig dat van het hor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verslag wordt gemaakt. De wijze waarop<br />

<strong>en</strong> de inhoudelijk vereist<strong>en</strong> aan het verslag word<strong>en</strong> niet door de Awb geregeld.<br />

Uit het verslag duidelijk moet<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> wie nam<strong>en</strong>s welke partij aanwezig was <strong>en</strong> wat door h<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> is


gebracht.<br />

Gezi<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van de hoorzitting in het kader van de besluitvorming in de bezwaarschriftfase, ligt het<br />

voor de hand (hoewel niet voorgeschrev<strong>en</strong> in de Awb) dat het verslag van de zitting uiterlijk gelijktijdig met de<br />

beslissing op het bezwaar aan belanghebb<strong>en</strong>de wordt toegezond<strong>en</strong>.<br />

Het verslag speelt ook e<strong>en</strong> rol in de raadkamer <strong>en</strong> bij het advies. Als e<strong>en</strong> lid afwezig is geweest bij het hor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de stemm<strong>en</strong> stak<strong>en</strong> in de adviescommissie, hoeft bij de hernieuwde behandeling in de commissie niet opnieuw<br />

gehoord te word<strong>en</strong> (CRvB, 2 april 1996, AB 1997/23).<br />

Artikel 13<br />

E<strong>en</strong> nader onderzoek kan feit<strong>en</strong> of omstandighed<strong>en</strong> aan het licht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die op het mom<strong>en</strong>t van de zitting nog<br />

niet bek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. Dit kan aanleiding zijn om belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwer<strong>en</strong>d orgaan opnieuw te hor<strong>en</strong>.<br />

De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoek<strong>en</strong> daartoe e<strong>en</strong> nieuwe zitting te<br />

houd<strong>en</strong>. In artikel 7:9 Awb wordt bepaald dat indi<strong>en</strong> het in het hier bedoelde geval feit<strong>en</strong> of omstandighed<strong>en</strong><br />

betreft die voor de op bezwaar te nem<strong>en</strong> beslissing van aanmerkelijk belang kunn<strong>en</strong> zijn, dit aan<br />

belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> wordt meegedeeld <strong>en</strong> dat zij opnieuw in de geleg<strong>en</strong>heid word<strong>en</strong> gesteld te word<strong>en</strong> gehoord<br />

(rechtsbeginsel hoor <strong>en</strong> wederhoor).<br />

Is de nieuwe informatie niet van aanmerkelijk belang dan kan er voor gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om de<br />

belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid te stell<strong>en</strong> schriftelijk te reager<strong>en</strong>. Na de hoorzitting gehoud<strong>en</strong><br />

telefoongesprekk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als nader onderzoek (Nationale ombudsman 9 juli 2001, AB<br />

2001/263). E<strong>en</strong> zorgvuldige procedure houdt ook in dat het bestuursorgaan zich niet rechtstreeks tot de<br />

adviescommissie kan w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zonder dat de andere belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de geleg<strong>en</strong>heid word<strong>en</strong> gesteld om<br />

hun standpunt di<strong>en</strong>aangaande k<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong> (Rb. Rotterdam, 10 november 1999, JB, 1999/311).<br />

Artikel 14<br />

De beraadslaging vindt achter geslot<strong>en</strong> deur<strong>en</strong> plaats.<br />

Het tweede lid, onder b, is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor die gevall<strong>en</strong> waarin het vergaderquorum wel aanwezig is, maar de<br />

commissie door afwezigheid van e<strong>en</strong> of meer led<strong>en</strong> dan wel hun plaatsvervangers tijd<strong>en</strong>s de besluitvorming uit<br />

e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> aantal person<strong>en</strong> bestaat.<br />

Het hor<strong>en</strong> kan plaatsvind<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> niet-voltallige commissie; de advisering di<strong>en</strong>t plaats te vind<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

commissie die voldoet aan de eis<strong>en</strong> van artikel 7:13, eerste lid, onder a van de Awb. Hoe het advies tot stand<br />

komt, is niet voorgeschrev<strong>en</strong>. Schriftelijke consultatie is mogelijk (CRvB 21 oktober 1999, AB 2000/42 <strong>en</strong> Rb.<br />

Haarlem 5 januari 2001, ongepubliceerd, zaaknummer Awb 00/8620 <strong>en</strong> 00/8621).<br />

Advisering door de voorzitter <strong>en</strong> één lid van de hoorcommissie is in strijd met artikel 7:13, eerste lid, onder a<br />

van de Awb (Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak 19-10-98, JB 1998/257). Uit het derde lid van dit<br />

artikel (mogelijkheid voor de commissie om het hor<strong>en</strong> op te drag<strong>en</strong> aan de voorzitter of e<strong>en</strong> lid dat ge<strong>en</strong> deel<br />

uitmaakt van <strong>en</strong> niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan) volgt niet dat de gehele<br />

advisering kan word<strong>en</strong> opgedrag<strong>en</strong> aan de voorzitter <strong>en</strong> één lid.<br />

E<strong>en</strong> adviescommissie mag alle<strong>en</strong> adviser<strong>en</strong>: ze kan ge<strong>en</strong> (gedelegeerde) beslisbevoegdheid krijg<strong>en</strong>, (Raad van<br />

State, Afdeling bestuursrechtspraak 06-01-1997).<br />

Artikel 15<br />

Volg<strong>en</strong>s artikel 7:13, zesde lid Awb maakt in de bezwaarschriftprocedure het verslag van de hoorzitting deel uit<br />

van het advies van de commissie <strong>en</strong> wordt het schriftelijk uitgebracht.<br />

De beslistermijn bedraagt ingevolge artikel 7:10 van de Awb 10 wek<strong>en</strong>, behoud<strong>en</strong>s in het geval van opschorting<br />

of met gebruikmaking van de mogelijkheid van verdaging. De onderhavige bepaling verlangt van de voorzitter<br />

van de commissie dat indi<strong>en</strong> hij voorziet dat de termijn als hiervoor bedoeld niet wordt gehaald, hij tijdig het<br />

bestuursorgaan verzoekt de beslissing op het bezwaar te verdag<strong>en</strong>.<br />

Het besluit tot verdaging is e<strong>en</strong> beschikking. Ingevolge artikel 7:14 Awb zijn artikel 3:41 tot <strong>en</strong> met 3:45 Awb,<br />

die de wijze van bek<strong>en</strong>dmaking <strong>en</strong> mededeling van besluit<strong>en</strong> regel<strong>en</strong>, in dit geval niet van toepassing. Artikel<br />

3:40 Awb is wel van toepassing. Dit artikel bepaalt dat e<strong>en</strong> besluit niet in werking treedt voordat het<br />

bek<strong>en</strong>dgemaakt is. Het ligt voor de hand in verband hiermee ook belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afschrift van het<br />

verdagingsbesluit toe te z<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!