26.03.2014 Views

Verordening beheer begraafplaatsen - Gemeente Krimpen aan den ...

Verordening beheer begraafplaatsen - Gemeente Krimpen aan den ...

Verordening beheer begraafplaatsen - Gemeente Krimpen aan den ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tekstuitgave van de <strong>beheer</strong>veror<strong>den</strong>ing <strong>begraafplaatsen</strong> <strong>Krimpen</strong><br />

<strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel 2003<br />

De raad van de gemeente <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel;<br />

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2003;<br />

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de <strong>Gemeente</strong>wet;<br />

vast te stellen de volgende veror<strong>den</strong>ing:<br />

b e s l u i t :<br />

“VERORDENING OP HET GEBRUIK EN BEHEER VAN DE GEMEENTELIJKE BE-<br />

GRAAFPLAATSEN 2003”<br />

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN<br />

Artikel 1 Begripsomschrijvingen<br />

Deze veror<strong>den</strong>ing verstaat onder:<br />

Begraafplaatsen : de <strong>aan</strong> de Tiendweg gelegen algemene begraafplaats<br />

Waalhoven en de <strong>aan</strong> de IJsseldijk nabij de Omloop gelegen<br />

algemene begraafplaats;<br />

Eigen graf : een graf waarvoor <strong>aan</strong> een natuurlijk of rechtspersoon<br />

het uitsluitend recht is verleend tot:<br />

- het doen begraven en begraven hou<strong>den</strong> van lijken;<br />

- doen bijzetten en bijgezet hou<strong>den</strong> van asbussen met<br />

of zonder urnen;<br />

- het doen verstrooien van één asbus of urn;<br />

Algemeen graf : een graf bij de gemeente in <strong>beheer</strong> waarin <strong>aan</strong> een ieder<br />

gelegenheid wordt gebo<strong>den</strong> tot het doen begraven van<br />

lijken;


- 2 -<br />

Eigen urnenkelder : een ruimte waarvoor <strong>aan</strong> een natuurlijk of rechtspersoon<br />

het uitsluitend recht is verleend tot<br />

-het doen bijzetten en bijgezet hou<strong>den</strong> van asbussen<br />

met of zonder urnen;<br />

Algemene urnenkelder : een ruimte bij de gemeente in <strong>beheer</strong> waarin een<br />

ieder gelegenheid wordt gebo<strong>den</strong> tot het doen bijzetten<br />

van asbussen met of zonder urnen;<br />

Eigen asverstrooiingsgraf : een graf waarvoor <strong>aan</strong> een natuurlijk of rechtspersoon<br />

het uitsluitend recht is verleend tot:<br />

- het op of in het graf doen verstrooien van as;<br />

- Het doen bijzetten en bijgezet hou<strong>den</strong> van één<br />

asbus met of zonder urn;<br />

Algemeen asverstrooiingsgraf<br />

: een graf bij de gemeente in <strong>beheer</strong> waarop of<br />

waarin een ieder gelegenheid wordt gebo<strong>den</strong> tot<br />

het doen verstrooien van as;<br />

Bezorgen van as: : onder bezorging van as wordt verst<strong>aan</strong>:<br />

- Het doen begraven van een asbus of urn in<br />

een graf<br />

- Het doen begraven respectievelijk bijzetten van<br />

een asbus of urn in een urnenkelder<br />

- Het doen verstrooien van as op of in een asverstrooiingsgraf;<br />

Asverstrooiing : onder asverstrooiing wordt verst<strong>aan</strong>:<br />

- Het in een asverstrooiingsgraf uitstrooien van<br />

as;<br />

- Het op een afgeschraapt gedeelte van een asverstrooiingsgraf<br />

uitstrooiien van de as en<br />

weer toedekken van de as;<br />

Asbus : een bus ter berging van as van een overle<strong>den</strong>e;<br />

Urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;<br />

Grafbedekking : Ge<strong>den</strong>kteken en/of winterharde, vaste grafbeplanting<br />

op een graf;<br />

Beheerder : het hoofd van de Dienst Openbare Werken of degene<br />

die hem vervangt;<br />

Rechthebbende : de rechthebbende op een eigen graf;


College : het college van burgemeester en wethouders.


- 3 -<br />

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf<br />

1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze veror<strong>den</strong>ing bepaalde<br />

wordt, voor zover van toepassing en voor zover van belang onder "eigen<br />

graf" mede verst<strong>aan</strong>: eigen urnenkelder en eigen asverstrooiingsgraf.<br />

2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze veror<strong>den</strong>ing bepaalde<br />

wordt, voor zover van toepassing en voor zover van belang onder “algemeen<br />

graf” mede verst<strong>aan</strong>: algemene urnenkelder en algemeen asverstrooiingsgraf.<br />

Hoofdstuk 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS<br />

Artikel 3 Openstelling <strong>begraafplaatsen</strong><br />

1. De <strong>begraafplaatsen</strong> zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de<br />

door het college bij nadere regels vast te stellen tij<strong>den</strong>. Zij maken deze tij<strong>den</strong><br />

openbaar bekend.<br />

2. Ter handhaving van de orde en rust op de <strong>begraafplaatsen</strong> kunnen de toegangen<br />

tijdelijk wor<strong>den</strong> gesloten.<br />

3. Het is verbo<strong>den</strong> gedurende de tijd dat de <strong>begraafplaatsen</strong> niet voor het publiek<br />

geopend zijn, zich daarop te bevin<strong>den</strong>, anders dan voor het bijwonen<br />

van een begrafenis of de bezorging van as.<br />

Artikel 4 Ordemaatregelen<br />

1. Het is <strong>aan</strong> steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen<br />

verbo<strong>den</strong>, anders dan met toestemming van het college, werkzaamhe<strong>den</strong><br />

voor der<strong>den</strong> <strong>aan</strong> grafbedekkingen op de <strong>begraafplaatsen</strong> te verrichten. Deze<br />

toestemming kan mondeling wor<strong>den</strong> gegeven.<br />

2. Het is verbo<strong>den</strong> met motorrijtuigen op de <strong>begraafplaatsen</strong> te rij<strong>den</strong>:<br />

a. elders dan op de daartoe <strong>aan</strong>gewezen rijwegen anders dan voor een<br />

begrafenis of voor het vervoeren van materialen;<br />

b. sneller dan 10 km per uur;<br />

3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de <strong>aan</strong>hef<br />

en onder a van lid 2.<br />

4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamhe<strong>den</strong><br />

op de <strong>begraafplaatsen</strong> hebben te verrichten, zijn verplicht zich<br />

in het belang van de orde, rust en netheid te hou<strong>den</strong> <strong>aan</strong> de <strong>aan</strong>wijzingen<br />

van de <strong>beheer</strong>der.<br />

5. Degenen die zich niet <strong>aan</strong> de in het vierde lid bedoelde <strong>aan</strong>wijzing hou<strong>den</strong>,<br />

moeten zich op eerste <strong>aan</strong>zegging van de <strong>beheer</strong>der van de begraafplaats<br />

verwijderen.


- 4 -<br />

Artikel 5<br />

1. Do<strong>den</strong>her<strong>den</strong>kingen, onthullingen van ge<strong>den</strong>ktekens en dergelijke plechtighe<strong>den</strong><br />

op de <strong>begraafplaatsen</strong> moeten vijf dagen tevoren wor<strong>den</strong> gemeld<br />

<strong>aan</strong> de <strong>beheer</strong>der onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en<br />

de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvin<strong>den</strong>.<br />

2. De deelnemers <strong>aan</strong> de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in<br />

het belang van de orde, rust en netheid hou<strong>den</strong> <strong>aan</strong> de <strong>aan</strong>wijzingen van<br />

de <strong>beheer</strong>der.<br />

Artikel 6 Opgravingen en ruimen<br />

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegest<strong>aan</strong> indien<br />

daarbij geen andere personen <strong>aan</strong>wezig zijn dan degenen die met deze werkzaamhe<strong>den</strong><br />

of het toezicht daarop, zijn belast.<br />

Artikel 7 Ordeverstoringen<br />

Het is verbo<strong>den</strong> op de <strong>begraafplaatsen</strong>:<br />

a. nodeloos rumoer te maken, dan wel zich daarop op andere wijze onbetamelijk<br />

te gedragen;<br />

b. huisdieren mee te nemen;<br />

c. verwelkte bloemen, onkruid en dergelijke anders dan in de daarvoor bestemde<br />

containers te deponeren;<br />

d. tegen de wil van de nabest<strong>aan</strong>de(n) van de overle<strong>den</strong>e de desbetreffende<br />

begrafenisplechtigheid c.q. het desbetreffende graf te fotograferen en/of te<br />

filmen.<br />

Artikel 8 Verbod gebruik geluidsinstallatie<br />

1. Het is verbo<strong>den</strong> op de <strong>begraafplaatsen</strong> een geluidsinstallatie te gebruiken,<br />

anders dan in de daarvoor bestemde ruimte.<br />

2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod<br />

ontheffing verlenen. Deze ontheffing kan mondeling verleend wor<strong>den</strong>.<br />

Artikel 9 Verbod van handel en reclame<br />

Het is verbo<strong>den</strong> op de <strong>begraafplaatsen</strong> bloemen of andere waren te koop <strong>aan</strong> te<br />

bie<strong>den</strong> of <strong>aan</strong>biedingen te doen met betrekking tot grafbedekkingen, dan wel op<br />

enigerlei wijze reclame te maken voor handel of bedrijf.


- 5 -<br />

Hoofdstuk 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING<br />

Artikel 10 Kennisgeving begraven en asbezorging<br />

1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien,<br />

geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafg<strong>aan</strong>de<br />

<strong>aan</strong> die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing, mondeling of<br />

schriftelijk kennis <strong>aan</strong> de <strong>beheer</strong>der. De zaterdag geldt voor de toepassing<br />

van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming<br />

heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlij<strong>den</strong> te begraven moet<br />

de kennisgeving <strong>aan</strong> de <strong>beheer</strong>der zo tijdig mogelijk wor<strong>den</strong> ged<strong>aan</strong>.<br />

2. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van<br />

een duurzaam i<strong>den</strong>titeitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten<br />

overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.<br />

3. Het sluiten van een graf, het bijzetten van een urn of asbus in een urnenkelder,<br />

het verstrooien van as op of in een asverstrooiingsgraf alsmede het<br />

bedienen van hulpmiddelen mag uitsluitend geschie<strong>den</strong> door het personeel<br />

van de begraafplaats of de <strong>beheer</strong>der. Nabest<strong>aan</strong><strong>den</strong> kunnen deze werkzaamhe<strong>den</strong><br />

onder toezicht van het personeel van de begraafplaats of de<br />

<strong>beheer</strong>der geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij dit tijdig <strong>aan</strong> de<br />

<strong>beheer</strong>der hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamhe<strong>den</strong> de<br />

<strong>aan</strong>wijzingen van de <strong>beheer</strong>der op te volgen.<br />

Artikel 11 Gebouwen en muziekinstallatie<br />

1. Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie<br />

moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafg<strong>aan</strong>de <strong>aan</strong> de<br />

dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal wor<strong>den</strong> gemaakt, wor<strong>den</strong><br />

<strong>aan</strong>gevraagd bij de <strong>beheer</strong>der.<br />

2. De ruimten en de muziekinstallatie st<strong>aan</strong> voor iedere plechtigheid gedurende<br />

een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de <strong>aan</strong>vrager.<br />

Artikel 12 Over te leggen stukken<br />

1. Begraving mag slechts geschie<strong>den</strong> indien van tevoren het verlof tot begraven<br />

is overgelegd <strong>aan</strong> de <strong>beheer</strong>der.<br />

2. Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvin<strong>den</strong><br />

dient een machtiging daartoe <strong>aan</strong> de <strong>beheer</strong>der te wor<strong>den</strong> overgelegd<br />

ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overle<strong>den</strong>, door degene<br />

die in de uitvaart voorziet.


- 6 -<br />

3. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen<br />

de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvin<strong>den</strong> onder<br />

gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode<br />

dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is <strong>aan</strong> de wettelijke<br />

minimum grafrust termijn. De verlenging dient te wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong>gevraagd<br />

door de rechthebbende of, indien deze is overle<strong>den</strong>, door een van de andere<br />

personen, genoemd in artikel 18, tweede lid.<br />

4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe<br />

afgerond op gehele jaren.<br />

5. De <strong>beheer</strong>der onderzoekt de genoegzaamheid van de in het eerste en het<br />

tweede lid van dit artikel over te leggen stukken.<br />

Artikel 13 Tij<strong>den</strong> van begraving en asbezorging<br />

1. De <strong>begraafplaatsen</strong> zijn voor het begraven en het bezorgen van as opengesteld<br />

van m<strong>aan</strong>dag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 15.00 uur en op zaterdag<br />

van 9.00 uur tot 14.00 uur.<br />

2. Op zon- en feestdagen vin<strong>den</strong> geen begravingen plaats.<br />

3. Indien een zondag tezamen met de daar<strong>aan</strong> voorafg<strong>aan</strong>de of daaropvolgende<br />

feestdagen een periode beslaat van meer dan twee dagen, is het college<br />

bevoegd toe te st<strong>aan</strong>, dat in afwijking van het bepaalde in het tweede lid,<br />

begraven wordt op een feestdag, geen zondag zijnde.<br />

4. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tij<strong>den</strong> afwijken.<br />

Hoofdstuk 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN<br />

Artikel 14 Indeling graven en asbezorging<br />

1. Op de <strong>begraafplaatsen</strong> kunnen wor<strong>den</strong> uitgegeven:<br />

a. eigen graven;<br />

b. eigen urnenkelders<br />

c. eigen asverstrooiingsgraven<br />

2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel<br />

asbussen met of zonder urnen er kunnen wor<strong>den</strong> bijgezet in de eigen graven,<br />

hoeveel asbussen er kunnen wor<strong>den</strong> bijgezet in eigen urnenkelders en<br />

hoeveel verstrooiingen er kunnen plaatsvin<strong>den</strong> op of in de eigen asverstrooiingsgraven.<br />

Het college kan van deze <strong>aan</strong>tallen afwijken. Het college<br />

kan tevens afwijken door het geven van toestemming voor een combinatie<br />

van <strong>aan</strong>tallen en in het 1e lid genoemde soorten van graven.


- 7 -<br />

3. Het college bepaalt de verdeling en verhouding tussen de in het 1e lid genoemde<br />

graven op de <strong>begraafplaatsen</strong> en tevens de afmetingen en de uitgifteduur<br />

van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de<br />

minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.<br />

Artikel 15 Aantal overle<strong>den</strong>en in algemene graven<br />

1. In de algemene graven kan een door het college te bepalen <strong>aan</strong>tal lijken<br />

wor<strong>den</strong> begraven.<br />

2. In de algemene urnenkelders kan een door het college te bepalen <strong>aan</strong>tal<br />

asbussen met of zonder urn wor<strong>den</strong> bijgezet.<br />

3. Op of in de algemene asverstrooiingsgraven kunnen een door het college te<br />

bepalen <strong>aan</strong>tal asverstroooiingen plaatsvin<strong>den</strong>.<br />

Artikel 16 Volgorde van uitgifte<br />

1. De eigen graven, eigen urnenkelder en eigen asverstrooiingsgraven wor<strong>den</strong><br />

slechts voor directe begraving of de bezorging van as uitgeven en in volgorde<br />

van ligging.<br />

2. Het college kan ontheffing verlenen van het toewijzen van een eigen graf<br />

anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien<br />

dit wegens de situatie op de <strong>begraafplaatsen</strong> niet bezwaarlijk is.<br />

Artikel 17 Termijnen eigen graven<br />

1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de <strong>begraafplaatsen</strong><br />

zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen<br />

<strong>aan</strong>vraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn<br />

begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.<br />

2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek van de<br />

rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits het<br />

verzoek binnen twee jaar voor het verstrijken van de termijn wordt ged<strong>aan</strong>.<br />

3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts <strong>aan</strong> een rechthebbende<br />

wor<strong>den</strong> verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in<br />

artikel 18, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is<br />

slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige re<strong>den</strong>en best<strong>aan</strong>.


- 8 -<br />

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten<br />

1. Het recht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende<br />

wor<strong>den</strong> overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner<br />

dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad.<br />

Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander<br />

dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige<br />

re<strong>den</strong>en best<strong>aan</strong>.<br />

2. Na het overlij<strong>den</strong> van de rechthebbende kan het eigen graf wor<strong>den</strong> overgeschreven<br />

op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedof<br />

<strong>aan</strong>verwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk<br />

wordt ged<strong>aan</strong> binnen een jaar na het overlij<strong>den</strong> van de rechthebbende.<br />

Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde<br />

personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige re<strong>den</strong>en best<strong>aan</strong>.<br />

3. Indien na het overlij<strong>den</strong> van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot<br />

overschrijving <strong>aan</strong> het college niet wordt ged<strong>aan</strong> binnen de in het tweede<br />

lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het<br />

eigen graf te doen vervallen.<br />

4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar<br />

kan het college het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe<br />

rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels<br />

is geruimd.<br />

Artikel 19 Afstand doen van graven<br />

Zonder <strong>aan</strong>spraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende<br />

schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen<br />

graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling<br />

<strong>aan</strong> de rechthebbende.<br />

Hoofdstuk 5 GRAFBEDEKKINGEN<br />

Artikel 20 Vergunning grafbedekking<br />

1. Voor het hebben van een grafbedekking, waaronder vaste winterharde<br />

grafbeplanting is de schriftelijke vergunning nodig van het college.<br />

2. De rechthebbende van een eigen graf vraagt de vergunning voor het hebben<br />

van een grafbedekking <strong>aan</strong>.<br />

3. Omtrent de wijze van <strong>aan</strong>vrage van de vergunning, de aard en de afmetingen<br />

van de grafbedekking en de wijze van <strong>aan</strong>brengen kan het college nadere<br />

regels vaststellen.<br />

4. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere<br />

regels.


5. Het college kan de vergunning weigeren indien:<br />

a. niet vold<strong>aan</strong> wordt <strong>aan</strong> de door hen vastgestelde nadere regels;<br />

b. de grafbedekking afbreuk doet <strong>aan</strong> het <strong>aan</strong>zien van de begraafplaats;<br />

c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;<br />

d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.


- 9 -<br />

6. Het college <strong>aan</strong>vaardt geen <strong>aan</strong>sprakelijkheid voor de schade <strong>aan</strong> de grafbedekking<br />

<strong>aan</strong>gebracht door der<strong>den</strong> of voor schade toegebracht <strong>aan</strong> der<strong>den</strong><br />

voortvloeiend uit het slechte onderhoud door de rechthebbende.<br />

Artikel 21 Niet blijvende grafbeplanting<br />

Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren<br />

kunnen door de <strong>beheer</strong>der wor<strong>den</strong> verwijderd zonder dat <strong>aan</strong>spraak kan wor<strong>den</strong><br />

gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke<br />

kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de <strong>beheer</strong>der wor<strong>den</strong> verwijderd. Linten,<br />

siervazen en dergelijke voorwerpen wor<strong>den</strong> gedurende twaalf weken ter beschikking<br />

gehou<strong>den</strong> van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een <strong>aan</strong>vrage<br />

heeft ingediend bij de <strong>beheer</strong>der.<br />

Artikel 22 Verwijdering van grafbedekking<br />

1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college<br />

wor<strong>den</strong> verwijderd.<br />

2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten<br />

minste een jaar voorafg<strong>aan</strong>de <strong>aan</strong> het tijdstip waarop de grafbedekking zal<br />

wor<strong>den</strong> verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het<br />

college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het<br />

college bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde<br />

tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.<br />

3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende<br />

<strong>aan</strong>vraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie<br />

m<strong>aan</strong><strong>den</strong> ter beschikking van degene <strong>aan</strong> wie een vergunning als bedoeld<br />

in artikel 20 was verleend. De <strong>aan</strong>vraag kan wor<strong>den</strong> ingediend gedurende<br />

de in het tweede lid genoemde termijn.<br />

4. De grafbedekking vervalt <strong>aan</strong> de gemeente indien:<br />

- geen <strong>aan</strong>vraag op grond van het derde lid is ingediend en de termijn<br />

waarbinnen deze <strong>aan</strong>vraag had kunnen wor<strong>den</strong> ingediend is verstreken;<br />

- de grafbedekking niet binnen drie m<strong>aan</strong><strong>den</strong> nadat deze van het graf<br />

is verwijderd, is afgehaald.<br />

5. Tijdelijke verwijdering van een ge<strong>den</strong>kteken voor het verrichten van onderhouds-,<br />

dan wel andere werkzaamhe<strong>den</strong> kan slechts geschie<strong>den</strong> met toestemming<br />

van de <strong>beheer</strong>der.<br />

6. Geen toestemming wordt verleend zonder overlegging van een schriftelijk<br />

verlof van de rechthebbende.<br />

Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende<br />

1. De rechthebbende van een grafbedekking is verplicht deze behoorlijk te onderhou<strong>den</strong>.<br />

Dit onderhoud betreft het schoonhou<strong>den</strong> van de grafbedek-


king, het herstellen van breuken, beschadigingen of teksten en de zorg<br />

voor de niet-blijvende en blijvende winterharde beplanting. De beplanting<br />

mag de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrij<strong>den</strong> en moet<br />

bij overschrijding daarvan gesnoeid wor<strong>den</strong>.<br />

- 10 -<br />

2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhou<strong>den</strong> of te herstellen,<br />

kan het college de hiervoor in <strong>aan</strong>merking komende voorwerpen of zo<br />

nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen en voorzover het de beplanting<br />

betreft terugsnoeien of verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende<br />

drie m<strong>aan</strong><strong>den</strong> ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna<br />

<strong>aan</strong> de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.<br />

3. De verwijdering of het terugsnoeien vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende<br />

behoorlijk per brief is opgeroepen om te wor<strong>den</strong> ingelicht over<br />

de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling<br />

op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de<br />

rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de<br />

mededeling <strong>aan</strong>gebracht.<br />

4. Het college kan de rechthebbende per <strong>aan</strong>schrijving verplichten beschadigingen<br />

<strong>aan</strong> de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig<br />

is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk <strong>aan</strong>zien van de begraafplaats<br />

schaadt of dat de beschadiging van de grafbedekking gevaar<br />

oplevert voor der<strong>den</strong>.<br />

Artikel 23 Onderhoud door de gemeente<br />

Het college voorziet in het schoonhou<strong>den</strong> en het na verzakking opnieuw stellen<br />

van het ge<strong>den</strong>kteken en in de zorg voor de winterharde beplanting<br />

Hoofdstuk 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENGRAVEN<br />

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as<br />

1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten<br />

minste een jaar voorafg<strong>aan</strong>de <strong>aan</strong> het tijdstip waarop het graf geruimd zal<br />

wor<strong>den</strong> op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de<br />

belanghebben<strong>den</strong> gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het<br />

graf <strong>aan</strong> hen bekend is. In dat geval maken zij hem uiterlijk een jaar voor<br />

het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend. Als de rechthebbende<br />

geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt het college<br />

uiterlijk 1 jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming<br />

bekend.


2. De bij ruiming van het graf nog <strong>aan</strong>wezige overblijfselen van lijken wor<strong>den</strong><br />

begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten<br />

gedeelten van de <strong>begraafplaatsen</strong>.<br />

3. Nabest<strong>aan</strong><strong>den</strong> van een overle<strong>den</strong>e die begraven is in een algemeen graf<br />

kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de <strong>beheer</strong>der<br />

een <strong>aan</strong>vraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen<br />

te doen brengen voor herbegraving elders in een eigen graf.


- 11 -<br />

Nabest<strong>aan</strong><strong>den</strong> van een overle<strong>den</strong>e waarvan een asbus al of niet met een<br />

urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de <strong>beheer</strong>der een <strong>aan</strong>vraag<br />

indienen om deze ter beschikking te hou<strong>den</strong> voor herbegraving of verstrooiing<br />

elders in een eigen graf.<br />

4. De rechthebbende op een eigen graf, die toestemming gegeven heeft tot<br />

de ruiming van het graf, kan bij het college een <strong>aan</strong>vraag indienen om de<br />

overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te<br />

doen plaatsen dan wel om deze elders in een eigen graf opnieuw te doen<br />

begraven.<br />

De rechthebbende op een eigen urnenkelder kan bij het college een <strong>aan</strong>vraag<br />

indienen om de asbus ter beschikking te hou<strong>den</strong> om deze weder in<br />

dezelfde urnenkelder te doen plaatsen of elders te doen verstrooien op of<br />

in een eigen asverstrooiingsgraf.<br />

Hoofdstuk 7 SLOT- EN STRAFBEPALINGEN<br />

Artikel 25 Overgangsbepaling<br />

De veror<strong>den</strong>ing op het <strong>beheer</strong> en gebruik van de gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong><br />

(“Beheerveror<strong>den</strong>ing gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong> 1998”), vastgesteld op 2 april<br />

1998 wordt ingetrokken.<br />

Artikel 26 Overgangsbepaling<br />

1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de “Beheersveror<strong>den</strong>ing<br />

<strong>begraafplaatsen</strong> 1998” gel<strong>den</strong> als besluiten genomen krachtens deze<br />

veror<strong>den</strong>ing.<br />

2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze veror<strong>den</strong>ing een <strong>aan</strong>vraag<br />

om vergunning op grond van “Beheersveror<strong>den</strong>ing gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong><br />

1998” is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding<br />

van deze veror<strong>den</strong>ing niet op de <strong>aan</strong>vraag is beslist, wordt daarop deze<br />

veror<strong>den</strong>ing toegepast<br />

Artikel 27 Strafbepaling<br />

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 7, 8 lid 1 en 9 wordt gestraft met<br />

een geldboete van de eerste categorie.


Artikel 28 Mandaat<br />

Het college kan, onder zijn verantwoordelijkheid de uitvoering van de artikelen 4<br />

lid 3, 8 lid 2, 13 lid 3 en 4, 17 lid 1 en 2, 18 lid 3 en 4, 19, 20 lid 1 en 22 lid 2<br />

opdragen <strong>aan</strong> een door hen <strong>aan</strong>gewezen ambtenaar.


- 12 -<br />

Artikel 29 Inwerkingtreding<br />

Deze veror<strong>den</strong>ing treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een<br />

termijn van zes weken na de datum van uitgifte van de IJssel- en Lekstreek,<br />

waarin de publicatie is geplaatst.<br />

Artikel 30 Citeertitel<br />

Deze veror<strong>den</strong>ing kan wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong>gehaald als: Beheerveror<strong>den</strong>ing <strong>begraafplaatsen</strong><br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel 2003.<br />

Aldus besloten door de raad van de gemeente <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel in zijn<br />

openbare vergadering van 18 december 2003.<br />

De griffier,<br />

De voorzitter,


Burgemeester en wethouders van <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel;<br />

gelet op de ‘Beheerveror<strong>den</strong>ing gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong> <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong><br />

IJssel 2003 ’;<br />

vast te stellen de volgende:<br />

b e s l u i t e n :<br />

Nadere regels en voorschriften gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong>.<br />

Hoofdstuk 1: Begripsomschrijvingen, openstelling van de <strong>begraafplaatsen</strong><br />

en indeling van de graven en urnenkelders<br />

Artikel 1: Begripsomschrijvingen<br />

Voor de toepassing van deze nadere regels en voorschriften zijn de begripsomschrijvingen<br />

van artikel 1 van de Beheerveror<strong>den</strong>ing gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong><br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel 2003 van overeenkomstige toepassing.<br />

Artikel 2: Openstelling <strong>begraafplaatsen</strong><br />

De <strong>begraafplaatsen</strong> zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot<br />

zonsondergang.<br />

Artikel 3: Indeling, uitgifte en afmetingen van graven, urnenkelders, urnengraven<br />

en asverstrooiingsgraven<br />

1. De ruimte op de <strong>begraafplaatsen</strong> wordt door ons verdeeld in algemene en<br />

eigen graven, algemene en eigen urnenkelders en algemene en eigen asverstrooiingsgraven.<br />

2. De eerste uitgifte van urnenkelders en asverstrooiingsgraven vindt uitsluitend<br />

plaats op de begraafplaats Waalhoven, vak D. Bijzettingen van asbussen<br />

of urnen en asverstrooiingen in graven buiten vak D kunnen slechts als<br />

“bijzetting” plaatsvin<strong>den</strong> in reeds uitgegeven graven.<br />

3. Op de begraafplaats IJsseldijk wor<strong>den</strong> slechts graven voor eerste uitgifte<br />

uitgegeven.<br />

Bijzetting van asbussen of urnen of asverstrooiingen kunnen slechts als<br />

“bijzetting” plaatsvin<strong>den</strong> in een reeds uitgegeven graf.<br />

4. De algemene graven en algemene urnenkelders zijn bestemd voor het begraven<br />

van 2 lijken respectievelijk het plaatsen van 2 asbussen of urnen.


5. De algemene asverstrooingsgraven zijn bestemd voor het verstrooien van<br />

de as van één asbus of urn.<br />

- 2 -<br />

6. De eigen graven, eigen urnenkelders en eigen asverstrooiingsgraven zijn<br />

bestemd voor het begraven van 2 lijken, respectievelijk het plaatsen enverstrooien<br />

van 2 asbussen of urnen.<br />

7. a. de afmeting van een graf bedraagt 200 x 100 centimeter;<br />

b. de afmeting van een algemeen kindergraf bedraagt 170 x 100 centimeter;<br />

c. de afmeting van een urnenkelder bedraagt 50 x 50 centimeter;<br />

d. de afmeting van een eigen asverstrooiingsgraf bedraagt 130 x 80 centimeter;<br />

e. de afmeting van een algemeen asverstrooiingsgraf bedraagt 65 x 80<br />

centimeter.<br />

Hoofdstuk 2: Grafbedekkingen<br />

Artikel 4: Aanvraag vergunning<br />

1. Bij de schriftelijke <strong>aan</strong>vraag voor een grafbedekking behoort een ontwerptekening<br />

in tweevoud en schaal 1 : 10 te wor<strong>den</strong> overgelegd op grond<br />

waarvan de welstands- en constructie-eisen kunnen wor<strong>den</strong> beoordeeld.<br />

2. Op deze ontwerp-tekening dienen ten minste voor te komen:<br />

a. een boven-, voor- en zij<strong>aan</strong>zicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en<br />

lengtematen;<br />

b. de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;<br />

c. de vermelding of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;<br />

d. de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);<br />

e. de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging<br />

van de grafbedekking daarop.<br />

Artikel 5: Materiaal grafbedekkingen<br />

Voor de grafbedekkingen mogen alleen duurzame materialen wor<strong>den</strong> gebruikt, zoals<br />

natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde<br />

houtsoort.<br />

Artikel 6: Afmetingen grafbedekkingen


1. de lengte, breedte en hoogte van de grafbedekkingen op eigen graven mogen<br />

maximaal 180 x 80 x 100 centimeter bedragen;<br />

2. de lengte, breedte en hoogte van de grafbedekkingen op eigen asverstrooingsgraven<br />

mogen maximaal 100 x 50 x 60 centimeter bedragen;<br />

3. de lengte en breedte van grafbedekkingen op eigen urnenkelders mogen<br />

maximaal 50 x 50 centimeter bedragen; op urnenkelders mogen geen<br />

st<strong>aan</strong>de grafbedekkingen geplaatst wor<strong>den</strong>;


- 3 -<br />

4. de afmetingen van de grafbedekkingen op algemene graven, algemene urnenkelders<br />

mogen voor wat betreft hun lengte respectievelijk 90 en 25<br />

centimeter bedragen;<br />

5. de lengte, breedte en hoogte van de grafbedekkingen op algemene asverstrooiings<br />

graven mogen maximaal 65 x 50 x 50 centimeter bedragen;<br />

6. de lengte, breedte en hoogte van de grafbedekkingen op (algemene) kindergraven<br />

mogen maximaal 80 x 75 x 60 centimeter bedragen;<br />

7. op algemene graven mogen geen winterharde beplantingen wor<strong>den</strong> geplaatst;<br />

8. combinaties van liggende en st<strong>aan</strong>de grafbedekkingen moeten <strong>aan</strong> de desbetreffende<br />

lengte-, breedte- en hoogte-afmetingen voldoen;<br />

9. grafbedekkingen, liggend, st<strong>aan</strong>d of een combinatie daarvan dienen ongeacht<br />

hun vorm uit één geheel te best<strong>aan</strong> en niet uit meerdere zelfstandig te<br />

verplaatsen gedeelten;<br />

10. op de algemene graven en algemene kindergraven wor<strong>den</strong> op het voorste<br />

gedeelte van het graf uitsluitende liggende grafbedekkingen toegest<strong>aan</strong>; de<br />

keuze voor het voorste gedeelte of achterste gedeelte van de plaats van de<br />

grafbedekking op het graf en daarmede voor de soort van grafbedekking op<br />

het graf, liggend, st<strong>aan</strong>d of een combinatie, wordt bepaald door de datum<br />

van ontvangst van de <strong>aan</strong>vraag van de grafbedekking, waarbij de rechthebbende<br />

van de eerst binnengekomen <strong>aan</strong>vraag de keuze heeft;<br />

11. ornamenten of andere onderdelen van de grafbedekking moeten vast op of<br />

<strong>aan</strong> de grafbedekking zijn verbon<strong>den</strong>; grafbedekking en ornament tezamen<br />

mogen de kubieke maximumafmetingen van het desbetreffende soort graf<br />

niet overschrij<strong>den</strong>;<br />

12. in een liggende grafbedekking dient het nummer van het graf in de rechteronderzijde<br />

te wor<strong>den</strong> gebeiteld en voor een st<strong>aan</strong>de grafbedekking in de<br />

rechterzijkant ongeveer 30 centimeter boven het maaiveld.<br />

Artikel 7: Losse bloemen en planten<br />

1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen wor<strong>den</strong> geplaatst. Het<br />

is toegest<strong>aan</strong> op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen<br />

eenjarige gewassen wor<strong>den</strong> geplant.<br />

2. Indien de in het 1e lid genoemde planten en dergelijke niet goed onderhou<strong>den</strong><br />

wor<strong>den</strong>, verwelkt zijn of in verwaarloosde staat verkeren kunnen zij<br />

zonder waarschuwing door of vanwege de <strong>beheer</strong>der wor<strong>den</strong> verwijderd.<br />

Artikel 8: Winterharde gewassen<br />

1. De winterharde gewassen die op de graven wor<strong>den</strong> geplant mogen bij volle<br />

wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrij<strong>den</strong> en<br />

moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen wor<strong>den</strong> gehou<strong>den</strong>.


2. Indien de rechthebbende, na daartoe in kennis gesteld te zijn, nalaat de<br />

winterharde gewassen binnen de voor het graf beschikbare oppervlakte te<br />

snoeien vindt, na overleg met de rechthebbende, het snoeien of verwijderen<br />

van de beplanting plaats door of vanwege de <strong>beheer</strong>der.<br />

- 4 -<br />

Artikel 9: Plaatsen grafbedekking<br />

De grafbedekking met toebehoren moet volgens <strong>aan</strong>wijzingen van de <strong>beheer</strong>der<br />

wor<strong>den</strong> opgesteld. Alle sporen van afval, ontst<strong>aan</strong> door of ten gevolge van werkzaamhe<strong>den</strong>,<br />

moeten wor<strong>den</strong> opgeruimd.<br />

Artikel 10: Slotbepalingen<br />

Deze nadere regels en voorschriften gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong> tre<strong>den</strong> in werking<br />

op het moment dat de Beheerveror<strong>den</strong>ing gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong><br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel 2003 van kracht wordt en onder gelijktijdige intrekking<br />

van de nadere regels en voorschriften gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong> 1998.<br />

Artikel 13: Citeertitel<br />

Deze voorschriften kunnen wor<strong>den</strong> <strong>aan</strong>gehaald als “nadere regels en voorschriften<br />

gemeentelijke <strong>begraafplaatsen</strong> 2003 ”.<br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel,<br />

Burgemeester en wethouders van <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel,


Burgemeester en wethouders van <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel;<br />

gelet op het bepaalde in artikel 28 van de Beheerveror<strong>den</strong>ing <strong>begraafplaatsen</strong><br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel 2003;<br />

b e s l u i t e n :<br />

I. onder hun verantwoordelijkheid de uitvoering van de artikelen 4, lid 3, 8 lid<br />

2 en 13 lid 3 en 4 van de Beheerveror<strong>den</strong>ing <strong>begraafplaatsen</strong> <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong><br />

<strong>den</strong> IJssel 1998 op te dragen <strong>aan</strong> het hoofd van de Dienst Openbare Werken;<br />

II.<br />

onder zijn verantwoordelijkheid de uitvoering van de artikelen 17, lid 1 en<br />

2, 18 lid 3 en 4, 19, 20 lid 1 en 21 lid 2 van de Beheerveror<strong>den</strong>ing <strong>begraafplaatsen</strong><br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel 2003 op te dragen <strong>aan</strong> het hoofd<br />

van de afdeling Burgerzaken, sector Ruimte en Burgerzaken.<br />

<strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel,<br />

Burgemeester en wethouders van <strong>Krimpen</strong> <strong>aan</strong> <strong>den</strong> IJssel,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!