Agendapunt 3 (notulen 13 okt 2012) - Koninklijke Nederlandsche ...

Aanwezig
Verslag van de extra Algemene Ledenvergadering van de
Koninklijke Nederlandsche Roeibond,
gehouden op 13 oktober 2012 in het kantoor van AEGON, Den Haag
de heer E.F.Ch. Niehe, voorzitter
namens het de heer J.W. Landman, secretaris
bestuur van de mevrouw Q.A. van Heek, penningmeester
KNRB mevrouw G. Donkervoort, commissaris sportontwikkeling
de heer F.C. Cornelis, commissaris communicatie en sponsoring,
vice-voorzitter
mevrouw H.J. van der Stoel, commissaris wedstrijden
mevrouw H.N.L. Cocu-Wassink, internationale evenementen
mevrouw I.M. Munneke-Dusseldorp, commissaris toproeien
mevrouw M. Visser, directeur bondsbureau
Ereleden
Leden
Begunstigers
Overigen
Verslag
Afwezig met
kennisgeving
mevrouw H. Neppérus
Alkmaarsche Roei- & Zeilvereniging, Groninger Studenten
Roeivereniging Aegir, Roei- en Zeilvereniging De Amstel,
Wageningsche Studenten Roeivereeniging Argo, Algemene Leidse
Studenten Roeivereniging Asopos de Vliet, E.R.V. Roeivereniging
Breda, Hilversumse Roeivereniging Cornelis Tromp, Roei- en
Zeilvereniging Daventria, Roeivereniging De Delftsche Sport, B.W.V.
De Eem, Roei- en Zeilvereniging Gouda, Algemene Groninger
Studentenvereniging Gyas, Koninklijke Zeil en Roeivereeniging,
Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereniging De Hoop,
Koninklijke Groninger Roeiverening De Hunze, Roeivereniging De
Laak, Delftsche Studenten Roeivereniging Laga, Koninklijke Roei- en
Zeilvereeniging De Maas, Roeivereeniging Nautilus, Amsterdamsche
Studenten Roeivereniging Nereus, Koninklijke Studenten
Roeivereeniging Njord, Roeivereniging van Studenten aan De Vrije
Universiteit Okeanos, Algemene Utrechtse Studenten Roeivereniging
Orca, Haagse Studentenroeivereniging Pelargos, Nijmeegse
Studenten Roeivereniging Phocas, Roeivereniging Pontos, Delftse
Studentenroeivereniging Proteus-Eretes, RK Roeivereniging RIC,
Roeivereniging Rijnland, Maastrichtse Studenten Roeivereniging
Saurus, Algemene Rotterdamse Studentenroeivereniging Skadi
Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll, Koninklijke Roei- en
Zeilvereniging Het Spaarne, Utrechtse Roeivereniging Viking,
Roeivereeniging Willem III
Amsterdamsche Roeibond, Nederlandse Studenten Roeifederatie,
Koninklijke Nederlandsche Studenten Roeibond, Zuidelijke Roeibond,
Stichting Holland Beker Wedstrijden
dragers van de erepenning in goud, leden van de KNRB-commissies
Toerroeien en Tucht
mevrouw D. Muda, notuliste.
T.S.R. Vidar, Asser Roeiclub ARC, H.R.V. De Compagnie,
Amenophis, R.V. De Hertog,
E.R.V Beatrix, R.V. Honte, R.V. Ossa, R.V. De Krom, A.G.S.R. Gyas,
R.V. De Kop, T.R.V. Tubantia, R.V. Naarden, De Zwolsche, R.V.
Rijnmond, De Drietand, Roosendaalse, R.V. Weesp, TOR,
Wetterwille, R.V. Iris, Herma Bik, ZZV, Boreas
1

1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering om 10.00 uur en heet de aanwezigen van harte
welkom, in het bijzonder ereleden, dragers van de gouden en bronzen erepenningen,
begunstigers van de KNRB, de erevoorzittende vereniging, vertegenwoordigers van
commissies en bestuurders van verenigingen. Hij bedankt Aegon voor de gastvrijheid.
De Algemene Vergadering stelt desgevraagd de agenda vast.
De voorzitter bevestigt het goede nieuws dat vanochtend in De Telegraaf stond,
namelijk dat hoofdsponsor Aegon en de KNRB het sponsorcontract verlengen tot en
met 2016, de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. De KNRB is Aegon daarvoor
buitengewoon erkentelijk in deze financieel moeilijke tijden.
De heer Cornelis (commissaris communicatie en sponsoring) voegt eraan toe dat
Aegon ook bereid is om hoofdsponsor te zijn van het WK 2014 in Amsterdam.
De voorzitter deelt mee dat er drie ingekomen stukken zijn die betrekking hebben op
de uitbreiding van het OTC: een brief van De Laak, een brief van Gouda, Nautilus en
De Maas en een brief van De Hoop, De Amstel, Het Spaarne en Nereus.
De heer Van der Burg (De Maas) voegt in aanvulling op het ingediende
amendementen nog een ingekomen stuk toe: een brief van de gemeente Rotterdam
van 25 september 2012, gericht aan de voorzitter van KNRB.
De voorzitter deelt mee dat op 26 januari 2013 het Nationale Roeicongres (voorheen
de Nationale Roeidag) bij Aegon zal plaatsvinden en in het weekend van 20 en 21
april de Aegon Open Roeidag aan het begin van de Nationale Sportweek.
De heer Landman (secretaris) deelt mee dat aanwezig zijn 35 verenigingen die samen
127 stemmen hebben. Dat is voldoende voor een besluit over het wijzigen van de
Statuten en het Huishoudelijk Reglement, maar onvoldoende voor het nemen van
overige besluiten. Voor die besluiten zal binnen 4 weken een tweede Algemene
Vergadering moeten worden belegd over dezelfde onderwerpen.
2. Notulen van de Algemene Ledenvergadering van 3 maart 2012 en het
ledenberaad van 2 juni 2012
De heer Brusse (Cornelis Tromp) meent dat de voorzitter op 3 maart 2012 in antwoord
op zijn verzoek om een studie te doen naar de mogelijkheden om senior B-nummers
in het standaard wedstrijdprogramma op te nemen, toegezegd heeft dat te doen. In de
notulen staat echter alleen dat de voorzitter ernaar zal kijken. Hij wil die toezegging
graag terugzien in de notulen.
De heer Gijsman (drager erepenning in goud) deelt mee dat bij de overledenen de
correcte spelling hoort te zijn: de heer Blanken (Die Leythe).
De voorzitter deelt mee dat in het verslag van het ledenberaad van 2 juni 2012 ten
onrechte staat dat Freek Meijers de architect is van het nieuwe OTC. Hij is de
projectleider.
Beide verslagen worden vastgesteld met inachtneming van bovenstaande correcties.
3. Meerjarenbeleidsplan Samen halen, samen brengen (g)Roeien richting Rio
De voorzitter geeft het woord aan Heleen Cocu die een presentatie zal geven.
Mevrouw Cocu-Wassink (commissaris internationale evenementen) brengt in
herinnering dat er al verschillende keren gesproken is over het meerjarenbeleidsplan,
onder andere tijdens districtsbijeenkomsten, de Nationale Roeidag, ledenvergadering,
ledenraadpleging en taakgroepen. Uiteindelijk is als uitgangspunt de
roeigemeenschap in het algemeen gekozen, waarbinnen verschillende groepen
2

verschillende rollen vervullen (roeiers, jeugdroeiers, instructeurs, coaches,
bestuurders et cetera). Het meerjarenbeleidsplan moet in samenwerking met de
roeigemeenschap tot stand komen en ervoor zorgen dat de roeisport groeit.
Behalve uit de taakgroepen is ook geput uit de Sportagenda 2013 -2016 van
NOC*NSF, waarin verhoging van de sportparticipatie van 65% naar 75% en de top
tien topsportambitie voorop staan. Voor het roeien betekent dit vooral meer mensen
aan het roeien krijgen. NOC*NSF heeft roeien de status van focussport verleend, wat
gevolgen heeft voor de plannen. In het conceptmeerjarenplan zijn beide elementen
vertaald.
Spreekster gaat uitgebreid in op het model en de eigenschappen van het roeien, een
sport die getypeerd wordt door gezelligheid, samenwerking en kennis delen, maar
vooral door het feit dat het volledig draait op vrijwilligers. De vraag rijst echter wel hoe
toegankelijk dat roeibastion eigenlijk is, als het voor roeiers al moeilijk is om zich een
plekje te veroveren bij een andere vereniging na een verhuizing bijvoorbeeld.
De conclusie is dat het mooi zou zijn om van roeien een nationale sport te maken,
waarbij sterke pijlers behouden blijven (het model van de studentenverenigingen,
burgerverenigingen en de topsport), maar voor de toekomst de focus meer gericht
wordt op het uitgangspunt dat roeien geschikt is voor alle leeftijden en niet alleen voor
studenten. Gezien de vergrijzing, zit er een enorme groeipotentie in de hogere
leeftijdscategorieën.
Innovatie is al belangrijk voor de topsport, maar zal ook gaandeweg meer gaan
betekenen voor de breedtesport (Volans, snelle boten voor het marathonroeien).
Om meer bekendheid te verwerven zijn publiek en sponsoren onmisbaar. In 2014 en
2016 zal in Nederland het WK gehouden worden, maar daarnaast zijn de Koninklijke
Holland Beker Wedstrijden nog altijd een publiekstrekker. Het is heel belangrijk om in
het nieuws te komen en deel te nemen aan allerlei televisieprogramma’s.
Tot slot is spreekster ervan overtuigd dat er groeipotentie zit in bijvoorbeeld het
ergometeren op de sportschool, het aangepast roeien en alternatieve manieren van
roeien (Volans, roeifietsen, coastal rowing), grachtenwedstrijden et cetera). Het
bestuur wil het roeien letterlijk het land in brengen. Dat is een leuke visie, maar dan?
Vier pijlers:
1. Topsport, het visitekaartje van het roeien, is hard nodig als uitgangspositie. De
doelstellingen voor de topsport:
− Het versterken van het centrale topsportroeiprogramma en het verder
inrichten van essentiële voorzieningen;
− Het stimuleren van het centraal trainen op een locatie in de regio en het
verder vormgeven van Regionale Talent Centra als regionaal kennisnetwerk;
− Ontwikkelingen richten op het versterken en delen van coachkennis en het
versterken van het coachniveau in de regio;
− Actief stimuleren van samenwerking waarbij de KNRB een regierol op zich
neemt en zich opstelt als verbinder van partijen.
− Organiseren van toonaangevende toproeievenementen.
2. Sportparticipatie, de kreet van NOC*NSF, een belangrijke geldschieter. De
doelstellingen:
− Het bevorderen van ledenbinding en een stijging van het aantal leden van de
verenigingen van de KNRB van 30.000 naar 36.000 leden;
− In 2016 zijn meer roeiplekken gecreëerd;
− Ontwikkeling van nieuwe en bestaande roeivormen.
3. Imago en beleving, vooral belangrijk om iets mee te doen naar de buitenwereld
toe. Doelstellingen:
− Roeien is meer en beter bekend bij een breder publiek;
− Roeien behoudt zijn eerlijke en schone imago (een van de belangrijkste
punten, waarop het roeien zich onderscheidt);
− Roeien wordt beleefd als beter toegankelijk voor niet ingewijden (dat is nog
wel een uitdaging).
4. Kennisdeling stond centraal bij alle bijeenkomsten. Doelstellingen:
−
−
Een actief kennisnetwerk te ontwikkelen (nationaal en internationaal);
Kennismanagement inrichten naar tevredenheid van en in samenspraak met
(aspirant) leden en samenwerkingspartners.
3

De visie is dus om van roeien een nationale sport te maken en daarbij te behouden
wat nu al goed gaat. Het voorliggende plan is nog geen echt strategisch plan. Het is
meer een operationeel plan met heel veel doelstellingen en ambities, een soort
tussenfase. Een groep mensen zal verder meedenken over dit project. Spreekster
nodigt geïnteresseerden uit om zich daarvoor aan te melden.
Mevrouw Munneke-Dusseldorp (commissaris toproeien) geeft een korte toelichting op
de pijler topsport. Op basis van de Sportagenda NOC*NSF, de input van de coaches,
de technisch directeur en de taakgroepen is besloten om de senioren en de top
centraal te organiseren en de jeugd en junioren decentraal bij de verenigingen en de
Regionale Trainingscentra. Daarnaast streeft het bestuur naar een equipe voor de
Paralympics en zullen er twee internationale evenementen georganiseerd worden in
2014 en 2016. Bovendien is het bestuur alweer bezig met een volgend bit voor na
2016.
Mevrouw Donkervoort (commissaris sportontwikkeling) gaat in op de pijler
sportparticipatie. Het NOC*NSF steunt de KNRB, maar verwacht als tegenprestatie
dat het roeien groeit. Het is de bedoeling dat het aantal leden in vier jaar van 30.000
naar 36.000 groeit. Een werkgroep van 14 leden (een dwarsdoorsnede van de
roeigemeenschap) heeft bedacht dat de grootste groeimogelijkheid zit in het opnieuw
vinden van oud-wedstrijdroeiers (oud-leden van studentenverenigingen). Een
taakgroep zal in kaart te brengen waar die mensen zijn gebleven en ervoor zorgen dat
zij benaderd worden door een roeivereniging bij hen in de buurt. Daarnaast is in kaart
gebracht waar in Nederland nog ruimte is voor meer roeilocaties. In Heemstede
blijken gemiddeld de meeste roeiers te wonen, terwijl Amsterdam tegen de
verwachting in slechts op een zestiende plaats staat. Tot slot spreekt zij de hoop uit
dat een groot deel van de doelstellingen in de komende vier jaar verwezenlijkt zal
kunnen worden.
De heer Cornelis (commissaris communicatie en sponsoring) gaat in op de pijler
imago en beleving, een pijler die sterk samenhangt met de andere pijlers. De vraag is
wat eerdergenoemde drie doelstellingen in KPI’s (kritieke prestatie-indicatoren)
zouden betekenen. Een groter aantal roeiers betekent niet, zoals in het voetbal
bijvoorbeeld, per definitie meer bekendheid. Roeien blijft verhoudingsgewijs een kleine
sport. Het omgekeerde kan wel: groei bereiken door meer bekendheid. De KNRB wil
de mediabelangstelling verdubbelen en daarnaast als voortzetting van de lijn van de
afgelopen zes jaar streven naar 50% meer sponsorbijdragen in 2016. Daarbij zal ook
gekeken worden naar mogelijkheden voor de verenigingen. Het verkeer op de eigen
website is erg laag. Het is de bedoeling om met alle roeisite(s) van de KNRB net
zoveel bezoekers te gaan trekken als de NLroei.nl. De KNRB wil bewust helden
creëren; dat zullen vaak topsporters zijn, maar dat hoeft niet. De aantrekkelijkheid op
tv is ook heel belangrijk. De positieve kernwaarden van het roeien moeten behouden
blijven, maar de toegankelijkheid moet veel beter worden. Daarvoor moeten fondsen
en middelen verworven worden; alle kleine beetjes helpen. Er wordt gewerkt aan een
beter communicatiebeleid en beter daarop ingespeelde medewerkers en een veel
beter internetplatform voor de komende periode. Het bondsbureau zal in januari 2013
van start gaan met een nieuwe ploeg voor sponsoring en communicatie. Daarover
zullen binnenkort nadere mededelingen volgen.
De heer Landman (secretaris) benadrukt dat niet de KNRB, maar de verenigingen de
roeigemeenschap gevormd hebben. De KNRB is ooit opgericht om de
gemeenschappelijke belangen van de verenigingen te behartigen, zowel nationaal als
internationaal. De KNRB kan zijn werk alleen goed doen, als de verenigingen goed
functioneren en een stevig fundament vormen. Veel verenigingen zijn te klein om alle
benodigde kennis aan te bieden. De KNRB moet dus zorgdragen voor het vergaren
van de in Nederland aanwezig kennis. Er staat al heel veel informatie op de website,
maar die is onvoldoende toegankelijk. Er moet daarom een nieuwe website komen,
misschien wel twee. Daarnaast zal de komende jaren de toegankelijkheid en
betaalbaarheid van cursussen verbeterd moeten worden. Daarbij wordt gedacht aan
workshops en het Nationale Roeicongres, maar ook aan een netwerk tussen de
4

verenigingen. Tot slot wil het bestuur de invloed van de Nederlandse roeiwereld
internationaal verbeteren door bestuursfuncties in de internationale roeiwereld te
verwerven en door grote evenementen naar Nederland te halen.
Mevrouw Cocu-Wassink (commissaris internationale evenementen) concludeert dat
de KNRB dus allerlei dingen wil gaan doen die geld kosten. Het bestuur beoogt twee
sporen te bewandelen: ten eerste moet de KNRB gewoon blijven functioneren
(jaarplan, dashboard/scorecard om voortgang te meten, activiteiten uitvoeren) en ten
tweede wil het bestuur een nieuw roeimodel ontwikkelen (projectplan,
onderzoeksvragen formuleren, onderzoek en benchmarking, deductie en conclusie,
plan van aanpak, implementatie). Spreekster vraagt aan de aanwezige verenigingen
of zij kunnen instemmen met de visie, de praktische kant daarvan en met het plan om
parallel daaraan een nieuw roeimodel te ontwikkelen.
De voorzitter voegt eraan toe dat de net genoemde nieuwe ploeg voor sponsoring en
communicatie niet betekent dat het bondsbureau uitgebreid zal worden; er zullen
alleen vacatures vervuld worden. Daarnaast geeft hij zijn visie op de prestaties in
Londen. Er deden 7 ploegen mee, waarvan er 6 bij de eerste 8 zijn geëindigd.
Daarmee is voldaan aan de criteria van NOC*NSF. Helaas werd er slechts één
medaille behaald. Zijn conclusie is dat de breedte van de top goed was, maar dat de
top van de top beter moet. Dat kan niet wachten tot 2016, de top zal in 2014 in
Nederland aansprekende prestaties moeten laten zien. Hij geeft gelegenheid tot het
stellen van vragen.
De heer Van der Laan (Spaarne) vraagt hoe de voorzitter de voorliggende stukken nu
wil behandelen.
De voorzitter antwoordt dat nota niet behandeld hoeft te worden. Het gaat om de visie,
de praktische uitwerking en de vervolgstappen. Aan het eind zal hij nog ingaan op de
financiën.
De heer Van der Laan (Spaarne) geeft zijn complimenten voor dit goede
meerjarenplan met aantrekkelijke ambities, hoewel het minder sterk is in de
implementatie. Uit de evaluatie blijkt dat het huidige roeimodel een aantal zwaktes
kent. Spreker pleit ervoor om daar ook iets aan te doen voor het komende jaar.
Om de gepresenteerde doelstellingen te bereiken, zal de roeigemeenschap dingen
anders moeten aanpakken. Het is belangrijk voor de sfeer dat de ambities een zaak
worden van de KNRB plus de verenigingen. Tijdens de regiobijeenkomst in Leiden
heeft mevrouw Donkervoort terecht gezegd dat de roeiwereld de neiging heeft om
vooral te kijken naar wat er niet goed gaat in plaats van de sterke kanten uit te buiten.
Hij heeft vervolgens nog drie concrete punten:
− Hij is blij met de aandacht voor talentontwikkeling. In Nederland beginnen talenten
vaak op 12-jarige leeftijd bij burgerverenigingen. Vervolgens gaan zij studeren en
verhuizen naar een studentenvereniging. Als Nederland tot de top 5 in de wereld
wil behoren, dan moet de bond woekeren met de talenten die er zijn. Spreker stelt
voor om een aantal oud-toppers te vragen wat er goed en wat er fout ging in hun
carrières, zowel op sportief als op sociaal gebied.
− Er worden coaches uit het buitenland gehaald. Vaak gaat dat goed, maar toch
blijkt dat het niet altijd klikt met de typische cultuureigenschappen van
Nederlandse toproeiers. De toppers uit het verleden (bijvoorbeeld Rienks en
Florijn) waren vaak eigenwijze mensen die samen met hun coach de weg naar de
top zijn gegaan. Dat begrijpt een buitenlandse coach niet snel genoeg. Daarom
pleit hij ervoor om veel meer oud-wedstrijdtoppers structureel bij de coaching te
betrekken (niet alleen voor topploegen) en hen ook als ambassadeurs bij
verenigingen te laten optreden, zodat hun kennis wordt gedeeld.
− Nederland heeft een aantal hele mooie roeifaciliteiten, zoals de Bosbaan,
Harkestede en nu de Willem Alexanderbaan, maar het bestuur zou bijvoorbeeld
met de hulp van een werkgroep meer initiatief moeten nemen om al die faciliteiten
voor de kortere en langere termijn optimaal in te zetten. Spreker pleit voor een
visie daarop, zodat iedereen zich daarvoor kan inzetten, ook de verenigingen. De
5

Koninklijke Holland Beker is de enige internationale wedstrijd die in het
internationale geweld helaas steeds magerder afsteekt. De KNRB zou zich als
verbinder en regisseur van de roeiwereld mede verantwoordelijk moeten voelen
voor deze wedstrijd, omdat deze echt gevaar loopt. De KHB zou het internationale
uithangbord moeten zijn. Spreker vraagt om een uitspraak van het bestuur
daarover.
Mevrouw Cocu-Wassink (commissaris internationale evenementen) hoort drie
thema’s. Zij is het daarmee eigenlijk helemaal eens en voegt eraan toe dat het roeien
ook van andere sporten kan leren. De KHB zou zij willen meenemen in de discussie
over de Nederlandse roeikalender ten opzichte van de internationale evenementen.
Het bestuur heeft geprobeerd om een World Cup naar Nederland te halen voor 2013
als voorbereiding op het WK 2014, maar dat strandt tot nu toe helaas op financiële
aspecten. Het staat echter hoog op de agenda. Suggesties zijn welkom.
De heer De Jonge (De Eem) geeft eveneens zijn complimenten voor het
meerjarenplan. Hij gaat in op de laatste opmerking van mevrouw Cocu over een
mogelijke WC in 2013. In 2007 heeft de KHB een geslaagde WC georganiseerd met
een aanzienlijk financieel overschot, waardoor de KHB nog jarenlang georganiseerd
kan worden. Hij is het echter eens met de heer Van der Laan; de financiële basis
wordt steeds magerder en hij mist de steun van de KNRB. Hij hoopt dat de goede
voornemens in het meerjarenplan inderdaad zullen leiden tot meer steun. Spreker zou
het liefst zien dat de KNRB de sponsoring wat transparanter zou maken. In 2007 was
de hoofdsponsor van de KNRB ook sponsor van de KHB. Hij pleit ervoor om Aegon te
overtuigen van transparantie in dit opzicht. Het bestuur heeft zelf de aanzet gegeven
voor de Dutch Rowing Business Club met als doel meer sponsors te betrekken bij
allerlei evenementen. Daarbij past een grotere toegankelijkheid die het bestuur moet
toestaan, maar ook moet afdwingen bij de hoofdsponsor voor de individuele
topevenementen. Hij pleit er met name voor dat de KNRB de KHB faciliteert bij het
aantrekken van sponsors.
Mevrouw Cocu-Wassink (commissaris internationale evenementen) antwoordt dat in
het nieuwe sponsorcontract een module zit over een financiële bijdrage van Aegon
aan wedstrijdgevende verenigingen, maar het is nog niet helemaal wat de heer De
Jonge bedoelt. De FISA heeft ook last van de crisis die na 2007 begonnen is,
waardoor de FISA toernooien is gaan zien als verdienmodel. Na 2014 worden de
wedstrijden twee tot drie keer zo duur.
De heer Cornelis (commissaris communicatie en sponsoring) is blij met de
complimenten. Er zit inderdaad een structurele financieringscomponent voor
wedstrijdgevende verenigingen in het contract met Aegon gebaseerd op het
zogenaamde Hollandiamodel. Het gaat echter nog om bescheiden bedragen. Hij
beaamt dat de commerciële rechten in de toekomst in de miljoenen euro’s zullen
lopen, wat meer is dan het totale budget van de KNRB. Het huidige contract biedt
echter enige structurele inkomsten voor de KHB en de andere verenigingen voor de
komende vier jaar. Er komt een begeleidingscommissie voor de uitvoering.
De heer Laan (ARZV) is heel tevreden iets te horen over KPI’s. Hij vindt het echter
jammer dat er bij de pijler imago en beleving weinig aandacht besteed wordt aan de
grote groep veteranen, oudere mensen die al roeien of willen gaan roeien en die zich
vooral prettig en veilig willen voelen bij een vereniging. Hij vraagt of er een
mogelijkheid is om dat aspect in de uitwerking beter tot zijn recht te laten komen.
Spreker is eveneens blij met de aandacht voor opleidingen. Verenigingen moeten zelf
hun leden stimuleren om een opleiding te gaan volgen. Het is echter moeilijk om
werkende mensen te motiveren daar veel tijd in te steken. Daarom pleit hij voor een
systeem met modules van bijvoorbeeld één avond. Die kunnen bovendien op de
vereniging zelf georganiseerd worden. Zijn visie is dat mensen die opgeleid zijn tot
instructeur of coach niet alleen van nut zijn voor nieuwe leden, maar ook meer binding
hebben en dus langer lid blijven. Hij stelt voor om te onderzoeken wat een vereniging
gemiddeld zou moeten uitgeven aan opleidingen om goed te kunnen functioneren.
6

Hoeveel coaches en instructeurs zou een vereniging moeten hebben, gekoppeld aan
het aantal leden?
Mevrouw Cocu-Wassink (commissaris internationale evenementen) zegt toe zijn
opmerkingen mee te nemen in de ontwikkeling van het roeimodel.
De heer Van der Marck (De Hoop) geeft eveneens zijn complimenten voor de goede
analyse en bedankt Het Spaarne voor de zeer gedetailleerde suggesties. Hij voegt
daar nog aan toe dat De Hoop graag zou zien dat er meer analyse ten grondslag komt
te liggen aan de meerjarenplannen, wat betekent meer cijfers. De Hoop vindt het
daarnaast belangrijk dat de losse elementen uit de plannen bij elkaar gebracht worden
in één roeimodel of ecosysteem, inclusief de zwakke plekken. Als de KNRB erin
slaagt om daarmee alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, dan zou de implementatie
ook gemakkelijker gerealiseerd kunnen worden. Spreker hoopt dat de verenigingen
daarover kunnen spreken in de reguliere ALV in maart 2013.
De heer Haagsma (De Laak) geeft zijn complimenten voor de presentatie. Hij gaat in
op de talentontwikkeling. Doordat roeien een focussport is, wordt het budget voor
topsport verdubbeld. Ook al is er al veel gebeurd op het gebied van talentontwikkeling
(zoals de RTC’s), toch lekt er nog veel energie weg, omdat er onvoldoende wordt
samengewerkt. De RTC’s zijn bastions op zich geworden. Spreker vraagt hoe dat
veranderd kan worden en welke rol de KNRB gaat spelen om de RTC’s te faciliteren
en een betere invulling te geven aan talentidentificatie.
De suggestie om de getallen (dashboard) van de roeisport te geven, noemt hij heel
mooi, maar hij pleit ervoor om die getallen ook op verenigingsniveau te geven, zodat
ook zij kunnen zien hoe zij het doen in hun omgeving.
Mevrouw Munneke-Dusseldorp (commissaris toproeien) antwoordt dat
talentontwikkeling in de pijlers en ook in de investeringsplannen staat, maar dat pas
op 1 december 2012 bekend zal zijn hoe hoog de budgetten worden. Zij verwacht wel
dat er iets meer geld beschikbaar zal komen voor de RTC’s. De ontwikkeling is
ingezet en zal de komende jaren steeds duidelijker worden.
Mevrouw Van Heek (penningmeester) voegt eraan toe dat talentontwikkeling is
opgenomen in de aanvraag. Er moet inderdaad beter samengewerkt worden. Daarom
zijn in het budget coördinatoren opgenomen.
De heer Van de Burg (De Maas) constateert dat er belangrijk werk is verzet. In het
laatste ledenberaad kwam duidelijk naar voren dat doelen, resultaten, activiteiten en
middelen aan elkaar gekoppeld moeten worden om zicht te kunnen houden op het
geheel, als er met middelen geschoven wordt. Dat aspect haalt hij nog niet helemaal
uit deze stukken. Hij sluit zich aan bij het gepresenteerde model, hoewel onderdeel 2b
nog wel wat invloed zou kunnen hebben op het realiteitsverloop. Hij biedt zich aan om
te helpen bij de verdere uitwerking.
Mevrouw Van Heek (penningmeester) antwoordt dat in eerdere concepten de
middelen wel waren opgenomen. Omdat de A4-tjes erg vol werden, heeft het bestuur
ervoor gekozen om de meerjarenraming, de fte-planning en de vrijwilligersplanning
apart op te nemen per pijler.
De heer Van der Laan (Spaarne) merkt op dat daar geen toelichting bij staat. In 2013
en 2014 gaan er aanzienlijk meer middelen naar de topsport dan in 2012. De vraag is
natuurlijk waaraan deze extra middelen besteed zullen worden. Hij geeft als voorbeeld
de jonge talenten die naar de Coupe de la Jeunesse gaan en die alle daarmee
gepaard gaande kosten zelf moeten betalen, omdat het daarvoor bestaande budget
ooit is wegbezuinigd. Hij vraagt of daarvoor bijvoorbeeld weer budget terugkomt.
Mevrouw Van Heek (penningmeester) antwoordt dat de aanvraag, zoals die is
ingediend bij NOC*NSF, integraal is opgenomen in de meerjarenraming. Zij verwacht
het antwoord daarop in december 2012. De KNRB heeft dan nog voldoende tijd om
7

voor de maart 2012 het jaarplan en de definitieve meerjarenraming te presenteren.
Die zal veel uitgebreider zijn.
De heer Haagsma (De Laak) vindt dat de huidige presentatie veel meer vragen
oproept dan beantwoordt. Er zijn allerlei cijfers in het staatje die niet met elkaar te
rijmen zijn.
Mevrouw Van Heek (penningmeester) zegt toe daaraan aandacht te zullen besteden.
De voorzitter is er echter van overtuigd dat er nog meer vragen zouden zijn geweest
zonder dat staatje.
De heer Struwe (voorzitter Oud Laga) vindt het voornemen om van roeien een
nationale sport te maken, fantastisch. Hij zou het echter van moed vinden getuigen,
als de KNRB zichzelf zou durven meten als nationale sport. Hoeveel mensen noemen
bijvoorbeeld de naam van een roeier op de vraag: “Kunt u vijf Nederlandse
topsporters noemen?” Het voornemen om de website te verbeteren richt zich alleen
op de roeiwereld. Spreker zou het dapper vinden, als de KNRB bereid zou zijn om te
beginnen met een nulmeting in de algemene Nederlandse populatie. Misschien is het
mogelijk om daarin samen te werken met een andere sportbond. Waarschijnlijk levert
een dergelijk onderzoek teleurstellende of liever gezegd uitdagende resultaten op. De
KNRB zou erdoor gedwongen worden om anders te werk te gaan.
De heer Cornelis (commissaris communicatie en sponsoring) is het helemaal met hem
eens. Van de Nederlandse bevolking geeft 2% aan betrokken te zijn bij het roeien en
ongeveer 4% geeft aan niet alleen betrokken te zijn, maar zelfs een passie te hebben
voor roeien, terwijl het bij andere sporten om tientallen procenten gaat. Spreker heeft
deze cijfers uit onderzoek van anderen gehaald. Het is lastig om roeien te laten
opnemen in onderzoeken van grotere beroepsverenigingen. Hij heeft zelfs geprobeerd
om een onderzoek te laten doen als sponsoring, maar dat moest dan toch nog 20.000
euro kosten.
De heer Struwe (voorzitter Oud Laga) geeft toe dat 20.000 euro veel geld is voor een
onderzoek, maar wellicht is het het toch waard, als het helpt om van roeien een
grotere sport te maken.
De heer Cornelis (commissaris communicatie en sponsoring) wijst erop dat met een
dergelijk bedrag het hele budget van vorig jaar opgesoupeerd zou zijn.
De heer Struwe (voorzitter Oud Laga) probeert het bestuur ervan te overtuigen dat het
nodig is om anders te gaan denken en zaken anders aan te pakken.
De heer Cornelis (commissaris communicatie en sponsoring) verzekert hem dat hij het
direct een onderzoek zou laten doen, als hij de financiële middelen ervoor zou
hebben.
Mevrouw Cocu-Wassink (commissaris internationale evenementen) voegt eraan toe
dat het belangrijk is om naar synergiën te zoeken om te voorkomen dat het roeien
verkokert. Het idee is bijvoorbeeld om MacDonalds te betrekken bij het WK 2012 met
de slogan “Roei die hamburger er weer af!”.
De heer Struwe (voorzitter Oud Laga) begrijpt dat zijn suggestie niet wordt opgepakt,
omdat geld een struikelblok is.
De heer Cornelis (commissaris communicatie en sponsoring) antwoordt daarop
ontkennend. Zodra hij een gat ziet, zal het bestuur het doen. Tot nu toe heeft de
KNRB het geld er echter niet voor. Dat is een feit.
Mevrouw Van der Meulen (Daventria) is blij met de aandacht voor nieuwe vormen van
roeien, maar zij maakt zich zorgen over het toenemende consumentisme in het
8

oeien. Nieuwe leden die wel opgeleid worden, maar niet lang lid blijven. Zij denkt dat
daaraan aandacht moet worden besteed bij het streven naar groei. Dit probleem sluit
deels aan bij de discussie over vrijwilligersinzet.
De voorzitter antwoordt dat het bestuur niet alleen aandacht besteedt aan het
binnenhalen van nieuwe leden, maar zeker ook aan het binnenhouden van leden. Die
lijn zit in de plannen.
De heer Dokter(Laga) heeft een specifieke vraag over sportparticipatie. Uit de
presentatie kwam naar voren dat er een grote potentiele groei zit in mensen in de
leeftijdscategorie boven de 40 jaar. Hij vraagt of de actieve werving van die leden
gevolgen heeft voor het binnenhalen van talenten uit de jeugd.
De voorzitter betwijfelt of ouderen vanzelf terugkomen, dus daarvoor zal de KNRB wel
wat inspanning moeten verrichten, maar hij is het wel volledig met de heer Dokter
eens dat het heel belangrijk is dat de jeugd ‘roeiminded’ wordt gemaakt.
Mevrouw Compaan (Willem III) kan zich vinden in de plannen, maar maakt zich wel
ernstige zorgen over het coachkader dat van groot belang is voor de topsportpijler. De
huidige situatie is voor de coaches erg onduidelijk en onzeker.
De voorzitter is zich daar zeer van bewust.
Mevrouw Compaan (Willem III) voegt eraan toe dat er eigenlijk nu al heel hard
gewerkt zou moeten worden om in 2014 goede resultaten te kunnen bereiken. Zij is
ervan overtuigd dat dit niet gaat lukken op deze manier. Er wordt veel te weinig
aandacht besteed aan het coachkader.
De voorzitter is zich bewust van de ontstane onzekerheid. Dat hoort wel een beetje bij
een periode vlak na Olympische Spelen. De KNRB hoopt in december 2013 van
NOC*NSF duidelijkheid te krijgen voor de toekomst. Hij zegt toe te proberen in de
komende week wat van die onrust weg te nemen. Hij stelt voor de behandeling van
het meerjarenbeleidsplan af te sluiten. Hij concludeert dat gelukkig niemand zich
uitgesproken heeft tegen de visie en het beoogde roeimodel. Voor het vervolg stelt het
bestuur een tweesporenbenadering voor. De daarbij gemaakte kanttekeningen en
inhoudelijke toevoegingen zullen in de vervolgstappen worden meegenomen. Aldus
wordt besloten.
4. Uitbreiding Olympisch Trainingscentrum (OTC)
De voorzitter geeft het woord aan de commissaris toproeien.
Mevrouw Munneke-Dusseldorp (commissaris toproeien) begint met de enquête,
waaruit bleek dat een groot deel van de roeiwereld positief is over de topsport. Als
Nederland op de Olympische Spelen net een medaille meer had veroverd, dan zag de
situatie er nu heel anders uit. Om die hele kleine verschillen gaat het. De vraag is dus
op welke manier en waar de roeisport vernieuwend kan zijn. Het is de bedoeling om
tijdens dit agendapunt aandacht te besteden aan de volgende vragen. Waarom een
OTC? Waar moet het OTC gehuisvest zijn? Wat wil de KNRB bouwen? Hoeveel kost
dat en hoe kan de KNRB dat financieren?
De heer Mijnders (technisch directeur) is het deels eens met de opmerkingen van de
heer Van der Laan en mevrouw Compaan.
In zijn optiek is het nodig om de trainingsfaciliteiten uit te breiden om de
topsportambities voor de toekomst waar te kunnen maken. Als Nederland tot de top 5
in de wereld wil behoren, dan betekent dat gemiddeld drie medailles op Olympische
Spelen, waarvan één gouden. De equipe heeft dat niet gehaald in Londen, maar er
zijn wel 22 roeiers die de finale hebben gehaald. Alleen de allerlaatste stap ontbreekt,
maar die is dan ook niet eenvoudig. De winnaars in Londen hadden over het
algemeen veel meer ervaring dan onze Nederlandse roeiers op wereldniveau.
9

De internationale ontwikkelingen gaan snel en Nederland zal moeten blijven
ontwikkelen om niet verder achterop te raken. De marges worden kleiner en steeds
meer landen vinden aansluiting bij de wereldtop. Grote landen kunnen veel geld
investeren in het roeien. Bovendien wordt de hele weg van talentontwikkeling tot de
top steeds professioneler. Als de marges kleiner worden, dan worden details steeds
belangrijker. Daarom worden er steeds meer disciplines betrokken bij het roeien.
Sport wordt steeds meer een wetenschap. Er wordt steeds meer gemeten en
geanalyseerd. Innovatie wordt ook steeds belangrijker en het is daarom verheugend
dat er van 1 januari 2013 samengewerkt wordt met een Innolab, waarin de VU een
belangrijke partner is. Er zullen steeds wetenschappers bij het roeien betrokken zijn.
Het begeleidingsteam is de laatste jaren enorm uitgebreid en dat stelt eisen aan de
organisatie en de infrastructuur. Een nationaal trainingscentrum is een voorwaarde
voor een succesvolle toekomst. Op dit moment is het grote knelpunt ruimte, zowel
voor roeiers als begeleiders. Het huidige OTC voldoet bij lange na niet aan de
behoeften. Er zijn bijvoorbeeld geen kleedkamers, er is geen roeibak en het is niet
toegankelijk voor het aangepast roeien. Daarnaast is een nieuwe locatie nodig voor
het bondsbureau. Spreker denkt dat het belangrijk is dat alle afdelingen in één
gebouw ondergebracht worden. Hij concludeert dat uitbreiding van de faciliteiten een
must is. Dit is een geschikt moment en niets doen is wat hem betreft geen optie.
Mevrouw Munneke-Dusseldorp (commissaris toproeien) vervolgt met de vraag waar
het OTC zou moeten komen: uitbreiden in Amsterdam of verhuizen naar Rotterdam of
elders? Na een eerste vergelijking van alle mogelijke locaties in Nederland bleven
Amsterdam en Rotterdam over. Deze locaties zijn aan de hand van een aantal
objectieve uitgangspunten vergeleken om te voorkomen dat er een strijd zou ontstaan
tussen Amsterdam en Rotterdam. Er moet een CTO (Centrum voor Topsport en
Onderwijs) aanwezig zijn. De KNRB moet een visie ontwikkelen op de mogelijkheden
voor zowel de Bosbaan als de Willem Alexanderbaan. Het belang van de sporters (de
bereikbaarheid tussen wonen, werken, studie en trainen) en bovendien nog het pakket
aan eisen, waarover de heer Mijnders sprak.
− Het NOC*NSF heeft schriftelijk verklaard dat er voorlopig geen CTO in Rotterdam
komt. Dat geldt ook voor Utrecht. CTO Amsterdam draagt jaarlijks 200.000 euro
bij aan de exploitatie van het OTC, waarmee sportartsen, fysiotherapeuten,
masseurs en dergelijke betaald worden.
− De Bosbaan heeft wel een goede infrastructuur, hoewel het gebouw te klein is,
niet energiezuinig is en geen goede faciliteiten heeft. Het gebouw is echter wel
eigendom van de KNRB. De Bosbaan zou de thuishaven van de selectie kunnen
zijn en gebruikt worden voor trainingen van de plaatselijke verenigingen,
talentenontwikkeling, aangepast roeien en de nationale wedstrijden. Na 2014
voldoet de Bosbaan niet meer aan de internationale eisen en zullen internationale
wedstrijden naar de Willem Alexanderbaan gaan.
− De Willem Alexanderbaan, waar net de eerste wedstrijden zijn gehouden, is
gebouwd met financiële steun van het ministerie van VWS en gemeente
Rotterdam voor recreatie en topsport, maar ook als waterberging. Er is uitgebreid
gekeken naar de mogelijkheden van een trainingscentrum op de Willem
Alexanderbaan. De gemeente Rotterdam is bereid om de bouw van de extra
benodigde ruimte te financieren. De KNRB kan die ruimte huren voor een
kostendekkende prijs. Het bestuur betwijfelt echter of Rotterdam de kosten zou
willen dragen voor een roeibak. De ligging van de Willem Alexanderbaan is niet
optimaal ten opzichte van wonen, werken en studeren. De afstanden zijn te groot
om tussen trainingen naar huis of naar school of universiteit te kunnen. In
Amsterdam liggen twee universiteiten, de Johan Cruijff University en de HVA op
fietsafstand en bovendien is het totale studieaanbod daar iets breder. Als het
bondsbureau zou verhuizen, dan moeten de medewerkers verhuizen of verder
gaan reizen, wat leidt tot hogere kosten.
− Het roeierspotentieel is in Amsterdam veel groter dan in Rotterdam. Amsterdam
en het noorden van Nederland leveren door de jaren heen een groot deel van de
selectie.
− De KNRB heeft een convenant gesloten met de gemeente Amsterdam, waarin
staat dat het OTC tot 2015 gebruikt moet worden en bij voorkeur tot 2030.
10

− Als de KNRB naar Rotterdam zou verhuizen, dan heeft dat bovendien tot gevolg
dat behalve de huur voor de gebouwen op de Willem Alexanderbaan ook het
onderhoud van de gebouwen op de Bosbaan betaald moet worden.
Het bestuur heeft na ampele overwegingen gekozen voor Amsterdam.
De heer Meijers (projectleider OTC) voegt nog een aantal punten toe die een rol
gespeeld hebben in de afweging van het bestuur. Voor het WK 2014 zal extra ruimte
nodig zijn, waaraan de FISA bepaalde eisen stelt. Die benodigde ruimte is
meegenomen bij de afweging, hoewel die ook eventueel gehuurd zou kunnen worden.
Het WK 2014 is ook de directie aanleiding voor het tijdsprobleem, maar anderzijds
draagt de FISA bij aan de financiering. De oppervlakte van het huidige OTC zou
verdubbeld moeten worden. De ruimte zou later omgevormd kunnen worden voor
eigen gebruik. Het casco voor een roeibak zou voorbereid kunnen worden.
Voor een optimaal OTC is ongeveer 1200 m 2 nodig. Het huidige OTC is maar 600 m2.
Het gebouw aan de Willlem Alexanderbaan biedt ook niet voldoende ruimte, dus ook
daar zou uitgebreid moeten worden, zij het minder. De FISA vraagt om 1387 m 2 . Als
in de eerste fase grote ruimtes gecreëerd kunnen worden die voldoen aan de eisen
van de FiSA, dan kunnen die in de tweede fase geschikt gemaakt worden voor het
trainingscentrum. Spreker laat aan de hand van een plaatje zien waar de
verschillende functies zouden kunnen komen. Hij is de procescoördinator, maar maakt
niet het ontwerp.
In het ledenberaad voor de zomer werd uitgegaan van een investering van 2,5 miljoen
euro. Het bestuur streeft echter naar een lager bedrag. Bij een minimumscenario,
waarin wel rekening is gehouden met het casco voor een roeibak, komt de investering
op 1,6 miljoen euro. De KNRB zal daarvoor geld moeten aantrekken (funding,
subsidies en een deel financiering).
Mevrouw Van Heek (penningmeester) vervolgt het verhaal met de financiële
aspecten. Het bestuur wil een duurzaam gebouw neerzetten, zodat het ook na het WK
gebruikt kan blijven worden. Ten opzichte van juni 2012 zijn alleen de bedragen
aangepast. Het bestuur heeft in juni aangegeven alleen door te willen gaan met een
gedegen financiering. Omdat er op dit moment nog geen dekking gevonden is voor
het hele plan, wordt er gekozen voor fasering. De financiering is netto na aftrek van de
BTW. In antwoord op een eerder gestelde vraag legt zij uit dat bij een lineaire
hypothecaire lening de kosten oplopen, terwijl die bij een annuïteitenaflossing gelijk
blijven.
Spreekster geeft een toelichting op het financiële overzicht. Alle kosten zijn gebaseerd
op kengetallen. Tijdens het ledenberaad in juni is ook besproken onder welke
voorwaarden de plannen uitgevoerd zouden kunnen worden. Van de gemeente
Amsterdam heeft de KNRB inmiddels een beschikking van 375.000 euro. De BTW op
topsportgelden krijgt de KNRB terug. Bijdragen van de provincie en het ministerie van
VWS voor het WK 2014 zijn nog onzeker, evenals een deel van de externe
financiering. Voor 700.000 euro is dekking gevonden. Voor de rest wordt nog gewacht
op een bevestiging of moet een lening afgesloten worden. De KNRB zou het liefst
alles in één keer financieren, maar omdat dit tot nu toe niet gelukt is, stelt het bestuur
voor om voor de rest een lening aan te vragen. NOC*NSF, Innolab, de VU en HVA
hebben toezeggingen gedaan, maar die zijn nog niet schriftelijk bevestigd.
Tot slot gaat spreekster in op de risico’s van het realiseren van het minimumplan. Het
bestuur zal proberen om voor het WK 2014 zoveel mogelijk te voldoen aan de eisen
van de FISA, zodat het WK gehuisvest kan worden op de Bosbaan. Daarna kan de
locatie aangepast worden aan de wensen voor het OTC. De risico’s:
− De KNRB voldoet niet aan de door NOC*NSF vereiste inspanningsverplichting.
− De nog ontbrekende schriftelijke toezeggingen worden niet bevestigd;
−
−
De wijziging van het bestemmingsplan is niet op tijd akkoord.
De KNRB kan geen banklening krijgen of een lening met te hoge rente of een te
hoge lening. De KNRB wil en kan maximaal 600.000 euro als lening dragen.
De voorzitter brengt in herinnering dat er drie amendementen zijn binnengekomen van
De Laak, De Maas en De Hoop. Hij geeft in dezelfde volgorde het woord aan die
verenigingen.
11

De heer Haagsma (De Laak) verklaart dat de Laak positief staat tegenover het OTC,
maar zet wel wat vraagtekens bij de moeilijk te doorgronden exploitatie en de fasering.
Hij vraagt of de Financiële Advies Commissie (FAC) de vergadering wellicht kan
informeren over de hardheid van de cijfers. De Laak steunt de keuze voor Amsterdam,
maar pleit ervoor om de genoemde 600.000 euro niet in 30 jaar maar in 8 jaar af te
lossen. Het roeien krijgt er als focussport veel middelen bij. Wellicht kan door een
reallocatie van middelen binnen de KNRB ruimte vrijgemaakt worden voor een
aflossing in 8 jaar. In dat geval heeft dit voorstel de volledig steun van De Laak.
De heer Van der Burg (De Maas) spreekt mede namens Nautilus en de Goudse. Hij
brengt een e-mail in herinnering aan de toenmalige voorzitter van de KNRB over de
toeslag op de contributie voor de verbreding van de Bosbaan om de verplichtingen
voor de toekomst draagbaar te maken. De Maas is voorstander van uitbreiding van
het OTC, maar eigenlijk alleen als die tot stand gebracht kan worden zonder schulden
te creëren. Het ingediende amendement pleit er daarom voor om de omvang van de
ingrepen te beperken.
De heer S. van der Marck (De Hoop) spreekt ook namens het Spaarne, Nereus, De
Amstel, Willem III en RIC. Zij willen in ieder geval voorkomen dat er een tegenstelling
wordt gecreëerd tussen Amsterdam en Rotterdam, omdat dat ten koste zou gaan van
de belangen van de roeiers. Het amendement vraagt om een betere onderbouwing
van de cijfers, hoewel daarover vandaag al wat meer verteld is. De Amsterdamse
verenigingen pleiten ervoor om zoveel mogelijk gebruik te maken van de
subsidiemogelijkheden voor het WK 2014 in Amsterdam en om die manier van werken
te herhalen bij het WK 2016. In beide gevallen zouden de faciliteiten na het toernooi
aangepast kunnen worden voor eigen gebruik. Het amendement vraagt om meer visie
op het gebruik van de banen. Een van de mogelijkheden zou kunnen zijn dat
Rotterddam vooral ingezet wordt als wedstrijdbaan voor grote internationale
evenementen en Amsterdam als centrale trainingslocatie. De Amsterdamse
verenigingen stemmen in met het voorstel om het OTC in Amsterdam uit te breiden.
Mevrouw Neppérus (erelid) gaat in op de eerdere vraag of het FAC iets kan zeggen
over de cijfers. Het is de taak van het FAC om kritische vragen te stellen aan de
penningmeester. De FAC had aanvankelijk aarzeling over de haalbaarheid van de
plannen. De zuiniger variant lijkt meer reëel, maar er liggen nog wel wat punten die
uitgezocht moeten worden. De definitieve go/no-go beslissing kan pas op een later
moment genomen worden. De huidige presentatie wekt wat de FAC betreft voldoende
vertrouwen om de plannen verder te onderzoeken. De FAC heeft wel een grote
aarzeling bij toeslagen voor leden, maar het is aan het bestuur om daarover na te
denken. De FAC heeft voldoende vertrouwen in het scenario voor Amsterdam, maar
wil wel de uitwerking kunnen bekijken.
Mevrouw Compaan (Willem III) heeft begrepen dat er snel begonnen moet worden
met de uitbreiding om op tijd klaar te kunnen zijn voor het WK 2014. Zij heeft de indruk
dat iedereen tevreden is over de plannen en dat er alleen nog wat cijfermatige zaken
uitgezocht moeten worden. Zij was tijdens het ledenberaad al enthousiast en pleit voor
een snelle voortgang. Zij is ook enthousiast over de Willem Alexanderbaan, maar zij
vindt wel dat die zich nog moet bewijzen. Zij stelt voor om daar bijvoorbeeld
trainingskampen te organiseren.
De heer Van der Laan (Spaarne) sluit zich daarbij aan. Hij geeft het bestuur nog twee
punten mee:
De ALV geeft vandaag uitsluitend toestemming voor de besteding van 70.000 euro
aan voorbereidingskosten. De definitieve go/no-go beslissing volgt in maart 2013.
Spreker stelt voor dat het bestuur dan ook laat zien wat de mogelijkheden zijn om de
hypothecaire lening sneller af te lossen en dat dan ook in de begroting opneemt.
Tot slot herhaalt hij nadrukkelijk zijn verzoek aan het bestuur om een visie te
presenteren voor de Willem Alexanderbaan, waarin de hele Nederlandse
roeigemeenschap zich goed kan vinden.
12

De voorzitter bedankt de indieners van de amendementen voor hun toelichting en
voor de constructieve houding van de amendementen. Uit de discussie is duidelijk
naar voren gekomen dat bij het ontwikkelen van een roeimodel alle roeilocaties in
Nederland meegenomen moeten worden. Hij verwacht dat de Bosbaan in de toekomst
meer gebruikt zal worden voor trainingen en de Willem Alexanderbaan meer voor
wedstrijden en trainingskampen, met name ook voor buitenlandse equipes.
Omdat er vandaag geen quorum aanwezig is, zal er nog een vergadering nodig zijn
om te besluiten over de 70.000 euro voorbereidingskosten. In de periode tot maart
2013 zal verder toegewerkt worden naar een definitief go/no-go-besluit.
Het bestuur stelt voor dat de projectgroep verdergaat met de ontwikkeling van het
roeimodel, inclusief een visie op de roeilocaties, dat de ALV instemt met 70.000 euro
voorbereidingskosten en dat in maart 2013 het go/no-go-besluit wordt genomen.
De heer Haagsma (De Laak) wil nog graag een reactie op zijn voorstel met betrekking
tot de financiering.
De voorzitter antwoordt dat het bestuur de mogelijkheden voor een snellere aflossing
zal onderzoeken.
De heer Van der Burg (De Maas) verzoekt het bestuur om de dialoog met de
gemeente Rotterdam netjes af te ronden, maar bij voorkeur voort te zetten.
De voorzitter antwoordt daarop bevestigend. Hij concludeert dat de ALV vandaag
instemt met het door hem geformuleerde voorstel tot besluitvorming. Het formele
besluit zal genomen worden op vrijdag 9 november 2012. Dan is er echter geen
quorum meer noodzakelijk.
5. Benoeming leden van de kamer van de Commissie van Beroep
De heer Landman (secretaris) brengt in herinnering dat de benoeming van leden voor
Algemene Kamer al heeft plaatsgevonden, maar nog niet voor de Dopingkamer,
omdat het moeilijk bleek te zijn toxicologen en farmaceuten daarvoor te vinden.
Uiteindelijk is dat toch gelukt en kunnen de leden van de Dopingkamer nu benoemd
worden. Artikel 12 Tuchtreglement KNRB bepaalt, dat de voorzitter van de
Tuchtcommissie, voorzitter is van beide kamers. Mr. M.A. Dorgelo is reeds benoemd
tot voorzitter van de Algemene Kamer. Hij is derhalve op basis van het reglement, ook
te benoemen tot voorzitter van de Dopingkamer. Het bestuur stelt voor om mevrouw
mr. J. Frima (De Maas) en de heer drs. Van de Graaff (De Hunze) te benoemen.
Inmiddels zijn vier farmaceuten bereid gevonden om in de rappelkamer zitting te
nemen. Spreker vraagt de ALV akkoord te gaan met dit non-besluit, zodat het over
vier weken geformaliseerd kan worden. Aldus wordt besloten.
6. Rondvraag
Mevrouw Bovenhoff (Rijnland) informeert naar de status van het wedstrijdcontract.
Mevrouw Van der Stoel (commissaris wedstrijden) antwoordt dat er hard aan wordt
gewerkt. Er zal binnenkort informatie op de website gezet worden.
De heer G. Maks (KHB) bedankt voor de steun die KHB vandaag heeft gekregen van
verschillende verenigingen en roept de hele roeigemeenschap op om beschermheer
te worden. Verenigingen kunnen zich aanmelden via de website.
De heer Maes vraagt speciale aandacht voor de gouden medaille die Mitchel
Steenman en Rogier Blink behaalden op het EK in Varese, de eerste gouden EKmedaille
voor Nederland sinds 1973. Hij overhandigt de medaille voor de coach aan
het bestuur.
De heer De Jonge (Eem) deelt mee dat iedereen die zich aanmeldt als beschermheer
van de KHB de film “De perfecte haal” krijgt.
13

De voorzitter deelt tot slot mee dat Herma van der Stoel om persoonlijke redenen
besloten heeft om per direct te stoppen met haar bestuursfunctie. Hij bedankt haar
voor haar inzet. Er zal een vacature op de website geplaatst worden.
7. Sluiting
De voorzitter geeft het woord aan de erevoorzittende vereniging.
De heer Denissen spreekt namens de Koninklijke Nederlandsche Zeil- en
Roeivereniging in Muiden. De KNZ&RV is een tijdje weg geweest is uit de KHB, maar
is nu weer terug. Spreker belooft ook zijn schouders eronder te zullen zetten. Hij hoopt
met de bond daarover te kunnen praten, maar niet alleen over geld, vooral ook over
de veranderende wereld.
De voorzitter bedankt alle aanwezigen voor hun constructieve bijdrage en hoopt
iedereen weer te zien op 9 november 2012. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
voorzitter de vergadering om 13.05 uur.
14