Notulen van ALV 23 maart jl. - Koninklijke Nederlandsche Roeibond

hiermee de filosofie zien die ten grondslag ligt aan de manier waarop je zoiets kunt modeleren. Uit het
meerjarenplan blijken twee ambities, maar de vraag is op welke niveau te beginnen. Om dat te kunnen
bepalen moet allereerst duidelijk zijn hoe de roeiwereld in elkaar zit.
De getoonde piramide kent drie dimensies: het roeiniveau, een ladder van toernooien en de opleidingen. Er
zijn echter nog meer dimensies, zoals het coachkader, maar ook kamprechters, bestuurders, vrijwilligers,
verschillende soorten roeiverenigingen, faciliteiten en roeibanen. Daarnaast hebben ook overheidsbeleid en
wetgeving invloed op het opereren van de bond. De samenhang tussen al die elementen is groot en zij
beïnvloeden elkaar, zowel in positieve als in negatieve zin. De commissie gaat proberen om te zorgen voor
een duidelijker beeld van de roeiwereld.
De commissie heeft inmiddels toegezegd om een analyse te maken van de vier roeibanen die Nederland
inmiddels heeft en aan te geven hoe die capaciteit het beste benut kan worden, zodat er een goede balans
ontstaat tussen alle roeifaciliteiten in Nederland.
De commissie zal over de reguliere onderzoeksresultaten (monitors) communiceren via de ledenpost, het
roeicongres en de website. Resultaten van incidentele onderzoeken zullen gepubliceerd worden op de
website, in het blad Roeien en via de ALV.
De commissie beoogt heel transparant te opereren. Verenigingen kunnen onderzoeksvragen voorleggen
aan de commissie (onderzoek@knrb.nl). Waar mogelijk zullen vragen gebundeld worden.
De heer Van Dooren (Nereus) vraagt waar in de piramide de veteranen zitten, ook al is die categorie niet
van belang voor Nereus.
De heer Van der Marck (commissie Onderzoek en Advies) antwoordt dat veteranen onder breedtesport
onderin de piramide vallen. Het is niet mogelijk om alles zichtbaar te maken in deze piramide; de uitstroom
staat er bijvoorbeeld ook niet in, terwijl ledenbehoud heel belangrijk is.
Mevrouw Steenman(ARB) vraagt uit hoeveel leden de commissie bestaat en wie de prioriteit van
onderzoeksvragen bepaalt, als er heel veel vragen zouden binnenkomen.
De heer Van der Marck (commissie Onderzoek en Advies) antwoordt dat gedacht wordt aan ongeveer
zeven personen. Op dit moment vormen Arnoud Emke en hijzelf de commissie. Alle vragen die
binnenkomen, worden gegroepeerd en de commissie bepaalt de prioriteit. Het onderzoek moet ook het
beleid van de KNRB kunnen ondersteunen.
Mevrouw Steenman(ARB) vraagt of en hoe over de vragen en onderzoeken gecommuniceerd gaat worden.
De heer Van der Marck (commissie Onderzoek en Advies) antwoordt dat uiteraard regelmatig bekend
gemaakt zal worden welke vragen gesteld zijn en wat daarmee gebeurt. De uitvoering daarvan moet nog
nader uitgewerkt worden.
De heer Van der Vliet (Nautilus) vraagt naar aanleiding van de presentatie hoe de heer Van der Marck aan
de gegevens over de leeftijdsopbouw van roeiers in Nederland is gekomen. Hij kan zich niet herinneren dat
de verenigingen die gegevens noteren en doorgeven. Hij vraagt zich daarom af of de gegevens die de heer
Van der Marck presenteerde wel kloppen.
De heer Van der Marck (commissie Onderzoek en Advies) antwoordt dat die gegevens af te leiden zijn uit
het ledenbestand van de KNRB. De heer Van der Vliet stipt wel een ander belangrijk probleem aan. Het
systeem herkent oude lidmaatschappen, maar niet feilloos.
De voorzitter bedankt de heer Van der Marck en wenst de commissie veel succes.
10. Uitbreiding Olympisch Trainingscentrum
De voorzitter deelt mee dat de bestuurscommissie is uitgebreid met de heren Van Drooge, Arlman en Maes.
De -§¤*£¨¨£#.!Kwaliteit
heer Maes (commissie OTC) weet uit eigen ervaring dat een perfecte voorbereiding essentieel is. Van
is het weglaten van toeval.!Alle landen, waarmee Nederland concurreert,
bereiden zich steeds beter voor en Nederland kan daarin niet achterblijven. Daarom is de uitbreiding van
het OTC hard nodig.
Aan de hand van een impressie laat hij zien hoe het nieuwe OTC er ongeveer uit moet gaan zien. Vooral
het roeibasin met stromend water en videomogelijkheden, waarin 8 roeiers tegelijk (boordroeien en scullen)
kunnen trainen, is van groot belang. Omdat deze voorziening niet constant gebruikt zullen worden door de
equipe, zal deze ook beschikbaar zijn voor verenigingen. De commissie heeft de verenigingen gevraagd om
mee te denken over het gebruik en of zij bereid zijn om daarin te investeren dan wel de accommodatie te
huren.
10