KNMV Motocross Reglement 2013

32.01 Baanmeting
Tijdens training en wedstrijd wordt zo mogelijk langs de baan op een acceleratiepunt een
geluidsmeting van alle individueel langskomende motoren gedaan. De microfoon is
geplaatst op 7,5 m uit het hart van het hoofdrijspoor en onder een hoek van 45 graden in
de rijrichting.
Gedurende tenminste in drie ronden gemeten mag het geluidsniveau op de baan van de
individueel genoteerde rijder niet hoger zijn dan de vastgestelde dB/A-norm. Een registratie
van de gemeten waarden – inclusief de doorkomst en het rijnummer- wordt ten spoedigste
aan de WL overhandigd.
32.02 Meetprotocol
-- Er is in opdracht van de KNMV een volautomatisch geluidmeetsysteem ontwikkeld dat
met behulp van de nu reeds gebruikte transponders de geluidproductie van individuele
rijders kan vaststellen.
-- Er zal op alle (O)NK wedstrijden worden gemeten met dit systeem.
-- Geluid meten zal gebeuren op basis van het gemiddelde geluidniveau per rijder per
training/manche.
-- Er wordt een gemiddeld geluidniveau voor alle NK klassen van 94 dB(A) en voor ONK
klassen van 100 dB(A) gehanteerd. Op basis hiervan zal men handhaven, waarbij een
correctie wordt toegepast volgens de tolerantie conform opgave fabrikant (afhankelijk
van type 1 of type 2 meter).
-- Straffen op basis van overschrijding: 1 dB(A) te hoog dan volgt een tijdstraf, 2 dB(A) of
meer te hoog dan volgt diskwalificatie van betreffende training/manche.
-- Is een rijder tijdens de training en de eerste manche in overtreding dan volgt uitsluiting
voor deelname aan de tweede manche.
-- Geluidofficials bepalen samen met de organisatoren waar de opstelling van de
geluidmeetapparatuur dient plaats te vinden.
-- Gedurende de meting mag het omgevingsgeluid binnen een straal van 5 meter van de
meter niet hoger zijn dan 85 dB/A.
-- De instrumenten voor geluidscontrole moeten voldoen aan de internationale norm IEC
651, type 1 of type 2. De geluidsmeter moet regelmatig worden gekalibreerd voor
controle en afregeling van de meter tijdens de gebruiksperiode conform opgave
fabrikant.
-- Er wordt in de stand "slow" gemeten. Een geluidsmeting mag niet plaatsvinden in de
regen. Motoren worden gemeten met de windrichting afzijdig van de microfoon.
-- Als gevolg van de invloed van de omgevingstemperatuur op de geluidstesten is bij 20º
de aanwijzing correct. Voor controles, uitgevoerd bij temperaturen beneden de 10º, is er
een tolerantie van + 1 dB/A en voor controles beneden 0º is de tolerantie + 2 dB/A.
32.03
De in voorgaand artikel genoemde dynamische meting wordt uitgevoerd volgens het
Meetprotocol Dynamische Baanmetingen 2011. In de KNMV-competitie voor alle NK klassen,
mag onder die omstandigheden een individueel gemeten motor niet meer geluid maken
dan 94 dB/A, voor de ONK klassen is dit 100 dB/A
In overeenstemming met het Motorsportreglement, het Tuchtreglement, het Reglement
Protesten en het Motocross Reglement wordt bij overschrijding van deze baannorm (inclusief
de toegekende correcties toleranties) een tijdstraf opgelegd of volgt diskwalificatie.
39