Motoball reglement 2013 - Knmv

MOTOBALL
REGLEMENT
2013
KNMV
Zijpendaalseweg 1
Postbus 650
6800 AR ARNHEM
Tel. Algemeen: 026 - 3528510
Tel. Sport: 026 - 3528515
Fax: 026 - 3528522
Email:
info@knmv.nl
Internet:
www.knmv.nl
Hiermede komen alle voorgaande edities te vervallen.
1

INHOUDSOPGAVE
ALGEMEEN
75.1 Definitie 5
75.2 Regel en voorschriften 5
75.3 Reglement 5
75.3.1 Sportregels algemeen 5
75.3.2 Spelregel - automatische strafmaatregelen 5
75.4 Soorten Motoballwedstrijden 5
75.4.1 Internationale wedstrijden 5
75.4.2 Internationale clubwedstrijden 5
75.4.3 Nationale wedstrijden 5
75.4.4 Jeugd 5
HET VELD
75.11 Veiligheidsvoorzieningen op het veld 6
75.12 Veldmarkering 6
75.13 De doelcirkel 6
75.14 Penaltygebied (strafschop) 6
75.15 Penaltystip 6
75.16 De lijnen 6
75.17 Het doel 6
75.18 Lichtwedstrijden 7
75.19 Toegang tot het veld 7
DE ORGANISATIE
75.21 Voorzieningen door de organisator 7
75.21.1 7
75.21.2 7
75.21.3 7
75.21.4 7
75.21.5 7
75.21.6 7
75.22 Spelers 7
75.22.1 Individuele licentie van de spelers 8
75.22.2 Geldigheid spelerslicentie 8
75.23 Motoren 8
75.23.1 9
DE FUNCTIONARISSEN
75.31 Organisatoren 9
75.31.1 Jury 9
75.31.2 Scheidsrechter 9
75.32 Taken van de scheidsrechters 9
75.32.1 Geldigheidsduur scheidsrechterslicentie 9
76.32.2 Taak van de scheidsrechter 9
75.33 Lijnrechters 10
VOOR DE WEDSTRIJD
75.41 Training 10
75.42 De wedstrijd 10
2

75.43 Betreffende de tijd 10
75.44 Prijzen premies 11
75.45 Indeling 11
75.46 Wensen - klachten - protesten 11
75.46.1 11
75.46.2 11
75.47 Verzekering 11
75.48 Toepassing van het reglement 12
SPELREGELS
75.51 Spelers en machines 12
75.52 Uitrusting van de spelers en teams 13
75.53 Ballen en reglementering 13
Bekerwedstrijden 13
Competitiewedstrijden 14
75.54 Presentatie van het team aan het begin en het einde
van een wedstrijd 14
75.55 Toewijzing van de speelzijde van ieder team 14
75.56 Indeling van de speeltijd 14
75.57 De bal in het spel brengen 14
75.58 Het voortbewegen van de bal 15
75.59 De bewegingen van de spelers 15
75.60 Voorrangsregels 15
75.61 Voordeelregel 15
75.62 Vastgehouden of afgeklemde bal (scheidsrechtersbal) 15
75.63 Rechten en plichten van de doelverdediger 16
75.64 Doelpunt maken 16
75.65 Buitenspelgebied en regels (doelcirkel) 16
75.66 Strafschopgebied en regels 16
75.67 Fouten 16
75.68 Verkeerde handelingen 17
75.70 Strafschop 17
75.70.1 Fouten leidend tot een strafschop 17
75.70.2 Strafschopstip 17
75.70.3 Plaats van de spelers 17
75.70.4 Het nemen van de strafschop 17
75.71 Fouten die leiden tot een vrije trap 18
75.71.1 Vrije schoppen 19
75.72 Hoekschop 19
75.73 Bal uit buiten de lijnen 19
75.74 De bal in het spel brengen vanachter de doellijn 19
75.75 De bal in het spel brengen vanaf de zijlijn 19
75.76 Rapportage en protest 20
WERKING AUTOMATISCHE STRAFMAATREGELEN
75.81 Strafmaatregelen 20
75.82 Schorsing voor bepaalde tijd 20
75.83 Boetes 20
75.84 Het team respecteert de presentatie aan het publiek aan 21
het begin van de wedstrijd niet
75.85 Het team respecteert de presentatie aan het publiek aan 21
3

het eind van de wedstrijd niet
75.86 Aanvoerder weigert te verschijnen aan het eind van de 21
wedstrijd of het wedstrijdverslag te tekenen
75.87 Het team verlaat het veld gedurende de wedstrijd 21
75.88 Wedstrijd wordt gestopt door scheidsrechter, omdat een 21
speler die van het veld gestuurd wordt dit weigert te doen
75.89 Gevaarlijk en ruw spel 21
75.90 Incorrect optreden van een speler tegen de scheidsrechter 22
75.91 Incorrect optreden van de manager tegen de scheidsrechter 22
75.92 Ruw optreden van een speler tegen de scheidsrechter 22
75.93 Ruw optreden van de manager tegen de scheidsrechter 22
75.94 Ruw optreden tegen spelers van het andere team 22
75.95 Incorrect optreden of beledigen van tegenstander of manager 22
75.96 Publiek op het veld 22
75.97 Publiek op neutraal veld 22
75.98 Incorrect optreden van een speler tegen de toeschouwers 23
75.99 Incorrect optreden van een manager tegen de toeschouwers 23
75.100 Uitstel 23
75.101 Een team te laat op het veld van de tegenstander 23
75.102 Reserve staat met draaiende motor bij de middenlijn, of 23
een speler rijdt het veld op ergens anders dan bij de middenlijn
75.103 Motorfiets niet volgens de regels 23
75.104 Te weinig ballen 23
75.105 Lijnen trekken niet of slecht gedaan 23
75.106 Entreegelden 24
75.107 Vriendschappelijke en internationale wedstrijden 24
75.108 Het wegsturen van een speler 24
75.109 Spelers zonder licentie, geschorst of onbevoegde spelers 24
75.110 Niet compleet team 24
75.111 Het stoppen van een wedstrijd door de scheidsrechter wanneer één 24
of beide teams zich onthouden van actieve deelname aan de wedstrijd
76 TECHNISCHE BEPALINGEN MOTOBALL 24
4

ALGEMEEN
75.1 DEFINITIE
Een motoballwedstrijd is een ontmoeting tussen twee teams op een veld, belijnd en voorzien
van veiligheidsvoorzieningen volgens de regels.
75.2 REGELS EN VOORSCHRIFTEN
Alle motoballwedstrijden worden georganiseerd volgens het KNMV-Motorsportreglement en
het Motoball Reglement. Aanvullende Bepalingen voor evenementen mogen niet in strijd
zijn met het KNMV-Motorsportreglement. Is dat toch zo, dan is deze toevoeging van geen
waarde.
75.3 REGLEMENT
75.3.1 Sportregels algemeen
Onder dit hoofdstuk vallen de voorschriften voor alle motoballwedstrijden georganiseerd
door de KNMV.
75.3.2 Spelregels - automatische strafmaatregelen
Onder dit hoofdstuk vallen slechts nauwkeurige bepalingen voor iedere afzonderlijke
wedstrijd en bijbehorende strafmaatregel in geval van overtredingen van deze regels.
75.4 SOORTEN MOTOBALLWEDSTRIJDEN
Motoballwedstrijden zijn verdeeld in drie categorieën, nl.:
1. internationaal - UEM FIM-Europe-kampioenschappen en Prijzen (teams)
2. internationaal (interclubs)
3. nationaal
4. Jeugd
75.4.1 Internationale wedstrijden
Behoren uitsluitend te worden gespeeld door nationale teams samengesteld door de
nationale motorsportbonden. Bij Internationale wedstrijden zijn de UEM FIM-Europe
code, alsmede de UEM FIM-Europe Motoball Rules van toepassing.
75.4.2 Internationale clubwedstrijden
Behoren uitsluitend te worden gespeeld door teams van clubs na toestemming te hebben
gekregen van de KNMV.
75.4.3 Nationale wedstrijden
Behoren uitsluitend te worden gespeeld door teams van clubs volgens een rooster
opgesteld door de KNMV (of sectie commissie). Deze wedstrijden worden gespeeld volgens
de UEM FIM-Europe-reglementen en aanvullende reglementen van de KNMV.
Indien een organisator een competitiewedstrijd wenst te verplaatsen dan dient hij dit uiterlijk
14 dagen voor de afgelaste datum schriftelijk aan te vragen bij het KNMV-bondsbureau.
75.4.4. Jeugdwedstrijden
Jeugdwedstrijden worden in clubverband door bij de KNMV aangesloten motoball
verenigingen georganiseerd voor leden van de vereniging welke in het bezit zijn van een
KNMV districtslicentie.
5

HET VELD
75.11 Veiligheidsvoorzieningen op het veld
Het veld waarop de motoballwedstrijd gespeeld wordt is als bij voetbalwedstrijden. Het veld
moet langs de zijlijnen afzettingen hebben op minstens 1,5 meter van de lijn en bij de
achterlijnen op minstens 3 meter. Indien de afstand van 3 meter achter de achterlijnen niet
realiseerbaar is, dienen aanvullende veiligheidsmaatregelen getroffen te worden; zulks ter
beveiliging van publiek en spelers.
75.12 Veldmarkering
Dit zijn de minimum standaardregels van het veld vastgesteld door de KNMV. Deze zijn
hetzelfde als voor een voetbalveld.
Maximum lengte: 110 meter - Maximum breedte: 75 meter
Minimum lengte: 85 meter - Minimum breedte: 45 meter
Indien andere maten, dan vermelden in het Aanvullend Reglement. Achterlijnen aan elk
einde van het veld. Zijlijnen loodrecht op de achterlijnen. Middenlijnen tussen de
achterlijnen. Op deze lijn, precies in het midden, is het middelpunt van een cirkel met een
diameter van 18,30 meter, genaamd de middencirkel. Op de hoeken van een speelveld
moeten hoekvlaggen staan van 60 x 60 cm op flexibele stokken met een minimale hoogte
van 150 cm.
75.13 De doelcirkel
Het doelgebied heeft de vorm van een halve cirkel en een straal van 5,50 meter, gemeten
vanuit het punt midden tussen de doelpalen.
75.14 Penaltygebied (strafschop)
Dit bestaat uit een vierkant met als basis een deel van de achterlijn. De uiterste punten
liggen op 16,50 meter buiten de doelpalen. Bij deze twee punten worden loodrecht op de
achterlijn twee lijnen getrokken met een lengte van 16,50 meter. Deze einden worden
verbonden door een lijn die parallel loopt aan de achterlijn.
75.15 Penaltystip
In elk strafschopgebied wordt op een plaats die bepaald wordt door een denkbeeldige lijn,
loodrecht op de achterlijn, 11 meter vanuit het midden van het doel, de penaltystip
gemarkeerd.
75.16 De lijnen
Het veld moet door witte lijnen gemarkeerd zijn. De lijnen dienen een minimale breedte te
hebben van 12 cm. De middenlijn dient minimaal 24 cm breed te zijn. Bij gebrek aan een
witte kleur zijn andere felle kleuren toegestaan. Lijnen aangegeven door middel van
gegraven geultjes is niet toegestaan. Voldoet het veld niet aan de voorgeschreven
belijning, dan wordt de wedstrijd verloren door het thuisspelende team. (N: De
organiserende vereniging krijgt 15 minuten om aan de gestelde eisen te voldoen). Er wordt
dan een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld, tenzij de verantwoordelijke club alsnog aan
deze voorwaarden kan voldoen.
75.17 Het doel
Het doel moet beslist wit geverfd zijn en voorzien van netten die in de grond bevestigd zijn.
Breedte van 7,32 meter, hoogte 2,44 meter. De doelen moeten van stevige constructie zijn.
6

75.18 Lichtwedstrijden
Iedere wedstrijd kan 's avonds worden gespeeld op voorwaarde dat het veld goed verlicht
is. Minimaal 200 lux op het hele veld. Als het veld onvoldoende verlicht is wordt de wedstrijd
in geen geval gespeeld en moet de organiserende club de afgesproken vergoeding
betalen. Als een officiële wedstrijd door onvoldoende licht wordt geannuleerd, wordt de
wedstrijd beschouwd als verloren wegens het in gebreke blijven door de organiserende
club. De scheidsrechter beslist of het licht voldoende is en de wedstrijd wordt gespeeld of
niet. De bal gebruikt tijdens lichtwedstrijden moet wit zijn.
75.19 Toegang tot het veld
Niemand mag zich tijdens de wedstrijd tussen het speelveld en de buitenafzetting van het
veld bevinden, met uitzondering van de spelers, scheidsrechters en grensrechters.
DE ORGANISATIE
75.21 Voorzieningen door de organisator
Voor de organisatie moet men voorzien in:
75.21.1
Een aantal functionarissen, voorzien van een armband, belast met de ordehandhaving.
Eén ervan is speciaal belast met de begeleiding van de scheidsrechters.
75.21.2
Een goed uitgeruste EHBO-post
75.21.3
Een brancard
75.21.4
Een brandblusapparaat
75.21.5
Warm en koud water waarmee de spelers zich kunnen wassen.
75.21.6
Een sleutelruimte achter de doellijn in de hoek, behalve indien een permanente pits
aanwezig is. In de sleutelruimte of een permanente pits dienen milieumatten onder de
motoren gebruikt te worden.
Iedere overtreding van deze voorschriften zal in het verslag vermeld worden en de
overtreding van de voorschriften kan bestraft worden.
75.22 Spelers
Deelnemen aan wedstrijden mogen alleen spelers in het bezit van een nationale
(internationale) licentie voor het betreffende jaar. Licenties worden alleen verstrekt indien de
vereniging is vermeld waarvoor de betreffende licentiehouder speelt. Spelen bij andere dan
op de licentie vermelde vereniging is alleen toegestaan indien men toestemming heeft
verkregen van de vereniging waarvoor men normaliter speelt. Bij competitiewedstrijden is dit
niet toegestaan.
7

Zij moeten de scheidsrechters tonen:
- Hun nationale (internationale) licentie voor het lopende jaar (de teams zijn
verantwoordelijk voor de spelers en riskeren een boete wanneer na het doornemen van
de verslagen een of meerdere spelers niet in het bezit van een licentie blijken te zijn).
- Een helm in goede staat welke door de KNMV is goedgekeurd
- Zij moeten beenbescherming hebben en lederen (of gelijksoortig materiaal)
handschoenen dragen: schoenen mogen geen gevaar voor anderen opleveren, zulks ter
beoordeling van de scheidsrechter.
- De helmen van een team moeten één en dezelfde kleur hebben.
Een team mag een speler van een ander team inzetten wanneer zij maximaal 4 spelers en
een keeper hebben. De geleende speler dient als laatste op het wedstrijdformulier vermeld
te worden. Een speler mag maximaal 2 keer per jaar worden geleend.
75.22.1 Individuele licentie van de spelers
Deze wordt verstrekt door de KNMV. Een speler die een licentie heeft aangevraagd zal niet
mogen spelen voor hij deze licentie heeft ontvangen.
Om voor een licentie in aanmerking te komen moet iedere kandidaat:
- Tenminste 15 jaar zijn
- Voor 15, 16- en 17-jarigen moet een verklaring van de ouders worden overlegd dat zij
mogen motorrijden.
75.22.2 Geldigheid spelerslicentie
Deze zijn geldig van 1 januari tot en met 31 december van enig jaar.
75.23 Motoren
Motoren toegelaten voor de wedstrijd mogen geen grotere cilinderinhoud hebben dan 250
cc en niet langer zijn dan twee meter twintig. Hun minimum gewicht is 70 kg. Het maximum
gewicht is 120 kg. zonder brandstof.
De motoren mogen geen onnodige accessoires hebben of delen die andere spelers
kunnen storen of die door hun vorm, hun scherpte of hun stand een gevaar kunnen vormen
voor de spelers of schade kunnen toebrengen aan de bal. Zij moeten alle voorzien zijn van
een (uitlaat)demper.
De hoofdstandaards en mechanische toevoegingen, welke de bal kunnen meevoeren
zonder de voet te gebruiken, en omgekeerde sturen zijn verboden. De maximale breedte
van het stuur is 70 cm; de daarop aangebrachte bedieningshendels mogen niet uitsteken.
Alle uitstekende delen, uiteinden van handles, sturen en pedalen moeten beschermd zijn
met rubberen of metalen bollen met minimaal 15 mm diameter. (zie KNMV Technisch
Reglement, deel B Baansport).
De motoren moeten zijn uitgerust met twee kettingbeschermers; een hoofdbeschermer
lopend van de versnellingsbak naar het achterwiel, een kleinere beschermer, minstens 10
cm lang die de ketting tegen aanraking beschermd aan de buitenzijde van de onderkant
van het achterkettingwiel.
Deze kan worden vervangen door een beschermplaat, gemonteerd aan de buitenzijde van
de motorfiets. De motoren die niet aan deze voorwaarden voldoen mogen niet tot de
wedstrijd worden toegelaten.
De motorfietsenstalling of pits bevindt zich achter de achterlijn op de hoek, behalve
wanneer ingerichte stallingen zijn gebouwd. Iedere overtreding op deze voorwaarden kan
gestraft worden volgens de voorschriften van de vastgestelde strafmaatregelen.
8

Het wordt aanbevolen de motor te beschermen door een extra stang (bar) zodat geen
onderdelen zoals voetsteunen, rem enz. uitsteken buiten deze stang.
Indien spatborden gemonteerd zijn mag de afstand tussen spatbord en band niet meer zijn
dan 10 cm.
75.23.1
Motoren moeten voorzien zijn van teruglopend gashandle. Het geluidsniveau mag niet meer
bedragen dan 98 dBa. (Meting volgens Technische Reglement KNMV).
Motoren mogen geen hinderlijke rook produceren.
Op het achterwiel mag alleen een trialband (volgens Technisch Reglement KNMV) welke
door de KNMV is goedgekeurd worden gebruikt. De keuze voor het voorwiel is vrij.
DE FUNCTIONARISSEN
75.31 Organisatoren
Organisatoren kunnen alleen zijn aangesloten bij de KNMV of optreden namens een bij de
KNMV aangesloten vereniging; zij zijn volledige verantwoording verschuldigd aan de KNMV
voor de algemene organisatie van de wedstrijden.
75.31.1 Jury
De samenstelling van de jury is als volgt: hoofdscheidsrechter, 2e scheidsrechter en
organisator. Voorzitter van de jury is de hoofdscheidsrechter.
75.31.2 Scheidsrechters
Het wedstrijdgedeelte van iedere ontmoeting wordt geleid door twee scheidsrechters. De
scheidsrechters dienen minimaal 18 jaar en maximaal 60 jaar te zijn.
Deze zijn benoemd door de KNMV en moeten een scheidsrechters-licentie hebben,
afgegeven door de KNMV of de UEM FIM-Europe.
75.32 Taken van de scheidsrechter
75.32.1 Geldigheidsduur scheidsrechterslicentie
Deze zijn geldig van 1 januari tot en met 31 december van enig jaar.
75.32.2 Taak van de scheidsrechters
Bij het uitoefenen van hun taak moeten de scheidsrechters gekleed zijn in het wit. Een
scheidsrechter als toeschouwer aanwezig moet, wanneer een dienstdoende scheidsrechter
afwezig is - dit geldt voor een officiële wedstrijd - noodzakelijkerwijs de afwezige
scheidsrechter vervangen, zelfs wanneer hij geen fluit en uitrusting heeft. De organiserende
club moet hem hiervan voorzien. In geval van weigering wordt hij een maand geschorst en
in geval van herhaling van deze overtreding wordt zijn licentie ingetrokken.
Is er slechts één scheidsrechter op het veld dan moet iedere club een scheidsrechter
voordragen en loting moet uitwijzen welke scheidsrechter als zodanig zal optreden samen
met de officiële scheidsrechter. Wanneer er geen scheidsrechter op het veld is moet iedere
club er één benoemen. Is dit onmogelijk dan moet de organiserende club voor de
scheidsrechter zorgen. Officiële wedstrijden (avondwedstrijden en vriendschappelijke
wedstrijden) worden geleid door twee scheidsrechters. Bij iedere wedstrijd tussen teams uit
verschillende landen moet elk nationaal team een scheidsrechter benoemen.
De scheidsrechters zijn in functie en kunnen derhalve corrigerend of straffend optreden
gedurende één uur voor de wedstrijd tot 30 minuten na de wedstrijd.
De scheidsrechter kan een grensrechter vervangen als deze, naar het oordeel van de
scheidsrechter zijn taak niet naar behoren vervult.
9

Na te zijn verwijderd wordt de grensrechter vervangen door een scheidsrechter of de
manager of reservespeler van het team dat de vervangen grensrechter leverde.
75.33 Lijnrechters
Twee lijnrechters worden benoemd. Behalve in geval van strijdigheid met de voorschriften
van de aanvullende reglementen voor een wedstrijd, benoemt iedere club één lijnrechter.
Het is hun taak door middel van een witte vlag, bevestigd aan een stok aan te geven
wanneer de bal "uit" gaat over de zijlijn of de achterlijn en welk team het spel dient te
hervatten.
Het is tevens hun taak om aan te geven wanneer een speler in het bezit van de bal de
middenlijn passeert of indien een speler de bal over de middenlijn speelt en na het passeren
van de middenlijn de bal weer raakt, hetzij met zijn voeten hetzij met zijn machine voordat
een andere speler of machine de bal raakt.
De KNMV kan een official naar haar keuze afvaardigen als waarnemer bij een wedstrijd. Hij
moet in staat worden gesteld zich op alle besloten terreinen te kunnen begeven.
Ieder team moet voor een wedstrijd een grensrechter in geheel wit tenue in het veld
brengen. Bij in gebreke blijven hiervan zal de scheidsrechter een van de reservespelers
aanwijzen en zal het team met een reservespeler minder moeten verder spelen.
Een lijnrechter dient minimaal 16 jaar oud te zijn.
VOOR DE WEDSTRIJD
75.41 Training
Het veld moet uiterlijk 30 minuten voor de aftrap beschikbaar zijn, om de spelers in staat te
stellen maximaal 15 minuten te trainen en hun machines uit te proberen.
75.42 De wedstrijd
Deze is verdeeld in vier periodes van twintig minuten, van elkaar gescheiden door een
rustperiode van tien minuten. Tussen de tweede en derde periode wisselen de teams van
speelhelft.
Als een andere indeling wordt gehanteerd dient dit op het wedstrijdformulier te worden
vermeld.
75.43 Betreffende de tijd
De normale tijd voor de aftrap moet van tevoren worden vastgesteld. Maar in de twaalf
dagen voorafgaande aan de wedstrijd moet de organiserende club de bezoekende club
en de scheidsrechters informeren, teneinde dit tijdstip te bevestigen of te veranderen. De
scheidsrechters dienen het precieze tijdstip van de aftrap op het wedstrijdformulier vast te
leggen. Zij geven aan of er vertraging is en in dat geval de naam van het daarvoor
verantwoordelijke team. Een team dat, om welke reden dan ook, te laat is, moet
onmiddellijk telefonisch het andere team of de organisator inlichten. In geval van een grote
vertraging veroorzaakt door bijvoorbeeld een ernstig ongeval, zal de wedstrijd worden
uitgesteld tot een latere datum, vast te stellen door de KNMV. Overtreding van deze regel
betekent veroordeling tot het vergoeden van de organisatiekosten aan het organiserende
team.
Geen strafmaatregelen zullen worden toegepast in geval van een onbedoelde vertraging
van een team, tenzij de tegenstander een klacht indient.
De KNMV zal de reden tot vertraging onderzoeken en kan beslissen of het vertraagde team
door nalatigheid verloren heeft, onafhankelijk van de vastgestelde strafmaatregel.
De aanvoerder of manager van een team is verplicht zich 20 minuten voor aanvang van
een wedstrijd te melden bij de scheidsrechter met de licenties van de spelers van zijn team.
10

Na afloop van de wedstrijd is de aanvoerder verplicht binnen 30 minuten na afloop van de
wedstrijd het wedstrijdformulier bij de scheidsrechter te komen tekenen. Bij het staken van
een wedstrijd door de scheidsrechter voor het einde van de derde periode zal de gehele
wedstrijd worden overgespeeld.
Bij het staken van een wedstrijd door de scheidsrechter na de derde periode zal de
wedstrijd als beëindigd worden beschouwd en de op dat moment zijnde stand ook als
einduitslag worden aangenomen.
Een team heeft de wedstrijd met 3 - 0 verloren als:
- Het zonder opgaaf van reden niet verschijnt
- het team tijdens de wedstrijd het speelveld verlaat
- het team alsnog tijdens de wedstrijd een afgekeurde motor in het speelveld brengt
- het team een speler in het veld brengt die niet gerechtigd is voor dat team te spelen (zie
art. 075.109).
- het speelveld en toebehoren niet aan de reglementen voldoet verliest het organiserende
team met 3-0
75.44 Prijzen en premies
De prijzen voor de teams die vriendschappelijke wedstrijden spelen, worden door de
betreffende clubs vastgesteld
75.45 Indeling
De indeling bij officiële wedstrijden wordt gemaakt conform de aard van de wedstrijden; of
door de punten op te tellen, of door uitschakeling. Voor het kampioenschap wordt de
indeling gemaakt door punten op te tellen. Voor de cup wordt de indeling gemaakt door
uitschakeling.
75.46 Wensen - klachten - protesten
Deze zijn verdeeld in twee soorten:
75.46.1
Wensen, klachten en protesten kenbaar gemaakt voor de wedstrijd.
75.46.2
Wensen, klachten en protesten kenbaar gemaakt na de wedstrijd.
Beide soorten worden aangetekend op het wedstrijdformulier door de scheidsrechter, zoals
door de aanvoerder gedicteerd.
Alleen voor de protesten na de wedstrijd moet € 50,-- betaald worden. Dit wordt ontvangen
door de scheidsrechter van die wedstrijd die het in de daarop volgende week doorgeeft
aan de KNMV-penningmeester. Dit bedrag zal worden teruggegeven aan de klager,
uitsluitend wanneer de reden tot de klacht door de sportcommissie van de KNMV wordt
erkend.
De Werkgroep Motoball van de KNMV zal dat protest binnen 14 dagen behandelen. Het
team dat het protest verliest, zal naast de opgelegde boete ook verplicht zijn de kosten van
behandeling te voldoen.
75.47 Verzekering
De clubs die motoball beoefenen moeten een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering
afsluiten bij de KNMV om de club, haar leden en bestuursleden te vrijwaren van de
financiële gevolgen van de wettelijke aansprakelijkheid.
11

De deelnemers zijn middels hun licentie in het bezit van een aansprakelijkheidsverzekering.
Alle deelnemers dienen in het bezit te zijn van een geldige KNMV-licentie, dan wel van een
bij de UEM FIM-Europe aangesloten motorsportbond voorzien van toestemming om deel te
nemen aan het betreffende toernooi.
75.48 Toepassing van het reglement
Door het aangaan van een contract (lidmaatschap-licentie) verklaren clubs en spelers dat
zij volledig op de hoogte zijn van dit reglement en verklaren zij zich hieraan te onderwerpen
als ook aan iedere andere beslissing van de KNMV.
Iedere kwestie waarin dit reglement niet voorziet kan worden geregeld volgens het
internationale reglement van de UEM FIM-Europe of het nationale motorsportreglement van
de KNMV.
De KNMV is de enige beoordelaar voor de toepassing van dit reglement. De leden van de
UEM FIM-Europe en de KNMV kunnen iedere clausule of technische toevoeging voordragen.
De voorschriften in deze bijlage zijn geldig voor alle motoballwedstrijden.
De Werkgroep Motoball der KNMV kunnen voorstellen voor reglementswijzigingen in dienen
bij het bestuur van de KNMV. Wijzigingen dienen door het Hoofdbestuur van de KNMV te
worden goedgekeurd en aan alle belanghebbenden schriftelijk zijn meegedeeld.
SPELREGELS
75.51 Spelers en machines
Een motoballteam bestaat uit acht spelers, twee monteurs en een manager. Ieder team
bestaat uit vijf spelers; één doelverdediger en vier veldspelers, voorts twee reservespelers bij
vervanging met hun machines met afgezette motor aan de zijlijn; een volgende speler in het
rennerskwartier (sleutelruimte) die alleen op verzoek van de scheidsrechter kan worden
opgeroepen, terwijl de te vervangen speler naar het rennerskwartier gaat. Een team mag
maximaal 8 motoren gebruiken gedurende de wedstrijd.
Voor de wedstrijd moet ieder team de aanvoerder en zijn vervanger aan de scheidsrechter
voorstellen. De fungerende aanvoerder moet om zijn linkerarm een armband dragen, met
een kleur verschillend van die van zijn shirt. De vervangende aanvoerder neemt de plaats in
van de fungerende aanvoerder wanneer deze is uitgevallen om welke reden dan ook.
Wanneer beide zijn uitgevallen moet het team een andere aanvoerder aan de
scheidsrechter voorstellen.
Wanneer dit niet gebeurd, zal de scheidsrechter een speler tot aanvoerder benoemen. Het
is voor de betreffende speler niet mogelijk deze benoeming te weigeren.
Na overeenstemming tussen de twee teams mogen zij bij de presentatie met minimaal 5 en
maximaal 8 machines op het veld verschijnen. Met instemming van de scheidsrechter mag
iedere speler de plaats innemen van de gewonde doelverdediger. Een vervanger mag
alleen het veld betreden via het midden van het veld. Hij mag niet stoppen bij het midden
van het veld met draaiende motor.
Dit geldt ook voor iedere speler die naar de monteurstand is gegaan of ergens anders
reparaties heeft verricht.
Behalve de doelverdediger, hij is niet verplicht om via het midden van het veld te komen.
Iedere overtreding van deze regel wordt bestraft met een vrije schop op het punt waar de
speler onreglementair het veld betrad. De vervanger en de te vervangen speler mogen zich
niet samen op het veld bevinden. Voor iedere overtreding van deze regel zal de
scheidsrechter de te vervangen speler en zijn vervanger voor vijf minuten (gele kaart) naar
de zijlijn sturen, hetgeen niet voorkomt dat het overtredende team een vrije schop tegen
krijgt. Als niet duidelijk is wie de te vervangen speler is, mag de aanvoerder hem aanwijzen.
12

De automatische strafmaatregelen art. 75.102 zijn hieraan toegevoegd. Als een team uit
minder dan drie spelers bestaat, kan er niet worden doorgespeeld wanneer het een
officiële wedstrijd betreft (zie verder art. 75.56). Een team moet zich met minstens vijf spelers
presenteren anders is de wedstrijd verloren wegens het in gebreke blijven.
Indien slechts vier rijders worden gepresenteerd en het een officiële wedstrijd betrof, moet
een vriendschappelijke wedstrijd worden gespeeld. In deze twee gevallen wordt art. 75.110
van de automatische strafmaatregelen toegepast.
75.52 Uitrusting van de spelers en teams
Iedere speler kleedt zich in een shirt in de kleur van de club, behalve de doelverdediger
wiens shirt verschilt van die van de rest van het team. Wanneer de shirts dezelfde kleur
hebben, zal het bezoekende team haar kleur veranderen. Deze shirts zullen door het
thuisspelende team beschikbaar worden gesteld.
In geval van een neutraal speelveld zal de dichtstbijzijnde gevestigde club als ontvangend
team worden beschouwd, of zal, na overeenstemming het lot beslissen.
Zij mogen nooit in het wit gekleed zijn. De kleur oranje is uitsluitend gereserveerd voor het
nationale team. Iedere speler moet een nummer op de achterkant van zijn shirt hebben, de
motoballverenigingen moeten opeenvolgende nummers aan hun speler toekennen. De
nummers moeten duidelijk zichtbaar zijn, minimale hoogte 15 cm, minimale breedte 5 cm. Zij
dienen vervaardigd te zijn van een contrasterende kleur.
Alle spelers van een team dienen goedgekeurde helmen te dragen van gelijke kleur.
75.53 Ballen en reglementering
De bal is van rubber met een buitenkant van leer of een gelijkwaardig materiaal. De omtrek
is minimaal 119 cm en maximaal 126 cm. Het minimum gewicht is 900 gram en het
maximum gewicht is 1200 gram. De ballen worden voor de wedstrijd gewogen. Elk team
moet twee ballen in goede staat aanbieden. Een bal van elk team wordt voor een halve
wedstrijd gebruikt. Het bezoekende team verschaft de bal voor de eerste en tweede
periode, en het ontvangende team voor de derde en vierde periode.
BEKERWEDSTRIJDEN
In geval van verlenging verschaft het bezoekende team de bal voor de eerste periode en
het andere team voor de tweede periode. Bij avondwedstrijden moeten de ballen wit zijn.
Wanneer het spel wegens gebrek aan ballen gestopt wordt, zal het team dat met één bal
of zonder ballen aantrad wegens deze tekortkoming verliezen met minimaal 3-0.
Wanneer het team dat niet in gebreke was op het moment van stoppen met 3 doelpunten
of meer voorstond, zal deze stand gehandhaafd worden.
13

COMPETITIEWEDSTRIJDEN
Wanneer het spel wegens gebrek aan ballen gestopt wordt, en de teams ieder met twee
goede ballen aantraden, wordt de wedstrijd beschouwd als te zijn geëindigd na de derde
periode. Als het spel stopt vóór het einde van de derde periode moet de wedstrijd worden
overgespeeld.
75.54 Presentatie van het team aan het begin en het einde van een wedstrijd
Voor de presentatie moeten de teams noodzakelijkerwijs starten vanuit de monteurstand en
naar het midden van het veld gaan; zij moeten zich op één lijn, evenwijdig aan de zijlijn,
opstellen. Dan, op last van de scheidsrechters, gaan zij naar de zijlijn waar de toss zal
plaatsvinden. Zij rijden een ronde om het veld om zich aan de toeschouwers te presenteren.
Bij deze presentatie rijdt de aanvoerder voorop terwijl de anderen volgen.
Na de wedstrijd moeten de teams zich aan de officials presenteren en daarna naast elkaar
een ereronde om het veld rijden, met het winnende team aan de toeschouwers zijde.
De presentatie aan de toeschouwers is voorschrift, zelfs al is het team incompleet.
In geval van het defect zijn van de motoren zullen zij lopen. Deze presentatie moet
onmiddellijk na het laatste fluitsignaal plaatsvinden.
Wanneer dit niet in acht wordt genomen, zal het overtredende team gestraft worden
volgens de automatische strafmaatregelen (zie art. 75.84 en 75.85).
75.55 Toewijzing van de speelzijde van ieder team
Dit gebeurt door loting aan het begin van een wedstrijd en verder door tussen de tweede
en derde periode van speelhelft te wisselen. Het winnen van de loting geeft de aanvoerder
de keus tussen de aftrap en het kiezen van een speelhelft.
75.56 Indeling van de speeltijd
De wedstrijd is verdeeld in vier periodes van twintig minuten. Deze zijn van elkaar
gescheiden door een rustpauze van tien minuten. In geen geval mag de scheidsrechter de
rusttijd wijzigen. Tussen de tweede en de derde periode wisselen de teams van speelhelft.
Als de scheidsrechter ziet dat er van een team nog maar twee spelers in het veld zijn, fluit hij
het spel dood. In dit geval mag hij het spel voor een tienminutenstop onderbreken. Een
team mag slechts één zo'n onderbreking hebben. Als dit feit zich herhaal,t stopt de
scheidsrechter de officiële wedstrijd en maakt er een vriendschappelijk duel van. Wanneer
hij de officiële wedstrijd affluit, is de behaalde score in het voordeel van het nog spelende
team, met een minimale score van 3-0. In geval van een gelijk spel voor de cup of
finalewedstrijd en als de aanvullende reglementen voor de wedstrijden zijn toegepast, moet
de scheidsrechter tweemaal tien minuten verlengen met daartussen een rustpauze van vijf
minuten. Voor de aftrap van de extra speeltijd wordt opnieuw geloot voor de speelhelft. De
scheidsrechter houdt de onderbrekingen gedurende de periode bij en hij verlengt de
wedstrijd aan de hand daarvan. Hij moet op het wedstrijdformulier vermelden of de
wedstrijd op tijd is begonnen (zie art. 75.100).
75.57 De bal in het spel brengen
De wedstrijd begint als volgt:
De bal wordt op de middenstip gelegd. De drie aanvallers van de aftrappende partij staan
achter de middenlijn. Hun voorwiel mag deze lijn raken. De spelers van het andere team
moeten buiten de middencirkel op hun helft blijven. De keepers staan in hun doelgebied.
Op het eerste fluitsignaal van de scheidsrechter start een speler het spel met een
voorwaartse tik met de voet.
14

De bal moet een afstand van 1,5 meter op de vijandelijke speelhelft afgelegd hebben. Hij
mag de bal alleen weer aanraken als een andere speler de bal heeft aangeraakt. De
tegenstander mag pas naar de bal toe rijden als de bal is afgetrapt en een afstand van 1,5
meter heeft afgelegd.
75.58 Het voortbewegen van de bal
Het voortbewegen van de bal vindt plaats door de voet van een speler op zijn machine,
(met draaiende motor) ofwel door verschillende opeenvolgende tikken, ofwel door een
voortdurend duwen van de bal, (de bal mag niet worden opgelicht) of door een duw met
het hoofd of het lichaam of met enig deel van de machine. Uitgezonderd de keeper in zijn
doelcirkel mogen de spelers hun handen of armen niet gebruiken. Iedere keer dat de bal in
het spel gebracht word bij de aftrap, in het doelgebied, voor een vrije trap of bij een uitbal;
moet dit gebeuren door een tik met de voet. De bal mag niet verder gespeeld worden door
dezelfde speler. Het is verboden voor twee spelers van hetzelfde team dichter dan 1,5 meter
bij elkaar te rijden als de bal zich tussen hen in bevindt.
75.59 De bewegingen van de spelers
De spelers mogen zich over de gehele oppervlakte van het veld bewegen maar in geen
geval mogen zij in het doelgebied komen. Het doelgebied is verboden voor iedere speler
behalve voor de doelverdediger (zie art. 75.67 en 75.68). Een speler mag de middenlijn niet
overschrijden in het bezit van de bal. Hij moet deze dan laten rollen en mag de bal weer
aanraken, nadat deze door een andere speler of een andere motorfiets is aangeraakt.
Deze fout wordt gestraft door een vrije schop op de middenlijn tegen de speler die in
overtreding was.
75.60 Voorrangsregels
Het is verboden een speler de weg te versperren of te dwingen langzamer te gaan rijden.
Een speler mag alleen worden aangevallen aan de kant waar de bal is (maar hij mag
hierdoor niet gehinderd worden). In geval twee spelers naar hetzelfde punt rijden, heeft
diegene in het bezit van de bal voorrang. Als in het bezit van de bal wordt beschouwd een
speler die de bal laat rollen door een duw van zijn voet of been. Dit recht verandert zodra
een andere speler de bal heeft aangeraakt en houdt, of doorgeeft aan een andere speler.
Een speler in bezit van de bal is in overtreding als hij moedwillig van richting verandert om
een overtreding van de verdediger uit te lokken. Een speler die een speler in bezit van de
bal aanvalt mag de bal alleen maar overnemen door gebruik te maken van zijn voet of
been.
75.61 Voordeelregel
Als een speler in het bezit van de bal onreglementair wordt aangevallen door een
tegenstander, maar in het bezit van de bal blijft, dan hoeft het spel voor deze overtreding
niet gestopt te worden. Wanneer de bal uit het veld raakt door toedoen van twee spelers
van verschillende teams en de scheidsrechter niet precies kan bepalen welk team de bal
weer in het spel moet brengen, dan wordt dit gedaan door het team op wiens speelhelft de
bal uit het veld raakte. In alle andere gevallen zullen de scheidsrechters niet straffen als zij
daardoor het team dat de fout maakte zouden bevoordelen.
75.62 Vastgehouden of afgeklemde bal (scheidsrechtersbal).
De scheidsrechter pakt na + 10 seconden de bal, als die in een worsteling of door een
gevallen machine wordt afgeklemd en laat deze op armhoogte verticaal vallen tussen
twee spelers, die twee meter uit elkaar staan.
15

De andere spelers staan 9,15 meter van de bal, maar aan hun eigen zijde met hun rug naar
hun eigen doel gekeerd; de motorfietsen mogen pas bewegen als de bal de grond heeft
geraakt. Deze scheidsrechtersbal mag niet plaatsvinden in het strafschopgebied.
75.63 Rechten en plichten van de doelverdediger
In de doelcirkel mag de doelverdediger zijn handen gebruiken om de bal te spelen. Als de
doelverdediger dit gebied met enig lichaamsdeel verlaat, dan wordt dit gestraft met een
vrije schop op de 16,5 meterlijn.
De plaats van de vrije schop wordt bepaald door een denkbeeldige lijn, loodrecht op de
doellijn, beginnend op de plaats waar de overtreding wordt begaan. De doelverdediger
dient de bal binnen 10 seconden opnieuw in het spel te brengen, zoniet, dan wordt dit
bestraft met een vrije schop tegen hem op de 16,5 meterlijn.
De bal mag niet naar de keeper worden teruggespeeld voordat de speler in bezit van de
bal de 16,5 meterlijn heeft gepasseerd. Bestraffing: vrije schop.
75.64 DOELPUNT MAKEN
Het doelpunt is gemaakt als de bal geheel de lijn tussen de twee palen is gepasseerd. Als
de bal in het doel gaat en de scheidsrechter ziet dat deze kapot is keurt hij het doelpunt af
en begint weer met een scheidsrechtersbal op de 16,5 meterlijn op de desbetreffende helft.
In geval van een vrije schop of strafschop wordt deze overgenomen. Als er geen
doelpunten gemaakt worden of een gelijk aantal dan eindigt de wedstrijd onbeslist.
75.65 Buitenspelgebied en regels (doelcirkel).
Dit gebied is beschreven in art. 75.13. De markering van dit gebied wordt beschouwd als
een muur, geen deel van de motorfiets mag hier overheen. Dit gebied is verboden voor alle
spelers behalve de doelverdediger. Bij overtreding wordt een vrije schop op de 16,5 meter
tegen de speler die de fout maakt gegeven. Wordt er een doelpunt gemaakt door een
aanvallende speler in overtreding dan wordt dit niet geteld. Komt een verdedigende speler
in dit gebied om een doelpunt te voorkomen, terwijl de doelverdediger is verslagen, krijgt hij
een strafschop tegen als hij het doelpunt voorkomt. Als desondanks het doelpunt gemaakt
werd, wordt dit geteld. De plaats van een vrije schop wordt bepaald door een
denkbeeldige lijn loodrecht op de doellijn vanuit het punt waar de overtreding plaats vond.
Als een aanvallende speler met opzet naar de doelverdediger rijdt en hem raakt, wordt
tegen hem een strafschop gegeven. Als een verdedigende speler, opzettelijk of niet, een
aanvallende speler het doelgebied in dwingt, wordt hij, overeenkomstig de fout, bestraft
met een penalty of vrije schop.
Als gedurende zijn binnenrijden een doelpunt wordt gemaakt, telt dit voor zijn team en
wordt de strafschop of vrije schop geannuleerd.
75.66 Strafschopgebied en regels
Dit wordt gevormd door een rechthoek waarvan de basis dat deel van de achterlijn is dat
ligt tussen twee punten aan weerszijden van het doel op 16,5 meter van de palen. De
andere zijden van de rechthoek worden verkregen door vanaf de uiteinden van de basis
twee loodlijnen neer te laten; 16,5 meter lang, waarvan de uiteinden verbonden worden
door een lijn parallel aan de doellijn. Voor een fout met als gevolg een vrije trap, begaan in
het strafschopgebied wordt de bal op de lijn gelegd parallel aan de achterlijn, zo dicht
mogelijk bij de plaats waar de fout begaan werd.
16

75.67 Fouten
Een reden tot straf is indien een speler de bal speelt:
- Zonder op zijn motorfiets te zitten
- Met afgeslagen motor
- Met zijn handen of armen (behalve de doelverdediger)
- Als hij de weg verspert aan een speler; of het doelgebied inrijdt.
75.68 Verkeerde handelingen
Spelers met machinepech mogen niet op het veld blijven. Er is sprake van hinderen als een
speler van het gestrafte team, ondanks het feit dat hij de afstand van 9,15 meter van de bal
in acht neemt, zodanig aan de kant van het bevoordeelde team gaat staan, dat hij storend
werkt in de richting van de speler die juist de vrije schop wil nemen. In dit geval mag de vrije
schop alleen worden genomen als alle spelers in de voorgeschreven positie staan. Wanneer
een speler weigert zich volgens de regels op te stellen, wordt het artikel van de vastgestelde
strafmaatregel toegepast. Elk team dat het veld vrijwillig verlaat tijdens het spel heeft de
wedstrijd verloren met minimale score van 3 - 0. Is de score hoger als het team het veld
verlaat, dan blijft deze gehandhaafd.
75.70 Strafschop
75.70.1 Fouten leidend tot een strafschop
Onderstaande fouten worden bestraft met een strafschop wanneer deze worden gemaakt
door een speler in zijn eigen strafschopgebied:
- het binnenrijden van de doelcirkel om een doelpunt te voorkomen als de doelverdediger
verslagen is. De strafschop wordt toegekend als de goal voorkomen is
- de bal met de hand of arm spelen (behalve de doelverdediger)
- ruw spel (tegenstander raken met voet of vuist)
- vasthouden of duwen met geweld van een tegenstander of zijn motorfiets
- vervangen van de doelverdediger - zonder medeweten van de scheidsrechter - indien
deze vervangende doelman de bal voor de eerste keer met de handen aanraakt.
- het vrijwillig verlaten van het doelgebied door de keeper gedurende het spel
Een strafschop wordt gegeven wanneer de aanvallende speler het doelgebied inrijdt en
daarbij de doelverdediger raakt, de penalty wordt bij het tegenoverliggende doel
gegeven.
75.70.2 Strafschopstip
Een stip aangegeven op een denkbeeldige loodlijn vanuit het midden van het doel op 11
meter afstand van de doellijn is de strafschopstip vanwaar de strafschop genomen wordt.
75.70.3 Plaats van de spelers
Zij moeten zich allen in het veld - buiten het strafschopgebied - bevinden behalve de
doelverdediger en de speler die de strafschop neemt; zij moeten minstens 9,15 meter van
de bal af zijn. De doelverdediger moet op de doellijn blijven, tussen de palen, maar hij mag
op die lijn gaan staan waar hij wil. Hij mag niet bewegen tussen het moment dat wordt
gefloten en het moment van de trap. In geval van overtreding van deze regel - indien het
doelpunt wordt gemaakt - telt dit; zo niet, dan wordt de strafschop overgenomen.
75.70.4 Het nemen van de strafschop
De speler moet de bal voorwaarts schoppen. De andere spelers mogen pas het
strafschopgebied in als de bal genomen is. Voor iedere fout die het verdedigende team
maakt, wordt de strafschop opnieuw genomen als het doelpunt niet is gemaakt.
17

Voor iedere fout van het aanvallende team, door een andere speler dan die de strafschop
neemt, moet de bal worden overgenomen als er een doelpunt is gemaakt. Voor een fout
door beide teams begaan wordt de strafschop overgenomen, onverschillig of deze
gemaakt is of niet. De speler die de strafschop neemt, moet hem voorwaarts schoppen en
mag de bal niet weer aanraken voordat een andere speler deze aangeraakt heeft. In
geval van niet nakomen van deze regel wordt een vrije schop gegeven voor het andere
team. Indien noodzakelijk, wordt de wedstrijd verlengd om het mogelijk te maken de
strafschop te nemen. Als de bal gescoord wordt telt hij, maar als de keeper de bal houdt, of
deze gaat naast, of tegen de paal, is het spel ten einde. In dit geval mogen alleen de
keeper en de speler die de bal neemt nog op het veld zijn.
75.71 Fouten die leiden tot een vrije trap
Een vrije trap wordt gegeven tegen de speler in overtreding voor de volgende fouten:
- passeren van de middenlijn met de bal
- de weg versperren voor een speler
- spelen met handen of armen (behalve de doelverdediger in zijn doelcirkel) buiten het
strafschopgebied
- de bal met de motorfiets stilhouden
- de bal met de hand meenemen of klemmen tussen been en machine
- de bal spelen zonder op de motor te zitten
- gevaarlijk spel. De eerste keer krijgt de speler een groene kaart. Bij herhaling zal de
scheidsrechter straffen met een gele of rode kaart
- een verdedigende speler dwingt een tegenstander in de doelcirkel
- de doelverdediger houdt de bal moedwillig langer dan 10 seconden in zijn doelcirkel
- gebruiken van handen om een aanvallende speler of zijn motorfiets vast te houden
- na de aftrap de bal nogmaals spelen
- na de vrije trap de bal nogmaals spelen
- te vervangen en vervangende speler tegelijk in het veld
- het onreglementair bevinden in de doelcirkel (zie art. 75.65)
- opzettelijk obstructie zelfs zonder de bal te hebben
- gevaarlijk spel is opzettelijk zijn tegenstander aanrijden; de voet hoger dan stuurhoogte
optillen
- plaatsen van een voet voor een tegenstanders wiel
- twee spelers van één team houden de bal tussen zich zonder de voorgeschreven afstand
van 1,5 meter
- ergens anders het veld oprijden dan bij de middenlijn
- het blokkeren van een tegenstander zonder intentie de bal te spelen
- nadat de doelverdediger de bal in het spel heeft gebracht de bal terugspelen naar hem
zonder dat de bal buiten het strafschopgebied is geweest
- deelnemen aan de wedstrijd op een motorfiets zonder draaiende motor
- de motorfiets achterwaarts bewegen
- de keeper die buiten zijn doelgebied komt tijdens het spel
- fouten als aangegeven in de art. 075.90, 075.92, 075.94, 075.95 en 075.98
- indien de rijders in de muur niet op de motor zitten
- indien een speler de bal afgeeft aan de keeper, daarna achter de goal omrijdt en
wederom de bal via de keeper ontvangt
- Bij het nemen van een vrije schop mogen de spelers hun arm/hand op de helm houden,
ter bescherming van het gezicht. Indien zij hun arm/hand bewegen en de bal aanraken
18

75.71.1 Vrije schoppen
Iedere vrije schop telt als hij direct in het doel geschoten wordt. Geen van de spelers van de
tegenstander mag op minder dan 9,15 meter van de bal zijn voordat deze is gespeeld. Een
vrije schop binnen het strafschopgebied wordt teruggebracht naar 16,5 meter. De bal wordt
dan gelegd op de lijn van dit strafschopgebied, zo dicht mogelijk bij de plaats van de
overtreding. De speler die de bal neemt moet op zijn motorfiets rijden. Als een vrije schop op
de 16,5 meterlijn wordt genomen door een aanvallende speler, dan moeten alle spelers
binnen het strafschopgebied op hun motor zitten en stilstaan tot de vrije schop is genomen.
Als een verdedigende speler deze regel niet volgt, wordt een gescoord doelpunt geteld: als
geen doelpunt wordt gescoord wordt de vrije schop overgenomen. Als een aanvallende
speler deze regel niet volgt, wordt er afgefloten en krijgt het verdedigende team een vrije
schop op de 16,5 meterlijn.
Als een speler die de vrije schop neemt tegen een speler van het verdedigende team in het
strafschopgebied aanrijdt en die nog niet van positie is veranderd na het nemen van de
vrije schop, dan wordt een eventueel gescoord doelpunt afgekeurd, terwijl het
verdedigende team een vrije schop krijgt op de 16,5 meterlijn.
Hij mag de bal alleen dan weer spelen als deze door een andere speler of motorfiets is
aangeraakt. Het is verboden de speler die de vrije schop neemt te hinderen; in de weg te
rijden of te staan. De vrije schop mag in iedere richting genomen worden nadat de
scheidsrechter dit heeft aangegeven.
75.72 Hoekschop
Als de bal achter de doellijn door toedoen van een speler op de eigen helft komt wordt de
bal weer in het spel gebracht op de kruising van de doellijn en de zijlijn van het
strafschopgebied. Deze plaats is gemarkeerd door een kwartcirkel met een straal van 70
centimeter, waarvan het middelpunt wordt gevormd door de kruising van de achterlijn en
de zijlijn van het strafschopgebied. Geen tegenstander mag zich dichter bij de bal bevinden
dan 9,15 meter voordat deze is gespeeld. Bij het niet nakomen van deze regel mag de
scheidsrechter de bal weer in het spel brengen nadat hij op het naleven van deze regel
heeft gewezen. De speler die de bal speelt mag deze pas weer aanraken nadat een
andere speler of motorfiets de bal heeft aangeraakt. De spelers mogen rijden zo lang zij de
afstand van 9,15 meter maar bewaren voordat de bal is gespeeld. Voor het nemen van een
hoekschop wordt niet verlengd.
75.73 Bal uit buiten de lijnen
De bal is uit als hij of op de grond of in de lucht geheel over de zijlijn of de achterlijn is
behalve tussen de doelpalen. Hij is niet uit als de bal terugstuit op de scheidsrechter, de
grensrechter, de paal of de dwarslat en weer op het veld terugkomt.
75.74 De bal in het spel brengen vanachter de doellijn
Als de bal achter de doellijn komt door toedoen van een aanvallende speler wordt hij weer
in het spel gebracht door de keeper van het team waarbij deze lijn hoort. Tijdens de aftrap
moet de tegenstander buiten het 16,5 metergebied blijven totdat de scheidsrechter
gefloten heeft en de bal in het spel en buiten het 16,5 metergebied is gebracht. De bal mag
na het fluiten van de scheidsrechter niet langer dan 10 seconden in het 16,5 metergebied
zijn en als deze niet uit het doelgebied geweest, is mag hij niet worden teruggespeeld naar
de doelverdediger.
75.75 De bal in het spel brengen vanaf de zijlijn
Als de bal over de zijlijn is, mag een speler van het andere team dan het team dat de bal
voor het uitgaan het laatst heeft aangeraakt, de bal weer in het spel brengen op de plaats
waar deze de lijn passeerde.
19

Dit gebeurt door een trap met de voet door een speler met draaiende motor, buiten het
veld. De tegenstanders moeten 9,15 meter van de plaats waar de bal wordt genomen
blijven. Zij mogen niet gaan rijden voordat de bal afgetrapt is en een afstand van 1,5 meter
heeft afgelegd. De speler mag de bal geen tweemaal achter elkaar aanraken. Bij deze
uittrap mag niet in een keer een goal gemaakt worden. Als het uittrappen niet correct
gebeurt mag de tegenstander dit overdoen. Als de speler die de bal in het veld brengt,
deze tweemaal aanraakt wordt een vrije trap tegen hem gegeven.
75.76 Rapportage en protest
Voor iedere wedstrijd schrijft de benoemde scheidsrechter op het wedstrijdformulier de
naam van de spelers, de aanvoerder en de reserves. Na de wedstrijd schrijft hij de uitslag,
de belangrijkste voorvallen en de gegeven straffen op. Hij schrijft ook de protesten op. Het
wedstrijdformulier moet getekend worden door de verantwoordelijke scheidsrechter en de
twee aanvoerders. Het moet binnen 24 uur aan de KNMV worden opgestuurd. Als een of
beide aanvoerders weigeren te tekenen, moet de scheidsrechter dit op het rapport
vermelden, zodat de automatische strafmaatregelen toegepast kunnen worden (zie art.
75.86).
WERKING AUTOMATISCHE STRAFMAATREGELEN
75.81 Strafmaatregelen
De strafmaatregelen moeten bekend zijn bij de clubs en de KNMV, maar de teammanagers
zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de straf. Een straf die niet binnen de normale tijd
wordt opgevolgd, wordt verdubbeld. Overtredingen die leiden tot een strafmaatregel
moeten worden genoteerd op het wedstrijdformulier en de scheidsrechter moet deze
genoteerde feiten meedelen aan de managers van de teams in overtreding en aangeven
in welk artikel van de strafmaatregelen de fout omschreven staat. De aanvoerder van het
overtredende team moet, voordat hij het wedstrijdformulier ondertekent schrijven: Gelezen
en gezien. De juiste toedracht kan dan nog worden vastgelegd in een rapport geschreven
door de scheidsrechter; hetzij op de achterkant van het formulier (en niet ondertekend door
de aanvoerder) dan wel in een toegevoegde brief.
Deze voltallige rapporten moeten dan naar de bond waartoe de club of het organiserende
team behoort, gezonden worden. Deze rapportage leidt niet automatisch tot
strafmaatregelen, maar zal worden onderzocht door de sportcommissie die het recht heeft
strafmaatregelen te verzwaren of op te leggen. De strafmaatregelen worden in het
algemeen bekrachtigd door een brief van de KNMV. Als om welke reden dan ook, deze
bekrachtiging niet is gestuurd, moeten de opgelegde straffen normaal worden opgevolgd
onder verantwoordelijkheid van de managers van het team.
75.82 Schorsing voor bepaalde tijd
Tijdens een schorsing voor bepaalde tijd is de KNMV-licentie niet geldig en mag niet gebruikt
worden. Na de opheffing van de schorsing is de betreffende licenties weer geldig.
75.83 Boetes
Deze moeten binnen 2 dagen na de wedstrijd aan de KNMV betaald worden. Ieder uitstel
van betaling van de boete heeft schorsing tot gevolg, totdat deze is betaald. De vereniging
waartoe degene die een boete heeft gekregen behoort is verantwoordelijk voor het tijdig
betalen van deze boete.
20

Is de boete direct voorafgaande aan een officiële wedstrijd, gespeeld door het
betreffende team of club nog niet betaald dan zal deze worden beschouwd als verloren
met 0 punten.
Alle boetes genoemd in de hierna genoemde artikelen moeten worden uitgesproken door
de jury. Het is aan de jury toegestaan om verdere sancties uit te spreken, alleen indien dit
conform het Juridisch Reglement geschiedt.
75.84 Het team respecteert de presentatie aan het publiek aan het begin van de wedstrijd
niet (zie art. 75.54)
Zelfs een incompleet team moet dit doen. Boete € 15,-- per wedstrijd.
75.85 Het team respecteert de presentatie aan het publiek aan het eind van de wedstrijd
niet (zie art. 75.54)
Zelfs een incompleet team moet dit doen. In geval van kapotte machines moeten zij na het
laatste fluitsignaal, dit lopend doen. Boete € 15,-- per wedstrijd.
75.86 Aanvoerder weigert te verschijnen aan het eind van de wedstrijd, of het
wedstrijdverslag te tekenen
1e maal: schorsing voor de volgende officiële wedstrijd.
2e maal: schorsing voor drie officiële wedstrijden.
3e maal: complete schorsing totdat hij voor de Tuchtcommissie verschijnt.
75.87 Het team verlaat het veld gedurende de wedstrijd
Wedstrijd verloren met minimaal 3 - 0; is de score hoger dan 3 - 0 voor het team dat op het
veld blijft, dan blijft deze score gehandhaafd. Het team dat het veld verlaat wordt
beschouwd als te zijn verslagen door in gebreke blijven. Boete € 75,--. In geval het
bezoekende team het veld verlaat, wordt zijn vergoeding ingehouden tot het verschijnt voor
de nationale Tuchtcommissie. In geval van herhaling, eis bij de nationale Tuchtcommissie
schorsing en intrekking van spelers en teamlicenties.
75.88 Wedstrijd wordt gestopt door scheidsrechter, omdat een speler die van het veld
wordt gestuurd, dit weigert te verlaten
Een speler die door de scheidsrechter van het veld gestuurd wordt voor een korte tijd of tot
het eind van de wedstrijd, en die weigert dit te doen, noodzaakt de scheidsrechter de
wedstrijd te stoppen. Het team van die speler heeft de wedstrijd verloren, door in gebreke
stelling, onverminderd de strafmaatregelen. Dit geval is gelijkgesteld aan art. 75.87.
75.89 Gevaarlijk en ruw spel
Een speler die op gevaarlijke manier speelt, mag door de scheidsrechter een tijd van het
veld gestuurd worden.
1e keer: schorsing voor de volgende officiële wedstrijd.
2e keer: schorsing voor de volgende twee officiële wedstrijden. Boete voor de club € 15,--
3e keer: schorsing voor de volgende drie officiële wedstrijden. Boete voor de club € 30,--
4e keer: schorsing voor de volgende vier officiële wedstrijden met de eis voor de
nationale sportcommissie tot intrekken van de licentie voor het lopende jaar.
Boete voor de club € 45,--.
21

75.90 Incorrect optreden van een speler tegen de scheidsrechter
1e keer: schorsing voor de volgende officiële wedstrijd.
2e keer: schorsing voor de volgende twee officiële wedstrijden. Boete voor de club € 15,--
3e keer: definitieve schorsing tot hij voor de Tuchtcommissie verschijnt. Op zijn minst
schorsing voor drie officiële wedstrijden. Boete voor de club € 30,--
4e keer: onmiddellijke schorsing en de eis voor de nationale Tuchtcommissie tot intrekking
van zijn licentie. Boete voor de club € 45,--.
75.91 Incorrect optreden van de manager tegen de scheidsrechter
1e keer: boete voor de club € 15,--
2e keer: boete voor de club € 30,--
3e keer: boete voor de club € 45,-- en intrekking van zijn licentie tot hij voor de nationale
Tuchtcommissie verschijnt.
75.92 Ruw optreden van een speler tegen de scheidsrechter
Algehele schorsing. Boete voor de club € 25,-- en eis tot intrekking van de licentie voor de
nationale Tuchtcommissie.
75.93 Ruw optreden van de manager tegen de scheidsrechter
Algehele schorsing en eis tot intrekking van de licentie voor de nationale Tuchtcommissie.
Boete voor de club € 50,-- Uitsluiting tot anders besloten, maximaal 2 jaar.
75.94 Ruw optreden tegen spelers van het andere team
1e keer: schorsing voor de volgende officiële wedstrijd.
2e keer: schorsing voor de volgende twee officiële wedstrijden.
3e keer: schorsing voor een jaar. Boete voor de club € 30,---. Hij moet verder voor de
nationale Tuchtcommissie verschijnen.
In geval van vechtende spelers moet de scheidsrechter, indien nodig en mogelijk zeggen
welke speler is begonnen en hoe de andere terugvocht.
75.95 Incorrect optreden of beledigen van tegenstander of manager
1e keer: boete voor de club € 15,--.
2e keer: boete voor de club € 30,--
3e keer: schorsing van de speler(s) totdat hij/zij verschijnt(en) voor de nationale
Tuchtcommissie.
75.96 Publiek op het veld
Dit artikel is voor de organiserende club. In geval een wedstrijd tussen twee teams die de
nationale selectie vertegenwoordigen, zal de Tuchtcommissie in de zaak beslissen.
1e keer: boete voor de club € 25,--
2e keer: boete voor de club € 50,-- met schorsing van het veld voor de volgende officiële
wedstrijd.
3e keer: boete voor de club € 50,-- met schorsing van het veld voor de volgende 2
officiële wedstrijden.
4e keer: boete voor de club € 50,-- met schorsing voor de rest van het seizoen.
75.97 Publiek op neutraal veld
Dit artikel geldt voor de clubs.
Boete: € 100,-- voor de club die verantwoordelijk is voor de organisatie van een officiële
wedstrijd op een neutraal veld. Als een club gestraft is met schorsing van het veld moet men
de wedstrijd organiseren op een neutraal veld buiten zijn omgeving, anders zal hij verliezen
22

door in gebreke stelling.
75.98 Incorrect optreden van een speler tegen toeschouwers
1e keer: schorsing voor de volgende officiële wedstrijd
2e keer: schorsing voor de volgende officiële wedstrijd. Boete voor de club € 15,--
3e keer: schorsing voor de rest van het seizoen. Boete voor de club € 30,--
75.99 Incorrect optreden van een manager tegen toeschouwers
1e keer: boete voor de club € 15,--
2e keer: boete voor de club € 30,--
3e keer: boete voor de club € 45,-- met de eis tot intrekking van de licentie voor de
nationale Tuchtcommissie. Het incorrect optreden tegenover de toeschouwer
kan alleen worden aangerekend als dit gezien is door een afgevaardigde van
de bond of een scheidsrechter.
75.100 Uitstel
Boete voor de club die verantwoordelijk is voor de organisatie van een wedstrijd die te laat
begint:
Van 15 min. tot 30 min. €10,-- , van 30 min. tot 45 min. € 20,--.
Voor verdere tijdsoverschrijding stelt de Tuchtcommissie de boete en de verdere sancties
vast.
75.101 Een team te laat op het veld van de tegenstander
Te laat op het veld van de tegenstander gezien het tijdstip van de aftrap, vastgesteld door
de organisator: Van 15 min. tot 30 min. € 15,--, van 30 tot 45 min. € 30,--.
Bij meer dan 45 minuten stelt de Tuchtcommissie de boete en sancties vast.
75.102 Reserve staat met draaiende motor bij de middenlijn, of een speler rijdt het veld op
ergens anders dan bij de middenlijn
1e keer: groene kaart
2e keer: gele kaart en boete € 5,--
3e keer: rode kaart en boete voor de club € 15,--
75.103 Motorfiets niet volgens de regels
Voor de wedstrijd gaat de scheidsrechter langs de motorfietsen om deze te controleren en
geeft een waarschuwing aan het team wiens motor(en) niet volgens de regels zijn en
draagt hen op dit onmiddellijk te veranderen. Als dit niet gedaan wordt, moet(en) de niet
met de voorschriften corresponderende motor(en) van het veld. In geval van weigering:
Boete € 15,-- voor het team en zij verliezen de wedstrijd. Motor(en) zonder geluiddemper of
met meer dan 98 dBa: boete voor de club € 15,-- en directe uitsluiting.
75.104 Te weinig ballen
In geval een team op het veld komt met één bal of geen: Boete voor de club € 5,-- per
ontbrekende bal. Deze straf is onafhankelijk van de verdere straffen volgens de
strafmaatregelen.
75.105 Lijnen trekken niet of slecht gedaan
Boete voor de ontvangende club of bond: € 15,--. Deze straf is onafhankelijk van de straf
genoemd in art. 17. Deze straf wordt opgelegd als de organiserende club of bond dit niet
hersteld heeft, na controle van de scheidsrechter.
23

75.106 Entreegelden
De organiserende club of bond moet de entreegelden op een bord bij de kassa van het
sportterrein vermelden. Bij het niet voldoen hieraan:
1e keer: waarschuwing te vermelden in het wedstrijdverslag
2e keer: boete voor de club € 15,-- per wedstrijd
75.107 Vriendschappelijke en internationale wedstrijden
Als de verschuldigde vergoeding aan de scheidsrechter niet wordt betaald zal de
organiserende club worden verzocht alsnog te betalen, met daaraan toegevoegd een
boete van 50%.
75.108 Het wegsturen van een speler
De scheidsrechter kan een speler bestraffen met:
- Groene kaart, als waarschuwing, 2 minuten en vrije schop, tenzij in 16 meter gebied, dan
wordt het een 16 meter schop.. Maximaal 3 maal, zonder vervanging
- Gele kaart, uitsluiting van de wedstrijd voor 5 minuten zonder vervanging
- Rode kaart, uitsluiting voor de gehele wedstrijd zonder vervanging; deze uitsluiting heeft tot
gevolg dat de desbetreffende speler automatisch is geschorst voor de volgende officiële
wedstrijd, ongeacht de eventuele door de jury op te leggen nadere straf.
Wanneer een speler twee gele kaarten in een wedstrijd krijgt wordt hem automatisch de
rode kaart getoond. Hij wordt voor de resterende tijd van de wedstrijd zonder vervanging
uitgesloten. (Op het wedstrijdformulier worden alleen de gele kaarten vermeld.)
75.109 Spelers zonder licentie, geschorste of onbevoegde spelers
Een team dat een wedstrijd speelt met een speler, zoals boven omschreven verliest
automatisch de wedstrijd. De schorsing wordt voor een geschorste speler verdubbeld. Boete
voor de club € 15,-- (deze komt bij de reeds gegeven boete). Een onbevoegde speler heeft
aan de wedstrijd meegedaan: boete voor de club € 25,--
Spelers- en teamlicenties zijn niet aanwezig
1e keer: waarschuwing voor het team
2e keer: boete voor de club € 5,--
3e keer: boete voor de club € 15,--
75.110 Niet compleet team
Een team dat zich niet met het minimum van vijf spelers, met licenties, en vijf draaiende
motoren presenteert, krijgt een boete van € 15,-- voor elke ontbrekende speler en motor.
75.111 Het stoppen van een wedstrijd door de scheidsrechter wanneer één of beide teams
zich onthouden van actieve deelname aan de wedstrijd
Een wedstrijd mag door de scheidsrechter, na een reeds gegeven waarschuwing, worden
gestopt en worden beschouwd als verslagen door fout, wanneer duidelijk is dat één of
beide teams zich opzettelijk onthoudt van actieve deelname aan de wedstrijd, zelfs wanner
één van de teams voorstaat op en sterker is dan zijn tegenstander.
76 AANVULLENDE TECHNISCHE BEPALINGEN VOOR MOTOBALL
76.01 Gewicht
Het gewicht mag vanaf 70 kg tot en met 120 kg bedragen.
24

76.02 Lengte
De maximale (totale) motorfiets lengte mag 2200 mm bedragen.
76.03 Stuur
76.03.01
De stuurbreedte mag maximaal 700 mm bedragen.
76.03.02
Het stuur moet uit één geheel bestaan en zodanig zijn gevormd dat de uiteinden niet naar
voren steken.
76.03.03
Open stuuruiteinden moeten deugdelijk zijn opgevuld middels een solide materiaal of met
een afgesloten rubberhandgreep zijn afgedekt.
76.03.04
Bedieningshendels dienen op ten minste 20 mm binnenwaarts gericht van het stuuruiteinde
te eindigen.
76.03.05
Bedieningshendels dienen in een met rubber beklede bolvorm met een minimale diameter
van 20 mm te eindigen.
76.04 Zitplaats
76.04.01
De zitplaats moet op een hoogte van ten minste 750 mm en ten hoogste 900 mm zijn
aangebracht.
76.05 Vering
76.05.01
De veerweg van de voorvork dient ten minste 80 mm en ten hoogste 100 mm te bedragen.
76.05.02
De veerweg van de achtervork dient ten minste 30 mm en ten hoogste 50 mm te bedragen.
76.06 Kettingbescherming
76.06.01
Zowel het voor- als het achterketting tandwiel dient volledig te zijn afgeschermd middels
een kettingscherm, met een extensie naar voren gericht daar waar de ketting het
achtertandwiel op loopt.
76.07 Spatborden
76.07.01
Het voorwiel dient beschermd te zijn middels een spatbord dat niet hoger dan 100 mm
boven de wiel omtrek mag zijn gemonteerd.
76.07.02
Het achterspatbord mag niet verder reiken dan de verticale raaklijn getrokken langs de
buitenomtrek van de achterband.
25

76.08 Wielen
76.08.01
De afmeting van het voorwiel mag tussen 16" en 19" bedragen.
76.08.02
Het profiel van de voorband is vrij.
76.08.03
De afmeting van het achterwiel mag 18" of 19" bedragen.
76.08.04
De achterband moet met een speedway- danwel trialprofiel zijn uitgerust (tekening G).
76.09 Cilinderinhoud
76.09.01
De motor mag een 2-takt of 4-takt zijn met een maximale cilinderinhoud van 250 cc.
76.10 Remmen
76.10.01
De rem op het voorwiel moet vanaf het stuur door een kabel worden bediend.
76.10.02
De rem op het achterwiel moet worden bediend door 2 afzonderlijke pedalen, één ter
linkerzijde en één ter rechter zijde van de machine geplaatst.
76.11 De balbeugel
76.11.01
De motorfiets moet voorzien zijn van een beugelconstructie die voorkomt dat de bal
beklemd kan raken tussen het voorwiel en het frame.
76.11.02
Deze beugel dient bevestigd te zijn aan het frame op ruim 100 mm van het voorwiel of het
voorspatbord.
76.11.03
Deze beugel doet tevens dienst als een beschermbeugel van motordelen, voetsteunen en
pedalen, die dan ook niet buiten deze beugel mogen uitsteken.
76.11.04
Deze beugel dient aan de voorzijde een grondspeling van ten minste 140 tot 150 mm, en
aan de zijkant van ten minste 170 tot 180 mm te hebben.
76.12 Staanders
76.12.01
Een midden- of zijstaander of iedere andere mechanische voorziening waarmee de bal kan
worden meegenomen zonder daarbij een been te gebruiken, is verboden.
26