23.03.2014 Views

Wanklanken rond een wingewest. In de nadagen van de ...

Wanklanken rond een wingewest. In de nadagen van de ...

Wanklanken rond een wingewest. In de nadagen van de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Recensies 271<br />

bekend haar formele beslag in 1594, maar ken<strong>de</strong> er uiteraard toen reeds <strong>een</strong> hele voorgeschie<strong>de</strong>nis.<br />

Aan het kerkelijk leven in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw zijn gewijd <strong>een</strong> bijdrage <strong>van</strong> Menno Smid<br />

over <strong>de</strong> 'Kirchliche Beziehungen zwischen Groningen und Ostfriesland im 16. Jahrhun<strong>de</strong>rt' en<br />

<strong>een</strong> <strong>van</strong> J. G. J. <strong>van</strong> Booma, die bronnen voor <strong>de</strong> ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorm<strong>de</strong><br />

gem<strong>een</strong>te in <strong>de</strong> jaren 1557-1579 aandraagt. Een belangrijk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het opstel <strong>van</strong> S. Zijlstra over<br />

<strong>de</strong> dopers in Groningen, 1530-1795, gaat uiteraard ook over <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw. Over <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong> eeuw gaan, behalve het reeds genoem<strong>de</strong> opstel over Hofste<strong>de</strong> <strong>de</strong> Groot, het<br />

levensbeeld <strong>van</strong> Frouwe Venema, <strong>de</strong> echtgenote <strong>van</strong> <strong>de</strong> Afgeschei<strong>de</strong>n voorman Hendrik <strong>de</strong><br />

Cock (geschreven door J. <strong>van</strong> Gel<strong>de</strong>ren), <strong>de</strong> korte notitie <strong>van</strong> E. H. Cossee over <strong>de</strong> stichting <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> remonstrantse gem<strong>een</strong>te in 1878 en <strong>een</strong> tweetal studies over <strong>de</strong> rooms-katholieken en hun<br />

kerken (E. O.<strong>van</strong> <strong>de</strong>r Werff en F. A. <strong>van</strong> Liere), waarin trouwens ook <strong>de</strong> twintigste eeuw<br />

meegenomen wordt. De Vrijmaking <strong>van</strong> 1944 (door W. G. <strong>de</strong> Vries) en twintig jaar oecumene<br />

(door Gerben Hoogterp) zijn <strong>de</strong> overige voor die eeuw beschreven aspecten. Een tijd die<br />

uiteraard ook aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt in <strong>de</strong> schets <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Groningse joodse<br />

gem<strong>een</strong>te (W. J. <strong>van</strong> Bekkum en E. Schut) en <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jubeljaarspredikatiën op <strong>de</strong><br />

eeuwgetij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> 1594 (G. <strong>van</strong> Halsema Thzn.).<br />

Deze weergave <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud Iaat <strong>een</strong> ruime verschei<strong>de</strong>nheid zien. Die is er ook in om<strong>van</strong>g,<br />

variërend <strong>van</strong> zes tot achtentwintig bladzij<strong>de</strong>n. Zo'n variatie zegt weinig over belang en<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> bijdragen, maar geeft wel aan dat <strong>de</strong>ze in opzet en breedte nogal<br />

uit<strong>een</strong>lopen. Van <strong>een</strong> generale thematiek of aanpak is in <strong>de</strong>ze bun<strong>de</strong>l dan ook g<strong>een</strong> sprake. Van<br />

bewuste selectie <strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwerpen lijkt g<strong>een</strong> sprake geweest te zijn. Of er opmerkelijke breuken<br />

dan wel continuïteiten in <strong>de</strong> Groningse godsdienstigheid zijn aan te wijzen, blijft verborgen, zo<br />

goed als het lot <strong>de</strong>r rooms-katholieken tussen 1594 en <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r<br />

doopsgezin<strong>de</strong>n na 1795, die <strong>de</strong>r hervorm<strong>de</strong>n na 1594 en <strong>de</strong>r gereformeer<strong>de</strong>n na 1887. Voor<br />

zulke zaken en <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Groningse gelovigheid als actie (waarom von<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

Groningers wel en <strong>de</strong> afgeschei<strong>de</strong>nen niet veel weerklank on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stadjers, doleantie en<br />

vrijmaking daarentegen juist weer wel?) moet men el<strong>de</strong>rs terecht. Dit Geloven in Groningen<br />

geeft gewoon achttien diverse, voor elk-wat-wils en gemid<strong>de</strong>ld aardige opstellen over evenzoveel<br />

stukjes plaatselijke geschie<strong>de</strong>nis.<br />

G. J. Schutte<br />

Clusterbespreking over Suriname:<br />

A. <strong>van</strong> Stipriaan, Surinaams contrast. Roofbouw en overleven in <strong>een</strong> Caraïbische plantagekolonie<br />

1750-1863 (Dissertatie VU Amsterdam 1991; Caribbean series XIII; Lei<strong>de</strong>n: Koninklijk<br />

<strong>In</strong>stituut voor taal-, land- en volkenkun<strong>de</strong>, 1993, xiii + 494blz., ƒ60,-, ISBN 90 6718 052 1, ISSN<br />

0921 9781 ); W. Heilbron, Colonial transformations and the <strong>de</strong>composition of Dutch plantation<br />

slavery in Surinam (Caribbean culture studies III; Amsterdam: Amsterdam centre for Caribbean<br />

studies, 1992,133 blz., ƒ 18,-, ISBN 90 70313227); J. Toes, <strong>Wanklanken</strong> <strong>rond</strong> <strong>een</strong> <strong>wingewest</strong>.<br />

<strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>nadagen</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slavernij (Dissertatie VU Amsterdam 1992; Hoorn: Drukkerij<br />

Noordholland, 1992, x + 314 blz., ƒ42,50, ISBN 90 9005508 8); F. H. R. Oedayrajsingh Varma,<br />

De slavernij <strong>van</strong> Hindustanen in Suriname. Een kultureel-antropologische en sociaal-geografische<br />

bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> onze verzwegen historie (Paramaribo, 1993. Het boek is verkrijgbaar bij<br />

<strong>de</strong> auteur door overmaking <strong>van</strong> ƒ35,-, (incl. porto) op postrekening 4886392 tnv <strong>de</strong> auteur,<br />

postbus 70225,1007 KE Amsterdam, tgv uitgeverij PDJ 69 te Suriname).<br />

<strong>In</strong> vergelijking met an<strong>de</strong>re Caraïbische slavernijsystemen heeft <strong>de</strong> Surinaamse slavernij altijd<br />

<strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>r slechte naam gehad. Die slechte naam gaat terug op het reisverslag <strong>van</strong> <strong>de</strong> Britse


272 Recensies<br />

officier John G. Stedman waar<strong>van</strong> tussen 1792 en 1818 maar liefst tien drukken verschenen,<br />

waa<strong>rond</strong>er <strong>een</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse editie. Stedman beschreef op aangrijpen<strong>de</strong> wijze <strong>de</strong> wreedhe<strong>de</strong>n<br />

waarmee <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slaven en <strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> <strong>de</strong> marrons gepaard<br />

gingen. Britse en later Ne<strong>de</strong>rlandse abolitionisten verspreid<strong>de</strong>n vervolgens dit negatieve beeld<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slavernij. Tij<strong>de</strong>ns het Britse tussenbewind in Suriname schreef gouverneur<br />

P. Bonham:<br />

Ik heb ... 21 jaren in <strong>de</strong> West-<strong>In</strong>diën verkeerd, en in ie<strong>de</strong>re kolonie heb ik steeds gehoord, dat het <strong>een</strong>e zeer<br />

zware straf voor <strong>een</strong> neger was, om hem aan <strong>een</strong> planter in Suriname te verkoopen, en ik bevind nu dat<br />

zulks waarheid is. Ik ben nog in g<strong>een</strong>e kolonie geweest, waar <strong>de</strong> slaven zoo slecht wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld ...<br />

Via <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> Suriname <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse abolitionist J. Wolbers, waarin in 1861<br />

Bonhams brief geciteerd werd, leef<strong>de</strong> dit ongunstige vergelijken<strong>de</strong> oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> Surinaamse<br />

slavernij voort in <strong>de</strong> geschiedschrijving.<br />

<strong>In</strong> 1980 plaatste P. C. Emmer in <strong>de</strong>el negen <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe AGN al <strong>een</strong> vraagteken bij dit<br />

vergelijken<strong>de</strong> oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> Surinaamse slavernij, met het oog op <strong>de</strong> hardheid <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re<br />

Caraïbische slavernijsystemen, waarover inmid<strong>de</strong>ls meer bekend was gewor<strong>de</strong>n. Nu, door <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>lsuitgave <strong>van</strong> <strong>de</strong> dissertatie <strong>van</strong> Alex <strong>van</strong> Stipriaan over <strong>de</strong> Surinaamse plantageeconomie<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> slavernij, waarop hij in 1991 cum lau<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> Amsterdamse Vrije<br />

Universiteit promoveer<strong>de</strong>, is er ein<strong>de</strong>lijk <strong>een</strong> gefun<strong>de</strong>erd, evenwichtig oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong>ze<br />

kwestie mogelijk. Volgens Van Stipriaans bevindingen valt <strong>de</strong> Surinaamse slavernij zeker hard<br />

te noemen. Maar niet har<strong>de</strong>r dan die in bijvoorbeeld Guyana, Jamaica of Saint Domingue. Zoals<br />

bij zoveel aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> plantage-economie nam Suriname wat betreft <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

slaven eer<strong>de</strong>r <strong>een</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> plaats in binnen het Caraïbisch gebied. Bovendien verschil<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slaven sterk in <strong>de</strong> tijd en per sector, op <strong>de</strong> suiker-, koffie- en<br />

katoenplantages. Aan het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw, toen Stedman zijn reisverslag schreef,<br />

waren <strong>de</strong> Surinaamse slaven er het slechtst aan toe en dan vooral op <strong>de</strong> suikerplantages. De<br />

relatieve hardheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slavernij is één <strong>van</strong> <strong>de</strong> vele kwesties waarbij Van Stipriaan<br />

<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> historiografie overtuigend corrigeert of nuanceert. Hij wordt daartoe in staat<br />

gesteld door drie bijzon<strong>de</strong>re kwaliteiten <strong>van</strong> zijn studie.<br />

<strong>In</strong> <strong>de</strong> eerste plaats kenmerkt zijn boek zich door <strong>een</strong> grote belezenheid in <strong>de</strong> historiografie <strong>van</strong><br />

het Caraïbisch gebied. <strong>In</strong> <strong>de</strong> inleiding geeft Van Stipriaan <strong>een</strong> hel<strong>de</strong>re, toegespitste samenvatting<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> voornaamste discussiepunten in <strong>de</strong>ze historiografie. <strong>In</strong> het verleng<strong>de</strong> daar<strong>van</strong> is zijn<br />

studie in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats systematisch comparatief uitgewerkt. De uitgebrei<strong>de</strong> literatuur over<br />

<strong>de</strong> Caraïbische plantage-economieën tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> slavernij blijkt daartoe vele mogelijkhe<strong>de</strong>n te<br />

bie<strong>de</strong>n. <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats, en dat is <strong>de</strong> hoofdverdienste <strong>van</strong> zijn studie, heeft Van Stipriaan <strong>een</strong><br />

uitvoerig, vrijwel uitputtend kwantitatief on<strong>de</strong>rzoek verricht naar het functioneren <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Surinaamse plantage-economie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> slavernij, gebaseerd op plantage-archieven en an<strong>de</strong>r<br />

ongepubliceerd bronnenmateriaal. Op inventieve wijze heeft hij <strong>de</strong> vele gegevens over individuele<br />

plantages op het microniveau gecombineerd met representatieve steekproeven <strong>van</strong><br />

plantages op het mesoniveau, <strong>een</strong> methodische aanpak die vali<strong>de</strong>, betrouwbare uitspraken<br />

mogelijk maakt op het macroniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse plantage-economie als geheel. De<br />

beschrijving en analyse <strong>van</strong> al <strong>de</strong>ze gegevens heeft Van Stipriaan uitgewerkt in twee <strong>de</strong>len met<br />

<strong>de</strong>rtien hoofdstukken. Leidraad vormt het contrast tussen roofbouw en overleven: tussen<br />

enerzijds <strong>de</strong> uitputting <strong>van</strong> arbeid, g<strong>rond</strong> en kapitaal uit winststreven op korte termijn en<br />

an<strong>de</strong>rzijds aanpassing en innovatie op langere termijn waardoor <strong>de</strong> Surinaamse plantageeconomie<br />

in tegenstelling tot het stereotype beeld even<strong>een</strong>s werd gekenmerkt.<br />

<strong>In</strong> het eerste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het boek behan<strong>de</strong>lt Van Stipriaan <strong>de</strong> Surinaamse plantage-economie als<br />

produktiesysteem. Achter<strong>een</strong>volgens komen <strong>de</strong> mobiliteit, <strong>de</strong> infrastructuur, <strong>de</strong> produktiefac-


Recensies 273<br />

toren, <strong>de</strong> produktiviteit en <strong>de</strong> innovatie aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Het levert <strong>een</strong> boeiend, ge<strong>de</strong>tailleerd beeld<br />

op <strong>van</strong> het concrete functioneren <strong>van</strong> het Surinaamse plantagebedrijf. Typerend voor <strong>de</strong><br />

interactie tussen roofbouw en overleven in <strong>de</strong> Surinaamse context was <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> strijd<br />

tegen het water die <strong>de</strong> vruchtbare maar drassige bo<strong>de</strong>mgesteldheid noodzakelijk maakte.<br />

Belangrijk voor alle aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse plantage-economie is het bovengenoem<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> suiker-, koffie- en katoensectoren. Het gebruikelijke beeld <strong>van</strong> snelle<br />

opkomst en sterk verval <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse plantage-economie blijkt vooral typerend te zijn<br />

voor <strong>de</strong> koffie. De suikerproduktie, die steeds belangrijker werd, kenmerkte zich door <strong>een</strong><br />

gelei<strong>de</strong>lijke groei, on<strong>de</strong>rmeer door technologische innovaties in het produktieproces. De katoen<br />

nam in dat opzicht <strong>een</strong> tussenpositie in. Veel hing af <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse<br />

planters en administrateurs die <strong>de</strong> plantages voor <strong>de</strong> afwezige eigenaren in Ne<strong>de</strong>rland beheer<strong>de</strong>n.<br />

De koffie, <strong>een</strong> typisch 'boom'produkt, trok slechtere beheer<strong>de</strong>rs aan dan <strong>de</strong> suiker.<br />

Wel was <strong>de</strong> arbeid op <strong>de</strong> suikerplantages, waarop <strong>de</strong> getalsmatig afnemen<strong>de</strong> slavenpopulatie<br />

in toenemen<strong>de</strong> mate geconcentreerd werd, door <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> intensieve suikerteelt en<br />

gevaarlijke suikerverwerking, het hardst. <strong>In</strong> het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el behan<strong>de</strong>lt Van Stipriaan vooral <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> aspecten <strong>van</strong> het slavernijsysteem in Suriname. Verhel<strong>de</strong>rend is zijn analyse <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> centrale plaats die <strong>de</strong> zwarte bastiaan als voorman <strong>van</strong> <strong>de</strong> slavenmacht naast <strong>de</strong> snel<br />

wisselen<strong>de</strong> blanke directeuren op <strong>de</strong> plantages innam. De Surinaamse slavernij werd in<br />

<strong>de</strong>mografisch opzicht door <strong>een</strong> hoge mortaliteit en lage natal iteit gekenmerkt. Door abolitionistische<br />

auteurs werd dit aangevoerd als bewijs voor <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re hardheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse<br />

slavernij, maar Van Stipriaan toont in <strong>een</strong> vergelijken<strong>de</strong> analyse aan dat <strong>de</strong> Surinaamse slavernij<br />

ook in dit verband weinig afweek <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re grote slavernijsystemen in het Caraïbisch<br />

gebied. Bovendien wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> arbeids- en levensomstandighe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slaven in<br />

<strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw gelei<strong>de</strong>lijk verbeterd, on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> stopzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

slavenhan<strong>de</strong>l en an<strong>de</strong>re humanitaire overheidsmaatregelen. <strong>In</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />

late Ne<strong>de</strong>rlandse afschaffing <strong>van</strong> <strong>de</strong> slavernij in 1863 toon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Surinaamse slaven zich in<br />

toenemen<strong>de</strong> mate bewust <strong>van</strong> hun toegenomen macht en verzetten zich vaak met succes tegen<br />

onwelgevallige maatregelen, zoals het overplaatsen <strong>van</strong> <strong>de</strong> slavenmacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> ene naar <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re plantage. Van Stipriaan geeft <strong>een</strong> voorbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> plantagedirecteur die tot drie keer<br />

toe door <strong>de</strong> eigenaren ontslagen moest wor<strong>de</strong>n omdat <strong>de</strong> slaven zijn bewind niet aanvaard<strong>de</strong>n.<br />

Het slavenverzet veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> zo gelei<strong>de</strong>lijk <strong>van</strong> aard: <strong>van</strong> massale opstan<strong>de</strong>n zoals marronage<br />

tegen het systeem tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw naar concrete belangenbehartiging binnen het<br />

systeem tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw. On<strong>de</strong>rmeer door <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> ruimte die voor eigen<br />

voedselteelt gebo<strong>de</strong>n werd ontwikkel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Surinaamse slaven zich volgens Van Stipriaan<br />

steeds meer tot 'proto-peasants', opnieuw <strong>de</strong> trend in <strong>de</strong> overige Caraïbische koloniën volgend.<br />

Na lezing <strong>van</strong> Van Stipriaans vernieuwen<strong>de</strong> studie moet <strong>de</strong> laatste publikatie <strong>van</strong> Waldo<br />

Heilbron wel haast tegenvallen. Aan <strong>de</strong> zelf<strong>de</strong> materie waarvoor Van Stipriaan bijna vijfhon<strong>de</strong>rd<br />

pagina's nodig had besteedt Heilbron zo'n 130 pagina's. Zijn studie over <strong>de</strong> Surinaamse<br />

slavernij is all<strong>een</strong> op secundaire literatuur en gepubliceer<strong>de</strong> bronnen gebaseerd. Vanuit <strong>een</strong><br />

neomarxistisch afhankelijkheidsperspectief herhaalt hij vele gevestig<strong>de</strong> opvattingen die door<br />

Van Stipriaans on<strong>de</strong>rzoek onjuist zijn gebleken. Zo werd <strong>de</strong> Surinaamse slavernij als produktiestelsel<br />

zoals alle slavernijsystemen door <strong>een</strong> inherente ten<strong>de</strong>ntie tot stagnatie en verval<br />

gekenmerkt volgens Heilbron. Daarmee veronachtzaamt hij het relatieve succes <strong>van</strong> <strong>de</strong> suiker<br />

in het Caraïbisch gebied en <strong>van</strong> <strong>de</strong> katoen in het Zui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten. Evenals an<strong>de</strong>re<br />

slavernijsystemen vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slavernij <strong>een</strong> totaalinstitutie, vergelijkbaar met het<br />

concentratiekamp, die <strong>de</strong> persoonlijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> slaven tot <strong>een</strong> onnozele 'Sambo' zou reduceren.<br />

Deze these <strong>van</strong> <strong>de</strong> Amerikaanse historicus S. M. Elkins is voor Noord-Amerika al lang<br />

overtuigend verworpen en klopt ook voor Suriname niet, zoals Van Stipriaan heeft aangetoond.<br />

Heilbron constateert overigens zelf ook dat er steeds verzet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Surinaamse slaven geweest


274 Recensies<br />

is. Maar hij i<strong>de</strong>ntificeert dit verzet vooral met <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong>-eeuwse marronage en mist <strong>de</strong><br />

overgang naar pragmatisch verzet binnen het systeem die Van Stipriaan signaleert.<br />

Extem werd <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slavernij volgens Heilbron nog versterkt door<br />

<strong>de</strong> overgang <strong>van</strong> commercieel naar industrieel kapitalisme in <strong>de</strong> metropool. Ook <strong>de</strong>ze neomarxistische<br />

these <strong>van</strong> <strong>de</strong> Trinidiaanse historicus Eric Williams is door nieuw on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>rgraven.<br />

Het is echter <strong>een</strong> verdienste <strong>van</strong> Heilbron dat hij voor het geval <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland tenminste<br />

het trage, problematische karakter vaststelt <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze overgang <strong>van</strong> commercieel naar industrieel<br />

kapitalisme. Daarin paste <strong>de</strong> neomercantilistische exploitatie <strong>van</strong> Java on<strong>de</strong>r het cultuurstelsel,<br />

die <strong>de</strong> Surinaamse plantageproduktie tenslotte overvleugel<strong>de</strong>. Deze analyse had echter ver<strong>de</strong>r<br />

aan overtuigingskracht kunnen winnen als Heilbron gebruik had gemaakt <strong>van</strong> recentere<br />

literatuur dan Henriette Roland Hoists vooroorlogse werk.<br />

Na <strong>de</strong> Britse en Franse abouties werd ook <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse afschaffing <strong>van</strong> <strong>de</strong> slavernij<br />

onvermij<strong>de</strong>lijk. Dat het nog tot 1863 zou duren voordat <strong>de</strong> emancipatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse<br />

slaven <strong>een</strong> feit was, kwam door <strong>een</strong> impasse in <strong>de</strong> besluitvorming. Conservatieve ministers <strong>van</strong><br />

koloniën enerzijds en liberale en anti-revolutionaire kamerle<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>rzijds waren het <strong>een</strong>s over<br />

het beginsel <strong>van</strong> <strong>de</strong> abolitie maar verschil<strong>de</strong>n <strong>van</strong> mening over <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong>ze tot stand<br />

moest komen. Bij afwezigheid <strong>van</strong> zowel <strong>een</strong> krachtige abolitiebeweging als <strong>een</strong> sterke<br />

planterslobby speel<strong>de</strong>n ministers en kamerle<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hoofdrol in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse afschaffing <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Westindische slavernij. <strong>In</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse geschiedschrijving heeft dit betrekkelijk marginale<br />

emancipatiebeleid relatief veel aandacht gekregen. Men kan zich dan ook afvragen of er<br />

werkelijk nog plaats is voor <strong>de</strong> volwaardige dissertatie op dit terrein, waarop Jaap Toes onlangs<br />

aan <strong>de</strong> VU promoveer<strong>de</strong>. Deze gedachte moet ook bij Toes zijn opgekomen want in <strong>de</strong><br />

samenvatting stelt hij dat naast <strong>de</strong> hoofdrolspelers ook <strong>de</strong> figuranten <strong>een</strong> plaats verdienen in het<br />

historisch drama <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse emancipatie. Van <strong>de</strong> drie personen die hij uitvoerig belicht<br />

in zijn boek verdienen er twee om als bijrolspelers betiteld te wor<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> was<br />

in<strong>de</strong>rdaad niet meer dan <strong>een</strong> figurant.<br />

<strong>In</strong> <strong>de</strong> eerste plaats was daar generaal C. P. Schimpf, gouverneur <strong>van</strong> Suriname tussen 1855 en<br />

1859. Deze voormalige <strong>In</strong>dische militair was het vooral om <strong>de</strong> rust en or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> kolonie te doen.<br />

<strong>In</strong> dat ka<strong>de</strong>r maakte hij zich sterk voor <strong>de</strong> benoeming <strong>van</strong> bezoldig<strong>de</strong> districtbestuur<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong><br />

zogenaam<strong>de</strong> landdrosten. Vervolgens raakte hij echter in conflict verwikkeld met het ministerie<br />

<strong>van</strong> koloniën in Den Haag over hun aantal, bezoldiging en behuizing. De abolitionistische<br />

schil<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> wreedhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Surinaamse slavernij vond Schimpf schromelijk<br />

overdreven. Hij zou tenslotte als gouverneur ontslag nemen me<strong>de</strong> omdat hij <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke<br />

emancipatievoorstellen <strong>van</strong> <strong>de</strong> conservatieve ministers <strong>van</strong> koloniën nog te ver vond gaan. Deze<br />

houding maakte hem tot het mikpunt <strong>van</strong> felle aanvallen in <strong>de</strong> kleine, liberale en fel abolitionistische<br />

Provinciale Friesche Courant in Ne<strong>de</strong>rland. Ook <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> bijrolspeler, <strong>de</strong> antirevolutionaire<br />

abolitionist J. W. Gefken, die in 1856 tot procureur-generaal in Suriname benoemd was om <strong>de</strong><br />

naleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe slavenreglementen te controleren, was volgens <strong>de</strong> Friese krant veel te<br />

terughou<strong>de</strong>nd tegenover <strong>de</strong> Surinaamse planters. Gefken zat tussen twee vuren, want volgens<br />

gouverneur Schimpf hield hij juist te veel rekening met <strong>de</strong> slaven. Ondanks zijn geïsoleer<strong>de</strong><br />

positie hield Gefken het tot na <strong>de</strong> afschaffing <strong>van</strong> <strong>de</strong> slavernij in Suriname uit, om in 1867 als<br />

antirevolutionair kamerlid naar Ne<strong>de</strong>rland terug te keren. Tenslotte behan<strong>de</strong>lt Toes uitvoerig het<br />

doen en laten <strong>van</strong> I. J. Rochussen, <strong>een</strong> bizarre figurant in het geheel. Benoemd tot landdrost in<br />

1856 maakte hij op wachtgeld werkeloos in Suriname verkerend door zijn grillige, egotistische<br />

gedrag gouverneur Schimpf en procureur-generaal Gefken het leven zuur. Teruggekeerd in<br />

Ne<strong>de</strong>rland schreef hij nog steeds op wachtgeld hoogst waarschijnlijk <strong>de</strong> beschuldigen<strong>de</strong><br />

artikelen tegen Schimpf en Gefken in <strong>de</strong> Friese krant. Tenslotte was hij voor het ministerie <strong>van</strong><br />

koloniën ook niet langer te handhaven. Hij kreeg eervol ontslag en ging naar Amerika om daar


Recensies 275<br />

zijn geluk te beproeven. Volgens Toes leed Rochussen aan <strong>een</strong> manisch-<strong>de</strong>pressieve psychose.<br />

Dat maakt hem interessant voor <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> psychiatrie in Ne<strong>de</strong>rland maar<br />

nauwelijks voor <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse afschaffing <strong>van</strong> <strong>de</strong> slavernij, waarin hij <strong>een</strong><br />

volstrekt on<strong>de</strong>rgeschikte rol speel<strong>de</strong>.<br />

Op <strong>de</strong> afschaffing <strong>van</strong> <strong>de</strong> negerslavernij in Suriname volg<strong>de</strong> <strong>de</strong> contractarbeid <strong>van</strong> Hindustanen<br />

en Ja<strong>van</strong>en. De Britse historicus Hugh Tinker vestig<strong>de</strong> in 1974 <strong>de</strong> aandacht op <strong>de</strong> <strong>In</strong>diase<br />

contractarbeid in Suriname en an<strong>de</strong>re plantagekoloniën on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel A new system of slavery.<br />

<strong>In</strong><strong>de</strong>rdaad waren er in arbeids- en levensomstandighe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> contractarbeid op <strong>de</strong><br />

plantages veel over<strong>een</strong>komsten met <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> negerslavernij. Maar er waren ook<br />

belangrijke verschillen. <strong>In</strong> Suriname gold het contract voor slechts vijfjaar, keer<strong>de</strong> <strong>een</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs na afloop naar <strong>In</strong>dia terug en ontbraken <strong>de</strong> wre<strong>de</strong> lijfstraffen die zo kenmerkend<br />

waren geweest voor <strong>de</strong> negerslavernij. Dergelijke verschillen veronachtzaamt F. H. R. Oedayrajsingh<br />

Varma volkomen in zijn publikatie over <strong>de</strong> Hindustaanse contractarbeid in Suriname.<br />

Volgens hem vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze contractarbeid <strong>een</strong> nog har<strong>de</strong>re vorm <strong>van</strong> slavernij dan <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong><br />

negerslavernij. Oedayrajsingh Varma is dan ook g<strong>een</strong> historicus maar <strong>een</strong> geograaf. Zijn<br />

publikatie is <strong>een</strong> nationalistisch, om niet te zeggen lokaal-chauvinistisch pamflet. <strong>In</strong> overdreven,<br />

gruwelijke termen schil<strong>de</strong>rt hij <strong>de</strong> Britse koloniale uitbuiting in <strong>In</strong>dia die <strong>de</strong> Hindustanen<br />

overzee dreef, naar <strong>een</strong> zo mogelijk nog gruwelijker bestemming in Suriname. Zijn verhalen<br />

over veelvuldige moord, doodslag en verkrachting in Suriname zijn niet behoorlijk geannoteerd<br />

en <strong>de</strong>rhalve oncontroleerbaar. Het zelf<strong>de</strong> geldt voor zijn heroïseren<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> Hindustaanse<br />

rebellie. <strong>In</strong> C. C. Goslinga's recente, uitvoerige handboek over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlands-Westindische<br />

geschie<strong>de</strong>nis tussen 1791 en 1942 is maar één <strong>van</strong> <strong>de</strong> vele botsingen tussen Hindustaanse<br />

arbei<strong>de</strong>rs en Ne<strong>de</strong>rlandse autoriteiten met do<strong>de</strong>lijke afloop die Oedayrajsingh Varma opdist<br />

terug te vin<strong>de</strong>n. Volgens het nuchtere oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> essayist Anil Ramdas ging het bij <strong>de</strong>rgelijke<br />

inci<strong>de</strong>nten niet om rebellie maar om <strong>een</strong> loonconflict. De nationalistische hel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Oedayrajsingh<br />

Varma zijn S. Ch. Bose in <strong>In</strong>dia, die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> wereldoorlog met <strong>de</strong> Duitsers en<br />

<strong>de</strong> Japanners tegen <strong>de</strong> Britten streed, en Desi Bouterse in Suriname. De Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs, die als<br />

'vliegen<strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs' <strong>de</strong> ergste slavenhalers en hou<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n zijn geweest, hebben volgens<br />

Oedayrajsingh Varma nog <strong>een</strong> 'eereschuld' <strong>van</strong> twee miljard gul<strong>de</strong>n jegens <strong>de</strong> Surinaamse<br />

Hindustanen, aan niet uitbetaald loon en premies. De enige, onbedoel<strong>de</strong> verdienste <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

publikatie is dat ze nog <strong>een</strong>s dui<strong>de</strong>lijk aantoont hoezeer er behoefte bestaat aan <strong>een</strong> <strong>de</strong>gelijke<br />

historische studie over <strong>de</strong> Hindustaanse en Javaanse contractarbeid in Suriname na <strong>de</strong> afschaffing<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> negerslavernij.<br />

M. Kuitenbrouwer<br />

M. Rietveld-<strong>van</strong> Winger<strong>de</strong>n, Voor <strong>de</strong> lieve kleinen. Het jeugdtijdschrift in Ne<strong>de</strong>rland 1752-<br />

1942 (Dissertatie Vrije Universiteit Amsterdam 1992; Den Haag: Ne<strong>de</strong>rlands bibliotheek en<br />

lektuur centrum, 1992, 320 blz., ƒ49,50, ISBN 90 6252 775 2).<br />

Niet min<strong>de</strong>r dan tweehon<strong>de</strong>rdvijftig Ne<strong>de</strong>rlandse jeugdtijdschriften zijn <strong>van</strong> het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

achttien<strong>de</strong> eeuw af tot aan <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> wereldoorlog gepubliceerd. En in feite nog veel meer, want<br />

talloze verenigingen gaven eigen krantjes voor kin<strong>de</strong>ren en jongeren uit, maar die zijn in <strong>de</strong>ze<br />

dissertatie niet meegeteld. Sommige beston<strong>de</strong>n tientallen jaren, an<strong>de</strong>re stopten na enkele<br />

afleveringen, fuseer<strong>de</strong>n, of verdwenen <strong>een</strong>voudig. Gezamenlijk vormen ze <strong>een</strong> hoorn <strong>de</strong>s<br />

overvloeds voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> historische pedagogiek. Marjoke<br />

Rietveld-<strong>van</strong> Winger<strong>de</strong>n heeft zich door <strong>de</strong> grote om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> haar bronnenmateriaal niet laten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!