23.03.2014 Views

Onder censuur. De kerkelijke tucht in de gereformeerde gemeente ...

Onder censuur. De kerkelijke tucht in de gereformeerde gemeente ...

Onder censuur. De kerkelijke tucht in de gereformeerde gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Recensies 79<br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor Willem <strong>de</strong> Zwijger <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur van <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> eeuw. Daar blijkt<br />

uit hoe <strong>de</strong> 'va<strong>de</strong>r <strong>de</strong>s va<strong>de</strong>rlands' toen nog allerm<strong>in</strong>st een 'nationale' held <strong>in</strong> een 'nationaal'<br />

drama was gewor<strong>de</strong>n. Natuurlijk h<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen sterk af van het optre<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> diverse<br />

stadhou<strong>de</strong>rs en vooral dat van Willem II had een funeste uitwerk<strong>in</strong>g. Bij <strong>de</strong> <strong>De</strong> la Courts en<br />

Uytenhage <strong>de</strong> Mist was een uitermate kritisch geschiedbeeld het gevolg.<br />

Van <strong>de</strong>n Bosch g<strong>in</strong>g daar tegen<strong>in</strong> en lever<strong>de</strong> een lang moralistisch en politiek commentaar op<br />

voorgeschie<strong>de</strong>nis en recente ontwikkel<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> machtsuitoefen<strong>in</strong>g. Duits kan daarbij<br />

verrassen<strong>de</strong>rwijze aantonen dat nota bene <strong>De</strong> la Courts Politike weeg-schaal door <strong>de</strong> auteur als<br />

bron werd genomen voor zijn tot een tegengestel<strong>de</strong> slotsom lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> historiedrama: Willem <strong>de</strong><br />

Zwijger had Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> vrijheid bezorgd en <strong>de</strong> latere stadhou<strong>de</strong>rs had<strong>de</strong>n — an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwse graven — hun macht op voortreffelijke wijze uitgeoefend. Von<strong>de</strong>ls werk<br />

daarentegen is een lange argumentatie over <strong>de</strong> gevaren van het stadhou<strong>de</strong>rschap. Voor historici<br />

was dat s<strong>in</strong>ds het artikel van J. D. M. Cornelissen uit 1939 wel dui<strong>de</strong>lijk, maar aangezien <strong>de</strong><br />

neerlandicus W. A. P. Smit <strong>de</strong>ze visie <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig had verworpen voor een beklemtonen<br />

van <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit <strong>in</strong> Von<strong>de</strong>ls thema's en vooreen keuze van 'lotswissel<strong>in</strong>g' als centraal motief,<br />

waren zijn vakgenoten <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g opgeschoven. In een boeiend overzicht laat Duits <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis van Von<strong>de</strong>ls verhoud<strong>in</strong>g tot het huis Oranje zien. <strong>De</strong>ze on<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1650 een<br />

scherpe breuk <strong>in</strong> ongunstige z<strong>in</strong>, zozeer zelfs dat <strong>de</strong> dichter op een gegeven moment Willem II<br />

uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis 'wegpoetste'. <strong>De</strong> op enkele gegevens gebaseer<strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie van Cornelissen<br />

wordt hier zorgvuldig uitgebouwd en die van Smit verworpen. <strong>De</strong> grote aandacht voor <strong>de</strong><br />

stadhou<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r Rome<strong>in</strong>en die als tyran <strong>de</strong> Batavieren on<strong>de</strong>rdrukt, <strong>de</strong> parallellen met <strong>de</strong> Opstand,<br />

<strong>de</strong> z<strong>in</strong>spel<strong>in</strong>gen op motieven uit Von<strong>de</strong>ls eigen Palame<strong>de</strong>s over het lot van Ol<strong>de</strong>nbarnevelt,<br />

aanduid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het voorwerk, alles maakt aannemelijk dat hier een ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> 'ware<br />

vrijheid' en bezorgdheid over <strong>de</strong> toekomst met Willem III tot uit<strong>in</strong>g wordt gebracht.<br />

Nu moet nog een enkele opmerk<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gemaakt bij <strong>de</strong> theoretische beschouw<strong>in</strong>gen van<br />

<strong>de</strong> auteur over <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen dichtkunst en geschiedschrijv<strong>in</strong>g. Daar probeert hij aan <strong>de</strong><br />

hand van Vossius' verhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> verschillen van <strong>de</strong> twee genres na<strong>de</strong>r aan te geven maar<br />

het lijkt erop dat hij diens theorie te veel vereenzelvigt met <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> geschiedschrijv<strong>in</strong>g,<br />

die echter an<strong>de</strong>rs uitpakt. Bij Vossius is bovendien al beweg<strong>in</strong>g te constateren <strong>in</strong> het zo vaak<br />

aangehaal<strong>de</strong> niveauverschil ervan en bij Hooft zien we zelfs dat hij het historiedrama niet meer<br />

voldoen<strong>de</strong> acht om historische lessen te doen doordr<strong>in</strong>gen. Gaat het daar alleen maar om<br />

effectiviteit en niet om <strong>de</strong> status van bei<strong>de</strong> genres zoals <strong>de</strong> auteur wil? Hooft verzette zich reeds<br />

tegen los gecomponeer<strong>de</strong> 'romans', een zorg die later nog veel sterker zou wor<strong>de</strong>n. Moeten we<br />

ons wat dit on<strong>de</strong>rwerp betreft niet toch wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r met het bepalen van genres bezighou<strong>de</strong>n,<br />

zoals door R. Colie en an<strong>de</strong>ren is bepleit, en meer met <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het historisch<br />

bewustzijn? Alleen <strong>de</strong> toenmalige ger<strong>in</strong>ge diepte daarvan maakt <strong>de</strong> functie van <strong>de</strong>ze historiedrama's<br />

en van geschiedwerken voor<strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwers dui<strong>de</strong>lijk en aanvaardbaar. Maar<br />

ver<strong>de</strong>r past niets dan lof voor <strong>de</strong> zorgvuldige wijze waarop Duits zijn on<strong>de</strong>rwerp heeft ontleed<br />

en van historische context heeft voorzien.<br />

E. O. G. Haitsma Mulier<br />

H. Roo<strong>de</strong>nburg, <strong>On<strong>de</strong>r</strong> <strong>censuur</strong>. <strong>De</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> gereformeer<strong>de</strong> <strong>gemeente</strong> van<br />

Amsterdam, 1578-1700 (Dissertatie VU Amsterdam 1990; Hilversum: Verloren, 1990,423 blz.,<br />

ƒ45,-, ISBN 90 6550 320 X).<br />

In zijn dissertatie behan<strong>de</strong>lt Herman Roo<strong>de</strong>nburg <strong>de</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> op zichzelf en niet <strong>in</strong> het


80 Recensies<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Amsterdamse gereformeer<strong>de</strong> <strong>gemeente</strong>. <strong>De</strong> aanteken<strong>in</strong>gen<br />

over <strong>de</strong> uitoefen<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>tucht</strong> noemt hij een zegen voor <strong>de</strong> historicus. Zij maken <strong>de</strong><br />

kerkeraadsnotulen tot een bron die licht werpt op 'het roerige Amsterdamse buurtleven tussen<br />

ruwweg 1578 en 1700, en <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> kerkeraad zich hiermee bemoei<strong>de</strong>' ( 15). Daarop<br />

wil hij zich <strong>in</strong> zijn boek concentreren. Dat <strong>de</strong> bron ook problemen kent, wordt pas veel ver<strong>de</strong>rop<br />

gemeld (142-144).<br />

Het boek valt <strong>in</strong> twee <strong>de</strong>len uiteen. Het eerste <strong>de</strong>el (hoofdstukken 1-3) schetst een heel bre<strong>de</strong><br />

achtergrond waartegen <strong>de</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> beschouwd moet wor<strong>de</strong>n. Uitvoerig wor<strong>de</strong>n voorreformatorische<br />

gebruiken en gevoelens rond eucharistie, sacramentsprocessie en geestelijke<br />

broe<strong>de</strong>r- en zusterschappen behan<strong>de</strong>ld, en dan met name <strong>de</strong> wijze waarop het kerkelijk ritueel<br />

vre<strong>de</strong>, verzoen<strong>in</strong>g en eendracht b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke gemeenschap tot uitdrukk<strong>in</strong>g bracht. <strong>De</strong><br />

reformatie verbrak het corpus christianum. B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> confessionele groepen<br />

bleven noties als vre<strong>de</strong>, verzoen<strong>in</strong>g en eendracht echter belangrijk, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r rond <strong>de</strong><br />

vier<strong>in</strong>g van het avondmaal. <strong>De</strong> <strong>tucht</strong> dien<strong>de</strong> om die vre<strong>de</strong> en eendracht te beschermen.<br />

Organisatie en praktische gang van zaken bij <strong>tucht</strong>uitœfen<strong>in</strong>g en avondmaalsvier<strong>in</strong>g besluiten<br />

dit eerste <strong>de</strong>el. Het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el, dat <strong>de</strong> hoofdstukken 4-8 omvat, behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong><br />

<strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong>. Hierbij wordt gebruik gemaakt van <strong>de</strong> kwantitatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, zoals<br />

ontwikkeld door J. Estèbe en B. Vogler voor <strong>de</strong> Languedoc en <strong>de</strong> Palts. <strong>De</strong> <strong>kerkelijke</strong><br />

<strong>tucht</strong>oefen<strong>in</strong>g wordt uitgesplitst <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> categorieën, <strong>de</strong> gevallen daarb<strong>in</strong>nen geturfd en<br />

eventuele significante schommel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> aldus gevon<strong>de</strong>n aantallen <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd<br />

gevolgd. Hoofdstuk 4 behan<strong>de</strong>lt die <strong>tucht</strong>gevallen waarbij lidmaten neig<strong>de</strong>n tot an<strong>de</strong>re geloofsopvatt<strong>in</strong>gen<br />

of een gemengd huwelijk wil<strong>de</strong>n aangaan. In hoofdstuk 5 komen <strong>tucht</strong>gevallen rond<br />

toverij, <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoofdstukken 6 en 7 rond 'hoererij' aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. <strong>De</strong>ze laatste zijn ver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong><br />

respectievelijk lichtere (voorechtelijke seksualiteit) en zwaar<strong>de</strong>re vormen (overspel, prostitutie,<br />

verkracht<strong>in</strong>g, bigamie, bloedschan<strong>de</strong>, geslachtsziektes). Hoofdstuk 8 gaat over <strong>de</strong> maatschappelijke<br />

zon<strong>de</strong>n: dansen en an<strong>de</strong>r onvroom vermaak, dronkenschap, be<strong>de</strong>larij, twist,<br />

beledig<strong>in</strong>gen en geweld, echtelijke twist en echtscheid<strong>in</strong>g, pog<strong>in</strong>gen tot zelfmoord, diefstal en<br />

frau<strong>de</strong> en faillissement.<br />

Het aantal <strong>tucht</strong>gevallen lijkt opvallend laag. Het betreft enkele tientallen gevallen gemid<strong>de</strong>ld<br />

per jaar, bij een geschatte omvang van <strong>de</strong> <strong>gemeente</strong> van enkele tienduizen<strong>de</strong>n. Roo<strong>de</strong>nburg<br />

schrijft dit toe aan het mogelijk exemplarisch karakter van <strong>de</strong> <strong>tucht</strong>. Ver<strong>de</strong>r zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>tucht</strong>uitœfen<strong>in</strong>g <strong>in</strong>teressante schommel<strong>in</strong>gen op te merken. Tot ongeveer 1620 was <strong>de</strong> kerkeraad<br />

zeer bezorgd over mogelijk verlies van lidmaten aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> doopsgez<strong>in</strong><strong>de</strong><br />

groepen. Ondanks hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge ver<strong>de</strong>eldheid vorm<strong>de</strong>n zij kennelijk een geduchte concurrentie<br />

voor <strong>de</strong> gereformeer<strong>de</strong> kerk. In <strong>de</strong> jaren 1640-1660 is eer<strong>de</strong>r aantrekk<strong>in</strong>gskracht van <strong>de</strong><br />

katholieke gemeenschap te constateren. Behalve <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> blijkt <strong>de</strong>ze bezorgdheid<br />

ook uit <strong>de</strong> remonstranties die <strong>de</strong> kerkeraad bij <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong>dien<strong>de</strong> over <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

plakkaten. <strong>De</strong> vele sekten die <strong>in</strong> Amsterdam te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n waren, hebben <strong>de</strong> kerkeraad, gezien het<br />

aantal <strong>tucht</strong>gevallen waar<strong>in</strong> zij een rol speel<strong>de</strong>n, we<strong>in</strong>ig zorgen gebaard.<br />

<strong>De</strong> kerkeraad had niet bijzon<strong>de</strong>r veel werk aan beschuldig<strong>in</strong>gen van toverij, zoals die van tijd<br />

tot tijd tegen lidmaten wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebracht en aan gevallen van voorechtelijke bijslaap. <strong>De</strong><br />

<strong>tucht</strong>maatregelen waren licht en <strong>de</strong> aantallen kle<strong>in</strong>. Bij voorechtelijke seksualiteit is er een<br />

toename <strong>in</strong> het aantal <strong>tucht</strong>gevalen <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1660-1680. Ditzelf<strong>de</strong> geldt voor<strong>de</strong> zwaar<strong>de</strong>re<br />

vormen van hoererij. Waarschijnlijk is <strong>de</strong> kerkeraad <strong>in</strong> die jaren een scherper beleid gaan voeren.<br />

Opmerkelijk is ook <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>tucht</strong> met betrekk<strong>in</strong>g tot het dansen. In <strong>de</strong> eerste jaren<br />

van haar bestaan trad <strong>de</strong> kerkeraad hiertegen streng op. Na 1600 werd het dansen alleen nog<br />

bestraft bij <strong>de</strong> rijken, met name bij Zuidne<strong>de</strong>rlandse koopmansfamilies.


Recensies 81<br />

Na 1680 viel het aantal <strong>tucht</strong>gevallen over vrijwel <strong>de</strong> gehele l<strong>in</strong>ie opvallend terug. <strong>De</strong><br />

gestrengheid van <strong>de</strong> <strong>tucht</strong> verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> al vanaf ongeveer het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw.<br />

Opvallend genoeg steeg het aantal gevallen van <strong>tucht</strong> over huwelijken b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> verbo<strong>de</strong>n<br />

gra<strong>de</strong>n van verwantschap, geschei<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong> echtelie<strong>de</strong>n, scheid<strong>in</strong>gen van tafel en bed en<br />

echtscheid<strong>in</strong>gen. Ook bij <strong>de</strong> faillissementen lijkt geen dui<strong>de</strong>lijke teruggang te zijn opgetre<strong>de</strong>n.<br />

Steekproeven lieten zien dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw, an<strong>de</strong>rs dan voor 1700, <strong>de</strong> <strong>tucht</strong> voornamelijk<br />

nog werd uitgeoefend over be<strong>de</strong>el<strong>de</strong> lidmaten.<br />

Methodisch is het boek zwak. <strong>De</strong> auteur lijkt zich vergaand te hebben laten meeslepen door<br />

gelikte nieuwe historiografische <strong>in</strong>zichten en <strong>de</strong> overstelpen<strong>de</strong> rijkdom aan anekdotes die<br />

kerkeraadsnotulen nu eenmaal bevatten. Een methodische verantwoord<strong>in</strong>g ontbreekt. Over <strong>de</strong><br />

kwantitatieve metho<strong>de</strong> wordt slechts gezegd dat an<strong>de</strong>ren zich daar ook mee bezig gehou<strong>de</strong>n<br />

hebben. Over verschillen <strong>in</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (Estèbe/ Vogler en Spiertz gebruikten <strong>de</strong>ze bijvoorbeeld<br />

vooral om een vergelijk<strong>in</strong>g tussen verschillen<strong>de</strong> gereformeer<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n te kunnen uitvoeren)<br />

wordt niet gerept. <strong>De</strong> voor<strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> vraag naar<strong>de</strong> representativiteit van <strong>de</strong> <strong>tucht</strong>gevallen<br />

voor het 'roerige Amsterdamse buurtleven' waarop het boek zich richt, wordt niet gesteld. Via<br />

<strong>de</strong> <strong>tucht</strong> concentreert het zich op <strong>de</strong> roerigste gereformeer<strong>de</strong> lidmaten. <strong>De</strong> grote meer<strong>de</strong>rheid van<br />

brave Amsterdammers en <strong>de</strong> echt wil<strong>de</strong> figuren blijven buiten beeld.<br />

In het eerste <strong>de</strong>el wordt zeer breed uitgeweid over gemeenschapsstichten<strong>de</strong> rituelen rond<br />

eucharistie en avondmaal. <strong>De</strong> hierbij ontwikkel<strong>de</strong> noties over vre<strong>de</strong> en verzoen<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong> het<br />

twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el echter nauwelijks terug. In <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> lijkt een grotere<br />

nadruk gelegen te hebben op gevoelighe<strong>de</strong>n rond eeren schan<strong>de</strong>, die <strong>in</strong> het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el uitvoerig<br />

en overtuigend aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> gesteld wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> auteur lijkt bovendien <strong>in</strong> dit eerste <strong>de</strong>el zijn<br />

uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke on<strong>de</strong>rwerp af en toe geheel uit het oog te verliezen. Zo blijft <strong>in</strong> hoofdstuk 2 <strong>de</strong><br />

amen<strong>de</strong> honorable onvermeld, hoewel dit publ ieke vertoon van berouw, gevolgd door we<strong>de</strong>ropname<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> sacramentsgemeenschap toch als <strong>de</strong> belangrijkste parallel met <strong>de</strong> gereformeer<strong>de</strong><br />

<strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> gezien kan wor<strong>de</strong>n. Ook an<strong>de</strong>re voorreformatorische vormen van <strong>kerkelijke</strong><br />

penitentie en <strong>de</strong> gang van zaken rond excommunicatie wor<strong>de</strong>n niet genoemd.<br />

Het twee<strong>de</strong>, casuïstische <strong>de</strong>el is overla<strong>de</strong>n met voorbeel<strong>de</strong>n en citaten, waarbij <strong>in</strong> een aantal<br />

gevallen <strong>de</strong> schattigheidswaar<strong>de</strong> zwaar<strong>de</strong>r gewogen lijkt te hebben dan het illustratief gehalte.<br />

Het steunt vrijwel uitsluitend op <strong>de</strong> notulen. Slechts zeer spaarzaam wordt verwezen naar an<strong>de</strong>re<br />

bronnen, terwijl daar op sommige plaatsen wel aanleid<strong>in</strong>g toe is. Roo<strong>de</strong>nburg constateert zelf<br />

<strong>in</strong> zijn besluit dat over <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> aan het veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gsproces<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw we<strong>in</strong>ig <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itiefs gezegd kan wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r bijvoorbeeld ook<br />

rechterlijke bronnen te on<strong>de</strong>rzoeken. Een steekproef had geen kwaad gekund. <strong>De</strong> vraag of <strong>de</strong><br />

teruggang <strong>in</strong> <strong>de</strong> aantallen <strong>tucht</strong>gevallen na 1680 wellicht samenh<strong>in</strong>g met een veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

karakter en functie van <strong>de</strong> <strong>tucht</strong> valt buiten het gestel<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>r. Tenslotte had het boek aan<br />

gebruikswaar<strong>de</strong> gewonnen wanneer niet alleen alle Jantjes en Marietjes uit <strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />

het register waren opgenomen, maar ook een zaakregister was toegevoegd.<br />

Dit alles neemt niet weg dat het boek leest als een roman. Het bevat tal van wetenswaardighe<strong>de</strong>n<br />

en ie<strong>de</strong>r die het ter hand neemt zal er iets van zijn gad<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aantreffen. Het on<strong>de</strong>rscheid<br />

tussen <strong>de</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong>, die een geestelijke discipl<strong>in</strong>e was, en <strong>de</strong> niet-<strong>kerkelijke</strong> vormen van<br />

rechtspraak en bemid<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordt heel zuiver uitgewerkt. Verhel<strong>de</strong>rend zijn <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elten<br />

waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>kerkelijke</strong> <strong>tucht</strong> door <strong>de</strong> lidmaten <strong>in</strong> verband gebracht wordt met<br />

<strong>de</strong> gangbare noties over eer en schan<strong>de</strong>.<br />

J. Spaans

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!