23.03.2014 Views

het tweede nummer (PDF, 1,53 MB) - Koninklijk Museum voor ...

het tweede nummer (PDF, 1,53 MB) - Koninklijk Museum voor ...

het tweede nummer (PDF, 1,53 MB) - Koninklijk Museum voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ZAAL Z<br />

JG1 / NR1 / Jun – aug 2012<br />

driemaandelijks tijdschrift<br />

KONINKLIJK MUSEUM<br />

VOOR SCHONE KUNSTEN<br />

ANTWERPEN<br />

4<br />

Vrijspraak<br />

Josse De Pauw<br />

De pater en de madonna<br />

6<br />

interview<br />

Dikkie Scipio van<br />

Claus en Kaan Architecten<br />

over <strong>het</strong> nieuwe KMSKA<br />

14<br />

collectie<br />

De uitzonderlijke<br />

verzameling van<br />

dokter Jan Esser<br />

18<br />

KMSKA INTERNATIONAAL<br />

Het verhaal van de<br />

Vlaamse barok in<br />

Mexico<br />

22<br />

in de marge<br />

De sigaar, de krant<br />

en Rik Wouters<br />

26<br />

tweeluik<br />

Degas in Parijs<br />

en in Antwerpen<br />

30<br />

was getekend<br />

Rinus Van de Velde<br />

32<br />

<strong>het</strong> verhaal<br />

Gesprek met schenkster<br />

Gilberte Lens-<br />

Ghesquière<br />

39<br />

uitverkoren<br />

Buurtbewoner Ludo<br />

De Schutter, <strong>het</strong> museum<br />

en schilder Robert Mols<br />

42<br />

uit de boeken<br />

Kunstpromotor<br />

Paul-Gustave Van Hecke<br />

en de avant-garde


Met trots open ik <strong>voor</strong> u ZAAL Z, ons nieuwe museummagazine. Dit is<br />

2 3<br />

de opvolger van de <strong>Museum</strong>krant die achttien jaargangen lang heeft<br />

bericht over <strong>het</strong> museum en zijn activiteiten.<br />

ZAAL Z verschijnt <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst nu <strong>het</strong> museumgebouw gesloten is en<br />

we onze collectie op verschillende andere locaties in binnen- en buitenland<br />

tonen. In <strong>het</strong> magazine gaan we dieper in op die rijke collectie,<br />

op verschillende activiteiten die we ontplooien, op de verbouwing en<br />

op onze museumwerking. Zo ontdekt u in ZAAL Z ongetwijfeld kunstwerken<br />

en verhalen die we in onze museumzalen of onze tentoonstellingen<br />

nog niet hebben gepresenteerd. ZAAL Z verschijnt driemaandelijks.<br />

Tegelijkertijd publiceren we een overzichtskalender waarin u<br />

al onze activiteiten en tentoonstellingen terugvindt.<br />

Zaal Z, met de Z van ’t Zuid, heeft nooit bestaan in <strong>het</strong> ‘oude’ museum,<br />

waar de bovenzalen een letter droegen van A tot W. ZAAL Z zet die traditie<br />

<strong>voor</strong>t en vult haar aan. Zoals met onze andere activiteiten willen<br />

we ook met deze publicatie dicht bij u staan en de vinger aan de pols<br />

houden. Laat ons dus weten wat u van dit nieuwe magazine vindt of<br />

wat volgens u beter kan. Reacties ontvangen we graag op<br />

paul.huvenne@kmska.be of op ons postadres.<br />

Welkom in ZAAL Z!<br />

Paul Huvenne<br />

administrateur-generaal kmska


4<br />

vrijspraak<br />

In deze rubriek geven we <strong>het</strong> vrije<br />

woord aan mensen met een pen en<br />

een gedacht. Wat ze schrijven, houdt<br />

verband met kunst.<br />

De<br />

Pater en Josse De Pauw<br />

de madonna<br />

5<br />

De pater kwam de klas binnen met een lichtjes rood aangelopen<br />

gezicht en dat was vreemd, omdat hij een jonge pater was en sportief<br />

ook, een sportpater, een zwempater. Een voetbalpater die na een<br />

match van twee keer drie kwartier niet eens rood aanliep.<br />

Dit was geen cognacpater, geen jeneverpater, paters die zowat de hele<br />

dag rood af- en aanliepen. Deze pater was een gezonde pater, zonder<br />

scheve gedachten en met een stralend geweten en deze pater zou ons<br />

die dag geschiedenis geven.<br />

Na de deur achter zich te hebben gesloten, begon hij de les met de<br />

zenuwachtige mededeling dat de eerste die lachte op de gang kon<br />

gaan staan. Hij wou ons aan de hand van een schilderij iets vertellen<br />

over de tijd waarin dat schilderij was ontstaan. Een wijle frommelde<br />

hij aan de sluiting van zijn boekentas en vervolgens haalde hij er een<br />

op blokplaat gelijmde reproductie uit: La Vierge à l’Enfant entourée<br />

d’anges van Jean Fouquet. Nadat hij er eerst drie op de gang had gestuurd,<br />

vertelde hij ons dat, toen hij jaren geleden in Antwerpen, plots<br />

en geheel toevallig, in <strong>het</strong> <strong>Museum</strong> <strong>voor</strong> Schone Kunsten, tegenover<br />

dat schilderij stond, zijn ogen vochtig werden en hij zich tot vandaag<br />

graag afvroeg waarom.<br />

Vermoed werd, zo zei hij, dat Agnès Sorel model had gestaan <strong>voor</strong> de<br />

madonna en dat, als dat zo was, die Agnès Sorel een prachtige vrouw<br />

moest zijn geweest, een inspirerende vrouw ook, die de schilder tot dit<br />

meesterwerk had gebracht. Dat zij de eerste openlijke maîtresse was<br />

geweest van Koning Karel VII, die Frankrijk regeerde vanaf 1422 tot<br />

zijn dood in 1461, zei hij, en dat zij <strong>het</strong> decolleté met ontblote schouders<br />

invoerde aan <strong>het</strong> hof. En dat één van zijn lievelingssoepen naar haar<br />

was genoemd: een goeie kippenbouillon, ui, preiwit, wortel, stukjes kip,<br />

een plak ossentong, champignons, citroensap en room.<br />

Dat zijn ogen vochtig waren geworden, zei hij, kwam misschien door<br />

de haast perfecte samenhang van religie en erotiek in <strong>het</strong> werk. Altijd<br />

een moeilijke combinatie, zei hij, altijd zo zwaar op de hand, altijd was<br />

de verdoemenis in de buurt als die twee werden samengebracht. En<br />

hier... die lichtheid, enige spot zelfs. Hij moedigde ons aan goed te kijken<br />

en de ontroering toe te laten. Wij wisten niet hoe we dat moesten<br />

doen, maar we voelden wel dat hij <strong>het</strong> meende en dat was spannend.<br />

De lachers waren bangeriken, zei hij, daarom moesten ze op de gang.<br />

Hier mocht je niet bang <strong>voor</strong> zijn, je moest kijken.<br />

Een modern werk, zei hij... vorige week geschilderd. We lachten <strong>voor</strong>zichtig.<br />

Of niet, vroeg hij? Niet als hij <strong>het</strong> jaren geleden in Antwerpen<br />

al had zien hangen, zei iemand. Rond 1450 geschilderd, zo wordt geschat,<br />

zei hij. Maar met dergelijke futiliteiten kan een meester als Jean<br />

Fouquet zich niet bezighouden... Als de dag van gisteren, zeg ik jullie...<br />

als de dag van morgen... Iedereen werd er vrolijk van, de pater zo te<br />

horen praten. Begeesterd is <strong>het</strong> woord. En wij ook, door hem begeesterd.<br />

Ik denk nog dikwijls: hij heeft mij op weg gezet.


6<br />

7<br />

Het nieuwe museum<br />

Twee<br />

werelden<br />

Interview door<br />

Leen de Jong<br />

binnen één November 2011<br />

zal in de annalen<br />

van <strong>het</strong> museum geboekstaafd staan als een keerpunt:<br />

toen begon de verbouwing die volgens de planning tot<br />

eind 2017 zal duren. Het is de eerste echt ingrijpende<br />

verandering aan <strong>het</strong> museumgebouw, dat in 1890 werd<br />

opgetrokken. In de eerste fase wordt er binnen <strong>voor</strong>al<br />

gesloopt en komt er een nieuw depot. Vervolgens zijn<br />

de technische installaties en <strong>het</strong> dak aan de beurt,<br />

en verrijst in <strong>het</strong> historische gebouw als <strong>het</strong> ware<br />

een nieuw, verticaal museum.<br />

gebouw<br />

Architect Dikkie Scipio<br />

In 2003 schreef de Vlaamse bouwmeester een internationale oproep<br />

uit. Een jaar later werd <strong>het</strong> Rotterdams-Amsterdamse bureau Claus<br />

en Kaan Architecten aangewezen om een masterplan te ontwikkelen.<br />

Dikkie Scipio is een van de vijf architect-partners, naast oprichters Felix<br />

Claus en Kees Kaan, en samen met Jaap Graber en Vincent Panhuysen.<br />

Hun bureau is opgericht in 1988 en omvat inmiddels een internationaal<br />

team van meer dan zestig professionals.


8<br />

Wat was <strong>voor</strong> jullie<br />

de motivatie om aan<br />

de wedstrijd <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

KMSKA deel te nemen?<br />

Jullie motto <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

masterplan uit 2004<br />

klinkt tegelijk gewoon<br />

en raadselachtig: ‘Mijn<br />

vrouw en ik blijven’.<br />

Herstel van de route<br />

‘Wij waren zeer onder de indruk van de collectie, en <strong>het</strong> belangrijke<br />

negentiende-eeuwse gebouw dat nog ongewijzigd was, althans van<br />

buiten, fascineerde ons. Ook de omgeving is veelbelovend: <strong>het</strong> Zuid<br />

was in 2003 als wijk nog grotendeels verpauperd, maar je kon al zien<br />

dat er door de mode, de horeca en de kunsten nieuwe initiatieven<br />

gaande waren. Met de bouw van <strong>het</strong> nieuwe Paleis van Justitie <strong>voor</strong>spelden<br />

wij dat advocaten en andere rechtsgerelateerde ondernemingen<br />

panden zouden gaan aankopen en opknappen, waardoor de omgeving<br />

snel zou veranderen.<br />

Het masterplan zelf is gebaseerd op <strong>het</strong> idee dat je <strong>het</strong> gebouw moet<br />

zien als een onderdeel van de negentiende-eeuwse museumcollectie.<br />

Die zal in een snel veranderende omgeving alleen maar aan monumentaliteit<br />

winnen als ze zich onveranderd toont.’<br />

‘De kwaliteit van <strong>het</strong> interieur van <strong>het</strong> oude gebouw ligt in de route<br />

die men door de zalen kon lopen, als een wandeling door een park.<br />

Inmiddels was die totaal verstoord door later ingebrachte functies. De<br />

uitdaging is nu om deze route te herstellen, <strong>het</strong> museum tegelijk uit te<br />

breiden met functies van nu en met extra tentoonstellingszalen, én <strong>het</strong><br />

gebouw van buiten als ongewijzigd te presenteren.’<br />

‘”Mijn vrouw en ik blijven” verwijst naar <strong>het</strong> schilderij Zittend vrouwelijk<br />

naakt van Amedeo Modigliani, dat tot de collectie behoort. Het was<br />

aanvankelijk de wens van <strong>het</strong> museum <strong>het</strong> gebouw tijdens de verbouwing<br />

open te laten blijven en wij wilden daaraan graag tegemoetkomen.<br />

“Mijn vrouw en ik blijven” stond dus <strong>voor</strong> <strong>het</strong> feit dat de collectie<br />

in <strong>het</strong> gebouw zou blijven. Het affiche van Modigliani was <strong>het</strong> eerst<br />

in een reeks die we in samenwerking met beeldend kunstenaar Joep<br />

9<br />

Neefjes hadden gemaakt.<br />

De affiches verbeelden<br />

elke keer een tentoonstelling<br />

die gekoppeld is aan<br />

een moment in de bouw.’<br />

‘Wat we destijds niet wisten<br />

was dat <strong>het</strong> gebouw in<br />

een veel slechtere staat verkeerde<br />

dan verondersteld<br />

werd. Vanwege <strong>het</strong> feit dat<br />

er grote hoeveelheden asbest gevonden werden en de klimaatinstallaties<br />

volledig vervangen moesten worden, waren we genoodzaakt om in <strong>het</strong><br />

masterplan op te nemen dat <strong>het</strong> museum toch gesloten werd. Dat was<br />

natuurlijk een grote tegenvaller, zowel financieel als <strong>voor</strong> de mensen<br />

van <strong>het</strong> museum die niet <strong>voor</strong> niets wensten dat <strong>het</strong> museum openbleef.’<br />

‘Het masterplan zelf is<br />

gebaseerd op <strong>het</strong> idee dat je<br />

<strong>het</strong> gebouw moet zien als een<br />

onderdeel van de negentiendeeeuwse<br />

museumcollectie.’<br />

Jullie brengen bij<br />

manier van spreken<br />

een nieuw museum<br />

binnen in <strong>het</strong> oude<br />

gebouw. Waarom?<br />

‘Zoals ik al zei is <strong>het</strong> basisconcept <strong>voor</strong> <strong>het</strong> museum dat we <strong>het</strong> negentiende-eeuwse<br />

gebouw met de bijbehorende museumrondgang zo<br />

veel mogelijk willen herstellen. De noodzakelijke uitbreiding van haar<br />

kant verbergen we in een verticaal museum met vier binnenhoven,<br />

patio’s, en met bovenin een grote zaal. Het nieuwe museum zal niet te<br />

zien zijn vanuit <strong>het</strong> oude. Het worden daadwerkelijk twee volstrekt verschillende<br />

werelden binnen één gebouw. In <strong>het</strong> oude museum maken<br />

we weer de statige oude zalen in de originele kleuren, en ik hoop dat<br />

we dan ook weer wandvullende presentaties krijgen van de schilderijen.<br />

Het nieuwe verticale museum moet echt overdonderend zijn door<br />

de ruimtebeleving en <strong>het</strong> moet aanzetten tot manieren van exposeren<br />

die <strong>voor</strong> <strong>het</strong> KMSKA nieuw zijn.’<br />

De verbouwing, die <strong>het</strong> museum een<br />

aanzienlijk grotere oppervlakte geeft,<br />

is onzichtbaar aan de buitenkant


10<br />

Als ik me niet vergis,<br />

is dit jullie eerste museumproject.<br />

Van waar jullie<br />

belangstelling <strong>voor</strong><br />

een – hoofdzakelijk –<br />

schilderijenmuseum?<br />

Jullie werkten wel<br />

al in België. Hoe<br />

anders is dat dan<br />

in Nederland?<br />

Veel vrijheid<br />

‘Behalve <strong>het</strong> museumconcept vormen de publieksruimten een belangrijk<br />

onderdeel van <strong>het</strong> ontwerp. Het nieuwe museum is <strong>het</strong> eerste deel<br />

waar men binnenkomt en kennismaakt met <strong>het</strong> KMSKA. De indrukwekkende<br />

negentiende-eeuwse inkomhal krijgt hier zijn eenentwintigsteeeuwse<br />

equivalent. Het wordt een omgeving die helemaal voldoet aan<br />

de verwachtingen van deze tijd. Het zal prettig en inspirerend worden<br />

om er te zijn, ook als ontmoetingsplaats, uit nieuwsgierigheid of om<br />

iets op te zoeken. In <strong>het</strong> nieuwe deel zullen ook evenementen, ateliers<br />

en lezingen plaatsvinden. Dit deel van <strong>het</strong> gebouw kan ook open zijn<br />

buiten de tentoonstellingen om.’<br />

‘Het KMSKA is ons eerste grote museumproject dat daadwerkelijk in<br />

uitvoering is. Eerder hebben we in Nederland wel <strong>het</strong> museum Nationaal<br />

Kamp Vught gebouwd, een herdenkingsmuseum zonder kunstcollectie.<br />

In andere gebouwen van onze hand is een klein museum of<br />

een tentoonstellingsruimte opgenomen, maar ook zonder eigen kunstcollectie.<br />

Een veel kleiner project is momenteel in uitvoering: de restauratie<br />

en uitbreiding van <strong>het</strong> museum “Ons’ Lieve Heer op Solder” in<br />

Amsterdam, de oudste Nederlandse katholieke schuilkerk uit de zeventiende<br />

eeuw. Dat museum heeft wel een kunstcollectie maar is lang niet<br />

zo groot als <strong>het</strong> KMSKA. We hebben ook al aan heel wat wedstrijden<br />

meegedaan <strong>voor</strong> grote musea, waardoor we inmiddels wel behoorlijk<br />

wat kennis hebben over museumgebouwen als type en over alles wat<br />

daarbij komt kijken. Ook in Leida in Spanje werken we aan een museumontwerp<br />

<strong>voor</strong> een particuliere collectie, maar ook dat is nog niet<br />

in uitvoering. Sinds kort weten we dat we ook de wedstrijd <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

Defentiemuseum in Soesterberg hebben gewonnen. Maar een tank is<br />

natuurlijk nog geen Rubens...’<br />

‘In België hebben we inmiddels <strong>het</strong> crematorium van Sint-Niklaas gebouwd,<br />

waar we zelf erg blij mee zijn, en we werken aan nog een ander<br />

project: <strong>het</strong> zorgcentrum Monnikenhof in Antwerpen. De manier van<br />

werken in België en in de meeste andere landen verschilt erg met die<br />

in Nederland. Bij ons is de rol van de architect anders. Er zijn veel mensen<br />

aan tafel die mee beslissen en die de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> ontwerp delen. Een sterke architect beheerst de kunst om ondanks<br />

de vele partijen die meebeslissen in <strong>het</strong> proces van de totstandkoming<br />

van een gebouw, de regie over <strong>het</strong> ontwerp te houden. In België is de<br />

architect echt de bouwmeester en liggen <strong>het</strong> volledige ontwerp en de<br />

controle bij hem. Dat geeft veel verantwoordelijkheid, maar ook veel<br />

meer ruimte om iets heel sterks te maken. Een <strong>tweede</strong> verschil is dat<br />

er in België meer waardering <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ambacht lijkt te zijn en <strong>het</strong> ook<br />

makkelijker is om iets heel precies te laten maken. In Nederland wordt<br />

eerder met gestandaardiseerde, industrieel vervaardigde producten<br />

gewerkt, terwijl wij juist hele mooie dingen kunnen maken als de gelegenheid<br />

er is om maatwerk te leveren. Kort samengevat: vakinhoudelijk<br />

heeft de architect in België veel vrijheid. Daartegenover staat dat er<br />

wel veel controle op <strong>het</strong> proces is, en is er de administratie.’<br />

11<br />

Stadsarchief Amsterdam. Het interieur van<br />

<strong>het</strong> oude art deco-gebouw werd door<br />

Claus en Kaan Architecten gerenoveerd


12<br />

Van welke projecten zeg<br />

je: dat zijn wij helemaal?<br />

Hoe zou je zelf de stijl en<br />

de kwaliteiten van Claus<br />

en Kaan Architecten<br />

omschrijven? Wat is de<br />

visie achter jullie werk?<br />

13<br />

‘Claus en Kaan Architecten heeft een groot oeuvre. We hebben projecten<br />

op heel uiteenlopende schalen: van meubels tot grote stedenbouwkundige<br />

projecten. We zijn actief op <strong>het</strong> gebied van architectuur,<br />

interieur, restauratie en renovatie, stadsontwerp en stedenbouw... En<br />

we maken gebouwen in allerlei typologieën. Ikzelf ben nog altijd erg<br />

trots op <strong>het</strong> Nederlands Forensisch Instituut, vlak bij Den Haag. Dat is<br />

een groot laboratoriumgebouw met een volledig transparante gevel<br />

van staal en glas, waar je pas binnen een monumentaliteit ervaart<br />

die je van buiten niet vermoedt. Een thema dat vaak <strong>voor</strong>komt in ons<br />

werk is “schaal”. Vaak is <strong>het</strong> niet goed in te schatten wat de grootte van<br />

onze projecten is, zelfs als je er<strong>voor</strong> staat: er is een contrast tussen de<br />

eenvoud van de gevel en de grootte binnenin. Ons eigen bureau in<br />

Amsterdam is daar een heel goed <strong>voor</strong>beeld van. Het KMSKA zal ook<br />

in dat rijtje passen.’<br />

‘Een Nederlandse architectuurcriticus heeft ons werk eens beschreven<br />

als de “Ideal Standard”, architectuur met een vanzelfsprekendheid die<br />

een paperclip benadert. Je kan ze bewonderen om haar genialiteit,<br />

maar je kan ze ook gebruiken zonder gehinderd te zijn door de zwaarte<br />

van <strong>het</strong> ontwerp. Het is een architectuur die ergens zweeft tussen <strong>het</strong><br />

gewone en buitengewone, sterk maar niet modieus. Ze neemt diverse<br />

verschijningsvormen aan maar is moeilijk te duiden. Kortom, <strong>het</strong> is een<br />

architectuur die er gewoon is. Volgens mij nemen we hierdoor een bijzondere<br />

positie in binnen <strong>het</strong> architectuurveld.’<br />

Crematorium Heimolen, Sint-Niklaas<br />

‘In België is de architect echt<br />

de bouwmeester en liggen <strong>het</strong> volledige<br />

ontwerp en de controle bij hem.<br />

Dat geeft veel verantwoordelijkheid,<br />

maar ook veel meer ruimte om iets heel<br />

sterks te maken.’<br />

Tot slot nog even terug naar<br />

<strong>het</strong> KMSKA, met een kwestie<br />

die bij dit soort projecten<br />

altijd aan de orde is: is de<br />

planning van de verbouwing/<br />

masterplan realistisch?<br />

Een vraag die wij als<br />

museum vaak krijgen van<br />

onze bezoekers: waarom<br />

duurt de verbouwing<br />

zo lang: tot 2017?<br />

Een trotse vrouw<br />

‘We schatten de planning van <strong>het</strong> ontwerp en de uitvoering van de<br />

verbouwing inderdaad realistisch in. Het is <strong>voor</strong> ons wel lastig dat in<br />

België ook de planning van de politiek in een ontwerp en bouwproces<br />

een rol speelt. Wij zijn <strong>het</strong> bij<strong>voor</strong>beeld niet gewend rekening te houden<br />

met de regeringstermijn van ministers. Gelukkig worden we goed<br />

begeleid door mensen van de Vlaamse overheid.’<br />

‘Dat is eigenlijk niet zo lang als je ziet wat <strong>het</strong> werkelijk inhoudt. Het gebouw<br />

was in slechtere staat dan gedacht, waardoor de aanbesteding<br />

<strong>voor</strong> ontwerp en uitvoering in delen gedaan is en nog altijd wordt.<br />

Momenteel wordt fase I uitgevoerd, een heel belangrijke fase waarin<br />

alle verbouwingen die de rondgang verstoren verwijderd worden, net<br />

als de oude klimaatinstallaties en <strong>het</strong> asbest. Daarna wordt <strong>het</strong> depot<br />

gebouwd. Als deze fase klaar is, kunnen we pas echt beginnen met<br />

bouwen. We zijn hier<strong>voor</strong> wel al aan <strong>het</strong> ontwerpen.’<br />

‘Ik voeg er graag nog aan toe dat <strong>het</strong> oorspronkelijke masterplan <strong>voor</strong>ziet<br />

in meer dan de twee fasen waar we nu aan werken. In de toekomst<br />

dient zich hopelijk nog de gelegenheid aan om ook de gevel te restaureren,<br />

de zij- en achtertuinen te herstellen, de kantoorvleugel uit<br />

te breiden en op <strong>het</strong> dak een ontvangstruimte in te richten. Maar om<br />

terug te keren naar ons motto: na fase II zal “mijn vrouw” in ieder geval<br />

weer een huis hebben om trots haar gasten in te ontvangen!’


14<br />

DE COLLECTIE<br />

Geen<br />

Mondriaan<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

Siska Beele<br />

De Modernen. Kunst uit<br />

Nederland is de <strong>tweede</strong><br />

collectietentoonstelling van<br />

<strong>het</strong> museum in de Koningin<br />

Fabiolazaal. Ze sc<strong>het</strong>st aan de<br />

hand van een zestigtal kunstwerken uit de negentiende en<br />

twintigste eeuw in grote lijnen de geschiedenis van de kunst<br />

in Nederland van 1850 tot nu. Maar ook <strong>het</strong> boeiende verhaal<br />

van de relaties en contacten op artistiek gebied tussen<br />

Nederland en België en de geschiedenis van de verzameling<br />

Nederlandse moderne kunst in <strong>het</strong> KMSKA wordt verteld.<br />

Die verzameling is niet planmatig samengebracht, maar<br />

dankt haar ontstaan aan aankopen, legaten en schenkingen.<br />

Elke verwerving heeft haar eigen verhaal. Een opmerkelijke<br />

historie is de schenking van een aantal werken uit de<br />

verzameling van de Nederlandse geneesheer Jan Esser...<br />

museum<br />

15<br />

Esser als schakend<br />

scheepsarts in Caracas,<br />

Venezuela, 1904<br />

droom van een chirurgische vrijstaat – een onafhankelijke staat <strong>voor</strong><br />

oorlogsgewonden en mensen met een misvorming – te verwezenlijken,<br />

reisde hij in 1940 af naar de Verenigde Staten. Zijn verblijf daar was <strong>het</strong><br />

begin van een dramatisch en tragisch einde. Hij stierf vereenzaamd en<br />

in armoede, ver van zijn gezin en zijn immense vermogen.<br />

Hoewel dokter Esser slechts korte tijd – van 1905 tot 1913 – actief kunst<br />

heeft verzameld, bracht hij een overvloedige en uitzonderlijke collectie<br />

bijeen. Zijn verzameling, ruim 800 kunstwerken, markeert de overgang<br />

van de negentiende naar de twintigste eeuw, een periode die vanwege<br />

de opkomst van <strong>het</strong> Amsterdams impressionisme en luminisme van<br />

essentieel belang is geweest <strong>voor</strong> de ontwikkeling van <strong>het</strong> modernisme<br />

in Nederland. Esser had kunstenaars als George Hendrik Breitner en<br />

Jan Sluijters als patiënt. Hij steunde hen zowel financieel als moreel en<br />

verzamelde als een van de eersten hun werk. Ging zijn belangstelling<br />

aanvankelijk uit naar de Haagse en de Amsterdamse School – met als<br />

kern <strong>het</strong> werk van George Hendrik Breitner en Isaac Israels – vanaf<br />

1907 was <strong>het</strong> de luministische kunst van de jonge, in die tijd als ‘ultramodern’<br />

bestempelde kunstenaars als Jan Sluijters, Leo Gestel, Piet<br />

Mondriaan en Piet van der Hem die zijn aandacht trok.<br />

Dokter Jan Esser:<br />

wonderlijk leven,<br />

uitzonderlijke collectie<br />

Uitzonderlijk<br />

Het levensverhaal van Johannes Fredericus Samuel Esser (Leiden 1877 -<br />

Chicago 1946) leest als een roman. Hij was een briljant arts, pionier in<br />

de plastische chirurgie, schaakkampioen van Nederland in 1913, kasteelheer,<br />

speculant in onroerend goed én een verwoed verzamelaar<br />

van kunst en antiquiteiten. Toen hij er niet in slaagde in Europa zijn


16<br />

Voorzichtig modern<br />

Het huis van dokter Esser aan de Willemsparkweg in Amsterdam werd<br />

al vlug te klein <strong>voor</strong> de omvangrijke collectie en Esser ging op zoek<br />

naar andere locaties om zijn kunst te tonen. Hij schonk werken in bruikleen<br />

aan <strong>het</strong> Rijksmuseum en <strong>het</strong> Stedelijk <strong>Museum</strong>, en aan De Lakenhal<br />

in Leiden. In 1934 kwam hij naar Antwerpen, waar hij driehonderd<br />

schilderijen en aquarellen en zeven portefeuilles met tekeningen en<br />

prenten in <strong>het</strong> <strong>Koninklijk</strong> <strong>Museum</strong> <strong>voor</strong> Schone Kunsten in bewaring<br />

plaatste, met de bedoeling dat hoofdconservator Arthur Cornette een<br />

keuze zou maken <strong>voor</strong> een langdurig bruikleen. In ruil beloofde Esser<br />

een aantal kunstwerken te schenken. Maar de commissie die besliste<br />

welke kunstwerken in <strong>het</strong> museum terechtkwamen, wees zijn aanbod<br />

af. Esser werd vriendelijk verzocht zijn werken weer te komen ophalen.<br />

Hij ondernam echter geen actie en de schilderijen en werken op papier<br />

bleven in <strong>het</strong> museum.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog nam de pas aangestelde hoofdconservator<br />

A.J.J. Delen <strong>het</strong> dossier opnieuw op en hij kon Esser in Chicago<br />

lokaliseren. Op 1 maart 1946 liet die van zich horen. Hij beloofde de<br />

kunstwerken bij <strong>het</strong> museum weg te halen en samen met Delen zeven<br />

werken <strong>voor</strong> <strong>het</strong> museum te kiezen. Enkele maanden later, op 3<br />

augustus 1946, overleed Esser en de werken stonden nog steeds in<br />

<strong>het</strong> museumdepot. Bij de afhandeling van de nalatenschap werd <strong>het</strong><br />

17<br />

Brief van dr. Esser aan hoofdconservator A.J.J. Delen, 1 maart 1946<br />

Piet Mondriaan,<br />

Zeeuwse boer, 69 x <strong>53</strong> cm,<br />

Gemeentemuseum Den Haag<br />

museum dat jarenlang <strong>voor</strong> Essers verzameling gezorgd had, niet vergeten.<br />

In 1949 schonken de erfgenamen de zeven beloofde kunstwerken<br />

en de overige verhuisden naar Amsterdam.<br />

Hoofdconservator Delen selecteerde een mooi en evenwichtig ensemble<br />

met werk van George Hendrik Breitner, Willem Witsen, Willem de<br />

Zwart, Isaac Israels, Jan Sluijters en de Franse kunstenaar Adolphe<br />

Monticelli. Zijn keuze mogen we ‘<strong>voor</strong>zichtig’ modern noemen. Met<br />

Aardappelrooiers van Witsen en Avondstemming van De Zwart werd<br />

de late Haagse School in <strong>het</strong> museum geïntroduceerd, terwijl de stadstaferelen<br />

van de hand van Breitner en Israels de bescheiden museumverzameling<br />

Amsterdams impressionisme verrijkten. Van nieuwlichters<br />

als Jan Sluijters, Leo Gestel en Piet Mondriaan haalde enkel<br />

<strong>het</strong> luministische naakt van Sluijters – een highlight in diens oeuvre –<br />

de selectie (zie <strong>het</strong> omslag van dit magazine). Zijn unieke kans op een<br />

Mondriaan miste <strong>het</strong> museum. Zou Delen van de Zeeuwse boer de<br />

kleuren te fel en de toetsen te ruw gevonden hebben?<br />

De Modernen. Kunst uit Nederland<br />

Koningin Fabiolazaal Antwerpen<br />

Nog tot 19 augustus 2012


18<br />

Antwerpen in<br />

In 2010 vierde Mexico de<br />

tweehonderdste verjaardag<br />

van de onafhankelijkheid en<br />

de honderdste verjaardag van<br />

de revolutie. BOZAR organiseerde toen een festival dat de<br />

Mexicaanse cultuur tot in <strong>het</strong> Brusselse hart van Europa<br />

19<br />

bracht. Twee tentoonstellingen, gewijd aan een overzicht<br />

van de Mexicaanse kunst en aan <strong>het</strong> werk van Frida Kahlo<br />

(1907-1954), vormden de kern van dit succesvolle evenement,<br />

dat meer dan 240.000 bezoekers op de been kreeg. Uit de<br />

vruchtbare samenwerking groeide de idee om ook <strong>het</strong><br />

Mexicaanse publiek met <strong>het</strong> Vlaamse erfgoed te laten<br />

kennismaken. Na projecten rond James Ensor (1860-1949) in<br />

Xochimilco en Oaxaca en rond René Magritte (1898-1967) in<br />

Mexico City, was <strong>het</strong> de beurt aan de barokke schilderkunst<br />

uit Vlaanderen. In <strong>het</strong> Museo Nacional de Arte (Munal)<br />

stelde <strong>het</strong> KMSKA tot eind mei een uitgelezen selectie van<br />

zijn zeventiende-eeuwse werken tentoon: Arte Flamenco<br />

del siglo XVII. Colección del Real Museo de Bellas Artes de<br />

Amberes.<br />

KMSKA INTERNATIONAAL<br />

Valérie Herremans<br />

Nieuw-Spanje<br />

Mexico en de Vlaamse barok<br />

Migratie en import<br />

De Mexicanen maakten dankzij de tentoonstelling niet alleen kennis met<br />

de artistieke productie uit een van de streken waar de Europese kunst<br />

in de zeventiende eeuw een hoge vlucht nam. Ze hield hen ook een<br />

spiegel <strong>voor</strong> die hun eigen kunstgeschiedenis belicht. Weinig bekend in<br />

Vlaanderen is dat de kunst uit de Zuidelijke Nederlanden deze van <strong>het</strong><br />

toenmalige Mexico diepgaand heeft beïnvloed. De eigentijdse benaming<br />

van dit deel van de Nieuwe Wereld, Nieuw-Spanje, verraadt de bindende<br />

factor: Spanje. De Spaanse Habsburgers heersten niet alleen over onze<br />

gebieden maar ook over <strong>het</strong> zeventiende-eeuwse Mexico.<br />

Op zoek naar geluk kwamen een aantal Vlaamse kunstenaars na een<br />

verblijf op <strong>het</strong> Iberische schiereiland en door de intense handelscontacten<br />

soms in Nieuw-Spanje terecht. Enkelen onder hen, die bij ons<br />

amper gekend zijn, bouwden er een succesvolle carrière uit. Simon<br />

Antonio Pérez Aguilar, Stilleven in een kast,<br />

Museo Nacional de Arte (MUNAL), Mexico,<br />

125 x 98 cm


20<br />

Weinig bekend in<br />

Vlaanderen is dat de<br />

kunst uit de Zuidelijke<br />

Nederlanden deze van<br />

<strong>het</strong> toenmalige Mexico<br />

diepgaand heeft<br />

beïnvloed.<br />

Pereyns (1540-1589), een Antwerpenaar die de maniëristische schilderstijl<br />

van zijn geboortestad trouw bleef, was een van hen, zoals ook zijn<br />

stadsgenoot Diego de Borchgraf (1618-1686), die net als Pereyns een<br />

belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de zeventiende-eeuwse<br />

Nieuw-Spaanse schilderkunst.<br />

Een ander transmissiekanaal, veel betekenisvoller dan de immigratie van<br />

kunstenaars, was de import van kunstwerken. Zowel originelen op groot<br />

formaat als kleinere, gemakkelijk verscheepbare schilderijen en gravures<br />

bereikten de Nieuwe Wereld. Vooral de twee laatste categorieën oefenden<br />

een diepgaande invloed uit op de plaatselijke artistieke traditie. Kleine<br />

schilderijtjes op koper, hout of linnen werden vanuit <strong>het</strong> Spaanse Cadiz<br />

massaal naar de haven van Vera Cruz verscheept. Gespecialiseerde schilders<br />

vervaardigden dit zogenaamde dozijnwerk in Antwerpen, meestal in<br />

opdracht van een kunsthandelaar. Gravures illustreerden boeken die en<br />

masse naar de Nieuw Wereld werden geëxporteerd of bereikten Mexico<br />

als kunstwerkjes bestemd <strong>voor</strong> een ruim publiek. Deze democratische<br />

afbeeldingen reproduceerden dikwijls werken van befaamde Vlaamse<br />

meesters, niet <strong>het</strong> minst van Rubens, en vormden een onuitputtelijke<br />

inspiratiebron <strong>voor</strong> lokale kunstenaars. Zij kopieerden de reproducties<br />

geheel of gedeeltelijk of zetten ze naar hun hand in een eigen compositie.<br />

Een Mexicaanse molenkraag<br />

De tentoonstelling in <strong>het</strong> Museo Nacional de Arte sc<strong>het</strong>ste aan de<br />

hand van <strong>voor</strong>beelden uit de verschillende genres een representatief<br />

beeld van de kunstproductie in de Spaanse Nederlanden. Aangevuld<br />

door enkele zorgvuldig gekozen werken uit de eigen collectie van <strong>het</strong><br />

Munal en andere Mexicaanse musea, traden zij in dialoog met de<br />

Nieuw-Spaanse schilderkunst uit die tijd. De eerste sectie was gewijd<br />

aan de religieuze schilderkunst en confronteerde <strong>het</strong> werk van Zuid-<br />

Nederlandse coryfeeën als Rubens, Van Dyck, Jordaens en Jan Brueghel<br />

met schilderijen van roemruchte Nieuw-Spaanse barokke<br />

tijdgenoten als Baltasar de Echave Orio, Baltasar<br />

de Echave Ibia, José Juarez en de jongere Juan Rodrigez<br />

Juarez, met wie we in de achttiende eeuw zijn aanbeland.<br />

Hun Zuid-Nederlandse geïmmigreerde <strong>voor</strong>gangers<br />

en de geïmporteerde inspiratiebronnen werden<br />

vertegenwoordigd door werk van Simon Perreyns en<br />

Maerten de Vos. Bij de landschapsschilders stond <strong>het</strong><br />

werk van Echave Ibia naast dat van onder meer David<br />

Teniers. Een stilleven van Antonio Perez Aguilar mat<br />

zich met stukken van Frans Snijders, Paul de Vos en<br />

Jan Fijt, en een anoniem Mexicaans portret van een<br />

dame deed Vlaamse ogen <strong>voor</strong>al vertrouwd aan door<br />

de klederdracht. De molensteenkraag was in de mode<br />

aan <strong>het</strong> Spaanse hof, waardoor hij overal in de Spaanse gebieden in<br />

zwang kwam: daarvan getuigde <strong>het</strong> portret van een anonieme man<br />

door Van Dyck in dezelfde sectie. De eigenlijke genreschilderkunst<br />

werd geïllustreerd met onder meer werk van andermaal Teniers en<br />

Joos van Craesbeeck. Ze kreeg weinig navolging aan de overzijde van<br />

21<br />

Dozijnwerk<br />

Het dozijnwerk is een vorm van stukwerk: kunstwerken die per<br />

stuk – of per dozijn – werden betaald aan gespecialiseerde kunstenaars.<br />

Deze schilderijen of beeldhouwwerken werden niet in<br />

opdracht, maar <strong>voor</strong> de vrije markt vervaardigd, in serie. Dankzij<br />

hun bescheiden prijs bereikten ze een ruim publiek. Ze stelden<br />

dan ook populaire thema’s <strong>voor</strong>, dikwijls van religieuze aard.<br />

de oceaan. De allegorische en mythologische beeldtraditie, waarvan<br />

twee werken van Jordaens de hoogtepunten vormden, De slaap van<br />

Venus en Triomf van Frederik Hendrik, was in Nieuw-Spanje <strong>voor</strong>al<br />

aanwezig in de vorm van <strong>het</strong> al genoemde dozijnwerk. Meestal stelden<br />

deze werkjes landschappen <strong>voor</strong> gestoffeerd met kleine taferelen van<br />

religieuze en van mythologische aard.<br />

Onvermoed<br />

De tentoonstelling in <strong>het</strong> Munal confronteerde <strong>het</strong> Mexicaanse publiek<br />

niet alleen met inspiratiebronnen van zijn eigen koloniale kunst, ze<br />

bracht er ook een boeiende dialoog mee tot stand. Deze geslaagde formule<br />

biedt ook perspectieven in de omgekeerde richting. De Nieuw-<br />

Spaanse barokkunst zou, door zijn onvermoede verwantschap met de<br />

Zuid-Nederlandse schilderkunst, Vlaamse kunstliefhebbers een bijzonder<br />

blikverruimende tentoonstellingservaring kunnen bieden.<br />

Michaelina Wautier, Twee meisjes als de heiligen Agnes en Dorothea, 89 x 121 cm


Palet van Rik Wouters<br />

22<br />

IN DE MARGE<br />

Nanny Schrijvers<br />

Het belang<br />

van een sigaar<br />

23<br />

Meer dan honderd<br />

Neem Rik Wouters. Mevrouw Wouters, ‘Nel’, schrijft op 2 april 1927, elf<br />

jaar na de dood van haar man, aan conservator Jozef Muls: ‘… Croyez<br />

bien que je suis très heureuse de l’acceuil qu’on fait à Rik à Anvers.’<br />

(Brief in <strong>het</strong> Prentenkabinet KMSKA, nvdr). Ze dankt daarbij iedereen<br />

die had bijgedragen om de jonggestorven Rik een plaats te geven in<br />

de Vlaamse kunst. Het Antwerpse museum had inderdaad in 1920<br />

als eerste Belgische instelling een Wouters gekocht: <strong>het</strong> Zotte geweld,<br />

nu bewaard in <strong>het</strong> Middelheimmuseum, werd verworven op de driejaarlijkse<br />

tentoonstelling in Antwerpen. De volgende jaren kocht <strong>het</strong><br />

museum ook De strijkster en De opvoeding, en in 1927 bood mevrouw<br />

Wouters aan om Zelfportret met sigaar aan <strong>het</strong> museum te verkopen.<br />

Drie jaar later verkocht ze nog drie schilderijen en schonk een vierde.<br />

Dit was nog maar<br />

<strong>het</strong> begin: de collectie<br />

groeide uit tot de<br />

meest representatieve<br />

verzameling van de<br />

kunstenaar, zeker na<br />

de bijzondere rijke schenking van dokter Ludo van Bogaert en zijn<br />

echtgenote Marie-Louise Sheid in 1974. Het museum bezit nu meer dan<br />

honderd beelden, schilderijen, aquarellen en tekeningen van Wouters.<br />

en een krant<br />

Een museum is meer dan een museum. Behalve zijn<br />

collectie kunstwerken heeft <strong>het</strong> ook een archief en<br />

een bibliotheek, en bezit <strong>het</strong> zoge<strong>het</strong>en ‘parafernalia’.<br />

Volgens Van Dale zijn dat ‘bij iets<br />

of iemand behorende zaken’.<br />

Bij kunstenaars bij<strong>voor</strong>beeld.<br />

Paletmesschraapsels<br />

Het KMSKA bewaart ook een groot aantal persoonlijke bezittingen van<br />

de kunstenaar. In 1954 schonk Nel Wouters’ dodenmasker. Zo’n plaasteren<br />

masker werd gewoonlijk gemaakt om de identiteit van een kunstenaar<br />

te laten zien, maar door Wouters’ ziekte is dit een bijzonder<br />

masker. Het museum besliste meteen om <strong>het</strong> in brons te laten gieten.<br />

Dat exemplaar werd lange tijd getoond in een speciale vitrine in de<br />

grote hal of de De Keyzerzaal, samen met een afgietsel van een hand.<br />

Bij de schenking bemiddelde dokter Ludo van Bogaert.<br />

Veertien jaar later schonk hijzelf twee penselen en Wouters’ ‘laatste’<br />

sigaar. Een dergelijke sigaar ‘van 6 centimes’ is ook te zien op een zelfportret<br />

in de collectie. Daar bleef <strong>het</strong> niet bij: in 1974 schonk van Bogaert<br />

nog een zijden lap stof die Rik Wouters op enkele schilderijen als achtergrond<br />

gebruikte, samen met een portefeuille en nog wat penselen.<br />

Bij de grote schenking van dokter Ludo van Bogaert-Sheid, die in 1984<br />

overgebracht werd naar <strong>het</strong> museum, zaten kranten met ‘paletmes-<br />

Het KMSKA heeft van sommige kunstenaars omvangrijke collecties opgebouwd,<br />

deels door schenkingen of legaten, deels door aankopen. Of<br />

door een combinatie. Er is dan ook in veel gevallen een band opgebouwd:<br />

met de kunstenaar, de familie, vrienden en/of verzamelaars. Kunstwerken<br />

werden vaak geschonken door vrienden van <strong>het</strong> museum die in een<br />

aantal gevallen ook bevriend waren met de kunstenaar zelf. Door die<br />

‘menselijke’ band heeft <strong>het</strong> museum van sommige kunstenaars méér dan<br />

alleen kunstwerken: brieven, andere documenten, paletten, eretekens<br />

van gelauwerde negentiende-eeuwse schilders...<br />

Een tragisch leven<br />

De Mechelaar Rik Wouters (°1882) gaat in de leer bij zijn vader in<br />

de meubelmakerij en volgt les aan de Mechelse academie. Op zijn<br />

achttiende trekt hij naar de Brusselse academie en leert daar Hélène<br />

(Nel) Duerinckx kennen. Ze trouwen in 1905 en twee jaar la-ter<br />

verhuizen ze naar Bos<strong>voor</strong>de. In 1914 wordt Wouters opgeroepen en<br />

hij eindigt als krijgsgevangene in <strong>het</strong> Nederlandse Zeist. Zijn hevige<br />

hoofdpijnen van <strong>voor</strong> de oorlog worden steeds erger. Nel komt naar<br />

Nederland en ze vestigen zich in Amsterdam. Ondanks de vele behandelingen<br />

en operaties sterft Rik Wouters daar op 11 juli 1916 aan<br />

de gevolgen van kaakholtekanker. Hij schildert en tekent tot aan zijn<br />

dood. In zelfportretten toont hij zijn gehavende gezicht.


24<br />

schraapsels’, zoals mevrouw Wouters <strong>het</strong> in haar brieven noemt. Op 30<br />

januari 1963 schreef ze aan Ludo van Bogaert: ‘… bij <strong>het</strong> terugzien van<br />

die kleurvlekken kwam <strong>het</strong> hele drama van 1915 tot 1916 me weer <strong>voor</strong><br />

de geest. Wat een pijnlijke kreet stijgt er op uit dit kleurrijke blad. Er zit<br />

een heel drama in vervat dat op zo’n intense manier is uitgedrukt dat ik<br />

<strong>het</strong> nu pas begrepen heb. Ik denk dat hij bij <strong>het</strong> schilderen van <strong>het</strong> doek<br />

“Rik met de ooglap” en bij elke sessie, met die kleurvlekken al wat hem<br />

deed afzien en toch nog deed hopen heeft uitgedrukt… Het is abstracte<br />

kunst die wij alleen zullen begrijpen, want wij houden oprecht van zijn<br />

werk…’<br />

In 1998 en 1999 werden alle Wouterstekeningen grondig bekeken. De<br />

proeven op papier werden met dezelfde aandacht onderzocht en behandeld<br />

om hun behoud te verzekeren. En ook de parafernalia bevatten<br />

veel informatie: krantenpagina’s tonen hoe de schilder werkte bij<br />

<strong>het</strong> ontstaan van een werk. Welke verf gebruikte hij, en hoe (verfdozen,<br />

palet)? Waarom liet Wouters een bepaalde verf – op de pof – uit Parijs<br />

meebrengen? Dankzij de <strong>voor</strong>werpen kunnen we werken dateren,<br />

een chronologie opstellen, de authenticiteit bepalen... Deze bijzondere<br />

collectie is een belangrijke bron <strong>voor</strong> de kennis van de materialen en<br />

technieken. Ze leert ons ook de kunstenaar beter kennen en vergroot zo<br />

<strong>het</strong> inzicht in zijn oeuvre.<br />

25<br />

Rik Wouters. Hoogtepunten<br />

<strong>Museum</strong> Schepenhuis Mechelen<br />

Kleurproeven op krant<br />

Algemeen Handelsblad uit 1915:<br />

kleuren gebruikt in Zelfportret<br />

met de zwarte ooglap<br />

Rik Wouters,<br />

Zelfportret met sigaar,<br />

64 x <strong>53</strong> cm


Nanny Schrijvers<br />

26<br />

TWEELUIK<br />

27<br />

Uit <strong>het</strong> internationale aanbod van<br />

tentoonstellingen pikken we er een uit.<br />

We leggen een rechtstreekse<br />

band met de collectie<br />

van <strong>het</strong> KMSKA.<br />

Degas en<br />

<strong>het</strong> naakt<br />

Parijs en Antwerpen<br />

Edgar Degas (Parijs, 1834-1917), vroeger soms als een van de mindere<br />

goden van <strong>het</strong> impressionisme beschouwd, is helemaal terug. Kunsthistorici<br />

en kunstenaars associëren hem nu met grote vernieuwingen<br />

in de negentiende-eeuwse kunst, zoals <strong>het</strong> gebruik van de fotografie<br />

en de aandacht <strong>voor</strong> de moderne wereld. Vorig najaar was er in The<br />

Royal Academy of Arts in Londen een bijzonder mooie tentoonstelling<br />

over Degas en <strong>het</strong> ballet, in <strong>het</strong> bijzonder over zijn relatie met de fotografie.<br />

Tot 1 juli belicht <strong>het</strong> Parijse Musée d’Orsay Degas en <strong>het</strong> naakt.<br />

De tentoonstelling was eerder in Boston te zien.<br />

Edgar Degas,<br />

Zwangere vrouw,<br />

43 x 17 x 14 cm


28<br />

Bewegende lichamen<br />

Een vijfde van <strong>het</strong> oeuvre van Degas bestaat uit naakten. Als bewonderaar<br />

van Ingres volgde hij diens raad op om zo veel mogelijk te tekenen<br />

en de baadsters van Ingres bleven zijn hele leven een <strong>voor</strong>beeld.<br />

Gaandeweg verliet Degas <strong>het</strong> klassieke of academische naakt: geen<br />

goden meer maar mensen, geen naakt meer maar bloot.<br />

Hij tekende in zwart met grijstonen, wat onder meer tot reeksen monochrome<br />

steendrukken leidde. Vanaf de jaren 1880 bracht hij meer<br />

kleur en helderheid in zijn tekenwerk, al bleven de zwarte houtskoollijnen<br />

als uitgangspunt zichtbaar. Het weergeven van beweging was<br />

zijn grote drijfveer en dat merk je aan zijn onderwerpen. Zo had hij een<br />

<strong>voor</strong>liefde <strong>voor</strong> paardenraces en, in de eerste plaats, <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ballet.<br />

In deze scènes – ongeveer de helft van zijn productie – bestudeerde<br />

hij ballerina’s die dansen, staan en poses aannemen, als deed de kunstenaar<br />

een systematisch onderzoek naar de mogelijkheden van <strong>het</strong><br />

menselijk lichaam.<br />

Eindeloos<br />

Het KMSKA bezit van Degas een beeld en een pastel: allebei zijn ze<br />

gekocht in 19<strong>53</strong>, allebei zijn <strong>het</strong> naaktfiguren. Pastel is een gedroomd<br />

medium om een figuur in volle beweging vast te leggen. Je kunt snel<br />

werken en een idee <strong>voor</strong>lopig vastleggen om <strong>het</strong> later pas af te werken.<br />

Het hoeft niet te drogen en je kunt er altijd iets aan toevoegen,<br />

of zelfs aan plakken. In pastel werk je heel direct: <strong>het</strong> krijtje heeft een<br />

scherpe kant om te tekenen en een platte om te doezelen: dit is tekenen<br />

en kleuren door elkaar.<br />

Gaandeweg verliet Degas<br />

<strong>het</strong> klassieke of academische<br />

naakt: geen goden meer,<br />

maar mensen, geen naakt<br />

meer maar bloot.<br />

Degas had <strong>het</strong> moeilijk met olieverf,<br />

<strong>voor</strong>al als hij huid en huidskleur wilde<br />

schilderen. Het glanzende van de<br />

verf stoorde hem en hij probeerde dit<br />

effect te temperen door de verf met<br />

terpentijn aan te lengen. Pastel is van<br />

nature mat en bood hem meer mogelijkheden<br />

om <strong>het</strong> lichaam als ‘vlees<br />

en huid’ weer te geven. Het pastelkrijt<br />

heeft een vaste kleur, en nuances krijg<br />

je door verschillende kleuren naast of op elkaar te zetten. Je kunt er<br />

steeds weer overheen gaan om vorm te geven of te modeleren, zonder<br />

helemaal afhankelijk te zijn van schaduwwerking. Degas kon eindeloos<br />

blijven werken om <strong>het</strong> in zijn ogen helemaal goed te krijgen.<br />

Na <strong>het</strong> bad toont twee naakte vrouwen. Bij Degas zijn ook de poses niet<br />

klassiek. Hij heeft een <strong>voor</strong>liefde <strong>voor</strong> lastige en gewrongen houdingen,<br />

zoals <strong>het</strong> zich afdrogen of onhandig gaan liggen. Het vertrekpunt<br />

is vaak een detailsc<strong>het</strong>s die wordt overgebracht of gecalqueerd op een<br />

nieuw blad – nog een <strong>voor</strong>deel van pastel. Vanuit een voet groeit er<br />

bij<strong>voor</strong>beeld een nieuw naakt. Het spiegelbeeld van de Antwerpse<br />

liggende vrouw vinden we terug in De baadsters (The Art Institute of<br />

Chicago).<br />

29<br />

Postuum van was naar brons<br />

Bij zijn dood had Degas een honderdtal kleine wassen beeldjes in<br />

zijn atelier. Hij boetseerde deze naakten als een hulpmiddel om een<br />

houding vast te leggen: een toevallige beweging die hij wilde gebruiken,<br />

een pose die <strong>voor</strong> een levend model te lastig was om lang vol te<br />

houden... Deze wassen popjes dienden om zijn schilderijen of pastels<br />

verder uit te werken. Ze waren niet gemaakt om getoond te worden of<br />

lang mee te gaan. Al bewaarde hij ze wel om ze te hergebruiken in<br />

later werk.<br />

Na zijn dood werd een selectie gemaakt en goot Adrien-Aurélien<br />

Hébrard, een bekende Parijse bronsgieter, een zeventigtal beeldjes<br />

in brons. Van deze ge<strong>nummer</strong>de modellen werden er telkens twintig<br />

beeldjes (A tot T) gegoten <strong>voor</strong> de verkoop en twee <strong>voor</strong> de gieterij.<br />

Zwangere Vrouw is <strong>nummer</strong> 24 D. Het originele bronzen model van<br />

<strong>nummer</strong> 24 wordt bewaard in <strong>het</strong> Norton Simon <strong>Museum</strong> in Pasadena.<br />

Degas et le nu<br />

Musée d’Orsay Parijs<br />

Nog tot 1 juli 2012<br />

Edgar Degas, Na <strong>het</strong> bad,<br />

74 x 60,5 cm


30<br />

31<br />

was getekend<br />

Rinus Van de Velde (° Leuven, 1983)<br />

woont en werkt in Antwerpen. In<br />

zijn levensgrote houtskoolsc<strong>het</strong>sen<br />

onderzoekt hij de mogelijkheid om<br />

een fictieve autobiografie uit te<br />

tekenen, vaak aan de hand van<br />

bestaand beeldmateriaal.<br />

Yesterday I had a dream in which I<br />

witnessed my own afterlife…<br />

2011, 200 cm x 270 cm


32<br />

GESPREK<br />

HetEen opmerkelijk olieverfschilderij van Permeke.<br />

prachtige aquarel van Schmalzigaug. Een<br />

klein doek met een aandoenlijk lege stoel van<br />

moeilijkste<br />

Ensor. Een prachtig houtskoolnaakt van Van<br />

den Berghe. Alles hing perfect op zijn plaats in<br />

<strong>het</strong> appartement van mevrouw Gilberte Lens-<br />

Ghesquière: ‘Ik kan niet verdragen dat iets niet<br />

juist hangt of staat, ook <strong>het</strong> kleinste doosje niet.’<br />

In maart 2012<br />

is afstand<br />

verhuisde ze<br />

en kwamen<br />

Permeke, Ensor,<br />

Schmalzigaug,<br />

Van den Berghe<br />

en een aantal<br />

nemen<br />

andere kunstwerken uit haar<br />

collectie in langdurige bruikleen<br />

naar <strong>het</strong> KMSKA. Later zullen ze<br />

via een legaat opgenomen worden<br />

in de collectie. Waarom verzamelt<br />

een mens wat hij verzamelt?<br />

Wat is <strong>het</strong> verhaal achter deze prachtige<br />

privécollectie? Wat verwacht de schenkster van<br />

<strong>het</strong> museum? En hoe voelt dat, afstand nemen<br />

van dagelijkse lievelingen? Een gesprek over een<br />

leven vol kunst.<br />

33<br />

Gesprek met schenkster Gilberte Lens-Ghesquière<br />

Opgetekend door<br />

Yolande Deckers en<br />

Patrick De Rynck<br />

Foto Jesse Willems<br />

‘Als ik dacht “ik zou<br />

dat zelf nooit zo gedaan<br />

hebben”, dan wist ik dat ik<br />

met een echte kunstenaar<br />

te maken had.’<br />

‘Mijn jeugd speelde zich deels af in de oorlogsjaren. Ik ben opgevoed<br />

in Gent bij mijn grootmoeder en in Berchem bij mijn ouders. Het museum<br />

heb ik leren kennen toen ik naar de Antwerpse academie ging.<br />

Dat was ook tijdens de bezetting. Waarom ging ik er naartoe? Ach, omdat<br />

er veel jongens naartoe gingen. Maar ik ging in <strong>het</strong> bijzonder om<br />

te leren kijken en om bij te leren: hoe was een hand geschilderd, een<br />

perspectief...? Ik verstond er eerst niets van. Als ik <strong>het</strong> resultaat maar<br />

mooi vond. Ik heb in <strong>het</strong> museum leren kijken. En toen ik getrouwd<br />

was, stelde mijn man, die zelf ook wel eens schilderde, me vragen na


34<br />

35<br />

zo’n museumbezoek. Hij heeft me aangemoedigd om nog beter te leren<br />

kijken. En om te dúrven als ik zelf aan <strong>het</strong> tekenen of schilderen was:<br />

als je een lijn wil begrijpen, moet je ze eerst zelf op papier proberen te<br />

zetten. Ik heb daar afgezien, aan de academie...’<br />

Afrikaanse kunst en Permeke<br />

John Lens, de man van mevrouw Ghesquière, stierf op jonge leeftijd.<br />

‘Ik heb mijn man leren kennen via een joodse vriend van mijn vader,<br />

die vaak bij ons kwam kaarten. Hij heeft mij in contact gebracht met<br />

de twee broers John en René Lens. Ik trok vaak met hen naar Brussel,<br />

waar we onder meer musea bezochten. John werd de uitverkorene en<br />

na twee jaar zijn we getrouwd. We hadden alle twee de liefde <strong>voor</strong><br />

kunst, maar mijn man was een betere “artiest” dan ik. Hij schilderde<br />

kubistisch, een strekking waar ik toen ook veel <strong>voor</strong> voelde: Picasso,<br />

Braque... Hij kende veel meer kunstenaarsnamen dan ik, hoewel hij<br />

geen kunstopleiding had gevolgd.’<br />

‘Als we kunst kochten was <strong>het</strong> wel vaak ik die mocht kiezen. Hij las<br />

iets of hoorde iets, of we bezochten een galerij, dikwijls met mijn moeder<br />

erbij. Dan overlegden we er samen over en namen we een beslissing.<br />

We discussieerden veel, maar meestal kwamen we er wel uit. Een<br />

<strong>voor</strong>waarde was dat we <strong>het</strong> werk alle twee graag zagen. We verzamelden<br />

geen bepaalde stijl.’<br />

‘Een mens evolueert als verzamelaar. Sommigen vonden dat we aanvankelijk<br />

te veel spielerei verzamelden. Eerst was daar ook Afrikaanse<br />

kunst bij, onder meer omdat de prijs van bepaalde objecten gunstig<br />

was. Mijn grootvader was ébéniste en de reactie van mijn moeder op<br />

zo’n aankoop was vaak: “Bompa zou nooit zoiets gekocht hebben.”’<br />

‘We bezochten hoe langer hoe meer Brusselse galerijen en veilingen.<br />

Het was op zo’n veiling dat we een tekening van Permeke hebben gekocht,<br />

een van onze eerste belangrijke stukken, zoals ook <strong>het</strong> schilderij<br />

Een smerige Permeke<br />

Een opmerkelijk schilderij dat <strong>het</strong> interieur van mevrouw Lens-<br />

Ghesquière sierde en dat <strong>het</strong> museum nu in bruikleen heeft, is<br />

Drie figuren van Constant Permeke: ‘Het was <strong>het</strong> eerste grote<br />

werk dat we kochten. Ik herinner me dat we bij Jespers op<br />

bezoek waren. Hij woonde toen dicht bij <strong>het</strong> militair hospitaal in<br />

Antwerpen. Permeke en hij maakten elkaar uit <strong>voor</strong> <strong>het</strong> vuil van<br />

de straat. Mijn man vroeg hem wat hij had om te verkopen. Toen<br />

we onze goesting niet vonden, antwoordde Jespers: “Wat moet je<br />

dan hebben? Zoeken jullie een smerige Permeke misschien?” En<br />

ja, eigenlijk zochten we een Permeke. Dat schilderij hebben we<br />

toen gekocht bij de dochter van Permeke, Beatty Permeke. We<br />

hebben toen kunnen kiezen. Mijn man spartelde tegen – “weet<br />

je wel hoeveel dat kost?”, “tu te rends compte?” – maar hij gaf<br />

toch toe. We waren toen nog geen jaar getrouwd. Ik viel <strong>voor</strong> dat<br />

opvallende rode hoofd. Dat heb ik nog nergens anders gezien.’<br />

Constant Permeke,<br />

Drie figuren,<br />

183 x 155cm


36<br />

van Permeke. Voor de aankoop van de tekening hadden mijn man en<br />

ik een prijs afgesproken. Maar ik heb meer geboden dan de afspraak,<br />

want ik wilde de tekening absoluut hebben. Eigenlijk hadden we geen<br />

geld toen... ’s Anderendaags stond ik in de krant Le Matin met mijn witte<br />

hoed op. Er stond dat ik zoveel had betaald <strong>voor</strong> papier van Permeke.’<br />

Schmalzigaug<br />

‘Wij kozen op <strong>het</strong> gevoel, maar bij<strong>voor</strong>beeld ook <strong>voor</strong> kleurcombinaties.<br />

Als ik dacht “ik zou dat zelf nooit zo gedaan hebben”, dan wist ik<br />

dat ik met een echte kunstenaar te maken had. Nu, ik moet toegeven<br />

dat ik soms ook wel wat wispelturig was: iets wat ik die dag mooi vond,<br />

vond ik de volgende morgen misschien al minder mooi. En omgekeerd.<br />

Maar vaak kon een werk niet snel genoeg aan de muur hangen. De<br />

tekening van Permeke vind ik nog altijd prachtig, net als die van Frits<br />

Van den Berghe. Maar als mensen mij vragen waarom, dan kan ik <strong>het</strong><br />

niet uitleggen.’<br />

‘Het allermooiste werk? Dat kan ik echt niet zeggen.. Het is gevoelsmatig<br />

en <strong>het</strong> heeft niets te maken met waarde. Maar een van mijn lievelingswerken<br />

is zeker Compositie van Jules Schmalzigaug. Waarom? Je<br />

zoekt er altijd weer naar een andere lijn. Het is een van die werken<br />

waarvan veel mensen zeggen: “Amai, is dat kunst?” of: “Hangt dat<br />

Jules Schmalzigaug,<br />

Compositie, 61 x 47cm<br />

37<br />

Schenkingen en legaten aan <strong>het</strong> museum<br />

De museumcollectie is mede dankzij schenkingen en legaten uitgegroeid<br />

tot wat ze vandaag is. Dit zijn enkele belangrijke schenkingen van privépersonen:<br />

1841 ridder Florent van Ertborn laat per testament zijn volledige<br />

verzameling van 115 schilderijen na. Sinds zijn schenking maken de<br />

schilderijen van Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hans Memling,<br />

Jean Fouquet , Simone Martini en Antonello da Messina deel uit van<br />

de museumcollectie. Ze vormen de kern van de verzameling oude<br />

schilderkunst.<br />

1859 de douairière Baut de Rasmon legateert 41 zeventiende-eeuwse<br />

landschappen uit de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden.<br />

1949 de erfgenamen van dokter J.F.S. Esser schenken zeven kunstwerken<br />

aan <strong>het</strong> museum (o.a. George Hendrik Breitner en Jan Sluijters). Zie hierover<br />

bladzijden 14-17 in dit <strong>nummer</strong>.<br />

1989 dankzij de nalatenschap van dokter Ludo van Bogaert-Sheid bezit <strong>het</strong><br />

museum vandaag de dag de belangrijkste collectie schilderijen, tekeningen<br />

en beeldhouwwerken van Rik Wouters, naast enkele parafernalia. Zie<br />

hierover bladzijden 22-25 in dit <strong>nummer</strong>.<br />

Ook de jongste jaren is de museumcollectie verrijkt door bijzondere schenkingen<br />

en legaten van privépersonen, o.a.:<br />

2007 Roel d’Haese<br />

2008 Adriaan Raemdonck (De Zwarte Panter) en mevrouw Nicole Mesnage<br />

2010 Jan Vanriet<br />

2011 Camiel Van Breedam en Elisabeth Vanderborght<br />

‘Compositie is een van<br />

die werken waarvan<br />

veel mensen zeggen:<br />

“Amai, is dat kunst? “ ‘


38<br />

ding er nu nog?”, maar ik blijf erop zoeken: wat heeft hij bedoeld? Ik<br />

zag er dingen in en kon er iets van maken. Een streep die een vleugel<br />

is, een haan die opvliegt, de lijn die er niet staat en die ik op mijn<br />

manier invul... Er zit een visie in die de kunstenaar uitprobeert, die hij<br />

aan <strong>het</strong> zoeken is... Ik had trouwens nog een grote Schmalzigaug, die<br />

tijdens de oorlog was beschadigd. Toen bleek dat de restauratie heel<br />

duur was, even veel geld als de koopprijs, heb ik hem weer verkocht,<br />

<strong>voor</strong> de prijs die ik er<strong>voor</strong> had betaald. Achteraf had ik spijt dat ik <strong>het</strong><br />

schilderij niet heb laten restaureren.’<br />

Afstand nemen<br />

‘In mijn ogen moet een museum er in de eerste plaats <strong>voor</strong> zorgen dat<br />

alles in goede staat bewaard blijft. Dat is ook wat ik hier bij mij thuis<br />

doe. Je moet zó <strong>voor</strong>zichtig zijn als je kunst in huis hebt. Mensen vragen<br />

me soms: “Hoe kun je daar nu in wonen? Je moet bij elke stap bang<br />

zijn.” Ja, je moet kunst nu eenmaal goed onderhouden, en niet alle<br />

mensen willen dat. Ik verwacht daarom ook van <strong>het</strong> museum dat alle<br />

werken blijvend worden bewaard in een goede conditie. Daar moet je<br />

als museum alles <strong>voor</strong> doen. Daarom gaf ik ook al middelen om werken<br />

te restaureren. Toen <strong>het</strong> kleine prinsje (nvdr De dauphin Frans,<br />

zoon van Frans I) van Jean Clouet werd gerestaureerd, heb ik me heel<br />

goed gevoeld. Dat was mooi gedaan. En sindsdien heb ik meer kunnen<br />

doen. Ik heb geen kinderen en ik moet kunnen geven. Anders ben ik<br />

ongelukkig. Dat is mijn karakter. En als ik dan weet wie in <strong>het</strong> museum<br />

<strong>voor</strong> de werken zorgt, dan is mijn keuze snel gemaakt.’<br />

‘Het moeilijkste is nu afstand nemen. Maar ik moet <strong>het</strong> doen. Het besef<br />

moet doordringen dat ik mijn kunstwerken niet meer dagelijks zal zien.<br />

En misschien zelfs nooit meer.’<br />

39<br />

uitverkoren<br />

Ludo<br />

De Schutter<br />

Er zijn van die werken in <strong>het</strong> <strong>Koninklijk</strong><br />

<strong>Museum</strong> waar bezoekers een bijzondere<br />

band mee hebben. In deze rubriek<br />

getuigen zij van hun passie <strong>voor</strong> kunst.<br />

En <strong>voor</strong> <strong>het</strong> museum.<br />

en Robert<br />

En <strong>voor</strong> dat ene werk.<br />

Opgetekend<br />

door Vik Leyten<br />

Mols<br />

foto Jacques Sonck<br />

Een werk in bruikleen geven, schenken of legateren aan <strong>het</strong><br />

museum garandeert een optimale bewaring en conservatie.<br />

In sommige gevallen vormt <strong>het</strong> kunstwerk bovendien een<br />

belangrijke schakel in <strong>het</strong> kunsthistorisch onderzoek. En<br />

door <strong>het</strong> zichtbaar op te stellen, genieten veel mensen mee<br />

van <strong>het</strong> werk. Indien u een gift wil doen aan <strong>het</strong> KMSKA of<br />

een werk in bruikleen wil geven, neem dan contact op met<br />

Yolande Deckers (T 03 242 04 23).<br />

‘Kom,’ zegt Ludo De Schutter (°1944), ‘laat ons op een bank in <strong>het</strong> parkje<br />

aan <strong>het</strong> museum gaan zitten. Het is goed weer, en dan zit ik niet graag<br />

binnen. De grote bank op <strong>het</strong> museumplein is perfect <strong>voor</strong> een gesprek.’<br />

‘Mijn vrouw en ik zijn in 1974 in de Beeldhouwersstraat komen wonen.<br />

Ik herinner me dat we tijdens een autoloze zondag in 1973 in de stad<br />

rondliepen om een geschikte woonbuurt te vinden. Al als twintigjarige<br />

was ik gefascineerd door <strong>het</strong> Zuid. Ik kan niet precies zeggen waarom,<br />

de buurt trok me gewoon aan. En in 1973 stond er een mooi huis te<br />

koop. Maar vergis je niet, een artistieke buurt was <strong>het</strong> toen al wel. Er<br />

was natuurlijk <strong>het</strong> museum, maar je had ook de Wide White Space


41<br />

galerie. En ik herinner me <strong>het</strong> Gouden Huis A379089 in de Beeldhouwersstraat<br />

46, een vrij cultuurcentrum waar de gevel goud was geschilderd.<br />

Panamarenko had er een atelier waar hij een vliegtuig<br />

bouwde, Marcel Broodthaers stelde er tentoon en Ben Vautier hield er<br />

een Fluxus-concert.’<br />

‘Ik was <strong>voor</strong>al geïnteresseerd in hedendaagse kunst, maar er was toen<br />

nog geen sprake van <strong>het</strong> M HKA of <strong>het</strong> ICC. Occasioneel was er al<br />

eens een tentoonstelling met moderne kunst in <strong>het</strong> KMSKA. Ongeveer<br />

één keer per maand ging ik naar <strong>het</strong> museum, <strong>voor</strong>al om werk te gaan<br />

bekijken van James Ensor en Rik Wouters. Daar raak ik nog steeds niet<br />

op uitgekeken. Een museum als <strong>het</strong> KMSKA zou volgens mij ook gratis<br />

moeten zijn. Dat stimuleert mensen toch om eens te komen kijken? Ik<br />

heb <strong>het</strong> bij mezelf ook ondervonden.’<br />

‘Mijn favoriete werk is misschien wat problematisch: <strong>het</strong> fantastische,<br />

meer dan negen meter lange schilderij van Robert Mols, De rede van<br />

Antwerpen. Onlangs viel <strong>het</strong> in <strong>het</strong> MAS van de muur. Nu staat <strong>het</strong> op<br />

zijn kop, omwille van de restauratie. Het hing vroeger wat ongelukkig<br />

in de cafetaria. Het is zo’n groot schilderij dat je wel even tijd nodig hebt<br />

om <strong>het</strong> helemaal te vatten. Het geeft een beeld van Antwerpen vóór de<br />

rechttrekking van de Scheldekaai in 1877. Het is zo mooi gemaakt, en zo<br />

helder van licht. In mijn vrije tijd doe ik zelf geschiedkundig onderzoek<br />

naar de ontstaansgeschiedenis van Antwerpen, en op dit schilderij<br />

kun je heel wat plaatsen zien die later veranderd of verdwenen zijn,<br />

zoals <strong>het</strong> Burchtplein aan de Werf of de promenade van Bourla langs<br />

de Scheldekaai. Het is een ramp dat er nu een scheur in <strong>het</strong> schilderij<br />

zit, maar ik ben overtuigd dat <strong>het</strong> goed gerestaureerd zal worden.’<br />

‘In de verbouwing van <strong>het</strong> <strong>Koninklijk</strong> <strong>Museum</strong> heb ik alle vertrouwen.<br />

In Nederland heb ik al werk gezien van Claus en Kaan, en dat sprak<br />

me wel aan. Jammer dat de verbouwingen zo lang gaan duren, maar<br />

dat weet je eigenlijk als je aan zo’n werk begint. Ik ben zeer benieuwd<br />

naar <strong>het</strong> resultaat.’


42<br />

kunstpromotor<br />

UIT DE BOEKEN<br />

een<br />

Leen<br />

de Jong<br />

Dit <strong>voor</strong>jaar stond in de Belgische kunstwereld de boeiende<br />

figuur van Paul-Gustave Van Hecke volop in de<br />

kijker. In Deurle vond in <strong>Museum</strong> Dhondt-Dhaenens de<br />

tentoonstelling Herinnering aan een zondag: P.-G. Van<br />

Hecke en de kunstenaars in de jaren 1920 plaats, en in<br />

<strong>het</strong> FeliXart <strong>Museum</strong> in Drogenbos kon je Grenoble 1927:<br />

een panorama van de Belgische kunst herbeleven. In<br />

beide tentoonstellingen speelde Van Hecke een hoofdrol<br />

en waren ook schilderijen uit <strong>het</strong> KMSKA te zien, onder<br />

andere <strong>het</strong> werk dat we hier<br />

afbeelden. Tegelijk verscheen een<br />

boeiend boek over de man. Wie<br />

was Paul-Gustave Van Hecke?<br />

van<br />

formaat<br />

43<br />

Paul-Gustave Van Hecke (1887-1967)<br />

Veelzijdig boek<br />

Van Hecke was in de jaren 1920-1930 een ambitieuze literator, had verschillende<br />

toonaangevende galeries, zoals Sélection en Le Centaure,<br />

en was uitgever van de <strong>voor</strong>uitstrevende kunsttijdschriften Sélection<br />

en Variétés. Hij geldt als de grote verdediger van <strong>het</strong> expressionisme<br />

en later van <strong>het</strong> surrealisme in België. Zijn eclectische smaak, zijn<br />

gedreven promotie van Belgische kunst in <strong>het</strong> buitenland, zijn band<br />

met l’art vivant, zijn liefde <strong>voor</strong> de fotografie en de film, Van Hecke als<br />

de man achter Couture Norine, de modezaak van zijn vrouw Honorine<br />

Deschrijver, zijn politieke overtuiging als socialist, zijn bedrijvigheid<br />

in <strong>het</strong> casino van Knokke...: al deze aspecten komen aan bod in<br />

de recente publicatie Kunstpromotor Paul-Gustave Van Hecke (1887-<br />

1967) en de avant-garde onder de hoofdredactie van Virginie Devillez,<br />

die werkt bij <strong>het</strong> Archief <strong>voor</strong> Hedendaagse Kunst in België van de<br />

Frits Van den Berghe Dubbelportret van Paul-Gustave Van Hecke en zijn vrouw Norine,<br />

160 x 120 cm. Dit schilderij is vanaf september te zien in een nieuwe opstelling van<br />

De Modernen in de Koningin Fabiolazaal


44<br />

Cover boek<br />

<strong>Koninklijk</strong>e Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten in Brussel. Dit boeiende boek<br />

van 176 pagina’s is <strong>het</strong> elfde deel van de buitengewone reeks Cahiers<br />

die de <strong>Koninklijk</strong> Musea <strong>voor</strong> Schone Kunsten van Brussel uitgeven in<br />

verband met tentoonstellingen of naar aanleiding van actuele thema’s.<br />

Het bevat teksten door twaalf kenners en onderzoekers die de diverse<br />

aspecten van de persoonlijkheid van Van Hecke belichten en tegelijk<br />

een boeiend beeld van de kunstwereld in <strong>het</strong> <strong>voor</strong>oorlogse België<br />

sc<strong>het</strong>sen. Naast lange hoofdstukken zijn er negen korte ‘focusartikels’<br />

over specifieke onderwerpen, zoals Van Heckes vriendschap sinds 1909<br />

met André De Ridder en met Emile Langui, Max Ernst en René Magritte.<br />

Schilderen <strong>voor</strong> een maandloon<br />

Het monumentale schilderij van Frits Van den Berghe, Dubbelportret<br />

van Paul-Gustave Van Hecke en zijn vrouw Norine (1923-1924), toont<br />

de flamboyante galeriehouder met zijn elegante vrouw tegen de achtergrond<br />

van een olifant, een kat en een naakt. Het werk staat symbool<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> mondaine en dynamische leven van deze kunstliefhebbers en<br />

is een hoogtepunt in <strong>het</strong> oeuvre van Van den Berghe (1883-1939). Tegelijkertijd<br />

geldt <strong>het</strong> als een soort tribuut of een hommage van de schilder<br />

aan zijn mecenas. Het schilderij kwam vanzelfsprekend in de privéverzameling<br />

van Van Hecke terecht en hing volgens meerdere documenten<br />

in de eetkamer van zijn royale huis in Brussel.<br />

Van Hecke leerde Van den Berghe <strong>voor</strong> de Eerste Wereldoorlog kennen<br />

in Sint-Martens-Latem en heeft de meestal behoeftige kunstenaar<br />

vanaf de jaren 1920 tot aan diens overlijden gesteund. Zo kon Van den<br />

45<br />

In mei 1933 moest hij<br />

vanwege geldgebrek<br />

behalve zijn boeken ook<br />

zijn eigen grandioze<br />

kunstverzameling van<br />

111 stuks onder de hamer<br />

laten brengen.<br />

Berghe in 1923 samen met Gustave De Smet, ook sinds lang een vriend<br />

van Paul-Gustave, in diens villa Malpertuis in Afsnee verblijven en<br />

werken. Ze werd hun als ‘huisbewaarders’ gratis ter beschikking gesteld.<br />

Dankzij <strong>het</strong> contract met hun promotor/galeriehouder konden<br />

ze zonder financiële zorgen schilderen: ze kregen immers ook een<br />

maandloon uitbetaald in ruil <strong>voor</strong> kunstwerken. Kwieke handelsgeest<br />

en onbaatzuchtig mecenaat vulden elkaar aan in de persoon van Van<br />

Hecke. Of zoals de criticus en schilder Jean Milo hem ooit omschreef:<br />

‘Très cordial… mais aussi direct qu’ un banquier.’<br />

Een leven onder de hamer<br />

Op 18 juni 2008 verkocht <strong>het</strong> veilinghuis Bernaerts in Antwerpen <strong>het</strong><br />

archief van Paul-Gustave Van Hecke. Honderden documenten, brieven,<br />

prenten, boeken en foto’s, kortom <strong>het</strong> ‘papieren leven’ van de man,<br />

kwamen op de markt en raakten verspreid. Ironisch genoeg maakte<br />

Van Hecke dat bij leven zelf ook al mee: in mei 1933 moest hij vanwege<br />

geldgebrek behalve zijn boeken ook zijn eigen grandioze kunstverzameling<br />

van 111 stuks onder de hamer laten brengen, met onder<br />

meer negen schilderijen van Max Ernst en werk van<br />

Heinrich Van Campendonck, George Grosz, Juan<br />

Miró, Paul Klee en Jean Arp, om maar enkele buitenlandse<br />

kunstenaars te noemen. Een lijst van de<br />

kunstwerken die waren opgenomen in deze openbare<br />

verkoop, mét de destijds behaalde resultaten<br />

in frank, is in de publicatie van Devillez als bijlage<br />

toegevoegd. Tussen de vele Belgische kunstenaars<br />

zat in de uitverkoop ook <strong>het</strong> fameuze Dubbelportret<br />

van Paul-Gustave Van Hecke en zijn vrouw Norine,<br />

dat Van Hecke al zo lang koesterde. In volle economische<br />

depressie liep de veiling niet vlot en gingen<br />

heel wat loten tegen bespottelijk lage prijzen van de<br />

hand. Ook <strong>voor</strong> <strong>het</strong> dubbelportret was er weinig belangstelling.<br />

Uiteindelijk kocht een vriend van Van<br />

Hecke <strong>het</strong> <strong>voor</strong> 220 frank. De man schonk <strong>het</strong> op zijn beurt terug aan<br />

Van Hecke. Tegen <strong>het</strong> eind van zijn leven, in de jaren 1960, verkocht<br />

Van Hecke <strong>het</strong> weer door aan Gustave Nellens, de uitbater van <strong>het</strong><br />

casino in Knokke, met wie hij na de oorlog vele manifestaties organiseerde.<br />

Het schilderij werd ten slotte in 1987 door <strong>het</strong> KMSKA aangekocht<br />

bij een Antwerpse galerie.<br />

Virginie Devillez (red.), Kunstpromotor Paul-Gustave Van Hecke (1887-1967) en de avant-garde<br />

(Cahier van de KMSKB, nr. 12), 176 p., 122 ill., 17 x 24 cm, softcover, 25 euro, Snoeck, Gent, 2012.<br />

ISBN 978-94-6161-043-0<br />

Ook verschillende andere werken uit de KMSKA-collectie komen uit Van Heckes<br />

verzameling of werden als exemplarische kunstwerken gepubliceerd in <strong>het</strong> kunsttijdschrift<br />

Sélection dat hij uitgaf: Floris Jespers, Suzanna en de grijsaards; Constant<br />

Permeke, Kermis; Gustave De Smet, De mosseleters; Gustave van de Woestyne,<br />

Gaston en zijn zuster en Christus toont zijn wonden; Ramah, Bolspelers en <strong>het</strong> portret<br />

van Paul-Gustave Van Hecke; Servaes, De lijkdienst.


46<br />

Zaal Z is een gratis uitgave van <strong>het</strong> <strong>Koninklijk</strong> <strong>Museum</strong> <strong>voor</strong><br />

Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) en verschijnt in maart, juni,<br />

september en december.<br />

Jaargang 1 <strong>nummer</strong> 1<br />

Verantwoordelijke uitgever<br />

Dr. Paul Huvenne, Lange Kievitstraat<br />

111-113 bus 100, 2018 Antwerpen<br />

Redactie<br />

Jozefien De Ceulaer, Leen de Jong,<br />

Veerle De Meester, Patrick De Rynck,<br />

Vik Leyten, Nanny Schrijvers,<br />

Véronique Van Passel<br />

Coördinatie<br />

Véronique Van Passel<br />

Eindredactie<br />

Patrick De Rynck<br />

Foto’s<br />

Kunstwerken en <strong>voor</strong>werpen waarbij<br />

geen herkomst vermeld wordt, maken<br />

deel uit van de collectie van <strong>het</strong><br />

KMSKA.<br />

Archief KMSKA: 16<br />

Claus en Kaan: 8-9<br />

Gemeentemuseum Den Haag: 17<br />

Wilma Kuijvenhoven: 11<br />

Hugo Maertens, Lukas-Art in Flanders:<br />

21, 22, 23, 27, 29, 42<br />

MUNAL: 18<br />

RKD Den Haag: 15<br />

Madeleine ter Kuile: 34, 37<br />

Snoeck Publishers: 44<br />

Christian Richters: 12<br />

Jacques Sonck: 40<br />

Marie Cecile Thijs © Claus en Kaan: 7<br />

Tim Van Laere Gallery: 30, 31<br />

Jesse Willems: 4, 33<br />

Druk<br />

Albe De Coker<br />

Grafisch ontwerp<br />

Linde Desmet en Marie Sledsens<br />

Papier<br />

Cover en binnenwerk:<br />

Arctic volume white<br />

Wikkel: Heaven 42<br />

Lettertypes<br />

Din Schrift, Memphis<br />

Oplage<br />

9000 ex.<br />

ISSN<br />

ISSN 2294-0316<br />

ZAAL Z wordt gedrukt met bio-inkt<br />

op papier afkomstig uit duurzame<br />

bosbouw in een CO 2 -neutrale<br />

drukkerij.<br />

47<br />

Het <strong>Koninklijk</strong> <strong>Museum</strong> <strong>voor</strong> Schone Kunsten Antwerpen<br />

is een instelling van de Vlaamse overheid en <strong>het</strong> enige Vlaamse<br />

museum met een wetenschappelijk statuut.<br />

De belangrijkste opdrachten van <strong>het</strong> KMSKA zijn <strong>het</strong> behoud, beheer<br />

en de verdere uitbouw van de collectie; de ontsluiting en de<br />

wetenschappelijke studie van de collectie; <strong>het</strong> tentoonstellen van<br />

objecten en de uitbouw van een publiekswerking.<br />

Het KMSKA onderschrijft de statuten van ICOM, the International<br />

Council of <strong>Museum</strong>s.<br />

Niets van deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming<br />

van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd auteursrechten op<br />

de illustraties te regelen volgens wettelijke bepalingen. Wie meent toch zekere<br />

rechten te doen gelden, kan zich tot de uitgever wenden.<br />

Om opgenomen te worden in ons adressenbestand of om uw abonnement op te<br />

zeggen kunt u uw gegevens telefonisch doorgeven op T 32 (0)3 242 04 16 of via<br />

info@kmska.be<br />

KMSKA geniet de steun van


48<br />

Het <strong>Koninklijk</strong> <strong>Museum</strong> <strong>voor</strong> Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA)<br />

is vanwege renovatiewerkzaamheden tot eind 2017 gesloten. U vindt<br />

onze collectie ondertussen op verschillende locaties in en rond<br />

Antwerpen.<br />

Antwerpen<br />

MAS<br />

Meesterwerken in <strong>het</strong> MAS.<br />

Vijf eeuwen beeld in Antwerpen<br />

tot 30/12/2012<br />

Hanzestedenplaats 1, 2000 Antwerpen<br />

www.mas.be<br />

Onze-Lieve-Vrouwekathedraal<br />

REÜNIE. Van Quinten Metsijs<br />

tot Peter Paul Rubens<br />

tot eind 2017<br />

Handschoenmarkt, 2000 Antwerpen<br />

www.dekathedraal.be<br />

Koningin Fabiolazaal<br />

De Modernen. Kunst uit Nederland<br />

tot 19/08/2012<br />

Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen<br />

www.kmska.be<br />

Lier<br />

Stedelijk <strong>Museum</strong><br />

Bruegelland. Vertier en trammelant<br />

tot 28/03/2013<br />

Florent Van Cauwenberghstraat 14,<br />

2500 Lier<br />

www.bruegelland.be<br />

Mechelen<br />

<strong>Museum</strong> Schepenhuis<br />

Rik Wouters. Hoogtepunten<br />

tot eind 2017<br />

Steenweg 1, 2800 Mechelen<br />

www.rikwouters.be<br />

Inlichtingen<br />

T +32 (0)3 242 04 16 F +32 (0)3 248 08 10<br />

info@kmska.be<br />

Bibliotheek & Archief<br />

bezoek na afspraak<br />

Bibliotheek<br />

Lange Kievitstraat 137<br />

2018 Antwerpen<br />

T +32 (0)3 242 04 26<br />

of bibliotheek@kmska.be<br />

Archief<br />

T +32 (0)3 238 78 09<br />

of archdoc@kmska.be<br />

Correspondentie<br />

<strong>Koninklijk</strong> <strong>Museum</strong> <strong>voor</strong><br />

Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA)<br />

Lange Kievitstraat 111-113 bus 100,<br />

2018 Antwerpen<br />

T +32 (0)3 238 78 09 F +32 (0)3 248 08 10<br />

info@kmska.be<br />

Vrienden van <strong>het</strong> KMSKA vzw<br />

Lange Kievitstraat 137<br />

2018 Antwerpen<br />

Secretariaat bereikbaar op<br />

dinsdag en donderdag<br />

van 10 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur<br />

T +32 (0)3 237 75 09 F +32 (0)3 238 30 25<br />

of info@vkmska.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!