Register 1920-1940 - kitlv

REGISTER
OP DE UITGAVEN VAN HET
KONINKLIJK BATAVIAASCH
GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN
EN WETENSCHAPPEN
1920 — 1940
A. C. NIX & Co.
BANDOENG
1942

REGISTER
OP DE UITGAVEN VAN HET
KONINKLIJK BATAVIAASCH
GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN
EN WETENSCHAPPEN
1920 — 1940
A. C. NIX & Co.
BANDOENG
1942

VOORWOORD.
Dit register op de uitgaven van het Koninklijk Bataviaasch Genootschap
van Kunsten en Wetenschappen, verschenen in de jaren 1920 tot
en met 1940, sluit aan bij het in 1920 door den heer P. Gediking bewerkte
Register op Verhandelingen LVI, 5—LXI (1907—1919) en Tijdschrift
LI—LVIII (1909—1919). Met de sindsdien van tijd tot tijd
gepubliceerde prijslijsten en inhoudsopgaven van Tijdschrift, Verhandelingen
en Oudheidkundig Verslag is hier geen rekening gehouden. De
daarin vermelde deelen zijn eveneens in dit register verwerkt.
Van zijn voorganger en van „Labberton's Register" *) onderscheidt
dit vervolg zich in verschillende opzichten, hetgeen bij vergelijking spoedig
zal blijken. Opgenomen zijn:
werken buiten serie,
artikelen in:
Tijdschrift, deel LIX t/m LXXX.
Notulen, deel LVIII—LIX (1920—1921).
Verhandelingen, deel LXII t/m LXXIV, 3.
Feestbundel ... bij gelegenheid van ... 150-j. bestaan 1778—1928.
2 dln. 1929.
The Effect of Western Influence on native civilisation in the Malay
Archipelago. 1929.
Jaarboek, deel I t/m VII.
Bibliotheca Javanica, deel 1 t/m 9.
Oudheidkundig Verslag 1920—1939.
Publicaties van den Oudheidkundigen Dienst, deel 1 (1925).
Rapporten van den Oudheidkundigen Dienst, 1923; 1938, 1—2.
Inscripties van Nederlandsch-Indië (Oudh. Dienst), afl. 1 (1940).
Hommage du Service Archéologique ... au Premier Congrès des
Préhistoriens à Hanoi. 1932.
De titels zijn in het auteursregister opgenomen op naam van den
schrijver, c.q. het daarvoor in de plaats tredende hoofdwoord. Meer dan
één titel op één auteursnaam zijn gerangschikt volgens de wijze waarop
zij zijn verschenen: eerst de afzonderlijke boekwerken, daarna artike-
') Register op de artikelen voorkomende in het Tijdschrift ... en de Verhandelingen
..., loopende tot het jaar 1907, benevens eene inhoudsopgave tevens
prijslijst van 's Genootschaps uitgaven bijgewerkt tot Juni 1908 door D. van
Hinloopen Labberton. 1908. Een lacune tusschen dit register en dat van 1920
is naderhand door een Register op Tijds. XLIX—L overbrugd.

len uit seriewerken etc. in de zoo juist gegeven volgorde. Artikelen van
één schrijver uit verschillende deelen van één serie volgens het jaar van
verschijnen, uit een en hetzelfde deel volgens de pagineering.
Boekbesprekingen zijn opgenomen in het auteursregister op naam
van den recensent achter het rijtje tijdschriftartikelen van dezen; zij
zijn herhaald, op naam van den schrijver van het boek, in de lijst van
besproken boekwerken.
Het zaakregister verwijst naar de bladzijde van het auteursregister,
waar het onderwerp een of meer keeren figureert. Daar in het auteursregister
ook de afzonderlijke artikelen uit het Oudheidkundig Verslag
zijn opgenomen vindt men met het zaakregister ook deze studies en
rapporten, maar niet de talrijke gegevens, die in de kwartaal- en jaarverslagen
schuilen. Om in deze zee eenigszins den weg te kunnen wijzen
is een klapper op de Oudheidkundige Verslagen 1920—1939 samengesteld,
waarin verwezen wordt naar de bladzijden van deze deelen, waar
over verschillende oudheidkundige vondsten, werkzaamheden en problemen
wordt gesproken. Onderwerpen, die uitsluitend van dienstbelang
geacht kunnen worden, zooals de gewone dienstreizen, personeelsmutaties,
het aanbrengen van prikkeldraad om tjandi's e.d. zijn daarbij verwaarloosd.
Wel zijn ook in dezen klapper ten einde dubbel zoeken te
voorkomen verwijzingen opgenomen naar de afzonderlijke artikelen uit
de Oudheidkundige Verslagen, die, zooals gezegd, ook reeds in het
auteursregister zijn verwerkt.
Januari 1942.
A. J. BERNET KEMPERS.

INHOUD.
Biz.
Voorwoord
Inhoud
Ill
V
Jaar van verschijnen der behandelde deelen van Tijdschrift en
Verhandelingen
Lijst van afkortingen
VI
VII
Auteursregister 1
Lijst van de in Tijds. 59—80 besproken boeken 53
Addenda 63
Zaakregister (op het auteursregister) 64
Klapper op de Oudheidkundige Verslagen 1920—1939 76

JAAR VAN VERSCHIJNEN DER BEHANDELDE
DEELEN VAN TIJDSCHRIFT EN
VERHANDELINGEN.
Tijds.
LIX: 1919—1921.
LX: 1921.
LXI: 1922.
LXII: 1923.
LXIII: 1923.
LXIV: 1924.
LXV: 1925.
LXVI: 1926.
LXVII: 1927.
LXVIII: 1928.
LXIX: 1929.
LXX: 1930.
LXXI: 1931.
LXXII: 1932.
LXXIII: 1933.
LXXIV: 1934.
LXXV: 1935.
LXXVI: 1936.
LXXVII: 1937.
LXXVIII: 1938.
LXXIX: 1939.
LXXX: 1940.
Verh.
LXII: 1920.
LXIII , 1 —3: 1921.
—
LXIV
4: 1922.
1922.
LXV, 1--2: 1924.
—
LXVI
3:
1
1925.
1925.
2--4: 1926.
• —
LXVII, L—2: 1926
—
—
3: 1927.
4: 1933.
LXVIII, 1: z.j.
— • 2: 1926.
— 3: 1927.
— 4: 1929.
LXIX
LXX:
LXXI
—
1932.
1931.
1-—4: 1932.
5: 1933.
LXXII, 1 : 1934.
—
—
—
2-
4:
5:
LXXIII:
LXXIV,
—
—
2:
3:
4:
-3: 1933.
1935.
1936.
1937.
1: 1938.
1939.
1940.
1940 i).
J )
LXXIV, 4 (H. Kahler, Sichule Texte) is afgedrukt in 1940, maar verzonden
in 1942. Daarom is dit deeltje niet in het Register te vinden.

LIJST VAN AFKORTINGEN.
Bibi. Jav.: Bibliotheca Javanica.
Effect West. Infi.: The Effect of Western Influence on native civilisation
in the Malay Archipelago. 1929.
Feestb.: Feestbundel ... bij gelegenheid van ... 150-j. bestaan 1778—
1928. 2 din. 1929.
Hommage Serv. Arch.: Hommage du Service Archéologique ... au
Premier Congrès des Préhistoriens à Hanoi. 1932.
Inscr. N.I.: Inscripties van Nederlandsch-Indië. Afl. 1. 1940.
Jaarb.: Jaarboek van het Kon. Bataviaasch Genootschap van K. en W.
Not.: Notulen van de Algemeene en Directievergaderingen van het
Bataviaasch Genootschap van K. en W.
Oudh. V.: Oudheidkundig Verslag van den Oudheidkundigen Dienst in
Nederlandsch-Indië.
Publ. Oudh. D.: Publicaties van den Oudheidkundigen Dienst in Nederlandsch-Indië.
Deel 1, 1925.
Tij ds.: Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde.
Verh.: Verhandelingen van het Kon. Bataviaasch Genootschap van
K. en W.
z.: Zie.
Z.O.: Zie obk.

AUTEURSREGISTER.
A.
A. H. [= A. F. P. Hulsewé], Bespr.: A short history of Anglo-Japanese
relations, door Chozo Muto. Tijds. 80, p. 308.
A. J.B.K. [= A. J. Bemet Kempers], Bespr.: Bibliographie zur Geschichte
der Schrift bis in das Jahr 1930, door P. Sattler en G. v. Selle.
Tijds. 77, p. 293.
— Bespr.: Een oudheidkundig jubileum 1913-1938, door W.F. Stutterheim.
Tijds. 78, p. 512.
— Bespr.: Catalogue of manuscripts in European languages in the
India Office Library, Vol. II, pt. 2: Minor collections and miscellaneous
manuscripts, door G.R. Kaye en E.H. Johnston. Tijds. 78,
p. 585.
— Bespr.: Geschiedenis van Nederlandsch-Indië, onder leiding van
F.W. Stapel, dl. 1. Tijds. 78, p. 599-600.
— Bespr.: Tresoor der zee- en landreizen. Beredeneerd register op
de Werken der Linschoten-Vereeniging, dl. I-XXV. Bewerkt door
D. Sepp. Tijds. 79, p. 596.
— Bespr.: Annual Bibliography of Indian Archaeology, vol. XII
(1937). Tijds. 79, p. 596-597.
— Bespr.: Annual Bibliography of Islamic Art and Archaeology (India
excepted), ed. L.A. Mayer, vol. Ill (1937). Tijds. 79, p. 597.
— Bespr.: Revealing India's Past. A co-operative record of archaeological
conservation and exploration in India and Beyond, ... ed.
J. Cumming. Tijds. 79, p. 597-598.
— Bespr.: The native races of Australasia ..., door J. G. Frazer.
Tijds. 79, p. 598.
— Bespr.: Administration and social life under the Pallavas, door
C. Minakshi. Tijds. 79, p. 599.
— Bespr.: The antiquities of Singasari, door J. Blom. Tijds. 80,
p. 318-323.
— Bespr.: Reisen und Forschungen in Ceylon in den Jahren 1883,
1886, 1890, 1902, 1907 und 1925, door F. Sarasin. Tijds. 80,
p. 323.
— Bespr.: Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie, door
P. van Dam. 2e boek, deel III. Uitg. F.W. Stapel. Tijds. 80, p. 324.
— Bespr.: The iconography of Tibetan Lamaism, door Antoinette
1

Auteursregister
Gordon. Tijds. 80, p. 456-457.
ACHMAD SOERIAPOETERA, Opstellen in het Maleisch van Belitong
Tijds. 73, p. 328-350.
ADAM, T., Oudheden te Djambi. I-II. Oudh. V. 1921, p. 194-197 ill.-
1922, p. 38-41.
ADINEGORO, R.A.A. KROMO DJOJO, Opmerkingen aangaande de
Lebaran of het zoogenaamd Inlandsch Nieuwjaar. Oudh. V
1923, p. 55-60.
— Bijvoegsel bij de Opmerking aangaande de Lebaran of het zoogenaamd
Inlandsch Nieuwjaar (In het Javaansch en Maleisch de
Hariraja). Oudh. V. 1924, p. 76-80.
ADRIANI, N., Bare'e-Nederlandsch woordenboek met Nederlandsch-
Bare'e register. Leiden, E. J. Brill, 1928. XV, 1074 p. 8°.
— Het verhaal van Nilejlejan. Tijds. 59, p. 486-497.
— Een woord van afscheid. Not. 58, p. 88-91.
— Spraakkunst der Bare'e-taal. 481 p. Verh. 70.
AFDEELING (Een nieuwe) van het Genootschap. Tijds. 78, p. 510-511.
AFDEELINGSVERSLAGEN, zie: Jaarverslag ...
AICHELE, W., Grundsätzliches zur Kawi-Interpretation. Feestb 1
p. 1-21.
ALTONA, T., Over den oorsprong der Kalangs. Tijds. 62, p. 515-547.
ANGELINO, P. DE KAT, De hygiëne, de ziekten en de geneeskunst
der Baliërs. Tijds. 59, p. 209-248.
— De Leak op Bali (met bijlage). Tijds. 60, p. 1-44.
— Over de smeden en eenige andere ambachtslieden op Bali
Tijds. 60, p. 207-265; 61, p. 370-424, ill.
1. De ijzersmeden. — 2. De koperwerkers. — 3. De gouden
zilversmeden. — 4. De sanggings.
ARNDT, P., Aus der Mythologie und Religion der Riunger. Tijds. 75
p. 333-393, ill.
— Grammatik der Ngad'a-Sprache. 53 p. Verh. 72, 3.
ASIKIN WIDJAJAKOESOEMA, R.D., De stichting van het Regentschap
Krawang en Krawangs eerste Regent. Tijds. 77, p. 178-205.
B.
B. [— F.D.K. Bosch], Oudheden in het Zuidergebergte bij de Kali
Opak. Oudh. V. 1925, p. 147-149, ill.
— Transscriptie van een inscriptie uit Goenoeng Kidoel. Oudh. V.
1926, p. 60.

Auteursregister
B. T. H. [= B. ter Haar], Bespr.: Hidoep hoekoem bangsa Indonesia
(Indonesische rechtsleven), door R. Mr. Soepomo, en Perbandingan
antara pergaoelan hidoep di Atjeh, Minangkabau dan Palembang
door Soetan Adam Bachtiar. Tijds. 78, p. 288-289.
B. v. T. P. [= P. C. Bloys van Treslong Prins]. Een merkwaardig
Bijbelblad. Tijds. 70, p. 331-335.
— Het land Weltevreden. Tijds. 80, p. 613-614.
BAAL, J. VAN, De bevolking van Zuid-Nieuw-Guinea onder Nederlandsch
Bestuur: 36 jaren. Tijds. 79, p. 309-414, ill.
— Een reis naar het Gab-Gab-gebied (Midden-Fly-rivier). Tijds. 80,
p. 1-14, ill.
— Een en ander over de bevolking van het Boven-Bian-gebied
(Zuid-Nieuw-Guinea). Met 2 bijlagen. Tijds. 80, p. 568-584.
BALASUBRAHMANIAN, S. R., The Tisai Ayirattainürruvar and the
Municandai Record. Tijds. 74, p. 613-618, ill.
— The lake of bricks of gold. Tijds. 75, p. 618-619.
BASTIAANS, J., Het verbond tusschen Limbotto en Gorontalo. Tijds. 78,
p. 215-247.
— Batato's in het oude Gorontalo, in verband met den Gorontaleeschen
staatsbouw. Tijds. 79, p. 23-72.
BATAVIA (Oud). Gedenkboek [door F. DE HAAN] uitgegeven naar
aanleiding van het 300-jarig bestaan der stad in 1919. Batavia,
G. Kolff 8s Co., 1922. 2 din en platenalbum. 559, 408 p. 8°.
— Luxe uitgave van tekst en platen-album. Batavia, G. Kolff 6B CO.,
[1922]. 2 din en platen-album. 559, 408 p. 4°.
— Alfabetisch register. [Door E. W. VAN ORSOY DE FLINES].
Batavia, G. Kolff & Co. [1928]. 63 p. 8°.
BELO, JANE, A study of customs pertaining to twins in Bali. Tijds. 75,
p. 483-549, ill.
BERG, C. C, lets over de historische Kidung Sorândaka. Feestb., 1,
p. 22-34.
— Zie ook : Rangga Lawe.
BERG, E. J. VAN DEN, De viering van den raraja hadji in de Kota
Wolio (Boeton). Tijds. 77, p. 650-660.
— Adatgebruiken in verband met de sultansinstallatie in Boeton.
Tijds. 79, p. 469-528, ill.
— Een rijstfeest in Lawele. Tijds. 80, p. 530-543, ill.
BERGMAN, R. A. M., Jan Pieterszoon Coen. Een psychographie. Bijdrage
tot de leer der constitutietypen. Tijds. 73, p. 1-56, ill.
BERTLING, C. T., Bespr.: The method and theory of ethnology; an
3

Auteursregister
essay in criticism, door P. Radin. Tijds. 75, p. 634-654.
— Bespr.: Taboe, een primitieve vreesreactie, door C. Mensch.
Tijds. 78, p. 591-596.
— Bespr.: De Boom des Levens in Schrift en Historie, door
H. Bergema. Tijds. 79, p. 131-140.
— Bespr.: The history of ethnological theory, door R. H. Lowie.
Tijds. 79, p. 453-456.
BESCHRIJVING van de oprichting van het adathuis (Roemah Bolon)
te Raja op 24 Februari 1937, 7 uur 's ochtends. [Door J. WIS­
MAR SARAGIH, vert, door P. VOORHOEVE]. Tijds. 77, p.
642-649, ill.
— van een verzameling Javaansche handschriften onder berusting
van Dr. Th. Pigeaud te Jogjakarta, zie: Handschriftenverzameling.
BHÏSMAPARWA (Het Oudjavaansche). Uitgegeven door J. GONDA.
1936. 168 p. Bibl. Jav. 7.
— Aanteekeningen bij het Oud-Javaansche Bhïsmaparwa, door
J. GONDA. 1937. 60 p. Bibl. Jav. 7a.
BIBLIOTHECA Javanica.
1. Rangga Lawe. Uitg. door C. C. BERG. 1930. 202 p.
2. Tantri Kâmandaka. Uitg. door C. HOOYKAAS. 1931. 212
p., ill.
3. Smaradahana. Uitg. door R. NG. POERBATJARAKA. 1931.
125 p.
4. Nïtiçâstra. Uitg. door R. NG. POERBATJARAKA. 1933.
80 p.
5. Het Oud-Javaansche Brahmânda-Purâna. Proza-tekst en
kakawin uitg. door J. GONDA. [1932]. 390 p.
6. Het Oud-Javaansche Brahmânda-Purâna. Vert, door J. GON­
DA. 1933. 134 p.
7. Het Oud-Javaansche Bhïsmaparwa. Uitg. door J. GONDA,
1936. 168 p.
7a. Aanteekeningen bij het Oud-Javaansche Bhïsmaparwa door
J. GONDA. 1937. 60 p.
8. G. W. J. DREWES en R. NG. POERBATJARAKA, De
Mirakelen van Abdoelkadir Djaelani. 1938. 207 p.
9. R. M. NG. POERBATJARAKA, Pandjiverhalen onderling
vergeleken. 1940. 398 p.
BIBLIOTHEEK (De) [in 1932-1939, door P. GEDIKING, P. VOOR­
HOEVE, A. J. BERNET KEMPERS en D. DE VRIES]. In:
Jaarb. I-VII (1933-1940).
4

Auteursregister
— Bijlage. Geschiedenis van de Bibliotheek van het Bataviaasch
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen [1778-1829] door
J. A. VAN DER CHIJS. Jaarb. III (1936), p. 235-241.
BIE, C. W. P. DE, Verslag van de ontgraving der steenen kamers in
de doesoen Tandjoeng Ara, Pasemah-Hoogvlakte. Tijds. 72, p. 626-
635, ill.
BIKKER, A., Enkele ethnographische mededeelingen over de Mamasa-
Toradja's. Tijds. 70, p. 348-378.
— Een en ander over het ontstaan der districten in de onderafdeeling
Boven-Binoeang en Pitoe-Oeloena-Saloe ( Mamasa). Tijds. 72,
p. 759-766.
— De rijstadat onder de Toradja's van de Boven-Karama (West-
Midden-Celebes). Tijds. 73, p. 351-367.
— Eenige raadsels van de Mamasa-Toradja's. Tijds. 74. p. 149-160.
BLAGDEN, C. O., Achinese and Mon-Khmer. Feestb., 1. p. 35-38.
BOEKIAN, I DÉWA POETOE, Kajoebii, Een Oud-Balische berg-desa.
Bewerkt door C. J. GRADER. Tijds. 76, p. 127-176.
BOEKUITGAVEN [1933-1939]. In Jaarb. II-VII (1934-1940).
BOOBERG, G., De grondanalyse in dienst der archaeologie. Tijds. 71,
p. 689-691.
— La richesse du sol en phosphates et colonies préhistoriques de
la grotte „Gouwa Lawa" à Sampoung, Java. Hommage Serv. Arch.
(1932), p. 33-38, ill.
BORST, L., Twee Soendasche Amir Hamzah-verhalen. Tijds. 78,
p. 137-157.
BOSCH, F. D. K, Jîrnnoddhâra. Tijds. 59, p. 326.
— De inscriptie op het Aksobhya-beeld van Gondang Lor. Tijds. 59,
p. 498-528, ill.
— Het lingga-heiligdom van Dinaja. Naschrift door B. SCHRIEKE.
Tijds. 64, p. 227-291, ill.
— Een oorkonde van het Groote klooster te Nâlandâ. Tijds. 65,
p. 509-588, ill.
— De god met den paardekop. Tijds. 67, p. 124-153, ill.
— De inscriptie van Keloerak. Tijds. 68, p. 1-64, ill.
— en C. C .F. M. LE ROUX, Wat te Parijs verloren ging. Tijds. 71,
p. 663-683, ill.
— Het bronzen Buddhabeeld van Celebes' Westkust. Tijds. 73,
p. 495-513, ill.
— In memoriam Dr. P. V. van Stein Callenfels. Tijds. 78, p. I-VIII,
portr.
5

Auteursregister
- Bespr.: Archaeologisch onderzoek in Ned. Indië. III, Beschrijving
van Barabudur. Deel I, Archaeologische beschrijving, door N. J
Krom. — Toevoeging. Het Awatamsakasütra, de Gandawyüha en
Barabudur. Tijds. 61, p. 223-304.
- Bespr.: Agastya in den Archipel, door R. Ng. Poerbatjaraka
Tijds. 67, p. 462-502.
- Bespr.: A Javanese period in Sumatran history, door W. F. Stutterheim.
Tijds. 69, p. 135-156.
• Bespr.: Archaeologisch onderzoek in Ned.-Indië. Ill, Beschrijving
van Barabudur. Deel II, Bouwkundige beschrijving, door T van
Erp. Tijds. 72, p. 113-134.
Het steenen zuiltje van Kadiloewih. Not. 58, p. 52-59, ill.
Twee belangrijke aanwinsten van het Batavia'sche Museum.
Feestb., 1, p. 39-48, 5 afb.
Tjandi Soembernanas. II, Het beeldhouwwerk. Oudh. V 1920
p. 31-39, ill.
Aanwinsten van de Archaeologische Collectie van het Bataviaasch
Genootschap, (a). Oudh. V. 1920, p. 57-61; (b). 1922, p 65-69-
(c). 1926, p. 77-80, ill.
a. 1. De bronzen Raksasa van desa Babadan.
2. De bronzen lamp van Soekadono.
3. Een terracotta-antefix uit het Cheribonsche.
b. 5. Een bronzen vat van Kerintji.
God Brahma omringd door Maharsi's.
c. 6. Twee bronzen ruiterbeeldjes uit het Loemadjangsche.
Epigraphische en iconographische aanteekeningen. Oudh V 1920
p. 98-106, ill.
Nogmaals de koperen plaat van 848 Çaka. — 2. De inscriptie
van Ranoe-Kembolo. — 3. Een gouden Hindoebeeldje van Mindanao
(Philippijnen). — 4. Oudheden ter Westerafdeeling van
Borneo. — 5. Aanvulling op de litteratuur-opgave van Tjandi
Prambanan (Rapp. Oudhk. Dienst 1915, p. 54).
De oorkonde van Sendang Sedati. Oudh. V. 1922, p. 22-27.
De Sanskrit-inscriptie op den steen van Dinaja. Oudh. V 1923
p. 29-35.
Oudheden in particulier bezit. Oudh. V. 1923, p. 138-154, ill.
De oorkonde van Kembang Aroem. Oudh. V. 1925, p. 41-49.
Een koperen plaat uit het Sidoardjo'sche. Oudh. V. 1925, p. 50.
De oudheden te Palgading. Oudh. V. 1925, p. 61-66, ill.
Oudheden in Koetei. Bijschriften bij de foto's van de beelden

Auteursregister
van den Goenoeng Kombeng, de Rijkssieraden van Koetei en het
bronzen Buddha-beeld van Kota Bangoen. Oudh. V. 1925,
p. 132-146, ill.
— Oudheden in particulier bezit. De voormalige collectie Dieduksman.
Oud. V. 1926, p. 61-76, ill.
— De beteekenis der reliefs van de derde en vierde gaanderij van
Baraboedoer. Oudh. V. 1929, p. 179-243, ill.
— In memoriam B. de Haan. Oudh. V. 1930, p. 3-8, portr.
— Verslag van een reis door Sumatra. Oudh. V. 1930, p. 133-157, ill.
— De Rijkssieraden van Pagar Roejoeng. Oudh. V. 1930, p. 202-
215, ill.
— Tjandi Kidal, B. Historische en iconographische beschrijving. Publ.
Oudh. D., 1 (1925), p. 8-14, ill.
— Zie ook B., F.D.K.B. en Bijschriften.
BOUMAN, M. A., Ethnografische aanteekeningen omtrent de Gouvernementslanden
in de boven-Kapoeas, Wester-afdeeling van Borneo.
Tij ds. 64, p. 173-195.
BOUSQUET, G. H., Quelques sanctuaires sasaks de Lombok. Tij ds. 79,
p. 239-251.
BRAHMÄNDA-PURÄNA (Het Oud-Javaansche). Proza-tekst en kakawin
uitgegeven en van aanteekeningen voorzien door J. GON-
DA. [1932]. 390 p. Bibl. Jav. 5.
— Vertaald door J. GONDA, 1933. IX, 134 p. Bibl. Jav. 6.
BRANDES, J. L. A., Opstellen verschenen in het Tijdschrift voor Indische
Taal- Land- en Volkenkunde en in de Notulen van de Alg. en
Directievergaderingen van het Kon. Bataviaasch Genootschap van
Kunsten en Wetenschappen. Uitg herdenking sterfdag
1905 — 26 Juni — 1930. [Weltevreden 1930]. 4 dln. 8°. (Deze
opstellen zijn niet herdrukt, maar uit de afleveringen gesneden en
gebundeld).
— Het probleem van de Maleische Hikayat Kalilah dan Daminah.
Tijds. 71, p. 172-185.
— Parara ton (Ken Arok), of het boek der Koningen van Tumapel
en van Majapahit. 2e dr. bew. door N. J. KROM, met medewerking
van J. C. G. JONKER, H. KRAEMER en R. NG.
POERBATJARAKA. 232 p. Verh. 62.
BRANDSTETTER, R., Ein Makassarisches Drama. Feestb., 1, p. 49-52.
BRASCAMP, E. H. B., Houtleveranties onder de O. I. Compagnie, I-XII.
I-II: Tijds. 59, p. 432-470. — III-V: 60, p. 132-160, 345-372. —
VI-VIII: 61, p. 131-200, 471-498. — IX: 62, p. 425-451. — X:
7

Auteursregister
63, p. 513-548. — XI: 65, p. 298-368. — XII. De acte van
20 Juni 1776 door den Soesoehoenan aan de O.I.C. verleend
tot het kappen van houtwerken in de bosschen van Blora: 72,
p. 108-112.
BRIEFKAARTENBOEKJES, zie: Museum.
BURGER, P. A., De maan als de brenger van dood en ziekte. Een
Manggarais verhaal met enkele varianten. Tijds. 80, p. 338-345.
BIJSCHRIFTEN bij de foto's van eenige belangrijke aanwinsten der
Oudheidkundige Verzameling in 1932 en 1933 [door F. D. K.
BOSCH]. Jaarb. II (1934), p. 110-119, ill.
C.
C. H. [= C. Hooykaas]. Bespr.: Annual Bibliography of Indian
Archaeology, 1926-1929. Tijds. 71, p. 435-437.
— Bespr.: De reis van Hayam Woeroek naar den Oosthoek. Tijds.
71, p. 718.
— Bespr.: Javaansche geographische namen als spiegel van de omgeving
en de denkwijze van het volk, door C. Lekkerkerker. Tijds.
72, p. 139-140.
— Bespr.: Hulpmiddelen bij de bestudeering van de Atjèhsche taal.
Tijds. 72, p. 141-148.
CALLENFELS, P. V. VAN STEIN, Korte gids voor de prehistorische
verzameling ... Hoofdst. XIV (De megalithen) door A. N. J. Th.
à Th. VAN DER HOOP. Bandoeng, A. C. Nix & Co., [1934].
36 p. 8°. (Ook in: Jaarb. II (1934), p. 70-106, ill.).
— 2 e druk, herzien door A. N. J. Th. à Th. VAN DER HOOP.
Bandoeng, A. C. Nix 85 Co., [1939], 35 p., ill. 8°.
— De historische Aji Saka. Tijds. 59, p. 471-479.
— De Krsnâyana aan Panataran. Tijds. 64, p. 196-206.
— Nog enkele Oud-Javaansche sterrenbeelden terecht gebracht.
Tijds. 71, p. 692-694.
— Tjandi Dadi. Tijds. 74, p. 624.
— De Sudamala in de Hindu-Javaansche Kunst. 180 p., ill. Verh. 66, 1.
— Epigraphica Bali I. 70 p., ill. Verh. 66, 3.
— Bijdragen tot de topographie van Java in de Middeleeuwen.
Feestb., 2, p. 370-392.
— Historische gegevens uit Balische oorkonden. Oudh. V. 1920, p.
41-43, 130-134; 1924, p. 28-35.
— Rapport over een dienstreis door een deel van Sumatra. Oudh.

Auteursregister
V. 1920, p. 62-75, ill.
— De leeftijd der Vorsten van Tumapel. Oudh. V. 1920, p. 107-110.
— De achterzijde van Tjandi Kedaton. Oudh. V. 1921, p. 21-27, ill.
— Bini-Haji. Oudh. V. 1922, p. 82-84.
— Stukken betrekking hebbend op Oud-Javaansche opschriften in
de Bibliothèque Nationale te Parijs. Oudh. V. 1924, p. 23-27, ill.
— Het eerste palaeolithische werktuig in den Archipel. Oudh. V.
1924, p. 127-133, ill.
— De Batu Kemang. Oudh. V. 1924, p. 134-138, ill.
— Bijdragen tot de topographie van Oost-Java in de Middeleeuwen
II. Oudh. V. 1926, p. 81-87, ill.
— Bijdrage tot de chronologie van het Neolithicum in Zuid-Oost
Azië. Oudh. V. 1926, p. 174-180.
— and I. H. N. EVANS, Report on cave excavations in Perak. Oudh.
V. 1926, p. 181-193, ill.
— Oudheidkundig Verslag over 1928-1929. Oudh. V. 1928 en 1929.
— De Mintaraga-basreliefs aan de Oud-Javaansche bouwwerken.
Publ. Oudh. D., 1, p. 36-53, ill.
— Note préliminaire sur les fouilles dans 1'abri-sous-roche du Guwa
Lawa à Sampung. Hommage Serv. Arch. (1932), p. 16-32, ill.
— Zie ook: Proto- Toaliaan (Het); Verzameling (De praehistorische)
en Vonk, H. W.
CASPARIS, J. G. DE, zie: Werkzaamheden. Verg. Addenda.
CATALOGUS der Bibliotheek, F-G: Geschiedenis, door A. J. BERNET
KEMPERS. Bandoeng, A C. Nix & Co., 1940. XVI p., 474 kol. 8°.
CATALOGUS (Geroneografeerde) der werken betreffende Land- en Volkenkunde
van Nederlandsch-Indië (afzonderlijke eilanden) [in
de Bibliotheek van het Kon. Bat. Gen., met voorwoord van A. J.
BERNET KEMPERS]. Batavia-C, 1938. VIII, 278 p. 4°.
CATE, W. C. TEN, De doodenpalen in de onderafdeeling Melawi der
af deeling Sintang van de Res. Westeraf deeling van Borneo. Tij ds.
61, p. 201-222, ill.
CHABOT, H. TH., Over de Makassaarsche samenleving en een erfrechtelijke
kwestie. Tijds. 80, p. 325-337.
CHATTERJI, S. K., The foundations of civilisation in India. Tijds. 68,
p. 65-91.
CHIJS, J. A. VAN DER, zie: Bibliotheek (De). Bijlage. Geschiedenis ...
COEDÈS, G, Note sur une statuette bouddhique de style Indojavanais
provenant du Siam Oriental. Feestb., 1, p. 53-56, 1 afb.
CONFERENTIES te Makassar. Tijds. 80, p. 293-296.
Reg. Edt. 2

Auteursregister
COOLHAAS, W. PH., Kroniek van het Rijk Batjan. Tijds. 63, p. 474-512.
COOMARASWAMY, A. K., A royal gesture; and some other motifs.
Feestb., 1, p. 57-61, ill.
COWAN, H. K. J., Bijdrage tot de kennis der geschiedenis van het
rijk Samoedra-Pasé. Tijds. 78, p. 204-214, ill.
— A Persian inscription in North Sumatra. Tijds. 80, p. 15-21, ill.
CRUCQ, K. C, Fragmenten van den grafsteen van Johan van Riebeeck
in het Bataviaasch Museum. Tijds. 70, p. 184-194 ill.
— De drie heilige kanonnen. Tijds. 70, p. 195-204, ill.
— De figuren op het achtste terras van Tjandi Tjeta. Tijds. 73,
p. 151-155, ill.
— Een relief in het Bataviaasch Museum, afkomstig van Tjandi
Tigawangi. Tijds. 73, p. 156-158, ill.
— Eenige opmerkingen over de figuren staande boven de teekens
van den dierenriem op de prasens (zodiakbekers). Tijds. 74,
p. 94-100.
10
— Over eenige grafsteenen op het kerkhof Tanah-Abang te Batavia.
Tijds. 75, p. 620-624.
— Een opmerking over de jaartallen te Soekoeh en Tjeta. Tijds. 76,
p. 337-339.
— De windroos van Tjandi Soemberdjati. Tijds. 76, p. 340-343.
— Een bronzen bel uit 1767. Tijds. 76, p. 343.
— Nog eenige grafsteenen op het kerkhof Tanah Abang te Batavia
geïdentificeerd. Tijds. 76, p. 344-345.
— Het opschrift op de klok in het torentje van het Bataviasche
stadhuis. Tijds. 76, p. 345.
— Eenige opmerkingen van het woord atat. Tijds. 76, p. 346-347.
— Een merkwaardig kanon in het Bataviaasch Museum. Tijds. 76
p. 572-576.
— Een aequivalent van Ki Amoek te Batavia. Tijds. 76, p. 576-578, ill.
— Aanteekening over het opschrift op een kleine bronzen vijzel in
het Bataviaasch Museum. Tijds. 76, p. 578.
— Aanteekening over een wapen op een gevelsteen in het Bataviaasch
Museum. Tijds. 76, p. 579, ill.
— Het wapen op de kanonnen te Tandjong Oost. Tijds. 76, p. 579.
— De geschiedenis van het heilig kanon te Batavia. Tijds. 77,
p. 103-129, ill.
— De kanonnen in den Kraton te Soerakarta. Tijds. 78, p. 93-110, ill.
— De geschiedenis van het heilig kanon te Banten. Tijds. 78,
p. 359-391.

Auteursregister
Nogmaals het veroverde kanon te Macao. Tijds. 79, p. 126-129.
Aanteekeningen over de manara te Banten. Tijds. 79, p. 193-201.
Bladvulling. De „zwaarden van den gerechte" in de Historische
zaal van het Museum. Tijds. 79, p. 308.
De verdwenen kanonnen van het Kasteel van Japara. Tijds. 80,
p. 34-48.
Nog eenige gegevens omtrent de kanonnen te Soerakarta. Tijds.
80, p. 49-59, ill.
Aanteekeningen nopens de terminologie gebruikelijk bij oud
geschut. Tijds. 80, p. 121-125, ill.
Aanteekeningen over klokken van Oud-Batavia. Tijds. 80,
p. 385-394.
Bespr.: L'âge du bronze au Tonking et dans Ie Nord-Annam,
door V. Goloubew. Tijds. 72, p. 135-137.
Epigraphische aanteekeningen. (1). Oudh. V. 1929, p. 258-283,
ill.; (2). 1930, p. 235-239.
2. Het opschrift op de achterzijde van een gebroken Garuda
te Soekoeh. Een hypothese omtrent het opschrift in gefigureerde
letters op het schild van een raksasa te Pèdjèng.
Inscripties op oude kanonnen.
Oudheden in particulier bezit. Oudh. V. 1929, p. 284-285, ill.
Aanwinsten van de Archaeologische Verzameling van het Kon.
Bataviaasch Genootschap. Oudh. V. 1929, p. 286-289.
De bronsvondst te Seloemboeng. — Een terracotta-pul uit
Banjoewangi.
Oudh. aanteekeningen I. Oudh. V. 1930, p. 216-234, ill.
Beelden te Solo. — Verbeteringen in den catalogus der Archaeologische
Verzameling te Batavia. — Een portretbeeld der Rajapatni
in het Bataviaasch Museum. — Een dierfabel op de reliefs aan
de badplaats te Panataran. — Jataka-reliefs op Tjandi Sadjiwan.
— Dierfabels op. het basement van Tjandi Mendoet. —- Reliefs
in het Museum te Batavia. — Een relief uit de Poera Taman
Sari te Pèdjèng. — De gouden schelp in de schatkamer van
het Bataviaasch Museum. — Aanteekeningen bij eenige reliefs
van Barabudur voorstellende awadana's en jataka's. — De Hindoebeelden
in den Chineeschen tempel Sentiong. — Bronzen
beeldjes in de collectie Sawabé te Djokjakarta. — Eenige opmerkingen
over de beteekenis van het woord palapa.
Zie ook: Neyens, M. en Onderzoek.
ïl

Auteursregister
D.
D. [= G. W. J. Drewes], Bespr.: A Malay-English dictionary, door
R. J. Wilkinson. Tijds. 72, p. 653-554.
DAGH-REGISTER gehouden int Gasteel Batavia vant passerende daer
ter plaetse als over geheel Nederlandts-India. Anno 1682. Uitgeg.
... onder toezicht van W. FRUIN-MEES. Batavia, G. Kolff
8B CO., 1928-1931. Deel 1-2. 8°.
DAMAR-WOELAN (Lajang). Javaansche tekst. 255 p., ill. Verh. 64.
DAMMERMAN, K. W., Soembaneesche dieren- en plantennamen. Tijds.
66, p. 205-239.
— Donnée provisoire des mammifères trouvés dans la grotte de
Sampoung à Ponorogo. (Bijlage bij artikel van P. V. van Stein
Callenfels). Hommage Serv. Arch. (1932), p. 30-31.
DAMSTÉ, H. T., Heilige weefsels op Lombok. Tijds. 63, p. 176-211, ill.
— Een Boeddhistisch rotsklooster op Bali. Oudh. V. 1921, p. 60-62, ill.
— Baiische oudheden. Oudh. V. 1922, p. 72-81, ill.
DEMPWOLFF, O., Das Austronesische Sprachgut in den polynesischen
Sprachen. Feestb., 1, p. 62-86.
DIRECTIEVERGADERINGEN ..., zie: Uittreksel uit de Notulen
der —.
DJAJADININGRAT, [R. A.] HOESEIN, Jean Pierre Moquette (5 Juli
1856 — 26 Febr. 1927). Tijds. 67, p. 1-35.
De ceremonie van het „Poêla batèë" op het graf van Sultan
Iskandar II van Atjeh (1636-1641). Tijds. 69, p. 97-134.
— De naam van den eersten Mohammedaanschen vorst in West-
Java. Tijds. 73, p. 401-404.
— In memoriam Z. H. Hamengkoe Boewana Senapati Ingalaga
Ngabdoerrachman Sajidin Panatagama Chalifatoellah de VHIe,
Sultan van Jogjakarta. Tijds. 80, p. I-II, portr.
— Nog iets omtrent de Lampoengsche oorkonde over de oorspronkelijke
verhouding tusschen Lampoeng en Banten. Not. 58, p. 48-51.
Toepassing van het Mohammedaansche slavenrecht in de Lampoengs?
Feestb., 1, p. 87-92.
— Zie ook: Moquette, J. P., en H. Dj.
DOORENBOS, J., Bespr.: Al Ghazali's Boek der Liefde, door H. H.
Dingemans. Tijds. 79, p. 144-147.
— Bespr.: De religie van den Islam, door Maulana Muhammad Ali.
Tijds. 79, p. 278-288.
DRABBE, P., Aanvulling van de spraakkunst der Jamdeensche taal.
12

Auteursregister
Tijds. 75, p. 625-633.
Spraakkunst der Fordaatsche taal. 75 p. Verh. 67, 1.
— Spraakkunst der Jamdeensche taal. 93 p. Verh. 67, 2.
Beknopte spraakkunst en korte woordenlijst der Slaroeëesche taal.
32 p. Verh. 71, 4.
Woordenboek der Fordaatsche taal. 118 p. Verh. 71, 2.
— Woordenboek der Jamdeensche taal. 122 p. Verh. 71, 3.
DREWES, G. W. J., Sjamsi Tabriz in de Javaansche hagiographie. Tijds.
70, p. 267-330.
— Een Oudjavaansch kapmes. Tijds. 79, p. 451-452.
Bespr.: De geschriften van Hamzah Pansoeri uitgegeven en toegelicht,
door J. Doorenbos. Tijds. 73, p. 391-398.
— Bespr.: Wangsatama mamaling (Wangsatama gaat uit stelen) en
vijftien andere lakon's, door A. Jonkers. Tijds. 74, p. 634-637.
— Bespr.: Javanisch (Lautbibliothek No. 149), door W. Trittel en
R. Lässig. Tijds. 77, p. 137-139.
— Bespr.: Pan-Arabische beweging en Islam, door W. J. A. Kernkamp.
Tijds. 77, p. 291-292.
— Bespr.: Herinneringen van Pangeran Aria Achmad Djajadiningrat.
Tijds. 77, p. 314-315.
— Bespr.: De bepaalde straffen in het Hanbalietische recht naar
aanleiding van hare toepassing door de Wahhâbieten, door J. P. M.
Mensing. Tijds. 77, p. 511-519.
-—• Bespr.: De invloed van den landbouw op de zeden, de taal en
letterkunde der Atjèhers, door J. J. C. H. van Waardenburg. Tijds.
77, p. 519-523.
— The influence of Western civilisation on the languages of the East
Indian Archipelago. Effect West. Infi., 1929, p. 126-157.
— en R. NG. POERBATJARAKA, De mirakelen van Abdoelkadir
Djaelani. 207 p. Bibl. Jav. 8.
— Zie ook: D.
DUNNEBIER, W., Verloven en trouwen in Bolaäng Mongondow. Tijds.
71, p. 530-622.
— De plechtigheid „waterscheppen" in Bolaäng Mongondow. Tijds.
78, p. 1-56.
DUYVENDAK, J. PH., De plaats der primitieven in de cultuurgeschiedenis.
Tijds. 77, p. 488-507.
— Bespr.: Het vaderschap bij de primitieven, door J. H. Ronhaar.
Tijds. 74, p. 626-633.
— Bespr.: Godsdienst en samenleving in Nederlandsch-Zuid-Nieuw
13

Auteursregister
Guinea, door J. van Baal. Tijds. 75, p. 141-146.
— Bespr.: Education and colonial development, door Basil A. Fletcher.
Tijds. 77, p. 130-132.
— Bespr.: Gebruiken en godsdienst der Soendaneezen, deor K. A. H.
Kidding. Tijds. 77, p. 132-137.
— Bespr.: De moderne ethnologie als historische wetenschap door
H. Th. Fischer en „Koloniale Volkenkunde" en „Volkenkunde
van Nederlandsch-Indië, door B. J. O. Schrieke. Tijds. 77, p 288-
290.
— Bespr.: Ethnologische studie betreffende de Indonesische slavernij
als maatschappelijk verschijnsel, door A. H. Ruibing. Tijds. 77
p. 508-510.
— Bespr.: Het cultuurlandschap van West-Soembawa, door G. Kuperus.
Tijds. 77, p. 510-511.
— Bespr.: Rassen- und Kulturgeschichte der Negrito-Völker Sudost-
Asiens, door W. Nippold. Tijds. 78, p. 512-514.
— Bespr.: A survey of Indonesian civilization, door R. Kennedy en
Atlas van Tropisch Nederland. Tijds. 79, p. 140-142.
— Bespr.: General anthropology, ed. F. Boas. Tijds. 80, p. 126-127.
— Bespr.: Methodik der Völkerkunde, door W. Mühlmann. Tijds. 80,
p. 130-132.
— Bespr.: Philippine pagans. The autobiographies of three Ifugaos,
door R. F. Barton. Tijds. 80, p. 127-130.
E.
E. W. v. O. d. F. (= E. W. van Orsoy de Flines), zie: Verzameling (Keramische).
EERDE, J. C. VAN, Onpersoonlijk ruil ver keer in den Indischen Archipel.
Feestb., 1, p. 93-119.
EFFECT (The) of Western influence on native civilisation in the Malay
Archipelago. Edited by B. SCHRIEKE. Batavia, G. Kolff & Co
1929. VII, 247 p. 8°.
EGGINK, H. J., lets over kinderspelen in Mandailing. Tijds. 72,
p. 693-714.
— Angkola- en Mandailing-Bataksch-Nederlandsch woordenboek.
260 p. Verh. 72, 5.
ENQUÊTE betreffende het Hooger onderwijs in Nederlandsch-Indië;
gehouden door een commissie ingesteld op initiatief van het Bata
viaasch Genootschap voor K. en W. Not. 59, p. I-CLXIX.
14

Auteursregister
ERP, TH. VAN, De ommanteling van Barabudur's oorspronkelijken voet.
Feestb., 1, p. 120-160, ill.
— De leeuwen van den Barabudur. Oudh. V. 1923, p. 39-54, ill.
ESSER, B. J., Het dialect van Banjoemas, inzonderheid zooals dit in de
regentschappen Poerbolinggo en Poerwokerto gesproken wordt.
77 p. Verh. 68, I.
ESSER, S. J., Renward Brandstetter. Tijds. 70, p. 147-156.
— Opruiming en perspectief. Tijds. 74, p. 376-381.
— Ma-, ma'-, me- en me'- in het Tontemboansch. Tijds. 74,
p. 382-389.
— Bespr.: Kusumawicitra. Deel II, Inleiding tot de studie van het
Oud-Javaansch, door J. Kats. Tijds. 70, p. 384-396.
— Bespr.: Dr. N. Adriani, Schets van leven en arbeid, door
H. Kraemer. Tijds. 71, p. 388-434.
— Bespr.: Inleiding tot de studie der vervoegde vormen in de Indonesische
talen, door R. Haaksma. Tijds. 75, p. 277-332.
— Klank- en vormleer van het Morisch (1-2 ged.). 434 p. Verh.
67, 3 en 4.
— Handleiding voor de beoefening der Ledo-taal. 90 p. Verh. 72, 1.
— Nogmaals de vervoegde vormen. Feestb., 1, p. 161-181.
EZERMAN, J. L. J. F., Beschrijving van den Koan Iem-Tempel „Tiao-
Kak-Sie" te Cheribon. (Populair-wetenschappelijke serie, no. 2).
[Batavia 1920]. 62 p., ill.
F.
F. D. K. B. [=z F. D. K. Bosch], Sylvain Levi f. 1863-1935. Tijds. 76, p. 1-4,
— Bespr.: Mahäkarmavibhanga (La grande classification des actes)
et Karmavibhahgopadeça (discussion sur le Mahäkarmavibhanga).
— door S. Lévi. Tijds. 73, p. 374-379.
— Bespr.: The bronzes of Nalanda and Hindu-Javanese art, door
A. J. Bernet Kempers. Tijds. 73, p. 379-387.
— Bespr. Tjandi Sadjiwan, door J. R. van Blom. Tijds. 75, p. 270-272.
— Bespr.: The Colas, door K. A. Nilakanta Sastri. Tijds. 76, p. 356-357.
FEESTBUNDEL uitgegeven door het Koninklijk Bataviaasch Genootschap
van Kunsten en Wetenschappen bij gelegenheid van zijn
150-jarig bestaan 1778-1928. 2 dln. Weltevreden, G. Kolff & Co.,
1929. 429, 437 p., ill. 8°.
FERRAND, G, La langue malgache. Feestb., 1, p. 182-186.
FISCHER, H. TH., Het asymmetrisch cross-cousinhuwelijk in Neder-
15

Auteursregister
landsch-Indië. Tijds. 76, p. 359-372.
— Het rijstmesje in Indonesië en daarbuiten. Tijds. 78, p. 274-277, ill.
— Over de wordingsgeschiedenis van de Batakse toverstaf. Tijds.
80, p. 585-610, ill.
— Bespr.: Die Li-Stämme der Insel Hainan, door H. Stubel. Tijds.
78, p. 158-162.
FLINES, E. W. v. O. DE, Zie: Verzameling (De keramische) en Batavia
(Oud).
FOKKER, A. A., Over verbale vormen in het Maleisch. Tijds. 80,
p. 395-424.
— Bespr.: La science arabe et son rôle dans l'évolution scientifique
mondiale, door A. Mieli. Tijds. 80, p. 309-313.
FRUIN-MEES, W., Een Bantamsch gezantschap naar Engeland in 1682.
Tijds. 64, p. 207-226.
: — Waarom Batavia en Mataram van 1629-1646 geen vrede hebben
gesloten. Tijds. 66, p. 156-204.
— Pieter Franssen's Journaal van zijn reis naar Mataram in 1630
en eenige wegen naar de hoofdplaats. Tijds. 66, p. 395-422.
— Rijckloff van Goens' ambassade naar den Soesoehoenan Mataram
in 1651. Tijds. 67, p. 154-172.
— Winrick Kieft en zijn rapport over zijn gezantschap naar Mataram
in 1655. Tijds. 72, p. 391-399.
— Bespr.: Oud Batavia door F. de Haan. Tijds. 62, p. 227-232.
— Bespr.: Platen-album behoorende bij het Gedenkboek Oud-Batavia.
Tijds. 63, p. 227-230.
— Zie ook: Loos-Haaxman, J. de, Johannes Räch en zijn werk, en
Daghregister.
G.
G. [— E. Gobée], Bespr.: Migrations of the Toradja in Central-Celebes,
door W. Kaudern. Tijds. 66, p. 542-548.
G. F. P. [= G. F. Pijper], Bespr.: Etymologisches Wörterbuch der Europäischen
(Germanischen, Romanischen und Slavischen) Wörter
orientalischen Ursprungs, door K. Lokotsch. Tijds. 70, p. 381-383.
G. M. [= E. C. Godée Molsbergen], Bespr.: Compagniesbescheiden en
aanverwante archivalia in Britsch-Indië en op Ceylon, door J. van
Kan. Tijds. 72, p. 411-412.
— Bespr.: Dr. George Mc Call Theal as die geskiedskrijwer van
Suid-Afrika, door I. D. Bosman. Tijds. 72, p. 412-414.
16

Auteursregister
— Bespr.: Chronologisch overzicht van de werkzaamheid der Jezuïeten
in de Missie van N.O.I, door A. I. van Aernsbergen; Onder
de Compagnie. Geschiedenis der Katholieke missie van Ned.-Indië,
door B. J. J. Visser. Tijds. 75, p. 147-150.
GABRIEL, C, zie: Hoetagaloeng (Kenan).
GEDIKING, P., zie: Bibliotheek (De) en Register op de Verhandelingen
..:
GELDEREN, J. VAN, Western enterprises and the density of the population
in the Netherlands Indies. Effect West. Infi., 1828,
p. 85-102.
GESCHENK (Een vorstelijk). Jaarb. III (1936), p. 333, ill.
GEURTJENS, H., Tanimbareesche weverij. Tijds. 59, p. 364-379, ill.
— Over Tanimbareesch taaieigen. Tijds. 68, p. 256-291.
— Vreedzame indringing. Tijds. 71, p. 684-688.
— Spraakleer der Keieesche Taal. 86 p. Verh. 63, 2.
— Woordenlijst der Keieesche Taal. 196 p. Verh. 63, 3.
— Keieesche legenden. 281 p. Verh. 65, 1.
— Spraakleer der Marindineesche taal. 159 p. Verh. 68, 2.
— Marindineesch-Nederlandsch woordenboek. 433 p. Verh. 71, 5.
GEWICHT der in Gianjar (Bali) gevonden gouden Hindoe-munten uitgedrukt
in grammen. Oudh. V. 1929, p. 72.
GIDS voor den bezoeker van de schatkamer [door H. J. E. F.
SCHWARTZ]. [Herdruk]. Batavia 1928. 75 p. 8°.
GIDS (Korte) voor de Praehistorische verzameling, zie: Callenfels, P. V.
van Stein.
GOBÉE, E., Fetwa van den Moefti voor Egypte over het Bolsjevisme.
Tijds. 59, p. 351-363.
— Indrukken over het schoolwezen in de Hidjâz. Tijds. 60, p. 187-206.
— Enkele termen bij de navigatie in gebruik in het dialect van
Djeddah (Hidjâz). Tijds. 66, p. 144-155.
— Een Loinansch verhaal. Feestb., 1, p. 187-201.
— Zie ook: G.
GONDA, J., Het verraad van Salya in het Bhârata-Yuddha. Tijds. 72,
p. 596-617.
The Javanese version of the Bhagavadgïtâ. Tijds. 75, p. 36-82.
Some remarks on onomatopoeia; sound-symbolism and word-formation
à propos of the theories of C. N. Maxwell. Tijds. 80,
p. 133-210.
— Bespr.: Die Urgestalt der Bhagavad-gïtâ, door R. Otto. Tijds. 75,
p. 267-269.
17

Auteursregister
— Bespr.: Die Lehr-Traktate der Bhagavad-gïtâ, door R. Ôtto. Tij ds.
75, p. 481.
— Bespr.: The „numeral-signs" of the Mohenjo-Daro script. Memoirs
of the Archaeological Survey of India, door A. S. C. Ross.
Tijds. 79, p. 456-459.
— Bespr.: Die Yajus' des Asvamedha, door Shrikrishna Bhawe;
Tijds. 79, p. 579-582.
— Aanteekeningen bij het Oud-Javaansche Bhïsmaparwa. 60 p.
Bibl. Jav. 7a.
— Zie ook: Bhïsmaparwa en Brahmânda-purâna.
GOOR, M. E. LULIUS VAN, Een paar mededeelingen aangaande de
bronsvondst van Ngandjoek. Not. 58, p. 81-87, ill.
GORIS, R., Een merkwaardige vondst op den Tengger. Tijds. 69, p.
221-226.
— De inscriptie van Koeboeran Tjandi. Tijds. 70, p. 157-170.
— Bali als arbeidsveld voor wetenschappelijk werk. Tijds. 71, p.
695-712.
— Bali's hoogtijden. Tijds. 73, p. 436-452.
— Aanteekeningen over Oost Lombok. Tijds. 76, p. 196-248, ill.
— De Oud-Javaansche inscripties uit het Sri-Wedari-Museum te
Soerakarta. Oudh. V. 1928, p. 63-70.
— Eenige nieuwe koperplaten op Bali gevonden. Oudh. V. 1929, p.
73-78.
— De eenheid der Matarämsche dynastie. Feestb., 1, p. 202-206.
GRAAF, H. J. DE, De gezichten op Oud-Batavia vanuit zee. Tijds. 69,
p. 237-253, ill.
GRADER, C. J., zie: Boekian, I. Déwa Poetoe.
GUNNING, H. C. J. en A. J. VAN DER HEYDEN, Het petjatoe- en
ambtsvelden-probleem in Zuid-Bali. Tijds. 66, p. 319-394.
H.
H. DJ. [= Hoesein Djajadiningrat], Bespr.: The Muslim creed, its
genesis and historical development, door A. J. Wensinck. Tijds.
73, p. 388-391.
— Bespr.: Islam and modernism in Egypt, door Ch. C. Adams. Tijds.
75, p. 150-151.
— Bespr.: Inleiding tot de studie van den heiligen Qoer-an, door
Maulana Moehammad Ali. Tijds. 75, 151-155.
— Bespr.: Al-Shäfi'fs verhandeling over de „Wortelen van den
18

Auteursregister
fikh", door L. I. Graf. Tijds. 75, p. 156-157.
— Bespr.: Die Eheschliessung im Koran, door S. Kohn. Tijds. 75, p.
158-163.
HAAN, B. DE, Een bijtempel van Tjandi Sewoe. Feestb., 1, p. 207-
216, ill.
— Tjandi Soembernanas. I, Bouwkundige beschrijving. Oudh. V.
1920, p. 25-31.
— De reconstructie van de badplaats te Panataran. Oudh. V. 1920,
p. 125-129, ill.
— Kort verslag aangaande de werkzaamheden te Sawentar. Oudh.
V. 1921, p. 19-20.
— Rapport over de werkzaamheden op Oost-Java. Oudh. V. 1921,
p. 55-59.
— De kluizenarij en rotsgraven te Tampaksiring (Bali). Oudh. V.
1921, p. 97-104, ill.
— De Poera „Yehgange" te Perian (Bali). Oudh. V. 1921, p. 173-
178, ill.
— Tjandi Sawentar. Bouwkundige Beschrijving. Oudh. V. 1922; p.
118-129, ill.
— Drie Oost-Javaansche poortjes. Oudh. V. 1923, p. 155-164, ill.
— Oost-Javaansche badplaatsen. II, Belahan. Oudh. V. 1924, p.
139-145, ill.
— Tjandi Badoet. Oudh. V. 1929, p. 245-257, ill.
— Tjandi Kidal. A. Bouwkundige beschrijving. Publ. Oudh. D., 1
(1925), p. 1-7, ill.
HAAN, F. DE, Mijne schenkpiring. Tijds. 59, p. 1-20, ill.
— Bespr.: Jan Pietersz. Coen, bescheiden omtrent zijn verblijf in
Indië, verzameld door Dr. H. T. Colenbrander. Tijds. 59, p.
327-350.
— Zie: Batavia (Oud).
HAAR, J. C. C, De heilige weefsels van de „Waktoe-Teloe" op Oost-
Lombok. Tijds. 65, p. 38-39.
HAAR BZN., B. TER, Het rechtskarakter van het Indonesisch geschrift
opgemaakt ter zake van transacties nopens grond. Feestb., 1, p.
217-232.
— Western influence on the law for the native population. Effect
West. Infi., 1929, p. 158-170.
— Zie ook: B. t. H.
HAGA, B. J., De Lima-pahalaä (Gorontalo): volksordening, adat-recht
en bestuurspolitiek. Tijds. 71, p. 186-314, ill.
19

Auteursregister
— Eenige opmerkingen over het adatstaatsrecht van Djambi,
Feestb., 1, p. 233-250.
— Influence of the Western administration on the native community
in the Outer Provincies. Effect West. Infi., 1929, p. 171-203.
HALUSA, K, Principieele beschouwingen over muziekschriften voor
den Inheemschen zang. Tijds. 80, p. 266-292, ill.
— Zie ook: Verzameling (De Musicologische).
HANDSCHRIFTENVERZAMELING (De) door R. M. NG. POER-
BATJARAKA. In: Jaarb. I-VII.
— Lijst (Alphabethische) der Javaansche handschriften in de boekerij
van het Kon. Bat. Genootschap. Jaarb. I, p. 269-376.
— Aanvulling. In: Jaarb. II, p. 154.
— Bijlage I (Beschrijving van een verzameling Javaansche handschriften
onder berusting van Th. Pigeaud te Jogjakarta). Jaarb.
I, III-IV, VIL
— Bijlage II (Verslag over nieuwe aankoopen voor rekening van
het Genootschap tot 1 Januari 1933 gedaan door J. L. Moens te
Jogjakarta). Jaarb. I, p. 264-268.
HASSELT, F. J. F. VAN, Iets over de Roem Seram en over Nanggi
(naar aanleiding van Feuilleteau de Bruyn's rapport, gepubliceerd
door het Encyclopaedisch Bureau). Tijds. 60, p. 108-114.
HAZEU, G. A. J., In memoriam Professor H. Kern. Not. 58, p. I-XVI,
portr.
HEEKEREN, H. R. VAN, Ontdekking van het Hoa-binhien op Java.
Tijds. 77, p. 269-276.
— De Liang Saripa, een neolithisch station nabij Maros (Zuid-
Celebes). Tijds. 79, p. 112-118, ill.
HELFRICH, O. L., Supplement op de in deel LXI, 3e en 4e stuk, der
Verh. gepubliceerde nadere aanvullingen en verbeteringen op
de Bijdragen tot de kennis v.h. Midden Maleische Besemahsch
en Serawajsch dialect (verschenen in dl. LUI der Verh.). 66 p.
Verh. 63, 1.
— Nadere bijdragen tot de kennis van het Midden-Maleisch (Besemahsch
en Serawajsch dialect). 128 p. Verh. 68, 3.
HERZIENING (De) van 's Genootschaps statuten en reglementen in
1935-1936. Jaarb. III (1936), p. 75-89.
HEYDEN, A. J. VAN DER. Zie: Gunning, H. C. J.
HEYTING, L. C, Oudheidkundige vragen en opmerkingen. Oudh. V.
1923, p. 61-70, ill.
HIDDING, K. A. H, De beteekenis van de kekajon. Tijds. 71, p. 623-
20

Auteursregister
662, ill.
— Het bergmotief in eenige godsdienstige verschijnselen op Java.
Tijds. 73, p. 469-475.
— Het wonder in de structuur van het Javaansche denken. Tijds.
75, p. 101-124.
— Bespr.: Synthetische vormen in de „Primitieve" cultuur, door
F. D. Holleman. Tijds. 72, p. 771-779.
— Bespr.: Het primitieve denken in de moderne wetenschap, door
T. G. S. Moelia. Tijds. 74, p. 178-187.
— Bespr.: Dynamisme en logisch denken bij de natuurvolken.
Bijdrage tot de psychologie der primitieven, door J. J. Fahrenfort.
Tijds. 74, p. 625-626.
— Bespr.: Phänomenologie der Religion (Neue Theologische
Grundrisse), door G. van der Leeuw; De godsdienst in zijn verschijningsvormen,
door H. Th. Obbink; Inleiding tot een phaenomenologie
van den godsdienst, door C. J. Bleeker. Tijds. 75,
p. 135-140.
•— Bespr.: De Europeaan in de Maleische literatuur, door A. L. V.
L. van der Linden. Tijds. 78, p. 162-166.
— Bespr.: De primitieve mensch en de religie. Anthropologische
studie, door G. van der Leeuw. Tijds. 79, p. 291-298.
— Bespr.: L'expérience mystique et les symboles chez les primitifs,
door L. Lévy- Brühl. Tijds. 79, p. 572-577.
HODSNPIJL, A. K. A. GIJSBERTI, Een merkwaardige zeereis van
Manilla naar Japan in 1704. Met 2 bijlagen. Tijds. 61, p.
519-600.
HOETAGALOENG (KENAN), Kriegszug der Bondjol unter Anführung
des Tuanku Rau in die Batakländer. Ins Deutsche übersetzt
von C. GABRIEL. Tijds. 61, p. 305-339.
HOLWERDA, A. W. P., Eenige Madoereesche spreekwoorden en uitdrukkingen.
Tijds. 62, p. 548-561.
HOMMAGE du Service Archéologique des Indes Néerlandaises au
Premier Congrès des Préhistoriens d'Extrême-Orient à Hanoi
25-31 Janvier 1932. Batavia, Albrecht 65 Co., 1932. 54 p., ill. 4°.
HOOGLAND, W. H., De Batoe Toelis bij Buitenzorg. Tijds. 61, p. 425-
426.
HOOP, A. N. J. TH. à TH. VAN DER, Steenkistgraven in Goenoeng Kidoel.
Tijds. 75, p. 83-100, ill.
— Een neolithische boomschorsklopper uit Borneo. Tijds. 75, p.
468-470, ill.
21

Auteursregister
— „Donderkeilen". Tijds. 76, p. 458-461.
— Oude gewichten in het Museum. Tijds. 76, p. 462-465, ill.
— Het conserveeren van weefsels in het Museum te Batavia. Tijds.
76, p. 466-468, ill.
— Een steenkistgraf bij Cheribon. Tijds. 77, p. 277-279, ill.
— Een praehistorische rinkelbel? Tijds. 78, p. 111-114.
— De megalithische hoofdenzetel oorsprong van den Lampongschen
pepadon? Tijds. 80, p. 60-77, ill.
— Eenige wenken voor conservatoren van kleine musea in Ned.-
Indië. Tijds. 80, p. 425-455.
— Bespr.: Steenplastiek in Simaloengoen, door G. L. Tichelman en
P. Voorhoeve. Tijds. 79, p. 288-190.
— Bespr.: Het Hollandsche Barokmeubel, bijdrage tot de kennis
van het ebbenhouten meubel omstreeks het midden der XVIIde
en het begin der XVIIIde eeuw, door V. I. van de Wall. Tijds.
80, p. 633-648, ill.
— Zie ook: Callenfels, P. V. van Stein, Korte Gids voor de Praehistorische
verzameling, Proto-Toaliaan (Het), Verzameling (De
Ethnografische), Verzameling (De Praehistorische).
HOOYKAAS, C, Een hypothese omtrent den oorsprong van het Oudjavaansche
verhaal van Kunjarakarna. Tijds. 71, p. 107-132.
— Een nieuwe redactie van den roman van Raden Wijaya en
Kidung Harsa-Wijaya, door C. C. Berg. Tijds. 71, p. 713-717.
— Het Oud-Javaansche woord p(h)alapa beteekent zoowel „profijt"
als „respijt". Tijds. 79, p. 267-274.
— Het Ganges-zwaard. Tijds. 80, p. 118-121.
— Bespr.: De periodieke uitgaven van de Kirtya Liefrinck-Van der
Tuuk. Tijds. 71, p. 380-387.
— Bespr.: Handbuch des Sanskrit, door A. Thumb. Tijds. 72, p. 138.
— Bespr.: De Maleische Alexanderroman, door P. J. van Leeuwen.
Tijds. 78, p. 289-292.
— Bespr. De Oud-Indische letterkunde en haar betekenis voor ons,
door J. Gonda. Tijds. 79, p. 277.
— Bespr.: De val van Sora, door E. J. van den Berg. Tijds. 80, p.
297-300.
— Bespr.: The Malay Annals or Sejarah Melaju, ed. R. O. Winstedt.
Tijds. 80, p. 301-303.
— Bespr.: Sri Tanjung een oud Javaansch verhaal, door Prijono.
Tijds. 80, p. 303-307.
— Bespr.: A History of Malay Literature, door R. O. Winstedt,
22

Auteursregister
With a chapter on modern developments bij Zaba (Zain Al-
'Abidin Bin Ahmad). Journal of the Malayan Branch Royal
Asiatic Society, vol. XVII, part III. Tijds. 80, p. 627-632.
— Bespr.: Beknopt Sasaksch-Nederlandsch Woordenboek, door
R. Goris. Tijds. 80, p. 632-633.
— Zie ook: Tantri Kamandaka en C. H.
HOUBOLT, J. H., Bijdrage tot de kennis van de verspreiding van
paleolithische artefacten in Ned.-Indië. Tijds. 80, p. 614-617, ill.
HULSEWÉ, A. F. P., Bespr.: „Hiao" Chineesche kinderliefde. Uit het
Chin, vertaald en toegelicht door H. van Meurs. Tijds. 78, p.
586-589.
— Zie ook: A. H.
HUTA GALUNG (KENAN). Zie: Hoetagaloeng (Kenan).
IN memoriam Dr. J. W. IJzerman. Tijds. 72, p. 414a-b.
IN memoriam Mas Pirngadi. Tijds. 76, tusschen p. 182 en 183, portr.
INHOUDSOPGAVE der afleveringen van het Tijdschrift Bat. Gen.
deel LI-LVIII. Z.j. 14 p. 8°.
INHOUDSOPGAVE der Verhandelingen van het Kon. Bataviaasch
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen deel LXII-LXXI
(1920-1932). Z. j. 4 p. 8°.
INHOUDSOPGAVE en prijslijst der Verhandelingen Bat. Gen. deel
LVI, 5e stuk- LXI, 6e stuk. Z.j. 2 p. 8°.
INHOUDSOPGAVE Oudheidkundig Verslag uitgegeven door het
Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen,
1912-1930. Z.j. 28 p. 8°.
INHOUDSOPGAVE Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde,
uitgegeven door het Koninklijk Bataviaasch Genootschap
van Kunsten en Wetenschappen, deel LIX-LXXII (1920-1932).
Z.j. 24 p. 8°.
INSTRUCTIE voor den ambtenaar belast met het toezicht op de
Hindoe-Oudheden in de Progo-vallei. Oudh. V. 1927, p. 137-138.
INSTRUCTIES voor de vertegenwoordigers. Jaarb. III (1936), p.
113-118.
INVENTARIS der Hindoe-oudheden ... Dl. 3. 1923. XI, 138 p. Rapp.
Oudh. D. 1923.
23

Auteursregister
J-
[JAARVERSLAG van de] Afdeeling Adatrecht 1926-1932. In: Jaarb.
I-VII (1933-1940).
[JAARVERSLAG van de] Afdeeling Geschiedenis 1938-1939. In:
Jaarb. VI-VII (1939-1940).
[JAARVERSLAG van de] Afdeeling Rechtswetenschap 1928-1933. In:
Jaarb. I-VII (1933-1940).
[JAARVERSLAG van de] Afdeeling Sociale Economie 1934 en 1935.
Jaarb. III (1936), p. 135-136.
— Zie ook: [Jaarverslag van de] Afdeeling voor Sociale en Economische
vraagstukken, en [Jaarverslag van de] Afdeeling Staathuishoudkunde.
[JAARVERSLAG van de] Afdeeling Staathuishoudkunde 1928-1932.
In: Jaarb. I-II (1933-1934).
[JAARVERSLAG van de] Afdeeling Taal-, Land-, en Volkenkunde
1931-1939. In: Jaarb. I-VII (1933-1940).
[JAARVERSLAG van de] Afdeeling voor de studie van internationale
vraagstukken 1932-1939. In: Jaarb. I-VII (1933-1940).
[JAARVERSLAG van de) Afdeeling voor Sociale en Economische
vraagstukken 1936-1939. In: Jaarb. IV-VII (1937-1940).
JACOBSON, E., Een insect als liefdesbarometer. Tij ds. 70, p. 52.
JONGH, D. DE, Een en ander over hoogere en lagere menschentypen
onder de Toradja's van West-Celebes, Tijds. 64, p. 587-592.
JONKER, J. C. G, Lettineesche taalstudiën. 251 p. Verh. 69.
— Zie ook: Brandes, J. [L. A.], Pararaten.
K.
K. H. [= K. A. H. Hidding]. Bespr.: Handbuch der vergleichende Religionsgeschichte.
Ursprung und Werden der Religion, door P. W.
Schmidt. Tijds. 72, p. 407-409.
KALIAMSJAH SINAGA, Het recht op de woeste grond in het landschap
Tanoh Djawa (S.O.K.). Tijds. 79, p. 202-220.
KAN, J. VAN, De strijd om het volksrecht onder Rochussen-Duymaer
van Twist. Tijds. 67, p. 36-100.
— Rechtsgeleerd bedrijf in de buitencomptoiren. Tijds. 74, p. 1-69,
189-268, 477-515.
— Lijst der oude boeken van de voormalige Nederlandsche 0.--I.
Compagnie ter kuste Coromandel. (List of Records of the Dutch
24

Auteursregister
East India Company settlement on the Coromandel Coast) 1702-
1795. 62 p. Verh. 71, 1.
— De rechtsgeleerde boekenschat van Batavia ten tijde der Compagnie.
91 p. Verh. 72, 4.
— De teboekstelling van het procesrecht in de achttiende eeuw.
Feestb., 1, p. 251-290.
KATS, J., Een Balische brief van 1768 aan den Gouverneur van Java's
Noordkust. Feestb., 1, p. 291-296.
KEMPERS, A. J. BERNET, Aanvullende gegevens betreffende de
voormalige collectie Dieduksman. Tijds. 73, p. 216-219.
— De Hollandsche grafmonumenten te Surat. Tijds. 78, p. 65-92,
ill.
— Bespr.: Jaarbericht No. 4 van het Vooraziatisch-Egyptisch Gezelschap
„Ex Oriente Lux". Tijds. 77, p. 527-528.
— Bespr.: The Museums of India, door S. F. Markham en H. Hargreaves.
Tijds. 77, p. 529-534.
— Bespr.: Verkehrsgeschwindigkeiten in ihrer Entwicklung bis zur
Gegenwart, door. R. Hennig. Tijds. 77, p. 528-529.
— Bespr.: Naar de achterhoek der Aarde, door H. J. T. Bijlmer.
Tijds. 79, p. 459-462.
— Oudheidkundig Verslag 1938. Oudh. V. 1938. 30 p., ill.
— Zie ook: A. J. B. K, Bibliotheek (De), Catalogus der Bibliotheek,
Catalogus (Geroneografeerde) en Verzameling (De
Archaeologische).
KERN, R.[A], Losse gegevens over het Alasland. Tijds. 62, p. 234-239.
— Wali poehoen. Tijds. 64, p. 580-586.
—• Boegineesche scheppingsverhalen. Feestb., 1, p. 297-312.
KERN, W., Waar verzamelde Pigafetta zijn Maleise woorden? Tijds.
78, p. 271-273, verg. p. 584.
— Bespr.: De Kroniek van Koetai, tekstuitgave met toelichting,
door C. A. Mees. Tijds. 77, p. 294-314.
KLEYNTJENS, J., De godsdienstige toestand in Voor-Indië onder Hollandsch
bestuur. Tijds. 76, p. 398-457.
KLUIZENARIJ (De) en rotsgraven te Tampaksiring (Bali). Oudh. V.
1921, p. 97-104, ill.
KOENIGSWALD, G. H. R. VON, Das Neolithicum der Umgebung von
Bandoeng. Tijds. 75, p. 394-419, ill.
KOLFF, G. H. VAN DER, European influence on native agriculture.
Effect West. Infi., 1929, p. 103-125.
KOLLEWIJN, R. D., Het Hooggerechtshof van Nederlands-Indië en
25
Reg. Edt. 3

Auteursregister
het intergentiel recht. Feestb., 1, p. 327-374.
— Interracial private law. Effect. West. Infi., 1929, p. 204-236.
KONIJNENBURG, F. VAN, Pamase als apanage in de Noordelijke
vlakte van Sidenreng. Tijds. 67, p. 347-357.
KRAEMER, H., Eenige grepen uit de moderne apologie van den Islam,
I. Tijds. 75, p. 1-35; — Idem II, p. 165-217.
— Zie ook Brandes, J. [L. A.], Parara ton.
KROESKAMP, H., Bespr.: Geschiedenis van het onderwijs in Nederlandsch-Indië,
door I. J. Brugmans, Tijds. 79, p. 150-156.
KROM, N. J., Epigrafische aanteekeningen XIV-XVI. Tijds. 59, p.
419-431.
XIV. Jayabhaya en Kâmeçwara. —XV. De dateering der koperplaten
van Bendosari. —XVI. De inscriptie van Karang Brahi.
— De samenstelling van de Pararaton. Tijds. 60, p. 86-103.
— De verdwenen Brahma uit het Museum te Batavia. Tijds. 61, p.
601-610.
— Eenige opmerkingen over de samenstelling van den Nâgarakrtâgama.
Feestb., 1, p. 375-382.
— Oudheidkundig Verslag over het le en 2e kwartaal 1921. Oudh.
V. 1921, p. 3-8, 41-50.
— Bijschrift bij: H. T. Damsté, Een Boeddhistisch rotsklooster op
Bali. Oudh. V. 1921, p. 63-64.
— Verbetering en aanvulling der relief beschrijving van Barabudur.
Oudh. V. 1921, p. 65-68.
— Van Boeckholtz te Prambanan. Oudh. V. 1922, p. 28-30.
— Oudheden bij Bojolali in 1841. Oudh. V. 1925, p. 174-183.
— Zie ook: Brandes, J. L. A., Pararaton.
KRUYT, A. C., De Roteneezen. Tijds. 60, p. 266-344.
— Een en ander over de To Laki van Mekrongga (Zuid-Oost-Celebes).
Tijds. 61, p. 427-470.
— De Mentawaiers. Tijds. 62, p. 1-188.
— De Toradja's van de Sa'dan-, Masoepoe- en Mamasarivieren.
Tijds. 63, p. 81-175, 259-401.
— De To Wana op Oost-Celebes. Tijds. 70, p. 397-626, ill.
— Het hondenoffer in Midden-Celebes. Tijds. 71, p. 439-529.
— Banggaische studiën. Tijds. 72, p. 13-102.
— Balantaksche studiën. Tijds. 72, p. 328-390.
— De tol in den Indischen Archipel. Tijds. 72, p. 415-595, ill.
— De zwarte kunst in den Banggai-Archipel en in Balantak. Tijds.
72, p. 727-741.
26

Auteursregister
— Van leven en sterven in Balantak (Oostarm van Celebes). Tijds.
73, p. 57-95.
— Lapjesgeld op Celebes. Tijds. 73, p. 172-184.
— De rijstbouw in Balantak (Oostarm van Celebes). Tijds. 74, p.
123-139.
— De beteekenis van den zonnehoed bij de Oost- Toradjas. Tijds.
74, p. 301-315.
— Het stamfeest op Midden-Celebes. Tijds. 75, p. 550-604.
— De hond in de geestenwereld der Indonesiërs. Tijds. 77, p. 535-
589, ill.
— De fluit in Indonesië. Tijds. 78, p. 248-270, ill.
— Volksverhalen van de Oost-toradjas op Midden-Celebes, verzameld,
vertaald en van aanteekeningen voorzien. Tijds. 80, p.
211-265.
— Bespr.: The Children of the Sun, door W. J. Perry. Tijds. 64,
p. 292-299.
— Raadsels en de Dooden. Feestb., 1, p. 383-392.
— The influence of Western civilisation on the inhabitants of Poso
(Central Celebes). Effect. West. Infi., 1929, p. 1-9.
— L'immigration préhistorique dans les pays des Toradjas occidentaux.
Hommage Serv. Arch. (1932), p. 1-15, ill.
KRUYT, J., De Boea' en eenige andere feesten der Toradja's van
Rantepao en Makale. Tijds. 60, p. 45-77, 161-186.
KUIPER, F. B. J., Bespr.: Bâna's Kadambarï, door A. A. M. Scharpé.
Tijds. 77, p. 661-670.
— Bespr.: Der vedische Mensch, door R. N. Dandekar. Tijds. 78,
p. 589-590.
KUNST, J., Hindoe-Javaansche muziekinstrumenten, speciaal die van
Oost-Java. Met medew. R. Goris. Weltevreden, G. Kolff 8E CO.
[1926]. VIII, 203 p., ill. 8°.
KUNST, J. en C. J. A. KUNST-VAN WELY, De toonkunst van Bali, I.
Weltevreden, G. Kolff & CO, [1925]. 248,24 p., ill.; II. Tijds. 65,
p. 369-508.
— Over eenige Hindoe-Javaansche muziekinstrumenten. Tijds. 68,
p. 347-356, ill.
— en R. MACHJAR KOESOEMADINATA, Een en ander over
pélog en slendro. Tijds. 69, p. 320-352.
— Over Soendaneesche zangmuziek. Feestb., 1, p. 393-409, met
notenvoorbeelden.
— Songs of North New Guinea. Musicologisch onderzoek, 2. (Oudh.
27

Auteursregister
Dienst in Ned.-Indië), 1931. 17 p., met notenvoorbeelden. 8°.
— Over zeldzame fluiten en veelstemmige muziek in het Ngadaen
Nageh-gebied (West-Flores). Musicologisch onderzoek, L
(Oudh. Dienst in Ned.-Indië). 1931. 37 p., met afb. en notenvoorbeelden.
8°.
— Zie ook: Verzameling (Musicologische).
KURE, SHUZO, Ph. Fr. von Siebold und sein Einfluss auf die japanische
Zivilisation der neueren Zeit. Feestb., 1, p. 410-429.
L.
LATER, E. F., Legende van den berg Tijong Kandang. Tij ds. 62, p. 233.
LATER, J. F., Godsdienst en volksgebruiken bij de Inheemsche bevolking
van Landak. Tijds. 67, p. 101-123.
LEDENLIJST [Kon. Bat. Genootschap]. Tijds. 71, p. 724-731.
— Jaarb. I-VII (1933-1940).
— Zie ook: Lijst der leden
LEGAAT-VAN DAPPEREN (Het). Jaarb. VI (1939), p. 66, ill.
LEKKERKERKER, C, De heilige steenen van Koetagedé. Tijds. 78,
p. 167-191.
LE ROUX, CH. [C. F. M.], Expeditie naar het Nassau-gebergte in
Centraal Noord Nieuw-Guinea. Tijds. 66, p. 447-513, ill.
— Een oude kaart van den Oostindischen Archipel uit de eerste
helft der 16de eeuw. Tijds. 70, p. 108-125, ill.
— De rijksvlaggen van Bone. Tijds. 70, p. 205-266, ill.
— Goethe 1832-1932. Tijds. 72, p. 1-12.
— Een ethnographicum met Christelijke voorstellingen. Tijds. 72, p.
400-406, ill.
— De onuitroeibare Stephens-Eilanden. Tijds. 72, p. 742-758; zie
ook: 73, p. 307-325.
— Is Inigo Ortiz de Retes in 1545 op Nieuw Guinea aan de monding
der Mamberamo geland? Tijds. 73, p. 257-291.
— Twee Portugeesche plattegronden van Oud-Batavia uit den
stichtingstijd der stad. Tijds. 78, p. 515-535, ill.
— Nogmaals Pigafetta's Maleische woorden. Tijds. 79, p. 447-451.
— De Elcano's tocht door den Timor-archipel met Magalhaes' schip
„Victoria". Feestb., 2, p. 1-99, met pi. en krtn.
— Zie ook: Bosch, F. D. K. en —, Wat te Parijs verloren ging.
LEUR, J. C. VAN, Eenige aanteekeningen betreffende de mogelijkheid
der 18e eeuw als categorie in de Indische geschiedschrij-
28

Auteursregister
ving. Tijds. 80, p. 544-567.
— Bespr.: De Chineezen te Batavia en de troebelen van 1740, door
J. Th. Vermeulen. Tijds. 79, p. 147-149.
— Bespr.: Geschiedenis van Ned.-Indië. Onder leiding van F. W.
Stapel. Deel II en III. Tijds. 79, p. 589-595.
LÉVI, S., Ysa. Feestb., 2, p. 100-108, 1 pi.
LIGNY, J. DE, Legendarische herkomst der kamfer Baroes. Tijds. 63,
p. 549-555.
LINCK, C. A. A., Een overblijfsel in Cheribon van ouderwetsche kettersche
mystiek: de Birahi's. Inleidende woorden van P. DE ROO DE
LA FAILLE. Not. 59, p. 163-176.
LITH, F. VAN, Raden Larang en Raden Sumana. Tijds. 66, p. 435-446.
LOGEMANN, J. H. A., Direct gebied met inheemsche rechtspraak.
Feestb., 2, p. 109-125.
LOOS-HAAXMAN, J. DE, Johannes Räch en zijn werk. De topografische
beschrijving der teekeningen met medewerking van W.
FRUIN-MEES door P. C. BLOYS VAN TRESLONG PRINS.
Uitgegeven bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het
Kon. Bataviaasch Genootschap van K. en W. op 24 April 1928.
Batavia, G Kolff 85 Co., [1928]. 27, 141* p. Met platen. 4°.
— De schilder-koopman Philips Angel en het portret van Carel
Reyniersz. Tijds. 71, p.1-29, ill.
— De geschilderde portretten van Jan Pieterszoon Coen en van
Eva Ment. Tijds. 74, p. 70-84, ill.
— Een oud schilderij in een oud stadhuis. Tijds. 74, p. 316-325, ill.
— De schilder Cornelis de Bruyn en het portret van Joan van
Hoorn. Tijds. 75, p. 218-236, ill.
— De portretten van Camphuys en De Saint-Martin. Tijds. 75, p.
612-617, ill.
— De schilderijen uit het testament van Mr. Willem van Outhoorn.
Tijds. 76, p. 183-195, ill.
— Eenige aanteekeningen over zilverwerk uit den Compagniestijd.
Tijds. 76, p. 558-571, ill.
— Naar aanleiding van het portret van Petrus Albertus van der
Parra op Tandjong Oost. Tijds. 77, p. 206-213, ill.
— Jacob Coeman. Ziekentrooster en schilder. Tijds. 77, p. 590-601, ill.
— Het portret van Mr. Willem Arnold Alting in de Landsverzameling.
Tijds. 78, p. 57-64, ill.
— De portretten van Cornelis Speelman. Tijds. 78, p. 192-203, ill.
— De man in den rooden rok uit de Landsverzameling schilderijen.
29

Auteursregister
Tijds. 78, p. 335-351, ill.
— De verzameling 's Lands schilderijen. Ontstaan, groei en restauratie.
Tijds. 80, p. 367-384.
LUYKS, W. A. L., Het dooden van buiten echt geboren kinderen op
Nias. Tijds. 79, p. 262-266.
LIJST der aanwinsten van de Archaeologische verzameling
Zie: Verzameling (Archaeologische).
LIJST van aanwinsten der Bibliotheek van het Museum (Kon. Bat.
Genootschap en Rechtshoogeschool) over de maand April 1926-
1940 (1926-1930 gedrukt, 1931-1934 getikt, 1935-1940 geroneografeerd).
LIJST der aanwinsten van de Ethnographische Verzameling
Zie: Verzameling (Ethnographische).
LIJST der aanwinsten van de Handschriftenverzameling in 1920-1921.
Not. 58-59. Zie ook: Handschriftenverzameling.
LIJST der aanwinsten van de Historische Verzameling Zie: Verzameling
(Historische).
LIJST van aanwinsten [van de Musicologische Verzameling], zie: Verzameling
[De Musicologische].
LIJST der aanwinsten van de Numismatische Verzameling in 1920.
Not 58, p. 343.
LIJST van aanwinsten [van de Praehistorische Verzameling], zie: Verzameling
(De Praehistorische).
LIJST der fotografische opnamen 1920-1930. In Oudh. V. 1920-1930.
LIJST van Holle's Preanger-Javaansche bescheiden uit den Compagniestijd.
Not. 59, p. 159-162.
LIJST van ingekomen boekwerken gedurende het le-4e kwartaal 1920.
Not. 58, p. 276-333. — Idem le kwartaal 1921. 59, p. 58-103.
— Idem 2e en 3e kwartaal 1921. 59, p. 177-292. — Idem. 4e
kwartaal 1921. 59, p. 345-384.
LIJST van instellingen, waarmede het Genootschap in verbinding
staat. Not. 58, p. 346-356. Tijds. 63, p. 603-609. — Idem Tijds.
64, p. 677-685. — Idem. Tijds. 65, p. 759-766. — Idem. Tijds.
66, p. 717-724.
LIJST dèr leden van het Kon. Bat. Genootschap van K. en W. aan het
begin van 1920. Not. 58, p. 357-373. — Idem van 1924. Tijds.
63, p. 611-620. — Idem van 1925. Tijds. 64, p. 663-675. —
Idem van 1926, Tijds. 65, p. 649-757. — Idem van 1927. Tijds.
66, p. 725-731.
— Zie ook: Ledenlijst.
30

Auteursregister
LIJST van lontar-handschriften in de Bibliotheek van I. G. Poetoe
Djlantik te Singaradja. Oudh. V. 1921, p. 69-71.
LIJST van lontarhandschriften in de Bibliotheek van Pedanda Ngurah
te Blayu (Tabanan). Oudh. V. 1922, p. 86.
LIJST van lontarhandschriften in de Bibliotheek van Pedanda Wajan
Kekeran te Taman Intaran (Badoeng). Oudh. V. 1922, p. 87.
LIJST der Oudheidkundige overblijfselen uit den Compagnie's tijd in
de Molukken. Oudh. V. 1921, p. 137-138.
LIJST van weggeschonken voorwerpen. Zie Verzameling (Ethnographische).
LIJST (Alfabetische) der Javaansche handschriften in de boekerij van
het Kon. Bat. Genootschap. Jaarb. I (1933), p. 269-376.
— Aanvulling. Jaarb. II (1934), p. 154.
LIJST (Verklarende) van de Inheemsche namen van muziekinstrumenten,
zie: Verzameling (De Musicologische).
M.
MAAN, G, Boelisch-Nederlandsche woordenlijst met Nederlandsch-
Boelisch register. 187 p. Verh. 74,3.
MAASS, A., Sternkunde und Sterndeuterei im malaiischen Archipel.
Tijds. 64, p. 1-172, 347-460. Nachtrag. 66, p. 618-670, ill.
— Astrologische kalender der Balinesen. Feestb., 2, p. 126-157, ill.
MACDONALD, P. J. WILLEKES, Systeem van oudheidkundig onderzoek.
Tijds. 64, p. 300-302.
— Batavia's Bovenstad. I, Het Zuiderdeel'van Molenvliet West. Tijds.
77, p. 1-102.
— Bespr.: Barabudur-Monographie. Tweede deel, Bouwkundige
Beschrijving, door Th. van Erp. Tijds. 72, p. 655-691, ill.
— Bespr.: A History of Malaya, door R. O. Winstedt. Tijds. 75, p.
475-480.
— Bespr.: Houtbouw op Oost-Javaansche tempelreliefs, door Th. P.
Galestin. Tijds. 76, p. 590-596.
— Bespr.: De toren van Babel, door Th. A. Busink. Tijds. 79, p.
143-144.
— Zie ook: MD.
MACHJAR KOESOEMADINATA, R. Zie: J. Kunst.
MAKASSAR. Oudh. V. 1921, p. 139-140.
MALLINCKRODT, J., Het huwelijksrecht bij de Dajaks in de onderafdeeling
Boentok. Tijds. 66, p. 553-603.
31

Auteursregister
— en L. MALLINCKRODT-DJATA, Het magah liau, een Dajaksche
priesterzang. Tijds. 68, p. 292-346.
MAURENBRECHER, E. W., Verbeteringen en aanvullingen op den
inventaris der Hindoe-Oudheden (Rapport 1923) voor de
districten Malang, Penanggoengan en Ngantang van de Afd.
Malang, Residentie Pasoeroean. Oudh. V. 1923, p. 170-184.
MD. [= P. J. Willekes Macdonald], Bespr.: Bijdrage tot de geschiedenis
der geneeskruidcultuur in Nederlandsch Oost-Indië, door H. A.
C. Boelman. Tijds. 76, p. 589-590.
MENSCHENOFFER (Het) in het Katingangebied. Tijds. 79, p. 274-275.
MEYER, D. H., De spleettrom. Tijds. 79, p. 415-446, ill.
... MIDDELKOOP, P., Iets over Sonba'i, het bekende vorstengeslacht op
Timor. Tijds. 78, p. 392-509.
— Amarasisch Timoreesche teksten, opgenomen door Prof. J. C. G.
Jonker, geannoteerd en vertaald door —. 107 p. Verh. 74,2.
MIDDENDORP, W., Eenige antiquiteiten van Zuid-Celebes. Tijds. 70,
p. 102-107, ill.
— Oude verhalen, een nieuwe geschiedbron. Feestb., 2, p. 158-181.
— The administration of the outer provinces of the Netherlands
Indies. Effect West. Infi., 1929, p. 34-70.
MOENS, J. L., De Tjandi Mendut. Tijds. 59, p. 529-600, ill.
— Een Boddhapratista. Tijds. 60, p. 78-85, ill.
— Het Buddhisme op Java en Sumatra in zijn laatste bloeiperiode.
Tijds. 64, p. 521-579, ill.
— Het Berlijnsche Ardhanârï-beeld en de bijzettingsbeelden van
Krtânagara. Tijds. 73, p. 123-150, ill.
Naschrift van W. F. STUTTERHEIM, p. 292-306.
— Çrïvijaya, Yâva en Katâha. Tijds. 77, p. 317-487, ill.
— Was Pürnavarman van Târumâ een saura? Tijds. 80, p. 78-109, ill.
— Een Kroëisch grafschrift. Oudh. V. 1920, p. 137-138, ill.
— Aanwinsten van de Archaeologische Collectie van het Bat.
Genootschap. 4. Een Javaansch-Buddhistisch Gurubeeld. Oudh. V.
1921, p. 186-193, ill.
MOLL, J. TH., Wat is er bekend van de geschiedenis van het Chineesche
porcelein in Nederlandsch-Indië? Not. 58, p. 76-80.
MOLSBERGEN, E. C. GODÉE, Geschiedenis van het Landsarchief tot
1816. Tijds. 76, p. 5-80.
— De Nederlandsche expeditie naar Manilla in 1735. Feestb., 2, p.
182-195.
MOQUETTE, J. P., De grafsteen van Soeltan Mansoer Sjah van Malaka
32

Auteursregister
(1458-1477 A.D.). Tijds. 59, p. 601-606, ill.
— Fabriekswerk. Not. 58, p. 44-46, ill.
— De grafsteen van Kloempang (Deli). Oudh. V. 1922, p. 70-71, ill.
— en R. A. HOESEIN DJAJADININGRAT, Een merkwaardig,
ingewikkeld raadsel op een Pasè'schen grafsteen. Oudh. V. 1923,
p. 20-28, ill.
MÜHLENFELD, A., De Batoe Toelis bij Buitenzorg. Tijds. 69, p. 227-
228.
— De ruïnen van Koeto Rënon in het Loemadjangsche. Oudh. V.
1921, p. 35-38, krt.
— Betrekkingen tusschen Ile de France en Java in het eerste
decennium der 19de eeuw. Feestb., 2, p. 196-206.
MÜLLERKRÜGER, [Th.], Bespr.: Mystiek en ethiek in Schweitzer's
geest, door K. A. H. Hidding. Tijds. 79, p. 577-578.
MUSEUM van het Kon. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
[Briefkaarten] Serie A-G. Batavia, [Drukk. De
Unie, 1934-1935]. 16 obl.
— A. Algemeen. B 1-2. Bevolkingstypen. C. Archaeologische verzameling
(steenen beelden). D. Archaeologische verzameling (bronzen
en terracotta). E. Historische verzameling. F. Ethnografische
verzameling. G. Keramische verzameling.
MUSEUMBEZOEK 1937-1939. In Jaarb. (1938-1940), ill.
MUUSSES, M. A., Bijdragen tot de Nâgarakrtâgamastudie. Tijds. 61, p.
119-130.
— De Soekoeh-opschriften. Tijds. 62, p. 496-514.
— Eenige opmerkingen naar aanleiding van Kasatpadan (Nägarakrtâgama
38:4). Oudh. V. 1921, p. 170-172.
— Oudheidkundig verslag over het 3e kwartaal 1921. Oudh. V. 1921,
p. 75-78, ill.
— Willekeur of regel? Oudh. V. 1922, p. 130-137.
— Enkele tekstverbeteringen in de Nägarakrtägama. Oudh. V. 1923,
p. 36-38.
— Gedateerde inscripties van Nederl.-Indië, 4e aanvulling. Oudh. V.
1923, p. 103-109.
— De beelden te Prambanan. Oudh. V. 1923, p. 110-137.
— Singhawikramawardhana. Feestb. 2, p. 207-214.
MIJSBERG, W. A., Recherches sur les restes humains trouvés dans
les fouilles des abris-sous-roche de Goewa-Lawa à Sampoeng et
des sites préhistoriques à Bodjonegoro (Java). Hommage Serv.
Arch. (1932), p. 39-54, ill.
33

Auteursregister
N.
NAERSSEN, F. H. VAN, Een Hindu-Balineesche oorkonde gevonden
in Oost-Ja va. Tij ds. 77, p. 602-610.
NEUMANN, J. H., Poestaka Ginting. Tij ds. 70, p. 1-51.
— Bilang-bilang II. Tijds. 73, p. 185-215 [ I in Feestb., 2, p. 215-
222].
— Piso kalasen. Tijds. 78, p. 121-123.
— Twee metalen voorwerpen uit de Bataklanden. Tijds. 79, p.
275-276, ill.
— Aanteekeningen over de Karo-Bataks. Tijds. 79, p. 529-571.
— Schets der Karo-Bataksche spraakkunst. 138 p. Verh. 63, 4.
— De bilang-bilang. [I]. Feestb., 2, p. 215-222. [II in Tijds. 73, p.
185-215].
NEYENS, M., Een handschrift van Rumphius' „Ambonse Land Beschrijving."
Tijds. 61, p. 111-118.
— Van een oud fort en een ondeugend opschrift. Tijds. 61, p.
611-613.
— De geheimzinnige klok. Tijds. 76, p. 81-96, ill.
-—• „Het heilig kanon van Batavia", voorheen een spotkanon?
Geschiedenis of fantasie? Tijds. 78, p. 278-282. — Naschrift
van K. C. CRUCQ, p. 282-284.
— Nog eens over de oude klok van 1603 in het fort Oranje te
Ternate. Oudh. V. 1924, p. 81-85.
NIEUWENHUIS, A. W., Patriarchaat oorspronkelijk een sociaal —,
matriarchaat een genealogisch begrip. Feestb., 2, p. 223-233.
— Ten years of hygiene and ethnography in primitive Borneo.
Effect West. Infi., 1929, p. 10-33.
NITICÄSTRA. Oud-Javaansche tekst met vertaling uitgegeven door
R. NG. POERBATJARAKA. 81 p. Bibl. Jav. 4.
NOBELE, E. A. J., Memorie van overgave betreffende de onderafdeeling
Makale. Tijds. 66, p. 1-143.
NOGMAALS: De onuitroeibare Stephens-eilanden. Tijds. 73, p. 307-
325; zie ook: Tijds. 72, p. 742-758.
NOOTEBOOM, C, Vaartuigen van Ende. Tijds. 76, p. 97-126, ill.
— Een grafspelonk op Kalao Toa. Tijds. 76, p. 469-470.
— Een besnijdenisfeest op Saleier. Tijds. 77, p. 636-641.
— Het graf van de Vorsten van Boeki te Silolo. (Saleier). Tijds.
77, p. 635-636, ill.
— Main tjatjing, een Manggaraisch vechtspel. Tijds. 79, p. 123-
34

Auteursregister
125, ill.
— Versieringen van Manggaraische huizen. Tijds. 79, p. 221-238, ill.
— Vaartuigen van Mandar. Tijds. 80, p. 22-33, ill.
— Bespr.: East Monsoon en Makassar Sailing, door G. E. P.
Collins. Tijds. 78, p. 597-599.
NOTERMANS, J., Enkele extracten uit archiefstukken betreffende de
V.O.C, en het Katholicisme op de kust van Malabar. Tijds. 76,
p. 580-588.
NOTITIES (Bibliografische). Tijds. 80, p.l*-25*.
NOTULEN van de Algemeene en Directievergaderingen van 7 Jan.
1920-28 Nov. 1921. Not 58-59.
NOTULEN van de algemeene vergadering van 19 Dec. 1935. Jaarb. III
(1936), p. 67-74.
NOTULEN (Uittreksel uit de) der Directievergaderingen zie:
Uittreksel uit de Notulen
OBDEYN, V, Indragirische weefkunst. Tijds. 68, p. 92-124, ill.
— De langkah lama der orang Mamak van Indragiri. Tijds. 69, p.
253-425, ill.
ONDERZOEK (Het) in 1938 naar het graf van Jan Pietersz. Coen
[door K. C. CRUCQ]. Oudh. Dienst in Ned.-Indië. 19 p, ill.
Rapporten 1938, No. 1.
ONVLEE Jr., L., Opmerkingen over verwantschapsbetrekkingen bij de
Soembaneezen. Tijds. 70, p. 343-347.
— Mededeelingen aangaande mijn arbeid gedurende de periode 1
Jan. — 30 Juni 1931. Tijds. 72, p. 636-644.
— Mededeelingen aangaande mijn arbeid gedurende de periode
1 Juli tot 31 December 1931. Tijds. 73, p. 326-327.
— Na hoeri hapa. Eenige regelen zegswijzen betrekking hebbend
op het sirih pruimen van den Soembanees. Tijds. 73, p. 476-494.
— Eenige mededeelingen aangaande mijn arbeid in de periode 1
Januari tot 30 Juni 1932. Tijds. 74, p. 161-170.
— Eenige mededeelingen aangaande mijn arbeid in de periode
1 Juli tot 31 December 1932. Tijds. 75, p. 125-133.
— Opgave van het door Prof. Jonker nagelaten, in de Leidsche
Universiteits Bibliotheek berustende materiaal, dat betrekking
heeft op enkele tot de Bima-Soemba en de Rote-Timor groepen
behoorende talen. Tijds. 76, p. 546-549.
35

Auteursregister
— Over een spelboekje voor het Kamberasch (Oost-Soemba). Tijds.
76, p. 550-553.
— Soembasche woordspelletjes. Tijds. 76, p. 553-557.
— Over de weergave van „heilig" in het Soembaasch. Tijds. 78, p.
124-136.
— Palatalisatie in eenige Soembasche dialecten. Feestb., 2 p. 234-
245.
O VERBECK, H., Bespr.: Over Maleische literatuur, door C. Hooykaas.
Tijds. 78, p. 292-333.
— Hikajat Tjindawan Poetih. Feestb., 2. p. 246-263.
OVERVOORDE, J. C, Eene niet gepubliceerde kaart van de belegering
van Malaka in 1640-1641. Tijds. 66, p. 604-617, ill.
P.
P.V. [= P. Voorhoeve], Bespr.: Sagen, mythen en legenden uit den Oost-
Indischen Archipel, door J. Meyboom-Italiaander. Tijds. 72, p.
410-411.
— Bespr.: Toea Boba, door J. Fortgens. Tijds. 72, p. 411.
— Bespr.: Repertorium op de literatuur betreffende de Nederlandsche
koloniën, Achtste vervolg. Tijds. 75, p. 272-273.
— Bespr.: Tuan Gila. Ein „verrückter Herr" wandert am Äquator,
door K. Heibig. Tijds. 75, p. 273-274.
— Bespr.: Java pageant, door H. W. Ponder. Tijds. 75, p. 274.
— Bespr.: Twin flower, door G. E. P. Collins. Tijds. 75, p. 274-275.
— Bespr.: Enzyklopaedie des Islam. Ergänzungsband, Lief. 1, Tijds.
75, p. 275.
— Bespr.: Indo-European folktales and Greek legend, door W. R.
Halliday. Tijds. 75, p. 276.
— Bespr.: A survey of Anglo-Indian fiction, door Bhupal Singh.
Tijds. 75, p. 276.
— Bespr.: A true description of the mighty Kingdoms of Japan and
Siam door F. Caron en J. Schouten. Reprinted etc. by C. R. Boxer.
Tijds. 76, p. 353-355.
PANNEKOEK, A., Een merkwaardig Javaansch sterrebeeld. Tijds. 69,
p. 51-57, ill.
PANTI BOEDAJA. le — 5e verslag van werkzaamheden, loopende
over het tijdvak 1930 — Januari 1940. In: Jaarb. I, IV, VII.
(1933-1940).
PARMENTIER, H., Nouvelle hypothèse sur la forme prévue pour le
36

Auteursregister
Barabudur. Feestb., 2. p. 264-272.
PENOENDJOEK djalan bagi orang-orang jang hendak melihat Kamar
Intan di Gedong Artja. Tjetakan ke 2. Betawi 1922. 24 p. 8°.
PERQUIN, P. J., Eigenaardigheden van Hindoe-monumenten. Oudh. V.
1920, p. 24, ill.; 1921, p. 17-18.
— Tjandi Ngawen. Oudh. V. 1927, p. 50-83, ill.
— Tjandi Mërak. Oudh. V. 1927, p. 154-188, ill.
— De Bhatara-Goeroe van Singosari. Oudh. V. 1928, p. 71-77.
— Oudheidkundig onderzoek te Palembang. Oudh. V. 1928. p. 123-
128, ill.
— Rapport omtrent den kraton „Kesepoehan" te Cheribon. Oudh. V.
1928, p. 129-136, ill.
PERRON [Jr., C] E. DU, Over de Oud-Bataviasche Wedloop Sociëteit.
Not. 58, p. 271-275.
— Multatuli's Saïdjah-lied in het maleis. Tij ds. 80, p. 110-117.
PIGEAUD, TH., Een stuk over sterrenkunde uit het Anggastyaparwwa,
het Naksatrarüpa. Tijds. 65, p. 282-297.
— Het nieuwe Javaansch- Nederlandsche woordenboek. Tijds. 69,
p. 229-236.
0 — Verslag over het Blambangan-onderzoek in 1929. Tijds. 70, p.
98-101.
— Aanteekeningen betreffende den Javaanschen Oosthoek. Tijds.
72, p. 215-313.
— Bespr.: De moord op Kapitein François Tack, 8 Febr. 1686,
door H. J. de Graaf. Tijds. 76, p. 177-182.
— Bespr.: Korawäcrama, een oud-Javaansch proza-geschrift uitgegeven,
vertaald en toegelicht door J. L. Swellengrebel. Tijds. 77,
p. 523-527.
— De Serat Tjabolang en de Serat Tjentini. Inhoudsopgaven, bewerkt
door —. 89 p. Verh. 72, 2.
— Een vorstelijke gift. Jaarb. I (1933), p. 234-236, ill.
— Javaansche wichelarij en klassificatie. Feestb., 2, p. 273-290.
POERBATJARAKA, R. [M.] NG, Beschrijving der handschriften. Menak.
Bandoeng, A. C. Nix & Co., 1940. 115 p. 8°.
— De Ba toe-toelis bij Buitenzorg. Tijds. 59, p. 380-418.
— Marabangun. Tijds. 60, p. 104-107.
— De naam Dharmawangça. Tijds. 70, p. 171-183.
— Het Oud-Javaansche Rämäyana. Tijds. 72, p. 151-214.
— „Het verraad van Salya". Tijds. 72, p. 767-770.
— Enkele oude plaatsnamen besproken. Tijds. 73, p. 514-520.
37

Auteursregister
— Vier oorkonden in koper. Tijds. 76, p. 373-390.
— Mengeling (Krënda wahana; ambahud angëris; pamaçâ). Feestb.,
2, p. 291-298.
— Transcripties van koperen platen. Oudh. V. 1920, p. 135-136.
— De eerste twee Strophen van zang 70 van de Nägarakretägama.
Oudh. V. 1921, p. 28-34.
— Transcriptie van een koperen plaat in het Museum te Solo.
Oudh. V. 1922, p. 85.
— De persoon van Prapanca. Oudh. V. 1924, p. 152-156.
— Pandji-verhalen onderling vergeleken. 398 p. Bibl. Jav. 9.
— Zie ook: Brandes, J. [L. A.], Pararaton; Drewes, G. W. J.; Handschriftenverzameling;
Nïtiçâstra en Smaradahana. Verg. Addenda.
POERWA SOEWIGNJA en WIRAWANGSA, Javaansche bibliographie,
gegrond op de boekwerken in die taal, aanwezig in de Boekerij
van het Bataviaasch Genootschap van K. en W. (Pratélan).
Voorbericht door D. A. RINKES. Batavia, Ruygrok 8B Co.,
1920-21. 2 din. 512, 519 p. 8°.
PONT, H. MACLAINE, Madjapahit. Poging tot reconstructie van het
stadsplan, nagezocht op het terrein aan de hand van den middeleeuwschen
dichter Prapanca. Oudh. V. 1924, p. 36-75, 157-
199, krtn.
— Aanteekeningen bij het artikel van Dr. van Stein Callenfels:
„Bijdragen tot de topografie van Oost-Java in de Middeleeuwen."
Oudh. V. 1926, p. 88-99.
— Eenige oudheidkundige gegevens omtrent den Middeleeuwschen
bevloeïingstoestand van de zoogenaamde „woeste gronden van
de lieden van Trik" voor zoover zij wellicht van belang zullen
kunnen zijn voor eene herziening van den tegenwoordigen toestand.
Oudh. V. 1926, p. 100-129, krt.
PRATÉLAN , zie: Poerwa Soewignja en Wirawangsa, Javaansche
bibliographie.
PRAWOTO, R., Huwelijksgebruiken en met het huwelijk verwante
verhoudingen in oud Oost-Banjoemas. Tijds. 71, p. 133-145, ill.
PRINS, J., Eenige gegevens betreffende Semendo en Semendo'sch
volksrecht. Tijds. 75, p. 237-266.
PRINS, P. C. BLOYS VAN TRESLONG, De „magnifique theca of
boekekas" in de leeszaal van het Museum te Weltevreden. Tijds.
67, p. 437-461, ill.
— Origineele bescheiden van en over Georgius Everhardus Rumphius.
Tijds. 69, p. 426-435.
38

Auteursregister
— Batavia's Bovenstad. Tijds. 80, p. 621-626. Met naschrift van
P. J. WILLEKES MACDONALD.
— Nederlandsch-Indië en Adelsgunsten. Feestb., 2. p. 299-308.
— Zie ook: B. v. T. P. en Loos-Haaxman, J. de.
PROTO-TOALIAAN (Het). Verslag van een lezing, gehouden door
DR. P. V. VAN STEIN CALLENFELS op 30 November 1937,
opgesteld door A. N. J. TH. à TH. VAN DER HOOP. Tijds. 78,
p. 579-584.
PUBLICATIES van den Oudheidkundigen Dienst in Nederlandsch-
Indië. Deel 1. Batavia, gedrukt bij Albrecht & Co., 1925. VIII,
53 p., 60 pi. fol.
PIJPER, G. F., Lailat al-Nisf min Sha'bän op Java. Tijds. 73, p. 405-426.
— Bespr.: The Legacy of Islam, door Th. Arnold en A. Guillaume.
Tijds. 72, p. 650-651.
— Bespr.: Translation of the Holy Qur'ân, door Al-Haj Hafiz
Ghulam Sarwar. Tijds. 72, p. 652.
— Bespr.: Zeventiende-eeuwsche beoefenaars van het Arabisch in
Nederland, door W. M. C. Juynboll. Tijds. 72, p. 645-650.
— Afbraak van moskeeën. Oudh. V. 1930, p. 240-242.
R.
RAHDER, J., Opmerkingen over Dr. Bosch' vertaling van de stichtingsoorkonde
van Kalasan. Tijds. 70, p. 379.
RANGGA LAWE. Middeljavaansche historische roman. Critisch uitgegeven
door C. C. BERG. 1930. 202 p. Bibl. Jav. 1.
RANNEFT, J. W. MEYER, The economie structure of Java. Effect
West. Infi., 1929, p. 71-84.
RAPPORT der technische sub-commissie van de Oudh. Commissie
nopens de door den Oudh. Dienst geconstateerde beschadigingen
aan de reliefs van Boroboedoer. Oudh. V. 1930, p. 120-132.
RAPPORT van de Commissie tot bestudeering van de toekomstige ontwikkeling
van het Hooger Onderwijs in Nederlandsch-Indië.
[Bandoeng 1932]. 55 p. 8°.
RAVAISSE, P., L'inscription coufique de Léran à Java. Tijds. 65, p.
668-703.
REGISTER op de Notulen der Alg. vergadering van 19 Dec. 1935, zie:
Register op het Uittreksel uit de Notulen der Directievergaderingen
1934 en 1935.
REGISTER op de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap deel
39

Auteursregister
LVI (5e stuk) — LXI (1907-1919) en het Tijdschrift voor
Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel LI-LVIII (1909-
1919), door [P.] G[EDIKING]. Weltevreden, N. V. Uitg. Mij.
„Papyrus", 1920. IV, 81 p. 8°.
REGISTER op het Uittreksel uit de Notulen der Directievergaderingen
6 Dec. 1926-1939. In: Jaarb. I-VU (1933-1940).
REGISTER op Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde
XLIX (1907) en L (1908). Aanvulling op de Registers verschenen
in 1908 en 1920). 8 p. 8°.
REGISTER (Alphabetisch) op het Uittreksel uit de Notulen der
Directievergaderingen Jan.-Dec. 1922-1927 opgenomen in Tijds.
62-66.
REGLEMENT van Orde der Afdeeling Taal-, Land- en Volkenkunde.
Jaarb. VI (1939), p. 55-58.
REGLEMENT voor het gebruik van de boekerij. Jaarb. III (1936), p.
107-110.
REGLEMENT voor het gebruik van de handschriftenverzameling.
Jaarb. III (1936), p. 111-112.
REGLEMENT (Huishoudelijk) [van het Kon. Bat. Gen.]. Jaarb. III
(1936), p. 99-106.
REITSMA, TJ. L., Bespr.: Land en volk van Java. (Hfdst. I, IV),
Natuurkundige beschrijving. Het bedrijfsleven, door C. Lekkerkerker.
Tijds. 79, p. 583-586.
REORGANISATIE (De) van het Kon. Bataviaasch Genootschap.
Tijds. 66, p. 261-285.
RINKES, D. A., zie: Poerwa Soewignja.
ROMONDT, V. R. VAN, zie: Werkzaamheden.
RONKEL, PH. S. VAN, Zeventiende-eeuwsche beoefening van het
Maleisch in Engeland. Feestb., 2, p. 309-315.
ROO DE LA FAILLE, P. DE, Over het grondenrecht onder Javaansch
Vorstenbestuur. Tijds. 59, p. 21-121.
— Bij de terreinschets van de heilige begraafplaats Goenoeng Djati.
Not. 58, p. 271-275.
— Uit den Palembangschen Sultanstijd. Feestb., 2, p. 316-352.
— Zie ook: Linck, C. A. A., Een overblijfsel in Cheribon
ROUX, C. C. F. M. LE, Zie: Le Roux.
RUIL (Instellingen, waarmee het Genootschap in ruil van édita staat).
Tijds. 71, p. 732-741; Jaarb. I-VII (1933-1940).

Auteursregister
S.
S., Bespr.: Wirtschaftsgeschichte Niederländisch-Indiens, door E. Voigt.
Tijds. 74, p. 176-178.
SAMENSTELLING van het Koninklijk Bataviaasch Genootschap van
Kunsten en Wetenschappen. Tijds. 71, p. 719-724; verder in:
Jaarb. I-VII (1933-1940).
SARAGIH (J. WISMAR), zie: Beschrijving.
SASTRI, K. A. NILAKANTA, A Tamil merchant-guild in Sumatra.
Tijds. 72, p. 314-327.
— Origin of the Çailendras. Tijds. 75, p. 605-611.
— Agastya. Tijds. 76, p. 471-545, ill.
— Srïvijaja, Candrabhänu and Vïra-Pândya. Tijds. 77, p. 251-268.
— Two silver plate grants from the Batavia Museum. Tijds. 79, p.
1-22.
SCHAERER, H., Das Menschenopfer bei den Katinganern. Tijds. 78,
p. 536-578.
SCHMIDT, P. W., Der Pandji-Roman und die austronesischen Mythologien.
Feestb., 2, p. 353-369.
SCHNITGER, F. M., Tärumanägara. Tijds. 74, p. 187.
— De herkomst van het Krtanagara-beeld te Berlijn. Tijds. 76, p.
328-330.
— Vondsten te Moeara Takoes. Tijds. 76, p. 331-333, ill.
— De tempel van Simangambat (Zuid Tapanoeli). Tijds. 76, p.
334-336, ill.
SCHOUTEN, J., Hoe zullen de Oost-Indische volken zich ontwikkelen?
Tijds. 71, p. 146-171.
SCHRIEKE, B., Uit de geschiedenis van het adatgrondenrecht, I. Tijds.
59, p. 122-190.
— Bijdrage tot de bibliografie van de huidige godsdienstige beweging
ter Sumatra's Westkust. Tijds. 59, p. 249-325.
— Allerlei over de besnijdenis in den Ind. Archipel, I. Tijds. 60, p.
373-375; 61, p. 1-94. — Over de besnijdenis op Java. 60, p.
402-507. — Over de besnijdenis op Sumatra en omliggende
eilanden. 60, p. 508-578, ill.
— Some remarks on circumcision in Dutch-India. Tijds. 60, p.
376-401.
— Prolegomena tot eene sociologische studie over de volken van
Sumatra, I. Tijds. 65, p. 90-207.
— The evolution of culture in the Pacific. Tijds. 66, p. 514-541.
41
Reg. Edt. 4

Auteursregister
— De „Sintring" of „Djiboet", op Bangkalan. Naar mededeelingen
van R. Notojoedo. Not. 58, 61-75, ill.
— De strijd onder de Arabieren in pers en literatuur. Not. 58, p.
189-240.
— De kilajoe als Javaansche treurboom [naar mededeelingen van
den heer J. N. Smith]. Not. 58, p. 245-249.
— Native society in the transformation period. Effect West. Infi.,
1929, p. 237-247.
— Zie ook: Effect (The) of Western influence ..., en Bosch, F. D.
K., Het lingga-heiligdom ...
SCHÜLLER, C. W., Megalithische oudheden in de Palembangsche Bovenlanden
en overheidszorg. Tijds. 76, p. 391-397, ill.
SCHWARTZ, H. J. E. F., Gids voor den bezoeker van de Ethnografische
Verzameling van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten
en Wetenschappen. Zaal A-C. Weltevreden 1919-1922. 8°.
— Zie ook: Gids
SERAT TJABOLANG (De) en de Serat Tjentini. Inhoudsopgaven,
bewerkt door TH. PIGEAUD. 89 p. Verh. 72, 2.
SMARADAHANA. Oud-Javaansche tekst met vertaling uitgegeven door
R. NG. POERBATJARAKA. 125 p. Bibl. Jav. 3.
SMITH, J. N., Het dialect van Tjirebon. 76 p. Verh. 66, 4.
SNEEUWJAGT, R. J. C, De legende van het ontstaan der heilige
bronnen te Soeranadi. Tijds. 66, p. 549-551.
SOEKAWATI, TJOKORDE GDE RAKE, Legende over den oorsprong
van de rijst en godsdienstige gebruiken bij den rijstbouw onder
de Baliërs. Tijds. 66, p. 423-434.
SOEPOMO, Bespr.: Het adatprivaatrecht van Middel-Java, door Djojodigoeno
en Tirtawinata. Tijds. 80, p. 357-359.
SPIES, W., Das grosse Fest im Dorf e Trunjan (Insel Bali). Tijds. 73,
p. 220-256, ill.
ST. [= W. F. Stutterheim], De oudste restauratieplannen voor Tjandi
Mendoet. Oudh. V. 1924, p. 148-151.
— Jayanagara en de vrouw van Tafica. Oudh. V. 1924, p. 146-147.
STAPEL, F. W., De Ambonsche „Moord" (9 Maart 1623). Tijds. 62, p.
209-226.
STATUTEN [van het Kon. Bat. Gen.], Jaarb. III (1936), p. 90-98.
STATUTEN van de „Oudheidkundige Vereeniging Majapahit". Oudh.
V. 1924, p. 123-126.
STEINHART, W. L, Niassche teksten met Ned. vertaling en aanteekeningen.
I-II: Tijds. 74, p. 326-375, 381-440: [III:] 309 p.

Auteursregister
Verh. 73.
— Niassche priesterlitanieën. X, 63 p. Verh. 74, 1.
STEINMANN, A., De dieren op de basreliefs van de Boroboedoer.
Tijds. 74, p. 101-122, ill.
— De op de Boroboedoer afgebeelde planten. Tijds. 74, p. 581-612,
ill.
STEINMETZ, H. E., Uitbreiding van oudheidkundig onderzoek [Chin,
overleveringen, oudheden, enz.; Portugese merkwaardigheden;
Britse nalatenschap]. Tijds. 62, p. 240-243.
— Inlands onderwijs van overheidswege in de Padangsche Bovenlanden
vóór 1850. De grondlegger [C. P. C. Steinmetz]. Zijn invloed
en zijn persoonlijke bemoeienissen op dit gebied. Tijds.
64, p. 303-320.
STICHTINGSACTE der Stichting „Oud Batavia". Jaarb. V (1938), p.
50-56.
STRESEMANN, E., Religiöse Gebräuche auf Seran. Tijds. 62, p.
305-424.
STUTTERHEIM, W. F., Indian influences in the lands of the Pacific.
Weltevreden, G. Kolff & Co., 1929, 9 p. 8°.
— Een oorkonde op koper uit het Singasarische. Tijds. 65, p.
208-281.
— Schaamplaten in de Hindoe-Javaansche kunst. Tijds. 66, p.
671-674.
— Een belangrijke oorkonde uitde Kedoe. Tijds. 67, p. 173-216, ill.
— Falsificaat of boersche kunst. Tijds. 67, p. 358-382, ill.
— Twee oud javaansche gouden sierplaten uit het Koloniaal Instituut.
Tijds. 72, p. 103-107, ill.
— Was Sindok in een vorstendynastie ingehuwd? Tijds. 72, p.
618-625.
•— Een bij zettingsbeeld van Koning Krtanagara in Berlijn? Tijds.
72, p. 715-726, ill. Zie ook J. L. Moens, Tijds. 73, p. 123-150,
met naschrift van W. F. Stutterheim, p. 292-306.
— Inscriptie op een zuiltje van Papringan. Tijds. 73, p. 96-101.
— Een beschreven koperplaat uit Zuid-Kediri. Tijds 73, p. 102-104.
Iets over raka en rakryân naar aanleiding van Sindoks dynastieke
positie. Tijds. 73, p. 159-171.
— Naschrift op het artikel van Ir. J. L. Moens, getiteld „Het Berlijnsche
Ardhanarï-beeld en de bijzettingsbeelden van Krtanagara".
Tijds. 73, p. 292-306.
— De Goewa Pasir bij Toeloeng Agoeng. Tijds. 73, p. 453-468, ill.
43

Auteursregister
— Beschreven lingga van Krapjak. Tij ds. 74, p. 85-93, ill.
— Een vrij overzetveer te Wanagiri (M.N.) in 903 A. D. Tijds. 74,
p. 269-295, ill.
— De Leidsche Bhairawa en Tjandi B. van Singasari. Tijds 74, p.
441-476.
— De herkomst der kleizegels van Pedjeng (Bali). Tijds. 75, p.
133-134.
— Epigraphica. Tijds. 75, p. 420-467.
I. Een oorkonde van koning Pu Wagiçwara uit 927 A.D.
II. De oorkonde van Rake Lokapäla uit het Zuidergebergte.
III. Een Javaansche acte van uitspraak uit het jaar 922 A.D.
IV. Nog eens Sindoks dynastieke positie.
V. Inscriptie No. 3 (8) van Soekoeh.
— De dateering van eenige Oost-javaansche beeldengroepen. Tijds.
76, p. 249-320.
A. De Pârwatï van Ngrimbi en haar groep.
B. De beeldengroep van Djago.
C. De beeldengroep van tjandi Singasari (tjandi A).
D. De Câmundâ-groep van Ardimoelja.
— Het zinrijke waterwerk van Djalatoenda. Tijds. 77, p. 214-250,
ill.
— Oude gewichten in het Museum. Tijds. 78, p. 118-120.
— Note on cultural relations between South-India and Java. Tijds.
79, p. 73-84.
— Een bij zettingsbeeld van Koning Râjasa? Tijds. 79, p. 85-104, ill.
— De collectie oudheidkundige teekeningen van N. Engelhard te
Batavia. Tijds. 79, p. 157-178, ill.
— Een Oudjavaansch kapmes. Tijds. 79, p. 119-122, ill. vgl. Drewes,
ibid. p. 451-452.
— Koning Tëguh op een oorkonde. Tijds. 80, p. 345-366.
— „Er-langga". Feestb., 2, p. 393-395.
— Merkwaardige teekens op Tjandi-steenen van Midden-Java.
Oudh. V. 1925, p. 51-56, ill.
— Transcriptie van twee Jayapattra's. Oudh. V. 1925, p. 57-60.
— Voorloopige inventaris der oudheden van Bali. Oudh. V. 1925,
p. 150-170; II. 1927, p. 139-150.
— Fragment van een inscriptie op brons uit de collectie Resink-Wilkens.
Oudh. V. 1925, p. 171-173.
— Bericht over enkele oudheden in Oost-Java bij Wallace. Oudh.
V. 1926, p. 195-197, ill.
44

Auteursregister
— Nog eens de collectie Dieduksman. Oudh. V. 1927, p. 189-193.
— Transcriptie van een defecte oorkonde op bronzen platen uit
het Maiangsche. Oudh. V. 1928, p. 105-108.
— Verslag van — nopens diens reis naar Bali. Oudh. V. 1929, p.
79-82.
— Oudheidkundig Verslag 1936-1937, 1939. Oudh. V. 1936-1937,
1939.
— Zie ook: Verzameling (De Archaeologische); Werkzaamheden;
en St. Verg. Addenda.
SUCHTELEN, B. C. M. N. VAN, Een offerfeest bij den Nagehstam op
Flores. Tijds. 59, p. 191-201.
T.
TANTRI KÂMANDAKA. Een Oudjavaansche Pantjatantra-bewerking in
tekst en vertaling, ui tg. door C. HOOYKAAS. 212 p., ill. Bibi.
Jav. 2.
TICHELMAN, G. L., Een Atjèhsche sarakata. (Afschrift van een besluit
van Sultan Iskandar Moeda). Tijds. 73, p. 368-373, ill.
— Rotsteekeningen ter Oostkust van Sumatra. Tijds 74, p. 621-623.
— Beschrijving van heiden-Bataksch begrafenisceremonieel in Simaloengoen
(Sumatra's Oostkust). Tijds. 76, p. 321-327, ill.
— Simeloengoen-Bataksche oorlog. Tijds 77, p. 280-287, ill.
— Toenggal panaloean, de Bataksche tooverstaf. Tijds. 77, p. 611-
634, ill.
— Samalangasche sarakata's. Tijds. 78, p. 351-358, ill.
— Het raadsel van de „lesoeng batoe". Tijds. 79, p. 105-111, ill.
— Een Bataksch bronzen buitenaartje. Tijds. 80, p. 618-621, ill.
TJAN TJOE SIEM, Bespr.: Javaansche meisjesspelen en kinderliedjes.
Beschrijving der spelen, Jav. liederteksten, vertaling, bewerkt
door H. Overbeck. Tijds. 80, p. 314-317.
TOBI, A. C, De Buddhistische bronzen in het Museum te Leiden aansluitende
op en verwijzende naar Dr. N. J. Krom „De Buddhistische
bronzen in het Museum te Batavia" (Rapport Oudhk.
Dienst 1912). Oudh. V 1930, p. 158-201, ill.
U.
UITSLAG van het onderzoek van de pleisterlaag van Tjandi Kalasan
en de metselspecies van Tjandi's Kalasan en Sewoe. Oudh. V.
45

Auteursregister
1927, p. 151-153.
UITTREKSEL uit de Notulen der Algemeene en Directie-vergaderingen
in 1922-1926. In: Tijds. 62-66.
— uit de Notulen der Directie-vergaderingen van Maandag 6 Dec.
1926-1939. In: Jaarb. I-VII (1933-1940).
UITTREKSEL uit de Oudheidkundige Verslagen over 1931-1935. Oudheidkundige
Dienst in Ned.- Indië. Batavia, De Unie, 1938. 24 p..
ill. 8°.
UITTREKSEL uit het Register der Besluiten van den Gouverneur-
Generaal van Nederl-Indië f betr. Oudh. Dienst en Oudh. Commissie].
Oudh. V. 1927, p. 132-136.
V.
V. D. H. [= A. N. J. Th. à Th. v.d. Hoop], Bespr.: Introduction à l'étude
de l'habitation sur pilotis dans l'Asie du Sud-est, Austro-Asiatica
t. IV, door Nguyen Van Huyen. Tijds. 75, p. 471-474.
— In memoriam Herman Dirk Hendrik Bosboom. Tijds. 80, p. I-II
(tusschen p. 132 en 133).
VEEN, H. VAN DER, Nota betreffende de grenzen van de Sa'dansche
taalgroep en het haar aanverwante taalgebied. Tijds. 69, p. 58-96.
— Bespr.: Priestertalen, door H. Th. Fischer. Tijds. 76, p. 348-353.
— De spelling der talen van den Oost-Indiesen Archipel. Not. 59,
p. 337-347.
— Sa'dan-Toradja'se volksverhalen. 76 p. Verh. 65, 2.
— Een wichel-litanie der Sa'dan-Toradja's. Feestb., 2, p. 396-411.
VERGADERING (Notulen van de Algemeene), zie: Notulen van de
Algemeene Vergadering.
VERHEUL, A., De meunasah in Pasè. Tijds. 67, p. 383-436.
— De Batoe Lajang te Pontianak. Tijds. 74, p. 619—620, ill.
VERHOEVEN, F. R. J., Levensbericht van Dr. F. de Haan. Tijds 77, p.
IX-XII, portr.
— Geschiedenis van het Indische Archiefwezen van 1816-1854.
Tijds. 80, p. 651-529.
— Bespr.: History of the Netherlands East Indies, door E. S. de
Klerek. Tijds. 79, p. 302-307.
— Bespr. Land en Volk van Java. .. Historisch overzicht, door C.
Lekkerkerker. Tijds. 79, p. 586-589.
VERSLAG der viering van den 150sten gedenkdag. Koninklijk Bataviaasch
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen 1778 — 24
46

Auteursregister
April — 1928. Weltevreden-Batavia, G. Kolff & Co., [1928].
40 p. 8°.
VERSLAG over de aankoopen van Javaansche handschriften gedaan
voor rekening van het Kon. Bataviaasch Genootschap door Ir.
J. L. Moens te Jogja en Dr Th. G. Th. Pigeaud te Solo in de jaren
1929 en 1930. Tijds. 71, p. 315-348. Zie ook: Handschriftenverzameling,
Bijlage I en II.
VERSLAG van de openbare vergadering der Directie van het Kon.
Bataviaasch Genootschap van K. en W., gehouden den 23sten
Dec. 1929 in de Historische Zaal van het Museum ter gelegenheid
van de aanbieding van de buste van Sir Thomas Stamford
Raffles. Tijds. 70, p. 53-80, ill.
VERSLAGEN (en mededeelingen) van de afdeeling Taal-, Land- en
Volkenkunde van het Kon. Bat. Gen. 1926-1930. Tijds. 69, p.
157-220; 70, p. 81-101, ill.; 71, p. 349-379. Zie verder: Jaarverslag.
.. .
VERVOLGLIJST der foto's waarvan geen negatieven aanwezig zijn
(Serie A) [op het Bureau van den Oudheidkundigen Dienst].
(Verg. Oudh. V. 1917 en 1919). Oudh. V. 1923, p. 96-102.
VERZAMELING (Archaeologische). Lijst van aanwinsten 1920-1921.
In: Not. 58-59. — Idem van 1930-1932. In: Jaarb. I-VII (1933-
1940). 111.
— [Verslag over 1936-1939, door W. F. STUTTERHEIM en
(1938) A. J. BERNET KEMPERS]. In: Jaarb. IV-VII. 111.
VERZAMELING (Ethnografische). Lijst van aanwinsten 1920-1921.
In: Not. 58-59. — Idem van 1928-1939. In: Jaarb. I-VII (1933-
1940). 111.
— Verslag 1933, 1936-1939 door A. N. J. TH. À TH. VAN DER
HOOP. In: Jaarb. II, IV-VII (1934, 1937—1940).
VERZAMELING (Handschriften). Zie: Handschriftenverzameling.
VERZAMELING (Historische). Lijst van aanwinsten 1921. In: Not
59, p. 416. — Idem van 1926-1939. In: Jaarb. I-VII (1933-
1940). 111.
— [Verslag over 1936-1939, door A. N. J. TH. À TH. VAN DER
HOOP. In: Jaarb. IV-VII (1937-1940). 111.
VERZAMELING (Keramische). Verslag 1932-1939, door E. W. VAN
ORSOY DE FLINES. In: Jaarb. I-VII (1933-1940). 111.
VERZAMELING (Musicologische). Lijst van aanwinsten 1936-1939.
In: Jaarb. IV-VII (1937-1940). 111.
— Verklarende lijst van de Inheemsche namen van muziekinstrumen-
47

Auteursregister
ten (genoemd in verslag 1937). Jaarb. V (1938), p. 226-227.
— Verslag door (1932) J. KUNST en (1935-1938) K. HALUSA.
In: Jaarb. I, IV-VII (1933, 1936-1939). 111.
— Verslag 1939. Bijlage (Een eenvoudige toongenerator door H.
WALCH). Jaarb. VII (1940), p. 120-124, ill.
VERZAMELING (Praehistorische). Lijst van aanwinsten tot 1939. In:
Jaarb. II-VII (1934-1940). 111.
— Verslag 1932-1939, door P. V. VAN STEIN CALLENFELS en
A N J. TH. À TH. VAN DER HOOP. In: Jaarb. I-VII (1933-
1940).
VOGEL, J. PH., The earliest Sanskrit inscriptions of Java. Publ. Oudh.
D., 1 (1925), p. 15-35, ill.
— Het verhaal van den wijzen Vidhura afgebeeld op den Barabudur.
Feestb., 2, p. 412-417, ill.
VOGELSANG, A. W. L., Geslachts-verschillen in Indonesische talen.
Tijds. 62, p. 244-245.
VONK, H. W., De „batoe tatahan" bij Air Poear (Pasemahlanden), met
naschrift van P. V. VAN STEIN CALLENFELS. Tijds. 74, p.
296-300, ill.
VOORHOEVE, P., Het boek der tien Vizieren in het Maleisch. Tijds. 73,
p. 427-435.
— Twee Simaloengoen-Batakse puzzles. Tijds. 78, p. 115-117, ill.
— Enkele Batakse mededelingen over de sigale-gale. Tijds. 79, p.
179-192, ill.
— Nog twee Simaloengoen-Batakse puzzles. Tijds. 80, p. 611-613, ill.
— Bespr.: De Bataklanden 1917-1931, door J. Tideman. Tijds. 72,
p. 149-150.
— Bespr.: Tambo Bangkahoeloe. Tijds. 73, p. 387-388.
— Bespr.: Bijdragen tot de kennis van het Midden-Maleisch (Bësëmahsch
en Sërawajsch dialect). Supplement op de „Nadere Bijdragen"
(1927), door O. L. Helfrich. Tijds. 74, p. 171-176.
— Bespr.: Studies in Indonesian culture. Vol. I: Oirata, a Timorese
settlement on Kisar, door J. P. B. de Josselin de Jong. Tijds. 78,
p. 285-287.
— Bespr.: Partingkian ni hâta Simaloengoen (Simaloengoen Bataks
verklarend woordenboek), door J. Wismar Saragih. Tijds. 79, p.
130-131.
— Zie ook: Beschrijving. . . .
VRIES, D. DE, Bespr.: De Muze van Jan Companjie, door E. du Perron.
Tijds. 79, p. 298-302.

Auteursregister
— Bespr.: British social life in India 1608-1937, door D. Kincaid
Tijds. 79, p. 463-464.
— Bespr.: De Man van Lebak, door E. du Perron; Multatuli. Tweede
pleidooi, door E. du Perron; Eduard Douwes Dekker, door J.
Saks. Tijds. 79, p. 465-468.
— Zie ook: Bibliotheek (De).
VRIES, L. DE, Over het gebruik van eenige Arabische woorden en uitdrukkingen
in het Atjèhsch. Tijds. 73, p. 529-538.
— „Kitab Toehpah" en Tuhfat al Muhtâdj li Sjarkh al Minhädj.
Resultaten van een vooloopig onderzoek, met vertaling van den
„Kitab Toehpah". 166 p. Verh. 68, 4.
W.
W. F. M. [== W. Fruin-Mees], Bespr.: Jahangir's India. The Remonstrantie
of F. Pelsaert door W. H. Moreland en P. Geyl. Tijds. 65, p.
704-708.
— Bespr.: De Oost-Indische Compagnie en Quinam, door W. J. M.
Buch. Tijds. 70, p. 380-381.
WALCH, H., Een eenvoudige toongenerator. Jaarb: VII (1940), p. 120-
124, ill.
WALL, V. I. VAN DE, Indische landhuizen en hun geschiedenis. Eerste
deel. Batavia, G. Kolff & Co., 1932. XII, 101 p. Met 71 afb. en
6 kaarten buiten en 4 afb. in den tekst. 8°.
— Een memorie van een Banda'schen Gouverneur in de zeventiende
eeuw. Tijds. 63, p. 458-473.
— De bovenlichten van de Toko Merah in het Museum te Batavia.
Tijds. 73, p. 521-528, ill.
— Bijdrage tot de geschiedenis der Perkeniers 1621-1671. Tijds. 74,
p. 516-580.
— Rapport van het voorloopig onderzoek naar de aanwezigheid en
den toestand van de oudheidkundige overblijfselen uit den Compagnie's
tijd in de Residentie's Amboina en Ternate, April-Juli
1921. Oudh. V. 1921, p. 105-136, ill.
— De Hervormde Kerk te Amboina. Oudh. V. 1921, p. 179-185, ill.
— Het Kasteel Nieuw-Victoria ter hoofdplaats Amboina. Oudh. V.
1922, p. 88-95, ill.
— Het Museum Kedaton van Ternate. Korte beschrijving met catalogus.
Oudh. V. 1922, p. 138-153, ill.
— Het Kasteel Belgica te Banda-Neira. Oudh. V. 1923, p. 185-191,
49

Auteursregister
plattegr.
De hiërarchie der Compagnie's dienaren. Oudh. V. 1924, p. 86-93.
— Rapport van het voorloopig onderzoek naar de aanwezigheid en
den toestand van de oudheidkundige overblijfselen uit den Compagniestijd
in het Gouvernement Celebes en Onderhoorigheden
en de Residentie Menado, Sept.-Dec. 1928. Oudh. V. 1928, p.
109-122, ill.
— Bouwgeschiedenis van het Fort Speel wij k te Banten. Oudh. V.
1928, p. 137-157, ill.
— Inventaris van de Nederlandsche Oudheden in het Gouvernement
Celebes en Onderhoorigheden. Oudh. V. 1929, p. 83-128, ill.
— Mr. Dr. J. C. Overvoorde. In memoriam. Oudh. V. 1929. 3 p. (los
ingelegd).
WASTERVAL, J. A., Een en ander omtrent godsdienst, zeden en gewoonten
bij de bevolking in en om de Humboldt-baai. Tijds. 61,
p. 499-507.
WELLAN, J. W. J., Onze eerste aanrakingen met Lampoeng. Tijds. 77,
p. 141-177.
WERKEN buiten serie uitgegeven door het Kon. Bataviaasch Genootschap
van Kunsten en Wetenschappen (Prijslijst). April 1933. 8
p. 8°.
WERKZAAMHEDEN (De) aan de Oudheid te Soemberawan bij Singosari
[door V. R. VAN ROMONDT, W. F. STUTTERHEIM en
J. G. DE CASPARIS]. 36 p. Oudh. Dienst in Ned.-Indië. Rapporten
1938, no. 2.
WESTENENK, L. C, Rentjong-schrift. II. Beschreven hoorns in het
landschap Krintji. Tijds. 61, p. 95-110, ill.
— Boekit Segoentang en Goenoeng Mahaméroe uit de Sedjarah
Melajoe. Tijds. 63, p. 212-226, ill.
— De Hindoe-Oudheden in de Pasemah-hoogvlakte (Residentie
Palembang). Oudh. V. 1922, p. 31-37, ill.
WETERING, F. H. VAN DE, Het Roteneesche huis. Tijds. 62. p. 452-
495, ill.
— De naamgeving op het eiland Rote. Tijds. 63, p. 402-419.
— Het huwelijk op Rote. Tijds. 65, p. 1-37, 589-667.
— Supa-So. De eed; eene bijdrage tot de dynamische beschouwing
der Roteneezen. Feestb., 2, p. 418-422.
WEULE, K, Die deutsche Völkerkunde vor, während und nach der
Kriegszeit. Tijds. 63, p. 420-457.
WINK, P., Eenige archiefstukken betreffende de vestiging van de
50

Auteursregister
Engelsche factorij te Bengkoelen in 1685. Tijds. 64, p. 461-520.
— De ontwikkeling der Inheemsche Rechtspraak in het Gewest
Benkoelen. Tijds. 69, p. 1-50.
— Verslag van een bezoek aan de Orang-Darat van Rempang op 4
Februari 1930. Tijds. 70, p. 336-342, ill.
— De Onderafd. Lais in de Residentie Bengkoeloe. 110 p. Verh.
66, 2.
WINSTEDT, R. O., A Patani version of the Ramayana. Feestb., 2, p.
423-434.
WIRAWANGSA, zie: Pratélan en Poerwa Soewignja.
WIRZ, P., Die Ornamentik und insbesondere die Darstellung menschlicher
Formen in der Kunst von Holländisch Süd-Neu-Guinea. Tijds.
60, p. 115-131, ill.
— Beitrag zur Sprachkenntnis der Sentanier. Tijds. 61, p. 340-369.
— Über die Entwicklung einiger ornamentaler Formelemente in der
Kunst von Holländisch Nord-Neu-Guinea. Tijds. 61, p. 508-
518, ill.
— Wörterverzeichnis der Sprache des Stammes Mansibaber. Tijds.
62, p. 189-208.
— Dies und jenes über die Sentanier und die Geheimkulte im Norden
von Neu-Guinea. Tijds. 63, p. 1-80, ill.
— Die Krankenbehandlung bei den Da jak des Siang-Landes. Tijds.
66, p. 240-258, ill.
— Der Reisbau und die Reisbaukulte auf Bali und Lombok. Tijds.
67, p. 217-346, ill.
— Die totemistischen und sozialen Systeme in holländisch Neuguinea.
Tijds. 71, p. 30-106.
•— Head-hunting expeditions of the Tugeri into the Western Division
of British New-Guinea. Tijds. 73, p. 105-122.
— The social meaning of the sept-house and the sept-boat in Dutch
and British New-Guinea. Tijds. 74, p. 140-148.
— Felszeichnungen und Skulpturen in der Nähe von Kapal (Süd-
Bali). Oudh. V. 1925, p. 184-186, ill.
WOENSDREGT, J., De landbouw bij de To Bada' in Midden Selebes.
Tijds. 68, p. 125-225, ill.
— Rampi'sche verhalen. Tijds. 69, p. 254-319.
— Mythen en Sagen der Berg-Toradja's van Midden-Selebes. 173
p. Verh. 65, 3.
WULFF, K, Die Fahrt Räma's und Laksmana's nach der Einsiedelei
Wiçvâmitra's. Eine Episode des altjavanischen Rämäyana (Sar-
51

Auteursregister
ga 2, Strofe 1-19) aus dem Urtext metrisch übersetzt).. Feestb.,
2, p. 435-437.
Z.
Z ABA, zie: Winstedt, R.O.
ZACH, E. VON, Beiträge zum Malayischen Wörterbuch. Tijds. 59, p.
202-208.
ZIMMERMANN, V., Een zeldzaam feest in den Kraton van Soerakarta.
Tijds. 59, p. 480-485.
ZWAAN, J. P. KLEIWEG DE, Enkele opmerkingen naar aanleiding
van de steenen met voet-afbeeldingen op het eiland Nias. Feestb.,
1, p. 313-326, ill.
ZWART, W., De Kalangs als houtkappers in dienst der Compagnie.
Tijds. 79, p. 252-261.
52

LIJST VAN DE IN TIJDS. 59-80 BESPROKEN
BOEKEN. )
ADAM BACHTIAR, SOETAN, Perbandingan antara pergaoelan hidoep
di Atjeh, Minangkabau dan Palembang. (B. T[er] H[aar]). Tijds.
78, p. 288-289.
ADAMS, CH. C, Islam and modernism in Egypt. (H. Djfajadiningrat]).
Tijds. 75, p. 150-151.
AERNSBERGEN, A. I. VAN, Chronologisch overzicht van de werkzaamheden
der Jezuïeten in de Missie van N.O.I. ([E.C.]
G[odée] M[olsbergen]). Tijds. 75, p. 147-150.
AL-HAJ HAFIZ CHULAM SARWAR, Translation of the Holy Qur'an.
(G. F. Pijper). Tijds. 72, p. 652.
ANNALS (The Malay) or Sejarah Melaju, ed. R. O. WINSTEDT. (C.
Hooykaas). Tijds. 80, p. 301-303.
ANTHROPOLOGY (General), ed. F. BOAS. (J. Ph. Duyvendak). Tijds.
80, p. 126-127.
ARNOLD, TH. en A. GUILLAUME, The Legacy of Islam. (G. F. Pijper).
Tijds. 72, p. 650-651.
ATLAS van Tropisch Nederland. (J. Ph. Duyvendak). Tijds. 79, p. 140-
142.
BAAL, J. VAN, Godsdienst en samenleving in Nederlandsch-Zuid-Nieuw-
Guinea. (J. Ph. Duyvendak). Tijds. 75, p. 141-146.
BARTON, R. F., Philippine pagans. The autobiographies of three Ifugaos.
(J. Ph. Duyvendak). Tijds. 80, p. 127-130.
BERG, E. J. VAN DEN, De val van Sora. (C. Hooykaas). Tijds. 80, p.
297-300.
BERGEMA, H., De Boom des Levens in Schrift en Historie. (C. T. Bertling).
Tijds. 79, p. 131-140.
BHAWE, SHRIKRISHNA, Die Yajus' des Asvamedha. (J. Gonda). Tijds.
79, p. 579-582.
BIBLIOGRAPHY (Annual) of Indian Archaeology, 1926-1929. (C.
H[ooykaas]). Tijds. 71 p. 435-437.Vol XII (1937). (A. J. B[erx
)
In deze lijst zijn de boekbesprekingen opgenomen onder den naam van den
auteur. Achter den titel is tusschen ( ) de naam van den recensent vermeld. Deze
zelfde boekbesprekingen zijn ook in het auteursregister verwerkt, daar echter op
naam van den recensent.
53

Boekbesprekingen
net] K[empers]). Tijds. 79, p. 596-597.
BIBLIOGRAPHY (Annual) of Islamic Art and Archaeology (India
excepted), ed. L. A. MAYER, vol. XII (1937). (A. J. Bfernet]
K[empers]). Tijds. 79, p. 597.
BLEEKER, C. J., Inleiding tot een phaenomenologie van den godsdienst.
(K. A. H. Hidding). Tijds. 75, 135-140.
BLOM, J., The antiquities of Singasari. (A. J. B[ernet] K[empers]).
Tijds. 80, p. 318-323.
BLOM, J. R. VAN, Tjandi Sadjiwan. (F. D. K. B[osch]). Tijds. 75,
270-272.
BOAS, F., zie: Anthropology.
BOELMAN, H. A. C, Bijdrage tot de geschiedenis der geneeskruidcultuur
in Nederlandsch Oost-Indië ([P. J. Willekes] M[ac]
D[onald]). Tijds. 76, p. 589-590.
BOSMAN, I. D., Dr. George Mc. Call Theal as die geskiedskrijwer van
Suid-Afrika. ([E. C] G[odee] M[olsbergen]). Tijds. 72, p. 412-
414.
BRUGMANS, I. J., Geschiedenis van het onderwijs in Nederlandsch-
Indië. (H. Kroeskamp). Tijds. 79, p. 150-156.
BIJLMER, H. J. T., Naar de achterhoek der Aarde. (A. J. Bernet Kernpers).
Tijds. 79, p. 459-462.
BUCH, W. J. M., De Oost-Indische Compagnie en Quinam. (W. F [ruin-]
M[ees]). Tijds. 70, p. 380-381.
BUSINK, TH. A., De toren van Babel. (P. J. Willekes MacDonald).
Tijds. 79, p. 143-144.
CARON, F. and J. SCHOUTEN, A true description of the mighty Kingdoms
of Japan and Siam. Reprinted etc. by C. R. Boxer. (P.
V[oorhoeve]). Tijds. 76, p. 353-355.
COEN, JAN PIETERSZ., bescheiden omtrent zijn verblijf in Indië, verzameld
door H. T. COLENBRANDER. (F. de Haan). Tijds. 59,
p. 327-350.
COLENBRANDER, H. T., zie: Coen.
COLLINS, G. E. P., Twin flower. (P. V[oorhoeve]). Tijds. 75, p. 274-
275.
— East Monsoon en Makassar sailing. (C. Nooteboom). Tijds. 78,
p. 597-599.
CUMMING, J., zie: Revealing.
DAM, P. VAN, Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie. 2e boek,
54

Boekbesprekingen
deel III. Uitg. F. W. STAPEL. (A. J. B[ernet] K[empers]). Tijds.
80, p. 324.
DANDEKAR, R. N, Der vedische Mensch. (F. B. J. Kuiper). Tijds.
78, p. 589-590.
DINGEMANS, H. H., Al Ghazali's Boek der Liefde. (J. Doorenbos).
Tijds. 79, p. 144-147.
DJAJADININGRAT, P. A. ACHMAD, Herinneringen. (G. W. J. Drewes).
Tijds. 77, p. 314-315.
DJOJODIGOENO en TIRTAWINATA, Het adatprivaatrecht van Middel-Java.
(Soepomo). Tijds. 80, p. 357-359.
DOORENBOS, J., zie: Hamzah Pansoeri.
ENZYKLOPAEDIE des Islam. Ergänzungsband, Lief. 1. (P. V[oorhoeve]).
Tijds. 75, p. 275.
ERP, T. VAN, Archaeologisch onderzoek in Ned. Indië. III, Beschrijving
van Barabudur. Deel II, Bouwkundige beschrijving. (F. K. D.
Bosch). Tijds. 72, p. 113-134.
— Barabudur-Monographie. Tweede deel, Bouwkundige beschrijving.
(P. J. Willekes MacDonald). Tijds. 72, p. 655-691, ill.
FAHRENFORT, J. J., Dynamisme en logisch denken bij de natuurvolken.
Bijdrage tot de psychologie der primitieven. (K. A. H.
Hidding). Tijds. 74, p. 625-626.
FISCHER, H. TH., Priestertalen. (H. van der Veen). Tijds. 76, p. 348-
353.
— De moderne ethnologie als historische wetenschap. (J. Ph. Duyvendak).
Tijds. 77, p. 288-290.
FLETCHER, B. A., Education and colonial development. (J. Ph.
Duyvendak). Tijds. 77, p. 130-132.
FORTGENS, J., Toea Boba. (P. V[oorhoeve]). Tijds. 72, p. 411.
FRAZER, J. G, The native races of Australasia (A. J. Bfernet]
K[empers]). Tijds. 79, p. 598.
GALESTIN, TH. P., Houtbouw op Oost-Javaansche tempelreliefs. (P.
J. Willekes MacDonald). Tijds. 76, p. 590-596.
GESCHIEDENIS van Nederlandsch-Indië, onder leiding van F. W.
STAPEL, dl. 1. (A. J. B[ernet] K[empers]). Tijds 78, p. 599-
600. Deel II en III. (J. C. van Leur). Tijds. 79, p. 589-595.
GEYL, P., zie: Moreland.
GOLOUBEW, V, L'âge du bronze au Tonking et dans le Nord-Annam.
55

Boekbesprekingen
(K. C. Crucq). Tijds. 72, p. 135-137.
GONDA, J., De Oud-Indische letterkunde en haar betekenis voor ons.
(C. Hooykaas). Tijds. 79, p. 277.
GORDON, ANTOINETTE, The iconography of Tibetan Lamaism. (A.
J. B[ernet] K[empers]). Tijds. 80, p. 456-457.
GORIS, R., Beknopt Sasaksch-Nederlandsch Woordenboek. (C. Hooykaas).
Tijds. 80, p. 632-633.
GRAAF, H. J. DE, De moord op Kapitein François Tack, 8 Febr. 1686.
(Th. Pigeaud). Tijds. 76, p. 177-182.
GRAF, L. L, Al-Shäfi'fs verhandeling over de „Wortelen van den fikh".
(H. Dj[ajadinigrat]). Tijds. 75, p. 156-157.
GUILLAUME, A., zie: Arnold.
HAAN, F. DE, Oud Batavia. (W. Fruin-Mees). Tijds. 62, p. 227-232.
— Zie ook: Platenalbum.
HAAKSMA, R., Inleiding tot de studie der vervoegde vormen in de
Indonesische talen. (S. J. Esser). Tijds. 75, p. 277-332.
HALLIDAY, W. R., Indo-European folktales and Greek legend. (P.
V[oorhoeve]). Tijds 75, p. 276.
HAMZAH PANSOERI. De geschriften van Uitgegeven en toegelicht
door J. DOORENBOS. (G. W. J. Drewes). Tijds. 72, p. 391-398.
HARGREAVES, H., zie: Markham.
HELBIG, K., Tuan Gila. Ein „verrückter Herr" wandert am Äquator.
(P. V[oorhoeve]). Tijds. 75, p. 273-274.
HELFRICH, O. L., Bijdrage tot de kennis van het Midden-Maleisch
(Bësëmahsch en Sërawaisch dialect). Supplement op de „Nadere
Bijdragen" (1927). (P. Voorhoeve). Tijds. 74, p.171-176.
HENNIG, R., Verkehrsgeschwindigkeiten in ihrer Entwicklung bis zur
Gegenwart. (A. J. Bernet Kempers). Tijds. 77, p. 528-529.
„HIAO". Chineesche kinderliefde. Uit het Chinees vertaald en toegelicht
door H. VAN MEURS. (A. F. P. Hulsewé). Tijds. 78, p. 586-
589.
HIDDING, K. A. H., Gebruiken en godsdienst der Soendaneezen. (J. Ph.
Duyvendak). Tijds. 77, p. 132-137.
— Mystiek en ethiek in Schweitzer's geest. ([Th.] Müllerkrüger).
Tijds. 79, p. 577-578.
HOLLEMAN, F. D., Synthetische vormen in de „Primitieve" cultuur.
(K. A. H. Hidding). Tijds. 72, p. 771-779.
HOOYKAAS, C, Over Maleische literatuur. (H. Overbeck). Tijds. 78,
p. 292-333.
56

Boekbesprekingen
JAARBERICHT No. 4 van het Vooraziatisch-Egyptisch Gezelschap „Ex
Oriente Lux". (A. J. Bernet Kempers). Tijds. 77, p. 527-528.
JOHNSTON, E. H., zie: Kaye.
JONG, J. P. B. De JOSSELIN DE, Studies in Indonesian culture. Vol.
I: Oirata, a Timorese settlement on Kisar. (P. Voorhoeve). Tijds.
78, p. 285-287.
JONKERS, A., Wangsatama mamaling (Wangsatama gaat uit stelen) en
vijftien andere lakon's. (G. W. J. Drewes). Tijds. 74, p. 634-637.
JUYNBOLL, W. M. C, Zeventiende-eeuwsche beoefenaars van het Arabisch
in Nederland. (G. F. Pijper). Tijds. 72, p. 645-650.
KAN, J. VAN, Compagniesbescheiden en aanverwante archivalia in
Britsch-Indië en op Ceylon. ([E. C.] Gfodée] Mfolsbergen]).
Tijds. 72, p. 411-412.
KATS, J., zie: Kusumawicitra.
KAUDERN, W., Migrations of the Toradja in Central-Celebes. ([E.]
Gfobée]). Tijds. 66, p. 542-548.
KAYE, G. R. en E. H. JOHNSTON, Catalogue of manuscripts in European
languages in the India Office Library, Vol. II, pt. 2: Minor
collections and miscellaneous manuscripts. (A. J. Bfernet] K[empers]).
Tijds. 78, p. 585.
KEMPERS, A. J. BERNET, The bronzes of Nalanda and Hindu-Javanese
art. (F. D. K. B[osch]). Tijds. 73. p. 379-387.
KENNEDY, R., A survey of Indonesian civilisation. (J. Ph. Duyvendak).
Tijds. 79, p. 140-142.
KERNKAMP, W. J. A., Pan-Arabische beweging en Islam. (G. W. J.
Drewes). Tijds. 77, p. 291-292.
KINCAID, D., British social life in India 1608-1937. (D. de Vries).
Tijds. 79, p. 463-464.
KLERCK, E. S. DE, History of the Netherlands East Indies. (F. R. J.
Verhoeven). Tijds, 79, p. 302-307.
KOHN, S., Die Eheschliessung im Koran. (H. Djfajadiningrat]). Tijds.
75, p. 158-163.
KORAWÄCRAMA, een oud-Javaansch proza-geschrift uitgegeven, vertaald
en toegelicht door J. L. SWELLENGREBEL. (Th. Pigeaud).
Tijds. 77, p. 523-527.
KRAEMER, H., Dr. N. Adriani, Schets van leven en arbeid. (S. J. Esser).
Tijds. 71, p. 388-434.
KROM, N. J., Archaeologisch onderzoek in Ned. Indië. III, Beschrijving
van Barabudur. Deel I, Archaeologische beschrijving. (F. K. D.
57
Reg. Edt. 5

Boekbesprekingen
Bosch). Tijds. 61, p. 223-304.
KUPERUS, G., Het cultuurlandschap van West-Soembawa. (J. Ph. Duyvendak).
Tijds. 77, p. 510-511.
KUSUMAWICITRA. Deel II, Inleiding tot de studie van het Oud-
Javaansch, door J. KATS. (S. J. Esser). Tijds. 70, p. 384-496.
LEEUW, G. VAN DER, Phänomenologie der Religion (Neue Theologische
Grundrisse). (K. A. H. Hidding). Tijds. 75, p. 135-140.
— De primitieve mensch en de religie. Anthroplogische studie. (K.
A. H. Hidding). Tijds. 79, p. 291-298.
LEEUWEN, P. J. VAN, De Maleische Alexanderroman. (C. Hooykaas).
Tijds. 78, p. 289-292.
LEKKERKERKER, C, Javaansche geographische namen als spiegel
van de omgeving en de denkwijze van het volk. (C. H[ooykaas]).
Tijds. 72, p. 139-140.
— Land en volk van Java. (Hfdst. I, IV), Natuurkundige beschrijving.
Het bedrijfsleven. (Tj. L. Reitsma). Historisch overzicht
(F. R. J. Verhoeven). Tijds. 79, p. 583-589.
LÉVI, S., Mahâkarmavibhanga (La grande classification des actes) et
Karmavibhangopadeça discussion sur le Mahâkarmavibhanga).
(F. D. K. B[osch]). Tijds. 73, p. 374-379.
LÉVY-BRUHL, L., L'expérience mystique et les symboles chez les primitifs.
(K. A. H. Hidding). Tijds 79, p. 572-577.
LINDEN, A. L. V. L. VAN DER, De Europeaan in Maleische literatuur.
(K. A. H. Hidding). Tijds. 78, p. 162-166.
LOKOTSCH, K., Etymologisches Wörterbuch der Europäischen (Germanischen,
Romanischen und Slavischen) Wörter orientalischen
Ursprungs. (G. F. Pfijper]). Tijds. 70, p. 381-383.
LOWIE, R. H., The history of ethnological theory. (C. T. Bertling).
Tijds. 79, p. 453-456.
MARKHAM, S. F. en H. HARGREAVES, The Museums of India. (A.
J. Bernet Kempers). Tijds. 77, p. 529-534.
MEES, C. A., De Kroniek van Koetai, tekstuitgave met toelichting. (W.
Kern). Tijds. 77, p. 294-314.
MEISJESSPELEN (Javaansche) en kinderliedjes. Beschrijving der spelen,
Jav. liederteksten, vertaling, bewerkt door H. OVERBECK. (Tjan
Tjoe Siem). Tijds. 80, p. 314-366.
MENSCH, C, Taboe, een primitieve vreesreactie. (C. T. Bertling). Tijds.
78, p. 591-596.
58

Boekbesprekingen
MENSING, J. P. M., De bepaalde straffen in het Hanbalietische recht
naar aanleiding van hare toepassing door de Wahhabieten. (G.
W. J. Drewes). Tijds. 77, p. 511-519.
MEURS, H. VAN, zie: „Hiao".
MEYBOOM- TALIAANDER, J., Sagen, mythen en legenden uit den
Oost-Indischen Archipel. (P. Vfoorhoeve]). Tijds. 72, p. 410-
411.
MIELI, A., La science arabe et son rôle dans l'évolution scientifique
mondiale. (A. A. Fokker). Tijds. 80, p. 309-313.
MINAKSHI, G, Administration and social life under the Pallavas
(A. J. B[ernet] K[empers]). Tijds. 79, p. 599.
MOEHAMMAD ALI, MAULANA, Inleiding tot de studie van den heiligen
Qoer-an. (H. Dj[ajadiningrat]). Tijds. 75, p. 151-155.
—- Zie ook: Muhammad Ali.
MOELIA, T. G. S., Het primitieve denken in de moderne wetenschap.
(K. A. H. Hidding). Tijds. 74, p. 178-187.
MORELAND, W. H. en P. GEYL, Jahangir's India. The Remonstrantie
of F. Pelsaert. (W. Ffruin-] M[ees]). Tijds. 65, p. 704-708.
MÜHLMAN, W., Methodik der Völkerkunde. (J. Ph. Duyvendak). Tijds.
80, p. 130-132.
MUHAMMAD ALI, (MAULANA), De religie van den Islam. (J. Doorenbos).
Tijds. 79, p. 278-288.
— Zie ook: Moehammad Ali.
MUTO, CHOZO, A short history of Anglo-Japanese relations. (A. [F. P.]
H[ulsewé]). Tijds. 80, p. 308.
NGUYEN VAN HUYEN, Introduction à l'étude de l'habitation sur
pilotis dans l'Asie du Sud-est, Austro-Asiatica t. IV. ([A. N. J.
Th. à Th.] v. d. H[oop]). Tijds. 75, p. 471-474.
NIPPOLD, W., Rassen- und Kulturgeschichte der Negrito-Völker Südost-
Asiens. (J. Ph. Duyvendak). Tijds. 78, p. 512-514.
OBBINK, H. Th., De godsdienst in zijn verschijningsvormen. (K. A.
H. Hidding). Tijds. 75, p. 135-140.
OVERBECK, H, zie: Meisjesspelen.
OTTO, R., Die Urgestalt der Bhagavad-Gltâ. (J. Gonda). Tijds. 75, p.
267-269.
— Die Lehr-Traktate der Bhagavadgîtâ. (J. Gonda). Tijds. 75, p.
481.
59

Boekbesprekingen
PERRON, E. DU, De Muze van Jan Companjie. (D. de Vries). Tijds.
79, p. 298-302.
— De Man van Lebak. (D. de Vries). Tijds. 79, p. 465-468.
— Multatuli. Tweede pleidooi. (D. de Vries). Tijds. 79, p. 465-468.
PERRY, W. J., The Children of the Sun. (A. C. Kruyt). Tijds. 64, p.
292-299.
PLATEN-ALBUM behoorende bij het Gedenkboek Oud-Batavia. (W.
Fruin-Mees). Tijds. 63, p. 227-230.
POERBATJARAKA, R. Ng., Agastya in den Archipel. (F. K. D. Bosch).
Tijds. 67, p. 462-502.
PONDER, H. W., Java pageant. (P. V[oorhoeve]). Tijds. 75, p. 274.
PRIJONO, Sri Tanjung een oud Javaansch verhaal. (C. Hooykaas).
Tijds. 80, p. 303-307.
RADIN, P., The method and theory of ethnology; an essay in criticism.
(C. T. Bertling). Tijds. 75, p. 634-654.
REPERTORIUM op de literatuur betreffende de Nederlandsche koloniën,
Achtste vervolg. (P. V[oorhoeve]). Tijds. 75, p. 272-273.
REVEALING India's Past. A co-operative record of archaeological conservation
and exploration in India and Beyond, ed. J. CUM-
MING. (A. J. B[ernet] Kfempers]). Tijds. 79, p. 597-598.
RONHAAR, J. H., Het vaderschap bij de primitieven. (J. Ph. Duyvendak).
Tijds. 74, p. 626-633.
ROSS, A. S. C, The „numeral-signs" of the Mohenjo-Daro script. Memoirs
of the Archaeological Survey of India. (J. Gonda). Tijds.
79, p. 456-459.
RUIBING, A. H., Ethnologische studie betreffende de Indonesische slavernij
als maatschappelijk verschijnsel. (J. Ph. Duyvendak). Tijds.
77, p. 508-510.
SAKS, J., Eduard Douwes Dekker. (D. de Vries). Tijds 79, p. 465-468.
SARAGIH, J. WISMAR, Partingkian ni hâta Simaloengan (Simaloengoen
Bataks verklarend woordenboek). (P. Voorhoeve). Tijds. 79,
p. 130-131.
SARASIN, F., Reisen und Forschungen in Ceylon in den Jahren 1883,
1886, 1890, 1902, 1907, und 1925. (A. J. Bfernet] K[empers]).
Tijds. 80, p. 323.
SASTRI, K. A. NILAKANTA, The Colas. (F. D. K. B[osch]). Tijds.
76, p. 356-357.
SATTLER, P. en G. VON SELLE, Bibliographie zur Geschichte der
60

Boekbespreking-en
Schrift bis in das Jahr 1930. (A. J. Bfernet] Kfempers]). Tijds.
77, p. 293.
SCHARPÉ, A. A. M., Bâna's Kadambarï. (F. B. J. Kuiper). Tijds. 77,
p. 661-670.
SCHMIDT, P. W., Handbuch der vergleichenden Religionsgeschichte.
Ursprung und Werden der Religion. (K. [A. H.] Hfidding]).
Tijds. 72, p. 407-409.
SCHOUTEN, J., zie: Caron.
SCHRIEKE, B. J. O., „Koloniale Volkenkunde" en „Volkenkunde van
Nederlandsch-Indië". (J. Ph. Duyvendak). Tijds. 77, p. 288-290.
SEPP, D., zie: Tresoor.
SINGH, BHUPAL, A survey of Anglo-Indian fiction. (P. V[oorhoeve]).
Tijds. 75, p. 276.
SOEPOMO, R., Hidoep hoekoem bangsa Indonesia (Indonesisch rechtsleven).
(B. T[er] H[aar]). Tijds. 78, p. 288-289.
STAPEL, F. W., zie: Dam, P. van, en: Geschiedenis.
STUBEL, H., Die Li-Stämme der Insel Hainan. (H. Th. Fischer). Tijds.
78, p. 158-162.
STUTTERHEIM, W. F., A Javanese period in Suniatran history. (F.
K. D. Bosch). Tijds. 69, p. 135-156.
— Een oudheidkundig jubileum 1913-1938. (A. J. B[ernet] Kfempers]).
Tijds. 78, p. 512.
SWELLENGREBEL, zie: Korawâçrama.
TAMBO Bangkahoeloe. (P. Voorhoeve). Tijds. 73, p. 387-388.
THUMB, A., Handbuch des Sanskrit. (C. Hooykaas). Tijds. 72, p. 138.
TICHELMAN, G. L. en P. VOORHOEVE, Steenplastiek in Simeloengoen.
(A. N. J. Th. à Th. van der Hoop). Tijds. 79, p. 288-290.
TIDEMAN, J., De Bataklanden 1917-1931. (P. Voorhoeve). Tijds. 72,
p. 149-150.
TIRTAWINATA, zie: Djojodigoeno.
TRESOOR der zee- en landreizen. Beredeneerd register op de Werken
der Linschoten-Vereeniging, dl. I-XXV. Bewerkt door D. SEPP.
(A. J. B[ernet] K[empers]). Tijds. 79, p. 596.
TRITTEL, W. en R. LÄSSIG, Javanisch (Lautbibliothek No. 149).
(G. W. J. Drewes). Tijds. 77, p. 137-139.
UITGAVEN (De periodieke) van de Kirtya Liefrinck-Van der Tuuk.
(C. Hooykaas). Tijds. 71, p. 380-387.
61

Boekbesprekingen
VERMEULEN J. TH., De Chineezen te Batavia en de troebelen van
1740. (J. C. Van Leur). Tijds. 79, p. 147-149.
VISSER, B. J. J., Onder de Compagnie. Geschiedenis der Katholieke
missie van Ned.-Indië. ([E. C] Gfodée] Mfolsbergen]). Tijds.
75, p. 147-150.
VOIGT, E., Wirtschaftsgeschichte Niederländisch-Indiens. (S.) Tijds. 74,
p. 176-178.
VOORHOEVE, P., zie: Tichelman.
WAARDENBURG, J. J. C. H. VAN, De invloed van den landbouw op
de zeden, de taal en letterkunde der Atjèhers. (G. W. J. Drewes).
Tijds. 77, p. 519-520.
WALL, V. I. VAN DE, Het Hollandsch Barokmeubel, bijdrage tot de
kennis van het ebbenhouten meubel omstreeks het midden der
XVIIde en het begin der XVIIIde eeuw. (A. N. J. Th. à Th.
van der Hoop). Tijds. 80, p. 633-648.
WENSINCK, A. J., The Muslim creed, its genesis and historical development.
H[oesein] Djfajadiningrat]. Tijds. 73, p. 388-391.
WINSTEDT, R. O., A History of Malaya. (P. J. Willekes MacDonald).
Tijds. 75, p. 475-480.
•— A History of Malay Literature. With a chapter on modern developments
by Zaba (Zain Al-'Abidin Bin Ahmad). Journal of the
Malayan Branch Royal Asiatic Society, vol. XVII, part III. (C.
Hooykaas). Tijds. 80, p. 627-632.
— Zie ook: Annals.
62

ADDENDA.
CASPARIS, J. G. DE, Oorkonde uit het Singosarische (midden 14e
eeuw A.D.). Inscr. N.I., 1, p. 50—60, pi. 4.
POERBATJARAKA, R. NG., Oorkonde van Krtarâjasa uit 1296 A.D.
(Penangoengan). Met inleidende opmerkingen van W. F. STUT-
TERHEIM. Inscr. N.I., 1, p. 33—49, pl. 3.
STUTTERHEIM, W.F., Oorkonde van Balitung uit 905 A.D. (Randoesari
I). Inscr. N.I., 1, p. 3—28, pl. 1.
— Oorkonde van Dang Acarya Munindra uit 885 A.D. (Randoesari
II). Inscr. N.I., 1, p. 29—32, pl. 2.
— z.o. hierboven Poerbatjaraka.
63

ZAAKREGISTER
(op het auteursregister).
A.
Abdoelkadir Djaelani, mirakelen, 4.
Acte van uitspraak, Jav., 44.
Adatgrondenrecht, geschiedenis, 41.
Adathuis, Raja, 4.
Adatprivaatrecht, M.-Java, 42.
Adatrecht, 3, 9, 19.
Adatstaatsrecht, Djambi, 20.
Adelsgunsten, 39.
Adriani, Dr. N., 15.
Agastya, 6, 41.
Air Poear, „batoe tatahan", 48.
Aji Saka, historische, 8.
Al-Shâfi'i, 18.
Alasland, 25.
Alexanderroman, Mal., 22.
Alting, W.A., portret, 29.
Amarasisch, 32.
Ambahud angëris, 38.
Amboina, Comp, oudh., 49.
— Herv. Kerk, 49.
— Nw.-Victoria, 49.
Ambonsche „Moord", 42.
Ambtsvelden-probleem, Z.-Bali, 18.
Amir Hamzah-verhalen, Soendasche, 5.
Angel, Ph., 29.
Anggastyaparwa, 37.
Angkola-Bataksch, 14.
Apologie van den Islam, 26.
Arabieren, strijd in pers, 42.
Arabisch, beoefenaars van het, 39.
Arabische wetenschap, 16.
Arabische woorden in Atjèhsch, 49.
Archiefwezen, 46; z.o. Landsarchief.
Archivalia, Br.-Indië, 16, 24-5.
Ardhanäri-beeld, Berlijn, 32, 43.
Ardimoelja, Cämundä, 44.
Asvamedha, 18.
Atat, 10.
Atjèhers, landbouw, 13.
Atjèhsch, Arab, elementen, 49.
— hulpmiddelen, 8.
— en Mon-Khmer, 5.
Atjèhsche sarakata, 45.
Awadâna's, Boroboedoer, 11.
Awatamsakasütra, 6.
B.
Babadan, raksasa, 6.
Babel, toren, 31.
Badoet, Tj., 19.
Badplaatsen, Oost-Javaansche, 19.
Balantak, 26-7.
Bali, arbeidsveld, 18.
— geneeskunst, 2.
— hoogtijden, 18.
— inscr. 8, 18, 34.
— inventaris oudheden, 44.
— Kajoebiï, 5.
— astrolog, kalender, 31.
— Léak, 2.
— legenden over rijst, 42.
— Hindoe-munten, 17.
— oudheden, 12, 44, 45.
— reis Dr. Stutterheim, 45.
— rotsklooster, z. Tampaksiring.
— rijstbouw, 51.
— smeden, 2.
— toonkunst, 27.
— tweelingen, 3.
Balische brief aan Gouv. Java's N.
kust, 25.
Balitung, inscr., 63.
Bâna's Kadambari, 27.
Banda, memorie van gouv., 49.
Banda-Neira, Belgica, 49.
Bandoeng, neolithicum, 25.
Banggai-Archipel, 26.
Bangkalan, 42.
Banjoemas, dialect, 15.
— huwelijk, 38.
Banjoewangi, terracotta-pul, 11.
Bantamsch gezantschap Engeland, 16.
Banten en Lampoeng, 12.
— heilig kanon, 10.
— Speelwijk, 50.
Bare'e, 2.
Barokmeubel, 22.
64

Zaakregister.
Bataklanden, 48.
— krijgstocht, 21.
— metalen voorwerpen, 34.
Bataksche tooverstaf, 16, 45.
Batato's, 3.
Batavia, 16.
— Bovenstad, 31, 39.
— Chineezen, 29.
— Dagh-register, 12.
— gezichten op —, 18.
— kanonnen, 10, 34.
— klokken, 11.
— Molenvliet West, 31.
— Portug. plattegronden, 28.
— Stadhuisklok, 10.
— Chin, tempel, beelden, 11.
— Wedloop Sociëteit, 37.
— z.o. Museum Batavia.
Batjan, kroniek, 10.
Batoe Lajang, Pontianak, 46.
„Batoe tatahan", Air Poear, 48.
Batoe Toelis, Buitenzorg, 21, 33, 37.
Batoe Kemang, 9.
Beeldengroepen, Oost-Jav., 44.
Begrafenisceremonieel, Simaloengoen, 15.
Bel, bronzen, uit 1767, 10.
Belahan, 19.
Belitong, Maleisch, 2.
Bendosari, inscr., 26.
Benkoelen, Eng. factorij, 50-1.
— inh. rechtspraak, 51.
— Lais, 51.
Berg-Toradja's, mythen, 51.
Bergmotief, Java, 21.
Bësëmahsch, 20, 48.
Besnijdenis, 41.
Besnijdenisfeest, Saleier, 34.
Beweging, godsdienstige, S.W.K., 41.
Bhagavadgitä, 17, 18.
Bhairawa, Leidsche, 44.
Bhärata-Yuddha, 17.
Bhatära-Guru, Singasari, 37.
Bhismaparwa, 4.
Bibliographie, Javaansche, 38.
Bibliotheek, Kon. Bat. Gen., 4-5, 9,
30-1, 40.
— Pedanda Ngurah, 31.
— I. G. Poetoe Djlantik, 30.
— Pedanda Wajan Kekeran, 30.
Bibliothèque Nationale, Parijs, oud-Jav.
inscr., 9.
Bilang-bilang, 34.
Bima-Soemba talen, 35.
Bini-Haji, 9.
Birahi's, 29.
Blambangan-onderzoek, 37.
Blayu, lontarbibliotheek, 30.
Boddhapratista, 32.
Bodjonegoro, praehist., 33.
Boea', 27.
Boeckholtz, van, te Prambanan, 26.
Boeddhisme op Java en Sumatra, 32.
Boegineesche scheppingsverhalen, 25.
Boek der 10 Vizieren, 48.
„Boekekas", 38.
Boekenschat, rechtsgeleerde, Batavia, 25.
Boeki, vorsten, 34.
Boekit Segoentang, 50.
Boelisch, 31.
Boentok, huwelijksrecht, 31.
Boersche kunst, 43.
Boeton, 3.
Bojolali, oudheden, 26.
Bolaäng Mongondow, 13.
Bolsjevisme, Moefti over, 17.
Bondjol, krijgstocht, 21.
Bone, rijksvlaggen, 28.
Boom des Levens, 4.
Borneo, boomschorsklopper, 21.
— doodenpalen, 9.
— ethnographie, 7, 34.
— oudheden, 6.
Boroboedoer, 6, 7, 26, 31, 37.
— beschadiging, 39.
— leeuwen, 15.
— reliefs, 43.
— Vidhura-verhaal, 48.
— awadâna's, 11.
Bosboom, H. D. H., f, 46.
Boven-Bian-gebied, 3.
Boven-Binoeang, districten, 5.
Boven-Kapoeas, ethnographie, 7.
Boven-Karama, rijstadat, 5.
Brahma, met Maharsi's, 6.
— Mus. Batavia, 26.
Brahmânda-Purâna, 4, 7.
65

Zaakregister.
Brandstetter, R., IS.
Britsch-Indië, archivalia, 16, 24-5.
— musea, 25.
Bronnen, heilige, Soeranadi, 42.
Bruyn, Corn, de, 29.
Buddha, Celebes' Westkust, 5.
— Kota Bangoen, 7.
Buitenzorg, Batoe Toelis, 21, 33, 37.
Buitenaartje, Bataksch bronzen, 45.
Bijbelblad, merkwaardig, 3.
c.
Çailendra's, 41.
Callenfels, Dr. P.V. van Stein, t, 5.
Camphuys, portret, 29.
Cämundä, Ardimoelja, 44.
Candrabhänu, 41.
Celebes, Comp, oudh., 50.
Ceylon, archivalia, 16.
— reizen Sarasin, 1.
Cheribon, Birahi's, 29.
— Koan Iem-tempel, 15.
— kraton „Kasepoehan", 37.
— steenkistgraf, 22.
— terracotta-antefix, 6.
— z.o. Tjirebon.
Chineezen te Batavia, 29.
Christelijke voorstellingen op ethnographicum,
28.
Clan-boot, 51.
Clan-huis, 51.
Coeman, Jac, 29.
Coen, J. Pzn., bescheiden, 19.
— graf, 35.
— portretten, 29.
— psychographie, 3.
Cola's, 15.
Collectie Dieduksman, 7, 25, 45.
— Resink-Wilkens, koperplaat, 44.
— Sawabé, 11.
Commissie, Oudheidk., 46.
Compagnie, O.I., 1, 7, 24-5, 30.
— en Quinam, 49.
— „Muze", 48.
Compagniesdienaren, hiërarchie, 50.
Compagniesbescheiden, Br.-Indië en
Ceylon, 16.
Congres Praehist., Hanoi, 21.
Conserveeren van weefsels, 22.
Coromandel, archivalia, 24. .
Çrivijaya, 32, 41.
Cross-cousinhuwelijk, 15-6.
D.
Dadi, Tj., 8.
Dajaks, huwelijksrecht, 31.
— priesterzang, 32.
Damar-Woelan, 12.
Dharmawangça, naam, 37.
Dienst, Oudheidk., organisatie, 46.
Dierennamen, Soembasche, 12.
Dierenriem en prasens, 10.
Dierfabels, Mendoet, 11.
Dinaja, inscr., 5-6.
Directievergaderingen, 35, 39, 40, 46.
Djago, beeldengroep, 44.
Djalatoenda, waterwerk, 44.
Djambi, adatstaatsrecht, 20.
— oudheden, 2.
Djeddah, dialect, 17.
„Djiboet", 42.
„Donderkeilen", 22.
Doodenpalen, Borneo, 9.
Dynamisme, 21.
E.
Economische geschiedenis, Ned.-Indië,
41.
Eeuw, 18e, in Ind. geschiedenis, 28.
Elcano, De, in Timor-Arch., 28.
Ende, vaartuigen, 34.
Engeland — Japan, 1.
Engelhard's coll. oudh. teekeningen, 44.
Epigraphie, 44.
Ethnologie, 3-4, 14.
— Duitsche, 50.
Europeaan in Maleische literatuur, 21.
„Ex Oriente Lux", 25.
F.
„Fabriekswerk", 33.
Falsificaat, 43.
Fetwa over Bolsjevisme, 17.
Flores, muziek, 28.
Fluit in Indonesië, 27.
Fluiten, Flores, 28.
Folklore, 36.
66

Zaakregister.
Fordaatsch, 13.
Fort Belgica, Banda-Neira, 49.
— Nieuw-Victoria, Amboina, 49.
— Speelwijk, Banten, 50.
— Oranje, Ternate, klok, 34.
Foto-verzameling Oudh. Dienst, 47.
Franssen, Pieter, 16.
G.
Gab-Gab-gebied, 3.
Gandawyüha, 6.
Ganges-zwaard, 22.
Geneeskruidcultuur, 32.
Geneeskunst, Bali, 2.
— Dajaks, 51.
Genootschap, Kon. Bat., 15, 40.
— afd. Adatrecht, 24.
— afd. Geschiedenis, 1, 24.
— afd. Rechtswetenschap, 24.
— afd. Sociale Economie, 24.
— afd. Staathuishoudkunde, 24.
— afd. Taal-, Land- en Volkenkunde,
24, 40, 47.
— afd. Internationale vraagstukken,
24.
— 150-j. bestaan, 15, 46-7.
— samenstelling, 41.
— statuten, 20, 42.
Geschut, terminologie, 11.
Geslachtsverschillen, Indones. talen, 48.
Gewichten, oude, Mus. Bat., 22, 44.
Gezantschap, Bantamsch, naar Engeland,
16.
— z.o. hofreizen.
Ghazali's Boek der Liefde, 12.
Gianjar, Hindoe-munten, 17.
Gilde, Tamil-, Sumatra, 41.
God met paardekop, 5.
Godsdienstphaenomenologie, 21.
Godsdienstwetenschap, 24.
Goenoeng Djati, 40.
Goenoeng Kidoel, inscr., 2.
— steenkistgraven, 21.
— z.o. Zuidergebergte.
Goenoeng Kombeng, 7.
Goens, Rijckloff van, 16.
Goethe, 28.
Goewa Lawa, z. Sampoeng.
Goewa Pasir, 43.
Gondang Lor, inscr., 5.
Gorontalo en Limbotto, 3.
— Batato's, 3.
— Lima-pahaläa, 19.
Grafmonumenten Surat, 25.
Grafschrift, Kroëi, 32.
—- met raadsels, 33.
Grafsteen, Kloempang, 33.
— Sultan Mansoer Sjah, 32.
— van Riebeeck, 10.
Grafsteenen, Tanah Abang, 10.
Grondanalyse en archaeologie, 5.
Grondenrecht onder Javaansch vorstenbestuur,
40.
Grottenonderzoek, Perak, 9.
Guru-beeld, Jav. Budh., 32.
H.
Haan, B. de, t, V.
Haan, Dr. F. de, f, 46.
Hagiographie, Javaansche, 13.
Hainan, Li-stammen, 16.
Hamengkoe Boewana VIII, 12.
Hamzah Pansoeri, 13.
Hanbalietisch recht, 13.
Handschriften, Javaansche, 31.
Handschriftencatalogi, 1.
Handschriftenverzameling, 4, 20, 31, 37,
40, 47.
— geschenken, 17, 37.
Hayam Woeroek, reis, 8,
„Heilig" in het Soembaasch, 36.
Hidjaz, schoolwezen, 17.
Hiërarchie Comp, dienaren, 50.
Hikâjat Kalilah dan Daminah, 7.
Hindoe-munten, Bali, 17.
Hoa-binhien op Java, 20.
Hofreizen, Mataram, 16.
Holle's Preanger- Jav. bescheiden, 30.
Hond in Indonesië, 27.
Hondenoffer, Midden-Celebes, 26.
Hoofdenzetel, megalithische, 22.
Hooger Onderwijs, Ned.-Indië, 14, 39.
Hooggerechtshof, Ned.-Indië, 25.
Hoorn, J. van, portret, 29.
Hoorns, beschreven, 50.
Houtbouw op tempel-reliefs, 31.
67

Zaakreg'ister.
Houtkappers, Kalangs, 52.
Houtleveranties onder O.I.C., 7-8.
Huizenbouw, 46, 50.
Humboldt-baai, ethnographie, 50.
Huwelijk, Banjoemas, 38.
— Bolaäng Mongondow, 13.
— in Koran, 19.
Huwelijksrecht, Boentok, 31.
I.
Ile de France—Java, 33.
India Office Library, 1,
Indonesische talen, geslachtsverschillen,
48.
— West. invloed, 13.
— spelling, 46.
— vervoegde vormen, 15.
Indragiri, orang mamak, 35.
— weefkunst, 35.
Indringing, vreedzame, 17.
Inscripties, 2, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 18, 26,
33, 39, 48.
— z.o. koperplaatinscr. en oorkonde.
Insect als liefdesbarometer, 24.
Intergentiel recht, 26.
Inventaris Hindoe Oudheden, 23, 32.
Iskandar II, graf, 12.
Islam, 12, 13, 18, 25, 39.
Invloed, Ind., Pacific, 43.
J.
Jamdeensch, 12, 13.
Japan — Engeland, 1.
Japara, kanonnen, 11.
Jâtaka-reliefs, Sadjiwan, 11.
Java, econom. structuur, 39.
Java — Zuid-Indië, 44.
Javaansch, 13.
Javaansche bibliographie, 38.
Javaansch-Nederlandsch woordenboek,
37.
Jayabhaya, 26.
Jayanagara, 42.
Jayapattra's, 44.
Jezuïeten, 17.
Jîrnnoddhâra, 5.
Jonker, nalatenschap Prof.-, 35.
K.
Kaarten, oude, Ind. Archipel, 28.
Kadiloewih, zuiltje, 6.
Kajoebii, 5.
Kalangs, 2.
— als houtkappers, 52.
Kalao Toa, grafspelonk, 34.
Kalasan, Tj., 45.
— inscr., 39.
Kali Opak, oudheden, 2.
Kamberasch, 36.
Kâmeçwara, 26.
Kamfer Baroes, 29.
Kanonnen, 10-1.
Kapal, rotsteekeningen, 51.
Kapmes, Oud.-Jav., 13, 44.
Karang Brahi, inscr., 26.
Karmavibharigopadeça, 15.
Karo-Bataks, 34.
Karo-Bataksch, 34.
Katâha, 32.
Kasatpadan, 33.
Kasteel, z. Fort.
Katholicisme, Malabar, 35.
Katingan, 41.
Katingangebied, menschenoffer, 32.
Kediri, Zuid, inscr., 43.
Kedoe, oorkonde, 43.
Keieesch, 17.
Kekajon, beteekenis, 20.
Këloerak, inscr., 5.
Kembang Aroem, inscr., 6.
Kerintji, bronzen vat, 6.
— hoorns, 50.
Kern, H., f, 20.
Ki Amoek, 10.
Kidal, Tj., 7, 19.
Kidung Harsawijaya, 22.
— Sorândaka, 3.
Kieft, Winrick, 16.
Kilajoe, 42.
Kinderen, buiten echt geboren, 30.
Kinderliedjes, Jav., 45.
Kinderspelen, Mandailing, 14.
Kirtya Liefrinck-Van der Tuuk, 22.
Kitab Toehpah, 49.
Klassificatie, Javaansche, 37.
68

Zaakregister,
Kleizegels, Pèdjèng, 44.
Kloempang (Deli), grafsteen, 33.
Klok, geheimzinnige, 34.
— Bataviasche stadhuis, 10.
— Fort Oranje, Ternate, 34.
Koan-Iem-Tempel, Cheribon, 15.
Koeboeran Tjandi, inscr., 18.
Koetagedé, heilige steenen, 28.
Koetai, kroniek, 25.
Koetei, oudheden, 6-7.
— rijkssieraden, 7.
Koeto Rënon, 33.
Koperplaat-inscr., 38.
— Bali, 18.
— Bendosari, 26.
— 848 C, 6.
— coll. Resink-Wilkens, 44.
— Z. Kediri, 43.
— Malangsche, 45.
— Sidoardjo'sche, 6.
— Singasarische, 43, 63.
— z.o. inscripties en oorkonde.
Koppensnellen, Tugeri, 51.
Koran, 18, 19, 39.
Korawâçrama, 37.
Kota Bangoen, Buddhabeeld, 7.
Krapjak, lingga, 44.
Kratonfeest Soerakarta, 52.
Krawang, eerste regent, 2.
Krëndawahana, 38.
Krintji, z. Kerintji.
Kroëi, grafschrift, 32.
Kroniek van Batjan, 10.
— van Koetai, 25.
Krsnäyana, Panataran, 8.
Krtanagara, bijzettingsbeelden, 32, 41,
43.
Krtaräjasa, inscr., 63.
Krijgstocht Bondjol, 21.
Kunjarakarna-verhaal, oorsprong, 22.
L.
Lailat al-Nisf min Sha'bân, 39.
Lais (Benkoelen), 51.
Lakon's, 13.
Lamaïsme, 1.
Lampoengs, eerste aanrakingen, 50.
— en Banten, 12.
— Moh. slavenrecht, 12.
— pepadon, 22.
Landak, godsdienst, 28.
Landbouw, To Bada', 51.
— West. invloed, 25.
Landhuizen, Indische, 49.
Landsarchief, 32, 46.
Landsverzameling schilderijen, 29-30.
Langkah lama, 35.
Lapjesgeld, Celebes, 27.
Larang, Raden, 29.
Lawele, rijstfeest, 3.
Léak, 2.
Lebaran, 2.
Ledenlijst Kon. Bat. Gen., 31.
Ledo-taal, 15.
Legaat-van Dapperen, 28.
Leeuwen van Boroboedoer, 15.
Léran, inscr., 39.
Lesoeng batoe, 45.
Letterkunde, Maleische, 22, 36.
— — Europeaan in,
21.
— Oud. Indische, 22.
Lettineesch, 24.
Lévi, Sylvain, t, 15.
Li-stammen, Hainan, 16.
Liang-Saripa, 20.
Lima-pahalaä, 19.
Limbotto en Gorontalo, 3.
Lingga, Krapjak, 44.
Lingga-heiligdom, Dinaja, 5.
Loemadjang, Koeto Rënon, 33.
— ruiterbeeldjes, 6.
Loinansch verhaal, 17.
Lokapäla, oorkonde, 44.
Lombok, weefsels, 12, 19.
— rijstbouw, 51.
— Sasaksche heiligdommen, 7.
— z.o. Oost-Lombok.
Lontar-bibliotheken, 30.
M.
Ma-, ma'-, me-, më'-, 15.
Maan, brenger van dood en ziekte, 8.
Macao, kanon, 11.
Madoereesch, spreekwoorden, 21.
Magah liau, 32.
69

Zaakregister.
Mahäkarmavibhanga, 15.
Mahaméroe, 50.
Main tjatjing, 34.
Majapahit, 38.
„Majapahit", Oudh. Ver., 42.
Makale, 34.
— feesten, 27.
Makassaarsch drama, 7.
Makassar, 9, 31.
— conferenties, 9.
Malabar, Katholicisme, 35.
Malagasi, 15.
Malaka, belegering, 36.
— grafsteen Mansoer Sjah, 32.
Malang, oudheden, 32.
Malangsche, inscr., 45.
Malaya, geschiedenis, 31.
Maleisch, 2, 12.
— beoefening van,
— bij Pigafetta, 25, 28.
— letterkunde, 22, 36.
— — Europeaan in, 21.
— Lexicographie, 52.
— verbale vormen, 16.
Mamasa-Toradja's, 5, 26.
Mamberamo, 28.
Man in den rooden rok, 29.
Mandailing-Bataksch, 14.
Mandailing, kinderspelen, 14.
Mandar, vaartuigen, 35.
Manggarai, huizen, 35.
— main tjatjing, 34.
Manggaraisch, 8.
Manilla, Nederl. expeditie, 32.
Mansibabers, taal, 51.
Mansoer Sjah, grafsteen, 32.
Marabangmi, 37.
Marindineesch, 17.
Maros, Liang Saripa, 20.
Masoepoe-Toradja's, 26.
Mataram, 16.
Matarämsche dynastie, eenheid, 18.
Matriarchaat, 34.
Maxwell, C. N., theorieën, 17.
Meer met goudklompen, 3.
Megalithen, Palembang, 42.
Meisjesspelen, Jav., 45.
Mekrongga, 26.
Melawi, doodenpalen, 9.
Memorie Banda'schen gouverneur, 49.
Menado, Comp, oudh., 50.
Menak, 37.
Mendoet, Tj., 32.
— dierfabels, 11.
— oudste restauratieplannen, 42.
Menschenoff er, Katingan, 32, 41.
Ment, Eva, portretten, 29.
Mentawaiers, 26.
Mérak, Tj., 37.
Meunasah, Pasè, 46.
Midden-Maleisch, 20, 48.
Mindanao, Hindoebeeldje, 6.
Mintaraga-basreliefs, 9.
Missie, 17.
Moeara Takoes, 41.
Moefti over Bolsjevisme, 17.
Mohenjo-Daro, schrift, 18.
Molenvliet West, 31.
Molukken, Comp, oudh., 31.
Mon-Khmer en Atjèhsch, 5.
Moquette, J. P., f, 12.
Morisch, 15.
Moskeeën, afbraak, 39.
Multatuli, 48.
— 's Saïdjah-lied, 37.
Municandai oorkonde, 3.
Munindra, inscr., 63.
Musea, Br.-Indië, 25.
— wenken conservatoren, 22.
Museum Batavia, bovenlichten Toko
Merah, 49.
— Brahma, 26.
— briefkaarten, 33.
— bronzen bel, 1767, 10.
— gevelsteen, 10.
— grafsteen v. Riebeeck, 10.
— oude gewichten, 22.
— kanonnen, 10.
— legaat Van Dapperen, 28.
— museumbezoek, 33.
— schatkamer, 17, 37.
— theca, 38.
— arch, verz., 6, 8, 11, 32, 47.
— ethnogr. verz., 42, 47.
— historische verz., 47.
— keramische verz., 47.
70

Zaakregister.
— musicolog. verz., 47-8.
— numismat. verz., 30.
— praehist. verz., 8, 48.
— vijzel, 10.
— zilverplaat oorkonden, 41.
— zwaarden van den gerechte, 11.
— z.o. Bibliotheek, Handschriftenverz.
Museum Kedaton, Ternate, 49.
— Leiden, Buddh. bronzen, 45.
— Sriwedari, Solo, 11, 18, 38.
Musicologie, 20, 27-8.
Musicologische verzameling, z. Museum
Batavia,—.
Muziekinstrumenten, Hindoe. Jav., 27.
Muziekschriften voor den Inheemschen
zang, 20.
Mystiek, Birahi's, 29.
Mythologieën, Austrones., 41.
N.
Nägarakrtägama, 33, 38.
— samenstelling, 26.
Nageh-gebied (Flores), muziek, 28.
— offerfeest, 45.
Naksatrarüpa, 37.
Nälandä, 5.
— bronzen, 15.
Nanggi, 20.
Nassau-gebergte, expeditie, 28.
Navigatietermen, Djeddah, 17.
Negrito's, 14.
Neolithicum, Bandoeng, 25.
— Z. O. Azië, chronologie, 9.
Ngad'a-gebied, muziek, 28.
Ngad'a-taal, 2.
Ngandjoek, bronsvondst, 18.
Ngantang, oudheden, 32.
Ngawen, Tj., 37.
Ngrimbi, Pârwati, 44.
Nias, voet-afbeeldingen, 52.
— buiten echt geboren kinderen,
30.
Niassche teksten, 42-3.
Nieuw-Guinea, 3, 13-4.
— exped. Nassau-gebied, 28.
— muziek, 27.
— Ortiz de Retes op —, 28.
— ornament, 51.
— sociale systemen, 51.
Nilejlejan-verhaal, 2.
Nitiçâstra, 4, 34.
0.
Offerfeest Nageh (Flores), 45.
Oirata, 48.
Onderwijs, Ned.-Indië, 14, 26, 39, 43.
Onderzoek, oudheidkundig, 43, 46.
Onomatopoeia, 17.
Onvlee, L., arbeid, 35.
Oorkonde, Balitung, 63.
— Krtarâjasa, 63.
— Munindra, 63.
— Singosarische, 63.
— z.o. inscripties en koperplaatinscr.
Oost-Indische volken, hoe zich ontwikkelen,
41.
Oost-Lombok, 18.
Oost-Toradja's, volksverhalen, 27.
Opruiming en perspectief, 15.
Orang Darat v. Rempang, 51.
Orang Mamak, langkah lama, 35.
Ortiz de Retes, Inigo, 28.
Oud Batavia, z. Batavia.
„Oud Batavia", Stichting, 43.
Oud-Javaansch, 2, 15.
— z.o. Râmâyana.
Oudheden in particulier bezit, 6-7, 11.
Outhoorn, W. van, portret, 29.
Overvoerde, J. C, t, 50.
P.
Paardekop, god met den, 5.
Padangsche Bovenlanden, onderwijs, 43.
Pagar Oejoeng, rijkssieraden, 7.
Palaeolithische werktuigen, 9, 23.
Palapa, 11, 22.
Palatalisatie, Soembaasch, 36.
Palembang, megalithen, 42.
— oudh. onderzoek, 37.
— sultanstijd, 40.
Pal gading, oudheden, 6.
Pamaçâ, 38.
Pamase, 26.
Pan-Arabische beweging, 13.
71

Zaakregister.
Panataran, badplaats, 11, 19.
— Krsnâyana, 8.
Pandji-roman, 41.
Pandji-verhalen, 4, 38.
Panti Boedaja, 36.
Papringan, zuiltje, 43.
Pararaton, 7.
— samenstelling, 26.
Parra, P. A. van der, portret, 29.
Parijs, tentoonstelling, 5.
Pasè, grafsteen met raadsel, 33.
— Meunasah, 46.
Pasemah, steenen kamers, 5.
— Hindoe-oudh., 50.
Patani versie van Rämäyana, 51.
Patriarchaat, 34.
Pèdjèng, kleizegels, 44.
— Poera Taman Sari, 11.
— raksasa, 11.
Pélog, 27.
Pelsaert's Remonstrantie, 49.
Penanggoengan, oudheden, 32.
Pepadon, 22.
Perak, grottenonderzoek, 9.
Perian, Bali, 19.
Perkeniers, geschiedenis, 49.
Perzische inscr., N. Sumatra, 10.
Petjatoe-probleem, Z. Bali, 18.
P(h)alapa, 11, 22.
Philippijnen, 14.
Phosphaatrijke grond, 5.
Pigafetta, Mal. woorden, 25, 28.
Pirngadi, Mas, 23.
Piso kalasen, 34.
Pitoe-Oeloena-Saloe, 5.
Plaatsnamen, 8 (Jav.), 37.
Plantennamen, Soembasche, 12.
Poela batèë, 12.
Poerbolinggo, dialect, 15.
Poerwokerto, dialect, 15.
Poestaka Ginting, 34.
Polynesische talen, 12.
Pontianak, Batoe Lajang, 46.
Poortjes, Oost-Javaansche, 19.
Porcelein, Chineesch, 32.
Portretten, geschilderde, 29.
Portugeesche plattegronden van Batavia,
28.
Poso, West. invloed, 27.
Prambanan, beelden, 33.
— bezoek Van Boeckholtz, 26.
— litt, opgave, 6.
Prapanca, 38.
Priesterzang, Dajaksche, 32.
Primitief denken in mod. wetenschap,
21.
Primitieve cultuur, synthetische vormen,
21.
Primitieven, plaats der —, 13.
Procesrecht, 18e eeuw, 25.
Progo-vallei, oudheden, 23.
Proto-Toaliaan, 39.
; Prijslijst Kon. Bat. Gen., 23.
Pürnavarman, een Saura?, 32.
Puzzles, Simal.-Bat., 48.
Q
Quinam, O. I. Comp., 49.
R.
Raadsel op grafsteen, 33.
Raadsels, Mamasa Toradja's, 5.
— en de Dooden, 27.
Rach, Joh., 29.
Raffles, aanbieding buste, 47.
Raja, adathuis, 4.
Râjapatni, portretbeeld, 11.
Râjasa, bijzettingsbeeld, 44.
Raka, 43.
Rakryän, 43.
Raksasa, Babadan, 6.
— Pèdjèng, 11.
Rämäyana, Oud-Jav., 37, 51.
— Patani versie, 51.
Rampi'sche verhalen, 51.
Rangga Lawe, 4.
Ranoe-Kembolo, inscr., 6.
Rantepao, feesten, 27.
Raraja hadji, Boeton, 3.
Recht, intergentiel, 26.
Recht op de woeste grond, Tanoh
Djawa, 24.
Rechtsgeleerd bedrijf, Buitencomptoiren,
24.
Rechtsgeleerde boekenschat, Batavia,
25.
72

Zaakregis ter.
Rechtspraak, inh., Benkoelen, 51.
— inh., in direct gebied, 29.
Registers Edita Kon. Bat. Gen., 23, 39,
40, 50.
Rempang, Orang Darat, 51.
Rentjong-schrift, 50.
Reyniersz, C, portret, 29.
Riebeeck, J. van, grafsteen, 10.
Rinkelbel, praehistorische, 22.
Roem Seram, 20.
Roemah Bolon, Raja, 4.
Rote, huis, 50.
— naamgeving, 50.
— huwelijk, 50.
— eed, 50.
Roteneezen, 26.
Rote-Timor talen, 35.
Rotsteekeningen, Bali, 51.
— S.O.K., 45.
Ruil Kon. Bat. Gen., 40.
Ruilverkeer, onpersoonlijk, 14.
Ruiterbeeldjes, 6.
Rumphius, 38.
— „Ambonse Land Beschr.", 34.
Rumphius, G. E., 38.
Rijkssieraden, Pagar Oejoeng, 7.
Rijksvlaggen, Bone, 28.
Rijstadat, Boven-Karama, 5.
Rijstbouw, Balantak, 27.
— Bali, Lombok, 42, 51.
Rijstfeest Lawele, 3.
Rijstmesje, 16.
s.
Sa'dansche taalgroep, 46.
Sa'dan-Toradja's, 26.
— volksverhalen, 46.
— wichellitanie, 46.
Sadjiwan, Tj., 15.
— jâtaka-reliefs, 11.
Saïdjah-lied, 37.
Saint-Martin, De, portret, 29.
Saleier, 34.
— besnijdenisfeest, 34.
Salya, verraad, 17, 37.
Samalangasche sarakata's, 45.
Samoedra-Pasè, geschiedenis, 10.
Sampoeng, 5, 9, 12, 33.
Sanggings, 2.
Sarakata's, 45.
Sasaksch, 23.
Sawentar, Tj., 19.
Schaamplaten, Hindoe-Jav. kunst, 43.
Schelp, gouden, 11.
Schenkpiring, 19.
Scheppingsverhalen, Boegineesche, 25.
Schilderkunst, 29-30.
Schoolwezen, Hidjâz, 17.
Schrift, bibliographie, 1.
Schweitzer, A., 33.
Sedjarah Melajoe, 22, 50.
Seloemboeng, bronsvondst, 11.
Semendo, 38.
Sendang Sedati, inscr., 6.
Sentani, 51.
Sejarah Melaju, 22, 50.
Seran, godsd. gebruiken, 43.
Serat Tjabolang, 37, 42.
Serat Tjentini, 37, 42.
Sërawajsch, 20, 48.
Sewoe, Tj., 45.
— bijtempel, 19.
Siam, H. Jav. beeldje, 9.
Siang-gebied, geneesk., 51.
Sidenreng, Pamase, 26.
Sidoardjo, inscr., 6.
Siebold, Ph. Fr. von, 28.
Siermotieven, Nw.-Guinea, 51.
Sierplaten, Koloniaal Instituut, 43.
Sigale-gale, 48. -
Silolo, vorsten van Boeki, 34.
Simaloengoen, begrafenisceremonieel,
45.
—• steenplastiek, 22.
Simaloengoen-Bataksche oorlog, 45.
— puzzles, 48.
—• woordenboek, 48.
Simangambat, oudh., 41.
Sindok, 43, 44.
Singaradja, lontarbibliotheek, 30.
Singasari, oudheden, 1.
— Tjandi B, 44.
— Bhatâra Guru, 37.
Singhawikramawardhana, 33.
Sintang, doodenpalen, 9.
„Sintring", 42.
73
Reg. Edt. 6

Zaakregister.
Sirih pruimen, Soemba, 35.
Sjamsi Tabriz, 13.
Slaroeëesch, 13.
Slavenrecht, Mohammedaansch, Lampoengs,
12.
Slavernij, Indones., 14.
Sléndro, 27.
Smaradahana, 4, 42.
Smeden, 2.
Sociale systemen, Nw.-Guinea, 51.
Soekadono, lamp., 6.
Soekoeh, Tj., 10.
— inscr., 11 (op Garuda), 33, 44.
Soembaasch, 12, 36.
Soembaneezen, verwantschapsbetrekkingen,
35.
— sirih pruimen, 35.
Soembawa, West, cultuurlandschap, 14.
Soemberawan, Tj., 50.
Soemberdjati, Tj., windroos, 10.
Soembernanas, Tj., 6, 19.
Soendaneesche zangmuziek, 27.
Soendaneezen, 14.
Soerakarta, kanonnen, 10-1.
— kratonfeest, 52.
Soeranadi, heilige bronnen, 42.
Sonba'i, 32.
Sora, val van, 22.
Specieonderzoek, 45.
Speelman, C, portretten, 29.
Spelboekje Kamberasch, 36.
Spelling talen O.I. Arch., 46.
Spleettrom, 32.
Spreekwoorden, Madoereesch, 21.
Sri Tanjung, 22.
êrivijaja, 32, 41.
Stadhuisklok, Batavia, 10.
Stamfeest, Midden-Celebes, 27.
Steenen kamers, Pasemah, 5.
Steenkistgraf, Cheribon, 22.
Steenkistgraven, Gg. Kidoel, 21.
Steenplastiek, Simaloengoen, 22.
Steinmetz, C. P. C, 43.
Stephens-Eilanden, 28, 34.
Sterrebeelden, Javaansche, 8, 36.
Sterrenkunde, 31, 36, 37.
Sterrenwichelarij, 31.
Sudamala, 8.
Sultansinstallatie, Boeton, 3.
Sumana, Raden, 29.
Sumatra, Perz. inscr., 10.
— reis Dr. Bosch, 7.
— reis Dr. van Stein Callenfels, 8.
— sociolog. studie, 41.
•— Tamil gilde, 41.
Sumatra's W. kust, godsd. beweging, 41.
Supa-So, 50.
Surat, grafmonumenten, 25.
T.
Taboe, 4.
Tack, François, 37.
Taman Intaran, lontarbibliotheek, 30.
Tamil gilde, Sumatra, 41.
Tampaksiring, 12, 19, 25, 26.
Tanah-Abang, grafsteenen, 10.
Tanca, vrouw van, 4.
Tandjoeng Ara, steenen kamers, 5.
Tandjong Oost, kanonnen, 10.
— portret v.d. Parra, 29.
Tanimbar, weverij, 17.
Tanimbareesch, 17.
Tanoh Djawa (S.O.K.), recht op
woeste grond, 24.
Tan tri Kâmandaka, 4, 45.
Târumanâgara, 41.
Teekens op tjandi-steenen, 44.
Tëguh op een oork., 44.
Tengger, merkwaardige vondst, 18.
Ternate, Mus. Kedaton, 49.
— Comp, oudh., 49.
Theal, Dr. George McCall, 16.
Theca, museum Batavia, 38.
Tibet, Lamaïsme, 1.
Tigawangi, Tj., 10.
Timor, geslacht Sonba'i, 32.
Timor-archipel, tocht De Elcano, 28.
Timoreesch, 32.
Tisai Ayirattainürruvar, 3.
Tjandi Kedaton, achterzijde, 9.
Tjandi-steenen, teekens op, 44.
Tjëta, Tj., 10.
Tjirebon, dialect, 42.
To Bada', landbouw, 51.
To Laki, 26.
To Wana, 26.
74

HaMMF""""
Toeloeng Agoeng, Goewa Pasir, 43.
Toenggal panaloean, 45.
Toko Merah, bovenlichten, 49.
Tol in Ind. Arch., 26.
Tongking, bronstijd, 11.
Tontemboansch, 15.
Toongenerator, 49.
Tooverstaf, Bataksche, 16, 45.
Topografie, Oost-Java, 8-9, 38.
Toradja's, feesten, 27.
— menschentypen, 24, 26.
— migraties, 16, 27.
— z.o. Mamasa —, Masoepoe —,
Oost •—, Sa'dan —.
Treurboom, Jav., 42.
Trik, gronden van, 38.
Trunjan (Bali), feest, 42.
Tuanku Rau, krijgstocht, 21.
Tuhfat al Muhtâdj li Sjarkh al
Minhâdj, 49.
Tugeri, koppensnellen, 51.
Tumapel, vorsten, 8.
Tweelingen, Bali, 3.
Tijong Kandang, legende, 28.
V.
Vaartuigen, Ende, 34.
— Mandar, 35.
Vaderschap bij primitieven, 13.
Verbale vormen, Maleisch, 16.
Verhalen, oude, een nieuwe geschiedbron,
32.
Verloven en trouwen, Bolaäng Mongondow,
13.
Verraad van Salya, 17.
Vertegenwoordigers Kon .Bat. Gen., 23.
Vervoegde vormen, Indones. talen, 15.
Verwantschapsbetrekkingen, Soemba, 35.
Verzameling schilderijen, Lands, 29-30.
„Victoria", tocht van de, 28.
Vira-Pändya, 41.
Voetafbeeldingen, Nias, 52.
Volksrecht onder Rochussen-Van Twist,
24.
Volksrecht, Semendo, 38.
Volksverhalen, Oost-Toradja's, 27.
Voor-Indië, godsd. toestand, Holl. bestuur,
25.
W.
Zaakregister.
Wagiçwara, oork., 44.
„Waktoe-Teloe", weefsels, 19.
Wali poehoen, 25.
Wallace over oudheden, 44.
Wanagiri, overzetveer, 44.
„Waterscheppen", Bolaäng Mongondow,
13.
Wedloop Sociëteit, Batavia, 37.
Weefkunst, Indragiri, 35.
— Tanimbar, 17.
Weefsels, conserveeren, 22.
— heilige, Lombok, 12, 19.
Weltevreden, Land, 3.
Werken buiten serie, 50.
West-Java, eerste Moh. vorst, 12.
Westersche invloed, 13-4, 17, 19-20,
25, 27, 32, 39.
Wetenschap, Arabische, 16.
Weverij, z. weefkunst.
Wichelarij, Javaansche, 37.
Windroos, Tj. Soemberdjati, 10.
Wonder in Jav. denken, 21.
Woordspelletjes, Soembaasch, 36.
Wijaya, Raden, roman, 22.
Y.
Yäva, 32.
„Yehgange", Poera, Bali, 19.
Ysa, 29.
IJzerman, Dr. J. W., 23.
z.
Zeereis Manila-Japan, 21.
Zilverplaat oorkonden, 41.
Zilverwerk uit Compagniestijd, 29.
Zodiakbekers, 10.
Zonnehoed, O.-Toradja's, 27.
Zuid-Afrika, geschiedenis, 16.
Zuid-Celebes, antiquiteiten, 32.
Zuid-Indië—Java, 44.
Zuid-Kediri, koperplaat, 43.
Zuidergebergte, oork. Lokapâla, 44.
—• oudheden bij kali Opak, 2.
— z.o. Goenoeng Kidoel.
Zwaarden van den gerechte, 11.
Zwarte kunst, 26.
75

KLAPPER
OP DE
OUDHEIDKUNDIGE VERSLAGEN 1920-1939.
De vetgedrukte cijfers verwijzen naar het deel van het Oudh. V.;
bijv. 2®, 10 = Oi dh. V. 1920, p. 10.
A.
Aardbevingen, 1926, 26, 135.
— 1937, 37, 10.
Adathuizen, Minangkabau, 30, 150.
Aek Langoes, rotsteekening, 22, 105.
Aek Linkoengan, abri, 25, 21, 102, pi. 28.
Alasmalang (Banjoewangi), 36, 15.
Amboina, Comp, oudh., 21, 105-37, ill.;
30, 62-6.
— Herv. Kerk, 21, 179-85, ill.
— z.o. Fort Nassau, — Nw. Victoria,
— Victoria.
Ampelgading (Malang), 39, 24.
Andongsari (Djember), 38, 24.
Anumoda(na) in inscr., 25, 88, pi. 22a.
Aoer koening (S.O.K.), 23, 9; 38, 25.
Apo Kajan, 29, 162-4, pi. 38-9.
Ardhanäri, Berlijn, 29, 155-6.
Ardimoeljo, Doergi, 28, 19, 23, 27-33,
pi. 11-4.
Ardipoera, Tj., 22, 100.
Ardjoeno-geb., 38, 14, 23, pi. 39-41; 39,
17, pi. 29-32.
Ardjosari (Malang), 38, 24.
Argoeni (W.N.-Guinea), 37, 33.
Argopoero (Jang-geb.), 36, 17.
Artja Domas, 21, 44.
Asoe, Tj., 24, 102; 25, 6, 14.
— (bij Sewoe), 37, 17.
B.
Babadan (Malang), raksasa, 20, 57-60,
ill.
Badoet, Tj., 23, 87, ill.; 25, 10-1, 82-5;
26, 20-3; 29, 245-57, pi. 16-32,
pi. 16-32, I-VI.
Badowi (Bantoel), bronzen, 25, 88.
Bagogoh (Buitenzorg), 39, 20.
Bajalangoe, terracotta kop, 22, 49.
76
Bajem, bodhisattva's, 28, 24.
Bakoelan (Bantoel), 39, 21.
Balekambang, 36, 17.
Balesari (Malang), 39, 24.
Bali, bronzen, 27, 108-9.
— inscripties, 20, 41-3, 130-4; 22,
8, 52-4; 24, 28-35; 29, 18-22,
73-8; 159.
— monum. ordonnantie, 37, 3.
— onderzoek Dr. Crucq, 31-35, 7.
— — Dr. Goris, 30, 37-49.
— — Dr. Stutterheim, 25,
90-101, pi. 23- 7; 26, 150-1; 27,
28-9; 28, 101; 29, 79-82.
sarcofagen, 30, 50.
— tempelfeesten, 29, 159-62.
— vondsten L. C. Heyting, 22, 8,
52-3.
— voorloop, inventaris, 25, 150-70;
27, 139-50.
— z.o. Bedahoeloe, Canggi, Gianjar,
Jehpoeloe, Kapal, Lontarbibliotheken,
lontaronderzoek, Poera
Batoer, Sakah, Soekawana, Soekawati,
Tampaksiring, Tjandi
dasa, Yeh-gange.
Balitung, koperplaat van, 25, 18.
Balong (Mangkoenagaran), 39, 22.
Banaran (Mangkoenagaran), 39, 22.
Banda, 31-35, 6, 16, 17.
Bandaneira, z. Baroe; Compagnies
huisraad; Fort Belgica.
Bandjaragoeng (Modjokerto), 39, 24.
Bandjardadap, beeldje, 29, 158.
Bandjarsari (Grobogan), 37, 26.
Bangka, zie Kota kapoer.
Bangkai, Tj., 23, 82-4; 27, 104.
Bangkok, H.-Jav. beelden, 26, 147; 27,
107-8.

•
Klapper Oudh. V.
Bangle (Blitar), 37, 32.
Banjoedono (Rembang), 38, 20.
Banjoewoeloe (Bondowoso), 39, 25.
Bantal, 36, 17.
Banten, 30, 60; 31-35, 5.
— Chin, grafsteenen, 39, 19.
— Fort Speelwijk, 28, 137-57, pi.
15-8, IV-V; 30, 60.
— Masdjid Agoeng, 23, 12.
Baroe (Banda-Neira), 38, 26.
Baroehardjo (Toeloengagoeng), 39, 23.
Bataän (Bondowoso), 38, 24.
Batanghari-distr., z. Padang Rotjo,
Rambahan.
Batara-gono, Tj., 25, 5, 8.
Batavia, A'damsche Poort, 39, 11.
— Chin, tempel, beelden, 30, 229-
31.
— Citadel Pr. Frederik, 38, 2-3.
— Gouverneurskantoor, 38, 2-3;
39, 3.
— graf van Coen, 22, 56; 31-35,
15; 38, 16-17, pi. 48.
— Landhuizen, 29, 165-6; 30, 58;
31-35, 5, 10.
— 's Lands kleedingmagazijn, 21,
156.
— Museum, zie: Museum —.
— Openlucht Museum, 27, 113-4.
— Port. Buitenkerk, 20, 52, 88; 21,
153-6; 22, 57; 23, 11-12; 25, 102.
— Punt De Paerel, 39, 18.
— Stichting Oud-Batavia, 39, 3.
— Struiswijck, 21, 156.
— Uitkijk, 39, 11.
— Willemskerk, 23, 93.
— z.o. Landhuizen.
Batikan (Bantoel), bronzen, 25, 88.
Batjan, Eur. oudh., 30, 67.
Batjem (Blitar), 38, 22.
Batoe Berak (Kroei), 26, 154; 27, 109.
Batoe Bapahat (Pad. Bovenl.), inscr.,
24, 107.
Batoe Kemang (S.O.K.), 24, 114, 127-
38, ill.
Batoersari (Demak), 38, 20.
Bedahoeloe (Bali), 23, 66-8, ill.
Bedingin (Ponorogo), 38, 21.
Bedji (Malang), badplaats, 22, 6.
Belahan, 22, 101-3, ill.; 23, 7-9, 155-60,
ill.; 24, 139-45, ill.; 39, 10,
16-7.
Belawa (Cheribon), 36, 12.
Bener (Madioen), 38, 21.
Benkoelen, 30, 150-2, pi. 44; z.o. Fort
Marlborough.
Bentje (Loemadjang), ruiterfiguur, 26,
32, 77-80, pi. 13.
Berloka (Flores), 39, 25.
Beschadiging oudheden, 37, 2; 39, 5-6;
z.o. Boroboedoer •—.
Besoeki, 23, 87, ill. Zie ook: Pakaoeman.
Besoeki, Tj., 25, 8-10, 82, pi. 1-4.
Betak (Toeloengagoeng), 38, 22.
Bewaking oudheden, 27, 137-8; 36, 3-4;
39, 2-3; z.o. Boroboedoer —.
Bhatära i Diyang, 24, 105.
Bibliothèque Nationale, Parijs, o.-jav.
oorkonden, 24, 23-7, ill.
Binade (Ponorogo), 36, 14.
Binihaji, 22, 82-4.
Bintahos (Goenoengkidoel), 38, 20.
Biting, 36, 17.
Blambangan, 24, 107; 29, 288-9.
Blimbing (Madioen), 39, 22.
Boano (W. Ceram), Comp, inscr., 27,
115.
Boasanlor (Ponorogo), 37, 28.
Bodjonegoro, praehist., 29, 24; 30, 50;
37, 11.
Boea (Celebes), 39, 25.
Boebrah, Tj., 39, 15, pl. 8.
Boegisan (Jogjakarta), 37, 7, 16, 25.
Boeloe (Magetan), 37, 27.
Boenga Mas (Sumatra), praehist., 29,
164.
Boentar, Tj. desa, 26, 16-7.
Bogem (Jogja), 37, 16, 25, pl. 16.
Bogem (Kediri), inscr., 24, 104-5.
Bojolali, 25, 174-83.
Bolo (Madioen), 39, 22.
Bondowoso, megalithen 24, 113; 39, 13,
25.
77

Klapper Oudh. V.
Bonle'oe (Z. Timor), praehist., 39, 12,
pi. 6.
Borneo, z. Apo ka j an, Koetei, Long
Bangan, Mamahak, Mandoel,
Moeara Antjalong, Pontianak,
prauw, Sanggau, Sepaoek, Temijang.
Boroboedoer, 20, 78-9; 22, 47; 28, 89-
90, 100; 30, 22.
— beschadiging, 21, 43; 26, 4-6;
27, 4-11, 88; pi. 1; 30, 120-32;
37, 2.
— bewaking, 26, 132; 27, 137-8.
— leeuwen, 23, 39-54, ill.
— reliefbeschrijving, 21, 65-8.
— reliefverklaring, 29, 179-243, pi.
12-5 (Gandavyüha); 30, 225-9
(avadäna's).
— vocht, 29, 12, 138,
Boroboedoer-monografie, clichés, 27,
115.
Botjok, tjandi's, 28, 23-4.
Boven-Langkat, praehist., 25, 102.
Boven-Serdang, praehist., 25, 102.
Brahma met maharsi's, 22, 66-9, ill.
Brahoe, Tj., 28, 20.
Bronzen in part. verz., 25, 17, pi. 10.
Brown, Bob, grafschrift, 20, 137-8, ill.
Buddha op slang, bronsje, 20, 74-5, ill.
C.
Callenfels, Dr. P. V. van Stein, f, 38
(voorin).
Canggi (Bali), poort, 23, 70.
Celebes, Eur. oudh. 28, 109-22; 29, 83-
128, pi. 8-11; 30, 60.
— praehist., 37, 11; 39, 12.
— z.o. Boea, Kakarangan, Makale,
Makassar, Manado, Mansalean,
Maros, Sempaga, Tongo.
Ceram, z. Taloetibaroe.
Cheribon, 31-35, 15.
— Goenoengdjati, 36, 3, pi. 32; 37,
4; 39, 11, n.1.
— klëntèng, 39, 4.
— kraton Kasepoehan, 28, 103, 129-
36, pi. 8; 30, 50-2; 31-35, 10, 13,
pi. 23-4.
— Masdjid Agoeng, 31-35, 10, 18.
— Masdjid Pandjoenan, 39, 11.
— Soenjaragi, 38, 8, pi. 10-11; 39,
11.
Coen, J. Pzn., graf, 22, 56; 31-35, 15;
38, 16-17, pi. 48.
Collectie Van Buttingha Wichers, 30,
58-9.
— Van Dapperen, 29, 284-5.
— Dieduksman, 26, 61-76, pi. 5-12;
189-93.
— De Flines, bronzen, 30, 36-7,
pi. 26.
— Han, Salatiga, 28, 90-1.
— Lie Hwat Gie, Solo, 36, 2; 38,
3; 39, 15.
— Resink Wilkens, koperplaat, 25,
171-3.
— Sawabe, (Jogja) Semarang, 30,
232-3,
— P. van Vloten, 21, 47.
Commissie, Oudheidk., 27, 132-6. 30,
11-12.
Compagnieshuisraad, Bandaneira, 31-
35, 6.
Corpus inscriptionum Javan., 30, 34-5;
31-35, 6; 39, 19.
D.
Dadapan (Rembang), 27, 31.
Danau Gedang (Sumatra), 36, 15.
Danau Lamo (Djambi), 37, 31.
Danghelan (Jogjakarta), 29, 157-8.
Dara Petak, 22, 105.
Dawoeng (Ngawi), 37, 26.
Demak, moskee, 30, 58-8.
Demakan (Jogjakarta), 38, 20.
Demangan (Madioen), 24, 107; 37, 18,
28, pl. 18-21.
Dempelan (Madioen), 38, 21.
Dempet (Demak), 37, 26.
Depok (Buitenzorg), 39, 20.
— kerkzilver, enz. 30, 59-60.
Derma (Bangil), 29, 140-1.
Desanamen, verandering van, 23, 90.
Diëng, 20, 51, 82-6; 23, 74; 25, 80-82,
85-6; 26, 24-25; 38, 18.
78

Klapper Oudh. V.
Dienst, Oudheidk., organisatie, 27, 133-
6.
— toestand bureau, 21, 4; 30, 11.
Dinaja, bronzen, 30, 36.
— inscr. 23, 29-35, 88.
— khadgakhetadhârini, 26, 147; pi.
32.
Djaboeng, Tj., 21, 151; 23, 84.
Djabon, inscr., 26, 33.
Djago, Tj., 20, 81; 28, 99; 38, 8.
Djalen (Kediri), 36, 14.
Djambangan (Z. Malang), 31-35, 7.
Djambekoemboe (Loemadjang), 38, 24.
Djambi, 21, 194-7, ill; 22, 38-41.
Djamboe (Toeloengagoeng), 38, 23.
Djandji (S.O.K.), 22, 104.
Djandjing, 36, 17.
Djangkoenghardjo (Semarang), 36, 13.
Djapan (Djombang), 38, 23.
Djasem (Modjokerto), 37, 29.
Djatirëdja, 26, 32, pi. 4; 36, 16.
Djawi, Tj., 38, 14-6, 24, pi. 43-47, 50,
52; 39, 10, 15-16, pi. 19-28.
Djeding, badpl., 22, 5, ill.
Djedoeng, poorten, 23, 82; 27, 104; 39,
10.
Djember, 30, 36.
Djemoenang (Malang), 23, 88.
Djenggring, 36, 16, pi. 29.
Djetis (Kalasan), 38, 14, 19, pi. 35-38;
39, 14.
Djiwoet (Blitar), 37, 31.
Djoebang (Pekalongan), 36, 12.
Djoego (Kediri), 37, 29.
Djoentinjoeat (Indramajoe), 36, 12.
Djoerangbanteng (Blitar), 37, 32.
Djogorogo (Madioen), 36, 14.
Djolotoendo, 21, 78, 146-150, 152-3,
ill.; 22, 54-5; 23, 69-70 (gëmpëng),
76-7, 80, 166-8; 29, 139.
Djombang, 28, 99.
Djongké, kleistüpa's en -tabletten,
31-35, 17, pi. 13-14.
Djontro (Pati), 36, 13.
Djosenan (Madioen), 37, 18, 28.
Doeren (Semarang), 39, 22.
Doerian tani, z. Batoe Kemang.
Doesoen Baroe (Palembang), 38, 25.
Dorowati (Koeion), 38, 22.
Dragondervaas, Goenoengdjati, 36, 3,
pi. 32.
Droedjoe (Malang), 39, 24.
E.
Engkel (Krawang), 38, 26.
F.
Falsificaten, oudheden, 37, 4-5.
Flores, praehist., 39, 13, 25.
Foeoem (W.N.-Guinea), 37, 33.
Fort Amsterdam, Manado, 28, 34, 102;
31-35, 16.
— Belgica, Amboina, 23, 11, 185-91;
27, 112; 28, 103.
—. „De Verwachting", Sanana, 21,
48-9; 37, 10.
Kedoenggede, 36, 14.
— Marlborough, Benkoelen, 20, 89-
92, ill; 21, 157-8; 22, 106; 28,
103; 29, 165; 30, 150-1.
— Nassau, Amboina, 23, 11.
— Nieuw-Victoria, Amboina, 22,
88-95, ill.
— Oranje, Ternate, 22, 105-6; 24,
81-5.
— Prins Hendrik, S'baja, 28, 34,
102.
— Rotterdam, Makassar, 25, 21-2;
26, 156; 28, 34; 31-35, 6; 37,
8-10; 38, 8; 39, 12.
— Speelwijk, Banten, 28, 137-57,
pi. 15-8, IV-V; 30, 60.
Victoria, Ambon, 28, 103; 39,
3-4.
Foto-collectie Oudh. Dienst, 36, 19.
_ Serie A, 23, 96-102.
Frankfort, koperplaten, 29, 156.
G.
Gadang (Malang), inscr. 23, 89.
Gadjah Bataloeik, (S.O.K.), Ganeça,
23, 9.
Galenglo (bij Kesimantengah), 36, 17.
Gambar, Tj., 20, 6; 22, 49-50; 24, 7.
Gampeng (Kediri), 36, 14.
Gandavyüha-hss. en -reliefs, 29, 179-
243, pi. 12-5.

Klapper Oudh. V.
Gandoesari (Kediri), 36, 14.
Garisoel (Buitenzorg), 38, 16, 26.
Garoem (Blitar), 37, 32.
Gebang, Tj., 36, 12, pi. 24; 37, 13-16,
24, pi. 5-13; 38, 7, pi. 5; 39, 9,
pl. 1.
Gedoengboeloes (Karanganjar), 37, 32.
Gedonghombo, zie Toeban, grotten.
Gedong Soerian (Bengkoelen), 37, 30.
Gedong-songo, 20, 79; 21, 146; 23, 74;
30, 27-9, pl. 24-25; 31-35, 5, pl.
1-4.
Gedong Tebakar (Djambi), 38, 25.
Geger (Toeloengagoeng), 38, 22.
Gëmpëng, 23, 69-70.
Gëndjeng (bij Ngawi), 26, 151-2.
Getas (bij Ngawi), 26, 151.
Gianjar (Bali), munten, 29, 18, 72.
Gilang (Klaten), 38, 20.
Girihardjo (Ngawi), 37, 26.
Girimoeljo (Ngawi), 39, 22.
Giripoerno (Malang), 38, 23.
Glendangan (Malang), 37, 30.
Glendongan (Jogjakarta), 38, 20.
Glondong (bij Kalasan), raksasa, 23, 9,
79.
Glonggong (Ponorogo), 38, 21.
Goemelar Kidoel (Banjoemas), bronsje,
31-35, 7.
Goenoeng Ambarketawang (Jogja), grotten,
36, 8.
Goenoeng Bende (Modjokerto), 38, 23.
Goenoeng Boetak, 23, 90.
Goenoengdjati, z. Cheribon —.
Goenoeng Gangsir, Tj., 20, 82; 25, 15.
Goenoeng Katoe (Kagënëngan?), 23,
85-6, ill.
Goenoengkawi, z. Tampaksiring.
Goenoeng Këkëp (Kawi-geb.), 23, 89-
90.
Goenoeng Kidoel, beeldjes, 36, 17; 37,
5.
Goenoeng Klotok (Kediri), 27, 31.
Goenoengleutik (Bandoeng), 38, 17.
Goenoeng Njamil (Blitar), 37, 32.
Goenoengredjo (Malang), 38, 23.
Goenoeng Sahilan (Boven Kampar),
inscr., 22, 104.
Goenoengsari (Bondowoso), megalithen,
39, 13.
Goenoeng Woekir, 20, 78; 37, 11-12, pl.
2-4, 49; 37, 23, 38, 10-11, 18,
pl. 23-27.
Goeranteng (Garoet), 37, 22.
Gombong (Pekalongan), 37, 23.
Gondangan (Jogjakarta), 37, 13, 24.
Gondang Lor, inscr., 21, 152.
Goras (W.N.-Guinea), 37, 33.
Gorosan (Klaten), 38, 20.
Grabag (Magelang), 38, 19; 39, 21.
Grissee, Europ. begraafpl., 27, 114-5.
— oudh., 39, 23.
Guru-beeld, Jav.-Buddh., 21, 186-93,
ill.
H.
Haan, B. de, f, 30, 3-8.
Hargomoeljo (Ngawi), 37, 26; 38, 21;
39, 22.
Hiërarchie Comp, dienaren, 24, 86-93.
I.
Idjo, Tj., 20, 86-7; 26, 136, 146.
Ilmarang (Zuidw.-Eilanden), 37, 31.
Indo-Chine, reizen ambt. Oudh. D., 30,
13.
Inscripties, gedateerde, 23, 103-9.
— op voorwerpen in Mus. Bat., 29,
258-83.
— z.o. Bali —; koperplaat inscr.
Inventarisatie, 36, 18; 37, 33; 38, 27;
39, 25-26.
J.
Jang-gebergte, 39, 24; z.o. Argopoero.
Jayanagara, 24, 146-7.
Jayapangus, 24, 31-5.
Jayapattra's, 25, 56-60.
Jehpoeloe (Bali), 31-35, 8.
Jogjakarta, herstellingen oudh., 38, 8.
— Masdjid Watoe, 36, 11; 39, 10-
11.
— oudh. vondsten, 31-35, 17, pl.
16; 37, 24.
— Panggoeng, 36, 11; 38, 8, pl.
15-16.
80

Klapper Oudh. V.
— Sultanspasanggrahans, 36, 11;
37, 17.
— Waterkasteel, 36, 11; 38, 8, pi.
14.
— Westra-park, beelden, 27, 107.
K.
Kademangan (Malang), 37, 30.
Kadiloewih (Magelang), 36, 12; 37, 23;
38, 18.
Kagënëngan, ligging, 23, 85-6, ill.
Kakarangan (Celebes), praehist., 39,
12, pi. 2-3.
Kalasan, inscr., 25, 19, 87.
— klok, 27, 105-6.
Kalasan, Tj., 20, 24, ill.; 21, 43; 23,
76, 79; 24, 5-6; 26, 137-139; 27,
19, 94-9, 151-3, pi. 21-22; 28,
10-17, pi. 3-6, 84-9, 91-3, pi.
1-6; 29, 7-9, 12-4, 130-1, 137-8,
pi. 2-4; 30, 12, 22.
Kalidawir (Toeloengagoeng), 39, 23.
Kalinjamat, kraton, 30, 55-7.
Kali Opak, 25, 147-9, ill.
Kalisendjojo (Semarang), 38, 20.
Kalitaman (Salatiga), 29, 157,
Kali-tjilik, Tj., 26, 141.
Kali Tjode, 25, 72, 75, 85.
Kali Wadas (Tegal), Çiwa, 31-35, 9.
Kandangan (Kediri), 38, 22.
Kandangan (Loemadjang), 39, 24.
Kandat (Kediri), inscr., 31-35, 7.
Kanigoro (Malang), 38, 23.
Kankoengan (Magelang), 36, 12.
Kanonnen, inscripties, 30, 237-9.
Kapal, rotsteekeningen, 25, 184-6, ill.
Karang (Mangkoenagaran), 39, 22.
Karanganjar (Tjilatjap), 36, 12.
Karang-Dinojo, inscr., 22, 104; 23, 6-7,
10.
Karangdjoho (Poerbolinggo), 36, 12.
Karanggintoeng (Banjoemas), 39, 21.
Karanggoepito (Ngawi), 39, 22.
Karang Kemiri (Banjoemas), 38, 18.
Karang Kobar (Bandjarnegara), goud.
beeld, 22, 6-7.
Karangnoenggal (Tasikmalaja), 39, 20.
Karangnongko (Klaten), 24, 4; 25, 5;
37, 26; 38, 20, pi. 33-34.
Karangpakis (Tjilatjap), 38, 18.
Karangplosso, oempaks, 28, 20.
Karangredjo (Kediri), 36, 14; 38, 22.
Karangredjo (Ngawi), 37, 27.
Karangtaloen (Blora), gender's, 31-35, 7.
Karang Tambah (Banjoewangi), 25,
17-8.
Karangwaroe (Malang), 38, 14, 23.
Karikil (Tasikmalaja), 39, 20.
Karo (-Batak), woordafleiding, 20, 75.
Karoeman (bij Dinaja), inscr., 23, 88.
Kartasoera, beenderen, 39, 18.
— kraton, 39, 17-18.
— oudh. vondst, 38, 20.
Kasatpadan, 21, 170-2.
Kasembon (Malang), 36, 15.
Kasteel, z. Fort.
Kawisari (Blitar), 30, 36; 37, 32.
Kawoeng Sari (Salam), 24, 6-7, 106;
Keboan (?) (Djombang), 38, 23.
Kebondalemkidoel (Klaten), 39, 21.
Kedak (Kediri), 38, 22.
Kedaton, Tj., 21, 21-7, ill.
Kedjajan (Pasoeroean), 36, 14.
Kedoenggede (Krawang), forten, 39, 18.
Kedoengkeris (Goenoengkidoel), 39, 21.
Kedoengoedi (Modjokerto), 36, 17; 38,
26.
Kedoengwringin (Banjoemas), 38, 18.
Kemasan (Kediri), 39, 23.
Kemoening (Madoera), lingga, 23, 9,
10.
Kembang Aroem, oork., 25, 41-9.
Kempoel (Klaten), 38, 20.
Kenangaredjo (Madioen), 38, 21.
Kendal (Ngawi), 26, 33; 37, 27.
Kendanglemboe (Banjoewangi), 37, 32.
Kentengsari (Magelang), 37, 23.
Kepel (Madioen), 37, 28.
Kepoetren (bij Koetaredjo), 36, 16.
Keret (Sidoardjo), 37, 29.
Kerik (Magetan), 38, 21.
Kerintji, bronzen vat, 22, 65-6, ill.
Kertowono (Loemadjang), 39, 24.
Kesambi (Bali), 39, 25.
Kesiman, 23, 9.
Kesimangembloeng, 36, 17.
Ketandan (Ngandjoek), 39, 23.

Klapper Oudh. V.
Ketanggoeng (Ngawi), 38, 21.
Ketawang Gede, 23, 87, ill.
Keteltrommen, 22, 51; 25, 20; 29, 157
(miniatuur), pi. 40; 31-35, 7
(gietvorm), 18 (Kei eil.).
Ketjeling (Malang), 36, 15.
Ketro (Ponorogo), 37, 29.
Khadgakhetadhârini, 26, 147,
Kidal, Tj., 28, 98-9; 37, 8; 38, 8.
Kinnara, coll. Van Dapperen, 29, 284-5,
pi. 37.
Kintamani, koperplaten, 29, 18,
Klagenseroet (Madioen), 37, 28.
Klaten, schelpen voor wijwaterbereiding,
31-35, 7.
Kletekan (Ngawi), 38, 21.
Kloempang (S.O.K.), grafsteenen, 22,
10, 70-1, ill.
Kloerahan (Magetan), 37, 28.
Klok, Fort Oranje, Ternate, 24, 81-5.
Klorok (Klaten), lingga, 25, 18-9.
Koeala Mandan (Siak), 31-35, 8.
Koeboe radjo (S.W.K.), 30, 149-50.
Koeion, Tj., 37, 17.
Koendjoro (bij Belahan), 36, 17.
Koetei, 25, 132-46, ill.
Koetoredjo, 36, 16; 39, 23.
Koeto Renon, 21, 35-8, ill.; 22, 46-7,
100; 23, 84-5; 24, 8, 11-3, 102-3.
Koewadoengandjoerang (Temanggoeng),
39, 21.
Kokas (W.N.-Guinea), 37, 33.
Kolomajan (Blitar), 39, 23.
Koperplaat-inscr., Bali, 29, 73-8.
— Balitung, 25, 18.
— coli. Resink Wilkens, 25, 171-5.
— Frankfort, 29, 156.
•—• Goenoeng Kidoel, 26, 60.
— Malangsche, 28, 105-8.
— Mus. Solo, 22, 85.
— Sidoardjo'sche, 25, 50.
— Soerabaja, 20, 135.
— Soerakarta, 20, 136.
— 848 Ç., 20, 98-100.
Kopo (Bandoeng), 38, 18.
„Kota Batoe", 24, 108-110; 27, 110.
Kota Kapoer (Pangkalpinang), 37, 31.
Kowang (Jogjakarta), 31-35, 17; 37, 25.
Kradjan (Magetan), 37, 28.
Krandjingan, 28, 20.
Kresek (Madioen), 39, 22.
Krindjing (Wonosobo), 37, 23.
Kroëi, grafschrift, 20, 137-8, ill.
Krowe (Magetan), 38, 21.
Krsna, bronsje Batak-mus., 25, 89-90.
L.
Ladang (IX Moekims Toengkoeb),
31-35, 11, 13-14.
Lamongredjo (Lamongan), 38, 23.
Lampoengs, 31-35, 8.
Lanas (Bondowoso), 36, 15.
Landhuizen, Batavia, 29, 165-6; 30, 58;
31-35, 5, 10.
Landsarchief, Openlucht Museum, 27,
113-4.
Lara Djonggrang, zie: Prambanan.
Lawang, Tj., 20, 48; 87-8; 25, 6.
Lebaran, 23, 55-60; 24, 76-80.
Lemah doewoer (bij Pamotan), 38, 7.
Lembejanwetan (Magetan), 39, 22.
Lemboetembakoer (Banjoewangi), 36,
15.
Lempoejang (Temanggoeng), 37, 23.
Lengkong (Ngandjoek), 39, 23.
Lesoengbatoe (Palembang), 39, 13, 25,
pi. 7.
Leuwiliang (Buitenzorg), praehist., 39,
20.
Lévi, S., reis, 28, 100.
Liang Aboean (Tapanoeli), 38, 25.
Lodjedjer (Djember), grot, 38, 10, 24.
Loemadjang, z. ruiterbeeldjes.
Loemboeng, Tj., 20, 46, 79; 25, 6, 15.
Logandoe (Karanganjar), 37, 23.
Lombok, z. Narmada.
Long Bangan, — Batang, -— Berini, —
Kemoeat, •— Poeloeng (Borneo),
37, 31.
Lontar-bibliotheken, 21, 69-71; 22, 86-7.
Lontar-onderzoek, 29, 22.
Lontoir, pilaar, 21, 7.
Loro Djonggrang, zie Prambanan.
Lotjangtjang (Panaroekan), 38, 24.
Luchtbescherming oudheden, 39, 8.
Luchtverkenning oudheden, 30, 11.
82

Klapper Oudh. V.
Lwâ gajah, 23, 66-8, ill.
Lijsten van oudheden, 36, 20; 38, 3;
39, 5.
M.
Made (Djombang), 39, 24.
Madioen, 37, 28.
Madirdo (Malang), 36, 15.
Madoera, 36, 7, pi. 6-7.
— z.o. Kemoening, Paleboenan,
^ Pamekasan, Sampang, Sengkalan,
Soemenep.
Maesan (Bondowoso), 39, 25.
Mailolo, z. Melolo.
Majapahit, 24, 4, 36-75, 157-99, ill.;
26, 100-29, pi. 15, 148-150; 29,
17-8, 133, 144-5; 30, 29-34.
„Majapahit", Oudh. Ver., 24, 4, 123-6.
Ma'kale (Celebes), praehist., 39, 12.
Makassar, 21, 139-40; 27, 34, 113; 31-
35, 6; 37, 8-10; 38, 3; 39, 5.
— Bone-huis, 26, 34, 156-7.
— Moh. graven, 39, 11.
— z.o. Fort Rotterdam.
Mako's, 25, 20.
Malang, aanvull. inventaris, 23, 170-5.
— beelden Chin, begraafpl., 37, 4;
38, 3.
Malangsoeko (Malang), 39, 24.
Mamahak (Borneo), 27, 32-3.
Manado, Eur. oudh., 28, 109-22, pi. 9-
14; 30, 67-8; z.o. Fort —.
Mandoel (N.O. Borneo), 39, 25.
Mangkcedjajan (Ponorogo), 37, 28.
Mangoendjaja (Tjiamis), 38, 18.
Manjuçri uit Martapoera, 25, 19.
Mansalean (Menado), 38, 26.
Mantingan, Moh. oudh., 30, 52-5, pi.
12-23.
Maor (Z. Bodjonegoro), 26, 152.
Maospati, 36, 13; 37, 18, 27.
Margasari (Borneo), 24, 108; 26, 154-5.
Marlborough, zie: Fort —.
Martapoera, Manjuçri, 25, 19.
Maros (Z.-Celebes), 37, 32.
Matalitali (touwtrekken), op Bubat,
23, 68.
Matesih (Kota Mangkoenegaran), 37,
26.
Melikan (Wonogiri), 37, 26.
Melolo (Soemba), urnenveld, 23, 12-13;
39, 13, pi. 4-5.
Mendoet, Tj., 24, 100, 148-51 (oudste
restauratieplannen); 25, 6; 27,
137-8 (bewaking); 30, 223 (dierfabels);
37, 2 (beschadiging).
Mengger (Ngawi), 37, 26.
Mërak, Tj., 25, 70-72, 74-5; pi. 21; 26,
10-14, 17-9, 32, 133, 139, pi. 30-
32; 27, 96, 154-88, pi. 24-34;
37, 7, 18; 38, 11-12.
Merdjosari, 23, 88, ill.
Metselspecie, analyse, 27, 151-3; 38,
4-5.
Millies, nalatenschap, 22, 7-8.
Mindanao, Hindoe-beeldje, 20, 101-2,
ill.
Moeara Antjalong (Borneo), 38, 25.
Moeara Djambi (Djambi), 38, 25.
Moeara Marso (Djambi), 37, 30.
Moeara Takoes, 25, 13; 29, 16-17, pi.
7; 30, 148-9.
Moektihardjo (bij Pati), besneden deur,
31-35, 18, pi. 25-6.
Moeloengan, 31-35, 17, pi. 15.
Moemboelsari (Djember), 37, 30-1.
Moentjar (bij Blambangan), 25, 18.
Moehammedaansche oudh., onderhoud,
28, 103; 30, 240-2.
Molukken, 21, 47-8; 23, 10, 92-3; 24,
112-3; 25, 102; 26, 155-6; 27,
112-3; 30, 60-7; 31-35, 10.
— monum. ordonnantie, 37, 3-4.
— z.o. Ambon, Banda, Bandaneira,
Baroe, Batjan, Boana, Ilmarang,
Sahoe, Sanana, Ternate.
Monumentenbescherming 21, 4-5, 42-3;
27, 33; z.o. Bewaking, Onderhoud.
Monumentenordonnantie, 22, 3-4; 29,
130; 30, 12; 31-35, 9, 12, 15, 16,
17; 36, 3-4; 37, 3-5; 38, 2-4; 39,
2-7.
Moquette, J. P. f, 27, 3.
Morangan, Tj., 25, 5-6; 37, 18, 25.
Moskeeën, afbraak, 30, 240-2.
Mritjan (Kediri), 38, 22.
83

Klapper Oudh. V.
Mukhalingga, Sepaoek, 20, 102-4, ill.
Musea, oudheidk., 39, 7-8.
Museum Batavia, 20, 57-61, ill.; 21,
6-7, 186-93, ill.; 26, 77-80, pi.
13; 29, 258-83; 30, 35-6, 218-21,
223-5.
— Kedaton, Ternate, 22, 138-53,
ill.; 39, 8.
— Këdiri, 21, 47.
-— Leiden, Buddh. bronzen, 30,
158-201, pi. 50-3.
— Modjokerto, 21, 46; 22, 9.
— Openlucht —, Batavia, 27, 113-4.
— Raya, 25, 89-90.
— Sriwedari, Solo, 22, 85 (inscr.);
23, 138-54, ill.; 25, 17; 28, 63-70
(inscr.); 30, 216-8.
— Toeloeng-agoeng, 21, 46.
— Trawoelan, 29, 133; 30, 35.
Musicologisch onderzoek, Mr. J. Kunst,
30, 68-88, pi. 27-28; 31-35, 8, 11,
14, 16, 19.
N.
Nâgarakrtâgama, 21, 28-34, 170-2; 23,
36-8.
Nälandä, bronzen, 26, 29-31; pi. 3,
— oorkonde, 22, 51-2.
Nambaän (Kediri), 38, 22.
Nandi met koedi, 25, 89.
Narmada (Lombok), 22, 4.
Negapatam, gedenksteen, 37, 10.
Neolithicum Z.O. Azië, 26, 174-80.
Ngablak (Kediri), 38, 22.
Ngablak (Magelang), 38, 19.
Ngadiredjo (Kediri), 39, 17, 23.
Ngadiredjo (Magelang), 36, 12.
Ngandjoek-vondst, 25, 88.
Ngantang, aanvull. inventaris, 23, 170-
2, 181-4.
Ngantang (Malang), 37, 30.
Ngawen (Jogjakarta), 38, 20.
Ngawen, Tj., 20, 78; 21, 145; 22, 51;
23, 79-80; 24, 100; 25, 5, 6-8,
72-9; 26, 11, 14-16, 19, 139; 27,
18-19, 22-3, 50-83, pi. 7-18,
I-VII.
Ngentak (Wonogiri), 37, 26.
Ngidjo (Singosari), inscr., 23, 89.
Ngino (Jogjakarta), 38, 20.
Nglaran (Kedoe), 37, 11.
Ngradjek, Tj., 20, 78.
Ngrajoedan (Ngawi), 37, 27; 39, 22.
Ngrajoen (Ponorogo), 36, 14; 37, 28.
Ngrimbi, Tj., 24, 8-9.
Nieuw-Guinea, z. Argoeni, Foeoem,
Goras, Kokas.
Noesa Kembangan, Port. oudh., 23, 93.
Nijkerkaanplant (S.O.K.), 38, 25.
O.
Oeloe Simanganlam (S.O.K.), 22, 104.
Oemboel-sari (Loemadjang), 28, 21.
Oeroeng-oeroeng, 36, 16.
Onderhoud oudheden, 38, 4; 39, 8.
Ontvreemding oudheden, 36, 2-3.
Oorkonden, o. Jav., in Bibl. Nationale,
24, 23-7, ill.
Oost-Java, topografie, 26, 81-99.
Opgravingsvergunningen, 36, 4; 37, 5;
38, 3-4; 39, 7.
Opschriften in verf, 25, 16-7, 102-3; 27,
27; 28, 10; 37, 16-7; 38, 11.
P.
Padang Lawas, oudh., 20, 65-72, ill.;
25, 11-4, pi. 5-6; 26, 11, 25-8,
142-6; 30, 134-48, 243, pi. 29-
43.
Padang Rotjo, beeld, 22, 8, 63; 25, 13-
4;
Padasan (Jogjakarta), 37, 24.
Padjadjaran, kraton, 30, 12.
Padjang, kraton, 39, 18.
Padjaran (Kediri-Madioen), 25, 88-9.
Pagar Roejoeng, rijkssieraden, 30, 202-
15, pi. 46-9; 37, 4.
Pagelaran (Tjiandjoer), 38, 17.
Pagergoenoeng (Banjoewangi), 37, 32.
Pait (Malang), 38, 23.
Pajak (Jogja), put, 29, 12.
Pakan (Malang), 24, 107.
Pakaoeman (Besoeki), megalithen, 24,
113; 38, 9-10, 24, pi. 21-22, 54-
6.
84

Klapper Oudh. V.
Pakel (Probolinggo), 36, 15.
Pakingan (Bojolali), Manakala, 28, 90.
Pakintelan (Semarang), 37, 26.
Pakis (Kedoe), bronzen, 31-35, 7.
Pakis (Malang), 24, 107.
Pakoedjati (Brebes), 37, 22.
Pakpak-landen, 20, 72-3.
Palaeolithisch werktuig, 24, 114, 127-
33, ill.
Palanggading, z. Palgading.
Palapa, 30, 233-4.
Paleboenan (Madoera), 37, 30.
Palembang, 28, 101, 123-28, pl. 6-7;
30, 152-7, 243, pl. 44-5; 31-35,
8, 15.
Palgading (Jogja), 23, 80; 24, 6, 100;
25, 61-6, pl. 15-20; 37, 24, pl. 1.
Paloer (Madioen), 37, 28.
Pamekasan (Madoera), houtsnijwerk,
27, 34-5.
— moskee, 39, 5.
Pamotan, Tj., 21, 43; 38, 7, pl. 7.
Panataran (Blitar), 37, 31; 38, 26-27.
Panataran, Tj., 20, 125-9, ill. (badpl.);
21, 43; 24, 7-8; 25, 82; 27, 103;
28, 21, 97; 30, 221 (badpl.).
Pandan, 36, 17.
Pandan Kradjan, inscr. 25, 19-20.
Pandanlandoeng (Malang), 39, 24.
Pandansari (Loemadjang), 36, 15.
Pandansarilor (Malang), 37, 30.
Panditan (Pasoeroean), 39, 24.
Pandjeng (Ponorogo), 39, 23.
Panggeran (Jogjakarta), 38, 19.
Papoh (Blitar), 39, 23.
Papoh, Tj., 22, 5.
Parakan-garokgek (Krawang), 39, 20.
Parameçwara, 23, 165-6.
Parapatan (Cheribon), antefix, 20, 60-1,
ill.
Paren (bij Boroboedoer), Durgâ en
Ganeça, 23, 91.
Parra, P.A. v.d., servies, 22, 106.
Pasar Alas, graf, 21, 56-9.
Pasè, grafsteen, 23, 20-8, ill.
Pasemah, Hindoe-oudh., 22, 31-7, ill.
Pasetran, Tj., 23, 82; 29, 139.
Pasirkoeda (Buitenzorg), 38, 26.
Pati, deur, z. Moektihardjo.
Pati (Timor), Wacht „De Haen", 39,
12.
Patjet, 36, 17.
Patjitan, praeh. ateliers, 28, 33-4, 102;
29, 23-24; 30, 50.
Patokpitjis (Malang), 39, 24.
Patran (Jogjakarta), 38, 20.
Pawon, Tj., bewaking, 27, 137-8.
Pedjeng, 24, 106; 25, 103; 30, 224-5,
236-7, pl. 54.
Pekaoeman (Bandjarnegara), 37, 23.
Pekodjo (bij Modjosari), 36, 17, pl. 31.
Pematang Tanoh Djawa (S.O.K.), 39,
8, ill.
Petak (bij Kembangsore), 36, 16.
Peundeuj (Garoet), 38, 18.
Philippijnen, Hindoe beeldje, 20, 101-2,
ill.
— praehist., 29, 22-3.
Piring (Jogjakarta), 38, 20.
Plandi (Malang), 39, 24.
Planggok (Jogjakarta), 38, 20.
Plaosan, Tj., 23, 79; 24, 6; 25, 72.
— inscr., 25, 88, pl. 22.
Pleisterlaag, analyse, 27, 151-3.
Plered, Kraton, 28, 90.
Ploembangan, 21, 55-6; 23, 155, 160-4,
25.
Penanggoengan, 23, 8-9, 81-2, 170-2,
175-81, ill; 31-35, 18; 36, 7, 9-
11, pl. 8-19; 37, 8, 19-20, 29, pl.
32-41; 38, 23; 39, 17.
Pëndém, Tj., 24, 102; 25, 6, 14-5.
Perak, grottenonderzoek, 26, 181-93, ill.
Perian, poera „Yeh-gange", 21, 45, 173-
ill.
Ploempoengredjo (Madioen), 36, 14.
Ploepoeh (Sragen), 39, 21.
Plombeeren van steenen bij restauratie,
30, 12.
Ploso (Ngawi), 37, 27.
Poedak (Ponorogo), 37, 29.
Poegeran (Jogjakarta), 38, 20.
Poengging (bij Ngoro), 36, 17.
Poera, Tj., 22, 100.
Poera Batoer (Bali), 21, 78.
Poerworedjo (Blitar), 39, 23.

Klapper Oudh. V.
Poerworedjo (Semafang), 37, 26.
Poesoengmalang (Pasoeroean), 37, 29;
39, 24.
Poetatnganten (Grobogan), 39, 22.
Poetjangan (Ngawi), 37, 27.
Poetjoeng (Toeloengagoeng), 39, 23.
Poetjoengkidoel (Kediri), 36, 14.
Poldoeng (S.O.K.), ruiterfiguur, 22, 104.
Polengan (Jogjakarta), 38, 19.
Polychromeering, 27, 11-12.
Pontianak, 39, 6.
Pontjokoesoemo (Malang), zodiakbeker,
24, 107.
Portibidjae (Sumatra), 39, 25.
Pradaksina, 22, 130-7.
Pralavya, 22, 130-7.
Prambanan, desa, beelden, 29, 158.
Prambanan, Tj., terrein onderzoek, wederopbouw.
20, 5-8, 50, 79-81,
86, ill.; 21, 4-5, 76-7, 146, ill.;
22, 46-8, 51, 103-4, ill.; 23, 9,
74-9, ill.; 24, 5, 99-100; 25, 4,
14, 86-7; 26, 6-10, 20, 135-7, 146-
7, pi. 1-2; 27, 88-91; 28, 4-10,
pi. 1-2, 17, 82-4, pi. 6; 29, 4-7,
131-2, 134-5, pi. 1; 30, 13-22, pi.
1-3; 31-35, 5, 9, 12, 15, 17, pi.
9-12; 36, 5-6, 8-9, pi. 2-5; 37,
5-7, 16-7, 25, pi. 17; 38, 4-7, 11,
19, pi. 1-4, 51, 53; 39, 3, 8, 9,
pi. 12-3.
— aardewerk, 38, 19, pi. 51, 53.
— beelden afkomstig van —, in
Bangkok e.e., 26, 28-9.
— beeldencollectie, 23, 76, 110-37.
— bezoek Van Boeckholtz, 22, 28-
30.
— — Sterrenberg, 20, 105-6.
— Brahma met maharsi's, 22, 66-9,
ill.
— gemerkte steenen in hoektorentje,
38, 5-7, pi. 2-3 en A.
— hoftempeltjes, 29, 131, 135-6; 30,
13-4, 25; 31-35, 5, 9, 12, pi. 5-8.
— polychromeering, 27, 11-2.
— Râma-reliefs, 27, 106.
— specie-onderzoek, 38, 4-5.
-— steenstapelingen, 36, 8-9, pi. 4.
— urnen, 20, 86, ill. t.o. 78; 31-35,
7; 37, 6, 25.
— verfopschriften, 27, 27; 28, 10;
37, 16-7; 38, 11.
— wähana-tempels, 27, 14-8.
Prapaklor (Poerworedjo), 38, 19.
Prapafica, 23, 168-9; 24, 152-6.
Prauw in Sekadau, 20, 104-5.
Prigen (Bangil), 39, 24, pi. 39.
Pringapoes, Tj., 26, 17; 29, 12; 30, 22,
25-6.
Pringsoerat (Pekalongan), 36, 12.
Prins, P. C. Bloys v. Treslong, onderzoekingen,
23, 94-5; 27, 114-5;
29, 166-7
Proepoek (Tegal), 39, 20.
Progo-vallei, bewaking oudh., 27, 137-8.
B.
Raadsel op grafsteen, 23, 20-8, ill.
Râjapatni, portretbeeld, 30, 219-21, pi.
54.
Raksasa van Babadan, 20, 57-60, ill.
Rambahan, Amoghapâça, 20, 62-3.
Rambianak, Tj., 20, 78.
Randoe Agoeng, Tj., 22, 100.
Randoesari (Klaten), 39, 19, 21.
Ranoe Kembolo, oudh. en inscr., 20,
100-1, ill.; 26, 33; 27, 108.
Ranoelogong (Loemadjang), 38, 24.
Ratoe Boko (Jogjakarta), 26, 10; 38,
11-13, pl. 28-32; 39, 14-15, pl.
14-18.
Redjosari (Madioen), 23, 89; 24, 107;
37, 28.
Regoenoeng (Semarang), 39, 22.
Remboen (Malang), 37, 30.
Restauratiekwestie, 21, 4-5, 42-3.
Retja, Tj., 22, 100.
Reyniersz, Gouv.-Gen. C, grafsteen,
21, 7; 22, 57.
Rotswoningen, S.O.K., 23, 91-2, ill.
Ruiterbeeldjes, Loemadjang, 26, 32,
77-80, pl. 13-4; 30, 36-7.
Ruiterfiguur, Poldoeng (S.O.K.), 22,
104.
s.
Sadjiwan, Tj., 22, 104; 30, 221-3.
86

Klapper Oudh. V.
Sadon (Magetan), 37, 19.
Saentis, schelpenheuvel, 26, 155.
Sahoe (Halmahera), vaas, 37, 4, pi. 48.
Sajangan (Bantoel), 39, 21.
Sakah (Bali), poort, 21, 44, ill; 23, 70.
Sambiredjo (Ngawi), 37, 27.
Samida (Garoet), 37, 22.
Sampang (Madoera), grotwoning 23, 9;
29, 266-7.
Sampoeng, grotten, 27, 110-112; 28, 34,
102; 29, 23-4; 30, 50; 31-35, 7;
— oudh., 37, 28.
Sampora (Tangerang, Batavia), 38, 17.
Sanana (Soela-eil.), fort, 21, 48-9; 37, 10.
Sanggau (Borneo), 25, 19.
Sanggar Djae (bij Wanasalam), 24, 101.
Sanggrahan, Tj., 20, 48; 22, 48-9.
Sapta Tirtha, 23, 63-5.
Sari, Tj., 23, 79; 24, 5; 25, 6, 16-17,
102-3, pi. 12-14; 29, 9-12, 15,
131, 136-7, 141-4, pi. 5-6; 30,
22-5, pi. 4-11; 38, 19.
Sari, Tj. (bij Idjo), 26, 136-7; 27, 12.
Sarolangoen (Djambi), 24, 106; 29, 159.
Sawangankidoel (Poerwokerto), 37, 22.
Sawentar, Tj., 20, 19-20, 49-50, 81; 22,
49, 118-29, ill.
Schat-Verhey, 24, 103-4.
Schelp, gouden, 30, 225.
Schelpartefacten, 38, 8-9.
Schelpen voor wijwater, 31-35, 7.
Schelpenheuvels, 20, 74; 26, 155; 30, 50.
Schervenonderzoek, 39, 14.
Sëbaloeh, Kjahi ageng—, graf, Poedjon,
21, 45.
Seboto (Semarang), 39, 22.
Sedoeri (bij Modjosari), 36, 16, pi. 30.
Sekaran (Singosari), badpl., 38, 16, pi.
42.
Selakaton (Semarang), urn, 25, 89, pi.
22.
Salaliman, 36, 16, pi. 28.
Selodono (Kediri), 36, 14.
Seloemboeng (Gandoesari), bronsvondst
28, 97-8; 29, 286-8, pi. 34-5.
Selokori (Watoelawang), 24, 107.
Selomerto (Wonosobo), 39, 21.
Seloredjo (Lamongan), 37, 29.
Semanding (Toeban), 37, 32.
Semarang, 36, 13, pi. 25.
Semboeng (Djombang), 39, 23.
Semen (Blitar), 37, 31.
Sempaga (Celebes), Boeddha-beeld,
31-35, 12.
— praehist., 31-35, 15.
Sempoe (Ponorogo), 37, 29.
Sendangdoewoer (Lamongan), 21, 145;
38, 8, pi. 12-13; 39, 10, pi. 33-34.
Sendang Sedati, oork., 22, 22-7.
Sendjojo, 37, 18.
Sëngkalan, Takoboelao' (Madoera), begraafpl.,
36, 7.
Sepaoek (Borneo), mukhalingga, 20,
102-4, ill.
Serang (Blitar), 38, 22.
Setrian (Blitar), inscr., 20, 50, 88.
Sewoe, Tj., 26, 134-6; 27, 12-4, 19-21,
27-8, (bronsvondst), 91-4, 151-3,
pi. 19-20; 37, 17, 26; 39, 14, pi.
10-11 (tympans).
Si Aboe, Tapanoeli, 20, 65; 30, 134.
Siaro (Bataklanden), 37, 31.
Sibatoenggar (Sibolga), beeld, 26, 157.
Sidodadi (Madioen), 38, 21.
Sidodadi (Malang), 39, 24.
Sidoredjo (Ngawi), 37, 27.
Sidoredjo (Toeloengagoeng), 38, 22.
Sidomoeljo (Kedoe), 31-35, 17.
Sidomoeljo (Ngawi), 37, 27; 38, 10, 20.
Sidowangi (Magelang), 38, 19.
Silir (Kediri), 36, 14.
Si Mangambat (Padang Sidempoean),
30, 134, pi. 29.
Simbatanwetan (Magetan), 37, 19, pi.
22-23.
Simongagrok (Modjokerto), 37, 32.
Sindoeredjo (Malang), 38, 24.
Singget (Magetan), 39, 23.
Singosari, Tj., 25, 16, pi. 11; 26, 32-3,
34, 140, pi. 4; 27, 24-7, 100-2,
104, 107, pi. 23; 28, 18-20, 70-7
(Bhat. Guru), 94-6, pi. 7, 15-16;
29, 132, 139-40; 31-35, 12, 15,
17, pi. 17-22, 36, 6-7, pi. 1; 37,
7, 30.

Klapper Oudh. V.
— inscr., 26, 33.
Sipagimbar (Tapanoeli), 37, 31.
Sirah-kentjong (Blitar), 37, 32.
Siti Djedog, grot, 27, 29-31, pi. 2-6.
Slahoeng (Ponorogo), 38, 21.
Slorok (Blitar), 39, 23.
Soekaboemi (Kediri), inscr., 24, 110-
112; 25, 20.
Soekawana (Panoelisan, Bali), 21, 45-46.
Soekawati (Bali), poera penataran, 29,
134.
Soekodadi (Bodjonegoro), 36, 14.
Soekodono (Toeren), lamp, 20, 60, ill.
Soekoeh, Tj., 23, 4, 76; 24, 9-11, ill.;
29, 264-6; 30, 235-6.
Soekoeloewai (S.O.K.), rotswoning, 23,
91-2.
Soekomoeljo (Malang), 38, 23.
Soekoredjo (Loemadjang), 39, 24.
Soekoredjo (Sidoardjo), 37, 29.
Soekosari (Ponorogo), 37, 29.
Soemba, praehist., 23, 12-3; 38, 25; 39,
13.
Soemberagoeng (Malang), 38, 24.
Soemberaloer, 28, 20.
Soemberawan, Tj. (Malang), 28, 24;
37, 21-22, 30, pi. 24-31; 38, 7.
Soemberdanti (Djember), 39, 25.
Soemberdjati, Tj., 20, 6-7; 22, 50, 100.
Soemberkembang (Malang), 37, 30.
Soemberkradenan (Malang), 39, 24.
Soembernanas, Tj., 20, 25-40, ill., 49,
82.
Soemberpoetjoeng (Malang), 36, 15.
Soemberredja (Kediri), 26, 32; 38, 22.
Soemberredjo (Djombang), 39, 24,
Soembersari (Madioen), 37, 28.
Sóembertjoeling (Malang), 37, 33.
Soemenep, Kraton, 39, 4.
Soemengko (Ngawi), 37, 26.
Soemoer, Tj., 38, 7.
Soendoel (Magetan), 37, 28.
Soengai Medan, 29, 162.
Soengei-Pinang, „Kota Batoe", 24, 108-
110.
Soenjalangoe (Banjoemas), 38, 18.
Soenjaragi, z. Cheribon •—•.
Soero (Bodjonegoro), 37, 32.
Soerodakan (Kediri), 36, 14.
Soerowono, Tj., 23, 4-6, 7.
Soesoekan (Gg. Kidoel), 37, 17, 25.
„Somor dhaksan", Sampang, 23, 9.
Songgoriti, Tj., 28, 23; 38, 7-8, 23, pi. 9.
Sorolangoen (Djambi), 23, 91.
Sosrokoesoeman (Jogjakarta), 31-35, 17,
pi. 16.
Soya (Ambon), 38, 26.
Srigading (doekoeh Tjandi), 36, 16.
Srondol (Semarang), kanonnen, 31-35, 5.
Stichting „Oud-Batavia," 39, 3.
Sultanspasanggrahans, Jogja, 36, 11; 37,
17.
Sumatra, z. Adathuizen, Aek Langoes,
— Linkoengan, Aoer koening,
Batoe Bapahat, — Berak, —
Kemang, Benkoelen, Boenga-
Mas, Boven-Langkat, Boven-
Serdang, Danau Gedang, —
Lamo, Djambi, Djandji, Doesoen
Baroe, Fort Marlborough,
Gadjah Bataloeik, Gedong Soerian,
— Tebakar, Goenoeng Sahilan,
Karo, Kerintji, Kloempang,
Koeala Mandan, Koeboe
radjo, Kota Batoe, Kroëi, Lampoengs,
Lesoengbatoe, Liang
Aboean, Moeara Djambi, —
Narso, — Takoes, Nijkerkaanplant,
Padang Lawas, Padang
Rotjo, Pagar Roejoeng, Palembang,
Pamatang Tanoh Djawa,
Pasè, Pasemah, Portibidjae,
Rambahan, Rotswoningen, Saentis,
Sarolangoen, Schelpenheuvels,
Si Aboe, Siaro, Sibatoenggar,
Si Mangambat, Soekoeloewai,
Soengei Medang, — Pinang,
Talang Padang, Tamiang, Tanak
Priok, Tandjoeng Boelan, —
Medan, — Moeara Kiri, Tandjong
Aro.
— reizen Dr. van Stein Callenfels,
20, 62-75, ill.; 25, 11-4.
— reis Dr. Bosch, 30, 133-57, pi.
29-49.
88

Klapper Oudh. V.
Surabaya, onderwerping, 23, 61-3.
T.
Tadji (Magetan), 37, 27.
Takeran (Madioen), 36, 13.
Takeranklating (Bodjonegoro), 36, 14.
Talang Padang (Lampoengs), 38, 25.
Taloetibaroe (Z.-Ceram), 37, 32.
Tamanan (Magetan), 39, 23.
Tamansoeroeh (Banjoewangi), 38, 25.
Tambakmas (Madioen), 37, 28.
Tambaksari (Malang), 37, 30.
Tambelan, graf, 22, 9-10.
Tamiadjeng, 36, 17.
Tamiang (Atjeh), schelpenheuvels, 30,
50.
Tampaksiring (Bali), 21, 60-4, 97-104,
ill.; 22, 78-81; 31-35, 8.
Tanak Priok (Djambi), 21, 77, ill.
Tandjoeng (Mangkoenagaran), 39, 22,
pl. 35-36.
Tandjoeng Boelan (Palembang), 38, 25.
Tandjoeng Medan, Biara, 25, 14, 64;
30, 133-4.
Tandjoeng Moeara Kiri (S.O.K.), 38,
25.
Tandjoengpoera, forten, 39, 18.
Tandjoengsari (Ngawi), 37, 27.
Tandjoengsari (Ponorogo), 39, 23.
Tandjoengtirto (Bantoel), 39, 21.
Tandjong Aro (Pasemah), grafkamer,
31-35, 10.
Tanggoel (Djember), 36, 15.
Tanggoeng (Blitar), 37, 31.
Tangkep 36, 17.
Tangkilan (Kediri), 23, 83.
Tanon (Sragen), 39, 21.
Tarokan (Kediri), 36, 14.
Tawangredjo (Ngawi), 37, 27.
Tawangsari (Temanggoeng), 39, 21.
Teekeningen doekversiering, Soerakarta,
39, 18, pl. 37-8.
Teekens op tjandi-steenen, 25, 51-6, pl.
12-4.
Tegalredjo (Jogjakarta), 38, 19.
Tegawangi, Tj., 23, 83; 24, 7.
Telih (Modjokerto), 38, 14, 23, pl. 39-
41; 39, 17, pl. 29-32.
Temijang (Sepauk), Aval okiteç vara,
25, 89, pl. 22.
Temoegoeroeh (Banjoewangi), 37, 30.
Temon (Ponorogo), 37, 29.
Tempelbouw op heilige plek, 21, 17-8.
Tempelfeesten, Bali, 29, 159-162.
Tempoersari (Malang), 38, 24.
Tepas (Blitar), 28, 24; 37, 31.
Tepoes (Jogjakarta), 36, 13, pl. 26.
Ternate, Comp, oudh., 21, 105-38, ill.
— Museum Kedaton, 22, 138-53,
ill.; 39, 8.
— z.o. Fort Oranje.
Terracotta-pul, Banjoewangi, 29, 288-9.
Terrassenheiligdommen, 23, 89-90; z.o.
Penanggoengan, Soekoeh, Telih,
Tjeta.
Ti (in Tjandra Sengkala), 22, 55-6.
Tidore, Eur. oudh., 30, 66-7.
Tikoes, Tj., 21, 44; 28, 22-3.
Timahan (Toeloengagoeng), 39, 23.
Timor, praehist., 39, 12-13, pl. 6; z.o.
Bonle'oe, Pati.
Tingkir (Semarang), 37, 26, pl. 14.
Tiparkidoel (Banjoemas), 39, 21.
Tirto (Magelang), 39, 21, pl. 9.
Tirtojono (Soerakarta), sieraden, 21,
152; 22, 8, ill.
Tisnogambar (Djember), 36, 15.
Tjampoeranom (Temanggoeng), 39, 21.
Tjandi (ten N. v. Klaten), 24, 4.
Tjandi (Sleman, Jogjakarta), 37, 12-3,
24.
Tjandi dasa (Karangasem), 22, 72-8, ill.
Tjandinegara (Banjoemas), 38, 18.
Tjandisewoe, z. Sewoe.
Tjandrasengkala's, 22, 55-6; 28, 101;
29, 267.
Tjelaket, bladgoud figg., 28, 26-7; pl.
8-10.
Tjemara Gandang (Kawi-helling), 26,
23.
Tjempokolimo, manakala, 36, 17.
Tjengkok (Berbek), 28, 21.
Tjepit (Jogjakarta), 37, 25, pl. 15.
Tjepoe (Blora), 39, 22.
Tjepoko (Magetan), 37, 27.
Tjeta, Tj., 28, 13, 90; 29, 266.

Klapper Oudh. V.
Tjidjoelang (Tasikmalaja), 37, 32.
Tjidora (Banjoemas), 38, 18.
Tjigedoeg (Garoet), 39, 20.
Tjikantjana (Tjiandjoer), 38, 17.
Tjikawoeng (Banjoemas), 39, 20.
Tjikondang (Garoet), 38, 18.
Tjikondang (Soemedang), 39, 20.
Tjiliang (Tjiamis), 39, 20.
Tjipamokolan (Bandoeng), 39, 20.
Tjisalak (Soemedang), vondst, 37, 22.
Tjisoemoer (Tjilatjap), 39, 21.
Tjiwidej (Bandoeng), 37, 22.
Tjloemprit (Malang), 38, 23.
Tjodo (Malang), 37, 30.
Tjowek (Bangil), 37, 29.
Tlogo (Blitar), 37, 32.
Tîogomas (Malang), 37, 29.
Tobajan (Jogjakarta), 38, 20.
Todanah (Blora), 38, 20.
Toeban, grotten, 37, 11; 38, 8-9, 21, pi.
17-20.
Toeban, Tj., 20, 6; 22, 50.
Toedan (Malang), 36, 15.
Toegoe (Karanganjar), 37, 23, 32.
Toegoe (Keboemen), 38, 10, 18.
Toegoeredjo (Kediri), 38, 22.
Toegoeredjo (Kendal), toegoe, 36, 9,
20-21, pi. 20-21; 38, 7, pi. 8.
Toegoesari (Djember), 37, 30.
Toelakan (Ngawi), 37, 27; 38, 21.
Toeloeng Agoeng, 20, 48-9; 31-35, 8.
Toempakredjo (Malang), 37, 30.
Toempang, Tj., zie: Djago.
Toendjoeng (Loemadjang), 38, 24.
Tcenggoer (Magetan), 39, 23.
Toeren, 22, 4-5.
Tolok (Mangkoenagaran), 39, 22.
Tondansentoel (Probolinggo), 38, 24.
Tongo (Menado), 38, 26.
Trawoelan, veldmuseum, 29, 133; 30,
35.
Trenggalek (Blitar), 31-35, 7.
Trik, gronden van, 26, 100-29, pi. 15.
Tumapel, vorsten van, 20, 107-10.
u.
Udayana's bijzetplaats, 23, 166-8.
Uitvoervergunningen, oudheden, 36,
4-5; 37, 5; 38, 4; 39, 7.
V.
Verspanningsloodsen, 39, 4-5.
Verzameling, z. Collectie.
w.
Wadoek Tjipantjoeh (Indramajoe), 36,
12.
Wakah (Ngawi), 37, 27.
Wangkelang (Cheribon), 36, 12.
Walikoekoen, 26, 152.
Wallace over oudh., 26, 195-7.
Wani, 23, 65-6.
Waroegoenoeng (bij Patjet), 36, 17.
Waroengboto, sultanspasanggrahan, 37,
17.
Watoebonang (Ponorogo), 37, 28.
Watoe Gëde (Singosari), badplaats, 29,
133; 37, 7-9, pi. A en 42-47;
38, 7.
Watoe kelir (Penanggoengan), 23, 8.
Watoemalang (Wonosobo), 33, 18.
Welirang-top, 27, 108.
Wendit, 37, 8.
Westra-park, Jogja, beelden, 27, 107.
Winong (Kendal), 38, 18.
Wiroto (Ngawi), 39, 22.
Woekir, z. Goenoeng —.
Wonodjojo (Kediri), 37, 19, 32.
Wonoredjo (Madioen), 36, 9, 13, pi. 22-
3, 27.
Wonosari (Gg. Kidoel), graven, 31-35,
15.
Wonosoenjo (Bangil), 37, 29.
Wringin Lawang (Trowoelan), 20, 7;
29, 139.
Y.
Yeh-Gange, Perian, 21, 173-8, ill.
Z.
Zuidergebergte, oudh. bij Kali
25, 147-9, ill.
Opak,
90

HM'
*L-L*itf)-âVOtKB*KU»Mtl
•