20.03.2014 Views

l9clshg

l9clshg

l9clshg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

op het terugdringen van het recidiverisico (zie de ‘What Works’ principes) is het daarom belangrijk<br />

om erop toe te zien dat in het proces van dossiervorming ook eventuele informatie over de relatie<br />

tussen middelengebruik en het delict wordt vermeld.<br />

Daarnaast zijn opvallend probleemgedrag voor het 12e jaar, een sterke criminele oriëntatie (omgang<br />

met voornamelijk foute vrienden), autoriteitsproblematiek, een slechte schoolbinding en het niet<br />

nakomen van afspraken met jeugdzorg / jeugdreclassering specifieke determinanten gerelateerd<br />

aan een verhoogd risico op het voortzetten van crimineel gedrag.<br />

Ook een ongunstig psychosociaal profiel, gekenmerkt door een relatief laag IQ, gebrekkige<br />

empathie, een gebrek aan gevoelens van schaamte en schuld, beïnvloedbaarheid en een laag besef<br />

van en inzicht in (achterliggende) problemen is een belangrijke determinant waarop extra gelet zou<br />

moeten worden. Een antisociale persoonlijkheidsstructuur tenslotte, onder andere in combinatie met<br />

een negatieve en wantrouwende ‘grondhouding’ en een uitdunnend pro-sociaal netwerk (te<br />

herkennen aan onder andere teruglopende schoolgang en verminderde deelname aan<br />

verenigingsleven zoals sporten of andere vrijetijdsbesteding) hangen sterk samen met verdere<br />

escalatie van delictgedrag tot in de (jong)volwassenheid.<br />

Zoals reeds eerder vermeld kan een inventarisatie van de manier en het moment waarop<br />

determinanten en profielen zich manifesteren bijdragen aan betere signalering. Eventuele<br />

problemen in de ontwikkeling van de empathische vermogen zouden pas moeten worden<br />

geïnventariseerd vanaf een bepaalde leeftijd bijvoorbeeld. Bij een niet-schoolgaand kind van 8 jaar<br />

oud spelen vermoedelijk andere zaken dan bij een jongen die op zijn 13e een winkeldiefstal pleegt.<br />

Mogelijk kunnen daarom ‘sets’ van belangrijke risicofactoren worden samengesteld die bij<br />

verschillende leeftijdsgroepen een relatief grote impact hebben.<br />

Randvoorwaarden interventies borgen<br />

Mogelijk kan de effectiviteit van hulpverlening worden verbeterd door te bevorderen dat meer<br />

bekend wordt over randvoorwaarden voor een (potentieel) effectieve interventie en te zorgen dat<br />

deze vervolgens optimaal geborgd worden. Bij de inkoop van jeugdhulpverlening, waarvoor<br />

gemeenten binnenkort zelf verantwoordelijk worden, zou er bijvoorbeeld op moeten worden<br />

toegezien dat aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, alvorens een interventie ingezet kan<br />

worden. Dat geeft de inkoper van deze zorg bovendien handvatten waar zij op kan letten bij het<br />

selecteren van de juiste interventies. Continuïteit van (nieuw) ingezette zorg is een dergelijke<br />

randvoorwaarde (bijvoorbeeld niet meer dan twee wisselingen van casemanager / gezinsvoogd per<br />

jaar) waarop kan worden gezien. In het geval van vechtsport als interventie (bijvoorbeeld bij een<br />

jeugdige delinquent met impulscontrole problematiek), zou deze alleen moeten worden ingezet mits<br />

de sportschool is gecertificeerd en het pedagogisch klimaat op de sportschool aantoonbaar deugt.<br />

De intensiteit van interventies moet hoog zijn<br />

De ernst en omvang van problematiek was bij een grote meerderheid van de Top 600 erg groot en<br />

verspreid over meerdere domeinen. Bovendien was de problematiek veel groter dan bij de Boefjes.<br />

Gelet op de drie belangrijkste ‘What Works’ beginselen (Andrews et al., 1990; Andrews & Bonta,<br />

2003) lijkt er dus veel mogelijk om te voorkomen dat jongeren, met een vergelijkbaar risicoprofiel als<br />

de Top 600 destijds, verder afglijden richting gewelddadige criminaliteit.<br />

69

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!