20.03.2014 Views

l9clshg

l9clshg

l9clshg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van de reclassering en mislukte taakstraffen (ontvluchten / onttrekken aan toezicht). Veel<br />

reclasseringsmaatregelen werden hierom teruggemeld.<br />

Wat is de psychische gesteldheid van de Top 600?<br />

De psychische gesteldheid is zorgelijk. In de dossiers van de onderzochte groep Top 600 cliënten<br />

zijn veel meldingen van en indicaties voor (psychosociale) problematiek aangetroffen. Veel cliënten<br />

leken mentaal ‘verhard’. Een grote meerderheid van de cliënten in dit onderzoek (90%) had<br />

problemen met empathische vermogens, wat betekent dat zij moeite hadden om zich in anderen te<br />

verplaatsen (zoals de slachtoffers van hun criminele gedrag). De gewetensfuncties leken grotendeels<br />

lacunair, dan wel niet goed tot ontwikkeling gekomen. Jongeren waren beïnvloedbaar, wat duidt op<br />

een zwakke ik-sterkte. Een groot deel van de jongeren uit de steekproef leek onvoldoende<br />

doordrongen van het besef een probleem te hebben (‘probleembesef’), en een nog groter deel<br />

ontbeerde inzicht in het ontstaan van deze problemen (‘probleeminzicht’).<br />

In termen van psychiatrische stoornissen kunnen wij stellen dat klinische As-I problematiek relatief<br />

weinig voorkwam gedurende de jeugd van de Top 600. Aanwijzingen voor As-II problematiek<br />

werden veel vaker gevonden, en dan met name wat betreft persoonlijkheidsproblematiek. De<br />

persoonlijkheidsontwikkeling is voor veel cliënten in het onderzoek zorgelijk. Bij driekwart werden<br />

aanwijzingen gevonden voor een (zich ontwikkelende) Type B persoonlijkheidsstoornis, met name de<br />

antisociale.<br />

De prevalentie van verstandelijke beperkingen lijkt hoog, maar daarbij moet worden opgemerkt dat<br />

sprake is van enkele methodologische beperkingen (zie eerder). Hoewel het lage IQ (wat vaak als<br />

enige indicator wordt gebruikt voor eventuele aanwezigheid van LVB problematiek) opvallend is,<br />

leken jongeren weinig problemen te ondervinden wat betreft hun aanpassingsvermogen in sociale<br />

situaties. Het probleem lijkt niet zozeer te zijn dat jongeren zich niet kunnen aanpassen, als wel dat<br />

zij zich aansluiten bij/ aanpassen aan de verkeerde personen (‘foute vrienden’).<br />

Zijn er aanwijzingen voor problematisch middelengebruik, en is er een relatie met delictgedrag?<br />

Er zijn veel aanwijzingen gevonden voor problematisch middelengebruik. Het bleek hier (bijna<br />

uitsluitend) om blowen te gaan, waarover bij tweederde van de jongeren (zorg)meldingen in de<br />

dossiers werden teruggevonden. Bij 29% van de onderzochte groep was sprake van alcoholgebruik,<br />

waarbij dit bij 6% als ernstig werd gekwalificeerd. Harddrugsproblematiek werd nauwelijks<br />

aangetroffen. Informatie over het gepleegd hebben van delicten ‘onder invloed’ was vaak niet terug<br />

te vinden in de dossiers (zie ook ‘methodologische aspecten’). In die gevallen waar er wel sprake was<br />

van het plegen van delicten onder invloed, gebeurde dat met name onder invloed van cannabis.<br />

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de Top 600 en de Boefjes wat betreft het<br />

voorkomen en de ernst van criminogene risicofactoren tijdens de jeugd?<br />

Top 600 cliënten waren, in vergelijking met de Boefjes, al tijdens hun jeugd veel sterker<br />

georiënteerd op criminaliteit en criminele vrienden(groepen). Delinquent gedrag en criminaliteit<br />

lijken hiermee bij de Top 600 al vanaf jonge leeftijd meer genormaliseerd, aangezien ook veel<br />

toppers opgroeiden in gezinnen met criminele gezinsleden; veel Top 600 cliënten hebben vaders<br />

en/of broers met politieantecedenten en/of die gedetineerd zijn geweest.<br />

63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!