20.03.2014 Views

l9clshg

l9clshg

l9clshg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

5. Discussie<br />

In dit onderzoek is de achterliggende problematiek van een steekproef uit de Top 600, een actuele<br />

dadergroep in Amsterdam, gedetailleerd in kaart gebracht. Van ruim 200 personen, die deel<br />

uitmaken van de Top 600, zijn dossiers in het kader van jeugdbescherming en -reclassering<br />

systematisch geïnventariseerd en geschikt gemaakt voor wetenschappelijk kwantitatief onderzoek.<br />

Het betreft dossiers uit de periode dat de huidige daders als minderjarige werden begeleid door<br />

Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) of, indien sprake was van een verstandelijke<br />

beperking, door de William Schrikker Groep (WSG). De informatie in deze rapportage biedt een<br />

retrospectieve weergave van de problemen waarmee personen uit de Top 600 te maken kregen en<br />

daarnaast van de problemen die zij zelf veroorzaakten, waarbij deze worden afgezet tegen een<br />

positieve vergelijkingsgroep. In dit rapport wordt geen actueel beeld van de Top 600 geschetst. De<br />

vraag hoe het delinquente gedrag van de Top 600 is te typeren vormt hierop een uitzondering,<br />

omdat voor de beantwoording hiervan mede gebruik werd gemaakt van recente informatie uit het<br />

registratiesysteem van de Politie Amsterdam-Amstelland.<br />

We starten met de bespreking van enkele methodologische aspecten van deze studie. Dan volgt de<br />

beantwoording van de onderzoeksvragen. Ten slotte zullen we kort reflecteren op de betekenis van<br />

deze resultaten. De focus wordt in deze discussie gelegd op de bevindingen over de Top 600,<br />

waarbij de resultaten van de vergelijking van de Top 600 met de Boefjes met name worden gebruikt<br />

ter ondersteuning van de aanbevelingen die worden geformuleerd ten aanzien van jeugdzorg die<br />

nu, of in de toekomst, gegeven gaat worden aan jongens met een vergelijkbaar risico als de Top 600<br />

op het afglijden richting ernstige vormen van (gewelddadige) criminaliteit.<br />

5.1 Methodologische aspecten van deze studie<br />

Kwaliteit dossiers<br />

In totaal is door de beoordelaars aan 452 dossiers een rapportcijfer toegekend dat de kwaliteit van<br />

de betreffende dossiers representeert. Het gemiddelde toegekende kwaliteitscijfer aan de Top 600-<br />

dossiers was 6,5 (op een schaal van 1 tot 10), dat van de Boefjes 6,7. Een kwart van de Top 600-<br />

dossiers is als ‘onvoldoende’ beoordeeld, en driekwart als voldoende, bij de Boefjes ging het om<br />

12% van de dossiers met een onvoldoende kwaliteitsbeoordeling. Aan de lage kwaliteit van een<br />

aantal dossiers worden verder geen consequenties verbonden. De FPJ biedt voldoende houvast<br />

voor het omgaan met ontbrekende informatie. Wel geeft het aan dat de jeugdzorgdossiers niet als<br />

een onuitputtelijke bron van informatie moeten worden beschouwd. Een goed voorbeeld in dit<br />

kader vormen de Processen Verbaal, en in het bijzonder de beschrijving van de omstandigheden<br />

waaronder delicten werden gepleegd. Vaak bevatten deze weinig informatie over de eventuele rol<br />

van middelen (drugs, alcohol). Hierdoor was een koppeling tussen middelengebruik en het delict,<br />

belangrijk voor het domein ‘Delictsituatie & drugs’ in veel gevallen niet te maken.<br />

59

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!