l9clshg
l9clshg l9clshg
Domein Delictsituatie & Drugs (zie bijlage 6.4) De LCA op dit domein geeft een 2-profiel oplossing als best passend model. Beide profielen kenmerken zich door geen tot nauwelijks jongeren die seksuele delicten pleegden en/of jongeren die delicten pleegden ten tijde van een acute psychotische toestand of na het stoppen van (bijvoorbeeld anti-psychotische) medicatie. Profiel 1, het grootste profiel qua aantal personen, wordt gevormd door 65% van de Top 600 en 91% van de Boefjes. Het gaat om de toppers en ‘boefjes’ die, in vergelijking met Profiel 2, geen delicten onder invloed van middelen en minder vaak relationele delicten hebben gepleegd. Iets meer dan eenderde (35%) van de Top 600, en slechts 9% van de Boefjes pleegde overwegend wel delicten onder invloed en relationele delicten, en wordt daarom ingedeeld in Profiel 2. Met name het gegeven dat ruim 90% van de Boefjes in Profiel 1 wordt ingedeeld is een indicatie dat het plegen van delicten niet onder invloed van middelen samenhangt met het stoppen met criminaliteit in de (jong)volwassenheid (‘desistance’) (zie tabel 4.19). Figuur 4.6 Oplossing latente klasse analyse op het FPJ-domein Delictsituatie & drugs Tabel 4.19 Verdeling Top 600 en Boefjes over de profielen op het domein Delictsituatie & drugs Top 600 Boefjes N = 333 (n = 95) missing (n = 238) missing % n % % n % Profiel 1 64.8 111 53.9 90.7 58 24.4 Profiel 2 35.2 9.3 totaal 100.0 100.0 55
Domein Psychologie & functies (zie bijlage 6.5) In deze LCA zijn de risicofactoren problemen met empathie, gewetensfuncties, ik-sterkte (beïnvloedbaarheid), impulscontrole, probleembesef en –inzicht en LVB-indicatie (obv IQ lager dan 85 en/of begeleid bij de WSG) meegenomen. Een model met drie profielen is op dit domein de best passende oplossing. De drie profielen lijken gecategoriseerd te kunnen worden tot een profiel met relatief weinig (Profiel 3) en een profiel met relatief veel (Profiel 2) problematiek. Profiel 1 ligt hier tussen in. De verdeling van de Top 600 en de Boefjes over deze drie profielen laat zien dat slechts 3% van de Top 600 in Profiel 3, met weinig problematiek valt. Eenderde (33%) valt in Profiel 1, met relatief veel problematiek en tweederde (64%) valt in Profiel 1 (midden). Van de Boefjes valt eenderde (36%) in Profiel 1 (midden), een vijfde (20%) in Profiel 2 (veel) en 43% in Profiel 3 (matig tot weinig problematiek). De Top 600 laat hiermee aanzienlijk meer problematiek zien, waarbij met name de samenhangende problematiek op de risicofactoren empathie, geweten, en probleembesef- en inzicht groot is in vergelijking met de Boefjes (zie tabel 4.20). Figuur 4.7 Oplossing latente klasse analyse op het FPJ-domein Psychologie & functies Tabel 4.20 Verdeling Top 600 en Boefjes over de profielen op het domein Psychologie & functies Top 600 Boefjes N = 332 (n=163) missing (n=169) missing % n % % n % Profiel 1 63.7 43 20.9 35.9 127 42.9 Profiel 2 33.2 20.2 Profiel 3 3.1 43.9 totaal 100.0 100.0 56
- Page 6 and 7: Aanbevelingen De resultaten van dit
- Page 8 and 9: 1. Achtergrond Jaarlijks komt een f
- Page 10 and 11: Voor de beantwoording van deze vrag
- Page 12 and 13: Omgevingsfactoren (gezin, school, b
- Page 14 and 15: patiënt op welk moment nodig heeft
- Page 16 and 17: Jeugdbescherming (JB): hulpverlenin
- Page 18 and 19: Over het eerste punt (de kwaliteit
- Page 20 and 21: Box 1: Voorbeeld uit de FPJ [Verwaa
- Page 22 and 23: 3.2 Politiedata Dankzij een samenwe
- Page 24 and 25: modellen worden berekend op basis v
- Page 26 and 27: Tabel 4.1 Samenstelling onderzoeksg
- Page 28 and 29: jeugdzorghistorie in Amsterdam is e
- Page 30 and 31: Vervolgens is, volgens dezelfde twe
- Page 32 and 33: 4.4 Hoe is het (historische) delinq
- Page 34 and 35: vallen zijn problemen met de aanwez
- Page 36 and 37: 4.6 Zijn er aanwijzingen voor probl
- Page 38 and 39: Verslavingsproblematiek, met uitzon
- Page 40 and 41: Tabel 4.11 Overzicht prevalenties r
- Page 42 and 43: 4.9 Vergelijking met de Boefjes In
- Page 44 and 45: secundaire netwerk (vriendenkring,
- Page 46 and 47: 2012). De Top 600 cliënten in dit
- Page 48 and 49: Tabel 4.14 Overzicht aanvullende it
- Page 50 and 51: Hiervoor is allereerst berekend bij
- Page 52 and 53: Oplossing LCA op het Domein ‘Hist
- Page 54 and 55: Profiel 1 (17% van de Top 600 en 53
- Page 58 and 59: Domein Psychiatrie & stoornissen (z
- Page 60 and 61: 5. Discussie In dit onderzoek is de
- Page 62 and 63: Causaliteit Hoewel de dossiers info
- Page 64 and 65: van de reclassering en mislukte taa
- Page 66 and 67: dat meer boefjes mishandeld zijn do
- Page 68 and 69: 5.3 Conclusie Het belangrijkste doe
- Page 70 and 71: op het terugdringen van het recidiv
- Page 72 and 73: Gezien de intensieve bemoeienis in
- Page 74 and 75: Toch is meer onderzoek nodig naar d
- Page 76 and 77: Eddy JM, Chamberlain P. Family mana
- Page 78 and 79: Vogel V de, Ruiter C de, Hildebrand
- Page 80 and 81: Lijst met afkortingen ADHD: Attenti
- Page 82 and 83: Bijlage 1. Selectiecriteria Top 600
- Page 84 and 85: 21. Escalerende gezinssituatie (rec
- Page 86 and 87: Zijn er aanwijzingen dat Topper voo
- Page 88 and 89: Bijlage 3. Inter-rater Reliability
- Page 90 and 91: Bijlage 4. Overige delicten de Boef
- Page 92 and 93: Delictsituatie en drugs Ook binnen
Domein Psychologie & functies (zie bijlage 6.5)<br />
In deze LCA zijn de risicofactoren problemen met empathie, gewetensfuncties, ik-sterkte<br />
(beïnvloedbaarheid), impulscontrole, probleembesef en –inzicht en LVB-indicatie (obv IQ lager dan<br />
85 en/of begeleid bij de WSG) meegenomen. Een model met drie profielen is op dit domein de best<br />
passende oplossing. De drie profielen lijken gecategoriseerd te kunnen worden tot een profiel met<br />
relatief weinig (Profiel 3) en een profiel met relatief veel (Profiel 2) problematiek. Profiel 1 ligt hier<br />
tussen in.<br />
De verdeling van de Top 600 en de Boefjes over deze drie profielen laat zien dat slechts 3% van de<br />
Top 600 in Profiel 3, met weinig problematiek valt. Eenderde (33%) valt in Profiel 1, met relatief veel<br />
problematiek en tweederde (64%) valt in Profiel 1 (midden). Van de Boefjes valt eenderde (36%) in<br />
Profiel 1 (midden), een vijfde (20%) in Profiel 2 (veel) en 43% in Profiel 3 (matig tot weinig<br />
problematiek). De Top 600 laat hiermee aanzienlijk meer problematiek zien, waarbij met name de<br />
samenhangende problematiek op de risicofactoren empathie, geweten, en probleembesef- en<br />
inzicht groot is in vergelijking met de Boefjes (zie tabel 4.20).<br />
Figuur 4.7 Oplossing latente klasse analyse op het FPJ-domein Psychologie & functies<br />
Tabel 4.20 Verdeling Top 600 en Boefjes over de profielen op het domein Psychologie & functies<br />
Top 600<br />
Boefjes<br />
N = 332<br />
(n=163) missing (n=169) missing<br />
% n % % n %<br />
Profiel 1 63.7 43 20.9 35.9 127 42.9<br />
Profiel 2 33.2 20.2<br />
Profiel 3 3.1 43.9<br />
totaal 100.0 100.0<br />
56