l9clshg
l9clshg l9clshg
Hiervoor is allereerst berekend bij hoeveel van de onderzochte Top 600 cliënten minimaal één ernstige risicofactor per FPJ-domein is aangetroffen (zie figuur 4.1). Hieruit blijkt het domein ‘Opvoeding en milieu’ over de gehele linie het meest problematisch, van vrijwel alle Top 600 cliënten (97%) is minimaal één ernstige risicofactor uit dit domein teruggevonden. Ook het domein ‘Psychologie en functies’ is bij veel jongeren problematisch, in ruim driekwart (77%) van de dossiers is minimaal één ernstige risicofactor aangetroffen. Van ongeveer de helft van de Top 600 cliënten is in ieder geval één ernstige risicofactor in de dossiers gevonden binnen de domeinen ‘Sociaal en relationeel’ en ‘Psychiatrie en stoornissen’. Net als bij de Top 600 wordt bij de Boefjes in vrijwel alle gevallen (96%) ook minimaal één ernstige risicofactor gevonden in het domein opvoeding & milieu en wordt relatief weinig problematiek gevonden uit het domein delictsituatie & drugs (8%). Op de overige domeinen is, in vergelijking met de Top 600, aanzienlijk minder (ernstige) problematiek teruggevonden: 53% van de Boefjes heeft minimaal één ernstige risicofactor uit het domein psychologie & functies, 33% uit het domein psychiatrie & stoornissen en 26% uit het domein sociaal / relationeel (zie figuur 4.1). 100% 97% 96% 80% 77% percentage 60% 40% 53% 51% 26% 46% 33% Top600 De boefjes 20% 9% 8% 0% Opvoeding & milieu Psychologie & functies Sociaal / relationeel Psychiatrie & stoornissen Delictsituatie & drugs minimaal een ernstige risicofactor per FPJ-domein Figuur 4.1. Percentage Top 600-cliënten en ‘boefjes’ met minimaal één ernstige risicofactor per FPJdomein De weergave van de mate waarin de risicofactoren over de verschillende domeinen zijn verdeeld is waarschijnlijk een onderschatting. Voor het berekenen van een somscore van minimaal één ernstige risicofactor is aan Top 600 cliënten van wie over een domein in het geheel geen informatie in het dossier is teruggevonden de score 0 (‘geen ernstige risicofactor’) toegekend. Feitelijk is dat echter niet bekend. Van alle 206 Top 600 cliënten van wie de dossiers zijn bestudeerd is in ieder geval één ernstige risicofactor gescoord. Geen enkele topper was hiermee zonder ernstige risico’s. In totaal zijn er bij 75 Top 600 cliënten (37%) ernstige risicofactoren uit één, of maximaal twee FPJ-domeinen 49
teruggevonden. De risicofactoren zijn bij de bulk van de Top 600 verspreid over drie of vier verschillende FPJ-domeinen (57%). Van 12 Top 600 cliënten (6%) zijn op basis van de informatie uit hun jeugdzorgdossiers ernstige risicofactoren in alle probleemdomeinen geconstateerd (zie figuur 4.2). De accumulatie van ernstige risicofactoren in de groep boefjes is aanzienlijk lager. Een derde (33%) van de Boefjes heeft slecht op één domein een ernstige risicofactor, 28% op twee domeinen, 25% op drie en 13% op vier. Slechts 1% van de Boefjes heeft op de vijf belangrijkste domeinen minimaal één ernstige risicofactor (zie figuur 4.2). 40% 33% 30% 28% 29% 25% 28% percentage 20% 17% 20% 13% Top600 De boefjes 10% 0% 1 2 3 4 5 6% 1% aantal FPJ-domeinen met minimaal 1 ernstige risicofactor Figuur 4.2. Accumulatie van ernstige risicofactoren van de Top 600 en de Boefjes over de verschillende FPJ-domeinen 4.11 Profielen Met behulp van Latente klasse analyses (LCA), uitgevoerd met het programma LATENT – GOLD 4.0, is de onderlinge samenhang van risicofactoren bij subgroepen van personen met een vergelijkbaar ‘risicoprofiel’, onderzocht. Met behulp van deze samenhang kan inzichtelijk worden gemaakt of deze subgroepen betekenisvol te onderscheiden zijn. Het kan zowel gaan om verschillen tussen de onderzoeksgroepen Top600 en de Boefjes als om subgroepen binnen deze twee groepen. In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van de LCA op het domein ‘Historie crimineel en gewelddadig gedrag’ uitgebreid, en presenteren we de uitkomsten van de LCA’s op de andere domeinen korter. Uitgebreidere resultaten van deze analyses zijn per domein terug te vinden in bijlage 6. 50
- Page 2 and 3: In de nesten Analyse van de voorges
- Page 4 and 5: Inhoudsopgave Samenvatting 1. Achte
- Page 6 and 7: Aanbevelingen De resultaten van dit
- Page 8 and 9: 1. Achtergrond Jaarlijks komt een f
- Page 10 and 11: Voor de beantwoording van deze vrag
- Page 12 and 13: Omgevingsfactoren (gezin, school, b
- Page 14 and 15: patiënt op welk moment nodig heeft
- Page 16 and 17: Jeugdbescherming (JB): hulpverlenin
- Page 18 and 19: Over het eerste punt (de kwaliteit
- Page 20 and 21: Box 1: Voorbeeld uit de FPJ [Verwaa
- Page 22 and 23: 3.2 Politiedata Dankzij een samenwe
- Page 24 and 25: modellen worden berekend op basis v
- Page 26 and 27: Tabel 4.1 Samenstelling onderzoeksg
- Page 28 and 29: jeugdzorghistorie in Amsterdam is e
- Page 30 and 31: Vervolgens is, volgens dezelfde twe
- Page 32 and 33: 4.4 Hoe is het (historische) delinq
- Page 34 and 35: vallen zijn problemen met de aanwez
- Page 36 and 37: 4.6 Zijn er aanwijzingen voor probl
- Page 38 and 39: Verslavingsproblematiek, met uitzon
- Page 40 and 41: Tabel 4.11 Overzicht prevalenties r
- Page 42 and 43: 4.9 Vergelijking met de Boefjes In
- Page 44 and 45: secundaire netwerk (vriendenkring,
- Page 46 and 47: 2012). De Top 600 cliënten in dit
- Page 48 and 49: Tabel 4.14 Overzicht aanvullende it
- Page 52 and 53: Oplossing LCA op het Domein ‘Hist
- Page 54 and 55: Profiel 1 (17% van de Top 600 en 53
- Page 56 and 57: Domein Delictsituatie & Drugs (zie
- Page 58 and 59: Domein Psychiatrie & stoornissen (z
- Page 60 and 61: 5. Discussie In dit onderzoek is de
- Page 62 and 63: Causaliteit Hoewel de dossiers info
- Page 64 and 65: van de reclassering en mislukte taa
- Page 66 and 67: dat meer boefjes mishandeld zijn do
- Page 68 and 69: 5.3 Conclusie Het belangrijkste doe
- Page 70 and 71: op het terugdringen van het recidiv
- Page 72 and 73: Gezien de intensieve bemoeienis in
- Page 74 and 75: Toch is meer onderzoek nodig naar d
- Page 76 and 77: Eddy JM, Chamberlain P. Family mana
- Page 78 and 79: Vogel V de, Ruiter C de, Hildebrand
- Page 80 and 81: Lijst met afkortingen ADHD: Attenti
- Page 82 and 83: Bijlage 1. Selectiecriteria Top 600
- Page 84 and 85: 21. Escalerende gezinssituatie (rec
- Page 86 and 87: Zijn er aanwijzingen dat Topper voo
- Page 88 and 89: Bijlage 3. Inter-rater Reliability
- Page 90 and 91: Bijlage 4. Overige delicten de Boef
- Page 92 and 93: Delictsituatie en drugs Ook binnen
Hiervoor is allereerst berekend bij hoeveel van de onderzochte Top 600 cliënten minimaal één<br />
ernstige risicofactor per FPJ-domein is aangetroffen (zie figuur 4.1). Hieruit blijkt het domein<br />
‘Opvoeding en milieu’ over de gehele linie het meest problematisch, van vrijwel alle Top 600<br />
cliënten (97%) is minimaal één ernstige risicofactor uit dit domein teruggevonden. Ook het domein<br />
‘Psychologie en functies’ is bij veel jongeren problematisch, in ruim driekwart (77%) van de dossiers<br />
is minimaal één ernstige risicofactor aangetroffen. Van ongeveer de helft van de Top 600 cliënten is<br />
in ieder geval één ernstige risicofactor in de dossiers gevonden binnen de domeinen ‘Sociaal en<br />
relationeel’ en ‘Psychiatrie en stoornissen’.<br />
Net als bij de Top 600 wordt bij de Boefjes in vrijwel alle gevallen (96%) ook minimaal één ernstige<br />
risicofactor gevonden in het domein opvoeding & milieu en wordt relatief weinig problematiek<br />
gevonden uit het domein delictsituatie & drugs (8%). Op de overige domeinen is, in vergelijking met<br />
de Top 600, aanzienlijk minder (ernstige) problematiek teruggevonden: 53% van de Boefjes heeft<br />
minimaal één ernstige risicofactor uit het domein psychologie & functies, 33% uit het domein<br />
psychiatrie & stoornissen en 26% uit het domein sociaal / relationeel (zie figuur 4.1).<br />
100%<br />
97% 96%<br />
80%<br />
77%<br />
percentage<br />
60%<br />
40%<br />
53%<br />
51%<br />
26%<br />
46%<br />
33%<br />
Top600<br />
De boefjes<br />
20%<br />
9%<br />
8%<br />
0%<br />
Opvoeding &<br />
milieu<br />
Psychologie &<br />
functies<br />
Sociaal /<br />
relationeel<br />
Psychiatrie &<br />
stoornissen<br />
Delictsituatie &<br />
drugs<br />
minimaal een ernstige risicofactor per FPJ-domein<br />
Figuur 4.1. Percentage Top 600-cliënten en ‘boefjes’ met minimaal één ernstige risicofactor per FPJdomein<br />
De weergave van de mate waarin de risicofactoren over de verschillende domeinen zijn verdeeld is<br />
waarschijnlijk een onderschatting. Voor het berekenen van een somscore van minimaal één ernstige<br />
risicofactor is aan Top 600 cliënten van wie over een domein in het geheel geen informatie in het<br />
dossier is teruggevonden de score 0 (‘geen ernstige risicofactor’) toegekend. Feitelijk is dat echter<br />
niet bekend.<br />
Van alle 206 Top 600 cliënten van wie de dossiers zijn bestudeerd is in ieder geval één ernstige<br />
risicofactor gescoord. Geen enkele topper was hiermee zonder ernstige risico’s. In totaal zijn er bij<br />
75 Top 600 cliënten (37%) ernstige risicofactoren uit één, of maximaal twee FPJ-domeinen<br />
49