l9clshg
l9clshg
l9clshg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tabel 4.12 Overzicht onderzoeken, maatregelen, straffen, begeleiding en therapie/training<br />
Top 600<br />
de Boefjes<br />
Onderzoek n % n % p<br />
PO 106 62.0 156 52.9<br />
Straf<br />
Maatregel<br />
BARO 161 94.2 277 93.9<br />
Instellingsverslag 39 22.8 34 11.5 **<br />
(jeugd)detentie 116 72.5 118 40.0 ***<br />
Taakstraf 106 66.3 202 68.5<br />
HALT 70 40.9 102 34.6<br />
Nachtdetentie 7 4.1 16 5.4<br />
MHS 149 87.1 266 90.2<br />
OTS 77 45.0 154 54.2<br />
vOTS 9 5.6 43 14.6 **<br />
T&B 69 40.4 115 39.0<br />
GBM 11 6.1 1 0.3 ***<br />
PIJ 7 4.1 2 0.7 *<br />
(v)OTS<br />
Begeleiding<br />
NP(T) 110 64.3 136 46.1 ***<br />
ITB 47 27.5 26 8.8 ***<br />
ITBcriem 48 23.3 53 18.0<br />
BOPPI 17 9.9 105 35.6 ***<br />
Therapie en training<br />
SoVa 54 31.6 74 25.1<br />
FFT / MST 56 32.7 80 27.1<br />
Agressieregulatie 32 18.7 50 16.9<br />
Overige ^ 117 56.8 181 61.4 ***<br />
NOTE: missings niet opgenomen in tabel; * p < .05; ** p < .01; *** p < .001; ^ o.a. VideoHome Training,<br />
Slachtoffer in beeld, Top-project, Equiptraining; PO= psychiatrisch/psychologisch/persoonlijkheidsonderzoek;<br />
BARO= Basis Raadsonderzoek (Raad voor de kinderbescherming); HALT= Het alternatief; MHS= Maatregel Hulp<br />
en Steun; (v)OTS= (voorlopige) Ondertoezichtstelling; T&B= Toezicht & Begeleiding; GBM= Gedragsbeïnvloedende<br />
Maatregel; PIJ= Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen; NP(T)= Nieuwe Perspectieven (bij<br />
Terugkeer); ITB(criem)= Intensieve Trajectbegeleiding (criminaliteit in relatie integratie van etnische<br />
minderheden); BOPPI= intensieve huiswerkbegeleiding; SoVa= Sociale Vaardigheidstraining; FFT= Functional<br />
Family Therapy; MST= Multi-Systeem Therapie<br />
Gezinssituatie<br />
Er zijn geen verschillen gevonden van de dominante woonsituatie van de jongeren. Een minderheid<br />
van de jongeren in beide groepen is als kind opgegroeid in een gezin waarin beide (biologische)<br />
ouders als opvoeder aanwezig waren (41% vs. 36%)). Een ongeveer even grote groep is in een<br />
eenoudergezin bij de moeder opgegroeid (beide 40%). Hiernaast is de dominante woonsituatie bij<br />
13% van de Top 600 cliënten en 21% van de Boefjes omschreven als wisselend. Dit kon zijn<br />
wisselend tussen ouder(s), grootouder(s), broers/zussen, andere familieleden of een pleeggezin (zie<br />
tabel 4.13). Van meer dan de helft van de Top 600 (58%) zijn de ouders gescheiden (tegen 45% van<br />
de Boefjes). Dat is ongeveer twee á drie keer zo vaak als gemiddeld in Nederland, ongeveer 1 op de<br />
6 Nederlandse kinderen (17%) maakt een echtscheiding mee (Centraal Bureau voor de Statistiek,<br />
44