l9clshg
l9clshg
l9clshg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
opvoeding geconstateerd. Ook zijn meer Top 600 cliënten opgegroeid in een gezin met criminele<br />
gezinsleden (1.14 vs. 0.53), onder abnormale gezinsomstandigheden (met name verstoorde ouderkind<br />
hiërarchie; 0.68 vs. 0.35). De Top 600 cliënten zelf, waren ook al zelf tijdens hun jeugd meer<br />
crimineel georiënteerd (1.47 vs. 0.69) en stelden zich minder begeleidbaar op richting jeugdzorg<br />
(onttrekken / ontvluchten) (0.86 vs 0.60).<br />
De enige risicofactor uit het domein Opvoeding & milieu waar de Boefjes gemiddeld hoger op<br />
scoorden is mishandeling door ander (0.20 vs 0.37).<br />
Delictsituatie en drugs<br />
In het domein delictsituatie en drugs wordt met 6 risicofactoren inzichtelijk gemaakt onder welke<br />
omstandigheden de jongeren hun delicten hebben gepleegd. Ook op dit domein is meer en<br />
ernstiger problematiek aangetroffen in de Top 600 dossiers. Ongeveer de helft van de Top 600<br />
heeft in zijn jeugd (weleens) een delict gepleegd onder invloed van middelen met een (vermoedelijk)<br />
drempelverlagende uitwerking (0.53 vs. 0.14). Meer specifiek ging dit om alcohol (0.37 vs. 0.09) en<br />
cannabis (0.30 vs. 0.08) bij ongeveer een derde van de Top 600 tegen ongeveer een tiende van de<br />
Boefjes. Ook zijn door de Top 600 vaker delicten gepleegd in de relationele sfeer, of in ieder geval<br />
waarbij een (vage) bekende het slachtoffer was, mogelijk vanuit een wraakmotief (0.37 vs. 0.28).<br />
Psychologie & functies<br />
Ook in het domein Psychologie en functies is de problematiek van de Top 600 over de gehele linie<br />
ernstiger, met relatief grote verschillen in gemiddelde ernstscores. Zo worden al tijdens de jeugd<br />
van de Top 600 meer problemen met empathie en inlevingsvermogen (in de gevoelswereld van een<br />
ander) geconstateerd (1.18 vs. 0.70), was de gewetensontwikkeling vaker verstoord (1.36 vs. 0.96),<br />
was meer sprake van verstoorde identiteitsontwikkeling en beïnvloedbaarheid (1.23 vs. 1.03),<br />
werden vaker problemen met de impulsbeheersing en agressieregulatie vermeld (1.46 vs 0.95) en<br />
was het probleembesef en –inzicht vaker (gedeeltelijk) afwezig (1.46 vs. 0.95). In ongeveer twee<br />
derde van de Top 600 dossiers, en de helft van de Boefjes dossiers zijn ook IQ-scores gevonden. Het<br />
gemiddeld (totaal)IQ van de Top 600 was met 80 punten gemiddeld 8 punten lager dan dat van de<br />
Boefjes (88). Mogelijk ligt de verklaring hiervoor deels verscholen in afwijkingen in de samenstelling<br />
van beide onderzoeksgroepen. Bij slechts 6% van de dossiers van de Boefjes ging het om een WSGdossier<br />
(= LVB indicatie), tegen 28% van de Top 600.<br />
Psychiatrie & stoornissen<br />
Het algemene beeld van beide groepen is dat de meer klinische as-I problematiek in geringe mate<br />
aanwezig is. Op 5 van de 14 specifieke risicofactoren binnen het domein psychiatrie & stoornissen<br />
zijn significante verschillen gevonden tussen de groepen. De grootste verschillen tekenen zich af<br />
rond depressie, dat bij de groep Top 600 cliënten veel minder vaak als risicofactor is aangetroffen<br />
dan bij de Boefjes (0.12 vs. 0.32) en bij de persoonlijkheidsontwikkeling richting type B, waarbij de<br />
Top 600 gedurende hun jeugd juist al meer problematiek liet zien (1.18 vs. 0.55). Andere verschillen<br />
waarbij de Top 600 meer problematiek liet zijn (vermoedens voor) ADHD (0.30 vs. 0.22), seksueel<br />
probleemgedrag (0.17 vs. 0.06) en sadisme (0.06 vs. 0.1).<br />
Sociaal / relationeel<br />
De Top 600 liet over het algemeen tijdens hun jeugd al een meer ‘negatieve grondhouding’ zien<br />
(0.71 vs. 0.36) dan de Boefjes. Ook konden zij minder terugvallen op een pro-sociaal netwerk<br />
(familie, vrienden en/of bekenden met een positieve invloed) (0.94 vs. 0.56) en bestond hun<br />
42