KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie

KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie

kerkinactie.nl
from kerkinactie.nl More from this publisher
20.03.2014 Views

40 Over aandacht voor mantelzorgers is wel gesproken in de diaconie, maar daar is tot nu toe weinig mee gedaan, omdat we niet veel problemen op dit terrein tegenkomen. Dat zelfde geldt voor de armoedeproblematiek. Deze is er wel, maar niet in die mate als elders in ons land. Er is geen contact met de voedselbank. Dat is wel iets waar wat aan moet worden gedaan. In het algemeen geldt dat de werkeenheden te groot zijn en te weinig mensen het werk moeten doen. Men kan niet altijd alles doen. We zullen daarom goed moeten kijken wat er al gebeurt door anderen en waar we zonodig kunnen inspringen. De predikant De predikant is in 1989 als wijkpredikant in de gemeente gekomen. Als gevolg van teruglopend ledental en vermindering van het aantal wijkgemeenten is de predikant nu voor een derde van zijn tijd werkzaam in het ouderenpastoraat in tehuizen en zorgcentra in de gemeente. De overige tijd is hij elders werkzaam als gemeentepredikant. Zijn functie als pastoraal werker is destijds centraal geregeld in de kerkelijke gemeente. Er is geen officiële introductie geweest. Voor een deel heeft hij het bezoekwerk dat hij als wijkpredikant deed voortgezet. Hij probeert iedere bewoner die lid is van de kerk één keer per jaar te bezoeken. De zieken en alleenstaanden bezoekt hij vaker. Met de kinderen van de bewoners heeft hij in het algemeen geen contact. Hij ziet ze bij een begrafenis. Als hij ze een keer treft bij huisbezoek, geeft hij zijn kaartje af, zodat men desgewenst contact kan leggen. Meestal zijn zij blij dat hun vader en/of moeder contact heeft met iemand van de kerk. De ouderen zelf zeggen: “Je ziet de kerk, de dominee is geweest.” Vanuit de wijkgemeente is het zo geregeld dat ieder tehuis een ouderling heeft. Naast de ouderling zijn er contactpersonen die mensen bezoeken. Signalen van problemen geven zij door aan de ouderling en de wijkpredikant. In enkele tehuizen heeft de predikant voor het ouderenpastoraat met de ouderling contact, in andere met de contactpersoon. In de tehuizen komt geen wijkpredikant tenzij men daar om vraagt of bij ziekte of begrafenis. Aan het gewone huisbezoek in de tehuizen komen zij niet toe. Bij een verhuizing stuurde men meestal een bericht aan de wijkpredikant, maar nu wordt er vaak een bericht aan de predikant voor het ouderenpastoraat gestuurd. Bij één van de stichtingen die een tehuis beheert, is een geestelijk verzorger in dienst voor twee dagen in de week. Zij heeft geen kerkelijke binding. Van huis uit is zij roomskatholiek. Er is een werkverdeling: de predikant draagt zorg voor alle protestantse bewoners en de geestelijk verzorger voor alle andere bewoners en het personeel. Zij woont ook de vergaderingen bij en heeft contact met de organisatie. In het tehuis van Humanitas is er drie keer per jaar een kerkelijke activiteit: groothuisbezoek, avondmaal en een kerstviering. In weer twee andere tehuizen is er elke vrijdag een kerkdienst. De tehuizen regelen zelf voor deze diensten een predikant. Als er namens de Protestantse Gemeente avondmaal wordt gevierd, is er een ouderling van de wijkgemeente aanwezig. De predikant voor het ouderenpastoraat leidt deze diensten. Bij gewone kerkdiensten komen mensen van verschillende kerkelijke achtergronden. Bij het avondmaal ligt dat anders. Dan kan het voorkomen dat er in hetzelfde huis omstreeks dezelfde tijd twee avondmaalsdiensten zijn. Het is belangrijk voor mensen dat hun levensvragen een plek kunnen krijgen. Het is een probleem dat, doordat er minder tijd voor huisbezoek beschikbaar is, die levensvragen minder besproken kunnen worden. In zijn bezoekwerk merkt hij dat hervormden de dominee vragen op bezoek te komen om te overleggen over de tekst op de rouwkaart en de rouwdienst. Zij stellen meestal geen vragen over het verschijnen voor Gods troon. Die vraag hebben zij al verwerkt. Buitenkerkelijken ontmoeten de predikant weinig. Zij vallen buiten zijn opdracht. Hij kent ze niet en uit zichzelf melden zij zich niet. Diaconale problemen komt hij weinig tegen. In voorkomende gevallen verwijst hij naar een diaken, die er echter vaak al van weet. Eenzaamheid komt veel voor. Men zoekt elkaar niet op. De populatie in de tehuizen verandert, omdat mensen zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Dementie komt vaker voor. Bewoners hebben er angst voor. Zij willen niet afhankelijk worden. De voorzitter van de plaatselijke PCOB De PCOB in de provincie is opgebouwd uit 26 lokale afdelingen. Per gemeente is er één afdeling. Zo is er ook in deze burgerlijke gemeente een afdeling. Het bestuur van de provincie, een gewest, heeft 8 à 10 leden. Het gewest organiseert overkoepelende activiteiten. Het gewest is op zijn beurt weer met twee personen vertegenwoordigd in de landelijke algemene vergadering. Beleidsintenties vanuit het landelijk bestuur gaan naar de afdelingen. Deze maken hun mening kenbaar aan het gewest. Vandaaruit worden de reacties aan het landelijk bestuur doorgegeven. Het landelijk bestuur neemt beslissingen over beleidszaken. De activiteiten in de afdelingen kan men in twee verschillende soorten onderscheiden. Er zijn sociaal-culturele activiteiten, zoals lezingen, en gezelligheidsmiddagen. Dit zijn interne activiteiten. Daarnaast zijn er activiteiten gericht op individuele en collectieve belangenbehartiging. Bij het eerste kan men denken aan het invullen van formulieren alsook aan de keuring voor het rijbewijs. Bij de collectieve belangenbehartiging valt te denken aan regelingen van de overheid of andere instellingen op het terrein

41 van wonen, zorg, welzijn enzovoort. Een collectieve ziektekostenverzekering valt hier ook toe te rekenen. Hier ter plaatse doen de drie ouderenbonden - de KBO, de ANBO en de PCOB - de belangenbehartiging gezamenlijk in het Stedelijk Overleg Ouderenbonden. Het bestuur bestaat uit 6 leden: elke ouderenbond vaardigt twee personen af. De bonden leveren om de beurt voor twee jaar een voorzitter. De belangenbehartiging richt zich op wonen, zorg, welzijn, mobiliteitszaken en op sociaal-economische hulpverlening. Het overleg onderhoudt contacten met de gemeente en diverse instellingen. Er is een afzonderlijke werkgroep voor de WMO. Ook is er een werkgroep politiek die contacten onderhoudt met de politieke partijen. De plaatselijke afdeling telt ongeveer 800 leden die uit alle protestantse kerken afkomstig zijn. Dit is een betrekkelijk laag aantal voor een gemeente met deze omvang. Er leeft nog de gedachte, wellicht gevoed vanuit het verleden, dat een ouderenbond een gezelligheidsclub is. Veel kerken die zelf spelletjesmiddagen en gezelligheidsactiviteiten organiseerden voor ouderen waren bang voor concurrentie. De activiteiten van de PCOB zijn nu veel breder. Dat geldt ook voor de sociaal-culturele activiteiten waarin lezingen zijn opgenomen over diverse onderwerpen. In het overleg van de ouderenbonden komen de onderwerpen wonen, zorg en welzijn regelmatig aan de orde en men discussieert daarover. Bijvoorbeeld: in de stad bieden de woningbouwcorporaties woningen via internet te huur aan. Ouderen hebben echter vaak geen computer. De ouderenbonden hebben de corporaties hierop attent gemaakt. In bouwplannen zijn wensen naar voren gebracht over specifieke punten voor ouderen (zoals de breedte van de deuren). Hiermee is rekening gehouden. Datzelfde geldt voor de pleidooien om meer seniorenwoningen te bouwen. Een ander voorbeeld: het vervoer moet zo geregeld zijn dat het voor de ouderen mogelijkheden biedt. Dit moet bij de verlening van concessies aan de vervoermaatschappijen aan de orde komen. Vaak is het Stedelijk Overleg Ouderenbonden reactief en reageert het op wat gebeurt. Het draagt echter ook zaken aan en wil daarmee pro-actief zijn, zoals bij de WMO. Regelmatig zijn er contacten met de gemeente, de woningbouwverenigingen, de thuiszorg, zorgverzekeraars en tehuizen. Ter ondersteuning van al dit werk is er een beroepskracht in dienst voor 22 uur in de week. Hiervoor ontvangen de ouderenbonden subsidie. Het is te hopen dat deze subsidie wordt gecontinueerd, omdat deze persoon waardevol werk doet. Ondanks de goede samenwerking willen de drie bonden niet fuseren vanwege het verschil in levensbeschouwelijke identiteit. Daardoor kijkt men soms toch anders tegen dingen aan en denkt men politiek verschillend. Niet over zaken als wonen, maar wel bijvoorbeeld over euthanasie. Er is geen relatie met de kerken. De leden zijn lid van verschillende kerken. Ieder protestants lid is welkom. Het is echter niet eenvoudig om met alle protestantse kerken contact te zoeken. Er zijn er zoveel en ieder met een eigen invalshoek. De PCOB heeft geen taak op pastoraal en diaconaal terrein en moet zich ook niet op die terreinen begeven. Er is in ieder geval in de afdeling niet over gesproken. Wellicht dat een project eenzaamheidsbestrijding gezamenlijk opgezet kan worden. PCOB en kerken komen elkaar echter tot nu toe niet tegen. De wethouder De CDA-wethouder is theologe en heeft onder meer zorg en ouderenbeleid in haar portefeuille. Het beleid: er is een beleidsnota waarin voor de komende tien jaar plannen ontwikkeld worden. De nota bevat drie onderdelen: I) Een inventarisatie van voorzieningen: welke willen we hebben en in welke hoeveelheid? II) Visie: wat willen we bereiken? III) De uitwerking en realisatie van de visie. De stad kent de komende tien jaar weinig vergrijzing. Dat komt onder andere door de studenten die in de stad wonen, terwijl in het verleden veel jonge gezinnen zijn weggetrokken, die niet zijn teruggekomen. De overgrote meerderheid van de ouderen – 85% – wil langer zelfstandig blijven wonen. Daardoor blijft men actief, terwijl men in een tehuis verhospitaliseert. Daar wordt alles voor de mensen gedaan, terwijl men vaak nog dingen zelf kan doen. Door de relatief geringe vergrijzing zijn er geen wachtlijsten voor de verzorgingshuizen. Wel komen er oudere mensen uit de regio om hier zorg te krijgen. De vraag naar intramurale zorg neemt hiermee af, terwijl die naar extramurale zorg toeneemt. Er zullen veranderingen komen. Zo zijn er servicezones in ontwikkeling, zodat het mogelijk is dat mensen in hun eigen wijk oud worden en met behulp van netwerken zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Te denken is daarbij aan een winkelcentrum dat gemakkelijk bereikbaar is, geschikte woningen, een huisarts in de nabijheid, een bankje om buiten op te kunnen zitten en kleine maar belangrijke details zoals een verkeerslicht dat wat langer op groen staat. Een kerk in de nabijheid is ook voor veel ouderen belangrijk. Kortom, men zal aan grote en kleine voorzieningen moeten denken. Met de zones zal men het eerst beginnen in de oudere wijken. Een belangrijk aandachtspunt is dat ouderen niet in een isolement raken als zij zelfstandig thuis blijven wonen. Daarom zullen vanuit de gemeente alle alleenstaande ouderen van 75 jaar en ouder bezocht worden. Op zo’n manier kunnen zij geïnformeerd worden over de voorzieningen die er zijn. Ook kan de gemeente een beeld krijgen van de zorg die zij nodig hebben en of zij eenzaam zijn. Daarna kan bekeken worden hoe eventuele problemen zijn op te lossen. De taak van mantelzorgers zal intensiever worden. De gemeente wil daarop inspelen door ervoor te zorgen dat in de wijken steunpunten voor mantelzorgers komen. De wethouder vindt vanuit haar politieke visie mantelzorg in

40<br />

Over aandacht voor mantelzorgers is wel gesproken <strong>in</strong> de<br />

diaconie, maar daar is tot nu toe we<strong>in</strong>ig mee gedaan,<br />

omdat we niet veel problemen op dit terre<strong>in</strong> tegenkomen.<br />

Dat zelfde geldt voor de armoedeproblematiek. Deze is er<br />

wel, maar niet <strong>in</strong> die mate als elders <strong>in</strong> ons land. Er is geen<br />

contact met de voedselbank. Dat is wel iets waar wat aan<br />

moet worden gedaan.<br />

In het algemeen geldt dat de werkeenheden te groot zijn<br />

en te we<strong>in</strong>ig mensen het werk moeten doen. Men kan niet<br />

altijd alles doen. We zullen daarom goed moeten kijken wat<br />

er al gebeurt door anderen en waar we zonodig kunnen<br />

<strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gen.<br />

De predikant<br />

De predikant is <strong>in</strong> 1989 als wijkpredikant <strong>in</strong> de<br />

gemeente gekomen. Als gevolg van teruglopend<br />

ledental en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van het aantal wijkgemeenten<br />

is de predikant nu voor een derde van zijn<br />

tijd werkzaam <strong>in</strong> het ouderenpastoraat <strong>in</strong> tehuizen en<br />

zorgcentra <strong>in</strong> de gemeente. De overige tijd is hij<br />

elders werkzaam als gemeentepredikant.<br />

Zijn functie als pastoraal werker is destijds centraal geregeld<br />

<strong>in</strong> de kerkelijke gemeente. Er is geen officiële <strong>in</strong>troductie<br />

geweest. Voor een deel heeft hij het bezoekwerk dat hij<br />

als wijkpredikant deed voortgezet. Hij probeert iedere bewoner<br />

die lid is van de kerk één keer per jaar te bezoeken. De<br />

zieken en alleenstaanden bezoekt hij vaker. Met de k<strong>in</strong>deren<br />

van de bewoners heeft hij <strong>in</strong> het algemeen geen contact. Hij<br />

ziet ze bij een begrafenis. Als hij ze een keer treft bij huisbezoek,<br />

geeft hij zijn kaartje af, zodat men desgewenst contact<br />

kan leggen. Meestal zijn zij blij dat hun vader en/of moeder<br />

contact heeft met iemand van de kerk. De ouderen zelf zeggen:<br />

“Je ziet de kerk, de dom<strong>in</strong>ee is geweest.”<br />

Vanuit de wijkgemeente is het zo geregeld dat ieder tehuis<br />

een ouderl<strong>in</strong>g heeft. Naast de ouderl<strong>in</strong>g zijn er contactpersonen<br />

die mensen bezoeken. Signalen van problemen<br />

geven zij door aan de ouderl<strong>in</strong>g en de wijkpredikant. In<br />

enkele tehuizen heeft de predikant voor het ouderenpastoraat<br />

met de ouderl<strong>in</strong>g contact, <strong>in</strong> andere met de contactpersoon.<br />

In de tehuizen komt geen wijkpredikant tenzij men<br />

daar om vraagt of bij ziekte of begrafenis. Aan het gewone<br />

huisbezoek <strong>in</strong> de tehuizen komen zij niet toe. Bij een verhuiz<strong>in</strong>g<br />

stuurde men meestal een bericht aan de wijkpredikant,<br />

maar nu wordt er vaak een bericht aan de predikant<br />

voor het ouderenpastoraat gestuurd.<br />

Bij één van de sticht<strong>in</strong>gen die een tehuis beheert, is een<br />

geestelijk verzorger <strong>in</strong> dienst voor twee dagen <strong>in</strong> de week.<br />

Zij heeft geen kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Van huis uit is zij roomskatholiek.<br />

Er is een werkverdel<strong>in</strong>g: de predikant draagt zorg<br />

voor alle protestantse bewoners en de geestelijk verzorger<br />

voor alle andere bewoners en het personeel. Zij woont ook<br />

de vergader<strong>in</strong>gen bij en heeft contact met de organisatie.<br />

In het tehuis van Humanitas is er drie keer per jaar een<br />

kerkelijke activiteit: groothuisbezoek, avondmaal en een<br />

kerstvier<strong>in</strong>g.<br />

In weer twee andere tehuizen is er elke vrijdag een kerkdienst.<br />

De tehuizen regelen zelf voor deze diensten een<br />

predikant. Als er namens de Protestantse Gemeente<br />

avondmaal wordt gevierd, is er een ouderl<strong>in</strong>g van de wijkgemeente<br />

aanwezig. De predikant voor het ouderenpastoraat<br />

leidt deze diensten. Bij gewone kerkdiensten komen<br />

mensen van verschillende kerkelijke achtergronden. Bij het<br />

avondmaal ligt dat anders. Dan kan het voorkomen dat er<br />

<strong>in</strong> hetzelfde huis omstreeks dezelfde tijd twee avondmaalsdiensten<br />

zijn.<br />

Het is belangrijk voor mensen dat hun levensvragen een<br />

plek kunnen krijgen. Het is een probleem dat, doordat er<br />

m<strong>in</strong>der tijd voor huisbezoek beschikbaar is, die levensvragen<br />

m<strong>in</strong>der besproken kunnen worden. In zijn bezoekwerk<br />

merkt hij dat hervormden de dom<strong>in</strong>ee vragen op bezoek te<br />

komen om te overleggen over de tekst op de rouwkaart en<br />

de rouwdienst. Zij stellen meestal geen vragen over het<br />

verschijnen voor Gods troon. Die vraag hebben zij al verwerkt.<br />

Buitenkerkelijken ontmoeten de predikant we<strong>in</strong>ig. Zij vallen<br />

buiten zijn opdracht. Hij kent ze niet en uit zichzelf melden<br />

zij zich niet.<br />

Diaconale problemen komt hij we<strong>in</strong>ig tegen. In voorkomende<br />

gevallen verwijst hij naar een diaken, die er echter vaak<br />

al van weet. Eenzaamheid komt veel voor. Men zoekt elkaar<br />

niet op.<br />

De populatie <strong>in</strong> de tehuizen verandert, omdat mensen zo<br />

lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Dementie komt<br />

vaker voor. Bewoners hebben er angst voor. Zij willen niet<br />

afhankelijk worden.<br />

De voorzitter van de plaatselijke PCOB<br />

De PCOB <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie is opgebouwd uit 26 lokale<br />

afdel<strong>in</strong>gen. Per gemeente is er één afdel<strong>in</strong>g. Zo is er<br />

ook <strong>in</strong> deze burgerlijke gemeente een afdel<strong>in</strong>g. Het<br />

bestuur van de prov<strong>in</strong>cie, een gewest, heeft 8 à 10<br />

leden. Het gewest organiseert overkoepelende activiteiten.<br />

Het gewest is op zijn beurt weer met twee<br />

personen vertegenwoordigd <strong>in</strong> de landelijke algemene<br />

vergader<strong>in</strong>g. Beleids<strong>in</strong>tenties vanuit het landelijk<br />

bestuur gaan naar de afdel<strong>in</strong>gen. Deze maken<br />

hun men<strong>in</strong>g kenbaar aan het gewest. Vandaaruit<br />

worden de reacties aan het landelijk bestuur doorgegeven.<br />

Het landelijk bestuur neemt besliss<strong>in</strong>gen<br />

over beleidszaken.<br />

De activiteiten <strong>in</strong> de afdel<strong>in</strong>gen kan men <strong>in</strong> twee verschillende<br />

soorten onderscheiden.<br />

Er zijn sociaal-culturele activiteiten, zoals lez<strong>in</strong>gen, en<br />

gezelligheidsmiddagen. Dit zijn <strong>in</strong>terne activiteiten. Daarnaast<br />

zijn er activiteiten gericht op <strong>in</strong>dividuele en collectieve<br />

belangenbehartig<strong>in</strong>g.<br />

Bij het eerste kan men denken aan het <strong>in</strong>vullen van formulieren<br />

alsook aan de keur<strong>in</strong>g voor het rijbewijs. Bij de<br />

collectieve belangenbehartig<strong>in</strong>g valt te denken aan regel<strong>in</strong>gen<br />

van de overheid of andere <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!