KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie

KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie

kerkinactie.nl
from kerkinactie.nl More from this publisher
20.03.2014 Views

38 Er is een goede samenwerking met de andere ouderenbonden, waardoor de oprichting kon plaatsvinden van het OSO (Overleg Samenwerkende Ouderenbonden). Het organiseert gezamenlijke activiteiten zoals de organisatie van computercursussen. Vanuit het OSO neemt men deel aan het Senioren Platform. Alle belangenorganisaties nemen hieraan deel. Het OSO komt zes keer per jaar bijeen om de belangen van ouderen te behartigen. Er zijn goede contacten met de commissie Wet Voorziening Gehandicapten, de cliëntenraad Wet Werk en Bijstand, het steunpunt mantelzorgers en met de SWW. Vanuit het Senioren Platform neemt men deel aan het overleg over de WMO. Er is een afzonderlijk cluster ouderen. Het Platform heeft met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen een verkiezingsmanifest gemaakt, dat naar alle politieke partijen is gestuurd. Vier partijen hebben punten daaruit in hun programma opgenomen. Het platform is ook bij de partijen op bezoek geweest. Er zijn in de gemeente veel organisaties die zich bezighouden met ouderen en armoede. Dat heeft geleid tot de Stichting Omzien naar elkaar. Hierin zitten ook mensen van de cliëntenraad van de Sociale Dienst in en van de diaconie. De gemeente heeft een goede regeling voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. Daar wordt veel gebruik van gemaakt. Met de bijzondere bijstand is de gemeente royaal. De PCOB heeft ingangen bij de kerk. Zo is er met kerkenraden gesproken over eenzaamheid bij ouderen en over terminale zorg. Er is echter wel afstand. Men weet in de kerk niet wat men met deze vragen moet. De ene kerk zegt dat zij geen senioren in de kerkenraad heeft. Bij een andere kerk is er een gesprek met de dominee en een ouderling geweest. Het was een prettig gesprek, maar er kwam niets uit. In een wijk van de burgerlijke gemeente is er een breed overleg geweest met kerken. Verder dan dit overleg kwam men niet. Het gevolg is dat men langs elkaar heen werkt. Op de jubileumbijeenkomst van de PCOB – de afdeling bestaat dan 40 jaar – kwamen maar vier afgevaardigden van kerken. Ouderen zitten wel in de kerkenraad, maar dat werkt niet door naar organisaties als de PCOB. De kerk heeft leden met een verscheidenheid aan gaven en functies, maar heeft daar weinig weet van, omdat men niet over een sociale kaart van de eigen gemeente beschikt. Het werk dat vroeger in de kerk gebeurde op allerlei gebied – jongeren, ouderen enzovoort – heeft zich verzelfstandigd en de kerk heeft er geen zicht op wat daar gebeurt. In de kerk zit wat dat betreft te weinig structuur. Het zou belangrijk zijn voor de PCOB als er een aanspreekpunt in de kerken zou zijn. De Gemeenschap van Kerken die hierin een functie zou kunnen vervullen, komt niet van de grond. Wel worden bezinningsbijeenkomsten van de PCOB in het kerkblad aangekondigd. Het gaat soms om ingrijpende onderwerpen, zoals op het terrein van ethiek en zorg. Dat maakt iets los bij mensen. Maar bij wie in de kerk kan men zijn verhaal kwijt? Een punt dat aandacht zou verdienen in de kerk, is het hebben van een nieuwe relatie nadat men alleen is komen te staan. Hoe erken je die relatie in de nieuwe situatie? Kan je daarover een zegen krijgen? De wens van de PCOB is dat kerken zich meer inlaten met maatschappelijke onderwerpen en dat zij daarop aanspreekbaar zijn. De wethouder De wethouder van het CDA heeft onder meer volksgezondheid en zorg in haar portefeuille. In de gemeente wordt een algemeen beleid op het terrein van zorg en welzijn gevoerd. Er is wel veel aandacht voor ouderen, maar dat zit in het algemene beleid. Er is opbouwwerk in de wijken. In het ziekenhuis is er een zorgloket waar men terecht kan voor vragen over zorg en welzijn. De gemeente financiert dit. De gemeente wil niet alles naar zich toe trekken en pakt daarom samen met organisaties en groepen zaken aan. Vrijwilligers zijn te vinden als men mensen gericht vraagt. Dat bleek bij de vervulling van functies en het verrichten van taken in het openbaar onderwijs nadat dit verzelfstandigd was. Een onderwerp dat zich leent voor een gezamenlijke aanpak is eenzaamheid onder ouderen. De gemeente heeft hier onderzoek naar laten doen waaruit bleek dat dit toeneemt. Ook bij de WMO volgt de gemeente deze aanpak. Er is een WMO-raad waarin maatschappelijke organisaties, ook van ouderen, zitten evenals de cliëntenraden. Het gaat om een interactief proces. Voor dit alles is een projectleider aangesteld. Er zal nog nader bezien worden wie wat doet en welke taak de gemeente daarin heeft. Een en ander zal in een kadernota uitgewerkt worden. Tevens is in één van de wijken een pilotproject in het kader van de WMO gestart. Het is een naoorlogse wijk met veel vergrijzing en weinig voorzieningen. Men probeert mensen te activeren om zich in te zetten voor zichzelf, voor andere wijkbewoners en voor de buurt in het algemeen. Mensen moeten elkaar beter leren kennen en meer voor elkaar gaan doen. Geprobeerd kan worden om ouderen met een beperking de hulp zo aan te bieden dat zij langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Er is geen organisatorisch verband waarin kerken en lokale overheid elkaar ontmoeten. Het college van Burgemeester en Wethouders wordt, zo is de traditie, wel uitgenodigd bij de intrede van een nieuwe predikant. De gemeente zou het op prijs stellen als er lijnen kwamen naar de kerken. Te denken valt aan de voedselbank en de WMO. De kerken treden naar buiten niet samen op en hebben geen gezamenlijke spreekbuis. Dat is jammer, want daardoor verzandt er veel. Bij de voorlichting van het project Present, voor de inzet van vrijwilligers, waren de kerken wel uitgenodigd, maar behalve uit de kerken die het initiatief namen, de Christelijke Gereformeerde Kerk en de

39 Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, waren er geen vertegenwoordigers van kerken. De kerken hebben zich niet aangemeld om mee te doen met de WMO, hoewel zij hiervoor wel zijn uitgenodigd. Via huis-aan-huisbladen was iedereen uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. Daarbij waren de kerken niet aanwezig. Ook via de Gemeenschap van Kerken is geprobeerd om contact te krijgen, maar dat liep op niets uit. Als wethouder van het CDA betreurt zij deze gang van zaken. Ook voor het pilotproject zijn de kerken uitgenodigd. De projectleider weet ook niet waar het aan ligt dat de kerken niet reageren. Zij zal nog met de kerken gaan praten. De kerken kunnen een bijdrage leveren aan de uitvoering van de WMO. Hoe meer mensen meedenken, hoe beter! GEMEENTE Z (GROTE STAD) In deze gemeente is gesproken met gemeenteleden die actief zijn in het ouderenpastoraat en -diaconaat, met een predikant die werkzaam is in enige tehuizen en zorgcentra, met de voorzitter van de lokale PCOB-afdeling en met de wethouder, die zorg en ouderenbeleid in haar portefeuille had. Ouderenpastoraat en -diaconaat Het gesprek vindt plaats met drie gemeenteleden die betrokken zijn bij het ouderenpastoraat en -diaconaat in één van de wijkgemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland ter plaatse. De wijkkerkenraad kent werkgroepen voor onder meer pastoraat en diaconaat. Deze vallen onder de kerkenraad maar hebben een grote zelfstandigheid binnen het beleidsplan. De wijkgemeente is onderverdeeld in ‘kluften’ (geografische eenheid). Aan iedere kluft is één van de predikanten toegewezen evenals een ouderling en een diaken of lid van de werkgroep diaconaat. Er zijn momenteel veel vacatures, vooral voor het ambt van ouderling. De werkgroep diaconaat bestaat uit 18 personen. De kluften vergaderen twee à drie keer per jaar. Meer hoeft niet, omdat veel telefonisch geregeld kan worden. De werkzaamheden zijn geografisch en functioneel ingedeeld. Het pastorale bezoekwerk wordt door ouderlingen en leden van de kluftteams gedaan. De ouderling noteert voor de betreffende kluft wie er zijn bezocht. Zowel de mensen in de wijk als in de ziekenhuizen. Zo is er een goed functionerend netwerk opgebouwd waarin het prettig is om te werken. De predikanten komen minder aan bezoekwerk toe door bezuinigingen: het aantal formatieplaatsen is teruggebracht van 2,5 naar 1,4 fte. Ouderen krijgen, als zij daar prijzen op stellen, regelmatig bezoek; in ieder geval bij verjaardagen als het om een kroonjaar gaat en vanaf 75 jaar. Als mensen hulpvragen hebben, kunnen zij zich tot de kerk wenden en wordt geprobeerd om erin te voorzien. Meestal lukt dat wel, bijvoorbeeld bij het brengen van mensen naar het ziekenhuis. Voor de diverse werkzaamheden kan een beroep gedaan worden op een vrij grote groep mensen. Vanuit de kerk wordt jaarlijks een middaguitstapje voor ouderen georganiseerd en een kerstmaaltijd. Ouderen die de deur niet meer uitkunnen, voelen zich vaak alleen. Velen van hen vragen om een bezoek van een predikant. Dat kan niet altijd gehonoreerd worden, vooral nu er bezuinigd moet worden. In ieder geval gaat er een ouderling of contactpersoon heen. Als men om noodzakelijke redenen wil dat er een predikant komt, dan zal deze komen. Er zijn te weinig dominees voor het vele werk. Het werk komt neer op minder schouders. Bovendien neemt het aantal begrafenissen toe en die kosten veel tijd en energie van de predikant. In de wijkgemeente zijn 7 tehuizen voor ouderen. Hiervoor is een predikant beschikbaar voor bezoekwerk en begrafenissen. Deze gaat echter binnenkort met emeritaat en het is niet zeker of hij opgevolgd wordt. In het tehuis waarvoor geen predikant beschikbaar is, een huis van Humanitas, vinden drie keer per jaar ontmoetingsmiddagen plaats, waarbij ook één van de wijkpredikanten aanwezig is. In de tehuizen wordt groothuisbezoek gehouden. Er is een grote variatie in onderwerpen, omdat gekeken wordt naar wat de mensen graag willen bespreken. In het tehuis waaraan geen predikant verbonden is, wordt één keer in de veertien dagen op vrijdagochtend een kerkdienst gehouden. In de wijkgemeente zijn 4 vrouwenverenigingen en is er één soos, die vooral door oudere gemeenteleden bezocht wordt. Er is geen contact met ouderen buiten de kerk. Er was in het verleden contact met een stedelijke commissie, met het oog op overleg en de uitwisseling van adressen. Toen wijkgemeenten moesten gaan fuseren om op te gaan in een groter geheel, is dit verwaterd vanwege de aandacht die dat proces vergde. Mensen kunnen doordat zij thuis meer hulp kunnen krijgen langer zelfstandig blijven wonen. Er is altijd een zorg voor elkaar geweest in de wijk en in de tehuizen. We stimuleren dat mensen aandacht aan elkaar besteden. Dat kunnen kleine, maar toch belangrijke dingen zijn, zoals erop letten of de gordijnen ‘s ochtends wel opengaan. Als er vragen zijn, is het belangrijk om dat aan de kerkenraad te melden zodat er zonodig actie kan worden ondernomen. In voorkomende gevallen nemen we contact op met de maatschappelijke dienstverlening. De kerk kan haar kennis en relaties inbrengen in de beleidsvorming in het kader van de WMO. Daarover is nog niet gesproken, maar dat zal wel moeten gebeuren. We hebben als wijkgemeente een beleidsplan. Dat zou je bekend moeten maken, ook buiten de kerk, ook zouden we duidelijk moeten maken wat we te bieden hebben en dan niet alleen aan mensen van de kerk. We hebben wel eens geprobeerd iets op te zetten voor hulp bij het invullen van formulieren. Daar maakten ouderen geen gebruik van, omdat zij een eigen netwerk hebben.

39<br />

Gereformeerde <strong>Kerk</strong> vrijgemaakt, waren er geen vertegenwoordigers<br />

van kerken.<br />

De kerken hebben zich niet aangemeld om mee te doen<br />

met de WMO, hoewel zij hiervoor wel zijn uitgenodigd. Via<br />

huis-aan-huisbladen was iedereen uitgenodigd voor een<br />

<strong>in</strong>formatiebijeenkomst. Daarbij waren de kerken niet aanwezig.<br />

Ook via de Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en is geprobeerd<br />

om contact te krijgen, maar dat liep op niets uit. Als wethouder<br />

van het CDA betreurt zij deze gang van zaken. Ook<br />

voor het pilotproject zijn de kerken uitgenodigd. De projectleider<br />

weet ook niet waar het aan ligt dat de kerken niet<br />

reageren. Zij zal nog met de kerken gaan praten. De kerken<br />

kunnen een bijdrage leveren aan de uitvoer<strong>in</strong>g van de<br />

WMO. Hoe meer mensen meedenken, hoe beter!<br />

GEMEENTE Z (GROTE STAD)<br />

In deze gemeente is gesproken met gemeenteleden die<br />

actief zijn <strong>in</strong> het ouderenpastoraat en -diaconaat, met een<br />

predikant die werkzaam is <strong>in</strong> enige tehuizen en zorgcentra,<br />

met de voorzitter van de lokale PCOB-afdel<strong>in</strong>g en met de<br />

wethouder, die zorg en ouderenbeleid <strong>in</strong> haar portefeuille<br />

had.<br />

Ouderenpastoraat en -diaconaat<br />

Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats met drie gemeenteleden die<br />

betrokken zijn bij het ouderenpastoraat en -diaconaat<br />

<strong>in</strong> één van de wijkgemeenten van de Protestantse<br />

<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland ter plaatse.<br />

De wijkkerkenraad kent werkgroepen voor onder meer<br />

pastoraat en diaconaat. Deze vallen onder de kerkenraad<br />

maar hebben een grote zelfstandigheid b<strong>in</strong>nen het beleidsplan.<br />

De wijkgemeente is onderverdeeld <strong>in</strong> ‘kluften’ (geografische<br />

eenheid). Aan iedere kluft is één van de predikanten<br />

toegewezen evenals een ouderl<strong>in</strong>g en een diaken<br />

of lid van de werkgroep diaconaat. Er zijn momenteel veel<br />

vacatures, vooral voor het ambt van ouderl<strong>in</strong>g. De werkgroep<br />

diaconaat bestaat uit 18 personen. De kluften vergaderen<br />

twee à drie keer per jaar. Meer hoeft niet, omdat<br />

veel telefonisch geregeld kan worden.<br />

De werkzaamheden zijn geografisch en functioneel <strong>in</strong>gedeeld.<br />

Het pastorale bezoekwerk wordt door ouderl<strong>in</strong>gen<br />

en leden van de kluftteams gedaan. De ouderl<strong>in</strong>g noteert<br />

voor de betreffende kluft wie er zijn bezocht. Zowel de<br />

mensen <strong>in</strong> de wijk als <strong>in</strong> de ziekenhuizen. Zo is er een goed<br />

functionerend netwerk opgebouwd waar<strong>in</strong> het prettig is<br />

om te werken. De predikanten komen m<strong>in</strong>der aan bezoekwerk<br />

toe door bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen: het aantal formatieplaatsen is<br />

teruggebracht van 2,5 naar 1,4 fte.<br />

Ouderen krijgen, als zij daar prijzen op stellen, regelmatig<br />

bezoek; <strong>in</strong> ieder geval bij verjaardagen als het om een<br />

kroonjaar gaat en vanaf 75 jaar. Als mensen hulpvragen<br />

hebben, kunnen zij zich tot de kerk wenden en wordt<br />

geprobeerd om er<strong>in</strong> te voorzien. Meestal lukt dat wel,<br />

bijvoorbeeld bij het brengen van mensen naar het ziekenhuis.<br />

Voor de diverse werkzaamheden kan een beroep<br />

gedaan worden op een vrij grote groep mensen. Vanuit de<br />

kerk wordt jaarlijks een middaguitstapje voor ouderen<br />

georganiseerd en een kerstmaaltijd.<br />

Ouderen die de deur niet meer uitkunnen, voelen zich vaak<br />

alleen. Velen van hen vragen om een bezoek van een predikant.<br />

Dat kan niet altijd gehonoreerd worden, vooral nu<br />

er bezu<strong>in</strong>igd moet worden. In ieder geval gaat er een<br />

ouderl<strong>in</strong>g of contactpersoon heen. Als men om noodzakelijke<br />

redenen wil dat er een predikant komt, dan zal deze<br />

komen. Er zijn te we<strong>in</strong>ig dom<strong>in</strong>ees voor het vele werk. Het<br />

werk komt neer op m<strong>in</strong>der schouders. Bovendien neemt<br />

het aantal begrafenissen toe en die kosten veel tijd en<br />

energie van de predikant.<br />

In de wijkgemeente zijn 7 tehuizen voor ouderen. Hiervoor<br />

is een predikant beschikbaar voor bezoekwerk en begrafenissen.<br />

Deze gaat echter b<strong>in</strong>nenkort met emeritaat en het<br />

is niet zeker of hij opgevolgd wordt. In het tehuis waarvoor<br />

geen predikant beschikbaar is, een huis van Humanitas,<br />

v<strong>in</strong>den drie keer per jaar ontmoet<strong>in</strong>gsmiddagen plaats,<br />

waarbij ook één van de wijkpredikanten aanwezig is. In de<br />

tehuizen wordt groothuisbezoek gehouden. Er is een grote<br />

variatie <strong>in</strong> onderwerpen, omdat gekeken wordt naar wat de<br />

mensen graag willen bespreken. In het tehuis waaraan<br />

geen predikant verbonden is, wordt één keer <strong>in</strong> de veertien<br />

dagen op vrijdagochtend een kerkdienst gehouden.<br />

In de wijkgemeente zijn 4 vrouwenverenig<strong>in</strong>gen en is er<br />

één soos, die vooral door oudere gemeenteleden bezocht<br />

wordt.<br />

Er is geen contact met ouderen buiten de kerk. Er was <strong>in</strong><br />

het verleden contact met een stedelijke commissie, met<br />

het oog op overleg en de uitwissel<strong>in</strong>g van adressen. Toen<br />

wijkgemeenten moesten gaan fuseren om op te gaan <strong>in</strong><br />

een groter geheel, is dit verwaterd vanwege de aandacht<br />

die dat proces vergde.<br />

Mensen kunnen doordat zij thuis meer hulp kunnen krijgen<br />

langer zelfstandig blijven wonen. Er is altijd een zorg voor<br />

elkaar geweest <strong>in</strong> de wijk en <strong>in</strong> de tehuizen. We stimuleren<br />

dat mensen aandacht aan elkaar besteden. Dat kunnen<br />

kle<strong>in</strong>e, maar toch belangrijke d<strong>in</strong>gen zijn, zoals erop letten<br />

of de gordijnen ‘s ochtends wel opengaan. Als er vragen<br />

zijn, is het belangrijk om dat aan de kerkenraad te melden<br />

zodat er zonodig actie kan worden ondernomen. In voorkomende<br />

gevallen nemen we contact op met de maatschappelijke<br />

dienstverlen<strong>in</strong>g.<br />

De kerk kan haar kennis en relaties <strong>in</strong>brengen <strong>in</strong> de<br />

beleidsvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het kader van de WMO. Daarover is nog<br />

niet gesproken, maar dat zal wel moeten gebeuren. We<br />

hebben als wijkgemeente een beleidsplan. Dat zou je<br />

bekend moeten maken, ook buiten de kerk, ook zouden we<br />

duidelijk moeten maken wat we te bieden hebben en dan<br />

niet alleen aan mensen van de kerk. We hebben wel eens<br />

geprobeerd iets op te zetten voor hulp bij het <strong>in</strong>vullen van<br />

formulieren. Daar maakten ouderen geen gebruik van,<br />

omdat zij een eigen netwerk hebben.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!