KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie
KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie
KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8<br />
blijkt dat de <strong>in</strong>zet voor hongerigen, dorstigen, vreemdel<strong>in</strong>gen,<br />
naakten, zieken en gevangenen de toetssteen vormt<br />
voor de waarachtigheid van het geloof. De ouderen worden<br />
<strong>in</strong> deze opsomm<strong>in</strong>g niet afzonderlijk genoemd, maar<br />
gezien de fysieke en daarmee ook sociale en economische<br />
kwetsbaarheid, behoorden zij toch om het met een hedendaags<br />
woord te zeggen tot de ‘risicogroepen’.<br />
De zes genoemde werken vormen samen met het begraven<br />
van de doden (overgenomen uit het jodendom: het niet<br />
krijgen van en goede begrafenis en het naamloos ten<br />
onder gaan <strong>in</strong> de geschiedenis was een schande) de zeven<br />
werken van barmhartigheid. Ze komen <strong>in</strong> de geschiedenis<br />
van het christendom tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> allerlei activiteiten,<br />
zoals <strong>in</strong> de opvang en verzorg<strong>in</strong>g van zieken, mensen met<br />
een handicap, zwervers, bedelaars en ook ouderen voor<br />
zover zij hulpbehoevend waren. Het middeleeuwse hospitaal,<br />
gasthuis, is daarvan een voorbeeld. Vanaf de latere<br />
Middeleeuwen lieten kerkelijke of burgerlijke armenbesturen<br />
hofjes bouwen of besteedden zij de behoeftigen uit aan<br />
de zogeheten ‘houvrouwen’, die tegen vergoed<strong>in</strong>g zorgbehoevenden<br />
<strong>in</strong> hun won<strong>in</strong>g, hun ‘houhuis’ opnamen. Weer<br />
later, vanaf de negentiende eeuw, beheerden diaconieën<br />
rusthuizen.<br />
BELEIDSONTWIKKELINGEN NA DE<br />
TWEEDE WERELDOORLOG 5<br />
Dit neemt niet weg dat voor veel ouderen hun bestaan<br />
verbonden was met bestaansonzekerheid, armoede en als<br />
vernederend ervaren afhankelijkheid van familie, kerk en<br />
armenzorg. Hoezeer dat alles gevoeld werd, blijkt uit de<br />
grote weerklank die de eerste algemene oude dagvoorzien<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> Nederland vond. Het g<strong>in</strong>g daarbij om de ‘noodwet-<br />
Drees’ uit 1947, genoemd naar de toenmalige m<strong>in</strong>ister van<br />
Sociale Zaken. Deze noodwet was de voorloper van de<br />
AOW, die met <strong>in</strong>gang van 1 januari 1957 werd <strong>in</strong>gevoerd.<br />
De wet paste <strong>in</strong> het ‘bejaardenbeleid’ (dat was toen de<br />
aanduid<strong>in</strong>g) van de eerste decennia na de Tweede Werel d-<br />
oorlog. Dit was vooral een huisvest<strong>in</strong>gs- en <strong>in</strong>komens beleid<br />
dat vorm kreeg <strong>in</strong> de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van rusthuizen (vanaf de<br />
<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wet op de bejaardenoorden <strong>in</strong> 1963<br />
bejaardentehuizen geheten) en de verwezenlijk<strong>in</strong>g van<br />
sociale zekerheid om de band tussen oud en arm te doorbreken.<br />
Dit beleid werd vooral centraal, door de landelijke<br />
overheid, gestuurd.<br />
Ook diaconieën waren hierbij actief betrokken. Zij namen<br />
het <strong>in</strong>itiatief tot het oprichten van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de zorg,<br />
bijvoorbeeld de ziekenzorg en de wijkverpleg<strong>in</strong>g. Veel<br />
diaconieën hadden na 1963 ook een eigen bejaardentehuis,<br />
waarvoor zij de bestuurlijke verantwoordelijkheid droegen.<br />
De visie die aan dit alles destijds ten grondslag lag, was<br />
dat bejaarden, ouden van dagen, recht hadden op rust na<br />
hun arbeidzaam leven. Daarom mochten zij zich terugtrekken<br />
uit de samenlev<strong>in</strong>g. Niet voor niets sprak men van<br />
rusthuizen.<br />
Vanaf de jaren zeventig veranderen het beeld en het beleid<br />
sterk. Het beleid wordt nu gericht op wat heet een ‘<strong>in</strong>tegraal<br />
ouderenbeleid’, dat wil zeggen: een samenstel van<br />
voorzien<strong>in</strong>gen moet ervoor zorgen dat ouderen zo lang<br />
mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren, dat hun<br />
zelfredzaamheid bevorderd wordt, dat zij maatschappelijk<br />
kunnen participeren en dat zij geïntegreerd zijn <strong>in</strong> de<br />
samenlev<strong>in</strong>g. Daartoe komen er bijvoorbeeld dienstencentra,<br />
wordt de Pas 65+ <strong>in</strong>gevoerd en verzorg<strong>in</strong>gstehuizen<br />
krijgen medezeggenschapscommissies. Ook volgen er<br />
aanzetten voor het zogeheten ‘substitutiebeleid’, waarbij<br />
verschillende stappen <strong>in</strong> de zorgverlen<strong>in</strong>g onderscheiden<br />
worden:<br />
− Allereerst moet je jezelf kunnen redden (zelfredzaamheid).<br />
− Dan is de vraag of en <strong>in</strong> hoeverre <strong>in</strong>formele hulp<br />
verleend kan worden door partner, k<strong>in</strong>deren of buren.<br />
− Als deze niet of maar gedeeltelijk mogelijk en toereikend<br />
is, volgt <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van professionele hulpverlen<strong>in</strong>g,<br />
vooral de thuiszorg.<br />
− Als sluitstuk, als iemand niet meer zelfstandig kan<br />
wonen, volgt opname <strong>in</strong> een verzorg<strong>in</strong>g- of verpleegtehuis.<br />
De nadruk moest komen te liggen op extramuraliser<strong>in</strong>g.<br />
Vanaf midden jaren negentig zien we een volgende<br />
beleidsfase optreden, die van ‘moderniser<strong>in</strong>g ouderenbeleid’.<br />
Dit houdt onder meer <strong>in</strong>:<br />
- Zorgvernieuw<strong>in</strong>g, die moet leiden tot ‘zorg op maat’. Dat<br />
wil zeggen dat de zorgvrager en niet degene die de zorg<br />
aanbiedt de zorg moet bepalen (van aanbodgestuurde<br />
naar vraaggestuurde zorg). De <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van het persoonsgebonden<br />
budget past hierbij.<br />
− De genoemde trits van het substitutiebeleid blijft van<br />
kracht: mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig<br />
kunnen blijven wonen en <strong>in</strong> hun eigen omgev<strong>in</strong>g blijven<br />
functioneren.<br />
− Verdwijnen van schotten (of het doorzichtig maken<br />
daarvan (transmuraliser<strong>in</strong>g) tussen de verschillende<br />
vormen van zorg, bijvoorbeeld door de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />
woon-zorgcomplexen, wijkmaaltijdvoorzien<strong>in</strong>gen, dagen<br />
nachtopvang; <strong>in</strong>tensieve 24-uursvoorzien<strong>in</strong>gen en<br />
dergelijke. Op dit terre<strong>in</strong> v<strong>in</strong>den allerlei vernieuw<strong>in</strong>gen<br />
en experimenten plaats.<br />
− Regionale <strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>g voor het totale pakket aan<br />
zorg om zo de objectiviteit <strong>in</strong> de toewijz<strong>in</strong>g zoveel<br />
mogelijk te kunnen garanderen.<br />
In de afgelopen jaren zijn vele nota’s en adviezen verschenen<br />
over het ouderenbeleid.<br />
De f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>valshoek is daar<strong>in</strong> prom<strong>in</strong>ent aanwezig, ook<br />
al wordt meestal nadrukkelijk gesteld dat vergrijz<strong>in</strong>g niet<br />
alleen of allereerst als een probleem gezien moet worden,<br />
maar dat het erom gaat tot een benader<strong>in</strong>g te komen waar<strong>in</strong><br />
ouderen zoveel mogelijk tot hun recht kunnen komen en<br />
5<br />
Het hierna volgende is terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> vele publicaties. Voor een algemeen overzicht van de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het beleid ten aanzien van welzijn en zorg: Ido de Haan/<br />
Jan Willem Duyvendak (red.), In het hart van de verzorg<strong>in</strong>gsstaat. Het M<strong>in</strong>isterie van Maatschappelijk Werk en zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS), 1952-2002, Zutphen<br />
2002.