20.03.2014 Views

KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie

KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie

KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>KERKELIJKE</strong> <strong>BETROKKENHEID</strong><br />

<strong>BIJ</strong> <strong>OUDEREN</strong><br />

EEN ONDERZOEK IN GRONINGEN EN DRENTHE


<strong>KERKELIJKE</strong> <strong>BETROKKENHEID</strong><br />

<strong>BIJ</strong> <strong>OUDEREN</strong><br />

EEN ONDERZOEK IN GRONINGEN EN DRENTHE<br />

HERMAN NOORDEGRAAF


INHOUDSOPGAVE<br />

PAG.<br />

WOORD VOORAF 4<br />

LEESWIJZER 5<br />

HOOFDSTUK 1: 7<br />

GESCHIEDENIS<br />

HOOFDSTUK 2: 11<br />

KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />

HOOFDSTUK 3: 31<br />

KWALITATIEF ONDERZOEK<br />

HOOFDSTUK 4: 45<br />

CONCLUSIES, WAARNEMINGEN EN SUGGESTIES<br />

LITERATUUROPGAVE 53<br />

<strong>BIJ</strong>LAGE 1: 55<br />

VRAGENLIJST MET AANBIEDINGSBRIEF<br />

COLOFON 60


WOORD VOORAF<br />

4<br />

Er is waarschijnlijk geen kerkelijke gemeente <strong>in</strong> Nederland te v<strong>in</strong>den die niet op de een of andere manier aandacht<br />

besteedt aan ouderen en waar<strong>in</strong> ouderen niet actief zijn <strong>in</strong> het kerkelijk werk. Er is echter reden voor kerken om zich goed<br />

af te vragen welke ontwikkel<strong>in</strong>gen zich voordoen voor ouderen en welke beelden van ouderen daarbij een rol spelen.<br />

De ontwikkel<strong>in</strong>gen gaan immers snel als het gaat om de positie van ouderen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g en hoe deze hun oud zijn<br />

beleven en ermee omgaan.<br />

We hoeven de krant maar op te slaan: vergrijz<strong>in</strong>g is door het toenemende aantal ouderen op alle fronten een veel besproken<br />

onderwerp. In die discussies spelen f<strong>in</strong>anciële overweg<strong>in</strong>gen een belangrijke rol – hoe de AOW en voorzien<strong>in</strong>gen op<br />

het terre<strong>in</strong> van zorg, welzijn, wonen te f<strong>in</strong>ancieren? Is dat nog wel op te brengen? En wie zal dat betalen? In het beleid<br />

voor zorg, wonen en welzijn v<strong>in</strong>den grote verander<strong>in</strong>gen plaats die erop gericht zijn ouderen zo lang mogelijk zelfstandig<br />

te laten wonen en een grotere eigen verantwoordelijkheid te stimuleren, zo niet af te dw<strong>in</strong>gen.<br />

Ook krijgt de burgerlijke gemeente een veel grotere verantwoordelijkheid voor dat beleid. Bij dat laatste valt vooral aan de<br />

Wet Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g (WMO) te denken, die <strong>in</strong> 2007 werd <strong>in</strong>gevoerd. Bij dat alles zijn ook de visies op en<br />

beelden van ouderen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g: worden zij vooral als een kostenpost gezien, dient de mondige, nog lang gezonde,<br />

actieve en van een goed pensioen voorziene oudere zich aan of wordt deze zelfredzaamheid overschat? 1<br />

Wat is, kan en moet <strong>in</strong> dat alles de bijdrage van kerken zijn? Wat betekenen deze ontwikkel<strong>in</strong>gen voor hun <strong>in</strong>zet en wat<br />

kunnen zij bijdragen aan de ontwikkel<strong>in</strong>g van een nieuw ouderenbeleid <strong>in</strong> de eigen kerkelijke gemeente en <strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>g<br />

en politiek? Voorwaarde voor een goede bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g hierop is dat men weet wat er nu <strong>in</strong> kerkelijke gemeenten gebeurt.<br />

Dat was de reden voor de Prov<strong>in</strong>ciale Gereformeerde Sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gsopbouw en Jeugdwerk Drenthe<br />

(PGSJ), Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen-Drenthe en <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong> om onderzoek te doen naar activiteiten van<br />

protestantse gemeenten met en voor ouderen. Dit onderzoek vond <strong>in</strong> 2005 en 2006 plaats met als hoofdvraag: wat gebeurt<br />

er momenteel <strong>in</strong> kerken zowel door als gericht op ouderen?<br />

Dit onderzoek werd <strong>in</strong> nauwe samenwerk<strong>in</strong>g met het Theologisch Wetenschappelijk Instituut (ThWI) van de Protestantse<br />

<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland opgezet, uitgevoerd en verwerkt. 2 Het ThWI verzorgt de predikantsopleid<strong>in</strong>gen van de Protestantse<br />

<strong>Kerk</strong> aan de theologische opleid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Utrecht en Leiden. Concreet betekende dit dat Herman Noordegraaf, docent en<br />

onderzoeker op het terre<strong>in</strong> van diaconaat <strong>in</strong> Leiden, het onderzoek uitvoerde <strong>in</strong> nauwe samenspraak met Henk Nobel,<br />

staffunctionaris van de PGSJ. Dit onderzoek kan gezien worden als een vervolg op:<br />

− De bundel Het zal ons een zorg zijn. Over toegankelijkheid en kwaliteit van zorg als opdracht voor diaconaat (2000,<br />

redactie Herman Noordegraaf). Daar<strong>in</strong> kwam <strong>in</strong> verkennende z<strong>in</strong> een aantal thema’s uit diaconaat en zorg aan de orde.<br />

− Een landelijk onderzoek naar de <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen <strong>in</strong> de zorg. Dit onderzoek werd uitgevoerd<br />

door drs Gert de Jong van het KASKI (onderzoeksbureau op het terre<strong>in</strong> van godsdienst en levensbeschouw<strong>in</strong>g)<br />

<strong>in</strong> opdracht van en <strong>in</strong> nauwe samenspraak met het ThWI (Herman Noordegraaf). Dit onderzoek bestond uit een<br />

enquête onder lokale kerkelijke gemeenten en <strong>in</strong>terviews met vertegenwoordigers van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en kerken <strong>in</strong><br />

drie plaatsen. De uitkomsten zijn neergelegd <strong>in</strong> twee rapporten van het KASKI (Gert de Jong): Diaconaat en zorg.<br />

Onderzoek naar de feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het veld van zorg (oktober 2003) en<br />

Diaconaat & Zorg <strong>in</strong> Den Haag. Onderzoek naar feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het veld<br />

van zorg, deelrapportage Den Haag (maart 2004).<br />

Het onderzoek <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe bestond, zoals nader toegelicht en beschreven zal worden, uit een enquête en<br />

<strong>in</strong>terviews <strong>in</strong> drie plaatsen met vertegenwoordigers uit politiek, ouderenbonden, ouderenwerk en kerken. In dit rapport<br />

zijn de resultaten en de uitkomsten daarvan te v<strong>in</strong>den met daaraan gekoppeld aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />

Het onderzoek werd begeleid door een klankbordgroep die zowel bij het opzetten van het onderzoek als bij de verwerk<strong>in</strong>g<br />

van de gegevens vele waardevolle adviezen gaf. Daarom: hartelijk dank aan de leden van de klankbordgroep, te weten<br />

B. van Noord-Hasper, J. van der Ploeg, B.J. Westerdijk, H.C. de Meijer en H. Kap<strong>in</strong>ga.<br />

Dank ook aan mevrouw Ch. Willigers voor het uittypen van de <strong>in</strong>terviews en P. Hofland voor de hulp bij de computerverwerk<strong>in</strong>g.<br />

Nadrukkelijk zijn <strong>in</strong> dit dankwoord ook te betrekken al degenen die de tijd en moeite moeite namen om de<br />

vragenlijsten <strong>in</strong> te vullen en degenen die ons <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terviews te woord stonden. Het onderzoeksverslag is geschreven<br />

door ondergetekende, daarbij gesteund door Henk Nobel.<br />

Dr. Herman Noordegraaf, docent en onderzoeker op het terre<strong>in</strong> van het diaconaat aan de<br />

Protestantse Theologische Universiteit, vestig<strong>in</strong>g Leiden.<br />

Leiden, mei 2007<br />

1<br />

Zie hierover bijvoorbeeld het artikel van Frits de Lange ‘Weg met de mythe van de tweede jeugd’ (Trouw 6 januari 2007)<br />

2 Vanaf 1 januari 2007 krijgt deze opleid<strong>in</strong>g vorm <strong>in</strong> de Protestants Theologische Universiteit (PthU).


LEESWIJZER<br />

5<br />

Deze publicatie is het verslag van een onderzoek naar activiteiten met en voor ouderen <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe vanuit de<br />

Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland dat <strong>in</strong> 2005 en 2006 plaatsvond. Dit onderzoek is het product van de samenwerk<strong>in</strong>g tussen<br />

de Prov<strong>in</strong>ciale Gereformeerde Sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gsopbouw en Jeugdwerk Drenthe (PGSJ), het Protestants<br />

Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen-Drenthe, <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong> en de Protestantse Theologische Universiteit. Het onderzoek beoogde<br />

gegevens te verkrijgen over wat <strong>in</strong> plaatselijke gemeenten met en voor ouderen gedaan wordt. 3 Hiertoe werden twee<br />

wegen bewandeld:<br />

− Het versturen van een vragenlijst naar de 270 gemeenten <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe. Deze veel omvattende vragenlijst<br />

probeerde zonder pretentie van volledigheid een breed beeld te krijgen van het werk op het terre<strong>in</strong> van ouderen. Zij is<br />

te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de bijlage. I<br />

− Het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek door het houden van <strong>in</strong>terviews <strong>in</strong> drie burgerlijke gemeenten. Daarbij<br />

zijn gesprekken gevoerd met mensen uit de kerkelijke gemeente, mensen die betrokken zijn bij ouderenwerk of<br />

-beleid en vertegenwoordigers van de PCOB, als één van de organisaties die ouderen vertegenwoordigen. Deze<br />

gesprekken beoogden <strong>in</strong> aanvull<strong>in</strong>g op antwoorden op de vragenlijst een nauwkeuriger beeld te geven van lokale<br />

praktijken. Daarbij kwam bovendien naast het perspectief vanuit de kerken ook dat van mensen buiten de kerken aan<br />

de orde (b<strong>in</strong>nen- en buitenperspectief). Wat betreft de keuze van de burgerlijke gemeenten: gekozen is voor een<br />

gemeente met een dorpsachtig karakter, een middelgrote gemeente en een grote stad.<br />

De opzet van deze rapportage is dat allereerst als achtergrond een aanduid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zeer grote lijnen wordt gegeven van<br />

enige bijbelse en historische lijnen (hoofdstuk 1). Daaruit komt naar voren dat naar bijbels besef elk mens als schepsel<br />

van God ertoe doet: ongeacht leeftijd, economische productiviteit en maatschappelijk nut: elk mens telt! Dat betekent dat<br />

ieder mens recht heeft op een materiële basis voor het bestaan en op volwaardige deelname aan de gemeenschap.<br />

Dit <strong>in</strong>zicht zal <strong>in</strong> iedere tijd anders <strong>in</strong>gevuld (moeten) worden, maar is als zodanig wel richt<strong>in</strong>g gevend. Mede gevoed<br />

vanuit dit <strong>in</strong>zicht is er zolang de christelijke kerk bestaat een <strong>in</strong>zet geweest voor ouderen die zorg behoefden.<br />

Ook wordt <strong>in</strong> zeer grote lijnen een overzicht gegeven van de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het beleid van de overheid. Dit is er nu op<br />

gericht om mensen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen en functioneren. Het beleid op het terre<strong>in</strong> van wonen, zorg<br />

en welzijn is daar steeds meer op gericht. Daarbij is ook een grotere nadruk op de eigen verantwoordelijkheid komen te<br />

liggen. Daarnaast krijgen burgerlijke gemeenten steeds meer beleidsverantwoordelijkheid. Daarbij valt vooral de Wet<br />

Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g (WMO) te noemen, die op 1 januari 2007 is <strong>in</strong>gevoerd. Deze wet raakt allen die op zorg<br />

zijn aangewezen en dus ook vele ouderen. 4<br />

In hoofdstuk 2 zijn de resultaten te v<strong>in</strong>den van de antwoorden op de vragenlijst. De belangrijkste conclusies zijn aan het<br />

e<strong>in</strong>d van het hoofdstuk nogmaals, en nu <strong>in</strong> een geheel geformuleerd, opgenomen en ook <strong>in</strong> hoofdstuk 4.<br />

In hoofdstuk 3 v<strong>in</strong>dt men een weergave van de <strong>in</strong>terviews. Ze geven een goed beeld van lokale praktijken op het terre<strong>in</strong><br />

van ouderenwerk, zoals die vanuit kerk, overheid, ouderenorganisaties, zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en welzijnswerk gestalte krijgen<br />

en de visies die zij hebben op de kerkelijke activiteiten en de waarder<strong>in</strong>g ervan. Aan het slot zijn ‘Enige waarnem<strong>in</strong>gen’ op<br />

grond van de gehouden <strong>in</strong>terviews geformuleerd (zie pag. 42).<br />

In hoofdstuk 4 zijn de conclusies en waarnem<strong>in</strong>gen uit de hoofdstukken 2 en 3 te v<strong>in</strong>den en een aantal suggesties voor<br />

kerkelijke gemeenten die geïnspireerd zijn door de uitkomsten van het onderzoek.<br />

Mei 2007<br />

Herman Noordegraaf<br />

3<br />

De Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland (PKN) is ontstaan uit de verenig<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>gang van 1 mei 2004 van de Nederlandse Hervormde <strong>Kerk</strong>, de Gereformeerde <strong>Kerk</strong>en <strong>in</strong><br />

Nederland en de Evangelisch-Lutherse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> het Kon<strong>in</strong>krijk der Nederlanden. B<strong>in</strong>nen de PKN kent men op lokaal niveau al naar gelang de verenig<strong>in</strong>g ook op plaatselijk<br />

vlak een feit is de protestantse gemeente, de hervormde gemeente, de gereformeerde kerk en de evangelisch-lutherse gemeente. Al deze gemeenten en kerken behoren<br />

tot de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland. In het rapport wordt eenvoudigheidshalve ter aanduid<strong>in</strong>g van al deze varianten gesproken over ‘de (kerkelijke) gemeente’. Wanneer<br />

er sprake is van de aanduid<strong>in</strong>g van de burgerlijke gemeente blijkt dat uit het z<strong>in</strong>sverband of wordt dat er uitdrukkelijk bij vermeld.<br />

4<br />

De WMO was dus nog niet van kracht <strong>in</strong> de tijd dat het onderzoek gehouden werd, maar wierp toen wel al haar schaduwen vooruit.


GESCHIEDENIS<br />

HOOFDSTUK 1<br />

7<br />

Voorafgaand aan de rapportage van de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van<br />

het onderzoek is het goed om als achtergrond van de<br />

huidige kerkelijke betrokkenheid enige zeer grote lijnen te<br />

trekken vanuit bijbel en christelijke traditie. Daarbij zullen<br />

ook de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het overheidsbeleid aan de orde<br />

moeten komen, omdat de huidige kerkelijke activiteiten<br />

daardoor sterk beïnvloed worden. We moeten zowel wat<br />

betreft de bijbelse gegevens als bij de historische lijnen<br />

vooraf opmerken dat dankzij de sterk gegroeide welvaart<br />

en de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> wetenschap en techniek de groep<br />

ouderen zeer divers is geworden en niet meer <strong>in</strong> hoofdzaak<br />

uit fysiek zwakke mensen bestaat. Veel ouderen nemen <strong>in</strong><br />

goede gezondheid deel aan het maatschappelijke en<br />

kerkelijke leven. Dat alleen al is een ontwikkel<strong>in</strong>g die om<br />

bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g op het kerkelijk werk vraagt.<br />

ENIGE <strong>BIJ</strong>BELSE EN KERKHISTORISCHE<br />

ACHTERGRONDEN<br />

‘Gedenk daarom je schepper <strong>in</strong> de dagen van je jeugd -<br />

voordat de slechte dagen komen en de jaren naderen<br />

waarvan je zegt: In deze jaren v<strong>in</strong>d ik we<strong>in</strong>ig vreugde<br />

meer.’ Met deze schrille bewoord<strong>in</strong>gen opent de Prediker<br />

zijn schilder<strong>in</strong>g van de dagen van de ouderdom die hij<br />

daarna <strong>in</strong> forse beeldspraak neerzet:<br />

‘Voordat de zon verduistert,<br />

de sterren en de maan niet langer stralen,<br />

de lucht ook na de regen grauw van wolken wordt...’<br />

(Prediker 12:1 e.v.; NBV).<br />

Natuurlijk is er <strong>in</strong> de bijbel ook het besef aanwezig dat de<br />

situatie niet altijd zo zwart is. Zo kunnen we <strong>in</strong> Psalm 92<br />

lezen over de rechtvaardigen die nog krachtig en fris zijn.<br />

Het prototype hiervan was Mozes van wie verhaald wordt<br />

dat hij 120 jaar was toen hij stierf en bij wie zijn krachten<br />

tot dan nog niet afgenomen waren. Het is echter begrijpelijk<br />

dat <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> de biologische wetten<br />

zich sterk konden doen gelden vanwege de ger<strong>in</strong>ge ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

van wetenschap en techniek het karakteristieke<br />

element van de ouderdom bij uitstek – het verval van<br />

krachten en de toegenomen kwetsbaarheid – eruit spr<strong>in</strong>gt.<br />

In het enige klaaglied van een oudere dat we <strong>in</strong> de bijbel<br />

v<strong>in</strong>den, Psalm 71, horen we de psalmist <strong>in</strong> niet m<strong>in</strong>der<br />

schrille bewoord<strong>in</strong>gen dan die we zojuist van de Prediker<br />

hoorden, zich beklagen over zijn afnemende krachten.<br />

Met de ouderdom neemt het gezichtsvermogen af, zoals<br />

van Isaac (Genesis 27:21), Jacob (Genesis 48:10) en van<br />

Eli (1 Samuel 3:2) is te lezen. Het is de tijd van het grijze<br />

haar (Jacob; Genesis 42:38) en de tijd dat de vrouw geen<br />

k<strong>in</strong>deren meer kan baren (Genesis 18:3).<br />

Hoe wordt <strong>in</strong> de bijbel met deze feitelijke constater<strong>in</strong>gen,<br />

die pijn doen omdat zij mensen <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend met hun kwetsbaarheid,<br />

beperk<strong>in</strong>gen en e<strong>in</strong>digheid confronteren, omgegaan?<br />

De sleutel daartoe v<strong>in</strong>den wij <strong>in</strong> de Tien Geboden en<br />

wel <strong>in</strong> het vijfde gebod:<br />

‘Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u<br />

gezegend met een lang leven <strong>in</strong> het land dat de Heer, uw<br />

God, u geven zal.’ (Exodus 20:12; vgl. Deuteronomium<br />

5:16; Leviticus 19:3).<br />

Elders v<strong>in</strong>den we bepal<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> het verlengde hiervan<br />

liggen, zoals dat men zijn ouders niet mag mishandelen<br />

(Exodus 21:15) of vervloeken (Exodus 21:17; Leviticus 20:9;<br />

Deuteronomium 27:16). En als de profeet Ezechiël over de<br />

zonden van Jeruzalem spreekt, noemt hij het verachten<br />

van de vader en de moeder <strong>in</strong> één adem met het uitbuiten<br />

van de vreemdel<strong>in</strong>g en het onrechtvaardig behandelen van<br />

weduwen en wezen.<br />

Dat dit alles gezegd wordt, is niet voor niets: blijkbaar was<br />

er op dit punt heel wat mis, anders zou dit noch <strong>in</strong> de oud-<br />

Israëlitische wetgev<strong>in</strong>g noch door de profeten worden<br />

gezegd. Maar waarom gaat het dan?<br />

Het eren van de vader en de moeder wordt meestal<br />

opgevat als een gehoorzaamheidsplicht van k<strong>in</strong>deren ten<br />

opzichte van hun ouders. Die gezagsrelatie speelt zeker<br />

mee, maar het gaat om meer of liever gezegd om iets diepers.<br />

De Tien Geboden vormen de afkondig<strong>in</strong>g van de<br />

bevrijd<strong>in</strong>g – God die het volk Israël uit het diensthuis<br />

Egypte, uit de slavernij geleid heeft. De Tien Geboden<br />

beogen deze bevrijd<strong>in</strong>g te waarborgen. De Israëlieten<br />

mogen niet opnieuw tot onvrijheid vervallen. In de oude<br />

Israëlitische samenlev<strong>in</strong>g behoren degenen tot de kwetsbare<br />

groepen die niet zelf meer <strong>in</strong> het agrarische bedrijf <strong>in</strong><br />

hun levenonderhoud kunnen voorzien. Ouderen behoorden<br />

tot die economisch niet-productieven. Tot de k<strong>in</strong>deren<br />

wordt daarom gezegd: schrijf je ouders niet af als zij door<br />

hun afnemende levenskracht niet zelf hun land meer<br />

kunnen bebouwen en het vee hoeden. Waar het om gaat <strong>in</strong><br />

het ‘eerbied tonen’ is heel concreet de verzorg<strong>in</strong>g van<br />

ouderen met voedsel en kled<strong>in</strong>g, het bieden van een woonverblijf,<br />

het geven van een respectvolle en waardige<br />

behandel<strong>in</strong>g en, als afsluit<strong>in</strong>g, een waardige begrafenis.<br />

Zo kunnen zij tot hun overlijden als bevrijde mensen blijven<br />

leven. Het gebod van het eren van de ouders en de<br />

Tien Geboden <strong>in</strong> hun geheel maken deel uit van de sociale<br />

wetgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Oude Testament. Deze was erop gericht<br />

om armoede te voorkomen en uit te bannen en om iedere<br />

Israëliet volwaardig lid van de gemeenschap te laten zijn.<br />

Dit gezichtspunt, dat elk mens ertoe doet, ongeacht leeftijd<br />

en economische productiviteit en nut, is een gezichtspunt<br />

dat voor alle tijden, ook de onze, van groot belang is.<br />

Daarbij gaat het om het bestrijden van armoede en het<br />

volwaardig deel uit kunnen maken van de gemeenschap.<br />

Hoe dit vorm krijgt, zal al naar gelang de omstandigheden<br />

variëren, maar de oproep blijft dezelfde.<br />

In het Nieuwe Testament worden deze lijnen doorgetrokken.<br />

De grondslag voor het diaconale handelen v<strong>in</strong>den we<br />

<strong>in</strong> Matteus 25:31-46, <strong>in</strong> de gelijkenis van het laatste oordeel.<br />

Deze zware kwalificatie – laatste oordeel - geeft aan<br />

dat hier de vraag <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is waar het nu echt op<br />

aankomt <strong>in</strong> het menselijke bestaan. Uit Jezus’ woorden


8<br />

blijkt dat de <strong>in</strong>zet voor hongerigen, dorstigen, vreemdel<strong>in</strong>gen,<br />

naakten, zieken en gevangenen de toetssteen vormt<br />

voor de waarachtigheid van het geloof. De ouderen worden<br />

<strong>in</strong> deze opsomm<strong>in</strong>g niet afzonderlijk genoemd, maar<br />

gezien de fysieke en daarmee ook sociale en economische<br />

kwetsbaarheid, behoorden zij toch om het met een hedendaags<br />

woord te zeggen tot de ‘risicogroepen’.<br />

De zes genoemde werken vormen samen met het begraven<br />

van de doden (overgenomen uit het jodendom: het niet<br />

krijgen van en goede begrafenis en het naamloos ten<br />

onder gaan <strong>in</strong> de geschiedenis was een schande) de zeven<br />

werken van barmhartigheid. Ze komen <strong>in</strong> de geschiedenis<br />

van het christendom tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> allerlei activiteiten,<br />

zoals <strong>in</strong> de opvang en verzorg<strong>in</strong>g van zieken, mensen met<br />

een handicap, zwervers, bedelaars en ook ouderen voor<br />

zover zij hulpbehoevend waren. Het middeleeuwse hospitaal,<br />

gasthuis, is daarvan een voorbeeld. Vanaf de latere<br />

Middeleeuwen lieten kerkelijke of burgerlijke armenbesturen<br />

hofjes bouwen of besteedden zij de behoeftigen uit aan<br />

de zogeheten ‘houvrouwen’, die tegen vergoed<strong>in</strong>g zorgbehoevenden<br />

<strong>in</strong> hun won<strong>in</strong>g, hun ‘houhuis’ opnamen. Weer<br />

later, vanaf de negentiende eeuw, beheerden diaconieën<br />

rusthuizen.<br />

BELEIDSONTWIKKELINGEN NA DE<br />

TWEEDE WERELDOORLOG 5<br />

Dit neemt niet weg dat voor veel ouderen hun bestaan<br />

verbonden was met bestaansonzekerheid, armoede en als<br />

vernederend ervaren afhankelijkheid van familie, kerk en<br />

armenzorg. Hoezeer dat alles gevoeld werd, blijkt uit de<br />

grote weerklank die de eerste algemene oude dagvoorzien<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> Nederland vond. Het g<strong>in</strong>g daarbij om de ‘noodwet-<br />

Drees’ uit 1947, genoemd naar de toenmalige m<strong>in</strong>ister van<br />

Sociale Zaken. Deze noodwet was de voorloper van de<br />

AOW, die met <strong>in</strong>gang van 1 januari 1957 werd <strong>in</strong>gevoerd.<br />

De wet paste <strong>in</strong> het ‘bejaardenbeleid’ (dat was toen de<br />

aanduid<strong>in</strong>g) van de eerste decennia na de Tweede Werel d-<br />

oorlog. Dit was vooral een huisvest<strong>in</strong>gs- en <strong>in</strong>komens beleid<br />

dat vorm kreeg <strong>in</strong> de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van rusthuizen (vanaf de<br />

<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wet op de bejaardenoorden <strong>in</strong> 1963<br />

bejaardentehuizen geheten) en de verwezenlijk<strong>in</strong>g van<br />

sociale zekerheid om de band tussen oud en arm te doorbreken.<br />

Dit beleid werd vooral centraal, door de landelijke<br />

overheid, gestuurd.<br />

Ook diaconieën waren hierbij actief betrokken. Zij namen<br />

het <strong>in</strong>itiatief tot het oprichten van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de zorg,<br />

bijvoorbeeld de ziekenzorg en de wijkverpleg<strong>in</strong>g. Veel<br />

diaconieën hadden na 1963 ook een eigen bejaardentehuis,<br />

waarvoor zij de bestuurlijke verantwoordelijkheid droegen.<br />

De visie die aan dit alles destijds ten grondslag lag, was<br />

dat bejaarden, ouden van dagen, recht hadden op rust na<br />

hun arbeidzaam leven. Daarom mochten zij zich terugtrekken<br />

uit de samenlev<strong>in</strong>g. Niet voor niets sprak men van<br />

rusthuizen.<br />

Vanaf de jaren zeventig veranderen het beeld en het beleid<br />

sterk. Het beleid wordt nu gericht op wat heet een ‘<strong>in</strong>tegraal<br />

ouderenbeleid’, dat wil zeggen: een samenstel van<br />

voorzien<strong>in</strong>gen moet ervoor zorgen dat ouderen zo lang<br />

mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren, dat hun<br />

zelfredzaamheid bevorderd wordt, dat zij maatschappelijk<br />

kunnen participeren en dat zij geïntegreerd zijn <strong>in</strong> de<br />

samenlev<strong>in</strong>g. Daartoe komen er bijvoorbeeld dienstencentra,<br />

wordt de Pas 65+ <strong>in</strong>gevoerd en verzorg<strong>in</strong>gstehuizen<br />

krijgen medezeggenschapscommissies. Ook volgen er<br />

aanzetten voor het zogeheten ‘substitutiebeleid’, waarbij<br />

verschillende stappen <strong>in</strong> de zorgverlen<strong>in</strong>g onderscheiden<br />

worden:<br />

− Allereerst moet je jezelf kunnen redden (zelfredzaamheid).<br />

− Dan is de vraag of en <strong>in</strong> hoeverre <strong>in</strong>formele hulp<br />

verleend kan worden door partner, k<strong>in</strong>deren of buren.<br />

− Als deze niet of maar gedeeltelijk mogelijk en toereikend<br />

is, volgt <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van professionele hulpverlen<strong>in</strong>g,<br />

vooral de thuiszorg.<br />

− Als sluitstuk, als iemand niet meer zelfstandig kan<br />

wonen, volgt opname <strong>in</strong> een verzorg<strong>in</strong>g- of verpleegtehuis.<br />

De nadruk moest komen te liggen op extramuraliser<strong>in</strong>g.<br />

Vanaf midden jaren negentig zien we een volgende<br />

beleidsfase optreden, die van ‘moderniser<strong>in</strong>g ouderenbeleid’.<br />

Dit houdt onder meer <strong>in</strong>:<br />

- Zorgvernieuw<strong>in</strong>g, die moet leiden tot ‘zorg op maat’. Dat<br />

wil zeggen dat de zorgvrager en niet degene die de zorg<br />

aanbiedt de zorg moet bepalen (van aanbodgestuurde<br />

naar vraaggestuurde zorg). De <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van het persoonsgebonden<br />

budget past hierbij.<br />

− De genoemde trits van het substitutiebeleid blijft van<br />

kracht: mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig<br />

kunnen blijven wonen en <strong>in</strong> hun eigen omgev<strong>in</strong>g blijven<br />

functioneren.<br />

− Verdwijnen van schotten (of het doorzichtig maken<br />

daarvan (transmuraliser<strong>in</strong>g) tussen de verschillende<br />

vormen van zorg, bijvoorbeeld door de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

woon-zorgcomplexen, wijkmaaltijdvoorzien<strong>in</strong>gen, dagen<br />

nachtopvang; <strong>in</strong>tensieve 24-uursvoorzien<strong>in</strong>gen en<br />

dergelijke. Op dit terre<strong>in</strong> v<strong>in</strong>den allerlei vernieuw<strong>in</strong>gen<br />

en experimenten plaats.<br />

− Regionale <strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>g voor het totale pakket aan<br />

zorg om zo de objectiviteit <strong>in</strong> de toewijz<strong>in</strong>g zoveel<br />

mogelijk te kunnen garanderen.<br />

In de afgelopen jaren zijn vele nota’s en adviezen verschenen<br />

over het ouderenbeleid.<br />

De f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>valshoek is daar<strong>in</strong> prom<strong>in</strong>ent aanwezig, ook<br />

al wordt meestal nadrukkelijk gesteld dat vergrijz<strong>in</strong>g niet<br />

alleen of allereerst als een probleem gezien moet worden,<br />

maar dat het erom gaat tot een benader<strong>in</strong>g te komen waar<strong>in</strong><br />

ouderen zoveel mogelijk tot hun recht kunnen komen en<br />

5<br />

Het hierna volgende is terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> vele publicaties. Voor een algemeen overzicht van de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het beleid ten aanzien van welzijn en zorg: Ido de Haan/<br />

Jan Willem Duyvendak (red.), In het hart van de verzorg<strong>in</strong>gsstaat. Het M<strong>in</strong>isterie van Maatschappelijk Werk en zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS), 1952-2002, Zutphen<br />

2002.


9<br />

kunnen participeren <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. In de reger<strong>in</strong>gsnota<br />

Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g<br />

(2005) v<strong>in</strong>den we een <strong>in</strong>tegrale visie op het ouderenbeleid<br />

op het terre<strong>in</strong> van welzijn, zorg, <strong>in</strong>komen en wonen, die<br />

reken<strong>in</strong>g wil houden met de <strong>in</strong>dividuele wensen en behoeften<br />

onder de groeiende groep ouderen. De nota neemt<br />

afstand van de gedachte dat vergrijz<strong>in</strong>g vooral een<br />

problematische ontwikkel<strong>in</strong>g is. Vergrijz<strong>in</strong>g is een verrijk<strong>in</strong>g:<br />

“Mensen leven langer, blijven langer gezond, kunnen door<br />

veranderende omstandigheden langer aan het arbeidsproces<br />

deelnemen, zijn <strong>in</strong> toenemende mate hoger opgeleid,<br />

hebben <strong>in</strong> toenemende mate naast de AOW een aanvullend<br />

pensioen, vermogens, een eigen won<strong>in</strong>g. Vergrijz<strong>in</strong>g<br />

blijft een verrijk<strong>in</strong>g als we tijdig keuzes maken.” 6<br />

Volgens de nota is een aantal basiswaarden <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g.<br />

De belangrijkste is dat ouderen soevere<strong>in</strong>e en volwaardige<br />

burgers zijn, ook als belangrijke hulpbronnen voor een zelfstandig<br />

bestaan wegvallen. In de eerste plaats zijn mensen<br />

zelf verantwoordelijk om het verlies aan hulpbronnen te<br />

compenseren door daarvoor <strong>in</strong>dividuele voorzien<strong>in</strong>gen te<br />

treffen gedurende hun levensloop. Maar dat is niet iedereen<br />

gegeven. Dan is solidariteit vanuit de samenlev<strong>in</strong>g<br />

noodzakelijk om met respect en waardigheid die soevere<strong>in</strong>iteit<br />

aan elke oudere te waarborgen, zodat deze een<br />

zelfstandig leven kan leiden en aan het maatschappelijke<br />

en culturele leven kan deelnemen. In meer operationele<br />

termen geformuleerd, betekent dit voor het beleid dat:<br />

− activiteiten gestimuleerd worden om ouderen zo lang<br />

mogelijk gezond en fit te laten blijven (gezond en fit blijven);<br />

− ouderen <strong>in</strong> staat gesteld worden om, zo lang ze dat<br />

kunnen, een actieve bijdrage aan de samenlev<strong>in</strong>g te<br />

leveren (arbeidsparticipatie, vrijwilligerswerk, mantelzorg,<br />

meepraten en <strong>in</strong>itiatieven nemen) (meedoen <strong>in</strong><br />

rechten en plichten);<br />

− ouderen over voldoende f<strong>in</strong>anciële middelen beschikken<br />

(voldoende <strong>in</strong>komen);<br />

− ouderen beschikken over adequate woonvoorzien<strong>in</strong>gen,<br />

afgestemd op hun <strong>in</strong>dividuele behoeften en ondersteund<br />

door zorgvoorzien<strong>in</strong>gen op maat (geschikte won<strong>in</strong>gen);<br />

− ouderen zich ook <strong>in</strong> fysieke z<strong>in</strong> vrijelijk en veilig kunnen<br />

bewegen <strong>in</strong> hun leefomgev<strong>in</strong>g (vrij bewegen);<br />

− ouderen verzekerd zijn van voldoende en kwalitatief<br />

goede zorg (zorg verzekerd);<br />

− ouderen waardig moeten kunnen sterven (waardig<br />

sterven).<br />

Bij de verwezenlijk<strong>in</strong>g van de doelstell<strong>in</strong>g participatie ligt <strong>in</strong><br />

de nota de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de<br />

burger en de verbanden waarvan hij/zij deel uitmaakt.<br />

De nota stelt dat dit mogelijk is omdat het beeld van de<br />

behoeftige en we<strong>in</strong>ig mondige oudere niet meer klopt;<br />

ouderen vormen immers een gedifferentieerde categorie.<br />

Leeftijd wordt steeds m<strong>in</strong>der een criterium dat onderscheidt.<br />

Ook is deze nadruk op eigen verantwoordelijkheid<br />

nodig omdat bij ongewijzigd beleid zowel de oudedagsvoorzien<strong>in</strong>g<br />

als de zorg steeds verder onder f<strong>in</strong>anciële druk<br />

zullen komen te staan.<br />

Een andere beleidslijn die beoogt een betere afstemm<strong>in</strong>g<br />

op behoeften mogelijk te maken, is de overhevel<strong>in</strong>g van<br />

verantwoordelijkheden naar burgerlijke gemeenten.<br />

Alle genoemde beleidslijnen v<strong>in</strong>den we terug <strong>in</strong> de Wet<br />

Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g (WMO), die het parlement<br />

<strong>in</strong> 2006 aannam en die op 1 januari 2007 van kracht<br />

werd. De burgerlijke gemeenten hebben daarmee veel<br />

meer beleidsverantwoordelijkheid gekregen op het terre<strong>in</strong><br />

van zorg en welzijn. Deze wet heeft als gevolg dat degenen<br />

die actief zijn op het terre<strong>in</strong> van ouderen nog meer dan<br />

voorheen met de plaatselijke overheid te maken zullen<br />

krijgen. Deze wet legt namelijk de beleidsbepal<strong>in</strong>g en de<br />

regiefunctie op het terre<strong>in</strong> van zorg en welzijn <strong>in</strong> belangrijke<br />

mate bij de burgerlijke gemeente. Dat geldt ook voor<br />

veel ouderenwerk.<br />

Zo komt er één loket voor <strong>in</strong>formatie, advies en cliëntondersteun<strong>in</strong>g<br />

en valt de ondersteun<strong>in</strong>g van mantelzorg en<br />

vrijwilligerswerk onder het gemeentelijke beleid. Daarbij<br />

valt te denken aan vrijwilligershulpdiensten, klussendienst,<br />

steunpunt mantelzorg, de organisatie van respijtzorg (zodat<br />

mantelzorgers tijdelijk ontlast worden) en dergelijke.<br />

De WMO benoemt ook de gemeentelijke verantwoordelijkheid<br />

voor het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke<br />

verkeer en het zelfstandig functioneren van<br />

mensen met beperk<strong>in</strong>gen, mensen met chronisch psychische<br />

problemen en mensen met psychosociale problemen.<br />

Hieronder vallen voorzien<strong>in</strong>gen voor ouderen, de toegankelijkheid<br />

van openbare ruimtes en gebouwen, mobiliteitszaken,<br />

aangepast en levensloopbestendig bouwen, schuldhulpverlen<strong>in</strong>g<br />

en het m<strong>in</strong>imabeleid. In het verlengde<br />

hiervan liggen de voorzien<strong>in</strong>gen voor mensen met een<br />

fysieke of psychosociale beperk<strong>in</strong>g, zodat zij zelfstandig<br />

kunnen meedoen. Te denken valt aan hulp bij huishoudelijke<br />

zorg, rolstoelen, scootmobielen, vervoersvoorzien<strong>in</strong>gen,<br />

woonvoorzien<strong>in</strong>gen, begeleid<strong>in</strong>g zelfstandig wonen,<br />

dagbested<strong>in</strong>g, en maaltijdvoorzien<strong>in</strong>gen. Bij dat alles wordt<br />

een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid<br />

van burgers en op de netwerken van gez<strong>in</strong>, familie,<br />

buren, vrienden en maatschappelijke organisaties.<br />

Met de WMO komt het ouderenbeleid en -werk <strong>in</strong> een<br />

nieuwe fase die nog grotendeels vorm moet krijgen.<br />

6<br />

M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g (Nota Ouderenbeleid 19-4-2005), pp. 3/ 4. Voor het volgende, zie pp.<br />

35/36.


HOOFDSTUK 2<br />

KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />

11<br />

INLEIDING<br />

Om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> de activiteiten die gemeenten van de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe<br />

ontplooien voor en met ouderen is een ‘Vragenlijst kerk & ouderen’ opgesteld en verstuurd (zie: Bijlage).<br />

In grote trekken waren daar<strong>in</strong> de volgende clusters van vragen opgenomen:<br />

− Is er een ouderenbeleid, op wie richt zich dat en wordt er met andere kerken samengewerkt?<br />

− Ouderen als vrijwilligers <strong>in</strong> de kerk en bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsactiviteiten voor en door ouderen.<br />

− Activiteiten op het terre<strong>in</strong> van zorg en ondersteun<strong>in</strong>g.<br />

− Aandacht voor zorgverleners.<br />

− Samenwerk<strong>in</strong>g en contacten.<br />

− Geestelijke verzorg<strong>in</strong>g.<br />

− F<strong>in</strong>anciële steunverlen<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties.<br />

− Signaler<strong>in</strong>g naar politiek en samenlev<strong>in</strong>g.<br />

Met de vragenlijst is geprobeerd een zo breed mogelijk veld van activiteiten te bestrijken. Daarbij moet opgemerkt worden<br />

dat anders dan de <strong>in</strong> het ‘Woord vooraf’ genoemde eerder verrichte onderzoeken dit onderzoek zich niet tot het diaconaat<br />

beperkt, maar zich ook richt op pastoraat, vorm<strong>in</strong>gs- en toerust<strong>in</strong>gswerk en nog andere werkzaamheden. In de praktijk<br />

blijkt namelijk dat de activiteiten niet eenduidig onder één noemer zijn te brengen en <strong>in</strong> elkaar overlopen.<br />

VERSTUURDE VRAGENLIJSTEN EN RESPONS<br />

Op 4 april 2005 verstuurde de Protestantse Gereformeerde Sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gopbouw en Jeugdwerk Drenthe<br />

ook namens het Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen-Drenthe en <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong> de ‘Vragenlijst kerk en ouderen’ naar<br />

de gemeenten die deel uitmaken van de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe. In totaal betrof het 270 gemeenten.<br />

Deze gemeenten konden een Protestantse Gemeente zijn (72), een Hervormde Gemeente (109, <strong>in</strong>clusief 12 hervormde<br />

Evangelisaties), een Gereformeerde <strong>Kerk</strong> (84) of een Evangelisch-Lutherse Gemeente (5).<br />

In totaal werden 133 lijsten <strong>in</strong>gestuurd, waarvan er 8 niet <strong>in</strong>gevuld waren, 35 afkomstig waren van een Protestantse<br />

Gemeente, 44 van een Hervormde Gemeente, 45 van een Gereformeerde <strong>Kerk</strong> en 1 anders. Dit is een hoge score: bijna de<br />

helft van de aangeschrevenen heeft gereageerd en dat geldt <strong>in</strong> grote lijnen voor de onderscheiden deelpopulaties met<br />

uitzonder<strong>in</strong>g van de Evangelisch-Lutherse Gemeenten. De onderzoeksresultaten hoeven dus niet op hen van toepass<strong>in</strong>g<br />

te zijn.<br />

Bij de weergave is grotendeels het stramien van de vragenlijst gevolgd. Indien nodig wordt de desbetreffende vraag nog<br />

nader toegelicht. De percentages zijn omwille van de leesbaarheid afgerond (beneden 0,5 naar beneden; 0,5 en hoger<br />

naar boven).


12<br />

I - <strong>OUDEREN</strong>BELEID<br />

BELEID EN ACTIVITEITEN<br />

Iets meer dan een kwart van de respondenten geeft aan<br />

een gericht ouderenbeleid te voeren voor de gehele<br />

gemeente (34 van de 133= 26%).<br />

Bij beleid gericht op specifieke activiteiten spr<strong>in</strong>gt het<br />

bezoekwerk eruit. Ouderen boven 70, 75 of 80 jaar krijgen<br />

verjaardagsbezoek. Ook v<strong>in</strong>dt er bezoek plaats bij ziekte,<br />

opname <strong>in</strong> een ziekenhuis, bij feestdagen (zoals met Kerstmis<br />

het brengen van kerstattenties, met Pasen de paasgroet),<br />

op ziekenzondag (brengen van een bloemetje) of<br />

worden ouderen zonder directe aanleid<strong>in</strong>g bezocht. Soms is<br />

er gericht ouderenpastoraat. Dit bezoekwerk wordt verricht<br />

door predikanten, kerkelijk werkers, pastorale medewerkers,<br />

zusters (<strong>in</strong> het kader van de zogeheten ‘zusterhulp’),<br />

bezoekcommissies, de Hervormde Vrouwen Dienst (HVD),<br />

ouderl<strong>in</strong>gen (soms zijn er ‘bezoekouderl<strong>in</strong>gen’ of ‘ouderenouderl<strong>in</strong>gen’),<br />

damescomités en diakenen. Dit bezoek v<strong>in</strong>dt<br />

plaats bij ouderen die zelfstandig wonen, <strong>in</strong> speciale woonvoorzien<strong>in</strong>gen<br />

zoals bejaardenwon<strong>in</strong>gen en bij hen die <strong>in</strong> en<br />

verzorg<strong>in</strong>gs- of verpleegtehuis wonen. Eén keer wordt<br />

groothuisbezoek voor ouderen genoemd als activiteit.<br />

Een andere activiteit die genoemd wordt, is de organisatie<br />

van ontmoet<strong>in</strong>gen, zoals koffiedr<strong>in</strong>ken (soms is dit voor alle<br />

leeftijden), contactmiddagen (meestal wordt de middag<br />

genoemd, en enkele keer de ochtend), bijbelkr<strong>in</strong>g, het<br />

samenzijn na de kerkdienst <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gs- of verpleegtehuis,<br />

kerstmiddagen, ouderengespreksgroepen, seniorenmaaltijden,<br />

gezelligheidsspelen. De bijeenkomsten kunnen<br />

een bez<strong>in</strong>nend karakter hebben, gericht zijn op ontspann<strong>in</strong>g<br />

of een comb<strong>in</strong>atie van deze vormen hebben. Daarbij<br />

wordt ook genoemd de aandacht voor hulpvragen, die <strong>in</strong><br />

de gesprekken naar voren kunnen komen.<br />

Naast de recreatieve activiteiten die tijdens bijeenkomsten<br />

plaatsv<strong>in</strong>den, zijn er de uitstapjes en de reisjes.<br />

De kerkdienst vervult een functie <strong>in</strong> het geven van aandacht<br />

en het onderhouden van contact vanuit de kerkelijke<br />

gemeente met ouderen. Het kan gaan om de organisatie<br />

van vier<strong>in</strong>gen en diensten <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>g- en verpleegtehuizen,<br />

de bloemengroet, de kerktelefoon, speciale vier<strong>in</strong>gen<br />

met Kerstmis en Pasen en huisavondmaal. Naast de zondagse<br />

kerkdienst zijn er soms kerkdiensten door de week<br />

of een s<strong>in</strong>g-<strong>in</strong>n. Net als bij de zondagse kerkdienst wordt er<br />

dan voor vervoer gezorgd voor hen die dat wensen.<br />

In verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen v<strong>in</strong>den gericht activiteiten<br />

plaats <strong>in</strong> de vorm van ouderenpastoraat en bezoekwerk,<br />

de organisatie van kerkdiensten en vier<strong>in</strong>gen, de<br />

organisatie van gesprekskr<strong>in</strong>gen of bijeenkomsten gericht<br />

op ontspann<strong>in</strong>g.<br />

Enige malen worden activiteiten genoemd gericht op het<br />

geven van advies, <strong>in</strong>formatie en hulp (maaltijdvoorzien<strong>in</strong>g,<br />

klussendienst).<br />

Enige keren wordt aangegeven dat ouderen gericht aangezocht<br />

worden om vrijwilligerswerk te doen <strong>in</strong> de kerkelijke<br />

gemeente.<br />

Samengevat is er het volgende overzicht van de specifieke<br />

activiteiten waarop beleid gevoerd wordt te geven (het<br />

aantal respondenten dat aangaf beleid op specifieke terre<strong>in</strong>en<br />

te voeren bedroeg 53; respondenten konden meer<br />

activiteiten aangeven):<br />

Bezoekwerk 26<br />

Ontmoet<strong>in</strong>gen 17<br />

<strong>Kerk</strong>diensten 10<br />

Activiteiten <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen 9<br />

Uitjes 5<br />

Hulp en advies 4<br />

Inschakelen <strong>in</strong> de gemeente 3<br />

<strong>OUDEREN</strong> NAAR LEEFTIJD<br />

Het begrip ‘ouderen’ is rekbaar. Het hangt van de <strong>in</strong>valshoek<br />

en def<strong>in</strong>itie af welke leeftijdsgroepen er al dan niet<br />

onder vallen. Zo kan men lid worden van een ouderenbond<br />

als men vijftig jaar is. Het Sociaal en Cultureel Planbureau<br />

(SCP) maakt <strong>in</strong> zijn rapportages onderscheid tussen 55 tot<br />

64-jarigen en 65+ers. Het nadeel van zo’n betrekkelijk jonge<br />

leeftijdsgrens is volgens het SCP dat de groep ouderen<br />

zeer divers is. 7 Zij kan hoogbejaarde ouderen met veel<br />

lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen omvatten en relatief jongere<br />

ouderen met thuiswonende k<strong>in</strong>deren. Onder deze categorie<br />

jongere ouderen is er echter ook een groep die op<br />

jongere leeftijd lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen onderv<strong>in</strong>dt: 27%<br />

van de 55-plussers met matige of ernstige beperk<strong>in</strong>gen is<br />

tussen de 55 en 64 jaar. Niet voor niets wordt de leeftijdsgrens<br />

om voor een ouderenwon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te<br />

komen vaak bij 55 jaar gelegd. Ook kan door deze lage<br />

grens nagegaan worden <strong>in</strong> hoeverre ouderen vooruit lopen<br />

op toekomstige beperk<strong>in</strong>gen.<br />

Op verzoek van het m<strong>in</strong>isterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />

verscheen het rapport Verkenn<strong>in</strong>g Levensloop.<br />

Beleidsopties voor leren, werken, zorgen en wonen. 8<br />

Dit rapport betoogt dat er steeds m<strong>in</strong>der sprake is van de<br />

standaardlevensloop van 1e fase (jeugd, 0-20 jaar), 2e fase<br />

(volwassenheid, 20-65 jaar), 3e fase (ouderdom, 65-gemiddeld<br />

75 jaar). In elke fase stond steeds per levensfase één<br />

activiteit centraal, te weten respectievelijk: leren, dan<br />

werken (voor mannen) of zorgen (voor vrouwen) en daarna<br />

pensioner<strong>in</strong>g en ouderdom. Tegenwoordig is er steeds<br />

meer sprake van diversiteit <strong>in</strong> levenslopen, waarbij activiteiten<br />

<strong>in</strong> wisselende comb<strong>in</strong>aties voorkomen.<br />

7<br />

M.M.Y. De Klerk (red.), Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen. Rapportage ouderen 2004, Den Haag mei 2004, pp. 4/5. Vgl. ook de laatst verschenen rapportage:<br />

Alice H. de Boer (red.), Rapportage ouderen 2006. Verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de leefsituatie en levensloop, Den Haag juni 2006.<br />

8 Zie voor een weergave van dit rapport en een kritische weg<strong>in</strong>g hiervan: Joep Dohmen/Frits de Lange (red.)., Moderne levens lopen niet vanzelf. Het nu volgende is<br />

hierop gebaseerd.


13<br />

Onderscheiden worden vijf levensfasen: 1e fase (vroege<br />

jeugd, 0-15 jaar), 2e fase (jongvolwassenheid, 15-30 jaar),<br />

3e fase (consolidatie en ‘spitsuur’, 30-60 jaar), 4e fase<br />

(actieve ouderdom, 60-80 jaar – en ouder), 5e fase (<strong>in</strong>tensieve<br />

verzorg<strong>in</strong>g, ouder dan 80 jaar). Deze levensloop<br />

wordt gekarakteriseerd als ‘keuzebiografie’: burgers hebben<br />

keuzevrijheden bij de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van hun eigen levensloop<br />

en kunnen daarbij eigen comb<strong>in</strong>aties van activiteiten<br />

realiseren. De overheid zou dit moeten ondersteunen door<br />

overbelast<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de middenfase tegen te gaan (bijvoorbeeld<br />

k<strong>in</strong>deropvang), onderbenutt<strong>in</strong>g van de vierde levensfase<br />

(bijvoorbeeld bevorder<strong>in</strong>g arbeidsdeelname van oudere<br />

werknemers) en door onderbenutt<strong>in</strong>g van ‘menselijk<br />

kapitaal’ tegen te gaan (levenslang leren). De vraag die bij<br />

dit alles onder meer gesteld wordt, is of mensen werkelijk<br />

zo ondernemend zijn en keuzevrijheid hebben als het<br />

begrip ‘keuzebiografie’ suggereert.<br />

In de kab<strong>in</strong>etsnota Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de<br />

vergrijz<strong>in</strong>g wordt de grens van de AOW – 65 jaar dus –<br />

gekozen. 9 Zij beklemtoont echter dat s<strong>in</strong>ds Bismarck <strong>in</strong> het<br />

laatste kwart van de negentiende eeuw de pensioengerechtigde<br />

leeftijd <strong>in</strong> Duitsland op 65 jaar stelde, de oudere<br />

er wat betreft gezondheid en welvaart sterk op vooruit is<br />

gegaan. Leeftijd wordt aldus het kab<strong>in</strong>et steeds m<strong>in</strong>der een<br />

ijkpunt en de betekenis van het magische getal 65 is aan<br />

het verdwijnen. Voor zijn beleidsnota liet het kab<strong>in</strong>et een<br />

belev<strong>in</strong>gsonderzoek onder de bevolk<strong>in</strong>g uitvoeren. Daaruit<br />

bleek dat 85% van de bevolk<strong>in</strong>g bij ‘oud’ aan boven de 70<br />

denkt. Ook blijkt dat naarmate men ouder is men de leeftijd<br />

waarop men iemand echt oud v<strong>in</strong>dt, opschuift. Zestigplussers<br />

zijn geneigd 80 als de grens voor oud te zien.<br />

Uit de antwoorden op deze vragenlijst blijkt dat van de<br />

respondenten die aan ouderenwerk doen een aanzienlijk<br />

deel geen specifieke leeftijdsgrens hanteert: zij richten<br />

zich op alle ouderen zonder daarbij een nadere leeftijd aan<br />

te geven. Op de groep 50-65 jaar en 65-75 jaar richt zich<br />

een kle<strong>in</strong>e m<strong>in</strong>derheid. Een aanzienlijke m<strong>in</strong>derheid, die<br />

echter m<strong>in</strong>der omvangrijk is dan de categorie ‘alle ouderen’,<br />

richt zich op de hoogbejaarden, de 75+ers.<br />

Aantal gemeenten dat zich richt op specifieke leeftijdsgroepen<br />

(N=133) (meerdere antwoorden per respondent<br />

mogelijk):<br />

50-65 jaar 5 (4%)<br />

65-75 jaar 16 (12%)<br />

OOK <strong>OUDEREN</strong> BUITEN DE <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTE?<br />

Uit de antwoorden blijkt dat een m<strong>in</strong>derheid zich ook richt<br />

op ouderen buiten de eigen kerkelijke gemeente. 22, dat wil<br />

zeggen, 17%, van de 133 respondenten, geeft aan dit te<br />

doen.<br />

SAMENWERKING MET ANDERE KERKEN?<br />

Een m<strong>in</strong>derheid – 33, dat is 25% - werkt met andere kerken<br />

samen. Het merendeel hiervan heeft betrekk<strong>in</strong>g op de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd. Deze<br />

wordt 23 x genoemd. De samenwerk<strong>in</strong>g heeft veelal<br />

betrekk<strong>in</strong>g op ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten, activiteiten met<br />

Kerstfeest en Pasen, ouderenuitstapjes, diensten <strong>in</strong> het<br />

verzorg<strong>in</strong>gstehuis en activiteiten op sociaal en diaconaal<br />

gebied.<br />

Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het verband van de Raad van <strong>Kerk</strong>en<br />

wordt 3x genoemd en heeft betrekk<strong>in</strong>g op ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten,<br />

kerstvier<strong>in</strong>g en ziekenzondag.<br />

Als vormen van <strong>in</strong>terkerkelijke samenwerk<strong>in</strong>g komt ook<br />

voor die tussen hervormd, gereformeerd, christelijk<br />

gereformeerd, gereformeerd vrijgemaakt, baptisten,<br />

evangelische gemeenten (8 x genoemd). Deze heeft vooral<br />

betrekk<strong>in</strong>g op kerkdiensten <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis, ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten,<br />

activiteiten met Kerstfeest en Pasen<br />

en de jaarlijkse busreis.<br />

De Rooms-katholieke <strong>Kerk</strong> komt 4x voor <strong>in</strong> de benoem<strong>in</strong>g<br />

van samenwerk<strong>in</strong>g. Deze heeft dan betrekk<strong>in</strong>g op kerstfeest<br />

en De Zonnebloem (rooms-katholieke vrijwilligersorganisatie<br />

voor hulp aan zieken, gehandicapten en<br />

ouderen).<br />

Twee keer wordt het pastoorsoverleg genoemd. Dit heeft<br />

betrekk<strong>in</strong>g op diensten <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gstehuizen, op het<br />

signaleren van noden en de organisatie van groepswerk.<br />

CONCLUSIE<br />

Een m<strong>in</strong>derheid van de kerken voert een gericht ouderenbeleid.<br />

Eveneens een, zij het iets grotere, m<strong>in</strong>derheid voert<br />

een beleid voor concrete activiteiten. Het merendeel<br />

hiervan betreft het bezoekwerk, waarna als belangrijkste<br />

categorieën ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten en kerkdiensten<br />

volgen. Er is <strong>in</strong> de meerderheid van de gemeenten geen<br />

specifiek beleid gericht op categorieën ouderen naar leeftijd.<br />

Men richt zich voor het merendeel op de eigen kerkleden.<br />

Gemeenten verrichten activiteiten <strong>in</strong> de meerderheid<br />

van de gevallen op zichzelf (wellicht hangt dat samen<br />

met de gerichtheid op de eigen kerkleden). Als er sprake is<br />

van samenwerk<strong>in</strong>g betreft dat voor het overgrote deel de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd.<br />

75+ers 42 (32%)<br />

alle ouderen 50 (45%)<br />

9<br />

Voor het volgende: Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g, pp. 12/13.


14<br />

II – INZET VAN <strong>OUDEREN</strong> ALS VRIJWILLIGER<br />

De visie op ouderen was vroeger dat zij na een arbeidzaam<br />

leven recht hadden op rust. Niet voor niets sprak men van<br />

‘rusthuizen’. Bejaarden mochten zich terugtrekken uit de<br />

samenlev<strong>in</strong>g en werden daartoe gestimuleerd door regel<strong>in</strong>gen<br />

en de heersende opvatt<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. Deze<br />

laatste deelde men overigens meestal. In jargon noemt<br />

men dat ‘social disengagement’. Het beeld is nu sterk veranderd.<br />

10 Vele ouderen zijn langer actief <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g,<br />

vooral <strong>in</strong> de periode tussen 55 en 75 jaar. Zij besteden hun<br />

vrije tijd vooral aan hun directe sociale omgev<strong>in</strong>g (zoals<br />

hulp aan k<strong>in</strong>deren en kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren) en aan hun eigen wensen<br />

en <strong>in</strong>teresses (zoals reizen en recreatieve activiteiten).<br />

Ook is een groot deel van de ouderen daarnaast actief <strong>in</strong><br />

vrijwilligersorganisaties: 45% van hen is betrokken bij<br />

vrijwilligerswerk, vooral <strong>in</strong> kerk, sport of verzorg<strong>in</strong>g.<br />

Bovendien is 40% van hen betrokken bij <strong>in</strong>formele hulp, de<br />

zogeheten mantelzorg. Bij de factoren die de deelname<br />

aan maatschappelijke activiteiten beïnvloeden, behoren<br />

opleid<strong>in</strong>g (hoger opgeleiden meer dan lager opgeleiden) en<br />

kerkelijke betrokkenheid. Degenen die kerkelijk actief zijn,<br />

doen meer aan maatschappelijke activiteiten dan nietkerkleden<br />

en degenen die alleen <strong>in</strong> naam kerklid zijn.<br />

HOE ZIT HET NU MET DE INZET VAN <strong>OUDEREN</strong> IN DE<br />

KERK IN GRONINGEN EN DRENTHE?<br />

Van de 133 gemeenten die gereageerd hebben, vragen er<br />

30 (23%) gericht ouderen voor het verrichten van kerkelijke<br />

activiteiten en het vervullen van functies. Het betreft dan<br />

vooral concrete activiteiten, zoals het brengen van een<br />

groet met Kerst en Pasen naar ouderen. Ook komt het voor<br />

dat men de PCOB vraagt voor activiteiten, zoals het verzorgen<br />

van een middagsluit<strong>in</strong>g.<br />

Van de overige gemeenten, die niet gericht ouderen vragen,<br />

geven er 20 wel concrete activiteiten aan waarvoor<br />

ouderen worden gevraagd. Daarbij gaat het om ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten,<br />

de rommelmarkt, bezoekwerk, het<br />

onderhouden van de plaatselijke begraafplaats <strong>in</strong> het vooren<br />

najaar, de Plusbus (bus voor ouderen) en reisjes. Terwijl<br />

ook de ouderenbonden, en <strong>in</strong> het bijzonder de PCOB,<br />

worden genoemd.<br />

Bij de ondersteun<strong>in</strong>g van activiteiten van ouderen zelf<br />

geven 23 gemeenten (17%) aan dit te doen, waarbij naast<br />

de ouderenbonden concrete activiteiten genoemd worden<br />

<strong>in</strong> de sfeer zoals zojuist aangegeven.<br />

Als het gaat om bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsactiviteiten voor en door ouderen<br />

zelf, dan kunnen deze plaatsv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het kader van<br />

speciaal daartoe belegde bijeenkomsten, zoals gespreksgroepen,<br />

leerhuizen, cursussen, bijbelkr<strong>in</strong>g, groothuisbezoek<br />

en dergelijke. Deze worden 24x genoemd.<br />

Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g kan ook plaatsv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> een ouderensociëteit,<br />

ouderenmiddagen, ontmoet<strong>in</strong>gsdagen, <strong>in</strong>loopmiddagen en<br />

‘eet-<strong>in</strong>s’, contactmiddagen en gemeentegroeigroepen (13x<br />

genoemd).<br />

Afzonderlijk is te noemen het netwerk van vrouwenverenig<strong>in</strong>gen<br />

(genoemd worden Gereformeerde Vrouwenverenig<strong>in</strong>g,<br />

Passage, zusterkr<strong>in</strong>gen, soms zonder naamsaanduid<strong>in</strong>g,<br />

10x).<br />

Genoemd wordt ook de PCOB (5x).<br />

De vier<strong>in</strong>gen, weeksluit<strong>in</strong>gen, veelal <strong>in</strong> een verzorg<strong>in</strong>gstehuis,<br />

worden ook nadrukkelijk als moment van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g<br />

genoemd (8x).<br />

Over de activiteiten van ouderen <strong>in</strong> de gemeente wordt nog<br />

door enige respondenten opgemerkt dat er niet specifiek<br />

ouderen voor activiteiten gevraagd worden, maar dat er<br />

een algemene benader<strong>in</strong>g is. Er wordt daarbij op gewezen<br />

dat het moeilijk is om ouderen onder één noemer te<br />

brengen: sommigen zijn nog gezond en vitaal tot op hoge<br />

leeftijd, terwijl anderen al veel jonger met beperk<strong>in</strong>gen te<br />

kampen hebben. Met andere woorden: men denkt niet <strong>in</strong><br />

categorieën, maar kijkt naar welke mogelijkheden en<br />

beperk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>dividuele kerkleden hebben.<br />

Weer en andere opmerk<strong>in</strong>g is dat de gemeente vergrijsd is<br />

en dat daarom het meeste werk door ouderen wordt<br />

gedaan. Er moet juist tegen gewaakt worden dat dit werk<br />

een belast<strong>in</strong>g voor hen wordt, omdat anderen het werk niet<br />

overnemen.<br />

CONCLUSIE<br />

De meeste gemeenten schakelen niet gericht ouderen <strong>in</strong>.<br />

Waar dat wel gebeurt, betreft dat veelal concrete activiteiten.<br />

Opvallend is dat het vragen voor functies nauwelijks<br />

vermeld wordt. Het beeld van gemeenten die niet gericht<br />

vragen wijkt hier niet veel vanaf: ook zij vermelden vooral<br />

concrete activiteiten. Wellicht heeft dit ermee te maken dat<br />

men niet specifiek zoekt naar ouderen, maar wel vaak bij<br />

hen uitkomt, omdat vele gemeenten een leeftijdsopbouw<br />

kennen waar<strong>in</strong> ouderen oververtegenwoordigd zijn en<br />

omdat ouderen meer tijd hebben dan jongere generaties.<br />

Dat laatste sluit aan bij het algemene landelijke beeld wat<br />

betreft vrijwilligerswerk.<br />

Een beperkt aantal gemeenten geeft ondersteun<strong>in</strong>g aan<br />

activiteiten van ouderen zelf.<br />

Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g blijkt een onlosmakelijk onderdeel te zijn van het<br />

kerkelijk werk, hetzij als specifieke activiteit (soms opgenomen<br />

<strong>in</strong> het algemene werk van de gemeente), hetzij als<br />

onderdeel van ontmoet<strong>in</strong>gswerk. Uitdrukkelijk moet erop<br />

gewezen worden dat het circuit van vrouwenorganisaties<br />

hier<strong>in</strong> een functie vervult.<br />

10<br />

Zie voor een overzicht: K. Breedveld/M. De Klerk/J. De Hart, ‘Ouderen en maatschappelijke <strong>in</strong>zet’, <strong>in</strong>: Mogen ouderen ook meedoen,<br />

RMO Advies 33, december 2004, pp. 103-192; Alice de Boer (red.), Rapportage ouderen 2006, pp. 215 e.v.; 245 e.v..


15<br />

III – ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG EN ONDERSTEUNING<br />

Welke activiteiten ontplooien gemeenten? Allereerst<br />

worden de activiteiten op het terre<strong>in</strong> van zorg en ondersteun<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> beeld gebracht.<br />

PASTORAAT<br />

B<strong>in</strong>nen gemeenten is pastoraat een kernactiviteit.<br />

Het pastoraat wordt verricht door:<br />

Predikanten<br />

Predikanten die pastoraat verrichten (N=133)<br />

ja: 100 (75%)<br />

nee: 33 (25%)<br />

In het geval dat de predikant geen pastoraat verricht, heeft<br />

dat te maken met vacatures of met de afspraak dat anderen<br />

(pastoraal medewerkers, kerkenraad, bezoekgroep) dit<br />

doen. Eén gemeente meldt dat de predikant verscheidene<br />

keren gevraagd is om op bezoek te gaan, maar daar niets<br />

mee doet. In het overgrote deel van de gemeenten is de<br />

predikant bij het pastoraat betrokken.<br />

Daarbij gaat het vrijwel altijd om het afleggen van bezoek.<br />

Enige malen is dat ook huisbezoek aan specifieke groepen<br />

ouderen, te weten: 75+ers (2x vermeld), 80+ers (3x vermeld)<br />

en 85+ers (1x vermeld). Vaak leggen predikanten<br />

bezoek af bij moeilijke, verdrietige of juist vreugdevolle<br />

momenten <strong>in</strong> het bestaan. Deze doen zich niet exclusief bij<br />

ouderen voor, maar blijkbaar wegens de vermeld<strong>in</strong>gen wel<br />

relatief veel bij hen. Bij hun pastorale werkzaamheden valt<br />

te denken aan ziekenbezoek, bezoek <strong>in</strong> het ziekenhuis,<br />

stervensbegeleid<strong>in</strong>g, overlijdensdienst en de nazorg, rouwbezoek,<br />

verjaardagen, gedenkdagen, jubilea (40x expliciet<br />

vermeld). De specifieke expertise van predikanten wordt<br />

benut als het gaat om ‘moeilijke gevallen’ en crisispastoraat<br />

(9x genoemd).<br />

Naast het <strong>in</strong>dividuele pastoraat zijn er collectieve vormen<br />

van pastoraat of worden collectieve activiteiten daartoe<br />

ook mede door de predikant benut:<br />

− groepsgesprekken (14x)<br />

− groothuisbezoek (7x)<br />

− gesprekken na afloop van de kerkdienst bij het koffiedr<strong>in</strong>ken<br />

(vooral <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gstehuizen) (6x)<br />

− kerst- en paasvier<strong>in</strong>gen (4x)<br />

− koffieochtenden (2x)<br />

– de maaltijdgroep (1x)<br />

− het reisje (1x)<br />

Ouderl<strong>in</strong>gen<br />

Ouderl<strong>in</strong>gen die pastoraat verrichten (N=133)<br />

ja: 108 (81%)<br />

nee: 25 (19%)<br />

Opvallend is dat ouderl<strong>in</strong>gen iets meer pastoraal werk<br />

doen dan predikanten. Ook zij leggen vrijwel allemaal<br />

bezoeken af. Ook hier wordt meer dan eens expliciet ver-<br />

meld dat dit gebeurt bij moeilijke, verdrietige en vreugdevolle<br />

momenten <strong>in</strong> het bestaan (47x). Soms worden specifieke<br />

leeftijdsgroepen bezocht: 70+ers (1x), 75+ers (2x) en<br />

80+ers (1x). Het brengen van de bloemen na de kerkdienst<br />

(1x), van de kerstattentie (1x) en het rondbrengen van het<br />

kerkblad en liturgieën (1x) kunnen benut worden voor<br />

pastoraal contact. In verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen en<br />

<strong>in</strong> een woonzorgcomplex zijn ouderl<strong>in</strong>gen bij pastoraat<br />

betrokken (4x).<br />

Naast de <strong>in</strong>dividuele bezoeken is er het pastoraat tijdens<br />

collectieve activiteiten, zoals: groothuisbezoek (13x)<br />

− wijkbijeenkomsten (3x)<br />

− kerkdiensten en begrafenissen (3x)<br />

− gesprekskr<strong>in</strong>gen (2x)<br />

− koffieochtend (1x)<br />

− contactmiddag (1x)<br />

Ook voor ouderl<strong>in</strong>gen geldt dat niet alle bezoeken aan<br />

ouderen als zodanig gebracht worden, maar dat zij uiteraard<br />

ouderen <strong>in</strong> het kader van activiteiten of bezoeken<br />

ontmoeten (3x nadrukkelijk genoemd <strong>in</strong> bezoek aan nieuw<strong>in</strong>gekomenen).<br />

Pastoraal werkers<br />

Pastoraal werkers die pastoraat verrichten (N=133)<br />

ja: 41 (31%)<br />

nee: 92 (69%)<br />

In bijna een derde van de gemeenten zijn pastoraal werkers<br />

werkzaam. Ook hier geldt dat vrijwel alle pastoraal<br />

medewerkers bezoekwerk doen, soms ook <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />

Uit de antwoorden blijkt dat het bezoekwerk zich<br />

richt op ouderen, zieken, mensen <strong>in</strong> het ziekenhuis en<br />

stervenden (16x). De pastoraal werkers verrichten crisispastoraat<br />

(1x) evenals bezoek bij vreugdevolle zaken als<br />

jubilea en verjaardagen (3x). Zij zijn betrokken bij begrafenissen<br />

en de nazorg (3x), verzorgen diensten, een meditatie<br />

bij bejaardenmiddagen en een bijbelkr<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een verzorg<strong>in</strong>gstehuis<br />

(4x) en zijn betrokken bij groothuisbezoek (3x)<br />

en wijkmiddagen (2x). Ook kunnen zij een begeleidende<br />

taak hebben, zoals naar de ouderl<strong>in</strong>gen en de pastorale<br />

werkgroep (2x) of de kerkenraad ondersteunen <strong>in</strong> zijn<br />

werkzaamheden (1x). 1x wordt de pastorale werker een<br />

signalerende functie <strong>in</strong> de wijk toegekend.<br />

Uit dit alles wordt het profiel van de pastoraal werker<br />

duidelijk: bezoekwerk aan ouderen en zieken en <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie<br />

daarmee een aantal werkzaamheden die daaruit<br />

voortvloeien.<br />

Bezoekgroepen<br />

Bezoekgroepen die pastoraat verrichten (N=133)<br />

ja: 71 (53%)<br />

nee: 62 (47%)<br />

Uiteraard is bij bezoekgroepen het bezoekwerk de hoofd-


16<br />

taak. Duidelijk wordt dat ouderenbezoek past <strong>in</strong> het<br />

bredere scala van bezoekwerk gericht op ouderen, zieken,<br />

mensen die <strong>in</strong> het ziekenhuis zijn opgenomen, een verjaardag<br />

of jubileum vieren en rouwenden. Soms wordt een<br />

specificer<strong>in</strong>g aangegeven zoals 70+ers (2x), 75+ers (1x),<br />

alleenstaande ouderen (1x) eenzame bejaarden (1x). Dit<br />

bezoekwerk wordt met grote trouw gedaan (1x expliciet<br />

genoemd). Het bezoekwerk <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen<br />

kan onderdeel van het werk zijn, ook als deze<br />

buiten de eigen woonplaats liggen (2x). Ook nu wordt de<br />

signaler<strong>in</strong>gs- en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie genoemd (3x). Dit kan<br />

op een taakverdel<strong>in</strong>g wijzen waarbij het reguliere bezoekwerk<br />

door de bezoekgroep gedaan wordt en bij vragen of<br />

problemen een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wordt gelegd met de predikant<br />

of, om een concreet voorbeeld dat genoemd wordt te<br />

vermelden, met degenen die het vervoer naar de kerk<br />

regelen. Uit de vermeld<strong>in</strong>gen van bezoekdames, contactdames,<br />

zusterhulp, damescomité, HVD, gastdames (13x)<br />

blijkt dat relatief veel vrouwen het bezoekwerk doen.<br />

Aanverwante activiteiten worden slechts een enkele maal<br />

genoemd: groothuisbezoek (1x), koffieochtenden (1x) en<br />

ouderenmiddagen (1x).<br />

Anderen<br />

Onder de kop ‘anderen’ is 33x een groep of organisatie<br />

genoemd. Er zijn echter overlapp<strong>in</strong>gen met de vorige<br />

vraag, doordat sommige respondenten de desbetreffende<br />

groep onder bezoekgroepen hebben gerangschikt en<br />

andere respondenten onder ‘anderen’. Hoe dat ook zij,<br />

genoemd worden:<br />

− zusterkr<strong>in</strong>g 1x<br />

− wijkmedewerkers, - assistenten, -dames 3x<br />

− werkgroep Vorm<strong>in</strong>g en Toerust<strong>in</strong>g met het oog op het<br />

ontwikkelen van een levensboek (1x) 11<br />

− vrouwenverenig<strong>in</strong>g, - groepen, HVD (3x)<br />

− vrijwilligers (2x)<br />

− bandrecorderdienst (2x)<br />

− De Zonnebloem (1x)<br />

− PCOB (1x)<br />

− College van Pastoraat (1x)<br />

− contactpersonen, -dames, -heren (8x)<br />

− diakenen (12x)<br />

Opvallend is dat hier de diakenen genoemd worden. Enige<br />

malen wordt hun bezoekwerk nader toegelicht: aan luisteraars<br />

via de kerktelefoon (1 à 2 x per jaar), brengen van<br />

bloemetje bij verjaardag (1x), brengen van kerstattentie<br />

aan 75+ers (1x), <strong>in</strong>dien nodig (wordt niet nader toegelicht)<br />

(1x), verrichten van hulp, zoals boodschappen doen (1x).<br />

CONCLUSIE<br />

Er is en wijdvertakt netwerk van bezoekwerk b<strong>in</strong>nen de<br />

gemeente en <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen. Hierbij<br />

zijn beroepskrachten betrokken, zoals predikanten en<br />

pastoraal medewerkers, en vele gemeenteleden. Van de<br />

onbetaalde ambtsdragers verrichten de ouderl<strong>in</strong>gen het<br />

meeste bezoekwerk. Het bezoek kan <strong>in</strong>dividueel zijn, maar<br />

er zijn ook collectieve vormen, zoals het groothuisbezoek,<br />

of gespreksmomenten die <strong>in</strong>gebed zijn <strong>in</strong> bredere activiteiten<br />

zoals ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten of reisjes. Er zijn<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen dat de ‘zware gevallen’ uite<strong>in</strong>delijk bij de<br />

beroepskrachten komen en dat vrijwilligers een signaler<strong>in</strong>gs-<br />

en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie hebben.<br />

AANDACHT VOOR<br />

OUDERDOMSKWALEN EN ZIEKTEN<br />

Met het ouder worden neemt de kwetsbaarheid toe. Meer<br />

dan jongere generaties moeten ouderen met chronische<br />

ziekten of beperk<strong>in</strong>gen leven. In de leeftijdsgroep van 55-64<br />

jaar zegt m<strong>in</strong>der dan de helft van de zelfstandig wonenden<br />

te kampen met ten m<strong>in</strong>ste één chronische ziekte, bij de 65-<br />

74-jarigen is dat iets meer dan de helft en bij 75+ers bijna<br />

tweederde. 12 Kwalen en ziekten als dementie, hersen<strong>in</strong>farct<br />

en depressiviteit hebben verregaande <strong>in</strong>vloed op de<br />

levens van ouderen.<br />

In hoeverre is daar specifieke aandacht voor b<strong>in</strong>nen de<br />

kerkelijke activiteiten? Dit is van belang bij <strong>in</strong>dividuele<br />

contacten, maar ook met het oog op het functioneren van<br />

de desbetreffende persoon <strong>in</strong> de kerkelijke gemeenschap.<br />

Om een voorbeeld te geven een citaat uit een boekje van<br />

de PCOB: Op weg met dementie 2. Een handreik<strong>in</strong>g voor<br />

kerkgemeenschappen <strong>in</strong> de ondersteun<strong>in</strong>g van dementerenden<br />

en hun naasten, PCOB, Baarn 1999: “<strong>Kerk</strong>bezoek is<br />

voor veel gelovigen betekenisvol vanuit godsdienstig, maar<br />

ook vanuit sociaal oogpunt. Veel thuiswonende dementerenden<br />

gaan echter niet meer naar de kerkdienst en ook<br />

het kerkbezoek van de verzorgenden neemt af. De belangrijkste<br />

reden voor het afnemend kerkbezoek is de schaamte.<br />

Veel verzorgers en ook dementerenden bij wie de ziekte<br />

nog <strong>in</strong> een vroeg stadium is, generen zich voor de situatie<br />

en v<strong>in</strong>den het moeilijk ervoor uit te komen tegenover de<br />

medekerkleden.” (p. 28)<br />

Van de respondenten geven 38 (29%) aan aandacht te<br />

hebben voor dementie, 31 (23%) voor een hersen<strong>in</strong>farct en<br />

30 (23%) voor depressiviteit.<br />

Op de vraag of er aan de andere kant aandacht is voor<br />

ouderdomskwalen en ziekten antwoordt een aantal respondenten<br />

dat men let op de gehele conditie of op chronische<br />

ziekten, dat men ermee bekend is, dat men er globaal<br />

op let, dat het <strong>in</strong>cidenteel aan de orde is of dat men er <strong>in</strong><br />

voorkomende gevallen reken<strong>in</strong>g mee houdt (6x). 2x vermeldt<br />

men dat er we<strong>in</strong>ig kennis beschikbaar is en dat men er<br />

reken<strong>in</strong>g mee houdt ‘als leken met boerenverstand’.<br />

11 In een levensboek leggen mensen fragmenten van hun levensverhaal vast. <strong>Kerk</strong>en kunnen mensen daarbij behulpzaam zijn. Vanuit het Protestants Dienstencentrum<br />

Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe zijn cursussen gegeven <strong>in</strong> het kader van het landelijk project van de PKN ‘Ieder mens is een verhaal, altijd de moeite waard’. Zie: Ineke-Reg<strong>in</strong>a Uytenbogaardt,<br />

Een levensverhaal als houvast. Verhalen die kl<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> de (geloofs) gemeenschap bij versluierende geestkracht / dementie, die uitnodigen tot het<br />

maken van een levensboek, Gor<strong>in</strong>chem 2004.<br />

12<br />

Alice H. de Boer, Rapportage ouderen 2006, p. 112. Zie hoofdstuk 6 van deze rapportage over de gezondheidssituatie van ouderen.


17<br />

Verder noemt men immobiliteit (2x), gehoorproblemen (1x),<br />

gezichtsproblemen (2x). Bij dit laatste vermeldt men dat<br />

voor een bl<strong>in</strong>de man gemeenteleden dagelijks de krant<br />

wordt voorgelezen.<br />

Op de vraag of er op deze terre<strong>in</strong>en nog specifieke toerust<strong>in</strong>g<br />

plaatsv<strong>in</strong>dt, antwoorden 27 ondervraagden (20%)<br />

positief. Deze toerust<strong>in</strong>g wordt verzorgd door de Sticht<strong>in</strong>g<br />

Welzijn (1x) of men gebruikt de expertise van predikanten<br />

(3x), de verpleeghuispastor (1x), het Protestants Landelijk<br />

Dienstencentrum (1x), de Verenig<strong>in</strong>g voor Pastoraal<br />

Werkers (1x), het verzorg<strong>in</strong>gstehuis (1x) en het Protestants<br />

Dienstencentrum <strong>in</strong> de regio (2x). Overlegbijeenkomsten<br />

van ouderl<strong>in</strong>gen, contactpersonen of de pastorale werkgroep<br />

worden benut voor toerust<strong>in</strong>g (6x).<br />

CONCLUSIE<br />

In de contacten is er aandacht voor ziekten en kwalen.<br />

In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>dt er toerust<strong>in</strong>g<br />

plaats. Als er concrete vragen zijn (vervoer, voorlezen) dan<br />

is men daar alert op.<br />

EENZAAMHEID<br />

Is eenzaamheid een probleem, ook <strong>in</strong> gebieden waar er<br />

een sterke sociale samenhang is of lijkt te zijn en men<br />

elkaar kent? Volgens het Ontwerp Beleidsplan Welzijn<br />

2005-2008 van de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen is dat wel degelijk<br />

het geval. We lezen daar<strong>in</strong> onder meer:<br />

“Het belang van ‘sociaal welbev<strong>in</strong>den’ van ouderen wordt<br />

vaak onderschat. Bij het streven om ouderen zolang mogelijk<br />

zelfstandig te laten functioneren wordt dan vooral aandacht<br />

besteed aan zaken die de lichamelijke zelfredzaamheid<br />

betreffen. Maar ook een gebrek aan sociale contacten<br />

kan voor ouderen een reden zijn om het zelfstandig wonen<br />

op te willen geven. In het algemeen blijkt dat ruim 50% van<br />

de ouderen <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie zich matig tot zeer eenzaam<br />

voelt; <strong>in</strong> de leeftijdscategorie 75+ is dit zelfs 60%. Dit gegeven<br />

vraagt om aandacht <strong>in</strong> de komende periode.” 13<br />

Wat Drenthe betreft: <strong>in</strong> onderzoek naar economische en<br />

sociale participatie van bewoners van kle<strong>in</strong>e dorpen <strong>in</strong><br />

Midden-Drenthe komt naar voren dat er een sterke verbondenheid<br />

is tussen bewoners, dat dorpsbewoners voor<br />

elkaar <strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gen en dat er sprake is van een hoge mate<br />

van sociale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Daarbij speelt het dorpshuis, dat multifunctioneel<br />

gebruikt wordt, een centrale rol. 14 Wellicht<br />

omdat er sprake is van een meer stedelijke situatie wijst<br />

daarentegen een onderzoek <strong>in</strong> Hoogeveen uit dat 39% van<br />

de ouderen zich eenzaam tot zeer eenzaam voelt.<br />

IS ER NU BINNEN <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTEN AANDACHT<br />

VOOR EENZAAMHEID?<br />

66 respondenten (50%) geven aan dat er activiteiten zijn<br />

wat betreft het tegengaan van vereenzam<strong>in</strong>g.<br />

Daarbij wordt erop gewezen dat men <strong>in</strong> bestaande werkzaamheden<br />

alert moet zijn op vereenzam<strong>in</strong>g en dit moet<br />

signaleren. Behalve het onderhouden van contacten, is het<br />

daarbij belangrijk om mensen te wijzen op activiteiten en<br />

bijeenkomsten waaraan zij kunnen deelnemen. Een voorwaarden<br />

scheppende activiteit is het aanbieden van<br />

vervoer (2x).<br />

Het bezoekwerk wordt 21x genoemd <strong>in</strong> het kader van<br />

aandacht voor eenzaamheid. 1x wordt erbij vermeld dat er<br />

specifiek bezoek aan alleenstaanden plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />

Vervolgens zijn er de bijeenkomsten en activiteiten gericht<br />

op ontspann<strong>in</strong>g en ontmoet<strong>in</strong>g, zoals gezellige middagen,<br />

ouderenmiddagen, koffiedr<strong>in</strong>ken, maaltijden, contactmiddagen,<br />

<strong>in</strong>loopmiddagen, bejaardensoos, vakantieweken en<br />

dergelijke (28x).<br />

Ook zijn er bijeenkomsten met andere doelen, maar waaraan<br />

men het neveneffect van tegengaan van vereenzam<strong>in</strong>g<br />

toekent. Te noemen zijn: gespreksgroepen, bijbelkr<strong>in</strong>g,<br />

groothuisbezoek en ander groepswerk (5x).<br />

Het deelnemen aan kerkdiensten en vier<strong>in</strong>gen is ook een<br />

middel om eenzaamheid tegen te gaan. Dat betreft de kerkdienst,<br />

doordeweekse vier<strong>in</strong>gen, vier<strong>in</strong>gen met Kerst en<br />

Pasen, de kerktelefoon, het vieren van avondmaal bij mensen<br />

thuis, het vieren van avondmaal <strong>in</strong> het bejaardentehuis<br />

en de maandsluit<strong>in</strong>gen daar (9x).<br />

Eén keer wordt opgemerkt dat er geen specifieke activiteiten<br />

zijn maar dat er <strong>in</strong> het dorp een hechte sociale structuur<br />

is, waaraan de kerk bijdraagt.<br />

CONCLUSIE<br />

Het tegengaan van eenzaamheid is bij de helft van de<br />

gemeenten een duidelijk aandachtspunt. Men ziet dat als<br />

een belangrijke functie van het werk. Soms is dat een<br />

expliciet doel, zoals bij vormen van bezoekwerk, soms een<br />

afgeleid doel, maar iets waar men wel alert op is. De activiteiten<br />

zijn grotendeels activiteiten b<strong>in</strong>nen de kerk. Niet<br />

genoemd is de deelname aan het bredere maatschappelijke<br />

gebeuren.<br />

RECREATIEVE ACTIVITEITEN<br />

WELKE ACTIVITEITEN IN DE RECREATIEVE SFEER<br />

ONDERNEMEN GEMEENTEN?<br />

Ouderensociëteiten<br />

In 19 gemeenten (14%) is er een ouderensociëteit of v<strong>in</strong>den<br />

verwante activiteiten (maaltijd, ontspann<strong>in</strong>gsmiddag)<br />

plaats. De gemeente organiseert echter niet altijd deze<br />

13 Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, Ontwerp Beleidsplan welzijn 2005-2008, z.p. z.j., p. 21.<br />

14<br />

Rob Lammerts/Gülsen Dogan, Warkelijk waor. Onderzoek naar economische en sociale participatie en het voorzien<strong>in</strong>gengebruik door bewoners van kle<strong>in</strong>e dorpen <strong>in</strong> Midden-Drenthe,<br />

Utrecht 2004.<br />

15 Project Doorbreken van eenzaamheid, ongedateerde notitie van de Sticht<strong>in</strong>g Welzijnswerk <strong>in</strong> Hoogeveen. Verwezen wordt naar het ‘Ouderenonderzoek Hoogeveen 1996’.


18<br />

sociëteit alleen. In veel gevallen noemt men een door<br />

anderen georganiseerde sociëteit:1x wordt verwezen naar<br />

een sociëteit van de PCOB, 9x wordt verwezen naar een<br />

sociëteit van de burgerlijke gemeente of het welzijns- en<br />

ouderenwerk. Daaruit blijkt dat men daar weet van heeft<br />

en misschien mede daarom deze niet zelf organiseert.<br />

Gezamenlijk uitgaan<br />

31 gemeenten organiseren (23%) activiteiten <strong>in</strong> de sfeer<br />

van uitgaan. Daarvan wordt 2x vermeld dat dit niet alleen<br />

voor ouderen is en 1x dat het om 70+ers gaat. 2x wordt het<br />

uitstapje georganiseerd <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de PCOB.<br />

Bij de frequentie is opvallend dat, als daar iets over wordt<br />

vermeld, dat vrijwel altijd jaarlijks is (23x).<br />

Vakantieweken<br />

15 gemeenten (11%) geven aan op dit terre<strong>in</strong> actief te zijn.<br />

Dit kan bestaan uit het aanbieden van de mogelijkheid,<br />

waarbij ook vervoer en f<strong>in</strong>anciële ondersteun<strong>in</strong>g wordt<br />

aangeboden. Maar niet altijd wordt van die mogelijkheid<br />

gebruik gemaakt of slechts we<strong>in</strong>ig of <strong>in</strong>cidenteel (15x). 14x<br />

wordt er daadwerkelijk iets georganiseerd Het is vooral de<br />

diaconie die hierbij betrokken is, f<strong>in</strong>ancieel en/of door het<br />

regelen van vervoer. De vakantieweken worden aangeboden<br />

<strong>in</strong> de centra van de Interkerkelijke Sticht<strong>in</strong>g Diaconaal<br />

Vakantiewerk, te weten ‘De Werelt’ <strong>in</strong> Lunteren en het<br />

F.D. Roosevelthuis <strong>in</strong> Doorn (respectievelijk 5x en 11x<br />

genoemd). 1x wordt genoemd dat mensen via de thuiszorg<br />

of het verpleeghuis kunnen deelnemen aan vakantieweken.<br />

Andere activiteiten<br />

Hierbij worden geen activiteiten genoemd die niet onder<br />

één van bovengenoemde clusters van activiteiten vallen.<br />

CONCLUSIE<br />

In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>den recreatieve<br />

activiteiten plaats. De meeste daarvan zijn gezamenlijke<br />

uitstapjes, daarna volgen de ouderensociëteiten en daarna<br />

de vakantieweken. Waarschijnlijk speelt hier mee dat een<br />

aantal van deze activiteiten door andere <strong>in</strong>stanties georganiseerd<br />

worden of dat er geen of slechts <strong>in</strong>cidenteel<br />

behoefte aan bestaat. Een andere factor kan zijn dat kerkelijke<br />

activiteiten vaak elementen van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en vieren<br />

hebben en m<strong>in</strong>der sport, spel en ontspann<strong>in</strong>g als hoofddoelstell<strong>in</strong>g.<br />

MOBILITEITSZAKEN<br />

Een grote meerderheid van de respondenten, 95 (71%),<br />

geeft aan dat zij aandacht heeft voor mobiliteitszaken.<br />

In 37 gemeenten (28%) v<strong>in</strong>dt vanuit de kerkelijke gemeente<br />

hulp bij het rijden met een rolstoel plaats. Uit gegeven<br />

toelicht<strong>in</strong>gen blijkt dat dit <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met de algemene<br />

aandacht voor mobiliteitszaken lagere percentage voortvloeit<br />

uit het beperkte aantal mensen dat van een rolstoel<br />

gebruik maakt. Ook blijkt dat de aandacht voor mobiliteitszaken<br />

vooral het vervoer naar de kerkdienst betreft. Van de<br />

27 respondenten die een toelicht<strong>in</strong>g gaven, noemen 17<br />

expliciet het bezoek aan de kerkdienst. Van het vervoer<br />

met het oog op andere zaken wordt 2x het ziekenhuis<br />

genoemd en 1x het meenemen om te wandelen. 4x wordt<br />

vermeld dat gemeenteleden/vrijwilligers zorgen voor vervoer,<br />

dat hiervoor voldoende vrijwilligers zijn (1x) en dat dit<br />

onderl<strong>in</strong>g geregeld wordt (1x).<br />

CONCLUSIE<br />

Een grote meerderheid van de gemeenten heeft aandacht<br />

voor mobiliteitszaken. Deze betreffen vooral het bezoek<br />

aan de kerkdienst.<br />

TOEGANKELIJKHEID <strong>KERKELIJKE</strong><br />

GEBOUWEN EN VOORZIENINGEN<br />

Uit de reacties blijkt dat de overgrote meerderheid van de<br />

gemeenten voorzien<strong>in</strong>gen heeft getroffen om kerkelijke<br />

gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met lichamelijke<br />

beperk<strong>in</strong>gen: 113 (85%). Ook blijkt dat een bijna even<br />

grote meerderheid voorzien<strong>in</strong>gen voor gehoorgestoorden<br />

heeft: 110 (83%). Een, zij het aanzienlijk kle<strong>in</strong>ere, meerderheid<br />

houdt ook reken<strong>in</strong>g met slechtzienden: 70 (53%).<br />

MATERIËLE STEUN AAN <strong>OUDEREN</strong><br />

In negentien gemeenten (14%) is <strong>in</strong>dividuele materiële<br />

steun aan ouderen gegeven. Deze wordt door de diaconie<br />

gegeven. Het g<strong>in</strong>g hier om een bedrag van <strong>in</strong> totaal 14470<br />

euro bij 61 aanvragen, waarvan er 55 gehonoreerd werden<br />

(2004).<br />

HULP <strong>BIJ</strong> HET VERKRIJGEN<br />

VAN RECHTEN<br />

Het geven van praktische ondersteun<strong>in</strong>g en van ondersteun<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> contacten met <strong>in</strong>stanties en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen kan<br />

onderdeel zijn van het kerkelijk ouderenwerk. 31 gemeenten<br />

(23%) verlenen hulp bij het <strong>in</strong>vullen van formulieren,<br />

32 (24%) ondersteunen mensen <strong>in</strong> hun contacten met<br />

<strong>in</strong>stanties en een zelfde aantal <strong>in</strong> hun contacten met<br />

zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />

Uit gemaakte opmerk<strong>in</strong>gen bij de rubriek ‘andersz<strong>in</strong>s’ blijkt<br />

dat <strong>in</strong> een aantal gevallen men er niet structureel mee<br />

bezig is, maar er wel op let en <strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gt als dat nodig is<br />

(7x), soms verwijst men (1x) of is er een sociaal diaken die<br />

helpt na opgespoorde behoefte (1x). 1x wordt vermeld dat<br />

predikant en bezoekmedewerkers dit ondersteunende<br />

werk doen, 1x de diaconie en 1x contactdames (hulp bij<br />

geldzaken en boodschappen doen). Enige malen wordt


19<br />

erop gewezen dat andere organisaties deze ondersteun<strong>in</strong>g<br />

verlenen (en het dus niet nodig is dat de kerk dit doet).<br />

Genoemd worden: het Cliënten Platform (dat een enkele<br />

keer <strong>in</strong> het kerkblad publiceert) (1x), de PCOB (1x), de ANBO<br />

(1x), de Sticht<strong>in</strong>g Welzijn (2x), dorpsbeheerders 16 (1x).<br />

KLUSJESDIENST VOOR <strong>OUDEREN</strong><br />

In een beperkt aantal gemeenten is er een klussendienst:<br />

12 (9%)<br />

RICHTEN VAN ACTIVITEITEN OP<br />

BURGERLIJKE GEMEENTE<br />

43 gemeenten (32%) proberen hun activiteiten te richten op<br />

dat wat er <strong>in</strong> de burgerlijke gemeente gebeurt.<br />

NIET-KERKLEDEN<br />

Zijn er activiteiten op het terre<strong>in</strong> van zorg en ondersteun<strong>in</strong>g<br />

die ook voor niet-kerkleden zijn? 39 gemeenten (29%)<br />

geven aan dat dit het geval is.<br />

Hoe worden deze bereikt? In 20 gemeenten (15%) worden<br />

er folders gebruikt, <strong>in</strong> 19 (14%) de lokale omroep, <strong>in</strong> 33<br />

(25%) de krant/huis aan huisblad en – het meest genoemd<br />

– <strong>in</strong> 41 gemeenten (31%) mondel<strong>in</strong>ge contacten. Daarnaast<br />

worden nog genoemd (alle 1x): de website, de huisartsenpraktijk,<br />

de C-1000, posters. Meermalen worden genoemd:<br />

de burgerlijke gemeente, sticht<strong>in</strong>g welzijn ouderen (3x), het<br />

kerkblad (1x wordt vermeld dat dit huis aan huis wordt<br />

verspreid) en de Elisabethbode (7x). 3x wordt vermeld dat<br />

de bloemengroet <strong>in</strong> het dorp ook naar niet-kerkleden gaat<br />

(1x genoemd: allen boven de 75 jaar). Dat geldt ook voor de<br />

kerstpakketten (1x). Ook wordt gewezen op de <strong>in</strong>formele<br />

contacten <strong>in</strong> het dorp, zoals die tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong><br />

naoberschap en laagdrempelige diensten <strong>in</strong> de dorpshuizen.<br />

Ook dat niet-kerkleden regelmatig op activiteiten<br />

komen als het koffiedr<strong>in</strong>ken, de najaarsmarkt en tentoonstell<strong>in</strong>gen:<br />

daarbij is iedereen welkom. 1x wordt vermeld<br />

dat de actie Vakantiegeld Samen Delen ook voor nietkerkleden<br />

is (hierbij wordt het vakantiegeld <strong>in</strong> één pot<br />

gedaan en gelijkelijk verdeeld aan degenen die meedoen).<br />

CONCLUSIE<br />

Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten staat ook open voor<br />

niet-kerkleden. Soms treedt men gericht naar buiten de<br />

kerk door daartoe de geëigende media te gebruiken, vaak<br />

betreft het <strong>in</strong>formele contacten.<br />

16<br />

Dorpsbeheerders zijn personen die een signalerende functie vervullen met betrekk<strong>in</strong>g tot de leefomgev<strong>in</strong>g en kunnen bijvoorbeeld <strong>in</strong> dienst zijn van een stich<strong>in</strong>g welzijn.


20<br />

IV – AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />

Was <strong>in</strong> de vorige paragraaf de aandacht gericht op steun<br />

en zorg aan degenen die deze behoeven, nu is de vraag<br />

aan de orde of er ook activiteiten zijn die zich richten op<br />

degenen die zorg geven.<br />

MANTELZORGERS<br />

Mantelzorg is de onbetaalde zorg die Nederlanders geven<br />

aan familie en vrienden met een gezondheidsprobleem en/<br />

of een handicap. Het zijn vooral partners en k<strong>in</strong>deren die<br />

deze zorg verlenen. Naar schatt<strong>in</strong>g bedraagt het aantal<br />

mantelzorgers zo’n 3,7 miljoen. Van hen deed 750.000 dit<br />

langer dan drie maanden en meer dan acht uur per week<br />

(cijfers 2001). 17<br />

IS ER IN DE GEMEENTEN AANDACHT VOOR HEN EN<br />

WAARIN KOMT DEZE TOT UITDRUKKING?<br />

23 (17%) van de gemeenten geeft aan dat er activiteiten<br />

zijn voor mantelzorgers.<br />

Deze kunnen betrekk<strong>in</strong>g hebben op:<br />

− het geven van aandacht door bezoek te brengen, het<br />

bezorgen van en bloemetje e.d. (11x);<br />

− het geven van praktische hulp, zoals vervoer, meegaan<br />

naar huisarts, kappersbezoek e.d. (4x);<br />

− het tijdelijk vervangen van de mantelzorger (3x) (hier<br />

wordt o.a. genoemd een ‘oppaskr<strong>in</strong>g’ rond een demente<br />

vrouw zodat de partner even iets voor zichzelf kan doen);<br />

− het mogelijk maken dat mantelzorgers deelnemen aan<br />

ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten zoals koffieochtenden,<br />

ontspann<strong>in</strong>gsmiddagen, gespreksbijeenkomsten (3x);<br />

− attenderen op steunmogelijkheden <strong>in</strong> de burgerlijke<br />

gemeente (2x) (o.a. door publicatie hierover <strong>in</strong> het kerkblad);<br />

− aandacht voor mantelzorg <strong>in</strong> de toerust<strong>in</strong>gsactiviteiten<br />

voor ouderl<strong>in</strong>gen en contactpersonen (1x).<br />

VRIJWILLIGERS<br />

<strong>Kerk</strong>en kunnen hun vrijwilligers ondersteunen door het<br />

verzorgen van toerust<strong>in</strong>g, door regel<strong>in</strong>gen op het gebied<br />

van onkostenvergoed<strong>in</strong>g en verzeker<strong>in</strong>g en door het laten<br />

blijken van waarder<strong>in</strong>g.<br />

27 (20%) gemeenten geven aan toerust<strong>in</strong>g voor vrijwilligers<br />

te verzorgen. In de meeste gevallen gebeurt dat door <strong>in</strong> de<br />

desbetreffende groep(en) van bezoekers de ervar<strong>in</strong>gen<br />

door te spreken (9x). In een aantal gevallen gebeurt dat<br />

met de predikant (3x). 1x v<strong>in</strong>dt begeleid<strong>in</strong>g plaats door de<br />

coörd<strong>in</strong>ator van de sticht<strong>in</strong>g welzijn ouderen. Soms is er<br />

sprake van toerust<strong>in</strong>g, specifieke cursussen en <strong>in</strong>structieen<br />

voorlicht<strong>in</strong>gsbijeenkomsten (8x) (waaronder 1x<br />

genoemd cursussen van de sticht<strong>in</strong>g welzijn ouderen).<br />

Een heel kle<strong>in</strong> aantal gemeenten (9; 7%) heeft een onkostenregel<strong>in</strong>g<br />

voor vrijwilligers en 23 (17%) een verzeker<strong>in</strong>g.<br />

In 48 gevallen is er sprake van dat vrijwilligers blijken van<br />

waarder<strong>in</strong>g ontvangen. Deze vallen ruwweg gesproken<br />

uiteen <strong>in</strong> twee categorieën:<br />

− Gezellige bijeenkomsten, waaronder feestelijke bijeenkomst,<br />

barbecue, uitje en dergelijke (13x). Soms wordt<br />

een frequentie aangegeven: 1x één keer per jaar, 2x<br />

eens <strong>in</strong> de twee jaar en 1x twee maal per jaar.<br />

− Geven van aandacht, bedanken, het geven van kle<strong>in</strong>e<br />

attenties (bloemen, boeken, boekenbon, cadeaubon),<br />

kaart met verjaardag (26x). Soms gaat het om gestructureerde<br />

aandacht, bijvoorbeeld het krijgen van een attentie<br />

met Kerst, een blijk van waarder<strong>in</strong>g bij het beë<strong>in</strong>digen<br />

van het werk, soms is het meer <strong>in</strong>formeel.<br />

BEROEPSKRACHTEN<br />

Wat betreft de aandacht voor professionele zorgverleners<br />

wordt 11x vermeld dat er aandacht voor hen is. Dit betreft<br />

dan de predikant (5x), de pastoraal werker (3x) en de koster<br />

(1x). Deze aandacht kan tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong> een<br />

bloemetje, boekenbon, kerstattentie. 1x wordt vermeld dat<br />

er pastoraat plaatsv<strong>in</strong>dt aan mensen die <strong>in</strong> de gezondheidszorg<br />

werkzaam zijn.<br />

CONCLUSIE<br />

Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten geeft aandacht aan de<br />

mantelzorgers. Dit steekt af tegen het grote aantal mensen<br />

dat mantelzorg verricht Het is niet duidelijk of dit een<br />

bewuste keuze is, bijvoorbeeld omdat anderen dit al doen<br />

of dat dit als vanzelf meegenomen wordt <strong>in</strong> de <strong>in</strong>formele<br />

contacten <strong>in</strong> die gemeenten die zo kle<strong>in</strong>schalig zijn dat<br />

men elkaar persoonlijk kent.<br />

Wat betreft het vrijwilligerswerk leent zowel het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />

als zaken als onkostenregel<strong>in</strong>g, verzeker<strong>in</strong>g en<br />

het blijk geven van waarder<strong>in</strong>g zich voor nadere doordenk<strong>in</strong>g<br />

zonder hiermee te suggereren dat dit alles zwaar<br />

gestructureerd zou moeten worden.<br />

Aandacht voor mensen <strong>in</strong> hun rol als professionele zorgverlener<br />

is er niet. Dat is niet verwonderlijk. Misschien<br />

verwachten deze dat ook niet en hebben zij daarvoor hun<br />

eigen beroepsorganisatie of is de geestelijk verzorger een<br />

aanspreekpunt. Het stelt ook specifieke deskundigheidseisen.<br />

17<br />

Zie: J.M. Timmermans, Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, maart 2003.


21<br />

V - SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />

Met wie wordt er samengewerkt en met wie zijn er contacten?<br />

Daar<strong>in</strong> geven de volgende resultaten van de enquête<br />

ons meer <strong>in</strong>zicht.<br />

WIE IS IN DE <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTE<br />

BETROKKEN <strong>BIJ</strong> ZORG?<br />

Voor het ontwikkelen en onderhouden van contacten is het<br />

handig om te weten wie <strong>in</strong> de eigen kerkelijke gemeente bij<br />

de zorg betrokken is. Die betrokkenheid kan verschillende<br />

hoedanigheden betreffen: iemand kan betaald werk<br />

verrichten <strong>in</strong> de zorg, <strong>in</strong> een bestuur zitten, als vrijwilliger<br />

actief zijn of nog andersz<strong>in</strong>s betrokken zijn. Iets meer dan<br />

de helft geeft aan hiermee op de hoogte zijn, te weten 71<br />

respondenten (53%).<br />

ZORGINSTELLINGEN<br />

Zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn belangrijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong><br />

van zorg. Zoals we al zagen bij de resultaten van eerdere<br />

vragen zijn er veel contacten met verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen.<br />

Bij de helft van de respondenten is er een<br />

verzorg<strong>in</strong>gstehuis <strong>in</strong> de eigen woonplaats (66= 50%).<br />

Gezien het kle<strong>in</strong>er aantal verpleeghuizen <strong>in</strong> geheel Nederland<br />

is het begrijpelijk dat het aantal woonplaatsen waar<strong>in</strong><br />

een verpleeghuis is, kle<strong>in</strong>er is dan dat van de verzorg<strong>in</strong>gshuizen:<br />

29 (22%).<br />

Wat betreft andere zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen worden veelal woonzorgvoorzien<strong>in</strong>gen<br />

voor ouderen genoemd (woonzorgvoorzien<strong>in</strong>gen,<br />

serviceflat, seniorenflat, aanleunwon<strong>in</strong>gen,<br />

beschut wonen) (13x), woon- en zorgvoorzien<strong>in</strong>gen voor<br />

mensen met dementie (3x), voorzien<strong>in</strong>gen voor bl<strong>in</strong>den en<br />

slechtzienden (2x), voor verstandelijk gehandicapten (4x),<br />

lichamelijk gehandicapten (2x), mantelzorgers (1x), ziekenhuis<br />

(1x), psychiatrisch ziekenhuis (1x).<br />

Wat betreft de bestuurlijke deelname geven 17 respondenten<br />

aan dat hun kerkelijke gemeente vertegenwoordigd is<br />

<strong>in</strong> het bestuur van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g of een organisatie op<br />

het terre<strong>in</strong> van zorg.<br />

In de meeste gevallen betreft dit een verzorg<strong>in</strong>gshuis (8x).<br />

Genoemd worden verder: <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor huisvest<strong>in</strong>g ouderen<br />

(1x), geriatrisch verpleeghuis (1x), Sticht<strong>in</strong>g Welzijn<br />

(ouderen) (2x), ziekenhuis (1x), thuiszorg (1x) (3x wordt het<br />

bestuurslidmaatschap vermeld zonder verdere toelicht<strong>in</strong>g).<br />

DEELNAME AAN RADEN EN<br />

COMMISSIES<br />

Naast het bestuur zijn er <strong>in</strong> toenemende mate <strong>in</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

Raden van Advies, die meedenken <strong>in</strong> het beleid van de<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Ook zijn er identiteitscommissies en cliëntenraden.<br />

6 respondenten geven aan dat zij vertegenwoordigd<br />

zijn <strong>in</strong> een Raad van Advies, 4x betreft dit een verzorg<strong>in</strong>gshuis,<br />

1x een geriatrisch verpleeghuis en 1x een sticht<strong>in</strong>g<br />

huisvest<strong>in</strong>g ouderen. 1x wordt opgemerkt dat er wel een<br />

verzoek is geweest om deel uit te maken van een Raad van<br />

Advies, maar dat er echter <strong>in</strong> de stad veel zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

zijn waardoor het allemaal te veel en te complex wordt.<br />

Eveneens 6 respondenten geven aan dat zij deelnemen aan<br />

een identiteitscommissie. 19 respondenten melden dat zij<br />

deelnemen aan een cliëntenraad. Dat betreft 6x een verzorg<strong>in</strong>gs-<br />

of verpleeghuis (waarbij 2x wel mensen uit de<br />

kerken, maar niet namens de kerken deelnemen). 1x wordt<br />

deelname aan de cliëntenraad van de Sociale Dienst<br />

genoemd (via de Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en) en 1x <strong>in</strong> het<br />

kader van de Wet Werk en Bijstand/Wet Voorzien<strong>in</strong>gen<br />

Gehandicapten.<br />

Van andere deelnames zijn nog te melden de deelname van<br />

de wijkpredikant <strong>in</strong> de ethische commissie van drie verzorg<strong>in</strong>gshuizen<br />

en de deelname aan de <strong>in</strong>dicatiecommissie<br />

van het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />

MENING OVER DE DEELNAME<br />

NAMENS KERKEN<br />

Hoe kijkt men nu aan tegen deelname als kerk <strong>in</strong> besturen,<br />

organen en commissies <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties<br />

op het veld van zorg? Een aantal keren wordt volstaan met<br />

te zeggen dat er geen deelname is zonder een oordeel uit<br />

te spreken (2x), dat deze er niet is maar eigenlijk wel nodig<br />

is gezien de verantwoordelijkheid voor de samenlev<strong>in</strong>g<br />

(2x). 2x wordt niet-deelname gemotiveerd vanuit de overweg<strong>in</strong>g<br />

dat de eigen kerkelijke gemeente te kle<strong>in</strong> is (‘we<br />

zijn blij als we onze eigen functies <strong>in</strong>gevuld hebben.’/ ‘voor<br />

dat soort d<strong>in</strong>gen is een kle<strong>in</strong>e kerk als de onze veel te<br />

kle<strong>in</strong>.’/ ‘geen mensen beschikbaar’) of dat het gewoon niet<br />

speelt en er geen wensen zijn (3x). Ook wijst men erop dat<br />

er mensen moeten zijn die er de capaciteiten voor hebben<br />

(1x) en dat op dit moment door alle verander<strong>in</strong>gen alles niet<br />

zo duidelijk is (1x). Weer een ander punt is dat door de sterke<br />

professionaliser<strong>in</strong>g en de uit fusies voortgekomen veralgemeniser<strong>in</strong>g<br />

de kerken zijn teruggedrongen of zich niet<br />

meer herkennen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g (3x). 5x waardeert men de<br />

deelname positief. Daarbij wijst men op het belang van uitwissel<strong>in</strong>g<br />

van <strong>in</strong>formatie en voor de organisatie van<br />

bezoekwerk en diensten.<br />

HOSPICES<br />

Het aantal hospices <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe is beperkt: er<br />

zijn 7 <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op dit terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen<br />

(soms als onderdeel van een zorgcentrum of een verpleeghuis)<br />

en 3 <strong>in</strong> Drenthe (idem). 5x wordt een contact met een<br />

hospice vermeld, waarvan 1x met het oog op een hospice<br />

<strong>in</strong> word<strong>in</strong>g. De contacten betreffen het bezoek door vrijwilligers<br />

aan een hospice-afdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een verpleeghuis (1x),


22<br />

het overleg over mogelijke activiteiten (1x) en de werv<strong>in</strong>g<br />

van vrijwilligers (1x) (1x wordt het contact niet nader toegelicht).<br />

CONTACTEN MET DE BURGERLIJKE<br />

GEMEENTE<br />

De burgerlijke gemeente is een belangrijke partner op het<br />

veld van ouderenzorg en wordt dat onder meer door de<br />

<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO steeds meer. Hoe liggen nu de<br />

contacten?<br />

36 respondenten (27%) geeft aan dat er contacten zijn. Deze<br />

zijn voor het overgrote deel <strong>in</strong>cidenteel (30x) (en dus 6x<br />

structureel). De contacten zijn er <strong>in</strong> het kader van pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />

(17x), meedenken <strong>in</strong> het beleid (19x) en met het oog<br />

op afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten (15x). Daarnaast wordt een<br />

aantal contacten met de gemeente vermeld door deelname<br />

<strong>in</strong> organisaties waarbij de burgerlijke gemeente nauw<br />

betrokken is: zoals de deelname aan het Cliëntenplatform,<br />

het meedoen aan het opzetten van een steunpunt voor<br />

ouderen, de deelname aan de Stuurgroep voor het ouderenbeleid<br />

en de betrokkenheid bij voorlicht<strong>in</strong>g over mantelzorg.<br />

10 respondenten geven aan, dat zij contacten hebben met<br />

andere organisaties op het terre<strong>in</strong> van zorg, wonen en<br />

welzijn, waarvan er vier structureel zijn. Deze contacten<br />

betreffen een bejaardenhuis (1x), de lokale arme kantwerkgroep<br />

(1x), sticht<strong>in</strong>g welzijn (4x), seniorenwooncomplex<br />

(1x), mantelzorg (1x), maatschappelijk werk (1x), sticht<strong>in</strong>g<br />

ouderenwerk (1x), sticht<strong>in</strong>g Meldpunt Vrijwilligershulp<br />

en Mantelzorg (1x), sticht<strong>in</strong>g Algemene Hulpdienst (1x),<br />

thuiszorg (1x). Het doel van de contacten was pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />

(3x), afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten (4x), profiteren van<br />

elkaars kennis (7x) en het ondernemen van gezamenlijke<br />

activiteiten (3x).<br />

DIRECTIES/LEIDING VAN<br />

ZORGINSTELLINGEN<br />

In 30 gevallen is er sprake van contacten met de directie/<br />

leid<strong>in</strong>g van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen; <strong>in</strong> 7 gevallen betreft het<br />

structurele contacten. Het overgrote deel heeft betrekk<strong>in</strong>g<br />

op verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen (26x), 1x betreft dit het<br />

ziekenhuis en 1x de leid<strong>in</strong>g van de aanleunwon<strong>in</strong>gen. 6x<br />

wordt erbij vermeld dat het om kerkdiensten en vier<strong>in</strong>gen<br />

gaat, 1x groothuisbezoek en 1x bezoekwerk. Wat betreft<br />

het doel van het contact: 7x gaat het om pleitbezorg<strong>in</strong>g, 18x<br />

afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten, 8x het profiteren van elkaars<br />

kennis en 11x het ondernemen van gezamenlijke activiteiten.<br />

De toelicht<strong>in</strong>gen maken duidelijk dat het overleg vooral<br />

de kerkdiensten betreft, een enkele keer het bezoekwerk<br />

en een contactmiddag.<br />

<strong>OUDEREN</strong>BONDEN<br />

In 17 gemeenten (13%) zijn er contacten met ouderenbonden.<br />

Het merendeel hiervan betreft <strong>in</strong>cidentele contacten<br />

(15x), <strong>in</strong> twee gevallen is er dus sprake van een structurele<br />

relatie. Meestal betreft het de PCOB (12x genoemd); de<br />

ANBO wordt 2x genoemd en 1x alle ouderenbonden (2x<br />

v<strong>in</strong>dt er geen nadere aanduid<strong>in</strong>g plaats). Het doel van de<br />

contacten is het ondernemen van gezamenlijke activiteiten<br />

(9x genoemd), afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten (8x genoemd),<br />

het ondersteunen van de ouderenbonden (7x genoemd) en<br />

het profiteren van elkaars kennis (4x genoemd).<br />

Voorbeelden die genoemd worden zijn: voorlicht<strong>in</strong>g over<br />

armoede, samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het kader van de Dag van de<br />

mantelzorg, een maandelijkse bijeenkomst met een spreker<br />

en afstemm<strong>in</strong>g zodat bijeenkomsten niet samenvallen.<br />

ANDERE ORGANISATIES OP HET<br />

TERREIN VAN ZORG, WONEN EN<br />

WELZIJNSWERK<br />

ALGEHELE WAARDERING<br />

Gevraagd naar de tevredenheid over de contacten geven<br />

31 respondenten aan daarover tevreden te zijn en 3<br />

ontevreden. Dat laatste wordt toegelicht met de opmerk<strong>in</strong>g<br />

dat de geestelijke en lichamelijke hulp strikt van elkaar<br />

gescheiden zijn en dat er te we<strong>in</strong>ig tijd en mankracht<br />

beschikbaar is.<br />

CONCLUSIE<br />

Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contacten met<br />

andere actoren <strong>in</strong> het veld van de ouderenzorg. Dat zijn<br />

vooral <strong>in</strong>cidentele contacten die gelegd of benut worden al<br />

naar gelang de behoefte <strong>in</strong> het kader van vragen die men<br />

<strong>in</strong> het kerkelijk werk bij mensen is tegengekomen (‘pleitbezorg<strong>in</strong>g’),<br />

afstemm<strong>in</strong>g, uitwissel<strong>in</strong>g van kennis of het<br />

ondernemen van gezamenlijke activiteiten. Wellicht dat<br />

vooral <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere plaatsen meer via het <strong>in</strong>formele circuit<br />

loopt. Voorts zal een rol spelen het gebrek aan menskracht,<br />

de complexiteit van besturen en beleidsvorm<strong>in</strong>g, mede<br />

door de snelle en vele verander<strong>in</strong>gen. Daardoor is ook de<br />

deelname aan besturen van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen sterk afgenomen.<br />

In een beperkt aantal gevallen neemt men deel aan<br />

een Raad van Advies of een identiteitscommissie.<br />

V


23<br />

Aan veel zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen is een geestelijk verzorger<br />

verbonden. Hij of zij is meestal <strong>in</strong> dienst van de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />

maar kan daarnaast als kerkelijk werker met bijzondere<br />

opdracht verbonden zijn aan een kerkelijke gemeente of de<br />

classicale vergader<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het gebied waar<strong>in</strong> de<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g gelegen is. De geestelijk verzorger heeft dan een<br />

bijzondere opdracht en wordt daarbij <strong>in</strong> de bedien<strong>in</strong>g<br />

gesteld. De desbetreffende ambtelijke vergader<strong>in</strong>g die<br />

deze ‘kerkelijke zend<strong>in</strong>g’ verleent, treft een regel<strong>in</strong>g met de<br />

betrokken <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> wordt vastgelegd dat de ambtelijke<br />

vergader<strong>in</strong>g verantwoordelijk is voor het werk dat<br />

de kerkelijk werker uit hoofde van zijn bedien<strong>in</strong>g verricht.<br />

De desbetreffende kerkenraad of classicale vergader<strong>in</strong>g<br />

stelt een commissie <strong>in</strong> die de betrokken kerkelijk werker<br />

begeleidt <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van zijn werkzaamheden (zie<br />

<strong>Kerk</strong>orde en ord<strong>in</strong>anties van de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong><br />

Nederland ord<strong>in</strong>antie 3-13).<br />

De contacten waarvan sprake is kunnen ook contacten zijn<br />

met een geestelijk verzorger die geen kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

heeft.<br />

CONTACTEN IN EIGEN<br />

WOONPLAATS<br />

In 38 gevallen (29%) zijn er contacten tussen geestelijk<br />

verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de eigen woonplaats en<br />

de desbetreffende kerkelijke gemeente. 15x geven de<br />

respondenten aan dat de geestelijk verzorger aan de eigen<br />

kerkelijke gemeente verbonden is en 13x aan een andere<br />

kerkelijke gemeente.<br />

In 27 gevallen wordt vermeld dat de geestelijk verzorger<br />

voorgaat <strong>in</strong> kerkdiensten van de kerkelijke gemeente, terwijl<br />

45x wordt aangegeven dat de geestelijk verzorger<br />

voorgaat <strong>in</strong> kerkdiensten <strong>in</strong> de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. 14x wordt<br />

vermeld dat er een gesprek is met de geestelijk verzorger<br />

<strong>in</strong> de kerkenraad, 6x dat hij wordt <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />

en 16x dat zijn werk <strong>in</strong> het kerkblad aan de<br />

orde komt.<br />

Genoemd worden ook de contacten tussen predikanten en<br />

geestelijke verzorgers (8x). Deze kunnen <strong>in</strong>formele contacten<br />

betreffen (‘af en toe bijpraten’ / ‘zo nodig’), contacten<br />

die er zijn omdat de gemeentepredikant ook bezoekwerk<br />

doet <strong>in</strong> het tehuis waar de geestelijk verzorger werkzaam<br />

is, overleg <strong>in</strong> het gestructureerde verband van het convent<br />

van pastores of van de werkgemeenschap van predikanten.<br />

18 (8x) Ook zijn er de contacten <strong>in</strong> het kader van pastoraat/bezoekwerk.<br />

Ook hier de twee kanten: overleg over<br />

bezoekwerk dat vanuit de kerkelijke gemeente <strong>in</strong> de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />

wordt gedaan en over het bezoek dat de geestelijk<br />

verzorger aan gemeenteleden aflegt (6x).<br />

Wat betreft de frequentie van de contacten: voor zover<br />

daarover iets vermeld wordt, gaat het om <strong>in</strong>cidentele contacten<br />

die praktische aangelegenheden betreffen, zoals<br />

overleg over een patiënt, bij overlijden en dergelijke (‘als<br />

nodig’) (7x). 2x is er sprake van een regelmatig contact. 1x<br />

wordt vermeld dat er <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gstehuis een Commissie<br />

Geestelijke verzorg<strong>in</strong>g is waar<strong>in</strong> ook diverse predikanten<br />

zitt<strong>in</strong>g hebben.<br />

GEESTELIJK VERZORGERS BUITEN<br />

DE EIGEN WOONPLAATS<br />

15x (11%) melden respondenten dat er contacten zijn met<br />

geestelijk verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen elders. 1x bestaat<br />

dit uit een gesprek <strong>in</strong> de kerkenraad, 5x gaat de geestelijk<br />

verzorger voor <strong>in</strong> kerkdiensten <strong>in</strong> de kerkelijke gemeente,<br />

7x verzorgt hij kerkdiensten <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, 1x wordt hij<br />

<strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> toerust<strong>in</strong>gswerk en geen enkele keer is<br />

zijn werk <strong>in</strong> het kerkblad aan de orde geweest. In de toelicht<strong>in</strong>g<br />

op de contacten blijkt dat ook het bezoekwerk<br />

punt van overleg is.<br />

CONCLUSIE<br />

De relatie met geestelijke verzorgers is moeilijk te beoordelen,<br />

omdat men dan het aantal geestelijke verzorgers <strong>in</strong><br />

zijn geheel (met en zonder kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g) zou moeten<br />

weten. Dat overzicht ontbreekt echter. De contacten die er<br />

zijn betreffen vooral de kerkdiensten <strong>in</strong> de kerkelijke<br />

gemeente en/of de tehuizen en het bezoekwerk. In een<br />

aantal gevallen komt het werk van de geestelijk verzorger<br />

aan de orde <strong>in</strong> de kerkenraad. Ook wordt deze <strong>in</strong>geschakeld<br />

<strong>in</strong> het toerust<strong>in</strong>gswerk en wordt over diens werk<br />

bericht <strong>in</strong> het kerkblad. In een beperkt aantal gevallen<br />

neemt de geestelijk verzorger deel aan het convent van<br />

pastores/de werkgemeenschap van predikanten.<br />

18 In ord<strong>in</strong>antie 4-18-1 van de <strong>Kerk</strong>orde van de PKN is bepaald dat de predikanten b<strong>in</strong>nen de classis door de classicale vergader<strong>in</strong>g worden samengebracht <strong>in</strong> een of meer<br />

werkgemeenschappen. Daartoe behoren niet alleen de predikanten voor gewone werkzaamheden die aan een gemeente verbonden zijn, maar ook predikanten met een<br />

bijzondere opdracht die <strong>in</strong> de classis werkzaam of woonachtig zijn. Hiertoe behoren dus ook geestelijke verzorgers voor zover zij een kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g hebben.


24<br />

VII – FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN EN ORGANISATIES<br />

Van de kerkelijke gemeenten geven er 16 (12%) structureel<br />

f<strong>in</strong>anciële hulp. In 6 gevallen blijkt het hier om een verzore<br />

gevallen<br />

g<strong>in</strong>gshuis of verpleeghuis te gaan. De overige<br />

betreffen kerkelijke activiteiten op lokaal (zoals het aan-<br />

loophuis, ouderencontact, bezoekwerk, zustercomité, Hervormde<br />

Vrouwenverenig<strong>in</strong>g), nationaal (het Roosevelthuis)<br />

en <strong>in</strong>ternationaal niveau (Roemenië, Peru). Het totale<br />

bedrag voor al deze organisaties en activiteiten bedroeg <strong>in</strong><br />

2004 8.315 euro (het gaat hier om 8 respondenten). Hieronder<br />

bev<strong>in</strong>dt zich een bijdrage van 6.300 euro. De overige<br />

bijdragen variëren van 100 tot 500 euro. De diaconie verstrekt<br />

deze bijdrage.<br />

In 40 gevallen (30%) gaven kerkelijke gemeenten <strong>in</strong>cidenteel<br />

giften, waarvan er vijf verzorg<strong>in</strong>gshuizen betroffen en<br />

twee verpleeghuizen. Uit de gegeven toelicht<strong>in</strong>gen blijkt<br />

dat het vooral om activiteiten gaat voor de bewoners of om<br />

de aanschaf van materiaal en apparatuur, zoals een<br />

elektronisch orgel. In vrijwel alle gevallen gaf de diaconie<br />

de gift; één keer wordt vermeld dat de kerkvoogdij dit deed<br />

en één keer dat er een collecte <strong>in</strong> de kerk was gehouden.<br />

13 respondenten gaven aan welke bedragen <strong>in</strong> 2004<br />

gemoeid waren met de <strong>in</strong>cidentele ondersteun<strong>in</strong>g. Het<br />

totale bedrag bedroeg 15.575 euro, waaronder enige<br />

(relatief gesproken) grotere bedragen: 1.500, 2.500, 4.225 en<br />

5.500 euro. De overigen vermeldden bedragen van 50 tot<br />

500 euro.<br />

CONCLUSIE<br />

Deze vraag beoogde te achterhalen of en <strong>in</strong> welke mate<br />

kerken nog f<strong>in</strong>ancieel betrokken zijn bij zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

voor ouderen. Hoewel nogal wat respondenten de vragen<br />

breder hebben opgevat (kerkelijke activiteiten en organisaties<br />

<strong>in</strong> hun algemeenheid) is toch het beeld duidelijk: kerken<br />

zijn slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate structureel en (iets<br />

meer) <strong>in</strong>cidenteel f<strong>in</strong>ancieel bij zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen betrokken.


25<br />

VIII SIGNALEREN<br />

De Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland is een kerk die bij wil<br />

dragen aan de vernieuw<strong>in</strong>g van het leven <strong>in</strong> cultuur, maatschappij<br />

en staat. In artikel 1 lid 6 van de <strong>Kerk</strong>orde lezen<br />

we daarover <strong>in</strong> het kader van ‘De roep<strong>in</strong>g van kerk en<br />

gemeente’’ :<br />

“De kerk belijdt telkens opnieuw <strong>in</strong> haar vieren, spreken en<br />

handelen Jezus Christus als Heer en Verlosser van de<br />

wereld en roept daarmee op tot vernieuw<strong>in</strong>g van het leven<br />

<strong>in</strong> cultuur, maatschappij en staat.”<br />

In Ord<strong>in</strong>antie 1 artikel 3 lid 2 v<strong>in</strong>den we daarvan de volgende<br />

uitwerk<strong>in</strong>g:<br />

“Op grond van dit belijden bevordert de kerk de men<strong>in</strong>gsvorm<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de gemeenten over maatschappelijke vragen, <strong>in</strong><br />

eigen omgev<strong>in</strong>g en wereldwijd.”<br />

En <strong>in</strong> lid 3:<br />

“Met het oog op de vernieuw<strong>in</strong>g van het leven <strong>in</strong> cultuur,<br />

maatschappij en staat kan de kerk zich uitspreken over<br />

maatschappelijke vragen.”<br />

In Ord<strong>in</strong>antie8 artikel 3 lid 1 over het diaconaat wordt onder<br />

meer genoemd:<br />

“...het signaleren van knelsituaties <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.”<br />

De onderliggende visie is dat de kerk ook een roep<strong>in</strong>g heeft<br />

<strong>in</strong> het publieke leven. Die kan zij vorm geven door te werken<br />

aan men<strong>in</strong>gsvorm<strong>in</strong>g onder kerkleden en door als kerk<br />

<strong>in</strong> het publieke dome<strong>in</strong> aanwezig te zijn. <strong>Kerk</strong>en kunnen<br />

deze grote woorden uit de <strong>Kerk</strong>orde vorm geven door dat<br />

wat zij tegenkomen <strong>in</strong> hun activiteiten onder de aandacht<br />

te brengen van de eigen kerkleden en <strong>in</strong> het publieke<br />

dome<strong>in</strong> naar voren te brengen. In nog andere woorden<br />

gezegd: door te signaleren wat er aan de hand is.<br />

Welnu, van de respondenten geven 48 (36%) aan dat zij hun<br />

activiteiten evalueren met het oog op signaler<strong>in</strong>g.<br />

Als het gaat om de vraag op welke wijze men de opgedane<br />

ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten deelt met de kerkelijke gemeente<br />

krijgen we het volgende beeld:<br />

34 respondenten (26%) maken daartoe gebruik van het<br />

kerkblad, 23 (17%) stellen de ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten <strong>in</strong><br />

gesprekskr<strong>in</strong>gen aan de orde, 13 (10%) op discussiebijeenkomsten,<br />

32 (25%) op gemeenteavonden en 17 (13%) <strong>in</strong><br />

kerkdiensten/themadiensten. Verder worden genoemd het<br />

groothuisbezoek (1x), de kerkenraad (3x), de diaconieën<br />

(3x), de Raad van <strong>Kerk</strong>en (3x) en bezoekteams, ouderl<strong>in</strong>gen,<br />

diakenen en dergelijke (4x).<br />

Op welke wijze brengen kerken hun ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten<br />

over naar samenlev<strong>in</strong>g en politiek?<br />

18 gemeenten (14%) hebben overleg met de burgerlijke<br />

gemeente en de plaatselijke politiek, 19 (14%) schrijven<br />

brieven aan de burgerlijke gemeente, eveneens 19 (14%)<br />

hebben contact met de gemeenteraad en het College van<br />

Burgemeester en Wethouders en 6 (5%) benaderen wel<br />

eens de landelijke politiek. Daarnaast nemen enige kerkelijke<br />

gemeenten deel aan overleg over armoede <strong>in</strong> het<br />

kader van de kerkelijke anti-armoedebeweg<strong>in</strong>g (de Arme<br />

Kant van Nederland), <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>imaplatform en het sociaal<br />

beraad. Ook worden genoemd: <strong>in</strong>formele contacten met<br />

kerkenraadsleden die zitt<strong>in</strong>g hebben <strong>in</strong> de gemeenteraad,<br />

evenals predikanten die overleg met de burgerlijke<br />

gemeente hebben op het gemeentehuis.<br />

Maakt men gebruik van de plaatselijke en regionale pers?<br />

9 gemeenten (7%) doen dit. Van de lokale of regionale<br />

omroep maken 5 gemeenten (4%) gebruik.<br />

Werken gemeenten samen met andere groepen bij het<br />

signaleren? 16 gemeenten (12%) geven aan dit te doen.<br />

Genoemd worden daarbij: arme-kantgroepen (2x), ouderenbonden<br />

(2x), Centraal Meldpunt Vrijwillige Hulpverlen<strong>in</strong>g<br />

(1x), gemeentelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (1x), Dorpsbelangen<br />

(1x), Raad van <strong>Kerk</strong>en/Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en (3x),<br />

Humanitas (1x), Ouderenwerk (1x), Sticht<strong>in</strong>g Welzijn (1x),<br />

voedselbank (1x).<br />

CONCLUSIE<br />

Ruim één derde van de gemeenten evalueert de activiteiten<br />

met en voor ouderen met het oog op signaler<strong>in</strong>g. In de<br />

eigen gemeente stelt men via diverse kanalen deze zaken<br />

aan de orde, waarbij het kerkblad het hoogst scoort,<br />

gevolgd door gemeenteavonden, gesprekskr<strong>in</strong>gen en discussiebijeenkomsten.<br />

15% van de gemeenten heeft op enigerlei wijze contact<br />

met de plaatselijke politiek met het oog op signaler<strong>in</strong>g.<br />

Benader<strong>in</strong>g van de landelijke politiek v<strong>in</strong>dt we<strong>in</strong>ig plaats.<br />

De lokale en regionale media worden we<strong>in</strong>ig benut, terwijl<br />

er op het punt van het signaleren we<strong>in</strong>ig samenwerk<strong>in</strong>g is<br />

met anderen.<br />

HANDLEIDING


26<br />

IX WAAR KOMT MEN NIET AAN TOE?<br />

Dertig gemeenten hebben gereageerd op de vraag of er<br />

activiteiten zijn waar men niet aan toekomt. Twee daarvan<br />

geven aan dat zij gebrek aan menskracht hebben (en<br />

daardoor niet meer kunnen doen) en ook twee dat zij een<br />

kle<strong>in</strong>e gemeente zijn (en er daarom niet meer activiteiten<br />

nodig zijn). Een heel specifieke situatie doet zich voor <strong>in</strong> die<br />

gemeente waar door moeilijkheden met de predikant de<br />

kerkenraad geen enige activiteit opzet.<br />

Als activiteiten waar men niet aan toekomt, noemt men:<br />

− <strong>in</strong> algemene termen aangeduid dat men meer zou willen<br />

doen (4x);<br />

− activiteiten <strong>in</strong> de sfeer van ontmoet<strong>in</strong>g (zoals koffieochtend,<br />

ouderenmiddag, gezamenlijke maaltijden of soos)<br />

(4x);<br />

− bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten (bijbelgespreksgroep, culturele<br />

middagen) (2x);<br />

− bezoekwerk (5x);<br />

− opzetten lotgenotengroep (1x);<br />

− kerstattenties (1x);<br />

− vervoer naar zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (1x);<br />

− nazorg bij overlijden partner (1x);<br />

− aandacht voor vereenzam<strong>in</strong>g (2x);<br />

− videobeelden van de kerkdienst te vertonen <strong>in</strong> het<br />

verzorg<strong>in</strong>gstehuis (1x).<br />

kanten op: sommigen geven aan dat het niet nodig is om<br />

allerlei afzonderlijke activiteiten op te zetten, want men<br />

kent elkaar en spr<strong>in</strong>gt <strong>in</strong> als dat nodig is. Ook zijn veel van<br />

de <strong>in</strong> de vragenlijst genoemde mogelijke activiteiten niet<br />

nodig, omdat daaraan geen behoefte is. Anderen stellen<br />

dat door gebrek aan menskracht en deskundigheid men<br />

m<strong>in</strong>der kan doen dan men zou willen.<br />

Te vermelden is ook nog dat drie gemeenten aangeven<br />

geen specifiek ouderenbeleid te willen voeren, omdat het<br />

geen automatisme is dat ouderen hulpbehoevend zijn.<br />

Gelet moet worden op <strong>in</strong>dividuele wensen en behoeften.<br />

CONCLUSIE<br />

Uit de gegeven reacties blijkt dat er wensen leven voor<br />

bestaande en nieuw op te zetten activiteiten <strong>in</strong> de direct<br />

uitvoerende activiteiten en voorwaarden scheppende sfeer<br />

(menskracht, deskundigheid, organisatie, samenwerk<strong>in</strong>g<br />

met anderen). Van de groepen die niet bereikt worden,<br />

worden de rand- en buitenkerkelijken het meest genoemd.<br />

De ger<strong>in</strong>ge omvang van de gemeente kan een voordeel zijn<br />

(men kent elkaar) en een nadeel (gebrek aan menskracht<br />

en deskundigheid). Ten slotte zetten enige gemeenten<br />

vraagtekens bij de wenselijkheid van een afzonderlijk<br />

ouderenbeleid.<br />

In de voorwaardenscheppende sfeer worden genoemd:<br />

groepsgesprekken met collega’s (1x) en vorm<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g<br />

(1x).<br />

Wat betreft de wensen met betrekk<strong>in</strong>g tot bestaande<br />

activiteiten hebben 20 gemeenten op enigerlei wijze<br />

gereageerd. Daarbij spr<strong>in</strong>gt het punt ‘meer menskracht’<br />

eruit (4x). Deskundigheid, meer samenwerk<strong>in</strong>g, meer<br />

structuur <strong>in</strong> het werk en meer overleg met organisaties als<br />

PCOB en Passage (de protestants christelijke vrouwenorganisatie)<br />

worden ieder 1x genoemd.<br />

Wat betreft de vraag of er groepen ouderen zijn die men<br />

niet bereikt, zijn er 19 respondenten die hierop <strong>in</strong>gegaan<br />

zijn. 3 gemeenten beantwoorden deze vraag met ‘nee’, terwijl<br />

5 deze met ‘ja’ beantwoorden zonder verder groepen te<br />

noemen. Vijf keer worden de buiten- en randkerkelijken<br />

genoemd, waarbij één keer de aanteken<strong>in</strong>g geplaatst<br />

wordt dat deze wel voor diverse activiteiten worden uitgenodigd,<br />

maar daarop niet reageren. <strong>Actie</strong>ve ouderen,<br />

vereenzaamden en mensen die vroeger actief <strong>in</strong> de kerk<br />

waren maar langzaam uit beeld verdwijnen worden ieder<br />

1x genoemd.<br />

Opmerk<strong>in</strong>gen die men nog kwijt wil bevatten vooral verwijz<strong>in</strong>gen<br />

naar activiteiten naar de burgerlijke gemeente en<br />

organisaties die actief zijn op het terre<strong>in</strong> van welzijn en<br />

zorg voor ouderen (5x). Daarmee wordt gezegd dat men als<br />

kerken daar weet van heeft, zonodig ernaar verwijst en<br />

niet zelf die activiteiten hoeft uit te voeren. Ook spr<strong>in</strong>gt de<br />

verwijz<strong>in</strong>g naar de ger<strong>in</strong>ge omvang van de burgerlijke en<br />

kerkelijke gemeente eruit (5x). Die verwijz<strong>in</strong>g gaat twee


27<br />

X WENSEN MET BETREKKING TOT HET PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />

Tw<strong>in</strong>tig gemeenten hebben gereageerd op de vraag of er<br />

wensen zijn en suggesties zijn voor het Protestants Dienstencentrum.<br />

Drie van hen hebben deze niet. De overigen<br />

hebben wensen <strong>in</strong> de sfeer van toerust<strong>in</strong>g en voorlicht<strong>in</strong>g.<br />

De toerust<strong>in</strong>g betreft vooral het bezoekwerk, zowel <strong>in</strong> zijn<br />

algemeenheid als het bezoek aan specifieke groepen zoals<br />

demente ouderen en ernstig zieken.<br />

Wat betreft de voorlicht<strong>in</strong>g worden genoemd het ouderenbeleid<br />

<strong>in</strong> zijn algemeenheid en concrete zaken als euthanasie/versterv<strong>in</strong>g,<br />

donorschap, opzetten van concrete<br />

activiteiten, de werv<strong>in</strong>g van vrijwilligers en de uitwissel<strong>in</strong>g<br />

van concrete ervar<strong>in</strong>gen.<br />

CONCLUSIE<br />

De wensen met betrekk<strong>in</strong>g tot het Protestants Dienstencentrum<br />

gaan vooral over toerust<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>formatie, waarbij<br />

bezoekwerk, het opzetten van concrete activiteiten en wat<br />

daarmee samenhangt en voorlicht<strong>in</strong>g over specifieke<br />

thema’s als euthanasie/versterv<strong>in</strong>g en donorschap<br />

genoemd worden.


28<br />

OVERZICHT CONCLUSIES KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />

<strong>OUDEREN</strong>BELEID:<br />

1) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten voert een gericht<br />

ouderenbeleid.<br />

2) Eveneens een, zij het iets grotere, m<strong>in</strong>derheid voert een<br />

beleid ten aanzien van concrete activiteiten. Het merendeel<br />

hiervan betreft het bezoekwerk, waarna als belangrijkste<br />

categorieën ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten en kerkdiensten<br />

volgen.<br />

3) Er is <strong>in</strong> de meerderheid van de gemeenten geen specifiek<br />

beleid gericht op categorieën ouderen naar leeftijd.<br />

4) Men richt zich voor het merendeel op de eigen kerkleden.<br />

5) Het merendeel van de gemeenten werkt op zichzelf. Als<br />

er sprake is van samenwerk<strong>in</strong>g betreft dat voor het overgrote<br />

deel de samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd.<br />

INZET VAN DE OUDERE ALS VRIJWILLIGERS<br />

6) In de meeste gemeenten is er geen gericht beleid ter<br />

<strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van ouderen. Waar dat er wel is, gaat het<br />

vaak om concrete activiteiten. Opvallend is dat het<br />

vragen voor functies nauwelijks vermeld wordt. Het<br />

beeld van gemeenten die niet gericht vragen, wijkt hier<br />

niet veel vanaf: ook zij vermelden vooral concrete activiteiten.<br />

Wellicht heeft dit ermee te maken dat men niet<br />

specifiek zoekt naar ouderen, maar wel vaak bij hen<br />

uitkomt, omdat veel gemeenten een leeftijdsopbouw<br />

kennen waar<strong>in</strong> ouderen oververtegenwoordigd zijn en<br />

omdat ouderen meer tijd hebben dan jongere generaties.<br />

Dat laatste sluit aan bij het algemene landelijke beeld<br />

van vrijwilligerswerk.<br />

7) Een beperkt aantal gemeenten geeft ondersteun<strong>in</strong>g aan<br />

activiteiten van ouderen zelf.<br />

8) Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g blijkt een onlosmakelijk onderdeel te zijn van<br />

het kerkelijk werk, hetzij als specifieke activiteit (soms<br />

opgenomen <strong>in</strong> het algemene werk van de gemeente),<br />

hetzij als onderdeel van ontmoet<strong>in</strong>gswerk. Nadrukkelijk<br />

moet erop gewezen worden dat het circuit van vrouwenorganisaties<br />

hier<strong>in</strong> een functie vervult.<br />

ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG EN<br />

ONDERSTEUNING<br />

9) Er is en wijdvertakt netwerk van bezoekwerk b<strong>in</strong>nen de<br />

gemeente en <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen. Hierbij<br />

zijn beroepskrachten betrokken, zoals predikanten en<br />

pastoraal medewerkers, en vele gemeenteleden. Van<br />

de onbetaalde ambtsdragers verrichten de ouderl<strong>in</strong>gen<br />

het meeste bezoekwerk. Het bezoek is vaak <strong>in</strong>dividueel<br />

gericht, maar er zijn ook collectieve vormen, zoals het<br />

groothuisbezoek, of gespreksmomenten die <strong>in</strong>gebed<br />

zijn <strong>in</strong> bredere activiteiten zoals ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />

of reisjes. Er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat de ‘zware<br />

gevallen’ uite<strong>in</strong>delijk bij de beroepskrachten komen en<br />

dat vrijwilligers <strong>in</strong> deze een signaler<strong>in</strong>gs- en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie<br />

hebben.<br />

10) In de contacten is er aandacht voor ziekten en kwalen.<br />

In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>dt hiervoor<br />

toerust<strong>in</strong>g plaats. Als er concrete vragen zijn, is men<br />

daarop alert.<br />

11) Het tegengaan van eenzaamheid is bij de helft van de<br />

gemeenten een duidelijk aandachtspunt. Men ziet dat<br />

als een belangrijke functie van het werk. Soms is dat<br />

een expliciet doel, zoals bij vormen van bezoekwerk,<br />

soms een afgeleid doel, maar iets waar men wel alert<br />

op is. De activiteiten betreffen grotendeels activiteiten<br />

b<strong>in</strong>nen de kerk. Niet genoemd is de deelname aan het<br />

bredere maatschappelijke leven.<br />

12) In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>den recreatieve<br />

activiteiten plaats. De meeste daarvan zijn gezamenlijke<br />

uitstapjes, daarna volgen de ouderensociëteiten<br />

en daarna de vakantieweken. Waarschijnlijk speelt<br />

hier mee dat een aantal van deze activiteiten door<br />

andere <strong>in</strong>stanties georganiseerd worden of dat er geen<br />

of slechts <strong>in</strong>cidenteel behoefte aan bestaat. Een andere<br />

factor kan zijn dat kerkelijke activiteiten toch ook<br />

vaak elementen van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en vieren hebben en<br />

m<strong>in</strong>der sport, spel en ontspann<strong>in</strong>g als hoofddoelstell<strong>in</strong>g.<br />

13) Een grote meerderheid van de gemeenten heeft aandacht<br />

voor mobiliteitszaken, vooral het bezoek aan de<br />

kerkdienst.<br />

14) Een overgrote meerderheid van de gemeenten heeft<br />

voorzien<strong>in</strong>gen getroffen om kerkelijke gebouwen toegankelijk<br />

te maken voor mensen met lichamelijke<br />

beperk<strong>in</strong>gen en voor mensen die problemen met hun<br />

gehoor hebben. Een meerderheid van de gemeenten<br />

houdt ook reken<strong>in</strong>g met slechtzienden.<br />

15) In een beperkt aantal gemeenten heeft de diaconie<br />

<strong>in</strong>dividuele materiële steun aan ouderen gegeven.<br />

16) Een aantal gemeenten verleent hulp bij het <strong>in</strong>vullen van<br />

formulieren, ondersteunt mensen <strong>in</strong> hun contacten met<br />

<strong>in</strong>stanties en zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />

17) In een beperkt aantal gemeenten is er een klussendienst.<br />

18) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert de activiteiten<br />

te richten op dat wat er <strong>in</strong> de burgerlijke<br />

gemeenten gebeurt.<br />

19) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert ook<br />

gericht niet-kerkleden te bereiken door media te<br />

gebruiken en via <strong>in</strong>formele contacten.<br />

AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />

20) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten geeft aandacht aan<br />

de mantelzorgers. Dit steekt af tegen het grote aantal<br />

mensen dat mantelzorg verricht. Het is niet duidelijk of<br />

dit een bewuste keuze is. Bijvoorbeeld omdat anderen<br />

dit al doen of dat dit als vanzelf meegenomen wordt <strong>in</strong><br />

de <strong>in</strong>formele contacten <strong>in</strong> die gemeenten die zo kle<strong>in</strong>schalig<br />

zijn dat men elkaar persoonlijk kent.<br />

21) Wat het vrijwilligerswerk betreft leent zowel het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />

als zaken als onkostenregel<strong>in</strong>g, verzeker<strong>in</strong>g<br />

en het blijk geven van waarder<strong>in</strong>g zich voor nadere<br />

doordenk<strong>in</strong>g zonder hiermee te suggereren dat dit<br />

alles zwaar gestructureerd zou moeten worden.


29<br />

22) Aandacht voor mensen <strong>in</strong> hun rol als professionele<br />

zorgverlener is er niet. Dat is niet verwonderlijk. Misschien<br />

verwachten de zorgverleners dat ook niet en<br />

hebben zij daarvoor hun eigen beroepsorganisatie of is<br />

de geestelijk verzorger een aanspreekpunt. Het stelt<br />

ook specifieke deskundigheidseisen.<br />

SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />

23) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contacten met<br />

andere spelers <strong>in</strong> het veld van de ouderenzorg. Dat zijn<br />

vooral <strong>in</strong>cidentele contacten die gelegd of benut<br />

worden al naar gelang de behoefte. Het hangt af van<br />

vragen die men <strong>in</strong> het kerkelijk werk bij mensen is<br />

tegengekomen (‘pleitbezorg<strong>in</strong>g’), afstemm<strong>in</strong>g van<br />

werkzaamheden, uitwissel<strong>in</strong>g van kennis of het ondernemen<br />

van gezamenlijke activiteiten. Wellicht dat<br />

vooral <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere plaatsen meer via het <strong>in</strong>formele<br />

circuit loopt. Ook zal het gebrek aan menskracht een<br />

rol spelen, de complexiteit van besturen en beleidsvorm<strong>in</strong>g,<br />

mede door de snelle en vele verander<strong>in</strong>gen.<br />

24) De deelname aan besturen van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen is sterk<br />

afgenomen. In een beperkt aantal gevallen neemt men<br />

deel aan een Raad van Advies of een identiteitscommissie.<br />

GEESTELIJKE VERZORGER<br />

25) De gegevens uit de vragenlijst over de relatie van<br />

kerkelijke gemeenten met geestelijke verzorgers zijn<br />

moeilijk te beoordelen, omdat men dan het aantal<br />

geestelijke verzorgers <strong>in</strong> zijn geheel (met en zonder<br />

kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g) zou moeten weten. Dat overzicht<br />

ontbreekt echter. De contacten die er zijn betreffen<br />

vooral de kerkdiensten <strong>in</strong> de kerkelijke gemeente en/of<br />

de tehuizen en het bezoekwerk. In een aantal gevallen<br />

komt het werk van de geestelijk verzorger aan de orde<br />

<strong>in</strong> de kerkenraad. Ook wordt hij of zij <strong>in</strong> een aantal<br />

gevallen <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> het toerust<strong>in</strong>gswerk en wordt<br />

over diens werk bericht <strong>in</strong> het kerkblad. In een beperkt<br />

aantal gevallen neemt de geestelijk verzorger deel aan<br />

het convent van pastores/de werkgemeenschap van<br />

predikanten.<br />

Benader<strong>in</strong>g van de landelijke politiek v<strong>in</strong>dt we<strong>in</strong>ig<br />

plaats. De lokale en regionale media worden we<strong>in</strong>ig<br />

benut, terwijl er op het punt van het signaleren we<strong>in</strong>ig<br />

samenwerk<strong>in</strong>g is met anderen.<br />

WAAR KOMT MEN NIET AAN TOE?<br />

29) Er leven wensen voor bestaande en nieuw op te zetten<br />

activiteiten <strong>in</strong> de uitvoerende en voorwaardenscheppende<br />

sfeer: de menskracht, deskundigheid, organisatie<br />

en de samenwerk<strong>in</strong>g met anderen.<br />

30) Van de groepen die niet bereikt worden, maar die men<br />

wel zou willen bereiken, worden de rand- en buitenkerkelijken<br />

het meest genoemd.<br />

31) De ger<strong>in</strong>ge omvang van de gemeente kan een voordeel<br />

zijn (men kent elkaar) en een nadeel (gebrek aan menskracht<br />

en deskundigheid).<br />

PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />

GRONINGEN/DRENTHE<br />

32) De wensen over het Protestants Dienstencentrum gaan<br />

vooral over toerust<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>formatie, waarbij bezoekwerk,<br />

het opzetten van concrete activiteiten en wat<br />

daarmee samenhangt en voorlicht<strong>in</strong>g over specifieke<br />

thema’s als euthanasie/versterv<strong>in</strong>g en donorschap<br />

genoemd worden.<br />

FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN<br />

EN ORGANISATIES<br />

26) <strong>Kerk</strong>en zijn nog slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate structureel<br />

en (iets meer) <strong>in</strong>cidenteel f<strong>in</strong>ancieel betrokken bij<br />

zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />

SIGNALEREN<br />

27) Een ruime m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten evalueert de<br />

activiteiten met en voor ouderen. In de eigen gemeente<br />

stelt men via diverse kanalen de zaken die daaruit<br />

voortkomen aan de orde. Daarbij scoort het kerkblad<br />

het hoogst, gevolgd door gemeenteavonden, gesprekskr<strong>in</strong>gen<br />

en discussiebijeenkomsten.<br />

28) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contact met<br />

de plaatselijke politiek met het oog op signaler<strong>in</strong>g.


HOOFDSTUK 3<br />

KWALITATIEF ONDERZOEK<br />

31<br />

Naast het kwantitatieve onderzoek heeft er een kwalitatief<br />

onderzoek plaatsgevonden <strong>in</strong> drie burgerlijke gemeenten.<br />

Daartoe zijn open <strong>in</strong>terviews gehouden die tot doel hadden:<br />

− Verdiep<strong>in</strong>g en verbred<strong>in</strong>g van de gegevens.<br />

− Het plaatsen van de kerkelijke activiteiten <strong>in</strong> het verband<br />

van de lokale samenlev<strong>in</strong>g en de activiteiten die daar<br />

plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

− Het zicht krijgen op de manier waarop ouderen, organisaties<br />

voor ouderen en beleidsmakers kerkelijke <strong>in</strong>zet op<br />

het terre<strong>in</strong> van ouderen zien en waarderen.<br />

Het was gezien de beperkte menskracht die voor het<br />

onderzoek beschikbaar was, niet mogelijk om een groter<br />

aantal plaatsen te bezoeken. Er is gekozen voor drie plaatsen<br />

en wel zodanig dat er een grote burgerlijke gemeente<br />

is opgenomen, een middelgrote en een gemeente waar<strong>in</strong><br />

sprake is van dorpsachtige situaties (meervoud, omdat de<br />

huidige burgerlijke gemeenten meer dorpen omvatten). We<br />

pretenderen uiteraard niet dat wij met zo’n selectie recht<br />

kunnen doen aan de verscheidenheid aan lokale situaties.<br />

Wel hopen wij daarmee de gegevens die verkregen zijn uit<br />

de enquête meer vlees en bloed te kunnen geven. Daarmee<br />

kunnen we meer zicht krijgen op lokale praktijken.<br />

Bovendien is niet alleen een b<strong>in</strong>nenperspectief gehanteerd,<br />

waar<strong>in</strong> mensen uit kerken vertellen over hun werkzaamheden,<br />

maar ook een buitenperspectief.<br />

Bij dit laatste is te denken aan mensen die zich <strong>in</strong> nietkerkelijke<br />

organisaties richten op ouderenwerk en -beleid:<br />

hoe kijken zij aan tegen het kerkelijk werk? Natuurlijk<br />

kunnen deze personen kerklid zijn en kerkelijk betrokken,<br />

maar zij spraken vanuit een andere ‘rol’.<br />

De organisatie, opzet en <strong>in</strong>houd van de gesprekken was als<br />

volgt:<br />

In elke lokale gemeenschap zijn gesprekken gevoerd met:<br />

− mensen uit de kerkelijke gemeente;<br />

− mensen die betrokken zijn bij ouderenwerk of beleid;<br />

− vertegenwoordigers van de PCOB als vertegenwoordigers<br />

van ouderen.<br />

De gesprekken vonden plaats <strong>in</strong> het najaar van 2005 en het<br />

voorjaar van 2006. Dat is de reden dat over de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g<br />

van de WMO <strong>in</strong> termen van voornemens gesproken wordt,<br />

omdat de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g op 1 januari 2007 plaatsvond.<br />

De <strong>in</strong>terviews werden gehouden aan de hand van hoofdvragen,<br />

die als uitgangspunt dienden voor het gesprek.<br />

Daarbij is bij mensen uit de kerken <strong>in</strong> hoofdlijnen de opzet<br />

gevolgd van de enquête aangevuld met evaluatieve vragen.<br />

Bij de twee andere categorieën is gevraagd naar:<br />

− activiteiten voor en met ouderen;<br />

− visie op ouderen;<br />

− beleid en daar<strong>in</strong> optredende knelpunten en positieve<br />

ervar<strong>in</strong>gen;<br />

− samenwerk<strong>in</strong>g met de kerken.<br />

Van elk gesprek werd een uitgebreid, zij het geen woordelijk,<br />

verslag gemaakt. De gesprekken werden op cassettebandjes<br />

opgenomen zodat de verslaglegger bij het maken<br />

van het verslag het gesprek nog kon terughoren. De conceptverslagen<br />

werden nog ter correctie en goedkeur<strong>in</strong>g<br />

voorgelegd aan degenen met wie de gesprekken gevoerd<br />

zijn. De def<strong>in</strong>itieve teksten zijn ten slotte gebruikt bij de<br />

weergave en analyse van de gesprekken. Omwille van de<br />

anonimiteit vermelden we de namen van de desbetreffende<br />

gemeente niet voluit, maar geven we deze aan met X<br />

(burgerlijke gemeente bestaande uit dorpen), Y (middengrote<br />

gemeente) en Z (grote stad).<br />

BURGERLIJKE GEMEENTE X<br />

(DORPEN)<br />

Er zijn vier gesprekken gevoerd: met leden van de Gereformeerde<br />

<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> een van de dorpen van gemeente X, met de<br />

ouderenadviseur die ook <strong>in</strong> het dorp actief is, met de directeur<br />

van het zorgcentrum <strong>in</strong> het dorp en met de wethouder<br />

voor welzijn van de gemeente.<br />

Gereformeerde <strong>Kerk</strong>:<br />

Gesproken is met vier leden van de kerk, die allen<br />

betrokken zijn bij het kerkelijk werk ter plaatse. Eén<br />

van hen is wijkouderl<strong>in</strong>g. Enigen van hen zijn ook<br />

actief <strong>in</strong> de PCOB. De kerk is aangesloten bij de<br />

Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland, maar er is nauwelijks<br />

sprake van samenwerk<strong>in</strong>g tussen gereformeerd<br />

en hervormd. De scheidslijnen die er zijn, liggen diep<br />

<strong>in</strong> de geschiedenis. Hoewel er <strong>in</strong>cidenteel contacten<br />

zijn, vormen de kerken twee onderscheiden circuits.<br />

Op het ogenblik is de predikantsplaats <strong>in</strong> de Gereformeerde<br />

<strong>Kerk</strong> vacant.<br />

De activiteiten: <strong>in</strong> het w<strong>in</strong>terseizoen is er iedere maand een<br />

<strong>in</strong>loopmiddag voor ouderen. De ene keer kan men gewoon<br />

b<strong>in</strong>nenlopen, de andere keer is er een eet-<strong>in</strong>n. Een keer per<br />

jaar is er een gezamenlijke warme maaltijd.<br />

Voor het pastoraat zijn er acht wijkouderl<strong>in</strong>gen. Ieder<br />

gez<strong>in</strong>/lid wordt eenmaal per jaar bezocht. Met jongeren die<br />

nieuw <strong>in</strong> de gemeente komen wonen, is het soms moeilijk<br />

om contact te krijgen, omdat zij vaak geen tijd hebben.<br />

Voor het huisbezoek is niet leeftijd het criterium, maar kijkt<br />

men naar de <strong>in</strong>dividuele situatie en behoeften. Indien daartoe<br />

aanleid<strong>in</strong>g is, worden mensen vaker bezocht.<br />

Als het nodig is, wordt er voor vervoer naar en van de kerk<br />

gezorgd.<br />

Er is geen gespreksgroep specifiek voor ouderen.<br />

Ouderen nemen deel aan vrijwilligerswerk b<strong>in</strong>nen de kerk.<br />

Over het algemeen hebben de mensen het f<strong>in</strong>ancieel goed.<br />

Er zullen mensen zijn die het f<strong>in</strong>ancieel m<strong>in</strong>der hebben,<br />

maar dat is niet zo bekend. De diaconie zal <strong>in</strong>dien nodig<br />

deze mensen helpen. De burgerlijke gemeente geeft voorlicht<strong>in</strong>g<br />

over f<strong>in</strong>anciële regel<strong>in</strong>gen, maar deze is niet<br />

gemakkelijk toegankelijk. De vraag is dan ook of de regel<strong>in</strong>gen<br />

bekend zijn bij ouderen.


32<br />

In het dorp zijn de nodige voorzien<strong>in</strong>gen waaronder een<br />

sociëteit van de Sticht<strong>in</strong>g Ouderen en een klusjesdienst. Er<br />

is een verzorg<strong>in</strong>gstehuis met veel activiteiten, zoals koffiedr<strong>in</strong>ken,<br />

spelmiddagen, handwerken, tafeltje-dek-je. Vrijwilligers<br />

uit de kerken nemen hier actief aan deel op persoonlijke<br />

titel. Er zijn afspraken over een dienst per maand<br />

die de predikanten om de beurt verzorgen. Ook is er de<br />

mogelijkheid om <strong>in</strong> een zaal gezamenlijk de zondagsdienst<br />

mee te luisteren. Men kan op deze manier ook aan de<br />

avondmaalsvier<strong>in</strong>g meedoen. De wijkouderl<strong>in</strong>g onder wie<br />

het verzorg<strong>in</strong>gstehuis valt, heeft contact met de kerkleden<br />

<strong>in</strong> het tehuis. <strong>Kerk</strong>leden <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis die uit een<br />

naburig dorp komen, worden door mensen van de kerk uit<br />

dat dorp bezocht. Tussen de kerk en de geestelijk verzorger/maatschappelijk<br />

werker van het verzorg<strong>in</strong>gshuis is er<br />

geen contact. Hetzelfde geldt voor de ouderenadviseur die<br />

<strong>in</strong> het dorp werkt.<br />

Over mantelzorg is er geen contact met de burgerlijke<br />

gemeente. Doordat de naoberplicht nog sterk leeft, is<br />

mantelzorg geen afzonderlijk aandachtspunt voor de kerk.<br />

Over de WMO is de kerk (nog) niet door de burgerlijke<br />

gemeente benaderd.<br />

Er is <strong>in</strong> het dorp een nauwe band tussen de PCOB en de<br />

Gereformeerde <strong>Kerk</strong> (hervormden zijn vooral lid van de<br />

ANBO). De PCOB heeft een breed programma-aanbod met<br />

lez<strong>in</strong>gen. Met de afdel<strong>in</strong>g uit een naburig dorp viert men<br />

gezamenlijk het kerstfeest. De PCOB is ook ondersteunend<br />

bezig zoals bij de keur<strong>in</strong>g voor het rijbewijs en het <strong>in</strong>vullen<br />

van belast<strong>in</strong>gformulieren.<br />

Wat betreft knelpunten: het openbaar vervoer naar grotere<br />

plaatsen is een probleem. ‘s Avonds is er helemaal geen<br />

vervoer. Men rijdt met elkaar mee en ook hebben veel<br />

mensen een taxipas, maar het blijft lastig. Een ander punt<br />

is de slechte bestrat<strong>in</strong>g, wat vooral voor mensen met een<br />

rolstoel of een rollator lastig is.<br />

De ouderenadviseur<br />

De adviseur ouderen is <strong>in</strong> dienst van de Sticht<strong>in</strong>g<br />

Ouderen die <strong>in</strong> de burgerlijke gemeente X werkzaam<br />

is. Hij is s<strong>in</strong>ds 2002 voor vijftien uur per week <strong>in</strong><br />

dienst. De functie is er gekomen nadat onderzoek<br />

van de Universiteit Gron<strong>in</strong>gen had uitgewezen dat<br />

23% van de 65+ers <strong>in</strong> de gemeente eenzaam is van<br />

wie 4% erg eenzaam.<br />

De Sticht<strong>in</strong>g Ouderen is <strong>in</strong> 1984 gestart en richt zich<br />

op het bevorderen van het welzijn van ouderen. Ze is<br />

ontstaan uit de sticht<strong>in</strong>gen die er waren <strong>in</strong> toen nog<br />

zelfstandige gemeenten die nu zijn opgegaan <strong>in</strong> de<br />

gemeente X. Ze is een vrijwilligersorganisatie waar<strong>in</strong><br />

ook de ouderenbonden vertegenwoordigd zijn. De<br />

sticht<strong>in</strong>g heeft en fijnmazig netwerk van activiteiten<br />

en werkgroepen. Zo is er een goed sociaal kader van<br />

betrokkenen ontstaan. Met de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de<br />

WMO zal men als sticht<strong>in</strong>g meer dan voorheen met<br />

de vragen van zorg en wonen geconfronteerd worden.<br />

Het eerste contact legt de adviseur meestal per telefoon.<br />

Dat contact kan op verzoek van iemand tot stand komen of<br />

op verzoek van familie of goede kennissen (de desbetreffende<br />

oudere moet hiervoor wel toestemm<strong>in</strong>g geven). Lukt<br />

het niet om de vraag per telefoon af te handelen of blijkt<br />

dat er nog meer vragen zijn, dan wordt er een afspraak<br />

voor een huisbezoek gemaakt. De vragen kunnen over van<br />

alles gaan: de voorzien<strong>in</strong>gen die er zijn, het onderhoud van<br />

de tu<strong>in</strong> (‘aangepast tu<strong>in</strong>ieren’), de tijdsbested<strong>in</strong>g, contacten<br />

met anderen, behoefte aan z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g, hulp aan huis,<br />

gevoelens van onveiligheid, <strong>in</strong>grijpende kwesties die ook<br />

emotioneel diep doorwerken, zoals of men al dan niet zal<br />

verhuizen.<br />

In de adviezen gaat het om maatwerk, waarbij een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g<br />

gemaakt wordt van wat mensen zelf nog kunnen.<br />

Geprobeerd wordt om mensen zo lang mogelijk zelfstandig<br />

te laten functioneren en de zorg daarop af te stemmen. Het<br />

advies wordt puntsgewijs met de betrokkenen doorgesproken<br />

waarna zij voor akkoord kunnen tekenen. Het is niet<br />

altijd eenvoudig om te kiezen, bijvoorbeeld voor thuiszorg<br />

of voor hulp vanuit het zorgcentrum. Ook het ziektekostenpakket<br />

moet men nu zelf gaan kiezen. Zelfs voor een 75+er<br />

die ervaren is, valt dat al niet gemakkelijk om te overzien.<br />

Ook kunnen er f<strong>in</strong>anciële problemen zijn, maar men zal niet<br />

snel de hand ophouden bij de gemeente. Dat ervaart men<br />

als ‘bedel<strong>in</strong>g’, hoewel men er recht op heeft. De adviseur<br />

legt bijvoorbeeld uit wat de bijzondere bijstand <strong>in</strong>houdt,<br />

waarna deze uite<strong>in</strong>delijk geaccepteerd wordt. De gemeente<br />

heeft een noodfonds, maar dat heeft geen bekendheid.<br />

Er wordt we<strong>in</strong>ig een beroep op gedaan. In de gemeente<br />

zijn er tw<strong>in</strong>tig huishoudens die een voedselpakket ontvangen.<br />

De voorzien<strong>in</strong>gen zijn lokaal gericht, dichtbij en overzichtelijk.<br />

De burgerlijke gemeente heeft bovendien een overzichtelijk<br />

centraal meldpunt, dat men rechtstreeks kan<br />

bellen. Het is door vrijwilligers bemenst aan wie men alle<br />

vragen kan stellen. Zij weten naar welke organisatie<br />

iemand verwezen kan worden en kunnen zo nodig bemiddelen.<br />

In de gesprekken met ouderen komt de kerk niet vaak aan<br />

de orde. Het kan zijn dat men dit niet wil. De adviseur heeft<br />

geen <strong>in</strong>formatie of folder van de kerken of een aanspreekpunt<br />

bij de kerken. Het is hem niet bekend wat de kerken<br />

doen. Op zijn verzoek om <strong>in</strong>formatie en contact heeft hij<br />

echter destijds geen reactie gehad. Zijn <strong>in</strong>druk is dat de<br />

kerk een wereld op zichzelf vormt met een eigen netwerk<br />

waar<strong>in</strong> kerkmensen de weg weten. Wel heeft hij een keer<br />

voorlicht<strong>in</strong>g gegeven aan de hervormde vrouwenorganisatie<br />

<strong>in</strong> het dorp en een nabij gelegen dorp.


33<br />

De directeur Sticht<strong>in</strong>g Zorgcentra<br />

In de gemeente X heeft de Sticht<strong>in</strong>g drie zorgcentra,<br />

waarvan één <strong>in</strong> het dorp. Een vierde zorgcentrum<br />

gaat er komen <strong>in</strong> een naburig dorp. De Sticht<strong>in</strong>g is<br />

ontstaan na de fusie van drie zorgcentra en richt<br />

zich op het aanbieden van voorzien<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong><br />

van wonen, zorg en welzijn voor ouderen. Zij wil<br />

het ouderen mogelijk maken om zo lang mogelijk <strong>in</strong><br />

de eigen woonomgev<strong>in</strong>g te kunnen blijven.<br />

De Sticht<strong>in</strong>g Zorgcentra biedt mogelijkheden voor kortdurende<br />

opname, voor dagopvang en dagverzorg<strong>in</strong>g, extramurale<br />

zorg (aanleunwon<strong>in</strong>gen) en <strong>in</strong>tramurale zorg <strong>in</strong> de<br />

verzorg<strong>in</strong>gshuizen. Alle drie de locaties hebben een eigen<br />

bus voor personenvervoer. Indien gewenst, worden de<br />

bewoners door een vrijwilliger naar de plaats van bestemm<strong>in</strong>g<br />

gebracht. De Sticht<strong>in</strong>g is er alert op dat degenen die<br />

we<strong>in</strong>ig geld hebben, ondersteun<strong>in</strong>g krijgen via de bijzondere<br />

bijstand. De Sticht<strong>in</strong>g regelt dat, omdat mensen zelf<br />

vaak geen bijstand willen aanvragen.<br />

De Sticht<strong>in</strong>g heeft <strong>in</strong> totaal zo’n 140 formatieplaatsen, die<br />

door gemiddeld zo’n 250 personeelsleden vervuld worden.<br />

In de drie locaties zijn 400 vrijwilligers betrokken bij werkzaamheden<br />

als het schenken van koffie, ondersteun<strong>in</strong>g bij<br />

activiteitenbegeleid<strong>in</strong>g, het rijden met de bus en het bezetten<br />

van de balie. Er is een coörd<strong>in</strong>ator <strong>in</strong> dienst die het<br />

vrijwilligerswerk begeleidt. De vrijwilliger sluit een contract<br />

voor het vrijwilligerswerk dat hij gaat doen. Dat is een contract<br />

voor onbepaalde tijd en men kan zelf kiezen wanneer<br />

men wil stoppen. De vrijwilliger heeft de verplicht<strong>in</strong>g de<br />

spelregels en afspraken die <strong>in</strong> het contract vermeld staan,<br />

na te leven. Men werft de vrijwilligers via een advertentie of<br />

mensen melden zich aan, zoals familieleden van een bewoner<br />

die graag actief bij het huis betrokken willen zijn.<br />

Vroegen zaten vertegenwoordigers van kerken <strong>in</strong> de besturen.<br />

Na de fusie is dat veranderd. De zaken worden f<strong>in</strong>ancieel,<br />

organisatorisch en beleidsmatig steeds complexer en<br />

daarom is het nodig om mensen met deskundigheid te<br />

hebben. De kerken lieten het <strong>in</strong> het verleden nogal eens<br />

afweten. Als men niet veel werk <strong>in</strong> de kerk te doen had, kon<br />

men altijd nog <strong>in</strong> het bestuur van het bejaardentehuis gaan.<br />

Nu heeft het bestuur meer een toezichthoudende functie.<br />

De Sticht<strong>in</strong>g zegt veel last te hebben van de regelgev<strong>in</strong>g<br />

van de landelijke overheid. Hier is het anders, veel kle<strong>in</strong>schaliger.<br />

De wachtlijsten zijn korter en er is veel vrijwilligerswerk.<br />

De Sticht<strong>in</strong>g, die een algemeen karakter heeft, heeft een<br />

geestelijk verzorger <strong>in</strong> dienst, een humanist, maar zij is<br />

voor iedereen beschikbaar. Zij biedt begeleid<strong>in</strong>g bij het<br />

ordenen van de levensgeschiedenis en bij het opmaken<br />

van de levensbalans. De geestelijk verzorger begeleidt<br />

cliënten bij het zoeken naar eigen antwoorden op de<br />

vragen die het leven met beperk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de laatste levensfase<br />

met zich brengt. Ervar<strong>in</strong>g wijst uit dat men deze<br />

vragen 0liever met een geestelijk verzorger bespreekt dan<br />

met de k<strong>in</strong>deren. Naast deze persoonlijke gesprekken<br />

houdt de geestelijk verzorger groepsgesprekken voor de<br />

bewoners en is er een maandelijkse gespreksgroep. Indien<br />

nodig verwijst zij de mensen naar de dom<strong>in</strong>ee en verzorgt<br />

zij deze contacten. Eens per half jaar worden overleden<br />

bewoners herdacht. De geestelijk verzorger is een vertrouwenspersoon<br />

en heeft geheimhoud<strong>in</strong>gsplicht. Zij rapporteert<br />

en bespreekt de eventuele behoeften met de directie.<br />

Op zondagmorgen zijn er geen diensten <strong>in</strong> de verzorg<strong>in</strong>gscentra.<br />

Wel is er <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis <strong>in</strong> het dorp een<br />

kerklijn, waardoor de mensen de zondagse kerkdienst kunnen<br />

volgen. Er wordt voor gezorgd dat degenen die daarvoor<br />

belangstell<strong>in</strong>g hebben, daaraan kunnen deelnemen.<br />

Een keer per maand verzorgt een hervormde of gereformeerde<br />

predikant de maandsluit<strong>in</strong>g. De activiteitenbegeleider<br />

regelt dit. Als er meer kerkelijke activiteiten zijn, wordt<br />

dat gepubliceerd. Het hangt af van wat de kerk zelf aanbiedt.<br />

De relatie met de kerken is vrij. Er wordt de mensen<br />

niets opgedrongen. Behalve het genoemde, is er verder<br />

geen contact. De geschiedenis speelt hier<strong>in</strong> een rol: de<br />

verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de kerk waren vroeger niet altijd prettig.<br />

Er waren rangen en standen.<br />

Wat betreft de toekomst: door de verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />

sociale zekerheid en de zorg zal er armoede ontstaan.<br />

De huren zijn hoog, terwijl men m<strong>in</strong>der huursubsidie zal<br />

ontvangen. We<strong>in</strong>ig boeren hebben een pensioen. Veel<br />

voorzien<strong>in</strong>gen zitten niet meer <strong>in</strong> de aangeboden zorg.<br />

Indien men geld heeft, kan men hulp betalen en zelfstandig<br />

blijven wonen of men kan naar een particulier tehuis gaan.<br />

Gepensioneerde ouderen die geld hebben, trekken weg. Zij<br />

vestigen zich op die plekken waar zij voldoende voorzien<strong>in</strong>gen<br />

krijgen aangeboden en die voor hen betaalbaar zijn.<br />

Verzorg<strong>in</strong>gshuizen worden armenhuizen voor mensen met<br />

we<strong>in</strong>ig geld. Men krijgt waar men recht op heeft en niet<br />

meer. De mensen die geld hebben, kunnen extra’s betalen.<br />

Als het zo doorgaat, krijgen we weer rangen en standen.<br />

Met de WMO verdwijnt de welzijnszorg die er was. Er zal<br />

functiegerichte zorg aangeboden worden. De maaltijd zal<br />

dan niet bij de prijs <strong>in</strong>begrepen zijn. Er is vanuit de burgerlijke<br />

gemeente nog geen contact geweest met de Sticht<strong>in</strong>g<br />

Zorgcentra over de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO.<br />

De wethouder<br />

Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats met de wethouder die onder<br />

meer welzijn, volksgezondheid en volkshuisvest<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

zijn portefeuille heeft. De gemeente kent 26 kernen.<br />

Het ouderenbeleid <strong>in</strong> de gemeente is erop gericht om<br />

voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de zorg te realiseren die ouderen nodig<br />

hebben. Zo is er voor ouderen die dit nodig hebben een<br />

dagopvang <strong>in</strong> de zorgcentra. Hier organiseert men zorg<br />

voor deze groep mensen. De gemeente kent een redelijk<br />

ruim subsidiebeleid waardoor men deze activiteiten kan<br />

f<strong>in</strong>ancieren. Er is een ouderenadviseur die mensen<br />

bezoekt. Eigenlijk zou deze meer tijd moeten hebben om zo<br />

meer bezoeken af te kunnen leggen en om meer taken op


34<br />

zich te nemen. Dat gaat <strong>in</strong> de toekomst ook gebeuren. De<br />

Sticht<strong>in</strong>g Ouderen en de Sticht<strong>in</strong>g Welzijn gaan samen een<br />

plan van aanpak maken voor het ouderenwerk en het adviseurschap.<br />

Een belangrijk uitgangspunt bij beleid is <strong>in</strong>tegraliteit. We<br />

streven naar projecten waar<strong>in</strong> wonen en zorg op elkaar<br />

betrokken worden. Per dorp wordt er een analyse gemaakt.<br />

De zorg moet b<strong>in</strong>nen de woonkernen beschikbaar zijn en<br />

niet aan de rand.<br />

De mantelzorg is redelijk tot goed geregeld. Er is een goed<br />

netwerk, dat echter per dorp verschilt.<br />

‘Allochtonen’ en ‘autochtonen’ zijn twee verschillende groepen<br />

<strong>in</strong> de gemeenten. Er zijn veel mensen van buiten <strong>in</strong> de<br />

gemeente komen wonen. Dat valt wel eens tegen: ‘s w<strong>in</strong>ters<br />

is het stil, naoberschap kent men niet. Daarom keert een<br />

grote groep ‘allochtonen’ weer terug naar de grotere plaatsen<br />

<strong>in</strong> de buurt omdat men denkt dat men daar de voorzien<strong>in</strong>gen<br />

dichter bij huis te hebben. De gemeente kent een<br />

vertrekoverschot en is één van de sterkst vergrijzende<br />

gemeenten <strong>in</strong> Nederland. Dat heeft gevolgen voor het<br />

gemeentelijke budget en de uitgavenmogelijkheden en<br />

voor het sociale karakter van de gemeente. Op dit moment<br />

is zo’n 33% van de bevolk<strong>in</strong>g ouder dan 55 jaar.<br />

De gemeente voert een actief beleid wat betreft voorzien<strong>in</strong>gen<br />

voor mensen met lage <strong>in</strong>komens, zoals <strong>in</strong> de bijzondere<br />

bijstand. Er is een gids voor de m<strong>in</strong>ima waar<strong>in</strong> alle<br />

voorzien<strong>in</strong>gen vermeld worden. Naar ouderen toe is het<br />

helaas een lastig verhaal. Zij beseffen vaak niet dat dit<br />

aanbod van de bijstand er is om gebruik van te maken. Er<br />

zijn tw<strong>in</strong>tig gez<strong>in</strong>nen, vaak éénoudergez<strong>in</strong>nen met k<strong>in</strong>deren,<br />

die één keer per veertien dagen of per maand een<br />

pakket van de voedselbank ontvangen. Dit wordt door de<br />

voedselbank <strong>in</strong> Meppel geregeld. De gemeente wil eventueel<br />

wel helpen door bijvoorbeeld de reiskosten te betalen.<br />

Het is de wethouder niet bekend of er ouderen zijn die van<br />

de diaconie ondersteun<strong>in</strong>g ontvangen.<br />

De gemeente is bezig om zich over de WMO te <strong>in</strong>formeren<br />

en om <strong>in</strong>formatie te geven. Veel van wat daar<strong>in</strong> aan de<br />

orde komt, is er al <strong>in</strong> de gemeente. Er is een goed draaiend<br />

verenig<strong>in</strong>gsleven en veel vrijwilligerswerk. De discussie<br />

moet breed gevoerd worden en <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g gecomb<strong>in</strong>eerd<br />

worden met maatwerk <strong>in</strong> de onderscheiden dorpen<br />

en kernen.<br />

De gemeente is niet ontevreden met wat de kerken op sociaal<br />

terre<strong>in</strong> doen. Er is echter we<strong>in</strong>ig contact. In de periode<br />

van zijn wethouderschap heeft hij nauwelijks iets met de<br />

kerk te maken gehad. Er is wel eens contact geweest over<br />

een jeugdsoos. Noodzakelijke contacten zoals over het<br />

onderhoud van de kerktorens lopen goed, evenals activiteiten<br />

die <strong>in</strong> kerken plaatsv<strong>in</strong>den zoals concerten of met Open<br />

Monumentendag. Per woonkern wordt daar een eigen<br />

<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan gegeven. De kerk en de gemeenten vormen<br />

echter twee verschillende werelden. Overleg is moeilijk. Per<br />

dorp verschilt ook de rol van de kerk. Vanwege het belang<br />

van bestaande netwerken, dat steeds groter zal worden,<br />

zou het goed zijn als kerken ook aan de WMO gaan deelnemen.<br />

GEMEENTE Y (MIDDELGROTE STAD)<br />

Er zijn vijf gesprekken gevoerd: met een aantal mensen uit<br />

kerken die actief zijn <strong>in</strong> het ouderenwerk, een opbouwwerker<br />

voor ouderen, een directeur van een verzorg<strong>in</strong>gstehuis,<br />

een afvaardig<strong>in</strong>g van de plaatselijke afdel<strong>in</strong>g van de PCOB<br />

en met een wethouder.<br />

Vertegenwoordigers uit kerken<br />

Vanuit de kerken namen zes personen aan het<br />

gesprek deel:<br />

− een predikant (gereformeerd), werkzaam <strong>in</strong> twee<br />

wijkgemeenten en <strong>in</strong> de verzorg<strong>in</strong>gstehuizen <strong>in</strong><br />

deze wijken;<br />

− twee dames die ontmoet<strong>in</strong>gsochtenden organiseren<br />

<strong>in</strong> een wijkgemeente van de Protestantse<br />

Gemeente;<br />

− twee dames die lid zijn van de commissie voor<br />

ouderencontact <strong>in</strong> een wijkgemeente van de<br />

Protestantse Gemeente;<br />

− de scriba van twee wijkgemeenten van de Protestantse<br />

Gemeente.<br />

In het kader van het Ouderencontact v<strong>in</strong>den er één keer<br />

per maand een bijeenkomst plaats. Er is altijd een onderwerp<br />

dat besproken wordt of er zijn meer op ontspann<strong>in</strong>g<br />

gerichte activiteiten. De opkomst is goed; er komen ongeveer<br />

40 personen. Er zijn enkele bezoekers van tussen de<br />

60 en 70 jaar. De meesten zijn echter boven de 70. De oudste<br />

is 95 jaar. Jongere ouderen komen helaas niet b<strong>in</strong>nen.<br />

Zij voelen zich te jong. Jaarlijks is er een uitstapje, waarvan<br />

de deelnemers de kosten betalen. Dat geeft geen problemen.<br />

Er is steeds een goede opkomst. Met kerstfeest en<br />

Pasen is er een vier<strong>in</strong>g met <strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g daarop een maaltijd.<br />

Men betaalt daarvoor vier euro. De rest wordt door de<br />

diaconie betaald. Op deze middagen is er een predikant<br />

aanwezig. Samen eten is belangrijk voor mensen.<br />

De bezoekers worden geworven door mensen uit te nodigen<br />

via de kerken, door een stukje <strong>in</strong> het kerkblad of door<br />

een briefje <strong>in</strong> de bus te doen. Als men weet dat iemand ziek<br />

is en als de betrokkene daar prijs op stelt, wordt deze<br />

vanuit het Ouderencontact bezocht. Het Ouderencontact<br />

bedruipt zich grotendeels zelf. Er wordt een collecte<br />

gehouden om de sprekers te bekostigen. Alleen de koffie<br />

wordt door de diaconie betaald. Het Ouderencontact heeft<br />

geen relatie met de PCOB. Deze werkt voor heel de burgerlijke<br />

gemeente, terwijl het Ouderencontact zich vooral op<br />

één wijk richt.<br />

De ontmoet<strong>in</strong>gsochtenden v<strong>in</strong>den al acht jaar plaats en zijn<br />

opgezet vanuit de (destijds nog) hervormde diaconie. Twee<br />

diakenen organiseren nu de bijeenkomsten De drempel is<br />

laag: het is een soort open huis voor ouderen, maar er<br />

komen ook wel jongeren. Men komt twee keer per maand<br />

bij elkaar van 9.30 tot 11.30 uur. In het beg<strong>in</strong> waren er<br />

we<strong>in</strong>ig bezoekers en moest het werk nog groeien. Mensen


35<br />

willen graag samen koffie dr<strong>in</strong>ken en verder niets. Wel is er<br />

elke maand een kle<strong>in</strong>e expositie, bijvoorbeeld van oude<br />

gereedschappen, eigen werk (teken- en schilderwerk,<br />

handwerk), doopjurken of kle<strong>in</strong>e muziek<strong>in</strong>strumenten. De<br />

voorwerpen van de expositie zijn vaak onderwerp van<br />

gesprek.<br />

Er komen gemiddeld 30 bezoekers per ochtend. Er zijn<br />

meer vrouwen dan mannen. Er komen vooral alleenstaande<br />

vrouwen. De mannen gaan meestal bij elkaar zitten. Wel<br />

zit men vaak als dat mogelijk is <strong>in</strong> één grote groep om de<br />

tafel. Wil men <strong>in</strong> een aparte ruimte praten of geholpen worden<br />

bij het <strong>in</strong>vullen van formulieren dan is dat mogelijk. De<br />

meeste bezoekers zijn lid van de wijkgemeente, maar ook<br />

buitenkerkelijken zijn welkom. Als een vaste bezoeker ziek<br />

is, wordt deze bezocht. Bij verjaardagen krijgen de vaste<br />

bezoekers een kaart en met de feestdagen krijgt men een<br />

kle<strong>in</strong>igheidje mee. Ook hier bedruipt men zich grotendeels<br />

zelf. Alleen de koffie wordt door de diaconie betaald.<br />

Het is niet gelukt om <strong>in</strong> andere wijken dergelijke activiteiten<br />

op te zetten. Men is druk met andere d<strong>in</strong>gen. Wel is er<br />

<strong>in</strong> een andere wijk geprobeerd om een <strong>in</strong>loophuis van de<br />

grond te krijgen, maar dat is na één jaar wegens gebrek<br />

aan belangstell<strong>in</strong>g gestopt.<br />

Met Kerstfeest krijgen de ouderen bloemen. Er is kerktelefoon.<br />

Ongeveer 30 personen zijn hierbij aangesloten. Het<br />

avondmaal kan men thuis met de kerk vieren.<br />

Vanuit de kerk is er een enquête gehouden om vrijwilligers<br />

te werven. Zestien personen hebben zich vervolgens aangemeld<br />

om iets voor ouderen te doen, zoals het verzorgen<br />

van vervoer naar de kerk, voorlezen, klusjes doen. Ouderen<br />

moeten dan echter wel weten dat dit aanbod er is.<br />

Eén van de verzorg<strong>in</strong>gshuizen heeft een eigen kerkenraad.<br />

Er is een geestelijk verzorger. Tijdens de koffieochtenden is<br />

er vanuit de diaconie altijd iemand aanwezig.<br />

In één van de wijken van de predikant staan drie verzorg<strong>in</strong>gshuizen<br />

met een gereformeerde, hervormde en algemene<br />

(humanistische) signatuur. Zijn gemeente is sterk<br />

vergrijzend: ze telt ongeveer 300 personen van boven de 80<br />

jaar. Er is een boventallige groep die als een soort kerkenraad<br />

functioneert voor de ouderen <strong>in</strong> deze tehuizen. Deze<br />

komt twee keer per jaar bijeen. Uitgangspunt bij het werk<br />

is dat een lid van de kerk twee keer per jaar door de predikant<br />

bezocht wordt, twee keer door een contactpersoon en<br />

twee keer door een ouderl<strong>in</strong>g. In de praktijk blijkt dit niet<br />

meer haalbaar. Men stelt bezoek zeer op prijs. Men wil liever<br />

vaker dan een langer bezoek. Men is bang voor lijden<br />

en afhankelijkheid. Het is lastig om daar <strong>in</strong> het bezoekwerk<br />

mee om te gaan en dat maakt het soms moeilijk voor<br />

vrijwilligers om dit werk te doen. Ouderen stellen gebed op<br />

prijs, bij voorkeur door een dom<strong>in</strong>ee.<br />

De gereformeerde predikant verzorgt de kerkdiensten <strong>in</strong><br />

het gereformeerde verzorg<strong>in</strong>gshuis. In het hervormde verzorg<strong>in</strong>gshuis<br />

leidt de hervormde predikant de bijbeluren.<br />

Als iemand <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis komt wonen, komt er<br />

contact met de dom<strong>in</strong>ee onder wie het verzorg<strong>in</strong>gshuis<br />

valt. Er is geen pastorale werker <strong>in</strong> de tehuizen. De besturen<br />

van het gereformeerde en het hervormde tehuis<br />

bestaan uit mensen van de kerk. Zij worden echter niet<br />

vanuit de kerk gevraagd.<br />

De ouderen die thuis wonen en 80 jaar worden, krijgen<br />

bezoek. Bij gereformeerden liggen de verwacht<strong>in</strong>gen wat<br />

betreft het krijgen van bezoek hoger dan bij hervormden. In<br />

één van de wijken is er een enquête over huisbezoek<br />

geweest. Sommige mensen gaven aan dat zij geen huisbezoek<br />

wilden. Bij <strong>Kerk</strong>balans is er echter wel weer contact.<br />

Hoe zit het met andere activiteiten? De kerk is betrokken bij<br />

de voedselbank en er is een goed contact met de Sticht<strong>in</strong>g<br />

ONE (Omzien naar elkaar). Er is aandacht voor de positie<br />

van mantelzorgers. Dat loopt via de diaconie. Met de PCOB<br />

is er geen rechtstreeks contact. Wel komt men elkaar<br />

tegen <strong>in</strong> het <strong>in</strong>formele circuit en de dom<strong>in</strong>ee wordt bij<br />

gelegenheid <strong>in</strong>geschakeld. In het kerkblad is wel een<br />

oproep gedaan om te helpen bij het ouderenwerk.<br />

Men is niet op de hoogte van de voorbereid<strong>in</strong>g van de<br />

<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO. Dat zal <strong>in</strong> algemeen kerkelijk<br />

verband opgepakt moeten worden.<br />

Er ontbreekt een kerkelijk beleid voor ouderen. Elke wijk<br />

heeft een eigen kijk en aanpak. Wel komen de signalen die<br />

men oppakt <strong>in</strong> de contacten met ouderen en <strong>in</strong> de verzorg<strong>in</strong>gshuizen<br />

op de agenda van de desbetreffende kerkelijke<br />

organen. Feitelijk staat de kerk met de rug tegen de<br />

muur: er zijn te we<strong>in</strong>ig mensen om al het werk te doen,<br />

terwijl de verwacht<strong>in</strong>gen bij mensen hoog, te hoog zijn.<br />

Vooral bij ouderen en hun familie is dat het geval. Helaas<br />

hebben ex-ambtsdragers het zo druk gehad dat zij niet<br />

meer willen meewerken. De kerk zou meer attent moeten<br />

zijn op de gaven van mensen.<br />

Ouderenopbouwwerker<br />

De ouderenopbouwwerker is <strong>in</strong> dienst van de Sticht<strong>in</strong>g<br />

WelzijnsWerk (SWW). Deze is <strong>in</strong> 1990 ontstaan<br />

uit negen organisaties: een federatie van vier <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

voor maatschappelijk werk (waaronder een<br />

hervormde, gereformeerde en humanistische <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g),<br />

een federatie van vier <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen voor sociaalcultureel<br />

werk (o.a. samenlev<strong>in</strong>gsopbouw, gereformeerd<br />

buurtwerk, hervormd jeugd- en jongerenwerk,<br />

sticht<strong>in</strong>g welzijnswerk voor het buitengebied) en het<br />

gecoörd<strong>in</strong>eerd ouderenwerk.<br />

De SWW onderscheidt drie kernproducten:<br />

− maatschappelijk werk;<br />

− opbouwwerk;<br />

− <strong>in</strong>formatie en advies.<br />

Daarb<strong>in</strong>nen zijn er allerlei projecten en diensten, zoals<br />

voorschoolse opvoed<strong>in</strong>gsactiviteiten, een vrijwilligerscentrale,<br />

maaltijdvoorzien<strong>in</strong>gen, een klussendienst en dergelijke.<br />

Het streven is om de stuurkracht van mensen te versterken<br />

en te herstellen. De SWW wil dicht bij mensen werken.<br />

Voor het ouderenwerk is er een opbouwwerker (20 uur per


36<br />

week), een ouderenadviseur (19 uur) en sociaal-cultureel<br />

werker (20 uur). Vanuit de afdel<strong>in</strong>g Informatie en Advies zit<br />

er een medewerker <strong>in</strong> de front-Office van het zorgloket.<br />

De activiteiten voor het ouderenwerk zijn gericht op ondersteun<strong>in</strong>g<br />

van de zelfstandigheid van ouderen. Men is nu<br />

bezig vooral meer wijkgerichte ondersteun<strong>in</strong>g te realiseren<br />

<strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de wijkopbouwwerkers.<br />

De SWW doet zelf nauwelijks uitvoerend werk. Dat doen<br />

als het gaat om ouderenwerk de vrijwilligersorganisaties<br />

van ouderen zelf. De SWW is daarbij ondersteunend. Deze<br />

organisaties hebben samen met ondersteun<strong>in</strong>g van het<br />

opbouwwerk het Senioren Platform opgericht. Hieraan<br />

nemen deel de PCOB, de KBO, de ANBO (die samen het<br />

OSO – Overleg Samenwerkende Ouderenbonden – vormen),<br />

een afgevaardigde van een organisatie die activiteiten<br />

voor ouderen organiseert en een belanghebbende uit<br />

het buitengebied. Het platform is vrij actief, is een<br />

gesprekspartner voor de gemeente en heeft een signalerende<br />

functie.<br />

Prioriteit <strong>in</strong> het werk van de opbouwwerker hebben de<br />

kwetsbare ouderen (75+ers), bij wie eenzaamheid en isolement<br />

een belangrijk punt vormen. Het is van groot belang<br />

dat er altijd gezocht wordt naar mogelijkheden om de<br />

kracht en talenten van ouderen <strong>in</strong> te zetten en te gebruiken.<br />

In het ouderenbeleid kan men spreken over een driepoot:<br />

wonen, zorg en welzijn. Daarvoor gaan won<strong>in</strong>gaanbieders,<br />

zorgaanbieders en welzijnswerk meer samenwerken. Zo is<br />

het project Woonpark <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g dat voor iedereen,<br />

jong en oud, toegankelijk moet zijn. Vanuit het welzijnswerk<br />

zijn er nu <strong>in</strong> dat verband veel contacten met zorgaanbieders<br />

en won<strong>in</strong>gbouwcorporaties. Er zijn echter duidelijk<br />

cultuurverschillen. Door overleg hoopt men hier meer zicht<br />

op te krijgen en de verschillen <strong>in</strong> denken te gaan begrijpen.<br />

Op uitvoerend niveau heeft Woonpark belangrijke leereffecten.<br />

Dat zou meer dan tot nu toe <strong>in</strong> het wijkopbouwwerk<br />

benut moeten worden.<br />

Bij de knelpunten staat eenzaamheid bovenaan. Armoede<br />

is m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> beeld. De f<strong>in</strong>anciële situatie staat wel onder<br />

druk bij ouderen. Zij weten vaak niet welke mogelijkheden<br />

er zijn. De gemeente is daarom bezig met het verbeteren<br />

van de voorlicht<strong>in</strong>g aan m<strong>in</strong>ima om het gebruik van de<br />

regel<strong>in</strong>gen te bevorderen.<br />

Daarnaast heeft de SWW samen met een christelijke<br />

won<strong>in</strong>gbouwcorporatie het project seniorenvoorlicht<strong>in</strong>g<br />

opgezet. Voorlichters (vrijwilligers) bezoeken 75+ers thuis<br />

om hen voor te lichten over regel<strong>in</strong>gen en voorzien<strong>in</strong>gen.<br />

Signalen worden doorgegeven aan de ouderenadviseur die<br />

vervolgens, <strong>in</strong>dien nodig, actie kan ondernemen.<br />

Er is een groot verschil tussen arm en rijk. Veel ouderen<br />

hebben geld genoeg, bijvoorbeeld doordat zij niet meer <strong>in</strong><br />

staat zijn om veel geld uit te geven. Zij worden alleen maar<br />

rijker. Anderen daarentegen, die nog vitaal zijn, maar we<strong>in</strong>ig<br />

geld te besteden hebben, hebben het moeilijker. Eenzaamheid<br />

komt echter <strong>in</strong> beide groepen voor. Als mensen<br />

zelfstandig wonen, is er vaak eerder eenzaamheid doordat<br />

velen om hen heen wegvallen. In tehuizen heeft men echter<br />

nog wel contacten. Eenzaamheid wordt het probleem<br />

van de toekomst.<br />

De SWW v<strong>in</strong>dt ontmoet<strong>in</strong>gsmogelijkheden belangrijk. In de<br />

wijken en dorpen staan buurt- en dorpshuizen met een<br />

activiteitenaanbod door vrijwilligersorganisaties, zoals een<br />

buurtverenig<strong>in</strong>g. Indien gewenst geeft de SWW ondersteun<strong>in</strong>g.<br />

Het is belangrijk dat deze ontmoet<strong>in</strong>gsmogelijkheden<br />

<strong>in</strong> de wijken worden uitgebreid en opengesteld voor meer<br />

groepen. Het Senioren Platform ondersteunt dit. Het had dit<br />

punt opgenomen <strong>in</strong> het manifest dat voor de gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen<br />

naar de politieke partijen is gestuurd.<br />

Het pleitte voor ontmoet<strong>in</strong>gscentra en activiteitenbegeleid<strong>in</strong>g<br />

door beroepskrachten en vrijwilligers. Het gaat erom<br />

dat jong en oud onder één dak samenkomen en elkaar zo<br />

kunnen ontmoeten.<br />

In samenwerk<strong>in</strong>g met Thuiszorg Icare is er een steunpunt<br />

mantelzorg opgezet. Daarnaast is er een actief contactpunt<br />

Mantelzorg, een organisatie van (ex) mantelzorgers die<br />

zich vooral op belangenbehartig<strong>in</strong>g richt. Het Steunpunt en<br />

het contactpunt werken <strong>in</strong>tensief samen, ondermeer voor<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>g van een module over mantelzorg die <strong>in</strong><br />

kerkelijk toerust<strong>in</strong>gswerk kan worden gebruikt.<br />

Er wordt over nagedacht of <strong>in</strong> de gemeente het project<br />

Present opgezet moet worden, <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van een <strong>in</strong>itiatief<br />

onder die naam van de ChristenUnie <strong>in</strong> Zwolle. Dit gaat<br />

uit van vrijwillige thuishulp en richt zich op het aansluiten<br />

van de vraag naar hulp en het aanbod van vrijwilligers. Een<br />

vrijwilliger kan zich voor een hoeveelheid tijd beschikbaar<br />

stellen.<br />

De gemeente is actief met de WMO. De gemeente is één<br />

van de gemeenten met een pilotproject. Dit wordt opgezet<br />

<strong>in</strong> een wijk met maatschappelijke problemen. De pilot<br />

beoogt het versterken van de civil society door te stimuleren<br />

dat er meer naar elkaar wordt omgezien. Speciale aandacht<br />

is daarbij nodig voor mensen met een beperk<strong>in</strong>g. Bij<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>g van deze pilot heeft de gemeente slecht<br />

gecommuniceerd met de mogelijke betrokken organisaties.<br />

Onlangs is er echter een projectleider aangesteld die vooral<br />

gericht is op samenwerk<strong>in</strong>g. In de WMO streeft men<br />

naar meer omzien naar elkaar, waarbij meer verantwoordelijkheid<br />

bij mensen wordt neergelegd voor zichzelf en<br />

voor anderen <strong>in</strong> hun omgev<strong>in</strong>g.<br />

Tevens is er een WMO-raad opgericht, waar<strong>in</strong> het Senioren<br />

Platform participeert.<br />

Vanuit de kerken komt er geen aanbod, ook niet van de<br />

diaconieën. In het verleden is er wel overleg geweest,<br />

maar nu is er geen structureel contact. Men merkt we<strong>in</strong>ig<br />

van de kerken. Wat de kerken doen, komt niet naar buiten,<br />

terwijl het ook moeilijk is om bij de kerken b<strong>in</strong>nen te komen.<br />

Zo is het niet gelukt om de kerken te betrekken bij het<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsverband vrijwillige thuishulp, waaraan wel<br />

het Rode Kruis, Humanitas, de SWW, Term<strong>in</strong>ale Thuiszorg,<br />

Icare, Verenig<strong>in</strong>g De Zonnebloem en anderen deelnemen.<br />

De SWW wil graag met de predikanten overleggen en<br />

nadenken over eenzaamheid en rouwverwerk<strong>in</strong>g. Men zou<br />

samen deskundigheidsbevorder<strong>in</strong>g van vrijwilligers kunnen<br />

organiseren.


37<br />

Directeur van Sticht<strong>in</strong>g Ouderenzorg<br />

De directeur is 16 jaar <strong>in</strong> functie, maar is nu aan het<br />

afbouwen, omdat hij zal stoppen met betaald werken.<br />

Daarnaast is hij gemeenteraadslid voor het<br />

CDA.<br />

De Sticht<strong>in</strong>g heeft een verzorg<strong>in</strong>gshuis dat dankzij de<br />

gezonde f<strong>in</strong>anciële situatie niet heeft hoeven te fuseren<br />

zoals de andere huizen. Wel is er samenwerk<strong>in</strong>g<br />

met andere zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen om méérzorg op psychogeriatrisch<br />

en somatisch gebied te kunnen bieden.<br />

Ook is er samenwerk<strong>in</strong>g met een woonzorgunit,<br />

waar 24 verstandelijk gehandicapten wonen. Deze<br />

unit krijgt ondersteun<strong>in</strong>g vanuit het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />

Het tehuis telt 88 bewoners. Daarnaast zijn er 55<br />

aanleunwon<strong>in</strong>gen.<br />

Door het overheidsbeleid komt er steeds meer marktwerk<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de zorgsector. Men kan bij het zorgkantoor zorg<br />

<strong>in</strong>kopen. De bewoners betalen een eigen bijdrage. Wat dat<br />

allemaal behelst weten de meeste mensen niet. De gemiddelde<br />

leeftijd van de bewoners is 88 jaar. Voor de bewoners<br />

van het huis wordt nagegaan wat voor zorgpakket<br />

men nodig heeft. Hoewel het er ‘niet beter’ op wordt,<br />

krijgen de bewoners nog steeds <strong>in</strong>tegraal wat zij nodig<br />

hebben. Dankzij de goede f<strong>in</strong>anciële positie kunnen er nog<br />

wat extra d<strong>in</strong>gen gedaan worden. Zo zal de grote zaal<br />

verbouwd worden.<br />

We zullen als samenlev<strong>in</strong>g de ontwikkel<strong>in</strong>g naar meer<br />

marktwerk<strong>in</strong>g kritisch moeten volgen. Positief is dat men<br />

geprikkeld wordt om doelmatig te werken. Er zullen echter<br />

grenzen gesteld moeten worden. Een bescherm<strong>in</strong>g biedende<br />

overheid is nodig om <strong>in</strong> de basisbehoeften van mensen<br />

te voorzien. Veel bewoners <strong>in</strong> het huis hebben we<strong>in</strong>ig geld:<br />

AOW en een kle<strong>in</strong> pensioen.<br />

Een andere ontwikkel<strong>in</strong>g is dat de verschillen tussen<br />

verzorg<strong>in</strong>gshuis en verpleeghuis kle<strong>in</strong>er worden. Tw<strong>in</strong>tig<br />

procent van de verzorg<strong>in</strong>ghuisbewoners heeft nu al extra<br />

zorg nodig en dat zal oplopen tot 40 à 50 procent. De zorg<br />

wordt ‘zwaarder’ en er zal steeds meer maatwerk geleverd<br />

moeten worden. Het verpleeghuis zou het laatste resort<br />

moeten zijn. Er zal een verander<strong>in</strong>g plaats moeten v<strong>in</strong>den<br />

naar ondersteunend werk vanuit het zorgcentrum naar de<br />

wijk, meer mogelijkheden voor dagverzorg<strong>in</strong>g en kort<br />

durende opname en als men niet langer thuis kan wonen<br />

voor verhuiz<strong>in</strong>g naar een aanleunwon<strong>in</strong>g. In de gemeente<br />

is men bezig met een proef met woon-zorgzones. Dat<br />

beg<strong>in</strong>t goed te lopen.<br />

Hoe het met de WMO zal gaan, zal mede afhangen van de<br />

gemeenteraad. Het is van belang om er alert op te zijn dat<br />

mensen de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben.<br />

De verhoud<strong>in</strong>g met de kerken: overeenkomstig de statuten<br />

participeren zes diaconieën <strong>in</strong> het algemeen bestuur van<br />

de sticht<strong>in</strong>g. De risico’s <strong>in</strong> de zorg worden echter te groot.<br />

Het bestuur is nu aansprakelijk. Om met drie keer per jaar<br />

vergaderen de verantwoordelijkheid te nemen, is niet<br />

verantwoord. Bovendien wordt de materie steeds <strong>in</strong>gewikkelder.<br />

Daarom komt er nu een constructie met een<br />

Raad van Toezicht. Deze zal de protestants-christelijke<br />

grondslag moeten ondersteunen. Met het oog daarop zal<br />

<strong>in</strong> de statuten worden opgenomen dat de leden lid moeten<br />

zijn van een protestantse kerk. Ook het personeel zal<br />

deze grondslag moeten respecteren. Ook zullen de diaconieën<br />

twee keer per jaar geïnformeerd worden. Zo blijft<br />

de b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met de kerk behouden. Er is overigens geen<br />

f<strong>in</strong>anciële band meer tussen kerken en het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />

In het huis werkt een pastoraal werker die door het huis<br />

wordt betaald. Alle hervormde predikanten doen mee aan<br />

de bijbellez<strong>in</strong>gen. De opbrengst van collecte die tijdens<br />

de lez<strong>in</strong>gen gehouden wordt, is voor de kerk. Vier keer<br />

per jaar wordt er avondmaal gevierd. Soms blijft bij bewoners<br />

het contact met de kerk waar men voorheen deel<br />

van uitmaakte bestaan. Er zijn 18 koren <strong>in</strong> de gemeente<br />

die om de beurt op zondagavond komen z<strong>in</strong>gen. Zij z<strong>in</strong>gen<br />

bekende liederen en de bewoners z<strong>in</strong>gen mee. Daarvoor<br />

bestaat grote belangstell<strong>in</strong>g. Deze avonden voorzien <strong>in</strong><br />

een behoefte. De bewoners worden er door vrijwilligers<br />

van het huis naartoe gebracht. Er is geen speciale coörd<strong>in</strong>ator<br />

voor het vrijwilligerswerk. De afdel<strong>in</strong>gen regelen dit<br />

zelf. Er zijn veel vrijwilligers met een kerkelijke achtergrond.<br />

Het is van belang dat de kerken kritisch kijken naar de<br />

overheid: of het recht op zorg <strong>in</strong> stand blijft. Het zou verkeerd<br />

zijn als mensen weer afhankelijk worden van kerken.<br />

De kerk zou een plek van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en ontmoet<strong>in</strong>g<br />

moeten zijn.<br />

Vertegenwoordigers van de PCOB<br />

Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats met twee bestuursleden<br />

van de plaatselijke PCOB-afdel<strong>in</strong>g. Eén van hen is<br />

voorzitter van de afdel<strong>in</strong>g en van het gewest Drenthe.<br />

Tevens is hij voorzitter van het Senioren Platform.<br />

Aan deze taken besteedt hij vier dagen per<br />

week. Toen hij nog betaald werkte, was hij verkoper<br />

van kunstmest en veevoer. Het andere<br />

bestuurslid, voormalig kerkelijk werker, verzorgt de<br />

public relations en de educatie. Dit laatste doet hij<br />

ook voor het gewest.<br />

De PCOB is met 1500 leden de grootste ouderenbond<br />

<strong>in</strong> de gemeente. De leden komen uit verschillende<br />

protestantse kerken. De ANBO heeft 700<br />

leden en de KBO 120.<br />

De PCOB doet veel aan voorlicht<strong>in</strong>g en nodigt voor zijn<br />

bijeenkomsten en cursussen vaak een spreker uit. Naast<br />

het geven van voorlicht<strong>in</strong>g, de organisatie van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />

en het opkomen voor de belangen<br />

van ouderen verricht de PCOB bezoekwerk. Er zijn er 24<br />

bezoekdames die zieke mensen bezoeken. De PCOB krijgt<br />

veel vragen over huisvest<strong>in</strong>g, m<strong>in</strong>ima en, vanuit de buitengebieden,<br />

over mobiliteit.


38<br />

Er is een goede samenwerk<strong>in</strong>g met de andere ouderenbonden,<br />

waardoor de opricht<strong>in</strong>g kon plaatsv<strong>in</strong>den van het OSO<br />

(Overleg Samenwerkende Ouderenbonden). Het organiseert<br />

gezamenlijke activiteiten zoals de organisatie van<br />

computercursussen. Vanuit het OSO neemt men deel aan<br />

het Senioren Platform. Alle belangenorganisaties nemen<br />

hieraan deel. Het OSO komt zes keer per jaar bijeen om de<br />

belangen van ouderen te behartigen. Er zijn goede contacten<br />

met de commissie Wet Voorzien<strong>in</strong>g Gehandicapten, de<br />

cliëntenraad Wet Werk en Bijstand, het steunpunt mantelzorgers<br />

en met de SWW. Vanuit het Senioren Platform<br />

neemt men deel aan het overleg over de WMO. Er is een<br />

afzonderlijk cluster ouderen. Het Platform heeft met het<br />

oog op de gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen een verkiez<strong>in</strong>gsmanifest<br />

gemaakt, dat naar alle politieke partijen is gestuurd.<br />

Vier partijen hebben punten daaruit <strong>in</strong> hun programma<br />

opgenomen. Het platform is ook bij de partijen op bezoek<br />

geweest.<br />

Er zijn <strong>in</strong> de gemeente veel organisaties die zich bezighouden<br />

met ouderen en armoede. Dat heeft geleid tot de Sticht<strong>in</strong>g<br />

Omzien naar elkaar. Hier<strong>in</strong> zitten ook mensen van de<br />

cliëntenraad van de Sociale Dienst <strong>in</strong> en van de diaconie.<br />

De gemeente heeft een goede regel<strong>in</strong>g voor kwijtscheld<strong>in</strong>g<br />

van gemeentelijke belast<strong>in</strong>gen en heff<strong>in</strong>gen. Daar wordt<br />

veel gebruik van gemaakt. Met de bijzondere bijstand is de<br />

gemeente royaal.<br />

De PCOB heeft <strong>in</strong>gangen bij de kerk. Zo is er met kerkenraden<br />

gesproken over eenzaamheid bij ouderen en over term<strong>in</strong>ale<br />

zorg. Er is echter wel afstand. Men weet <strong>in</strong> de kerk<br />

niet wat men met deze vragen moet. De ene kerk zegt dat<br />

zij geen senioren <strong>in</strong> de kerkenraad heeft. Bij een andere<br />

kerk is er een gesprek met de dom<strong>in</strong>ee en een ouderl<strong>in</strong>g<br />

geweest. Het was een prettig gesprek, maar er kwam niets<br />

uit. In een wijk van de burgerlijke gemeente is er een breed<br />

overleg geweest met kerken. Verder dan dit overleg kwam<br />

men niet. Het gevolg is dat men langs elkaar heen werkt.<br />

Op de jubileumbijeenkomst van de PCOB – de afdel<strong>in</strong>g<br />

bestaat dan 40 jaar – kwamen maar vier afgevaardigden<br />

van kerken.<br />

Ouderen zitten wel <strong>in</strong> de kerkenraad, maar dat werkt niet<br />

door naar organisaties als de PCOB. De kerk heeft leden<br />

met een verscheidenheid aan gaven en functies, maar<br />

heeft daar we<strong>in</strong>ig weet van, omdat men niet over een sociale<br />

kaart van de eigen gemeente beschikt. Het werk dat<br />

vroeger <strong>in</strong> de kerk gebeurde op allerlei gebied – jongeren,<br />

ouderen enzovoort – heeft zich verzelfstandigd en de kerk<br />

heeft er geen zicht op wat daar gebeurt. In de kerk zit wat<br />

dat betreft te we<strong>in</strong>ig structuur. Het zou belangrijk zijn voor<br />

de PCOB als er een aanspreekpunt <strong>in</strong> de kerken zou zijn.<br />

De Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en die hier<strong>in</strong> een functie zou<br />

kunnen vervullen, komt niet van de grond.<br />

Wel worden bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten van de PCOB <strong>in</strong> het<br />

kerkblad aangekondigd. Het gaat soms om <strong>in</strong>grijpende<br />

onderwerpen, zoals op het terre<strong>in</strong> van ethiek en zorg. Dat<br />

maakt iets los bij mensen. Maar bij wie <strong>in</strong> de kerk kan men<br />

zijn verhaal kwijt? Een punt dat aandacht zou verdienen <strong>in</strong><br />

de kerk, is het hebben van een nieuwe relatie nadat men<br />

alleen is komen te staan. Hoe erken je die relatie <strong>in</strong> de<br />

nieuwe situatie? Kan je daarover een zegen krijgen?<br />

De wens van de PCOB is dat kerken zich meer <strong>in</strong>laten met<br />

maatschappelijke onderwerpen en dat zij daarop aanspreekbaar<br />

zijn.<br />

De wethouder<br />

De wethouder van het CDA heeft onder meer volksgezondheid<br />

en zorg <strong>in</strong> haar portefeuille.<br />

In de gemeente wordt een algemeen beleid op het terre<strong>in</strong><br />

van zorg en welzijn gevoerd. Er is wel veel aandacht voor<br />

ouderen, maar dat zit <strong>in</strong> het algemene beleid. Er is opbouwwerk<br />

<strong>in</strong> de wijken. In het ziekenhuis is er een zorgloket<br />

waar men terecht kan voor vragen over zorg en welzijn. De<br />

gemeente f<strong>in</strong>anciert dit.<br />

De gemeente wil niet alles naar zich toe trekken en pakt<br />

daarom samen met organisaties en groepen zaken aan.<br />

Vrijwilligers zijn te v<strong>in</strong>den als men mensen gericht vraagt.<br />

Dat bleek bij de vervull<strong>in</strong>g van functies en het verrichten<br />

van taken <strong>in</strong> het openbaar onderwijs nadat dit verzelfstandigd<br />

was.<br />

Een onderwerp dat zich leent voor een gezamenlijke<br />

aanpak is eenzaamheid onder ouderen. De gemeente heeft<br />

hier onderzoek naar laten doen waaruit bleek dat dit<br />

toeneemt.<br />

Ook bij de WMO volgt de gemeente deze aanpak. Er is een<br />

WMO-raad waar<strong>in</strong> maatschappelijke organisaties, ook van<br />

ouderen, zitten evenals de cliëntenraden. Het gaat om een<br />

<strong>in</strong>teractief proces. Voor dit alles is een projectleider aangesteld.<br />

Er zal nog nader bezien worden wie wat doet en<br />

welke taak de gemeente daar<strong>in</strong> heeft. Een en ander zal <strong>in</strong><br />

een kadernota uitgewerkt worden.<br />

Tevens is <strong>in</strong> één van de wijken een pilotproject <strong>in</strong> het kader<br />

van de WMO gestart. Het is een naoorlogse wijk met veel<br />

vergrijz<strong>in</strong>g en we<strong>in</strong>ig voorzien<strong>in</strong>gen. Men probeert mensen<br />

te activeren om zich <strong>in</strong> te zetten voor zichzelf, voor andere<br />

wijkbewoners en voor de buurt <strong>in</strong> het algemeen. Mensen<br />

moeten elkaar beter leren kennen en meer voor elkaar<br />

gaan doen. Geprobeerd kan worden om ouderen met een<br />

beperk<strong>in</strong>g de hulp zo aan te bieden dat zij langer zelfstandig<br />

kunnen blijven wonen.<br />

Er is geen organisatorisch verband waar<strong>in</strong> kerken en<br />

lokale overheid elkaar ontmoeten. Het college van Burgemeester<br />

en Wethouders wordt, zo is de traditie, wel<br />

uitgenodigd bij de <strong>in</strong>trede van een nieuwe predikant. De<br />

gemeente zou het op prijs stellen als er lijnen kwamen naar<br />

de kerken. Te denken valt aan de voedselbank en de WMO.<br />

De kerken treden naar buiten niet samen op en hebben<br />

geen gezamenlijke spreekbuis. Dat is jammer, want daardoor<br />

verzandt er veel. Bij de voorlicht<strong>in</strong>g van het project<br />

Present, voor de <strong>in</strong>zet van vrijwilligers, waren de kerken<br />

wel uitgenodigd, maar behalve uit de kerken die het <strong>in</strong>itiatief<br />

namen, de Christelijke Gereformeerde <strong>Kerk</strong> en de


39<br />

Gereformeerde <strong>Kerk</strong> vrijgemaakt, waren er geen vertegenwoordigers<br />

van kerken.<br />

De kerken hebben zich niet aangemeld om mee te doen<br />

met de WMO, hoewel zij hiervoor wel zijn uitgenodigd. Via<br />

huis-aan-huisbladen was iedereen uitgenodigd voor een<br />

<strong>in</strong>formatiebijeenkomst. Daarbij waren de kerken niet aanwezig.<br />

Ook via de Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en is geprobeerd<br />

om contact te krijgen, maar dat liep op niets uit. Als wethouder<br />

van het CDA betreurt zij deze gang van zaken. Ook<br />

voor het pilotproject zijn de kerken uitgenodigd. De projectleider<br />

weet ook niet waar het aan ligt dat de kerken niet<br />

reageren. Zij zal nog met de kerken gaan praten. De kerken<br />

kunnen een bijdrage leveren aan de uitvoer<strong>in</strong>g van de<br />

WMO. Hoe meer mensen meedenken, hoe beter!<br />

GEMEENTE Z (GROTE STAD)<br />

In deze gemeente is gesproken met gemeenteleden die<br />

actief zijn <strong>in</strong> het ouderenpastoraat en -diaconaat, met een<br />

predikant die werkzaam is <strong>in</strong> enige tehuizen en zorgcentra,<br />

met de voorzitter van de lokale PCOB-afdel<strong>in</strong>g en met de<br />

wethouder, die zorg en ouderenbeleid <strong>in</strong> haar portefeuille<br />

had.<br />

Ouderenpastoraat en -diaconaat<br />

Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats met drie gemeenteleden die<br />

betrokken zijn bij het ouderenpastoraat en -diaconaat<br />

<strong>in</strong> één van de wijkgemeenten van de Protestantse<br />

<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland ter plaatse.<br />

De wijkkerkenraad kent werkgroepen voor onder meer<br />

pastoraat en diaconaat. Deze vallen onder de kerkenraad<br />

maar hebben een grote zelfstandigheid b<strong>in</strong>nen het beleidsplan.<br />

De wijkgemeente is onderverdeeld <strong>in</strong> ‘kluften’ (geografische<br />

eenheid). Aan iedere kluft is één van de predikanten<br />

toegewezen evenals een ouderl<strong>in</strong>g en een diaken<br />

of lid van de werkgroep diaconaat. Er zijn momenteel veel<br />

vacatures, vooral voor het ambt van ouderl<strong>in</strong>g. De werkgroep<br />

diaconaat bestaat uit 18 personen. De kluften vergaderen<br />

twee à drie keer per jaar. Meer hoeft niet, omdat<br />

veel telefonisch geregeld kan worden.<br />

De werkzaamheden zijn geografisch en functioneel <strong>in</strong>gedeeld.<br />

Het pastorale bezoekwerk wordt door ouderl<strong>in</strong>gen<br />

en leden van de kluftteams gedaan. De ouderl<strong>in</strong>g noteert<br />

voor de betreffende kluft wie er zijn bezocht. Zowel de<br />

mensen <strong>in</strong> de wijk als <strong>in</strong> de ziekenhuizen. Zo is er een goed<br />

functionerend netwerk opgebouwd waar<strong>in</strong> het prettig is<br />

om te werken. De predikanten komen m<strong>in</strong>der aan bezoekwerk<br />

toe door bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen: het aantal formatieplaatsen is<br />

teruggebracht van 2,5 naar 1,4 fte.<br />

Ouderen krijgen, als zij daar prijzen op stellen, regelmatig<br />

bezoek; <strong>in</strong> ieder geval bij verjaardagen als het om een<br />

kroonjaar gaat en vanaf 75 jaar. Als mensen hulpvragen<br />

hebben, kunnen zij zich tot de kerk wenden en wordt<br />

geprobeerd om er<strong>in</strong> te voorzien. Meestal lukt dat wel,<br />

bijvoorbeeld bij het brengen van mensen naar het ziekenhuis.<br />

Voor de diverse werkzaamheden kan een beroep<br />

gedaan worden op een vrij grote groep mensen. Vanuit de<br />

kerk wordt jaarlijks een middaguitstapje voor ouderen<br />

georganiseerd en een kerstmaaltijd.<br />

Ouderen die de deur niet meer uitkunnen, voelen zich vaak<br />

alleen. Velen van hen vragen om een bezoek van een predikant.<br />

Dat kan niet altijd gehonoreerd worden, vooral nu<br />

er bezu<strong>in</strong>igd moet worden. In ieder geval gaat er een<br />

ouderl<strong>in</strong>g of contactpersoon heen. Als men om noodzakelijke<br />

redenen wil dat er een predikant komt, dan zal deze<br />

komen. Er zijn te we<strong>in</strong>ig dom<strong>in</strong>ees voor het vele werk. Het<br />

werk komt neer op m<strong>in</strong>der schouders. Bovendien neemt<br />

het aantal begrafenissen toe en die kosten veel tijd en<br />

energie van de predikant.<br />

In de wijkgemeente zijn 7 tehuizen voor ouderen. Hiervoor<br />

is een predikant beschikbaar voor bezoekwerk en begrafenissen.<br />

Deze gaat echter b<strong>in</strong>nenkort met emeritaat en het<br />

is niet zeker of hij opgevolgd wordt. In het tehuis waarvoor<br />

geen predikant beschikbaar is, een huis van Humanitas,<br />

v<strong>in</strong>den drie keer per jaar ontmoet<strong>in</strong>gsmiddagen plaats,<br />

waarbij ook één van de wijkpredikanten aanwezig is. In de<br />

tehuizen wordt groothuisbezoek gehouden. Er is een grote<br />

variatie <strong>in</strong> onderwerpen, omdat gekeken wordt naar wat de<br />

mensen graag willen bespreken. In het tehuis waaraan<br />

geen predikant verbonden is, wordt één keer <strong>in</strong> de veertien<br />

dagen op vrijdagochtend een kerkdienst gehouden.<br />

In de wijkgemeente zijn 4 vrouwenverenig<strong>in</strong>gen en is er<br />

één soos, die vooral door oudere gemeenteleden bezocht<br />

wordt.<br />

Er is geen contact met ouderen buiten de kerk. Er was <strong>in</strong><br />

het verleden contact met een stedelijke commissie, met<br />

het oog op overleg en de uitwissel<strong>in</strong>g van adressen. Toen<br />

wijkgemeenten moesten gaan fuseren om op te gaan <strong>in</strong><br />

een groter geheel, is dit verwaterd vanwege de aandacht<br />

die dat proces vergde.<br />

Mensen kunnen doordat zij thuis meer hulp kunnen krijgen<br />

langer zelfstandig blijven wonen. Er is altijd een zorg voor<br />

elkaar geweest <strong>in</strong> de wijk en <strong>in</strong> de tehuizen. We stimuleren<br />

dat mensen aandacht aan elkaar besteden. Dat kunnen<br />

kle<strong>in</strong>e, maar toch belangrijke d<strong>in</strong>gen zijn, zoals erop letten<br />

of de gordijnen ‘s ochtends wel opengaan. Als er vragen<br />

zijn, is het belangrijk om dat aan de kerkenraad te melden<br />

zodat er zonodig actie kan worden ondernomen. In voorkomende<br />

gevallen nemen we contact op met de maatschappelijke<br />

dienstverlen<strong>in</strong>g.<br />

De kerk kan haar kennis en relaties <strong>in</strong>brengen <strong>in</strong> de<br />

beleidsvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het kader van de WMO. Daarover is nog<br />

niet gesproken, maar dat zal wel moeten gebeuren. We<br />

hebben als wijkgemeente een beleidsplan. Dat zou je<br />

bekend moeten maken, ook buiten de kerk, ook zouden we<br />

duidelijk moeten maken wat we te bieden hebben en dan<br />

niet alleen aan mensen van de kerk. We hebben wel eens<br />

geprobeerd iets op te zetten voor hulp bij het <strong>in</strong>vullen van<br />

formulieren. Daar maakten ouderen geen gebruik van,<br />

omdat zij een eigen netwerk hebben.


40<br />

Over aandacht voor mantelzorgers is wel gesproken <strong>in</strong> de<br />

diaconie, maar daar is tot nu toe we<strong>in</strong>ig mee gedaan,<br />

omdat we niet veel problemen op dit terre<strong>in</strong> tegenkomen.<br />

Dat zelfde geldt voor de armoedeproblematiek. Deze is er<br />

wel, maar niet <strong>in</strong> die mate als elders <strong>in</strong> ons land. Er is geen<br />

contact met de voedselbank. Dat is wel iets waar wat aan<br />

moet worden gedaan.<br />

In het algemeen geldt dat de werkeenheden te groot zijn<br />

en te we<strong>in</strong>ig mensen het werk moeten doen. Men kan niet<br />

altijd alles doen. We zullen daarom goed moeten kijken wat<br />

er al gebeurt door anderen en waar we zonodig kunnen<br />

<strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gen.<br />

De predikant<br />

De predikant is <strong>in</strong> 1989 als wijkpredikant <strong>in</strong> de<br />

gemeente gekomen. Als gevolg van teruglopend<br />

ledental en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van het aantal wijkgemeenten<br />

is de predikant nu voor een derde van zijn<br />

tijd werkzaam <strong>in</strong> het ouderenpastoraat <strong>in</strong> tehuizen en<br />

zorgcentra <strong>in</strong> de gemeente. De overige tijd is hij<br />

elders werkzaam als gemeentepredikant.<br />

Zijn functie als pastoraal werker is destijds centraal geregeld<br />

<strong>in</strong> de kerkelijke gemeente. Er is geen officiële <strong>in</strong>troductie<br />

geweest. Voor een deel heeft hij het bezoekwerk dat hij<br />

als wijkpredikant deed voortgezet. Hij probeert iedere bewoner<br />

die lid is van de kerk één keer per jaar te bezoeken. De<br />

zieken en alleenstaanden bezoekt hij vaker. Met de k<strong>in</strong>deren<br />

van de bewoners heeft hij <strong>in</strong> het algemeen geen contact. Hij<br />

ziet ze bij een begrafenis. Als hij ze een keer treft bij huisbezoek,<br />

geeft hij zijn kaartje af, zodat men desgewenst contact<br />

kan leggen. Meestal zijn zij blij dat hun vader en/of moeder<br />

contact heeft met iemand van de kerk. De ouderen zelf zeggen:<br />

“Je ziet de kerk, de dom<strong>in</strong>ee is geweest.”<br />

Vanuit de wijkgemeente is het zo geregeld dat ieder tehuis<br />

een ouderl<strong>in</strong>g heeft. Naast de ouderl<strong>in</strong>g zijn er contactpersonen<br />

die mensen bezoeken. Signalen van problemen<br />

geven zij door aan de ouderl<strong>in</strong>g en de wijkpredikant. In<br />

enkele tehuizen heeft de predikant voor het ouderenpastoraat<br />

met de ouderl<strong>in</strong>g contact, <strong>in</strong> andere met de contactpersoon.<br />

In de tehuizen komt geen wijkpredikant tenzij men<br />

daar om vraagt of bij ziekte of begrafenis. Aan het gewone<br />

huisbezoek <strong>in</strong> de tehuizen komen zij niet toe. Bij een verhuiz<strong>in</strong>g<br />

stuurde men meestal een bericht aan de wijkpredikant,<br />

maar nu wordt er vaak een bericht aan de predikant<br />

voor het ouderenpastoraat gestuurd.<br />

Bij één van de sticht<strong>in</strong>gen die een tehuis beheert, is een<br />

geestelijk verzorger <strong>in</strong> dienst voor twee dagen <strong>in</strong> de week.<br />

Zij heeft geen kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Van huis uit is zij roomskatholiek.<br />

Er is een werkverdel<strong>in</strong>g: de predikant draagt zorg<br />

voor alle protestantse bewoners en de geestelijk verzorger<br />

voor alle andere bewoners en het personeel. Zij woont ook<br />

de vergader<strong>in</strong>gen bij en heeft contact met de organisatie.<br />

In het tehuis van Humanitas is er drie keer per jaar een<br />

kerkelijke activiteit: groothuisbezoek, avondmaal en een<br />

kerstvier<strong>in</strong>g.<br />

In weer twee andere tehuizen is er elke vrijdag een kerkdienst.<br />

De tehuizen regelen zelf voor deze diensten een<br />

predikant. Als er namens de Protestantse Gemeente<br />

avondmaal wordt gevierd, is er een ouderl<strong>in</strong>g van de wijkgemeente<br />

aanwezig. De predikant voor het ouderenpastoraat<br />

leidt deze diensten. Bij gewone kerkdiensten komen<br />

mensen van verschillende kerkelijke achtergronden. Bij het<br />

avondmaal ligt dat anders. Dan kan het voorkomen dat er<br />

<strong>in</strong> hetzelfde huis omstreeks dezelfde tijd twee avondmaalsdiensten<br />

zijn.<br />

Het is belangrijk voor mensen dat hun levensvragen een<br />

plek kunnen krijgen. Het is een probleem dat, doordat er<br />

m<strong>in</strong>der tijd voor huisbezoek beschikbaar is, die levensvragen<br />

m<strong>in</strong>der besproken kunnen worden. In zijn bezoekwerk<br />

merkt hij dat hervormden de dom<strong>in</strong>ee vragen op bezoek te<br />

komen om te overleggen over de tekst op de rouwkaart en<br />

de rouwdienst. Zij stellen meestal geen vragen over het<br />

verschijnen voor Gods troon. Die vraag hebben zij al verwerkt.<br />

Buitenkerkelijken ontmoeten de predikant we<strong>in</strong>ig. Zij vallen<br />

buiten zijn opdracht. Hij kent ze niet en uit zichzelf melden<br />

zij zich niet.<br />

Diaconale problemen komt hij we<strong>in</strong>ig tegen. In voorkomende<br />

gevallen verwijst hij naar een diaken, die er echter vaak<br />

al van weet. Eenzaamheid komt veel voor. Men zoekt elkaar<br />

niet op.<br />

De populatie <strong>in</strong> de tehuizen verandert, omdat mensen zo<br />

lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Dementie komt<br />

vaker voor. Bewoners hebben er angst voor. Zij willen niet<br />

afhankelijk worden.<br />

De voorzitter van de plaatselijke PCOB<br />

De PCOB <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie is opgebouwd uit 26 lokale<br />

afdel<strong>in</strong>gen. Per gemeente is er één afdel<strong>in</strong>g. Zo is er<br />

ook <strong>in</strong> deze burgerlijke gemeente een afdel<strong>in</strong>g. Het<br />

bestuur van de prov<strong>in</strong>cie, een gewest, heeft 8 à 10<br />

leden. Het gewest organiseert overkoepelende activiteiten.<br />

Het gewest is op zijn beurt weer met twee<br />

personen vertegenwoordigd <strong>in</strong> de landelijke algemene<br />

vergader<strong>in</strong>g. Beleids<strong>in</strong>tenties vanuit het landelijk<br />

bestuur gaan naar de afdel<strong>in</strong>gen. Deze maken<br />

hun men<strong>in</strong>g kenbaar aan het gewest. Vandaaruit<br />

worden de reacties aan het landelijk bestuur doorgegeven.<br />

Het landelijk bestuur neemt besliss<strong>in</strong>gen<br />

over beleidszaken.<br />

De activiteiten <strong>in</strong> de afdel<strong>in</strong>gen kan men <strong>in</strong> twee verschillende<br />

soorten onderscheiden.<br />

Er zijn sociaal-culturele activiteiten, zoals lez<strong>in</strong>gen, en<br />

gezelligheidsmiddagen. Dit zijn <strong>in</strong>terne activiteiten. Daarnaast<br />

zijn er activiteiten gericht op <strong>in</strong>dividuele en collectieve<br />

belangenbehartig<strong>in</strong>g.<br />

Bij het eerste kan men denken aan het <strong>in</strong>vullen van formulieren<br />

alsook aan de keur<strong>in</strong>g voor het rijbewijs. Bij de<br />

collectieve belangenbehartig<strong>in</strong>g valt te denken aan regel<strong>in</strong>gen<br />

van de overheid of andere <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong>


41<br />

van wonen, zorg, welzijn enzovoort. Een collectieve ziektekostenverzeker<strong>in</strong>g<br />

valt hier ook toe te rekenen.<br />

Hier ter plaatse doen de drie ouderenbonden - de KBO, de<br />

ANBO en de PCOB - de belangenbehartig<strong>in</strong>g gezamenlijk <strong>in</strong><br />

het Stedelijk Overleg Ouderenbonden. Het bestuur bestaat<br />

uit 6 leden: elke ouderenbond vaardigt twee personen af.<br />

De bonden leveren om de beurt voor twee jaar een voorzitter.<br />

De belangenbehartig<strong>in</strong>g richt zich op wonen, zorg,<br />

welzijn, mobiliteitszaken en op sociaal-economische hulpverlen<strong>in</strong>g.<br />

Het overleg onderhoudt contacten met de<br />

gemeente en diverse <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Er is een afzonderlijke<br />

werkgroep voor de WMO. Ook is er een werkgroep politiek<br />

die contacten onderhoudt met de politieke partijen.<br />

De plaatselijke afdel<strong>in</strong>g telt ongeveer 800 leden die uit alle<br />

protestantse kerken afkomstig zijn. Dit is een betrekkelijk<br />

laag aantal voor een gemeente met deze omvang. Er leeft<br />

nog de gedachte, wellicht gevoed vanuit het verleden, dat<br />

een ouderenbond een gezelligheidsclub is. Veel kerken die<br />

zelf spelletjesmiddagen en gezelligheidsactiviteiten organiseerden<br />

voor ouderen waren bang voor concurrentie. De<br />

activiteiten van de PCOB zijn nu veel breder. Dat geldt ook<br />

voor de sociaal-culturele activiteiten waar<strong>in</strong> lez<strong>in</strong>gen zijn<br />

opgenomen over diverse onderwerpen.<br />

In het overleg van de ouderenbonden komen de onderwerpen<br />

wonen, zorg en welzijn regelmatig aan de orde en men<br />

discussieert daarover. Bijvoorbeeld: <strong>in</strong> de stad bieden de<br />

won<strong>in</strong>gbouwcorporaties won<strong>in</strong>gen via <strong>in</strong>ternet te huur aan.<br />

Ouderen hebben echter vaak geen computer. De ouderenbonden<br />

hebben de corporaties hierop attent gemaakt. In<br />

bouwplannen zijn wensen naar voren gebracht over specifieke<br />

punten voor ouderen (zoals de breedte van de deuren).<br />

Hiermee is reken<strong>in</strong>g gehouden. Datzelfde geldt voor<br />

de pleidooien om meer seniorenwon<strong>in</strong>gen te bouwen. Een<br />

ander voorbeeld: het vervoer moet zo geregeld zijn dat het<br />

voor de ouderen mogelijkheden biedt. Dit moet bij de verlen<strong>in</strong>g<br />

van concessies aan de vervoermaatschappijen aan<br />

de orde komen.<br />

Vaak is het Stedelijk Overleg Ouderenbonden reactief en<br />

reageert het op wat gebeurt. Het draagt echter ook zaken<br />

aan en wil daarmee pro-actief zijn, zoals bij de WMO.<br />

Regelmatig zijn er contacten met de gemeente, de won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>gen,<br />

de thuiszorg, zorgverzekeraars en<br />

tehuizen. Ter ondersteun<strong>in</strong>g van al dit werk is er een<br />

beroepskracht <strong>in</strong> dienst voor 22 uur <strong>in</strong> de week. Hiervoor<br />

ontvangen de ouderenbonden subsidie. Het is te hopen dat<br />

deze subsidie wordt gecont<strong>in</strong>ueerd, omdat deze persoon<br />

waardevol werk doet.<br />

Ondanks de goede samenwerk<strong>in</strong>g willen de drie bonden<br />

niet fuseren vanwege het verschil <strong>in</strong> levensbeschouwelijke<br />

identiteit. Daardoor kijkt men soms toch anders tegen<br />

d<strong>in</strong>gen aan en denkt men politiek verschillend. Niet over<br />

zaken als wonen, maar wel bijvoorbeeld over euthanasie.<br />

Er is geen relatie met de kerken. De leden zijn lid van<br />

verschillende kerken. Ieder protestants lid is welkom. Het<br />

is echter niet eenvoudig om met alle protestantse kerken<br />

contact te zoeken. Er zijn er zoveel en ieder met een eigen<br />

<strong>in</strong>valshoek. De PCOB heeft geen taak op pastoraal en<br />

diaconaal terre<strong>in</strong> en moet zich ook niet op die terre<strong>in</strong>en<br />

begeven. Er is <strong>in</strong> ieder geval <strong>in</strong> de afdel<strong>in</strong>g niet over<br />

gesproken. Wellicht dat een project eenzaamheidsbestrijd<strong>in</strong>g<br />

gezamenlijk opgezet kan worden. PCOB en kerken<br />

komen elkaar echter tot nu toe niet tegen.<br />

De wethouder<br />

De CDA-wethouder is theologe en heeft onder meer<br />

zorg en ouderenbeleid <strong>in</strong> haar portefeuille.<br />

Het beleid: er is een beleidsnota waar<strong>in</strong> voor de komende<br />

tien jaar plannen ontwikkeld worden. De nota bevat drie<br />

onderdelen:<br />

I) Een <strong>in</strong>ventarisatie van voorzien<strong>in</strong>gen: welke willen we<br />

hebben en <strong>in</strong> welke hoeveelheid?<br />

II) Visie: wat willen we bereiken?<br />

III) De uitwerk<strong>in</strong>g en realisatie van de visie.<br />

De stad kent de komende tien jaar we<strong>in</strong>ig vergrijz<strong>in</strong>g. Dat<br />

komt onder andere door de studenten die <strong>in</strong> de stad<br />

wonen, terwijl <strong>in</strong> het verleden veel jonge gez<strong>in</strong>nen zijn<br />

weggetrokken, die niet zijn teruggekomen.<br />

De overgrote meerderheid van de ouderen – 85% – wil<br />

langer zelfstandig blijven wonen. Daardoor blijft men<br />

actief, terwijl men <strong>in</strong> een tehuis verhospitaliseert. Daar<br />

wordt alles voor de mensen gedaan, terwijl men vaak nog<br />

d<strong>in</strong>gen zelf kan doen.<br />

Door de relatief ger<strong>in</strong>ge vergrijz<strong>in</strong>g zijn er geen wachtlijsten<br />

voor de verzorg<strong>in</strong>gshuizen. Wel komen er oudere<br />

mensen uit de regio om hier zorg te krijgen. De vraag naar<br />

<strong>in</strong>tramurale zorg neemt hiermee af, terwijl die naar extramurale<br />

zorg toeneemt. Er zullen verander<strong>in</strong>gen komen. Zo<br />

zijn er servicezones <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g, zodat het mogelijk is<br />

dat mensen <strong>in</strong> hun eigen wijk oud worden en met behulp<br />

van netwerken zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven<br />

wonen. Te denken is daarbij aan een w<strong>in</strong>kelcentrum dat<br />

gemakkelijk bereikbaar is, geschikte won<strong>in</strong>gen, een huisarts<br />

<strong>in</strong> de nabijheid, een bankje om buiten op te kunnen zitten<br />

en kle<strong>in</strong>e maar belangrijke details zoals een verkeerslicht<br />

dat wat langer op groen staat. Een kerk <strong>in</strong> de nabijheid<br />

is ook voor veel ouderen belangrijk. Kortom, men zal aan<br />

grote en kle<strong>in</strong>e voorzien<strong>in</strong>gen moeten denken. Met de<br />

zones zal men het eerst beg<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de oudere wijken.<br />

Een belangrijk aandachtspunt is dat ouderen niet <strong>in</strong> een<br />

isolement raken als zij zelfstandig thuis blijven wonen.<br />

Daarom zullen vanuit de gemeente alle alleenstaande<br />

ouderen van 75 jaar en ouder bezocht worden. Op zo’n<br />

manier kunnen zij geïnformeerd worden over de voorzien<strong>in</strong>gen<br />

die er zijn. Ook kan de gemeente een beeld krijgen<br />

van de zorg die zij nodig hebben en of zij eenzaam zijn.<br />

Daarna kan bekeken worden hoe eventuele problemen zijn<br />

op te lossen.<br />

De taak van mantelzorgers zal <strong>in</strong>tensiever worden. De<br />

gemeente wil daarop <strong>in</strong>spelen door ervoor te zorgen dat <strong>in</strong><br />

de wijken steunpunten voor mantelzorgers komen. De<br />

wethouder v<strong>in</strong>dt vanuit haar politieke visie mantelzorg <strong>in</strong>


42<br />

pr<strong>in</strong>cipe een normale zaak. Het hoort erbij, want mensen<br />

horen voor elkaar te zorgen. Soms vergt het te veel van<br />

mensen en is er kans op een burn out. Deze mensen moeten<br />

daarom ondersteund worden. Vroege ondersteun<strong>in</strong>g<br />

kan door de overheid geboden worden. De ondersteun<strong>in</strong>g<br />

van mantelzorgers is nu nog beperkt. Met de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van<br />

de WMO zal deze verbeterd worden en er een betere<br />

afstemm<strong>in</strong>g op het ouderenwerk plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

De gemeente zal <strong>in</strong> de WMO een coörd<strong>in</strong>erende rol vervullen.<br />

Er zal samenwerk<strong>in</strong>g gezocht worden met <strong>in</strong>stanties en<br />

tehuizen en men zal met elkaar gaan overleggen. Wat kan<br />

iedereen? Hoe kunnen we tot een goede taakverdel<strong>in</strong>g<br />

komen? Is er <strong>in</strong> hoofdlijnen overeenstemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de visie op<br />

de toekomst? Hebben we een visie op wat goede zorg is?<br />

Een voorbeeld van een goede aanpak is de sluit<strong>in</strong>g van een<br />

tehuis waarna dit tot studentenwon<strong>in</strong>gen is omgebouwd.<br />

Deze flat beschikt over een grote ruimte waar<strong>in</strong> voor jong<br />

en oud activiteiten plaatsv<strong>in</strong>den. Bij dat alles moet men wel<br />

bedenken dat de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen gedaan<br />

hebben die men niet <strong>in</strong>eens kan veranderen.<br />

Er is nog te we<strong>in</strong>ig beleid voor vrijwilligers. Wel is men <strong>in</strong><br />

de gemeenteraad bezig om zo’n beleid te ontwikkelen. Het<br />

beleid moet erop gericht zijn om mensen te ‘verleiden’ om<br />

vrijwilligerswerk te doen. Hiervoor moeten er steunpunten<br />

zijn en werv<strong>in</strong>gsactiviteiten plaatsv<strong>in</strong>den. Zo kun je jongeren<br />

laten kennismaken met vrijwilligerswerk, zodat ze ontdekken<br />

dat dit werk voldoen<strong>in</strong>g kan geven. Om het vrijwilligerswerk<br />

leuk te maken, kan men vrijwilligers zelf<br />

activiteiten laten organiseren.<br />

Een groep om aandacht aan te besteden zijn de ouderen<br />

vanaf 55 jaar. Men kan vanaf die leeftijd nadenken over de<br />

toekomst van het ouder zijn en zelf eventueel voorbereid<strong>in</strong>gen<br />

treffen. Behoort men tot die leeftijdsgroep en men is<br />

niet meer <strong>in</strong> het arbeidsproces actief dan beschikt men<br />

vaak over veel vrije tijd. Men kan zich dan onder meer<br />

<strong>in</strong>zetten voor het vrijwilligerswerk.<br />

Een andere ontwikkel<strong>in</strong>g is te zien <strong>in</strong> het bedrijfsleven.<br />

Nogal wat werkgevers v<strong>in</strong>den het prettig als hun werknemers<br />

vrijwilligerswerk doen. Het vrijwilligerswerk vanuit<br />

het bedrijfsleven neemt toe.<br />

Hoe ligt de relatie tussen de kerken en de gemeente? Deze<br />

is er maar zeer beperkt. De kerkgemeenschap is kle<strong>in</strong> en<br />

onzichtbaar. De gemeente op haar beurt is een ‘rooie’<br />

gemeente met we<strong>in</strong>ig aff<strong>in</strong>iteit met de kerk. In de gemeentelijke<br />

organisaties worden de kerken over het hoofd<br />

gezien. Ieder gaat zo zijn eigen weg. Dat is jammer.<br />

De kerk bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> de marge. Men heeft er geen<br />

behoefte meer aan en zij speelt geen rol meer <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.<br />

De kerk heeft moeite om te blijven bestaan en worstelt<br />

met de vraag hoe zij vrijwilligers kan krijgen. De kerk<br />

zou een visie moeten ontwikkelen op wat voor kerk zij zou<br />

willen zijn en op wat de taak van de kerk <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />

is.<br />

Gescheiden functioneren is niet erg. Het is belangrijk dat<br />

men elkaar kent en <strong>in</strong>teresse heeft voor elkaar. De taak van<br />

de kerk is van oudsher het pastoraat, zoals het bezoekwerk<br />

aan ouderen. De thuiszorg heeft daar nu geen tijd meer<br />

voor. De kerken kunnen iets bieden waar beroepsmensen<br />

geen tijd voor hebben: een praatje, een luisterend oor. Dat<br />

is kostbaar. Hoewel het belangrijk is, wordt het helaas<br />

steeds zeldzamer. Mensen bezoeken scoort laag <strong>in</strong> de<br />

maatschappij.<br />

Een goed voorbeeld van wat kerken kunnen, is het open<br />

huis voor daklozen en verslaafden. Hier<strong>in</strong> zijn veel kerkelijke<br />

vrijwilligers actief. Een ander voorbeeld is het spreekuur<br />

van de kerken: ‘Luisterend oor’. Dit v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong> een<br />

buurtpand dat de gemeente beschikbaar heeft gesteld.<br />

Veel van het werk van de kerk gebeurt onzichtbaar. Onder<br />

ambtenaren bestaat nogal eens het beeld dat de kerken<br />

bezig zijn om zieltjes te w<strong>in</strong>nen. Bij sommigen <strong>in</strong> de kerk<br />

leeft dit beeld trouwens ook wel. De kerken moeten daarom<br />

laten zien wat zij willen betekenen voor de samenlev<strong>in</strong>g.<br />

Misschien kan de Raad van <strong>Kerk</strong>en een gesprekspartner<br />

zijn voor de overheid. Het moet toch mogelijk zijn om <strong>in</strong>gangen<br />

te v<strong>in</strong>den? De vaardigheid om het gesprek met de<br />

gemeente te voeren en de openheid van een ambtenaar<br />

zijn daarbij belangrijk. Als kerken de gemeente benaderen,<br />

moeten zij wel weten waarover zij het willen hebben, wat<br />

ze willen bereiken en wat ze te bieden hebben. <strong>Kerk</strong>en<br />

moeten zich daarbij overigens niet laten <strong>in</strong>pakken.<br />

Het eigen contact met de kerken: vanuit het CDA is er een<br />

maal per jaar overleg met pastores. Ieder brengt dan de<br />

eigen punten <strong>in</strong> ter besprek<strong>in</strong>g. Meer contact is er niet. Het<br />

CDA zou graag een duidelijkere rol van de kerken zien en<br />

wil de kerken daartoe prikkelen, bijvoorbeeld <strong>in</strong> het debat<br />

over moraal en opvoed<strong>in</strong>g. Ook zijn er gesprekken met<br />

moskeebesturen. Zij zoeken nog naar een gezicht <strong>in</strong> de<br />

samenlev<strong>in</strong>g en hebben een kwetsbare doelgroep.<br />

ENIGE WAARNEMINGEN<br />

Zonder het bovenstaande samen te vatten, willen we toch<br />

enige rode draden die door de gesprekken heen lopen,<br />

benoemen.<br />

DE KERKEN<br />

In de gesprekken met de mensen uit de kerken (<strong>in</strong>clusief<br />

de vrouwenorganisaties) v<strong>in</strong>den we het beeld dat we ook<br />

<strong>in</strong> de resultaten van de enquête tegenkomen. Zij vormen<br />

een hecht netwerk dat ‘onderhouden’ wordt door een<br />

<strong>in</strong>tensief bezoekwerk en een breed scala van kle<strong>in</strong>schalige<br />

activiteiten, vooral <strong>in</strong> de vorm van ontmoet<strong>in</strong>gen die gericht<br />

zijn op bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g, ontspann<strong>in</strong>g en vieren. <strong>Kerk</strong>en zetten<br />

zich <strong>in</strong> om mensen daaraan deel te laten nemen door bij<br />

voorbeeld te zorgen voor vervoer en voor kerktelefoon.<br />

Daarnaast zijn er afspraken met verzorg<strong>in</strong>gshuizen en<br />

woonzorgcentra om mensen ook daar met de kerk verbonden<br />

te doen zijn.<br />

De <strong>in</strong>dividuele en collectieve contacten worden benut om<br />

vragen te signaleren over praktische hulp zoals vervoer,<br />

boodschappen doen, kle<strong>in</strong>e klusjes en dergelijke.


43<br />

Met dit netwerk leveren de kerken een bijdrage aan het<br />

present zijn <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g met en voor ouderen en<br />

daarmee aan hun welbev<strong>in</strong>den, bestrijd<strong>in</strong>g van eenzaamheid,<br />

en geven zij ondersteun<strong>in</strong>g bij het omgaan met<br />

levensvragen. Daarmee dragen zij ook bij aan de naoberhulp<br />

en, om een hedendaags veel gebruikt beleidsuitdrukk<strong>in</strong>g<br />

te gebruiken, aan de sociale samenhang.<br />

Als bedreig<strong>in</strong>g worden twee factoren genoemd, te weten:<br />

− De bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen waardoor het aantal predikantsplaatsen<br />

afneemt en daarmee de tijd die overblijvende predikanten<br />

aan bezoekwerk kunnen besteden.<br />

− De afname van mensen die als vrijwilliger werken.<br />

Systematische aandacht voor zorgverleners zoals mantelzorgers<br />

is nog we<strong>in</strong>ig expliciet <strong>in</strong> beeld. Misschien dat<br />

men het wel <strong>in</strong> het werk tegenkomt en <strong>in</strong> voorkomende<br />

gevallen praktische hulp biedt of aandacht heeft voor de<br />

mantelzorger, maar het is niet echt een aandachtspunt.<br />

Dat zelfde geldt voor de f<strong>in</strong>anciële positie van ouderen.<br />

Dat kan ermee te maken hebben, dat men dit vooral ziet<br />

als iets voor de diaconie, maar het is wel van belang dat<br />

men f<strong>in</strong>anciële problemen signaleert.<br />

Dit netwerk is vooral een <strong>in</strong>tern netwerk, gericht op bij de<br />

kerk betrokken mensen. Er zijn we<strong>in</strong>ig contacten als kerk<br />

met andere organisaties <strong>in</strong> het veld, ook niet met geestverwante<br />

organisaties als de PCOB en met de burgerlijke<br />

gemeente. Nu lopen deze contacten, zeker <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schalige<br />

situaties, <strong>in</strong>formeel via personen. <strong>Kerk</strong>en doen ook d<strong>in</strong>gen<br />

niet, omdat zij weten dat anderen er<strong>in</strong> voorzien. Wel kan<br />

uiteraard de vraag gesteld worden of zij hun netwerk niet<br />

mede ten goede kunnen laten komen aan het bredere<br />

geheel van de samenlev<strong>in</strong>g en of zij op hun beurt niet hun<br />

voordeel kunnen doen met de kennis, <strong>in</strong>zichten en deskundigheid<br />

van andere organisaties.<br />

HET <strong>OUDEREN</strong>WERK EN DE BELEIDSMAKERS<br />

Wat betreft de personen die werken <strong>in</strong> het ouderenwerk of<br />

die beleidsmatig daarmee bezig zijn, is er grote eensgez<strong>in</strong>dheid<br />

<strong>in</strong> visie op het ouderenbeleid: ouderen moeten zo<br />

lang mogelijk zelfstandig wonen, de activiteiten moeten<br />

erop gericht zijn dit te ondersteunen en ouderen moeten<br />

gestimuleerd worden om zelf te doen wat zij (nog) kunnen.<br />

Ook moeten voorzien<strong>in</strong>gen en activiteiten aansluiten bij de<br />

vragen en behoeften van ouderen (vraaggericht <strong>in</strong> plaats<br />

van aanbodgericht). Vanuit dit beleidskader wordt een<br />

beleid voorgestaan en uitgevoerd waar<strong>in</strong> wonen, zorg en<br />

welzijn geïntegreerd worden. Bovendien vormt de sociaaleconomische<br />

positie van ouderen, zoals <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>imabeleid<br />

en de mobiliteitsmogelijkheden (bereikbaarheid per<br />

openbaar vervoer, taxidiensten), een punt van aandacht.<br />

Daarbij wil men samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden opbouwen en<br />

schotten doorbreken. De WMO legt hiervoor de verantwoordelijkheid<br />

bij de burgerlijke gemeente.<br />

Mantelzorgers zijn nadrukkelijk <strong>in</strong> beeld. De verwacht<strong>in</strong>g is<br />

dat het beroep op hen zal toenemen en dat hun taak<br />

zwaarder word. Het streven is daarom ondersteun<strong>in</strong>g zoals<br />

<strong>in</strong> de vorm van steunpunten uit te bouwen.<br />

Bij het vrijwilligerswerk wijst men op de noodzaak om mensen<br />

voor concrete taken te vragen en aan te sluiten bij hun<br />

motivatie. Wordt enerzijds <strong>in</strong> de dorpssituatie geen specifiek<br />

vrijwilligersbeleid nodig geacht vanwege de vele vrijwilligers<br />

die actief zijn, anderzijds wordt <strong>in</strong> de andere<br />

gemeenten juist op de wenselijkheid gewezen om beleid <strong>in</strong><br />

deze te ontwikkelen, om mensen te stimuleren vrijwilligerswerk<br />

te doen. Specifiek voor wat betreft de ouderen wordt<br />

de groep ‘jonge ouderen’ genoemd, die als zij niet meer <strong>in</strong><br />

het arbeidsproces zitten, over relatief veel vrije tijd<br />

beschikken en daarom de mogelijkheden hebben om actief<br />

te worden <strong>in</strong> het vrijwilligerswerk.<br />

Als knelpunten voor ouderen nu en <strong>in</strong> de nabije toekomst,<br />

worden onder meer genoemd:<br />

− Het risico van verschral<strong>in</strong>g van de zorg door de toenemende<br />

marktwerk<strong>in</strong>g en bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. Deze treft vooral<br />

de lage <strong>in</strong>komensgroepen en degenen <strong>in</strong> tehuizen. De<br />

bewoners zullen immers steeds meer uit zorgbehoevenden<br />

bestaan waardoor meer en <strong>in</strong>tensievere zorg nodig<br />

is.<br />

− Armoede onder ouderen: naast de vele ouderen die over<br />

een goede f<strong>in</strong>anciële positie beschikken, zijn er ook die<br />

alleen over AOW beschikken, hoogstens aangevuld met<br />

een kle<strong>in</strong> pensioen. Expliciet wordt er één keer op<br />

gewezen dat boeren geen pensioen hebben. Opvallend<br />

is dat <strong>in</strong> de gesprekken de schroom vermeld wordt van<br />

ouderen om gebruik te maken van de bijzondere bijstand.<br />

− In het algemeen geldt dat niet iedereen zal (kunnen)<br />

voldoen aan de norm van zelfredzaamheid. Dat geldt <strong>in</strong><br />

f<strong>in</strong>anciële z<strong>in</strong> en <strong>in</strong> het hebben en ontwikkelen van<br />

netwerken waar men een beroep op kan doen.<br />

− De positie van ‘allochtonen’, die m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> het dorpsleven<br />

geïntegreerd zijn en het naoberschap niet kennen.<br />

− Eenzaamheid wordt nadrukkelijk als een probleem<br />

genoemd, ook <strong>in</strong> de dorpssituatie.<br />

Er zijn we<strong>in</strong>ig contacten met kerken <strong>in</strong> het circuit van het<br />

ouderenwerk, zowel vanuit de ouderenbonden, de<br />

gemeentelijke overheid als het welzijnsbeleid. Dit ligt<br />

anders als het gaat om tehuizen en woonzorgcentra wat<br />

betreft praktische zaken als afspraken over bezoekwerk,<br />

vier<strong>in</strong>gen en dergelijke. Soms nemen kerken deel aan het<br />

bestuur van zorgcentra, maar dit is gezien de steeds<br />

grotere wordende f<strong>in</strong>anciële verantwoordelijkheden en de<br />

complexer wordende organisatie een niet vol te houden<br />

constructie. Waar kerken nog wel <strong>in</strong> het bestuur zitten,<br />

wordt gewerkt aan de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van een Raad van Toezicht<br />

waar<strong>in</strong> mensen uit kerken zitt<strong>in</strong>g nemen. Daarnaast is er<br />

het voornemen om geregeld de diaconieën te <strong>in</strong>formeren.<br />

Als een praktisch punt wordt genoemd de grote hoeveelheid<br />

kerken en het ontbreken van een gemeenschappelijk<br />

aanspreekpunt. Opvallend is dat alle gesprekspartners<br />

meer samenwerk<strong>in</strong>g met en <strong>in</strong>breng van de kerken<br />

toejuichen. Er is een zekere teleurstell<strong>in</strong>g dat kerken niet<br />

reageren op verzoeken tot meedoen. Dat is nu vooral<br />

actueel gezien de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO.


HOOFDSTUK 4<br />

CONCLUSIES, WAARNEMINGEN<br />

EN SUGGESTIES<br />

45<br />

In dit hoofdstuk geven wij (nogmaals) de conclusies weer<br />

van het kwantitatieve onderzoek, de waarnem<strong>in</strong>gen die<br />

gebaseerd zijn op de <strong>in</strong>terviews om daarna te e<strong>in</strong>digen met<br />

aan aantal suggesties voor kerkelijke gemeenten.<br />

OVERZICHT CONCLUSIES VAN<br />

KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />

<strong>OUDEREN</strong>BELEID<br />

− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten voert een gericht<br />

ouderenbeleid.<br />

− Eveneens een, zij het iets grotere, m<strong>in</strong>derheid voert een<br />

beleid voor concrete activiteiten. Het merendeel hiervan<br />

betreft het bezoekwerk, waarna als belangrijkste categorieën<br />

ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten en kerkdiensten<br />

volgen.<br />

− Er is <strong>in</strong> de meerderheid van de gemeenten geen specifiek<br />

beleid gericht op categorieën ouderen naar leeftijd.<br />

− Men richt zich voor het merendeel op de eigen kerkleden.<br />

− Het merendeel van de gemeenten werkt op zichzelf. Als<br />

er sprake is van samenwerk<strong>in</strong>g betreft dat voor het overgrote<br />

deel de samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd.<br />

INZET VAN DE OUDERE ALS VRIJWILLIGER<br />

− In de meeste gemeenten is er geen gericht beleid voor<br />

<strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van ouderen. Waar dat er wel is, gaat het<br />

vooral om concrete activiteiten. Opvallend is dat het<br />

vragen voor functies nauwelijks vermeld wordt. Het<br />

beeld van gemeenten die niet gericht vragen, wijkt hier<br />

niet veel van af: ook zij vermelden vooral concrete activiteiten.<br />

Wellicht heeft dit ermee te maken dat men niet<br />

specifiek zoekt naar ouderen, maar wel vaak bij hen<br />

uitkomt, doordat vele gemeenten een leeftijdsopbouw<br />

kennen waar<strong>in</strong> ouderen oververtegenwoordigd zijn en<br />

doordat ouderen meer tijd hebben dan jongere generaties.<br />

Dat laatste sluit aan bij het algemene landelijke<br />

beeld bij vrijwilligerswerk.<br />

− Een beperkt aantal gemeenten geeft ondersteun<strong>in</strong>g aan<br />

activiteiten van ouderen zelf.<br />

− Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g blijkt een onlosmakelijk onderdeel te zijn van<br />

het kerkelijke werk, hetzij als specifieke activiteit (soms<br />

opgenomen <strong>in</strong> het algemene werk van de gemeente),<br />

hetzij als onderdeel van ontmoet<strong>in</strong>gswerk. Uitdrukkelijk<br />

moet erop gewezen worden dat het circuit van vrouwenorganisaties<br />

hier<strong>in</strong> een functie vervult.<br />

ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG<br />

EN ONDERSTEUNING<br />

− Er is en wijdvertakt netwerk van bezoekwerk b<strong>in</strong>nen de<br />

gemeente en <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen. Hierbij<br />

zijn beroepskrachten betrokken, zoals predikanten en<br />

pastoraal medewerkers, en vele gemeenteleden. Van de<br />

onbetaalde ambtsdragers verrichten de ouderl<strong>in</strong>gen<br />

het meeste bezoekwerk. Het bezoek is veelal <strong>in</strong>dividueel<br />

gericht, maar er zijn ook collectieve vormen, zoals het<br />

groothuisbezoek of gespreksmomenten die <strong>in</strong>gebed zijn<br />

<strong>in</strong> bredere activiteiten zoals ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />

of reisjes. Er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat de ‘zware gevallen’<br />

uite<strong>in</strong>delijk bij de beroepskrachten komen en dat vrijwilligers<br />

<strong>in</strong> deze een signaler<strong>in</strong>gs- en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie<br />

hebben.<br />

− In de contacten is er aandacht voor ziekten en kwalen.<br />

In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>dt er toerust<strong>in</strong>g<br />

op dit punt plaats. Als er concrete vragen zijn, is men<br />

daar alert op.<br />

− Het tegengaan van eenzaamheid is bij de helft van de<br />

gemeenten een duidelijk aandachtspunt. Men ziet dat<br />

als een belangrijke functie van het werk. Soms is dat een<br />

expliciet doel, zoals bij vormen van bezoekwerk, soms<br />

een afgeleid doel, maar iets waarop men wel alert is. De<br />

activiteiten zijn grotendeels activiteiten b<strong>in</strong>nen de kerk.<br />

Niet genoemd is de deelname aan bredere maatschappelijke<br />

verbanden.<br />

− In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>den recreatieve<br />

activiteiten plaats. De meeste ervan zijn gezamenlijke<br />

uitstapjes, daarna volgen de ouderensociëteiten en<br />

daarna de vakantieweken. Waarschijnlijk speelt hier<br />

mee dat een aantal van deze activiteiten door andere<br />

<strong>in</strong>stanties georganiseerd worden of dat er geen of<br />

slechts <strong>in</strong>cidenteel behoefte aan bestaat. Een andere<br />

factor kan zijn dat kerkelijke activiteiten toch ook vaak<br />

elementen van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en vieren hebben en m<strong>in</strong>der<br />

sport, spel en ontspann<strong>in</strong>g als hoofddoelstell<strong>in</strong>g.<br />

− Een grote meerderheid van de gemeenten heeft aandacht<br />

voor mobiliteitszaken. Vooral het bezoek aan de<br />

kerkdienst.<br />

− Een overgrote meerderheid van de gemeenten heeft<br />

voorzien<strong>in</strong>gen getroffen om kerkelijke gebouwen toegankelijk<br />

te maken voor mensen met lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen<br />

en voor mensen met gehoorproblemen. Een<br />

meerderheid van de gemeenten houdt ook reken<strong>in</strong>g met<br />

slechtzienden.<br />

− In een beperkt aantal gemeenten heeft de diaconie<br />

<strong>in</strong>dividuele materiële steun aan ouderen gegeven.<br />

− Een aantal gemeenten verleent hulp bij het <strong>in</strong>vullen van<br />

formulieren, ondersteunt mensen <strong>in</strong> hun contacten met<br />

<strong>in</strong>stanties en zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />

− In een beperkt aantal gemeenten is er een klussendienst.<br />

− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert de activiteiten<br />

te richten op dat wat er <strong>in</strong> de burgerlijke gemeenten<br />

gebeurt.<br />

− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert ook gericht<br />

niet-kerkleden te bereiken door media te gebruiken en<br />

via <strong>in</strong>formele contacten.


46<br />

AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />

− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten geeft aandacht aan<br />

mantelzorgers. Dit steekt af tegen het grote aantal mensen<br />

dat mantelzorg verricht. Het is niet duidelijk of dit<br />

een bewuste keuze is, bijvoorbeeld omdat anderen dit al<br />

doen, of dat dit als vanzelf meegenomen wordt <strong>in</strong> de<br />

<strong>in</strong>formele contacten <strong>in</strong> die gemeenten die zo kle<strong>in</strong>schalig<br />

zijn dat men elkaar persoonlijk kent.<br />

− Bij het vrijwilligerswerk leent zowel het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />

als zaken als onkostenregel<strong>in</strong>g, verzeker<strong>in</strong>g en het blijk<br />

geven van waarder<strong>in</strong>g zich voor nadere doordenk<strong>in</strong>g,<br />

zonder hiermee te suggereren dat dit alles zwaar<br />

gestructureerd zou moeten worden.<br />

− Aandacht voor professionele zorgverleners ontbreekt.<br />

Dat is niet verwonderlijk. Misschien verwachten zij dat<br />

ook niet en hebben zij daarvoor hun eigen beroepsorganisatie<br />

of is de geestelijk verzorger een aanspreekpunt.<br />

Het stelt ook specifieke deskundigheidseisen.<br />

SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />

− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contacten met<br />

andere actoren <strong>in</strong> het veld van de ouderenzorg. Dat zijn<br />

vooral <strong>in</strong>cidentele contacten die gelegd of benut worden<br />

al naar gelang de behoefte bij vragen die men <strong>in</strong> het kerkelijk<br />

werk onder mensen is tegengekomen (‘pleitbezorg<strong>in</strong>g’),<br />

afstemm<strong>in</strong>g van werkzaamheden, uitwissel<strong>in</strong>g van<br />

kennis of het ondernemen van gezamenlijke activiteiten.<br />

Wellicht dat vooral <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere plaatsen meer via het<br />

<strong>in</strong>formele circuit loopt. Ook zal het gebrek aan menskracht<br />

een rol spelen, de complexiteit van besturen en<br />

beleidsvorm<strong>in</strong>g, mede door de snelle en vele verander<strong>in</strong>gen.<br />

− De deelname aan besturen van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen is sterk<br />

afgenomen. In een beperkt aantal gevallen neemt men<br />

deel aan een Raad van Advies of een identiteitscommissie.<br />

GEESTELIJKE VERZORGER<br />

− De gegevens uit de vragenlijst over de relatie van kerkelijke<br />

gemeenten met geestelijke verzorgers zijn moeilijk<br />

te beoordelen, omdat men dan het aantal geestelijke<br />

verzorgers <strong>in</strong> z’n geheel (met en zonder kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g)<br />

zou moeten weten. Dat overzicht ontbreekt echter.<br />

De contacten die er zijn, betreffen vooral de kerkdiensten<br />

<strong>in</strong> de kerkelijke gemeente en/of de tehuizen en het<br />

bezoekwerk. In een aantal gevallen komt het werk van<br />

de geestelijk verzorger aan de orde <strong>in</strong> de kerkenraad.<br />

Ook wordt deze <strong>in</strong> een aantal gevallen <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong><br />

het toerust<strong>in</strong>gswerk en wordt over diens werk bericht <strong>in</strong><br />

het kerkblad. In een beperkt aantal gevallen neemt de<br />

geestelijk verzorger deel aan het convent van pastores/<br />

de werkgemeenschap van predikanten.<br />

FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN<br />

EN ORGANISATIES<br />

− <strong>Kerk</strong>en zijn nog slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate structureel<br />

en (iets meer) <strong>in</strong>cidenteel f<strong>in</strong>ancieel betrokken bij zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />

SIGNALEREN<br />

− Een ruime m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten evalueert de<br />

activiteiten met en voor ouderen met het oog op signaler<strong>in</strong>g.<br />

In de eigen gemeente stelt men via diverse kanalen<br />

de zaken die daaruit voortkomen aan de orde. Daarbij<br />

scoort het kerkblad het hoogst, gevolgd door gemeenteavonden,<br />

gesprekskr<strong>in</strong>gen en discussiebijeenkomsten.<br />

− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft op enigerlei<br />

wijze contact met de plaatselijke politiek met het oog op<br />

signaler<strong>in</strong>g. Benader<strong>in</strong>g van de landelijke politiek v<strong>in</strong>dt<br />

we<strong>in</strong>ig plaats. De lokale en regionale media worden<br />

we<strong>in</strong>ig benut, terwijl er bij het signaleren we<strong>in</strong>ig samenwerk<strong>in</strong>g<br />

is met anderen.<br />

WAAR KOMT MEN NIET AAN TOE?<br />

− Er leven wensen voor bestaande en nieuw op te zetten<br />

activiteiten <strong>in</strong> de uitvoerende en voorwaardenscheppende<br />

sfeer. Deze betreffen de menskracht, deskundigheid,<br />

organisatie en de samenwerk<strong>in</strong>g met anderen).<br />

− Van de groepen die niet bereikt worden, maar die men<br />

wel zou willen bereiken, worden de rand- en buitenkerkelijken<br />

het meest genoemd.<br />

− De ger<strong>in</strong>ge omvang van de gemeente kan een voordeel<br />

zijn (men kent elkaar) en een nadeel (gebrek aan menskracht<br />

en deskundigheid).<br />

PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />

GRONINGEN/DRENTHE<br />

− De wensen voor het Prov<strong>in</strong>ciaal Dienstencentrum gaan<br />

vooral over toerust<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>formatie, waarbij bezoekwerk,<br />

het opzetten van concrete activiteiten en wat<br />

daarmee samenhangt en voorlicht<strong>in</strong>g over thema’s als<br />

euthanasie/versterv<strong>in</strong>g en donorschap genoemd<br />

worden.<br />

ENIGE WAARNEMINGEN<br />

GEBASEERD OP DE INTERVIEWS<br />

DE KERKEN<br />

In de gesprekken met de mensen uit de kerken (<strong>in</strong>clusief<br />

de vrouwenorganisaties) v<strong>in</strong>den we hetzelfde beeld als <strong>in</strong><br />

de resultaten van de enquête. Zij vormen een hecht netwerk<br />

dat ‘onderhouden’ wordt door een <strong>in</strong>tensief bezoekwerk<br />

en een breed scala van kle<strong>in</strong>schalige activiteiten,<br />

vooral <strong>in</strong> de vorm van ontmoet<strong>in</strong>gen die gericht zijn op<br />

bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g, ontspann<strong>in</strong>g en vieren. <strong>Kerk</strong>en zetten zich <strong>in</strong> om<br />

mensen daaraan deel te laten nemen door bijvoorbeeld te<br />

zorgen voor vervoer en voor kerktelefoon. Ook zijn er<br />

afspraken met verzorg<strong>in</strong>gshuizen en woonzorgcentra om


47<br />

mensen ook daar met de kerk verbonden te doen zijn.<br />

De <strong>in</strong>dividuele en collectieve contacten worden benut om<br />

vragen te signaleren over praktische hulp zoals vervoer,<br />

boodschappen doen, kle<strong>in</strong>e klusjes en dergelijke.<br />

Met dit netwerk leveren de kerken een bijdrage aan presentie<br />

<strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g met en voor ouderen en daarmee<br />

aan hun welbev<strong>in</strong>den en de bestrijd<strong>in</strong>g van eenzaamheid<br />

en geven zij ondersteun<strong>in</strong>g bij de omgang met levens -<br />

vragen. Daarmee dragen zij ook bij aan de naoberhulp en,<br />

om een hedendaags veel gebruikt beleidsuitdrukk<strong>in</strong>g te<br />

gebruiken, aan de sociale samenhang.<br />

Als bedreig<strong>in</strong>g worden twee factoren genoemd:<br />

− de bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen waardoor het aantal predikantsplaatsen<br />

afneemt en daarmee de tijd die overblijvende predikanten<br />

aan bezoekwerk kunnen besteden.<br />

− De afname van vrijwilligers.<br />

Systematische aandacht voor zorgverleners zoals mantelzorgers<br />

is nog we<strong>in</strong>ig expliciet <strong>in</strong> beeld. Misschien dat men<br />

dit wel <strong>in</strong> het werk tegenkomt en <strong>in</strong> voorkomende gevallen<br />

praktische hulp biedt of aandacht heeft voor de mantelzorger,<br />

maar het is niet echt een aandachtspunt. Dat zelfde<br />

geldt voor de f<strong>in</strong>anciële positie van ouderen. Het kan zijn<br />

dat men dit vooral ziet als iets voor de diaconie, maar het is<br />

wel van belang dat men f<strong>in</strong>anciële problemen signaleert.<br />

Dit netwerk is vooral een <strong>in</strong>tern netwerk, gericht op bij de<br />

kerk betrokken mensen. Er zijn we<strong>in</strong>ig contacten als kerk<br />

met andere organisaties <strong>in</strong> het veld, ook niet met geestverwante<br />

organisaties als de PCOB en met de burgerlijke<br />

gemeente. Deze contacten lopen, zeker <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schalige<br />

situaties, <strong>in</strong>formeel. <strong>Kerk</strong>en doen ook d<strong>in</strong>gen niet, omdat zij<br />

weten dat anderen er<strong>in</strong> voorzien. Wel kan uiteraard de<br />

vraag gesteld worden of zij hun netwerk niet mede ten<br />

goede kunnen laten komen aan het bredere geheel van de<br />

samenlev<strong>in</strong>g en of zij op hun beurt niet hun voordeel kunnen<br />

doen met de kennis, <strong>in</strong>zichten en deskundigheid van<br />

andere organisaties.<br />

HET <strong>OUDEREN</strong>WERK EN DE BELEIDSMAKERS<br />

Werkers en beleidsmakers <strong>in</strong> het ouderenwerk zijn eensgez<strong>in</strong>dheid<br />

<strong>in</strong> hun visie op ouderenbeleid: ouderen moeten<br />

zo lang mogelijk zelfstandig wonen, de activiteiten moeten<br />

erop gericht zijn dit te ondersteunen en ouderen moeten<br />

gestimuleerd worden om zelf te doen wat zij (nog) kunnen.<br />

Daarnaast moeten voorzien<strong>in</strong>gen en activiteiten aansluiten<br />

bij de vragen en behoeften van ouderen (vraaggericht <strong>in</strong><br />

plaats van aanbodgericht). Vanuit dit beleidskader wordt<br />

een beleid voorgestaan en uitgevoerd waar<strong>in</strong> wonen, zorg<br />

en welzijn geïntegreerd worden. Ook vormt de sociaal-economische<br />

positie van ouderen, zoals <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>imabeleid<br />

en de mobiliteitsmogelijkheden (bereikbaarheid per openbaar<br />

vervoer, taxidiensten), een punt van aandacht.<br />

Daarbij wil men samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden opbouwen en<br />

schotten doorbreken. De WMO legt hiervoor de verantwoordelijkheid<br />

bij de burgerlijke gemeente.<br />

Mantelzorgers zijn nadrukkelijk <strong>in</strong> beeld. De verwacht<strong>in</strong>g is<br />

dat het beroep op hen zal toenemen en dat hun taak<br />

zwaarder word. Het streven is om ondersteun<strong>in</strong>g zoals <strong>in</strong><br />

de vorm van steunpunten uit te bouwen.<br />

Bij het vrijwilligerswerk wijst men op de noodzaak om mensen<br />

voor concrete taken te vragen en aan te sluiten bij hun<br />

motivatie. Wordt enerzijds <strong>in</strong> de dorpssituatie geen specifiek<br />

vrijwilligersbeleid nodig geacht vanwege de vele vrijwilligers<br />

die actief zijn, anderzijds wordt <strong>in</strong> de andere<br />

gemeenten juist op de wenselijkheid gewezen om beleid te<br />

ontwikkelen dat mensen stimuleert vrijwilligerswerk te<br />

doen. Specifiek voor ouderen wordt de groep ‘jonge ouderen’<br />

genoemd, die als zij niet meer <strong>in</strong> het arbeidsproces zitten,<br />

over relatief veel vrije tijd beschikken en daarom<br />

mogelijkheden hebben om actief te worden <strong>in</strong> het vrijwilligerswerk.<br />

Als knelpunten voor ouderen nu en <strong>in</strong> de nabije toekomst,<br />

worden onder meer genoemd:<br />

1) Het risico van verschral<strong>in</strong>g van de zorg door de toenemende<br />

marktwerk<strong>in</strong>g en bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. Dit treft vooral<br />

de lage <strong>in</strong>komensgroepen en degenen die <strong>in</strong> tehuizen<br />

wonen. De bewoners zullen immers steeds meer uit<br />

zorgbehoevenden bestaan waardoor meer en <strong>in</strong>tensievere<br />

zorg nodig is.<br />

2) Armoede onder ouderen: naast de vele ouderen die<br />

over een goede f<strong>in</strong>anciële positie beschikken, zijn er<br />

ook mensen die alleen over AOW beschikken, hoogstens<br />

aangevuld met een kle<strong>in</strong> pensioen. Expliciet<br />

wordt er één keer op gewezen dat boeren geen<br />

pensioen hebben. Opvallend is dat <strong>in</strong> de gesprekken<br />

de schroom vermeld wordt van ouderen om gebruik te<br />

maken van de bijzondere bijstand.<br />

3) In het algemeen geldt dat niet iedereen zal (kunnen)<br />

voldoen aan de norm van zelfredzaamheid. Dat geldt<br />

<strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële z<strong>in</strong> en <strong>in</strong> het hebben en ontwikkelen van<br />

netwerken waarop men een beroep kan doen.<br />

4) De positie van ‘allochtonen’, die m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> het dorpsleven<br />

geïntegreerd zijn en het naoberschap niet kennen.<br />

5) Eenzaamheid wordt nadrukkelijk als een probleem<br />

genoemd, ook <strong>in</strong> de dorpssituatie.<br />

Er zijn <strong>in</strong> het circuit van het ouderenwerk we<strong>in</strong>ig contacten<br />

met kerken, zowel vanuit de ouderenbonden, de gemeentelijke<br />

overheid als het welzijnsbeleid. Dit ligt bij tehuizen en<br />

woonzorgcentra anders als het gaat om praktische zaken<br />

als afspraken over bezoekwerk, vier<strong>in</strong>gen en dergelijke.<br />

Soms nemen kerken deel aan het bestuur van zorgcentra,<br />

maar dit is gezien de steeds grotere wordende f<strong>in</strong>anciële<br />

verantwoordelijkheden en de complexer wordende organisatie<br />

een niet vol te houden constructie. Daar waar kerken<br />

nog wel <strong>in</strong> het bestuur zitten, wordt nu gewerkt aan de<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van een Raad van Toezicht waar<strong>in</strong> mensen uit<br />

kerken zitt<strong>in</strong>g nemen. Ook is er het voornemen om geregeld<br />

de diaconieën te <strong>in</strong>formeren.<br />

Als praktisch (m<strong>in</strong>)punt wordt genoemd de grote hoeveelheid<br />

kerken en het ontbreken van een gemeenschappelijk<br />

aanspreekpunt. Opvallend is dat alle gesprekspartners<br />

meer samenwerk<strong>in</strong>g met en <strong>in</strong>breng van de kerken toejuichen.<br />

Er is een zekere teleurstell<strong>in</strong>g dat kerken niet reage-


48<br />

ren op verzoeken tot meedoen. Dat is nu vooral actueel<br />

gezien de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO.<br />

SUGGESTIES<br />

DE VRAGENLIJST<br />

Wat zouden al de gegevens, men<strong>in</strong>gen en visies die we bij<br />

het lezen zijn tegengekomen voor plaatselijke kerken kunnen<br />

betekenen? Kunnen we er iets mee? Misschien zou<br />

het een aardige oefen<strong>in</strong>g zijn als we, alvorens verder te<br />

lezen, eerst voor onszelf zouden opschrijven wat wij<br />

geleerd hebben of niet.<br />

Daarbij moeten we bedenken dat de vragenlijst de bedoel<strong>in</strong>g<br />

heeft om een beeld te krijgen van wat er gebeurt en<br />

niet gebeurt <strong>in</strong> gemeenten. Daarmee kan de vragenlijst als<br />

normerend overkomen <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van: ‘dit doen we niet’ en<br />

daarom schieten we tekort. Er kunnen echter goede redenen<br />

zijn om d<strong>in</strong>gen niet te doen, omdat zij misschien niet of<br />

slechts op kle<strong>in</strong>e schaal voorkomen <strong>in</strong> de gemeente, omdat<br />

ze m<strong>in</strong> of meer natuurlijkerwijs <strong>in</strong> het <strong>in</strong>formele circuit en<br />

het bestaande werk een plaats hebben of dat anderen,<br />

bijvoorbeeld het ouderenwerk <strong>in</strong> de burgerlijke gemeente,<br />

al activiteiten of voorzien<strong>in</strong>gen geregeld hebben.<br />

Ook is het tekort aan menskracht door het wegbezu<strong>in</strong>igen<br />

van predikanten en het tekort aan vrijwilligers en soms aan<br />

deskundigheden een reëel gegeven. Waar wij voor pleiten,<br />

is dat gemeenten (kerkenraden, diaconieën, bezoekgroepen)<br />

zich bewust en beleidsmatig bez<strong>in</strong>nen op wat zij willen<br />

en kunnen en op grond daarvan kiezen wat zij willen<br />

doen. De vragenlijst kan daarbij een ondersteunende functie<br />

hebben door deze eens door te lopen en zich af te vragen<br />

‘wat doen we en wat doen we niet en waarom niet?’<br />

Het kan verhelderend zijn om zich daarbij af te vragen: waar<br />

liggen onze sterke punten en waar onze zwakke punten?<br />

IN AANVULLING HIEROP REIKEN WIJ<br />

EEN AANTAL OVERWEGINGEN AAN<br />

HET INTERNE WERK<br />

De grote kracht van kerken ligt <strong>in</strong> hun <strong>in</strong>terne netwerk. Dit<br />

komt overeen met de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit het eerder verrichte<br />

landelijke onderzoek. 19 Er is veel aandacht voor ouderen <strong>in</strong><br />

de vorm van bezoekwerk, ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />

(bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en gesprek, ontspann<strong>in</strong>g), het bieden van mogelijkheden<br />

om de kerkdienst en andere vier<strong>in</strong>gen te bezoeken<br />

of te beluisteren, uitstapjes, praktische hulpverlen<strong>in</strong>g.<br />

Een extra kwaliteit van dit netwerk is dat er vanuit het<br />

christelijke geloof aandacht is voor levensvragen. Beide<br />

zaken – het aantal contacten en de <strong>in</strong>houd daarvan (‘betekenisvol’)<br />

- zijn van belang voor het tegengaan van<br />

eenzaamheid.<br />

De schrijver Jan Siebel<strong>in</strong>k merkte <strong>in</strong> een <strong>in</strong>terview<br />

op: “Ik merk dat de kerken een grote rol spelen <strong>in</strong> het<br />

leven van eenzame mensen. Wij hebben een bejaarde<br />

buurvrouw en iemand van de kerk komt elke<br />

week langs om een bloemetje te brengen of een<br />

praatje te maken.” (NRC/Handelsblad 24 december<br />

2006)<br />

Het is belangrijk om dit netwerk <strong>in</strong> stand te houden.<br />

Op grond van het onderzoek is een aantal vragen te stellen:<br />

− Dient de toerust<strong>in</strong>g verbeter<strong>in</strong>g, mede met het oog op de<br />

toename van het aantal kwetsbare ouderen en daarmee<br />

van dementie en andere ouderdoms kwalen en ziekten?<br />

− Kunnen we aansluiten bij nieuwe <strong>in</strong>itiatieven, zoals die<br />

van het maken van een levensboek?<br />

In 2003 startte het Protestants Dienstencentrum<br />

Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe samen met de PCOB <strong>in</strong> de<br />

prov<strong>in</strong>cie Drenthe het project ‘Van levensverhaal tot<br />

levensboek’. Het uitgangspunt daarbij is het schrijven<br />

van levensboeken door mensen boven de 50 jaar. Dit<br />

project is een variatie op het landelijke project van de<br />

Protestantse <strong>Kerk</strong> ‘Ieder mens is een verhaal. Altijd<br />

de moeite waard’<br />

(zie hoofdstuk 2 noot 11, pag. 16.<br />

Overweg<strong>in</strong>gen hierbij zijn:<br />

1 Terugblikken kan eraan meewerken dat ouderen<br />

komen tot een verwerkt en een geaccepteerd<br />

leven.<br />

2 De zelfbewuste groep ouderen die <strong>in</strong> aantocht is,<br />

zal zelf haar eigen verhaal willen schrijven als<br />

document voor k<strong>in</strong>deren en kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren.<br />

3 Als ouderen een levensboek maken, kan dit van<br />

belang zijn bij eventuele dementie of afasie.<br />

Iemands eigen verhaal kan meehelpen om een<br />

respectvolle ontmoet<strong>in</strong>g, ook <strong>in</strong> deze situatie, met<br />

deze unieke mens mogelijk te maken.<br />

Er is een kadercursus gegeven voor zestien personen<br />

die aan groepen vijftigplussers een cursus van zes<br />

bijeenkomsten geven. In 2005 hebben ook de andere<br />

ouderenbonden <strong>in</strong>teresse getoond. Het samenwerk<strong>in</strong>gsverband<br />

van de ouderen <strong>in</strong> Drenthe, de SBO, het<br />

Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe en<br />

het Katholiek Steunpunt organiseerde een kadertra<strong>in</strong><strong>in</strong>g<br />

waaraan ongeveer veertien mensen deelnamen.<br />

Inmiddels hebben bijna 60 mensen een cursus van<br />

zes bijeenkomsten gevolgd.<br />

19 Gert de Jong, Diaconaat en zorg. Onderzoek naar de feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het terre<strong>in</strong> van zorg, KASKI, Nijmegen oktober<br />

2003.


49<br />

− Onderkennen wij voldoende de grote verscheidenheid<br />

onder ouderen zelf wat betreft leeftijd, vitaliteit (fysiek en<br />

psychisch), f<strong>in</strong>anciële mogelijkheden, sociale achtergrond,<br />

<strong>in</strong> geloofsovertuig<strong>in</strong>g en -belev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> behoeften<br />

en verlangens? Uit gegeven antwoorden blijkt dat er<br />

<strong>in</strong> een aantal gemeenten naast het denken <strong>in</strong> categorieën<br />

(bijvoorbeeld 75+ers die jaarlijks speciale aandacht<br />

bijvoorbeeld <strong>in</strong> de vorm van een bloemengroet<br />

krijgen) er gelet wordt op de <strong>in</strong>dividuele mogelijkheden<br />

en onmogelijkheden van de oudere. Daarbij blijft echter<br />

staan dat toenemende kwetsbaarheid het gemeenschappelijke<br />

kenmerk is bij het ouder worden Dat roept<br />

als zodanig existentiële geloofsvragen op over z<strong>in</strong> en<br />

z<strong>in</strong>loosheid, het omgaan met die kwetsbaarheid en het<br />

geloofsperspectief daarbij. 20<br />

− Benutten we voldoende de capaciteiten van ouderen<br />

zelf?<br />

− Vangen we voldoende de vragen (levensvragen, vragen<br />

om praktische hulp, f<strong>in</strong>anciële nood) op?<br />

− Kunnen de bezoeken en de andere activiteiten nog meer<br />

bijdragen aan het tegengaan van eenzaamheid? Zoals<br />

vermeld <strong>in</strong> hoofdstuk 2 komt eenzaamheid <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen<br />

en Drenthe wellicht meer voor dan we denken. Dit is<br />

mede gebaseerd op onderzoek onder ouderen. Ook landelijk<br />

is er veel aandacht voor de vragen van vereenzam<strong>in</strong>g.<br />

Sluiten kerken <strong>in</strong> hun contacten aan bij de vragen<br />

en <strong>in</strong>teresses van de desbetreffende persoon? 21<br />

− Zijn er witte vlekken, dat wil zeggen: zijn er mensen en<br />

groepen voor wie we niet of onvoldoende aandacht voor<br />

hebben? Zo’n groep zouden bijvoorbeeld de mantelzorgers<br />

kunnen zijn.<br />

Vanuit het Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen/<br />

Drenthe is samen met het Katholiek Steunpunt, het<br />

Steunpunt Mantelzorg en het contactpunt Mantelzorg<br />

<strong>in</strong> verschillende gemeenten <strong>in</strong> zuidwest-Drenthe<br />

gewerkt aan het opzetten van <strong>in</strong>terkerkelijke netwerken<br />

mantelzorg. Het doel van deze netwerken is<br />

ervoor te zorgen dat het onderwerp mantelzorg op<br />

de agenda van de kerk komt en blijft staan. Daarnaast<br />

worden activiteiten georganiseerd om mantelzorgers<br />

en de vrijwilligers die met mantelzorg te<br />

maken hebben te ondersteunen. Ook zullen vrijwilligers<br />

toegerust worden om met mantelzorgers en<br />

degenen die door hen verzorgd worden levensboeken<br />

te schrijven.<br />

− Is er aandacht <strong>in</strong> de voorbeden voor wat we <strong>in</strong> het ouderenwerk<br />

tegenkomen?<br />

− Berichten we over ons werk <strong>in</strong> het kerkblad?<br />

− Hoe liggen de relaties met de geestelijk verzorger(s) en<br />

kunnen kerken en geestelijk verzorgers elkaar <strong>in</strong> hun<br />

werk versterken?<br />

NAAR EN VAN BUITEN<br />

Voor die gemeenten die beleidsmatig willen nadenken over<br />

hun <strong>in</strong>zet met en voor ouderen is ook de vraag van belang<br />

of dit <strong>in</strong>terne netwerk dienstbaar gemaakt kan worden aan<br />

de samenlev<strong>in</strong>g als geheel of dat we naast het <strong>in</strong>terne netwerk<br />

ook extern gerichte activiteiten kunnen ontwikkelen.<br />

Het naar buiten treden kan ook tot functie hebben om <strong>in</strong>zichten<br />

en <strong>in</strong>formatie van anderen op te doen en om samen met<br />

die anderen activiteiten te ontwikkelen. Dat vergt bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g<br />

op de vraag: wat voor een kerk willen we zijn? V<strong>in</strong>den wij het<br />

mede tot onze roep<strong>in</strong>g als kerk behoren om dienstbaar te zijn<br />

aan de samenlev<strong>in</strong>g? Zo ja, wat kunnen wij dan praktisch<br />

doen om iets daarvan te verwezenlijken?<br />

Uitkomst van de bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g kan zijn dat men besluit om zich<br />

op het <strong>in</strong>terne netwerk te blijven richten. Vandaaruit kan<br />

men dan de zojuist gestelde vragen naar kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>g<br />

en leemten stellen.<br />

Men kan ook besluiten om vanuit de verantwoordelijkheid<br />

van de kerk richt<strong>in</strong>g samenlev<strong>in</strong>g activiteiten te ontwikkelen<br />

die dienstbaar zijn aan mensen buiten de kerk of de<br />

kr<strong>in</strong>g van meelevenden. Praktische vragen die dan aan de<br />

orde komen zijn:<br />

− Wat komen we tegen <strong>in</strong> ons netwerk dat ook van belang<br />

is voor de samenlev<strong>in</strong>g (signaleren)?<br />

− Het is goed om te beseffen dat ‘buiten’ ook ‘b<strong>in</strong>nen’ zit:<br />

gemeenteleden vervullen allerlei functies, betaald en<br />

onbetaald, <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g ook op het terre<strong>in</strong> van<br />

ouderenwerk. Een gemeentelid kan actief zijn <strong>in</strong> een<br />

ouderenbond, <strong>in</strong> de politiek, werker <strong>in</strong> de ouderenzorg<br />

zijn enzovoort. Daarbij kan aangesloten worden om<br />

zaken aan de orde te stellen, gezamenlijk activiteiten te<br />

ontwikkelen en om de expertise en kennis van deze<br />

gemeenteleden te benutten.<br />

− Hoe ziet het netwerk van organisaties van ouderen en<br />

van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die werken met en voor ouderen eruit?<br />

Wat is de plek van de kerk daar<strong>in</strong> of elke plek zou de<br />

kerk daar<strong>in</strong> kunnen <strong>in</strong>nemen?<br />

− Wat doen andere organisaties en groepen <strong>in</strong> de burgerlijke<br />

gemeente en/of het dorp al? Dit met het oog op het<br />

voorkomen van verdubbel<strong>in</strong>gen, het aansluiten bij<br />

bestaande activiteiten om deze te versterken of het<br />

opvullen van leemten.<br />

RELATIEF EENVOUDIG AAN TE BRENGEN<br />

VERBETERINGEN<br />

Nog een aandachtspunt bij de doordenk<strong>in</strong>g is of verbeter<strong>in</strong>gen<br />

of nieuwe activiteiten veel <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g of tijd<br />

vereisen of dat met een relatief ger<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g iets<br />

gerealiseerd kan worden.<br />

Voorbeelden:<br />

− de jaarlijkse ontmoet<strong>in</strong>g van de bezoekers wordt zo <strong>in</strong>gericht<br />

dat de vraag ‘wat komen wij tegen?’ scherper op<br />

20<br />

Zie over het ouder worden vanuit de <strong>in</strong>valshoek van de <strong>in</strong>dividuele biografie o.a.: Liebje Hoekendijk, Levenskunst van ouderen. Praktische filosofie met een persoonlijk<br />

accent, Amsterdam 2005; evenals (vanuit en humanistisch perspectief): Jan Baars, Het nieuwe ouder worden. Paradoxen en perspectieven <strong>in</strong> de tijd, Amsterdam 2006.<br />

21<br />

Zie over eenzaamheid: Roelof Hortulanus e.a., Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal isolement <strong>in</strong> Nederland, ‘s Gravenhage 2003; materiaal<br />

van de ouderenbonden <strong>in</strong> het kader van het project ‘Voorkomen van sociaal isolement bij ouderen’. T. Fokkema/T. VanTilburg, Aanpak van eenzaamheid: helpt het? Een<br />

vergelijkend effect- en procesevaluatieonderzoek naar <strong>in</strong>terventies ter voorkom<strong>in</strong>g en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van eenzaamheid onder ouderen, Den Haag 2006; Anja<br />

Machielse, Onkundig en onaangepast. Een theoretisch perspectief op sociaal isolement, Utrecht 2006.


50<br />

tafel komt. De kennis van de werkers <strong>in</strong> de praktijk kan<br />

zo doorgegeven worden aan mensen die meer beleidsgericht<br />

zijn.<br />

− gemeenteleden zijn actief <strong>in</strong> de ouderenbonden. In<br />

onderl<strong>in</strong>g overleg wordt besloten dat de kerkelijke vrijwilligers<br />

voor de bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten van de bonden<br />

worden uitgenodigd.<br />

− meer stukjes <strong>in</strong> het kerkblad, ook over het ouderenwerk<br />

van andere organisaties.<br />

− bekendmak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> lokale/regionale media van kerkelijke<br />

activiteiten.<br />

− folder met overzicht van activiteiten ook geven aan<br />

<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong> van ouderenwerk.<br />

− het opzetten van een website.<br />

− aandacht <strong>in</strong> de voorbeden voor wat men <strong>in</strong> het ouderenwerk<br />

tegenkomt.<br />

− waarder<strong>in</strong>g voor vrijwilligers tot uitdrukk<strong>in</strong>g brengen.<br />

− waarder<strong>in</strong>g voor mantelzorgers tot uitdrukk<strong>in</strong>g brengen.<br />

PRAKTISCHE VRAGEN <strong>BIJ</strong> HET BELEID VAN DE<br />

BURGERLIJKE GEMEENTEN EN ANDERE ORGANISATIES<br />

− Veel kerkelijk werk is praktisch uitvoerend van aard. Dat<br />

vergt andere kwaliteiten dan het meedoen <strong>in</strong> het<br />

beleidscircuit. Men beweegt zich ook <strong>in</strong> een ander taalveld<br />

dan het beleidsmatige. Dat laatste kent een eigen<br />

jargon en heeft vaak ook een zekere abstractie. Bovendien<br />

vergt dat ook en zekere deskundigheid over regelgev<strong>in</strong>g.<br />

De vraag is hoe de kennis en <strong>in</strong>zichten die kerkmensen<br />

opdoen ‘vertaald’ kunnen worden naar het<br />

beleid. Daarmee kunnen kerken hun signaler<strong>in</strong>gsfunctie<br />

versterken. Een manier kan zijn dat ‘doeners’ hun kennis<br />

en <strong>in</strong>zichten doorgeven aan mensen <strong>in</strong> de gemeente die<br />

beleidsmatig onderlegd zijn.<br />

− Voor een burgerlijke gemeente en andere organisaties is<br />

een praktisch punt wie <strong>in</strong> de kerken aan te spreken zijn.<br />

B<strong>in</strong>nen één kerk kan dat al verschillend liggen (bijvoorbeeld<br />

kerkenraad, diaconie, predikant) en zeker als het<br />

om meer kerken gaat. Het is van belang om daar duidelijk<br />

<strong>in</strong> te zijn door hiervoor bijvoorbeeld een vaste contactpersoon<br />

te benoemen. Nog verder kijkend zouden<br />

kerken kunnen overwegen om gerichte vormen van<br />

samenwerk<strong>in</strong>g te ontwikkelen, zodat de veelheid van<br />

kerken voor de burgerlijke gemeente en andere gemeenten<br />

praktischer hanteerbaar wordt. De vragenlijst en de<br />

<strong>in</strong>terviews wijzen uit dat er maar beperkt sprake is van<br />

samenwerk<strong>in</strong>g. Als er sprake is van samenwerk<strong>in</strong>g<br />

varieert deze al naar gelang de plaatselijke verhoud<strong>in</strong>gen.<br />

Het is daarom niet doenlijk om één vorm aan te<br />

bevelen. Per plaats kan naar mogelijkheden gekeken<br />

worden.<br />

− Nog een ander praktisch punt is dat burgerlijke<br />

gemeenten meer protestantse gemeenten, hervormde<br />

gemeenten, gereformeerde kerken of lutherse gemeenten<br />

kunnen omvatten. Ook dan laat zich de vraag stellen<br />

naar samenwerk<strong>in</strong>gsmogelijkheden. Dit is van belang<br />

voor de contacten met de burgerlijke gemeenten en<br />

andere organisaties, maar ook om bijvoorbeeld de vereiste<br />

deskundigheid te kunnen mobiliseren: vanwege het<br />

bredere draagvlak zijn er meer mensen met specifieke<br />

deskundigheden te v<strong>in</strong>den.<br />

DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)<br />

Dit onderzoek is uitgevoerd vóór de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO<br />

per 1 januari 2007. Al wierp deze al haar schaduwen vooruit.<br />

Deze wet legt de beleidsbepal<strong>in</strong>g en de regiefunctie op<br />

het terre<strong>in</strong> van zorg en welzijn <strong>in</strong> belangrijke mate bij de<br />

burgerlijke gemeente (zie hoofdstuk 1). De WMO biedt <strong>in</strong><br />

pr<strong>in</strong>cipe de mogelijkheid om meer samenhang tussen het<br />

werk van organisaties aan te brengen en tussen professionele<br />

en onbetaalde zorg, maar ook om behoeften en knelpunten<br />

beter te signaleren. Voor kerken liggen hier<br />

mogelijkheden om hun verantwoordelijkheid voor de<br />

samenlev<strong>in</strong>g dicht bij vorm te geven. Wat dat betreft liggen<br />

er ook verwacht<strong>in</strong>gen: bij de behandel<strong>in</strong>g van het wetsontwerp<br />

<strong>in</strong> de Tweede Kamer werd een motie van de Christen-<br />

Unie aanvaard “om kerken en andere geestelijke genootschappen<br />

óók te rekenen tot de raadgevers van de<br />

gemeenten bij de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de wet.”<br />

<strong>Kerk</strong>en kunnen <strong>in</strong> het beleidsproces rondom de WMO een<br />

rol spelen, daarbij hun kennis, ervar<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong>zichten en<br />

werk <strong>in</strong>brengen en op hun beurt met wat zij van anderen<br />

horen hun voordeel doen voor hun werk. Gezamenlijk kunnen<br />

ook <strong>in</strong>itiatieven ontplooid worden en naar afstemm<strong>in</strong>g<br />

van werkzaamheden gestreefd worden. Bij deze <strong>in</strong>zet van<br />

kerken hoort ook het kritisch signaleren van waar ouderen<br />

tussen wal en schip vallen door het nieuwe beleid. Dit is<br />

des te meer van belang omdat de WMO een groot beroep<br />

doet op de zelfredzaamheid van mensen en op sociale netwerken.<br />

Mensen die niet of slechts <strong>in</strong> beperkte mate over<br />

netwerken beschikken, hebben daarbij kans op tekortschietende<br />

mogelijkheden tot het krijgen van de zorg die zij<br />

nodig hebben. 22<br />

Gezien de betekenis van dit alles verdient het aanbevel<strong>in</strong>g<br />

dat kerken op lokaal niveau zich de vraag stellen hoe zij<br />

aan de uitvoer<strong>in</strong>g van de WMO kunnen meedoen.<br />

BESCHIKBAARHEID PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />

GRONINGEN/DRENTHE<br />

Het Protestants Dienstencentrum is beschikbaar voor adviser<strong>in</strong>g<br />

en ondersteun<strong>in</strong>g van activiteiten op het terre<strong>in</strong> van<br />

ouderen. Het biedt ook zelf cursussen aan en <strong>in</strong>itieert nieuwe<br />

activiteiten, zoals het werken met levensboeken. Dit<br />

alles verdient voortgezet te worden. Daarnaast zou het<br />

goed zijn om vanuit het Protestants Dienstencentrum een<br />

project op te zetten dat vernieuwend is en waar<strong>in</strong> vragen<br />

aan de orde komen die van belang zullen worden. Veel<br />

ouderenwerk, ook vanuit de kerken, richt zich op oudere<br />

ouderen. Vele ouderen tot ongeveer 70 jaar zijn actief; zij<br />

dragen een groot deel van het werk <strong>in</strong> de kerken. Maar<br />

komen hun vragen en betrokkenheden aan de orde?<br />

22<br />

Voor <strong>in</strong>formatie over de WMO en de rol die kerken daar<strong>in</strong> kunnen vervullen, zie: Wet op de maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g. Informatiemap van <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong><br />

(zie: www.kerk<strong>in</strong>actie.nl)


51<br />

Vragen over al dan niet blijven doorwerken, vroegpensioner<strong>in</strong>g,<br />

mantelzorg, zorg voor k<strong>in</strong>deren, kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren en<br />

ouders, vragen rond geloven en kerkverlat<strong>in</strong>g, de verander<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> de relaties tussen mannen en vrouwen. Kortom,<br />

welke vragen leven er onder deze ouderen en wat betekenen<br />

ze voor de <strong>in</strong>zet van kerken en samenlev<strong>in</strong>g?<br />

Deze vragen zijn niet alleen voor kerken van belang. Daarom<br />

zou met andere organisaties samengewerkt moeten<br />

worden. Om een en ander te exploreren zouden op lokaal<br />

niveau twee pilots kunnen worden opgezet, waar<strong>in</strong> kerken<br />

met organisaties van en voor ouderen samenwerken. Te<br />

denken valt aan een plattelandsgemeente en een stad. Op<br />

grond van de ervar<strong>in</strong>gen die men daar<strong>in</strong> opdoet en de<br />

resultaten, zou men dan tot de aanstell<strong>in</strong>g van een regionale<br />

aandachtsfunctionaris (mede namens de kerken)<br />

kunnen komen.


LITERATUUR<br />

53<br />

Baars, Jan, Het nieuwe ouder worden. Paradoxen en perspectieven <strong>in</strong> de tijd, Amsterdam 2006.<br />

Breedveld, K./M.de Klerk/J. de Hart, ‘Ouderen en maatschappelijke <strong>in</strong>zet’, <strong>in</strong>: Mogen ouderen ook meedoen, RMO Advies<br />

33, Den Haag december 2004, pp. 103-192.<br />

Boer, Alice H. de (red.),Rapportage ouderen 2006. Verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de leefsituatie en levensloop, Den Haag juni 2006.<br />

Dohmen, Joop/Frits de Lange (red.), Moderne levens lopen niet vanzelf, Amsterdam 2006.<br />

Fokkema, T./T. van Tilburg, Aanpak van eenzaamheid: helpt het? Een vergelijkend effect- en procesevaluatieonderzoek<br />

naar <strong>in</strong>terventies ter voorkom<strong>in</strong>g en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van eenzaamheid onder ouderen, Den Haag 2006.<br />

Haan, Ido de/Jan Willem Duyvendak (red.), In het hart van de verzorg<strong>in</strong>gsstaat. Het M<strong>in</strong>isterie van Maatschappelijk Werk<br />

en zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS), 1952-2002, Zutphen 2002.<br />

Hoekendijk, Liebje, Levenskunst van ouderen. Praktische filosofie met een persoonlijk accent, Amsterdam 2005.<br />

Hortulanus, Roelof, e.a., Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal al isolement <strong>in</strong> Nederland,<br />

d<br />

‘s Gravenhage 2003.<br />

Jong, Gert de, Diaconaat en zorg. Onderzoek naar de feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het veld<br />

van zorg, KASKI, Nijmegen oktober 2003.<br />

Jong, Gert de, Diaconaat & Zorg <strong>in</strong> Den Haag. Onderzoek naar feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op<br />

het veld van zorg, deelrapportage Den Haag, KASKI, Nijmegen maart 2004.<br />

<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong>, Wet op de Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g. Informatiemap, Utrecht 2005 (en volgende edities).<br />

Klerk, M.M.Y. de (red.), Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen. Rapportage ouderen 2004, Den Haag mei 2006.<br />

Lammerts, Rob/Gülsen Dogan, Warkelijk waor. Onderzoek naar economische en sociale participatie en het voorzien<strong>in</strong>gengebruik<br />

door bewoners van kle<strong>in</strong>e dorpen <strong>in</strong> Midden-Drenthe, Utrecht 2004.<br />

Lange, Frits de, ‘Weg met de mythe van de tweede jeugd’, <strong>in</strong>: Trouw 6 januari 2007.<br />

Machielse, Anja, Onkundig en onaangepast. Een theoretisch perspectief op sociaal isolement, Utrecht 2006.<br />

M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g. Nota Ouderenbeleid<br />

19-4-2005.<br />

Noordegraaf, Herman (red.), Het zal ons een, zorg zijn. Over toegankelijkheid en kwaliteit van zorg als opdracht voor<br />

diaconaat, Kampen 2000.<br />

PCOB (J. Duisterw<strong>in</strong>kel), Op weg met dementie 2. Een handreik<strong>in</strong>g voor kerkgemeenschappen <strong>in</strong> de ondersteun<strong>in</strong>g van<br />

dementerenden en hun naasten, Baarn 1999.<br />

Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, Ontwerp Beleidsplan 2005-2008, z.p. z.j.<br />

Sticht<strong>in</strong>g Welzijnswerk Hoogeveen, Project Doorbreken van eenzaamheid, Hoogeveen z.j.<br />

Timmermans, J.M., Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers, Den Haag maart 2003.<br />

Uytenbogaardt, Ineke-Reg<strong>in</strong>a, Een levensverhaal als houvast. Verhalen die kl<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> de (geloofs) gemeenschap bij<br />

versluierende geestkracht / dementie, die uitnodigen tot het maken van een levensboek, Gor<strong>in</strong>chem 2004.


VRAGENLIJST KERK & <strong>OUDEREN</strong><br />

55<br />

1) <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTE<br />

Uw kerkelijke gemeente is:<br />

- een Protestantse Gemeente;<br />

- een Hervormde Gemeente;<br />

- een Gereformeerde <strong>Kerk</strong>;<br />

- een Evangelisch-Lutherse Gemeente;<br />

- anders, te weten ...........................................................................................................................................................................................................................<br />

(het goede antwoord omcirkelen).<br />

2) BURGERLIJKE GEMEENTE<br />

2.1 Hoeveel <strong>in</strong>woners telt uw burgerlijke gemeente? ..............................................................................................................................................<br />

2.2 Hoeveel <strong>in</strong>woners telt uw woonplaats? .....................................................................................................................................................................<br />

3) <strong>OUDEREN</strong>BELEID<br />

3.1 Is er b<strong>in</strong>nen uw kerkelijke gemeente een gericht ouderenbeleid?<br />

- voor de hele gemeente ja/nee<br />

- op specifieke terre<strong>in</strong>en, te weten:<br />

3.2 Op welke groepen naar leeftijd van ouderen richt het beleid <strong>in</strong> uw kerkelijke gemeente zich?<br />

- 50-65 jaar ja/nee<br />

- 65-75 jaar ja/nee<br />

- 75 jaar en ouder ja/nee<br />

- alle ouderen zonder onderscheid naar leeftijd ja/nee<br />

3.3 Richt uw beleid zich ook op ouderen buiten uw kerkelijke gemeente? ja/nee<br />

3.4 Werkt u met andere kerken samen als het gaat om ouderen? ja/nee<br />

Zo ja, met welke kerken (en/of eventueel <strong>in</strong> verband van Raad van <strong>Kerk</strong>en)<br />

Zo ja, op welke terre<strong>in</strong>en?<br />

4) INZET VAN OUDERE VRIJWILLIGERS<br />

Vele ouderen zetten zich actief <strong>in</strong> voor kerk en samenlev<strong>in</strong>g. Daarop hebben de volgende vragen betrekk<strong>in</strong>g:<br />

4.1 Vraagt u gericht ouderen voor het verrichten van kerkelijke activiteiten en het vervullen van functies? ja/nee<br />

Zo ja, om welke activiteiten en functies gaat het dan?<br />

4.2 Ondersteunt uw kerkelijke gemeente activiteiten van ouderen zelf? ja/nee<br />

(bijvoorbeeld ouderenbonden, vrijwilligerswerk <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g)<br />

Zo ja, welke activiteiten betreft het dan?<br />

4.3 Welke bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsactiviteiten v<strong>in</strong>den er plaats voor en door ouderen zelf?<br />

4.4 Welke vragen, opmerk<strong>in</strong>gen of suggesties heeft u nog wat betreft de <strong>in</strong>breng van ouderen <strong>in</strong> activiteiten van uw<br />

gemeente?


5) ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG EN ONDERSTEUNING<br />

56<br />

B<strong>in</strong>nen en vanuit kerkelijke gemeenten v<strong>in</strong>den we een verscheidenheid aan activiteiten ten behoeve van ouderen. Deze<br />

kunnen liggen <strong>in</strong> de sfeer van levensoriëntatie, het opbouwen en onderhouden van relaties, praktische steun en zorg. De<br />

nu volgende vragen hebben hierop betrekk<strong>in</strong>g.<br />

5.1 Wie verrichten het pastoraat en waar bestaat dit uit? (bijvoorbeeld huisbezoek):<br />

- predikant: ja/nee<br />

- activiteiten:<br />

- ouderl<strong>in</strong>gen: ja/nee<br />

- activiteiten:<br />

- pastoraal werker: ja/nee<br />

- activiteiten:<br />

- bezoekgroepen: ja/nee<br />

- activiteiten:<br />

- anderen, te weten:<br />

- activiteiten:<br />

5.2 Is er bij de activiteiten aandacht voor ouderdomskwalen en ziekten als<br />

- dementie ja/nee<br />

- gevolgen hersen<strong>in</strong>farct ja/nee<br />

- depressiviteit ja/nee<br />

- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />

5.3 V<strong>in</strong>dt op deze terre<strong>in</strong>en nog specifieke toerust<strong>in</strong>g plaats? ja/nee<br />

Zo ja, waar bestaat deze toerust<strong>in</strong>g dan uit?<br />

5.4 Zijn er activiteiten met en voor ouderen wat betreft het tegengaan van vereenzam<strong>in</strong>g? ja/nee<br />

Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />

5.5. Welke recreatieve activiteiten v<strong>in</strong>den er plaats<br />

- ouderensociëteit;<br />

- gezamenlijk uitgaan;<br />

- vakantieweken;<br />

- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />

5.6 Is er aandacht voor mobiliteitszaken?<br />

- vervoer ja/nee<br />

- rijden met rolstoel ja/nee<br />

- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />

5.7 Is de kerkelijke accommodatie toegankelijk voor mensen met lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen? ja/nee<br />

5.8 Zijn er voorzien<strong>in</strong>gen voor gehoorgestoorden? ja/nee<br />

5.9 Houdt u reken<strong>in</strong>g met slechtzienden? (bijv. door grote letter-liturgie en -bundel)? ja/nee<br />

5.10 V<strong>in</strong>dt er <strong>in</strong>dividuele materiële steun plaats aan ouderen? ja/nee<br />

Welk bedrag was daarmee gemoeid <strong>in</strong> 2004: € ....................................................................................................<br />

Hoeveel gehonoreerde aanvragen betrof het?<br />

Door wie werd deze hulp verleend:<br />

- diaconie ja/nee<br />

- andere <strong>in</strong>stantie(s), te weten:<br />

5.11 Worden mensen geholpen bij het verkrijgen van hun rechten:<br />

- hulp bij het <strong>in</strong>vullen van formulieren ja/nee<br />

- ondersteunen van mensen <strong>in</strong> hun contacten met <strong>in</strong>stanties ja/nee<br />

- ondersteunen van mensen <strong>in</strong> hun contacten met zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ja/nee<br />

- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />

5.12 Is er <strong>in</strong> uw kerkelijke gemeente een klusjesdienst voor (o.a.) ouderen? ja/nee<br />

5.13 Probeert u uw activiteiten te richten op datgene wat er <strong>in</strong> het geheel van de burgerlijke gemeente<br />

leeft en gebeurt?<br />

ja/nee<br />

5.14 V<strong>in</strong>den er ook activiteiten plaats voor mensen die geen kerklid zijn? ja/nee<br />

Zo ja, hoe bereikt U deze?<br />

- folders ja/nee<br />

- lokale/regionale omroep ja/nee<br />

- krant/huis aan huisblad ja/nee<br />

- mondel<strong>in</strong>ge contacten ja/nee<br />

- andersz<strong>in</strong>s, te weten:


6) AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />

57<br />

Behalve aandacht gericht op ouderen die ondersteun<strong>in</strong>g en zorg behoeven, besteden sommige kerkelijke gemeenten ook<br />

aandacht aan degenen die zorg en ondersteun<strong>in</strong>g geven. We kunnen dan denken aan mantelzorgers (partners of andere<br />

familieleden van de zorgontvanger, buren of vrienden), vrijwilligers en beroepskrachten. Onderstaande vragen hebben<br />

daarop betrekk<strong>in</strong>g:<br />

6.1 Mantelzorgers:<br />

Zijn er activiteiten met het oog op mantelzorgers (bijvoorbeeld blijk geven van waarder<strong>in</strong>g, praktische<br />

ondersteun<strong>in</strong>g)<br />

ja/nee<br />

Zo ja, waaruit bestond(en) deze?<br />

6.2 Vrijwilligers actief op het terre<strong>in</strong> van zorg voor ouderen:<br />

- V<strong>in</strong>dt er toerust<strong>in</strong>g plaats van vrijwilligers? ja/nee<br />

Zo ja, waar bestaat deze uit?<br />

- Is er een onkostenregel<strong>in</strong>g voor vrijwilligers? ja/nee<br />

- Is er een verzeker<strong>in</strong>g voor de vrijwilligers? ja/nee<br />

- Zijn er blijken van waarder<strong>in</strong>g voor vrijwilligers? ja/nee<br />

Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />

6.3 Beroepskrachten:<br />

- Is er aandacht voor professionele zorgverleners? ja/nee<br />

Zo ja, om welke beroepskrachten gaat het?<br />

Zo ja, <strong>in</strong> welke activiteiten krijgt deze aandacht vorm?<br />

7) SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />

7.1 Weet u wie <strong>in</strong> uw kerkelijke gemeente betrokken is bij de zorg<br />

(beroepsmatig, bestuurlijk, als vrijwilliger of andersz<strong>in</strong>s)?<br />

ja/nee<br />

7.2 Zijn er <strong>in</strong> uw woonplaats zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen?<br />

- verzorg<strong>in</strong>gstehuis? ja/nee<br />

- verpleegtehuis? ja/nee<br />

- andere, te weten:<br />

7.3. Is uw kerkelijke gemeente vertegenwoordigd <strong>in</strong> het bestuur van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g of<br />

een organisatie op het terre<strong>in</strong> van zorg?<br />

ja/nee<br />

Zo ja, welke organisatie(s) betreft het dan?<br />

7.4 Is uw kerkelijke gemeente vertegenwoordigd <strong>in</strong> de Raad van Advies van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g? ja/nee<br />

Zo ja, welke zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en)?<br />

7.5 Is uw kerkelijke gemeente vertegenwoordigd <strong>in</strong> een identiteitscommissie van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g? ja/nee<br />

7.6 Neemt uw kerkelijke gemeente deel aan een cliëntenraad? ja/nee<br />

Zo ja, van welke zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en)?<br />

7.7 Wat is uw men<strong>in</strong>g over deze deelname(s) namens de kerk en hebt u wensen hiervoor?<br />

7.8 Hebt u contacten en overleg met hospices? ja/nee<br />

Zo ja, waaruit bestaan deze dan?<br />

7.9 Heeft u contacten en overleg met de burgerlijke gemeente met betrekk<strong>in</strong>g tot ouderen? ja/nee<br />

Zo ja, Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />

*= doorhalen wat niet van toepass<strong>in</strong>g is.<br />

Doel van de contacten:<br />

- pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />

- meedenken <strong>in</strong> beleid ja/nee<br />

- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />

- anders, te weten:<br />

7.10 Hebt u contacten en overleg met ouderenbonden? ja/nee<br />

Zo ja, met welke?<br />

Zo ja, Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />

Doel van de contacten:<br />

- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />

- profiteren van elkaars kennis ja/nee<br />

- ondersteun<strong>in</strong>g van ouderenbonden ja/nee<br />

- ondernemen van gezamenlijke activiteiten ja/nee<br />

- anders, te weten:


7.10 Hebt u contacten met andere organisaties op het terre<strong>in</strong> van zorg, wonen en welzijn voor ouderen? ja/nee<br />

Zo ja, met welke?<br />

Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />

Doel van de contacten:<br />

- pleitbezorg<strong>in</strong>g ja/nee<br />

- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />

- profiteren van elkaars kennis ja/nee<br />

- ondernemen van gezamenlijke activiteiten ja/nee<br />

- anders, te weten:<br />

7.11 Hebt u contacten met directies/leid<strong>in</strong>g van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ja/nee<br />

(het gaat hier dus om niet-bestuurlijke contacten en vormen van overleg)?<br />

Zo ja, met welke?<br />

Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />

Doel van de contacten:<br />

- pleitbezorg<strong>in</strong>g ja/nee<br />

- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />

- profiteren van elkaars kennis ja/nee<br />

- ondernemen van gezamenlijke activiteiten ja/nee<br />

- anders, te weten:<br />

7.13 Bent u tevreden over deze contacten? ja/nee<br />

Zo nee, waarom niet?<br />

58<br />

8) GEESTELIJKE VERZORGING<br />

8.1 Zijn er contacten tussen tussen geestelijk verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> uw woonplaats en<br />

de kerkelijke gemeente<br />

ja/nee<br />

Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />

- gesprek <strong>in</strong> de kerkenraad ja/nee<br />

- voorgaan <strong>in</strong> kerkdiensten ja/nee<br />

- verzorg<strong>in</strong>g van kerkdiensten <strong>in</strong> de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en) ja/nee<br />

- <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> toerust<strong>in</strong>gswerk ja/nee<br />

- artikelen <strong>in</strong> kerkblad ja/nee<br />

- anders, te weten:<br />

8.2 Zijn er contacten tussen geestelijke verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen elders en de kerkelijke gemeente ja/nee<br />

Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />

- gesprek <strong>in</strong> de kerkenraad ja/nee<br />

- voorgaan <strong>in</strong> kerkdiensten ja/nee<br />

- verzorg<strong>in</strong>g van kerkdiensten <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ja/nee<br />

- <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> toerust<strong>in</strong>gswerk ja/nee<br />

- artikelen <strong>in</strong> kerkblad ja/nee<br />

- anders, te weten:<br />

8.3 Is de geestelijk verzorger<br />

- aan uw kerkelijke gemeente verbonden? ja/nee<br />

- aan een andere kerkelijke gemeente verbonden? ja/nee<br />

- <strong>in</strong> dienst van de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g ja/nee<br />

- Zo ja, met kerkelijke bevestig<strong>in</strong>g ja/nee<br />

8.4 Als gevolg van extramuraliser<strong>in</strong>g komen mensen weer buiten de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g te wonen.<br />

V<strong>in</strong>dt hierover overleg plaats tussen de kerkelijke gemeente en de geestelijke verzorg<strong>in</strong>g<br />

van de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en) met het oog op de afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten?<br />

ja/nee<br />

9) FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN EN ORGANISATIES<br />

De kerkelijke gemeente kan bijvoorbeeld via de diaconie f<strong>in</strong>ancieel betrokken zijn bij ouderenwerk. Dat kan door f<strong>in</strong>anciele<br />

steun te geven aan zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, aan organisaties op het terre<strong>in</strong> van zorg en welzijn. Dit kan <strong>in</strong>cidenteel of structureel<br />

zijn. Daarop hebben de volgende vragen betrekk<strong>in</strong>g.<br />

9.1 Onze kerkelijke gemeente geeft structureel f<strong>in</strong>anciële steun aan zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen of organisaties ja/nee<br />

Zo ja, aan welke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties?<br />

Om welke bedragen gaat het <strong>in</strong> 2004?<br />

Wie geeft de f<strong>in</strong>anciële ondersteun<strong>in</strong>g?<br />

- diaconie ja/nee<br />

- ander orgaan, te weten:<br />

Waartoe was de gift bestemd?


9.2 Onze kerkelijke gemeente geeft <strong>in</strong>cidenteel giften? ja/nee<br />

Zo ja, aan welke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties?<br />

Om welke bedragen gaat het <strong>in</strong> 2004?<br />

Wie deed de gift?<br />

- diaconie ja/nee<br />

- ander orgaan, te weten:<br />

- waartoe was de gift bestemd?<br />

59<br />

10) SIGNALERING<br />

De kerkelijke gemeente kan dat wat zij tegenkomt <strong>in</strong> huisbezoek en andere activiteiten aan problemen en positieve ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

signaleren naar de eigen kerkelijke gemeente en naar politiek en samenlev<strong>in</strong>g. Dit met het oog op bewustword<strong>in</strong>g<br />

van noden en mogelijkheden. Daarover gaan de volgende vragen.<br />

10.1 Evalueert u uw activiteiten wel eens met het oog op signaler<strong>in</strong>g? ja/nee<br />

10.2 Op welke wijze deelt u de opgedane ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten met uw kerkelijke gemeente?<br />

- via het kerkblad? ja/nee<br />

- <strong>in</strong> gesprekskr<strong>in</strong>gen ja/nee<br />

- discussiebijeenkomsten ja/nee<br />

- gemeenteavonden ja/nee<br />

- <strong>in</strong> kerkdiensten/themadiensten? ja/nee<br />

- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />

10.3 Op welke wijze brengt u uw ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten over naar samenlev<strong>in</strong>g en politiek?<br />

- <strong>in</strong> overleg met de burgerlijke gemeente en plaatselijke politiek ja/nee<br />

- door het schrijven van brieven aan<br />

- burgerlijke gemeente ja/nee<br />

- gemeenteraad/college van burgemeester en wethouders ja/nee<br />

- landelijke politiek ja/nee<br />

- anderen, te weten:<br />

- door berichten <strong>in</strong> plaatselijke/regionale pers ja/nee<br />

- via de lokale/regionale omroep ja/nee<br />

- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />

- Werkt u bij het signaleren samen met andere organisaties/groepen? ja/nee<br />

- Zo ja, welke?<br />

11) TOT SLOT<br />

11.1 Zijn er activiteiten die u wel belangrijk v<strong>in</strong>dt, maar waar u niet aan toekomt?<br />

11.2 Welke wensen ten aanzien van bestaande activiteiten hebt u?<br />

11.3 Zijn er (groepen) ouderen die u niet bereikt met uw activiteiten, maar die u wel zou willen bereiken?<br />

11.4 Als u nog materiaal hebt over uw activiteiten, ontvangen wij dat graag.<br />

11.5 Als u nog ervar<strong>in</strong>gen en opmerk<strong>in</strong>gen kwijt wilt betreffende uw activiteiten op het terre<strong>in</strong> van ouderen, kunt u die<br />

hieronder vermelden.<br />

11.6 Welke wensen/suggesties hebt u met betrekk<strong>in</strong>g tot de verbeter<strong>in</strong>g/uitbreid<strong>in</strong>g van de ondersteun<strong>in</strong>g die het Protestants<br />

Dienstencentrum u op het terre<strong>in</strong> van ouderenbeleid zou kunnen bieden?


COLOFON<br />

60<br />

UITGAVE<br />

<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong><br />

Postbus 456<br />

3500 AL Utrecht<br />

Tel. (030) 880 14 56<br />

E-mail <strong>in</strong>fo@kerk<strong>in</strong>actie.nl<br />

Internet www.kerk<strong>in</strong>actie.nl<br />

Giro 456<br />

AUTEUR<br />

Herman Noordegraaf<br />

EINDREDACTIE<br />

Henk van IJken<br />

PRIJS<br />

€ 5,-<br />

OPMAAK EN DRUK<br />

Libertas, Bunnik<br />

FOTO’S<br />

Jaap de Jager (omslag, pag. 30 en 44)<br />

Irene Stok (pag. 6)<br />

Gert Jan Koster (pag. 10)<br />

ISBN/EAN: 978-90-8894-001-9<br />

Deze brochure is gemaakt <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met het Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe en de<br />

Prov<strong>in</strong>ciale Gereformeerde sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gsopbouw en Jeugdwerk Drenthe (PGSJ).<br />

© Mei 2007


Postbus 456<br />

3500 AL Utrecht<br />

Tel. (030) 880 14 56<br />

Fax.(030) 880 14 57<br />

E-mail <strong>in</strong>fo@kerk<strong>in</strong>actie.nl<br />

website www.kerk<strong>in</strong>actie.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!