KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie
KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie
KERKELIJKE BETROKKENHEID BIJ OUDEREN - Kerk in Actie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KERKELIJKE</strong> <strong>BETROKKENHEID</strong><br />
<strong>BIJ</strong> <strong>OUDEREN</strong><br />
EEN ONDERZOEK IN GRONINGEN EN DRENTHE
<strong>KERKELIJKE</strong> <strong>BETROKKENHEID</strong><br />
<strong>BIJ</strong> <strong>OUDEREN</strong><br />
EEN ONDERZOEK IN GRONINGEN EN DRENTHE<br />
HERMAN NOORDEGRAAF
INHOUDSOPGAVE<br />
PAG.<br />
WOORD VOORAF 4<br />
LEESWIJZER 5<br />
HOOFDSTUK 1: 7<br />
GESCHIEDENIS<br />
HOOFDSTUK 2: 11<br />
KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />
HOOFDSTUK 3: 31<br />
KWALITATIEF ONDERZOEK<br />
HOOFDSTUK 4: 45<br />
CONCLUSIES, WAARNEMINGEN EN SUGGESTIES<br />
LITERATUUROPGAVE 53<br />
<strong>BIJ</strong>LAGE 1: 55<br />
VRAGENLIJST MET AANBIEDINGSBRIEF<br />
COLOFON 60
WOORD VOORAF<br />
4<br />
Er is waarschijnlijk geen kerkelijke gemeente <strong>in</strong> Nederland te v<strong>in</strong>den die niet op de een of andere manier aandacht<br />
besteedt aan ouderen en waar<strong>in</strong> ouderen niet actief zijn <strong>in</strong> het kerkelijk werk. Er is echter reden voor kerken om zich goed<br />
af te vragen welke ontwikkel<strong>in</strong>gen zich voordoen voor ouderen en welke beelden van ouderen daarbij een rol spelen.<br />
De ontwikkel<strong>in</strong>gen gaan immers snel als het gaat om de positie van ouderen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g en hoe deze hun oud zijn<br />
beleven en ermee omgaan.<br />
We hoeven de krant maar op te slaan: vergrijz<strong>in</strong>g is door het toenemende aantal ouderen op alle fronten een veel besproken<br />
onderwerp. In die discussies spelen f<strong>in</strong>anciële overweg<strong>in</strong>gen een belangrijke rol – hoe de AOW en voorzien<strong>in</strong>gen op<br />
het terre<strong>in</strong> van zorg, welzijn, wonen te f<strong>in</strong>ancieren? Is dat nog wel op te brengen? En wie zal dat betalen? In het beleid<br />
voor zorg, wonen en welzijn v<strong>in</strong>den grote verander<strong>in</strong>gen plaats die erop gericht zijn ouderen zo lang mogelijk zelfstandig<br />
te laten wonen en een grotere eigen verantwoordelijkheid te stimuleren, zo niet af te dw<strong>in</strong>gen.<br />
Ook krijgt de burgerlijke gemeente een veel grotere verantwoordelijkheid voor dat beleid. Bij dat laatste valt vooral aan de<br />
Wet Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g (WMO) te denken, die <strong>in</strong> 2007 werd <strong>in</strong>gevoerd. Bij dat alles zijn ook de visies op en<br />
beelden van ouderen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g: worden zij vooral als een kostenpost gezien, dient de mondige, nog lang gezonde,<br />
actieve en van een goed pensioen voorziene oudere zich aan of wordt deze zelfredzaamheid overschat? 1<br />
Wat is, kan en moet <strong>in</strong> dat alles de bijdrage van kerken zijn? Wat betekenen deze ontwikkel<strong>in</strong>gen voor hun <strong>in</strong>zet en wat<br />
kunnen zij bijdragen aan de ontwikkel<strong>in</strong>g van een nieuw ouderenbeleid <strong>in</strong> de eigen kerkelijke gemeente en <strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>g<br />
en politiek? Voorwaarde voor een goede bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g hierop is dat men weet wat er nu <strong>in</strong> kerkelijke gemeenten gebeurt.<br />
Dat was de reden voor de Prov<strong>in</strong>ciale Gereformeerde Sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gsopbouw en Jeugdwerk Drenthe<br />
(PGSJ), Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen-Drenthe en <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong> om onderzoek te doen naar activiteiten van<br />
protestantse gemeenten met en voor ouderen. Dit onderzoek vond <strong>in</strong> 2005 en 2006 plaats met als hoofdvraag: wat gebeurt<br />
er momenteel <strong>in</strong> kerken zowel door als gericht op ouderen?<br />
Dit onderzoek werd <strong>in</strong> nauwe samenwerk<strong>in</strong>g met het Theologisch Wetenschappelijk Instituut (ThWI) van de Protestantse<br />
<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland opgezet, uitgevoerd en verwerkt. 2 Het ThWI verzorgt de predikantsopleid<strong>in</strong>gen van de Protestantse<br />
<strong>Kerk</strong> aan de theologische opleid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Utrecht en Leiden. Concreet betekende dit dat Herman Noordegraaf, docent en<br />
onderzoeker op het terre<strong>in</strong> van diaconaat <strong>in</strong> Leiden, het onderzoek uitvoerde <strong>in</strong> nauwe samenspraak met Henk Nobel,<br />
staffunctionaris van de PGSJ. Dit onderzoek kan gezien worden als een vervolg op:<br />
− De bundel Het zal ons een zorg zijn. Over toegankelijkheid en kwaliteit van zorg als opdracht voor diaconaat (2000,<br />
redactie Herman Noordegraaf). Daar<strong>in</strong> kwam <strong>in</strong> verkennende z<strong>in</strong> een aantal thema’s uit diaconaat en zorg aan de orde.<br />
− Een landelijk onderzoek naar de <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen <strong>in</strong> de zorg. Dit onderzoek werd uitgevoerd<br />
door drs Gert de Jong van het KASKI (onderzoeksbureau op het terre<strong>in</strong> van godsdienst en levensbeschouw<strong>in</strong>g)<br />
<strong>in</strong> opdracht van en <strong>in</strong> nauwe samenspraak met het ThWI (Herman Noordegraaf). Dit onderzoek bestond uit een<br />
enquête onder lokale kerkelijke gemeenten en <strong>in</strong>terviews met vertegenwoordigers van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en kerken <strong>in</strong><br />
drie plaatsen. De uitkomsten zijn neergelegd <strong>in</strong> twee rapporten van het KASKI (Gert de Jong): Diaconaat en zorg.<br />
Onderzoek naar de feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het veld van zorg (oktober 2003) en<br />
Diaconaat & Zorg <strong>in</strong> Den Haag. Onderzoek naar feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het veld<br />
van zorg, deelrapportage Den Haag (maart 2004).<br />
Het onderzoek <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe bestond, zoals nader toegelicht en beschreven zal worden, uit een enquête en<br />
<strong>in</strong>terviews <strong>in</strong> drie plaatsen met vertegenwoordigers uit politiek, ouderenbonden, ouderenwerk en kerken. In dit rapport<br />
zijn de resultaten en de uitkomsten daarvan te v<strong>in</strong>den met daaraan gekoppeld aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />
Het onderzoek werd begeleid door een klankbordgroep die zowel bij het opzetten van het onderzoek als bij de verwerk<strong>in</strong>g<br />
van de gegevens vele waardevolle adviezen gaf. Daarom: hartelijk dank aan de leden van de klankbordgroep, te weten<br />
B. van Noord-Hasper, J. van der Ploeg, B.J. Westerdijk, H.C. de Meijer en H. Kap<strong>in</strong>ga.<br />
Dank ook aan mevrouw Ch. Willigers voor het uittypen van de <strong>in</strong>terviews en P. Hofland voor de hulp bij de computerverwerk<strong>in</strong>g.<br />
Nadrukkelijk zijn <strong>in</strong> dit dankwoord ook te betrekken al degenen die de tijd en moeite moeite namen om de<br />
vragenlijsten <strong>in</strong> te vullen en degenen die ons <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terviews te woord stonden. Het onderzoeksverslag is geschreven<br />
door ondergetekende, daarbij gesteund door Henk Nobel.<br />
Dr. Herman Noordegraaf, docent en onderzoeker op het terre<strong>in</strong> van het diaconaat aan de<br />
Protestantse Theologische Universiteit, vestig<strong>in</strong>g Leiden.<br />
Leiden, mei 2007<br />
1<br />
Zie hierover bijvoorbeeld het artikel van Frits de Lange ‘Weg met de mythe van de tweede jeugd’ (Trouw 6 januari 2007)<br />
2 Vanaf 1 januari 2007 krijgt deze opleid<strong>in</strong>g vorm <strong>in</strong> de Protestants Theologische Universiteit (PthU).
LEESWIJZER<br />
5<br />
Deze publicatie is het verslag van een onderzoek naar activiteiten met en voor ouderen <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe vanuit de<br />
Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland dat <strong>in</strong> 2005 en 2006 plaatsvond. Dit onderzoek is het product van de samenwerk<strong>in</strong>g tussen<br />
de Prov<strong>in</strong>ciale Gereformeerde Sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gsopbouw en Jeugdwerk Drenthe (PGSJ), het Protestants<br />
Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen-Drenthe, <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong> en de Protestantse Theologische Universiteit. Het onderzoek beoogde<br />
gegevens te verkrijgen over wat <strong>in</strong> plaatselijke gemeenten met en voor ouderen gedaan wordt. 3 Hiertoe werden twee<br />
wegen bewandeld:<br />
− Het versturen van een vragenlijst naar de 270 gemeenten <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe. Deze veel omvattende vragenlijst<br />
probeerde zonder pretentie van volledigheid een breed beeld te krijgen van het werk op het terre<strong>in</strong> van ouderen. Zij is<br />
te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de bijlage. I<br />
− Het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek door het houden van <strong>in</strong>terviews <strong>in</strong> drie burgerlijke gemeenten. Daarbij<br />
zijn gesprekken gevoerd met mensen uit de kerkelijke gemeente, mensen die betrokken zijn bij ouderenwerk of<br />
-beleid en vertegenwoordigers van de PCOB, als één van de organisaties die ouderen vertegenwoordigen. Deze<br />
gesprekken beoogden <strong>in</strong> aanvull<strong>in</strong>g op antwoorden op de vragenlijst een nauwkeuriger beeld te geven van lokale<br />
praktijken. Daarbij kwam bovendien naast het perspectief vanuit de kerken ook dat van mensen buiten de kerken aan<br />
de orde (b<strong>in</strong>nen- en buitenperspectief). Wat betreft de keuze van de burgerlijke gemeenten: gekozen is voor een<br />
gemeente met een dorpsachtig karakter, een middelgrote gemeente en een grote stad.<br />
De opzet van deze rapportage is dat allereerst als achtergrond een aanduid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zeer grote lijnen wordt gegeven van<br />
enige bijbelse en historische lijnen (hoofdstuk 1). Daaruit komt naar voren dat naar bijbels besef elk mens als schepsel<br />
van God ertoe doet: ongeacht leeftijd, economische productiviteit en maatschappelijk nut: elk mens telt! Dat betekent dat<br />
ieder mens recht heeft op een materiële basis voor het bestaan en op volwaardige deelname aan de gemeenschap.<br />
Dit <strong>in</strong>zicht zal <strong>in</strong> iedere tijd anders <strong>in</strong>gevuld (moeten) worden, maar is als zodanig wel richt<strong>in</strong>g gevend. Mede gevoed<br />
vanuit dit <strong>in</strong>zicht is er zolang de christelijke kerk bestaat een <strong>in</strong>zet geweest voor ouderen die zorg behoefden.<br />
Ook wordt <strong>in</strong> zeer grote lijnen een overzicht gegeven van de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het beleid van de overheid. Dit is er nu op<br />
gericht om mensen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen en functioneren. Het beleid op het terre<strong>in</strong> van wonen, zorg<br />
en welzijn is daar steeds meer op gericht. Daarbij is ook een grotere nadruk op de eigen verantwoordelijkheid komen te<br />
liggen. Daarnaast krijgen burgerlijke gemeenten steeds meer beleidsverantwoordelijkheid. Daarbij valt vooral de Wet<br />
Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g (WMO) te noemen, die op 1 januari 2007 is <strong>in</strong>gevoerd. Deze wet raakt allen die op zorg<br />
zijn aangewezen en dus ook vele ouderen. 4<br />
In hoofdstuk 2 zijn de resultaten te v<strong>in</strong>den van de antwoorden op de vragenlijst. De belangrijkste conclusies zijn aan het<br />
e<strong>in</strong>d van het hoofdstuk nogmaals, en nu <strong>in</strong> een geheel geformuleerd, opgenomen en ook <strong>in</strong> hoofdstuk 4.<br />
In hoofdstuk 3 v<strong>in</strong>dt men een weergave van de <strong>in</strong>terviews. Ze geven een goed beeld van lokale praktijken op het terre<strong>in</strong><br />
van ouderenwerk, zoals die vanuit kerk, overheid, ouderenorganisaties, zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en welzijnswerk gestalte krijgen<br />
en de visies die zij hebben op de kerkelijke activiteiten en de waarder<strong>in</strong>g ervan. Aan het slot zijn ‘Enige waarnem<strong>in</strong>gen’ op<br />
grond van de gehouden <strong>in</strong>terviews geformuleerd (zie pag. 42).<br />
In hoofdstuk 4 zijn de conclusies en waarnem<strong>in</strong>gen uit de hoofdstukken 2 en 3 te v<strong>in</strong>den en een aantal suggesties voor<br />
kerkelijke gemeenten die geïnspireerd zijn door de uitkomsten van het onderzoek.<br />
Mei 2007<br />
Herman Noordegraaf<br />
3<br />
De Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland (PKN) is ontstaan uit de verenig<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>gang van 1 mei 2004 van de Nederlandse Hervormde <strong>Kerk</strong>, de Gereformeerde <strong>Kerk</strong>en <strong>in</strong><br />
Nederland en de Evangelisch-Lutherse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> het Kon<strong>in</strong>krijk der Nederlanden. B<strong>in</strong>nen de PKN kent men op lokaal niveau al naar gelang de verenig<strong>in</strong>g ook op plaatselijk<br />
vlak een feit is de protestantse gemeente, de hervormde gemeente, de gereformeerde kerk en de evangelisch-lutherse gemeente. Al deze gemeenten en kerken behoren<br />
tot de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland. In het rapport wordt eenvoudigheidshalve ter aanduid<strong>in</strong>g van al deze varianten gesproken over ‘de (kerkelijke) gemeente’. Wanneer<br />
er sprake is van de aanduid<strong>in</strong>g van de burgerlijke gemeente blijkt dat uit het z<strong>in</strong>sverband of wordt dat er uitdrukkelijk bij vermeld.<br />
4<br />
De WMO was dus nog niet van kracht <strong>in</strong> de tijd dat het onderzoek gehouden werd, maar wierp toen wel al haar schaduwen vooruit.
GESCHIEDENIS<br />
HOOFDSTUK 1<br />
7<br />
Voorafgaand aan de rapportage van de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van<br />
het onderzoek is het goed om als achtergrond van de<br />
huidige kerkelijke betrokkenheid enige zeer grote lijnen te<br />
trekken vanuit bijbel en christelijke traditie. Daarbij zullen<br />
ook de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het overheidsbeleid aan de orde<br />
moeten komen, omdat de huidige kerkelijke activiteiten<br />
daardoor sterk beïnvloed worden. We moeten zowel wat<br />
betreft de bijbelse gegevens als bij de historische lijnen<br />
vooraf opmerken dat dankzij de sterk gegroeide welvaart<br />
en de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> wetenschap en techniek de groep<br />
ouderen zeer divers is geworden en niet meer <strong>in</strong> hoofdzaak<br />
uit fysiek zwakke mensen bestaat. Veel ouderen nemen <strong>in</strong><br />
goede gezondheid deel aan het maatschappelijke en<br />
kerkelijke leven. Dat alleen al is een ontwikkel<strong>in</strong>g die om<br />
bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g op het kerkelijk werk vraagt.<br />
ENIGE <strong>BIJ</strong>BELSE EN KERKHISTORISCHE<br />
ACHTERGRONDEN<br />
‘Gedenk daarom je schepper <strong>in</strong> de dagen van je jeugd -<br />
voordat de slechte dagen komen en de jaren naderen<br />
waarvan je zegt: In deze jaren v<strong>in</strong>d ik we<strong>in</strong>ig vreugde<br />
meer.’ Met deze schrille bewoord<strong>in</strong>gen opent de Prediker<br />
zijn schilder<strong>in</strong>g van de dagen van de ouderdom die hij<br />
daarna <strong>in</strong> forse beeldspraak neerzet:<br />
‘Voordat de zon verduistert,<br />
de sterren en de maan niet langer stralen,<br />
de lucht ook na de regen grauw van wolken wordt...’<br />
(Prediker 12:1 e.v.; NBV).<br />
Natuurlijk is er <strong>in</strong> de bijbel ook het besef aanwezig dat de<br />
situatie niet altijd zo zwart is. Zo kunnen we <strong>in</strong> Psalm 92<br />
lezen over de rechtvaardigen die nog krachtig en fris zijn.<br />
Het prototype hiervan was Mozes van wie verhaald wordt<br />
dat hij 120 jaar was toen hij stierf en bij wie zijn krachten<br />
tot dan nog niet afgenomen waren. Het is echter begrijpelijk<br />
dat <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> de biologische wetten<br />
zich sterk konden doen gelden vanwege de ger<strong>in</strong>ge ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
van wetenschap en techniek het karakteristieke<br />
element van de ouderdom bij uitstek – het verval van<br />
krachten en de toegenomen kwetsbaarheid – eruit spr<strong>in</strong>gt.<br />
In het enige klaaglied van een oudere dat we <strong>in</strong> de bijbel<br />
v<strong>in</strong>den, Psalm 71, horen we de psalmist <strong>in</strong> niet m<strong>in</strong>der<br />
schrille bewoord<strong>in</strong>gen dan die we zojuist van de Prediker<br />
hoorden, zich beklagen over zijn afnemende krachten.<br />
Met de ouderdom neemt het gezichtsvermogen af, zoals<br />
van Isaac (Genesis 27:21), Jacob (Genesis 48:10) en van<br />
Eli (1 Samuel 3:2) is te lezen. Het is de tijd van het grijze<br />
haar (Jacob; Genesis 42:38) en de tijd dat de vrouw geen<br />
k<strong>in</strong>deren meer kan baren (Genesis 18:3).<br />
Hoe wordt <strong>in</strong> de bijbel met deze feitelijke constater<strong>in</strong>gen,<br />
die pijn doen omdat zij mensen <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend met hun kwetsbaarheid,<br />
beperk<strong>in</strong>gen en e<strong>in</strong>digheid confronteren, omgegaan?<br />
De sleutel daartoe v<strong>in</strong>den wij <strong>in</strong> de Tien Geboden en<br />
wel <strong>in</strong> het vijfde gebod:<br />
‘Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u<br />
gezegend met een lang leven <strong>in</strong> het land dat de Heer, uw<br />
God, u geven zal.’ (Exodus 20:12; vgl. Deuteronomium<br />
5:16; Leviticus 19:3).<br />
Elders v<strong>in</strong>den we bepal<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> het verlengde hiervan<br />
liggen, zoals dat men zijn ouders niet mag mishandelen<br />
(Exodus 21:15) of vervloeken (Exodus 21:17; Leviticus 20:9;<br />
Deuteronomium 27:16). En als de profeet Ezechiël over de<br />
zonden van Jeruzalem spreekt, noemt hij het verachten<br />
van de vader en de moeder <strong>in</strong> één adem met het uitbuiten<br />
van de vreemdel<strong>in</strong>g en het onrechtvaardig behandelen van<br />
weduwen en wezen.<br />
Dat dit alles gezegd wordt, is niet voor niets: blijkbaar was<br />
er op dit punt heel wat mis, anders zou dit noch <strong>in</strong> de oud-<br />
Israëlitische wetgev<strong>in</strong>g noch door de profeten worden<br />
gezegd. Maar waarom gaat het dan?<br />
Het eren van de vader en de moeder wordt meestal<br />
opgevat als een gehoorzaamheidsplicht van k<strong>in</strong>deren ten<br />
opzichte van hun ouders. Die gezagsrelatie speelt zeker<br />
mee, maar het gaat om meer of liever gezegd om iets diepers.<br />
De Tien Geboden vormen de afkondig<strong>in</strong>g van de<br />
bevrijd<strong>in</strong>g – God die het volk Israël uit het diensthuis<br />
Egypte, uit de slavernij geleid heeft. De Tien Geboden<br />
beogen deze bevrijd<strong>in</strong>g te waarborgen. De Israëlieten<br />
mogen niet opnieuw tot onvrijheid vervallen. In de oude<br />
Israëlitische samenlev<strong>in</strong>g behoren degenen tot de kwetsbare<br />
groepen die niet zelf meer <strong>in</strong> het agrarische bedrijf <strong>in</strong><br />
hun levenonderhoud kunnen voorzien. Ouderen behoorden<br />
tot die economisch niet-productieven. Tot de k<strong>in</strong>deren<br />
wordt daarom gezegd: schrijf je ouders niet af als zij door<br />
hun afnemende levenskracht niet zelf hun land meer<br />
kunnen bebouwen en het vee hoeden. Waar het om gaat <strong>in</strong><br />
het ‘eerbied tonen’ is heel concreet de verzorg<strong>in</strong>g van<br />
ouderen met voedsel en kled<strong>in</strong>g, het bieden van een woonverblijf,<br />
het geven van een respectvolle en waardige<br />
behandel<strong>in</strong>g en, als afsluit<strong>in</strong>g, een waardige begrafenis.<br />
Zo kunnen zij tot hun overlijden als bevrijde mensen blijven<br />
leven. Het gebod van het eren van de ouders en de<br />
Tien Geboden <strong>in</strong> hun geheel maken deel uit van de sociale<br />
wetgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Oude Testament. Deze was erop gericht<br />
om armoede te voorkomen en uit te bannen en om iedere<br />
Israëliet volwaardig lid van de gemeenschap te laten zijn.<br />
Dit gezichtspunt, dat elk mens ertoe doet, ongeacht leeftijd<br />
en economische productiviteit en nut, is een gezichtspunt<br />
dat voor alle tijden, ook de onze, van groot belang is.<br />
Daarbij gaat het om het bestrijden van armoede en het<br />
volwaardig deel uit kunnen maken van de gemeenschap.<br />
Hoe dit vorm krijgt, zal al naar gelang de omstandigheden<br />
variëren, maar de oproep blijft dezelfde.<br />
In het Nieuwe Testament worden deze lijnen doorgetrokken.<br />
De grondslag voor het diaconale handelen v<strong>in</strong>den we<br />
<strong>in</strong> Matteus 25:31-46, <strong>in</strong> de gelijkenis van het laatste oordeel.<br />
Deze zware kwalificatie – laatste oordeel - geeft aan<br />
dat hier de vraag <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is waar het nu echt op<br />
aankomt <strong>in</strong> het menselijke bestaan. Uit Jezus’ woorden
8<br />
blijkt dat de <strong>in</strong>zet voor hongerigen, dorstigen, vreemdel<strong>in</strong>gen,<br />
naakten, zieken en gevangenen de toetssteen vormt<br />
voor de waarachtigheid van het geloof. De ouderen worden<br />
<strong>in</strong> deze opsomm<strong>in</strong>g niet afzonderlijk genoemd, maar<br />
gezien de fysieke en daarmee ook sociale en economische<br />
kwetsbaarheid, behoorden zij toch om het met een hedendaags<br />
woord te zeggen tot de ‘risicogroepen’.<br />
De zes genoemde werken vormen samen met het begraven<br />
van de doden (overgenomen uit het jodendom: het niet<br />
krijgen van en goede begrafenis en het naamloos ten<br />
onder gaan <strong>in</strong> de geschiedenis was een schande) de zeven<br />
werken van barmhartigheid. Ze komen <strong>in</strong> de geschiedenis<br />
van het christendom tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> allerlei activiteiten,<br />
zoals <strong>in</strong> de opvang en verzorg<strong>in</strong>g van zieken, mensen met<br />
een handicap, zwervers, bedelaars en ook ouderen voor<br />
zover zij hulpbehoevend waren. Het middeleeuwse hospitaal,<br />
gasthuis, is daarvan een voorbeeld. Vanaf de latere<br />
Middeleeuwen lieten kerkelijke of burgerlijke armenbesturen<br />
hofjes bouwen of besteedden zij de behoeftigen uit aan<br />
de zogeheten ‘houvrouwen’, die tegen vergoed<strong>in</strong>g zorgbehoevenden<br />
<strong>in</strong> hun won<strong>in</strong>g, hun ‘houhuis’ opnamen. Weer<br />
later, vanaf de negentiende eeuw, beheerden diaconieën<br />
rusthuizen.<br />
BELEIDSONTWIKKELINGEN NA DE<br />
TWEEDE WERELDOORLOG 5<br />
Dit neemt niet weg dat voor veel ouderen hun bestaan<br />
verbonden was met bestaansonzekerheid, armoede en als<br />
vernederend ervaren afhankelijkheid van familie, kerk en<br />
armenzorg. Hoezeer dat alles gevoeld werd, blijkt uit de<br />
grote weerklank die de eerste algemene oude dagvoorzien<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> Nederland vond. Het g<strong>in</strong>g daarbij om de ‘noodwet-<br />
Drees’ uit 1947, genoemd naar de toenmalige m<strong>in</strong>ister van<br />
Sociale Zaken. Deze noodwet was de voorloper van de<br />
AOW, die met <strong>in</strong>gang van 1 januari 1957 werd <strong>in</strong>gevoerd.<br />
De wet paste <strong>in</strong> het ‘bejaardenbeleid’ (dat was toen de<br />
aanduid<strong>in</strong>g) van de eerste decennia na de Tweede Werel d-<br />
oorlog. Dit was vooral een huisvest<strong>in</strong>gs- en <strong>in</strong>komens beleid<br />
dat vorm kreeg <strong>in</strong> de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van rusthuizen (vanaf de<br />
<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wet op de bejaardenoorden <strong>in</strong> 1963<br />
bejaardentehuizen geheten) en de verwezenlijk<strong>in</strong>g van<br />
sociale zekerheid om de band tussen oud en arm te doorbreken.<br />
Dit beleid werd vooral centraal, door de landelijke<br />
overheid, gestuurd.<br />
Ook diaconieën waren hierbij actief betrokken. Zij namen<br />
het <strong>in</strong>itiatief tot het oprichten van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de zorg,<br />
bijvoorbeeld de ziekenzorg en de wijkverpleg<strong>in</strong>g. Veel<br />
diaconieën hadden na 1963 ook een eigen bejaardentehuis,<br />
waarvoor zij de bestuurlijke verantwoordelijkheid droegen.<br />
De visie die aan dit alles destijds ten grondslag lag, was<br />
dat bejaarden, ouden van dagen, recht hadden op rust na<br />
hun arbeidzaam leven. Daarom mochten zij zich terugtrekken<br />
uit de samenlev<strong>in</strong>g. Niet voor niets sprak men van<br />
rusthuizen.<br />
Vanaf de jaren zeventig veranderen het beeld en het beleid<br />
sterk. Het beleid wordt nu gericht op wat heet een ‘<strong>in</strong>tegraal<br />
ouderenbeleid’, dat wil zeggen: een samenstel van<br />
voorzien<strong>in</strong>gen moet ervoor zorgen dat ouderen zo lang<br />
mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren, dat hun<br />
zelfredzaamheid bevorderd wordt, dat zij maatschappelijk<br />
kunnen participeren en dat zij geïntegreerd zijn <strong>in</strong> de<br />
samenlev<strong>in</strong>g. Daartoe komen er bijvoorbeeld dienstencentra,<br />
wordt de Pas 65+ <strong>in</strong>gevoerd en verzorg<strong>in</strong>gstehuizen<br />
krijgen medezeggenschapscommissies. Ook volgen er<br />
aanzetten voor het zogeheten ‘substitutiebeleid’, waarbij<br />
verschillende stappen <strong>in</strong> de zorgverlen<strong>in</strong>g onderscheiden<br />
worden:<br />
− Allereerst moet je jezelf kunnen redden (zelfredzaamheid).<br />
− Dan is de vraag of en <strong>in</strong> hoeverre <strong>in</strong>formele hulp<br />
verleend kan worden door partner, k<strong>in</strong>deren of buren.<br />
− Als deze niet of maar gedeeltelijk mogelijk en toereikend<br />
is, volgt <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van professionele hulpverlen<strong>in</strong>g,<br />
vooral de thuiszorg.<br />
− Als sluitstuk, als iemand niet meer zelfstandig kan<br />
wonen, volgt opname <strong>in</strong> een verzorg<strong>in</strong>g- of verpleegtehuis.<br />
De nadruk moest komen te liggen op extramuraliser<strong>in</strong>g.<br />
Vanaf midden jaren negentig zien we een volgende<br />
beleidsfase optreden, die van ‘moderniser<strong>in</strong>g ouderenbeleid’.<br />
Dit houdt onder meer <strong>in</strong>:<br />
- Zorgvernieuw<strong>in</strong>g, die moet leiden tot ‘zorg op maat’. Dat<br />
wil zeggen dat de zorgvrager en niet degene die de zorg<br />
aanbiedt de zorg moet bepalen (van aanbodgestuurde<br />
naar vraaggestuurde zorg). De <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van het persoonsgebonden<br />
budget past hierbij.<br />
− De genoemde trits van het substitutiebeleid blijft van<br />
kracht: mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig<br />
kunnen blijven wonen en <strong>in</strong> hun eigen omgev<strong>in</strong>g blijven<br />
functioneren.<br />
− Verdwijnen van schotten (of het doorzichtig maken<br />
daarvan (transmuraliser<strong>in</strong>g) tussen de verschillende<br />
vormen van zorg, bijvoorbeeld door de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />
woon-zorgcomplexen, wijkmaaltijdvoorzien<strong>in</strong>gen, dagen<br />
nachtopvang; <strong>in</strong>tensieve 24-uursvoorzien<strong>in</strong>gen en<br />
dergelijke. Op dit terre<strong>in</strong> v<strong>in</strong>den allerlei vernieuw<strong>in</strong>gen<br />
en experimenten plaats.<br />
− Regionale <strong>in</strong>dicatiestell<strong>in</strong>g voor het totale pakket aan<br />
zorg om zo de objectiviteit <strong>in</strong> de toewijz<strong>in</strong>g zoveel<br />
mogelijk te kunnen garanderen.<br />
In de afgelopen jaren zijn vele nota’s en adviezen verschenen<br />
over het ouderenbeleid.<br />
De f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>valshoek is daar<strong>in</strong> prom<strong>in</strong>ent aanwezig, ook<br />
al wordt meestal nadrukkelijk gesteld dat vergrijz<strong>in</strong>g niet<br />
alleen of allereerst als een probleem gezien moet worden,<br />
maar dat het erom gaat tot een benader<strong>in</strong>g te komen waar<strong>in</strong><br />
ouderen zoveel mogelijk tot hun recht kunnen komen en<br />
5<br />
Het hierna volgende is terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> vele publicaties. Voor een algemeen overzicht van de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het beleid ten aanzien van welzijn en zorg: Ido de Haan/<br />
Jan Willem Duyvendak (red.), In het hart van de verzorg<strong>in</strong>gsstaat. Het M<strong>in</strong>isterie van Maatschappelijk Werk en zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS), 1952-2002, Zutphen<br />
2002.
9<br />
kunnen participeren <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. In de reger<strong>in</strong>gsnota<br />
Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g<br />
(2005) v<strong>in</strong>den we een <strong>in</strong>tegrale visie op het ouderenbeleid<br />
op het terre<strong>in</strong> van welzijn, zorg, <strong>in</strong>komen en wonen, die<br />
reken<strong>in</strong>g wil houden met de <strong>in</strong>dividuele wensen en behoeften<br />
onder de groeiende groep ouderen. De nota neemt<br />
afstand van de gedachte dat vergrijz<strong>in</strong>g vooral een<br />
problematische ontwikkel<strong>in</strong>g is. Vergrijz<strong>in</strong>g is een verrijk<strong>in</strong>g:<br />
“Mensen leven langer, blijven langer gezond, kunnen door<br />
veranderende omstandigheden langer aan het arbeidsproces<br />
deelnemen, zijn <strong>in</strong> toenemende mate hoger opgeleid,<br />
hebben <strong>in</strong> toenemende mate naast de AOW een aanvullend<br />
pensioen, vermogens, een eigen won<strong>in</strong>g. Vergrijz<strong>in</strong>g<br />
blijft een verrijk<strong>in</strong>g als we tijdig keuzes maken.” 6<br />
Volgens de nota is een aantal basiswaarden <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g.<br />
De belangrijkste is dat ouderen soevere<strong>in</strong>e en volwaardige<br />
burgers zijn, ook als belangrijke hulpbronnen voor een zelfstandig<br />
bestaan wegvallen. In de eerste plaats zijn mensen<br />
zelf verantwoordelijk om het verlies aan hulpbronnen te<br />
compenseren door daarvoor <strong>in</strong>dividuele voorzien<strong>in</strong>gen te<br />
treffen gedurende hun levensloop. Maar dat is niet iedereen<br />
gegeven. Dan is solidariteit vanuit de samenlev<strong>in</strong>g<br />
noodzakelijk om met respect en waardigheid die soevere<strong>in</strong>iteit<br />
aan elke oudere te waarborgen, zodat deze een<br />
zelfstandig leven kan leiden en aan het maatschappelijke<br />
en culturele leven kan deelnemen. In meer operationele<br />
termen geformuleerd, betekent dit voor het beleid dat:<br />
− activiteiten gestimuleerd worden om ouderen zo lang<br />
mogelijk gezond en fit te laten blijven (gezond en fit blijven);<br />
− ouderen <strong>in</strong> staat gesteld worden om, zo lang ze dat<br />
kunnen, een actieve bijdrage aan de samenlev<strong>in</strong>g te<br />
leveren (arbeidsparticipatie, vrijwilligerswerk, mantelzorg,<br />
meepraten en <strong>in</strong>itiatieven nemen) (meedoen <strong>in</strong><br />
rechten en plichten);<br />
− ouderen over voldoende f<strong>in</strong>anciële middelen beschikken<br />
(voldoende <strong>in</strong>komen);<br />
− ouderen beschikken over adequate woonvoorzien<strong>in</strong>gen,<br />
afgestemd op hun <strong>in</strong>dividuele behoeften en ondersteund<br />
door zorgvoorzien<strong>in</strong>gen op maat (geschikte won<strong>in</strong>gen);<br />
− ouderen zich ook <strong>in</strong> fysieke z<strong>in</strong> vrijelijk en veilig kunnen<br />
bewegen <strong>in</strong> hun leefomgev<strong>in</strong>g (vrij bewegen);<br />
− ouderen verzekerd zijn van voldoende en kwalitatief<br />
goede zorg (zorg verzekerd);<br />
− ouderen waardig moeten kunnen sterven (waardig<br />
sterven).<br />
Bij de verwezenlijk<strong>in</strong>g van de doelstell<strong>in</strong>g participatie ligt <strong>in</strong><br />
de nota de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de<br />
burger en de verbanden waarvan hij/zij deel uitmaakt.<br />
De nota stelt dat dit mogelijk is omdat het beeld van de<br />
behoeftige en we<strong>in</strong>ig mondige oudere niet meer klopt;<br />
ouderen vormen immers een gedifferentieerde categorie.<br />
Leeftijd wordt steeds m<strong>in</strong>der een criterium dat onderscheidt.<br />
Ook is deze nadruk op eigen verantwoordelijkheid<br />
nodig omdat bij ongewijzigd beleid zowel de oudedagsvoorzien<strong>in</strong>g<br />
als de zorg steeds verder onder f<strong>in</strong>anciële druk<br />
zullen komen te staan.<br />
Een andere beleidslijn die beoogt een betere afstemm<strong>in</strong>g<br />
op behoeften mogelijk te maken, is de overhevel<strong>in</strong>g van<br />
verantwoordelijkheden naar burgerlijke gemeenten.<br />
Alle genoemde beleidslijnen v<strong>in</strong>den we terug <strong>in</strong> de Wet<br />
Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g (WMO), die het parlement<br />
<strong>in</strong> 2006 aannam en die op 1 januari 2007 van kracht<br />
werd. De burgerlijke gemeenten hebben daarmee veel<br />
meer beleidsverantwoordelijkheid gekregen op het terre<strong>in</strong><br />
van zorg en welzijn. Deze wet heeft als gevolg dat degenen<br />
die actief zijn op het terre<strong>in</strong> van ouderen nog meer dan<br />
voorheen met de plaatselijke overheid te maken zullen<br />
krijgen. Deze wet legt namelijk de beleidsbepal<strong>in</strong>g en de<br />
regiefunctie op het terre<strong>in</strong> van zorg en welzijn <strong>in</strong> belangrijke<br />
mate bij de burgerlijke gemeente. Dat geldt ook voor<br />
veel ouderenwerk.<br />
Zo komt er één loket voor <strong>in</strong>formatie, advies en cliëntondersteun<strong>in</strong>g<br />
en valt de ondersteun<strong>in</strong>g van mantelzorg en<br />
vrijwilligerswerk onder het gemeentelijke beleid. Daarbij<br />
valt te denken aan vrijwilligershulpdiensten, klussendienst,<br />
steunpunt mantelzorg, de organisatie van respijtzorg (zodat<br />
mantelzorgers tijdelijk ontlast worden) en dergelijke.<br />
De WMO benoemt ook de gemeentelijke verantwoordelijkheid<br />
voor het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke<br />
verkeer en het zelfstandig functioneren van<br />
mensen met beperk<strong>in</strong>gen, mensen met chronisch psychische<br />
problemen en mensen met psychosociale problemen.<br />
Hieronder vallen voorzien<strong>in</strong>gen voor ouderen, de toegankelijkheid<br />
van openbare ruimtes en gebouwen, mobiliteitszaken,<br />
aangepast en levensloopbestendig bouwen, schuldhulpverlen<strong>in</strong>g<br />
en het m<strong>in</strong>imabeleid. In het verlengde<br />
hiervan liggen de voorzien<strong>in</strong>gen voor mensen met een<br />
fysieke of psychosociale beperk<strong>in</strong>g, zodat zij zelfstandig<br />
kunnen meedoen. Te denken valt aan hulp bij huishoudelijke<br />
zorg, rolstoelen, scootmobielen, vervoersvoorzien<strong>in</strong>gen,<br />
woonvoorzien<strong>in</strong>gen, begeleid<strong>in</strong>g zelfstandig wonen,<br />
dagbested<strong>in</strong>g, en maaltijdvoorzien<strong>in</strong>gen. Bij dat alles wordt<br />
een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid<br />
van burgers en op de netwerken van gez<strong>in</strong>, familie,<br />
buren, vrienden en maatschappelijke organisaties.<br />
Met de WMO komt het ouderenbeleid en -werk <strong>in</strong> een<br />
nieuwe fase die nog grotendeels vorm moet krijgen.<br />
6<br />
M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g (Nota Ouderenbeleid 19-4-2005), pp. 3/ 4. Voor het volgende, zie pp.<br />
35/36.
HOOFDSTUK 2<br />
KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />
11<br />
INLEIDING<br />
Om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> de activiteiten die gemeenten van de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe<br />
ontplooien voor en met ouderen is een ‘Vragenlijst kerk & ouderen’ opgesteld en verstuurd (zie: Bijlage).<br />
In grote trekken waren daar<strong>in</strong> de volgende clusters van vragen opgenomen:<br />
− Is er een ouderenbeleid, op wie richt zich dat en wordt er met andere kerken samengewerkt?<br />
− Ouderen als vrijwilligers <strong>in</strong> de kerk en bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsactiviteiten voor en door ouderen.<br />
− Activiteiten op het terre<strong>in</strong> van zorg en ondersteun<strong>in</strong>g.<br />
− Aandacht voor zorgverleners.<br />
− Samenwerk<strong>in</strong>g en contacten.<br />
− Geestelijke verzorg<strong>in</strong>g.<br />
− F<strong>in</strong>anciële steunverlen<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties.<br />
− Signaler<strong>in</strong>g naar politiek en samenlev<strong>in</strong>g.<br />
Met de vragenlijst is geprobeerd een zo breed mogelijk veld van activiteiten te bestrijken. Daarbij moet opgemerkt worden<br />
dat anders dan de <strong>in</strong> het ‘Woord vooraf’ genoemde eerder verrichte onderzoeken dit onderzoek zich niet tot het diaconaat<br />
beperkt, maar zich ook richt op pastoraat, vorm<strong>in</strong>gs- en toerust<strong>in</strong>gswerk en nog andere werkzaamheden. In de praktijk<br />
blijkt namelijk dat de activiteiten niet eenduidig onder één noemer zijn te brengen en <strong>in</strong> elkaar overlopen.<br />
VERSTUURDE VRAGENLIJSTEN EN RESPONS<br />
Op 4 april 2005 verstuurde de Protestantse Gereformeerde Sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gopbouw en Jeugdwerk Drenthe<br />
ook namens het Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen-Drenthe en <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong> de ‘Vragenlijst kerk en ouderen’ naar<br />
de gemeenten die deel uitmaken van de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe. In totaal betrof het 270 gemeenten.<br />
Deze gemeenten konden een Protestantse Gemeente zijn (72), een Hervormde Gemeente (109, <strong>in</strong>clusief 12 hervormde<br />
Evangelisaties), een Gereformeerde <strong>Kerk</strong> (84) of een Evangelisch-Lutherse Gemeente (5).<br />
In totaal werden 133 lijsten <strong>in</strong>gestuurd, waarvan er 8 niet <strong>in</strong>gevuld waren, 35 afkomstig waren van een Protestantse<br />
Gemeente, 44 van een Hervormde Gemeente, 45 van een Gereformeerde <strong>Kerk</strong> en 1 anders. Dit is een hoge score: bijna de<br />
helft van de aangeschrevenen heeft gereageerd en dat geldt <strong>in</strong> grote lijnen voor de onderscheiden deelpopulaties met<br />
uitzonder<strong>in</strong>g van de Evangelisch-Lutherse Gemeenten. De onderzoeksresultaten hoeven dus niet op hen van toepass<strong>in</strong>g<br />
te zijn.<br />
Bij de weergave is grotendeels het stramien van de vragenlijst gevolgd. Indien nodig wordt de desbetreffende vraag nog<br />
nader toegelicht. De percentages zijn omwille van de leesbaarheid afgerond (beneden 0,5 naar beneden; 0,5 en hoger<br />
naar boven).
12<br />
I - <strong>OUDEREN</strong>BELEID<br />
BELEID EN ACTIVITEITEN<br />
Iets meer dan een kwart van de respondenten geeft aan<br />
een gericht ouderenbeleid te voeren voor de gehele<br />
gemeente (34 van de 133= 26%).<br />
Bij beleid gericht op specifieke activiteiten spr<strong>in</strong>gt het<br />
bezoekwerk eruit. Ouderen boven 70, 75 of 80 jaar krijgen<br />
verjaardagsbezoek. Ook v<strong>in</strong>dt er bezoek plaats bij ziekte,<br />
opname <strong>in</strong> een ziekenhuis, bij feestdagen (zoals met Kerstmis<br />
het brengen van kerstattenties, met Pasen de paasgroet),<br />
op ziekenzondag (brengen van een bloemetje) of<br />
worden ouderen zonder directe aanleid<strong>in</strong>g bezocht. Soms is<br />
er gericht ouderenpastoraat. Dit bezoekwerk wordt verricht<br />
door predikanten, kerkelijk werkers, pastorale medewerkers,<br />
zusters (<strong>in</strong> het kader van de zogeheten ‘zusterhulp’),<br />
bezoekcommissies, de Hervormde Vrouwen Dienst (HVD),<br />
ouderl<strong>in</strong>gen (soms zijn er ‘bezoekouderl<strong>in</strong>gen’ of ‘ouderenouderl<strong>in</strong>gen’),<br />
damescomités en diakenen. Dit bezoek v<strong>in</strong>dt<br />
plaats bij ouderen die zelfstandig wonen, <strong>in</strong> speciale woonvoorzien<strong>in</strong>gen<br />
zoals bejaardenwon<strong>in</strong>gen en bij hen die <strong>in</strong> en<br />
verzorg<strong>in</strong>gs- of verpleegtehuis wonen. Eén keer wordt<br />
groothuisbezoek voor ouderen genoemd als activiteit.<br />
Een andere activiteit die genoemd wordt, is de organisatie<br />
van ontmoet<strong>in</strong>gen, zoals koffiedr<strong>in</strong>ken (soms is dit voor alle<br />
leeftijden), contactmiddagen (meestal wordt de middag<br />
genoemd, en enkele keer de ochtend), bijbelkr<strong>in</strong>g, het<br />
samenzijn na de kerkdienst <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gs- of verpleegtehuis,<br />
kerstmiddagen, ouderengespreksgroepen, seniorenmaaltijden,<br />
gezelligheidsspelen. De bijeenkomsten kunnen<br />
een bez<strong>in</strong>nend karakter hebben, gericht zijn op ontspann<strong>in</strong>g<br />
of een comb<strong>in</strong>atie van deze vormen hebben. Daarbij<br />
wordt ook genoemd de aandacht voor hulpvragen, die <strong>in</strong><br />
de gesprekken naar voren kunnen komen.<br />
Naast de recreatieve activiteiten die tijdens bijeenkomsten<br />
plaatsv<strong>in</strong>den, zijn er de uitstapjes en de reisjes.<br />
De kerkdienst vervult een functie <strong>in</strong> het geven van aandacht<br />
en het onderhouden van contact vanuit de kerkelijke<br />
gemeente met ouderen. Het kan gaan om de organisatie<br />
van vier<strong>in</strong>gen en diensten <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>g- en verpleegtehuizen,<br />
de bloemengroet, de kerktelefoon, speciale vier<strong>in</strong>gen<br />
met Kerstmis en Pasen en huisavondmaal. Naast de zondagse<br />
kerkdienst zijn er soms kerkdiensten door de week<br />
of een s<strong>in</strong>g-<strong>in</strong>n. Net als bij de zondagse kerkdienst wordt er<br />
dan voor vervoer gezorgd voor hen die dat wensen.<br />
In verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen v<strong>in</strong>den gericht activiteiten<br />
plaats <strong>in</strong> de vorm van ouderenpastoraat en bezoekwerk,<br />
de organisatie van kerkdiensten en vier<strong>in</strong>gen, de<br />
organisatie van gesprekskr<strong>in</strong>gen of bijeenkomsten gericht<br />
op ontspann<strong>in</strong>g.<br />
Enige malen worden activiteiten genoemd gericht op het<br />
geven van advies, <strong>in</strong>formatie en hulp (maaltijdvoorzien<strong>in</strong>g,<br />
klussendienst).<br />
Enige keren wordt aangegeven dat ouderen gericht aangezocht<br />
worden om vrijwilligerswerk te doen <strong>in</strong> de kerkelijke<br />
gemeente.<br />
Samengevat is er het volgende overzicht van de specifieke<br />
activiteiten waarop beleid gevoerd wordt te geven (het<br />
aantal respondenten dat aangaf beleid op specifieke terre<strong>in</strong>en<br />
te voeren bedroeg 53; respondenten konden meer<br />
activiteiten aangeven):<br />
Bezoekwerk 26<br />
Ontmoet<strong>in</strong>gen 17<br />
<strong>Kerk</strong>diensten 10<br />
Activiteiten <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen 9<br />
Uitjes 5<br />
Hulp en advies 4<br />
Inschakelen <strong>in</strong> de gemeente 3<br />
<strong>OUDEREN</strong> NAAR LEEFTIJD<br />
Het begrip ‘ouderen’ is rekbaar. Het hangt van de <strong>in</strong>valshoek<br />
en def<strong>in</strong>itie af welke leeftijdsgroepen er al dan niet<br />
onder vallen. Zo kan men lid worden van een ouderenbond<br />
als men vijftig jaar is. Het Sociaal en Cultureel Planbureau<br />
(SCP) maakt <strong>in</strong> zijn rapportages onderscheid tussen 55 tot<br />
64-jarigen en 65+ers. Het nadeel van zo’n betrekkelijk jonge<br />
leeftijdsgrens is volgens het SCP dat de groep ouderen<br />
zeer divers is. 7 Zij kan hoogbejaarde ouderen met veel<br />
lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen omvatten en relatief jongere<br />
ouderen met thuiswonende k<strong>in</strong>deren. Onder deze categorie<br />
jongere ouderen is er echter ook een groep die op<br />
jongere leeftijd lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen onderv<strong>in</strong>dt: 27%<br />
van de 55-plussers met matige of ernstige beperk<strong>in</strong>gen is<br />
tussen de 55 en 64 jaar. Niet voor niets wordt de leeftijdsgrens<br />
om voor een ouderenwon<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te<br />
komen vaak bij 55 jaar gelegd. Ook kan door deze lage<br />
grens nagegaan worden <strong>in</strong> hoeverre ouderen vooruit lopen<br />
op toekomstige beperk<strong>in</strong>gen.<br />
Op verzoek van het m<strong>in</strong>isterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
verscheen het rapport Verkenn<strong>in</strong>g Levensloop.<br />
Beleidsopties voor leren, werken, zorgen en wonen. 8<br />
Dit rapport betoogt dat er steeds m<strong>in</strong>der sprake is van de<br />
standaardlevensloop van 1e fase (jeugd, 0-20 jaar), 2e fase<br />
(volwassenheid, 20-65 jaar), 3e fase (ouderdom, 65-gemiddeld<br />
75 jaar). In elke fase stond steeds per levensfase één<br />
activiteit centraal, te weten respectievelijk: leren, dan<br />
werken (voor mannen) of zorgen (voor vrouwen) en daarna<br />
pensioner<strong>in</strong>g en ouderdom. Tegenwoordig is er steeds<br />
meer sprake van diversiteit <strong>in</strong> levenslopen, waarbij activiteiten<br />
<strong>in</strong> wisselende comb<strong>in</strong>aties voorkomen.<br />
7<br />
M.M.Y. De Klerk (red.), Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen. Rapportage ouderen 2004, Den Haag mei 2004, pp. 4/5. Vgl. ook de laatst verschenen rapportage:<br />
Alice H. de Boer (red.), Rapportage ouderen 2006. Verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de leefsituatie en levensloop, Den Haag juni 2006.<br />
8 Zie voor een weergave van dit rapport en een kritische weg<strong>in</strong>g hiervan: Joep Dohmen/Frits de Lange (red.)., Moderne levens lopen niet vanzelf. Het nu volgende is<br />
hierop gebaseerd.
13<br />
Onderscheiden worden vijf levensfasen: 1e fase (vroege<br />
jeugd, 0-15 jaar), 2e fase (jongvolwassenheid, 15-30 jaar),<br />
3e fase (consolidatie en ‘spitsuur’, 30-60 jaar), 4e fase<br />
(actieve ouderdom, 60-80 jaar – en ouder), 5e fase (<strong>in</strong>tensieve<br />
verzorg<strong>in</strong>g, ouder dan 80 jaar). Deze levensloop<br />
wordt gekarakteriseerd als ‘keuzebiografie’: burgers hebben<br />
keuzevrijheden bij de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van hun eigen levensloop<br />
en kunnen daarbij eigen comb<strong>in</strong>aties van activiteiten<br />
realiseren. De overheid zou dit moeten ondersteunen door<br />
overbelast<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de middenfase tegen te gaan (bijvoorbeeld<br />
k<strong>in</strong>deropvang), onderbenutt<strong>in</strong>g van de vierde levensfase<br />
(bijvoorbeeld bevorder<strong>in</strong>g arbeidsdeelname van oudere<br />
werknemers) en door onderbenutt<strong>in</strong>g van ‘menselijk<br />
kapitaal’ tegen te gaan (levenslang leren). De vraag die bij<br />
dit alles onder meer gesteld wordt, is of mensen werkelijk<br />
zo ondernemend zijn en keuzevrijheid hebben als het<br />
begrip ‘keuzebiografie’ suggereert.<br />
In de kab<strong>in</strong>etsnota Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de<br />
vergrijz<strong>in</strong>g wordt de grens van de AOW – 65 jaar dus –<br />
gekozen. 9 Zij beklemtoont echter dat s<strong>in</strong>ds Bismarck <strong>in</strong> het<br />
laatste kwart van de negentiende eeuw de pensioengerechtigde<br />
leeftijd <strong>in</strong> Duitsland op 65 jaar stelde, de oudere<br />
er wat betreft gezondheid en welvaart sterk op vooruit is<br />
gegaan. Leeftijd wordt aldus het kab<strong>in</strong>et steeds m<strong>in</strong>der een<br />
ijkpunt en de betekenis van het magische getal 65 is aan<br />
het verdwijnen. Voor zijn beleidsnota liet het kab<strong>in</strong>et een<br />
belev<strong>in</strong>gsonderzoek onder de bevolk<strong>in</strong>g uitvoeren. Daaruit<br />
bleek dat 85% van de bevolk<strong>in</strong>g bij ‘oud’ aan boven de 70<br />
denkt. Ook blijkt dat naarmate men ouder is men de leeftijd<br />
waarop men iemand echt oud v<strong>in</strong>dt, opschuift. Zestigplussers<br />
zijn geneigd 80 als de grens voor oud te zien.<br />
Uit de antwoorden op deze vragenlijst blijkt dat van de<br />
respondenten die aan ouderenwerk doen een aanzienlijk<br />
deel geen specifieke leeftijdsgrens hanteert: zij richten<br />
zich op alle ouderen zonder daarbij een nadere leeftijd aan<br />
te geven. Op de groep 50-65 jaar en 65-75 jaar richt zich<br />
een kle<strong>in</strong>e m<strong>in</strong>derheid. Een aanzienlijke m<strong>in</strong>derheid, die<br />
echter m<strong>in</strong>der omvangrijk is dan de categorie ‘alle ouderen’,<br />
richt zich op de hoogbejaarden, de 75+ers.<br />
Aantal gemeenten dat zich richt op specifieke leeftijdsgroepen<br />
(N=133) (meerdere antwoorden per respondent<br />
mogelijk):<br />
50-65 jaar 5 (4%)<br />
65-75 jaar 16 (12%)<br />
OOK <strong>OUDEREN</strong> BUITEN DE <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTE?<br />
Uit de antwoorden blijkt dat een m<strong>in</strong>derheid zich ook richt<br />
op ouderen buiten de eigen kerkelijke gemeente. 22, dat wil<br />
zeggen, 17%, van de 133 respondenten, geeft aan dit te<br />
doen.<br />
SAMENWERKING MET ANDERE KERKEN?<br />
Een m<strong>in</strong>derheid – 33, dat is 25% - werkt met andere kerken<br />
samen. Het merendeel hiervan heeft betrekk<strong>in</strong>g op de<br />
samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd. Deze<br />
wordt 23 x genoemd. De samenwerk<strong>in</strong>g heeft veelal<br />
betrekk<strong>in</strong>g op ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten, activiteiten met<br />
Kerstfeest en Pasen, ouderenuitstapjes, diensten <strong>in</strong> het<br />
verzorg<strong>in</strong>gstehuis en activiteiten op sociaal en diaconaal<br />
gebied.<br />
Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het verband van de Raad van <strong>Kerk</strong>en<br />
wordt 3x genoemd en heeft betrekk<strong>in</strong>g op ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten,<br />
kerstvier<strong>in</strong>g en ziekenzondag.<br />
Als vormen van <strong>in</strong>terkerkelijke samenwerk<strong>in</strong>g komt ook<br />
voor die tussen hervormd, gereformeerd, christelijk<br />
gereformeerd, gereformeerd vrijgemaakt, baptisten,<br />
evangelische gemeenten (8 x genoemd). Deze heeft vooral<br />
betrekk<strong>in</strong>g op kerkdiensten <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis, ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten,<br />
activiteiten met Kerstfeest en Pasen<br />
en de jaarlijkse busreis.<br />
De Rooms-katholieke <strong>Kerk</strong> komt 4x voor <strong>in</strong> de benoem<strong>in</strong>g<br />
van samenwerk<strong>in</strong>g. Deze heeft dan betrekk<strong>in</strong>g op kerstfeest<br />
en De Zonnebloem (rooms-katholieke vrijwilligersorganisatie<br />
voor hulp aan zieken, gehandicapten en<br />
ouderen).<br />
Twee keer wordt het pastoorsoverleg genoemd. Dit heeft<br />
betrekk<strong>in</strong>g op diensten <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gstehuizen, op het<br />
signaleren van noden en de organisatie van groepswerk.<br />
CONCLUSIE<br />
Een m<strong>in</strong>derheid van de kerken voert een gericht ouderenbeleid.<br />
Eveneens een, zij het iets grotere, m<strong>in</strong>derheid voert<br />
een beleid voor concrete activiteiten. Het merendeel<br />
hiervan betreft het bezoekwerk, waarna als belangrijkste<br />
categorieën ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten en kerkdiensten<br />
volgen. Er is <strong>in</strong> de meerderheid van de gemeenten geen<br />
specifiek beleid gericht op categorieën ouderen naar leeftijd.<br />
Men richt zich voor het merendeel op de eigen kerkleden.<br />
Gemeenten verrichten activiteiten <strong>in</strong> de meerderheid<br />
van de gevallen op zichzelf (wellicht hangt dat samen<br />
met de gerichtheid op de eigen kerkleden). Als er sprake is<br />
van samenwerk<strong>in</strong>g betreft dat voor het overgrote deel de<br />
samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd.<br />
75+ers 42 (32%)<br />
alle ouderen 50 (45%)<br />
9<br />
Voor het volgende: Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g, pp. 12/13.
14<br />
II – INZET VAN <strong>OUDEREN</strong> ALS VRIJWILLIGER<br />
De visie op ouderen was vroeger dat zij na een arbeidzaam<br />
leven recht hadden op rust. Niet voor niets sprak men van<br />
‘rusthuizen’. Bejaarden mochten zich terugtrekken uit de<br />
samenlev<strong>in</strong>g en werden daartoe gestimuleerd door regel<strong>in</strong>gen<br />
en de heersende opvatt<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. Deze<br />
laatste deelde men overigens meestal. In jargon noemt<br />
men dat ‘social disengagement’. Het beeld is nu sterk veranderd.<br />
10 Vele ouderen zijn langer actief <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g,<br />
vooral <strong>in</strong> de periode tussen 55 en 75 jaar. Zij besteden hun<br />
vrije tijd vooral aan hun directe sociale omgev<strong>in</strong>g (zoals<br />
hulp aan k<strong>in</strong>deren en kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren) en aan hun eigen wensen<br />
en <strong>in</strong>teresses (zoals reizen en recreatieve activiteiten).<br />
Ook is een groot deel van de ouderen daarnaast actief <strong>in</strong><br />
vrijwilligersorganisaties: 45% van hen is betrokken bij<br />
vrijwilligerswerk, vooral <strong>in</strong> kerk, sport of verzorg<strong>in</strong>g.<br />
Bovendien is 40% van hen betrokken bij <strong>in</strong>formele hulp, de<br />
zogeheten mantelzorg. Bij de factoren die de deelname<br />
aan maatschappelijke activiteiten beïnvloeden, behoren<br />
opleid<strong>in</strong>g (hoger opgeleiden meer dan lager opgeleiden) en<br />
kerkelijke betrokkenheid. Degenen die kerkelijk actief zijn,<br />
doen meer aan maatschappelijke activiteiten dan nietkerkleden<br />
en degenen die alleen <strong>in</strong> naam kerklid zijn.<br />
HOE ZIT HET NU MET DE INZET VAN <strong>OUDEREN</strong> IN DE<br />
KERK IN GRONINGEN EN DRENTHE?<br />
Van de 133 gemeenten die gereageerd hebben, vragen er<br />
30 (23%) gericht ouderen voor het verrichten van kerkelijke<br />
activiteiten en het vervullen van functies. Het betreft dan<br />
vooral concrete activiteiten, zoals het brengen van een<br />
groet met Kerst en Pasen naar ouderen. Ook komt het voor<br />
dat men de PCOB vraagt voor activiteiten, zoals het verzorgen<br />
van een middagsluit<strong>in</strong>g.<br />
Van de overige gemeenten, die niet gericht ouderen vragen,<br />
geven er 20 wel concrete activiteiten aan waarvoor<br />
ouderen worden gevraagd. Daarbij gaat het om ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten,<br />
de rommelmarkt, bezoekwerk, het<br />
onderhouden van de plaatselijke begraafplaats <strong>in</strong> het vooren<br />
najaar, de Plusbus (bus voor ouderen) en reisjes. Terwijl<br />
ook de ouderenbonden, en <strong>in</strong> het bijzonder de PCOB,<br />
worden genoemd.<br />
Bij de ondersteun<strong>in</strong>g van activiteiten van ouderen zelf<br />
geven 23 gemeenten (17%) aan dit te doen, waarbij naast<br />
de ouderenbonden concrete activiteiten genoemd worden<br />
<strong>in</strong> de sfeer zoals zojuist aangegeven.<br />
Als het gaat om bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsactiviteiten voor en door ouderen<br />
zelf, dan kunnen deze plaatsv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het kader van<br />
speciaal daartoe belegde bijeenkomsten, zoals gespreksgroepen,<br />
leerhuizen, cursussen, bijbelkr<strong>in</strong>g, groothuisbezoek<br />
en dergelijke. Deze worden 24x genoemd.<br />
Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g kan ook plaatsv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> een ouderensociëteit,<br />
ouderenmiddagen, ontmoet<strong>in</strong>gsdagen, <strong>in</strong>loopmiddagen en<br />
‘eet-<strong>in</strong>s’, contactmiddagen en gemeentegroeigroepen (13x<br />
genoemd).<br />
Afzonderlijk is te noemen het netwerk van vrouwenverenig<strong>in</strong>gen<br />
(genoemd worden Gereformeerde Vrouwenverenig<strong>in</strong>g,<br />
Passage, zusterkr<strong>in</strong>gen, soms zonder naamsaanduid<strong>in</strong>g,<br />
10x).<br />
Genoemd wordt ook de PCOB (5x).<br />
De vier<strong>in</strong>gen, weeksluit<strong>in</strong>gen, veelal <strong>in</strong> een verzorg<strong>in</strong>gstehuis,<br />
worden ook nadrukkelijk als moment van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g<br />
genoemd (8x).<br />
Over de activiteiten van ouderen <strong>in</strong> de gemeente wordt nog<br />
door enige respondenten opgemerkt dat er niet specifiek<br />
ouderen voor activiteiten gevraagd worden, maar dat er<br />
een algemene benader<strong>in</strong>g is. Er wordt daarbij op gewezen<br />
dat het moeilijk is om ouderen onder één noemer te<br />
brengen: sommigen zijn nog gezond en vitaal tot op hoge<br />
leeftijd, terwijl anderen al veel jonger met beperk<strong>in</strong>gen te<br />
kampen hebben. Met andere woorden: men denkt niet <strong>in</strong><br />
categorieën, maar kijkt naar welke mogelijkheden en<br />
beperk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>dividuele kerkleden hebben.<br />
Weer en andere opmerk<strong>in</strong>g is dat de gemeente vergrijsd is<br />
en dat daarom het meeste werk door ouderen wordt<br />
gedaan. Er moet juist tegen gewaakt worden dat dit werk<br />
een belast<strong>in</strong>g voor hen wordt, omdat anderen het werk niet<br />
overnemen.<br />
CONCLUSIE<br />
De meeste gemeenten schakelen niet gericht ouderen <strong>in</strong>.<br />
Waar dat wel gebeurt, betreft dat veelal concrete activiteiten.<br />
Opvallend is dat het vragen voor functies nauwelijks<br />
vermeld wordt. Het beeld van gemeenten die niet gericht<br />
vragen wijkt hier niet veel vanaf: ook zij vermelden vooral<br />
concrete activiteiten. Wellicht heeft dit ermee te maken dat<br />
men niet specifiek zoekt naar ouderen, maar wel vaak bij<br />
hen uitkomt, omdat vele gemeenten een leeftijdsopbouw<br />
kennen waar<strong>in</strong> ouderen oververtegenwoordigd zijn en<br />
omdat ouderen meer tijd hebben dan jongere generaties.<br />
Dat laatste sluit aan bij het algemene landelijke beeld wat<br />
betreft vrijwilligerswerk.<br />
Een beperkt aantal gemeenten geeft ondersteun<strong>in</strong>g aan<br />
activiteiten van ouderen zelf.<br />
Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g blijkt een onlosmakelijk onderdeel te zijn van het<br />
kerkelijk werk, hetzij als specifieke activiteit (soms opgenomen<br />
<strong>in</strong> het algemene werk van de gemeente), hetzij als<br />
onderdeel van ontmoet<strong>in</strong>gswerk. Uitdrukkelijk moet erop<br />
gewezen worden dat het circuit van vrouwenorganisaties<br />
hier<strong>in</strong> een functie vervult.<br />
10<br />
Zie voor een overzicht: K. Breedveld/M. De Klerk/J. De Hart, ‘Ouderen en maatschappelijke <strong>in</strong>zet’, <strong>in</strong>: Mogen ouderen ook meedoen,<br />
RMO Advies 33, december 2004, pp. 103-192; Alice de Boer (red.), Rapportage ouderen 2006, pp. 215 e.v.; 245 e.v..
15<br />
III – ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG EN ONDERSTEUNING<br />
Welke activiteiten ontplooien gemeenten? Allereerst<br />
worden de activiteiten op het terre<strong>in</strong> van zorg en ondersteun<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> beeld gebracht.<br />
PASTORAAT<br />
B<strong>in</strong>nen gemeenten is pastoraat een kernactiviteit.<br />
Het pastoraat wordt verricht door:<br />
Predikanten<br />
Predikanten die pastoraat verrichten (N=133)<br />
ja: 100 (75%)<br />
nee: 33 (25%)<br />
In het geval dat de predikant geen pastoraat verricht, heeft<br />
dat te maken met vacatures of met de afspraak dat anderen<br />
(pastoraal medewerkers, kerkenraad, bezoekgroep) dit<br />
doen. Eén gemeente meldt dat de predikant verscheidene<br />
keren gevraagd is om op bezoek te gaan, maar daar niets<br />
mee doet. In het overgrote deel van de gemeenten is de<br />
predikant bij het pastoraat betrokken.<br />
Daarbij gaat het vrijwel altijd om het afleggen van bezoek.<br />
Enige malen is dat ook huisbezoek aan specifieke groepen<br />
ouderen, te weten: 75+ers (2x vermeld), 80+ers (3x vermeld)<br />
en 85+ers (1x vermeld). Vaak leggen predikanten<br />
bezoek af bij moeilijke, verdrietige of juist vreugdevolle<br />
momenten <strong>in</strong> het bestaan. Deze doen zich niet exclusief bij<br />
ouderen voor, maar blijkbaar wegens de vermeld<strong>in</strong>gen wel<br />
relatief veel bij hen. Bij hun pastorale werkzaamheden valt<br />
te denken aan ziekenbezoek, bezoek <strong>in</strong> het ziekenhuis,<br />
stervensbegeleid<strong>in</strong>g, overlijdensdienst en de nazorg, rouwbezoek,<br />
verjaardagen, gedenkdagen, jubilea (40x expliciet<br />
vermeld). De specifieke expertise van predikanten wordt<br />
benut als het gaat om ‘moeilijke gevallen’ en crisispastoraat<br />
(9x genoemd).<br />
Naast het <strong>in</strong>dividuele pastoraat zijn er collectieve vormen<br />
van pastoraat of worden collectieve activiteiten daartoe<br />
ook mede door de predikant benut:<br />
− groepsgesprekken (14x)<br />
− groothuisbezoek (7x)<br />
− gesprekken na afloop van de kerkdienst bij het koffiedr<strong>in</strong>ken<br />
(vooral <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gstehuizen) (6x)<br />
− kerst- en paasvier<strong>in</strong>gen (4x)<br />
− koffieochtenden (2x)<br />
– de maaltijdgroep (1x)<br />
− het reisje (1x)<br />
Ouderl<strong>in</strong>gen<br />
Ouderl<strong>in</strong>gen die pastoraat verrichten (N=133)<br />
ja: 108 (81%)<br />
nee: 25 (19%)<br />
Opvallend is dat ouderl<strong>in</strong>gen iets meer pastoraal werk<br />
doen dan predikanten. Ook zij leggen vrijwel allemaal<br />
bezoeken af. Ook hier wordt meer dan eens expliciet ver-<br />
meld dat dit gebeurt bij moeilijke, verdrietige en vreugdevolle<br />
momenten <strong>in</strong> het bestaan (47x). Soms worden specifieke<br />
leeftijdsgroepen bezocht: 70+ers (1x), 75+ers (2x) en<br />
80+ers (1x). Het brengen van de bloemen na de kerkdienst<br />
(1x), van de kerstattentie (1x) en het rondbrengen van het<br />
kerkblad en liturgieën (1x) kunnen benut worden voor<br />
pastoraal contact. In verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen en<br />
<strong>in</strong> een woonzorgcomplex zijn ouderl<strong>in</strong>gen bij pastoraat<br />
betrokken (4x).<br />
Naast de <strong>in</strong>dividuele bezoeken is er het pastoraat tijdens<br />
collectieve activiteiten, zoals: groothuisbezoek (13x)<br />
− wijkbijeenkomsten (3x)<br />
− kerkdiensten en begrafenissen (3x)<br />
− gesprekskr<strong>in</strong>gen (2x)<br />
− koffieochtend (1x)<br />
− contactmiddag (1x)<br />
Ook voor ouderl<strong>in</strong>gen geldt dat niet alle bezoeken aan<br />
ouderen als zodanig gebracht worden, maar dat zij uiteraard<br />
ouderen <strong>in</strong> het kader van activiteiten of bezoeken<br />
ontmoeten (3x nadrukkelijk genoemd <strong>in</strong> bezoek aan nieuw<strong>in</strong>gekomenen).<br />
Pastoraal werkers<br />
Pastoraal werkers die pastoraat verrichten (N=133)<br />
ja: 41 (31%)<br />
nee: 92 (69%)<br />
In bijna een derde van de gemeenten zijn pastoraal werkers<br />
werkzaam. Ook hier geldt dat vrijwel alle pastoraal<br />
medewerkers bezoekwerk doen, soms ook <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />
Uit de antwoorden blijkt dat het bezoekwerk zich<br />
richt op ouderen, zieken, mensen <strong>in</strong> het ziekenhuis en<br />
stervenden (16x). De pastoraal werkers verrichten crisispastoraat<br />
(1x) evenals bezoek bij vreugdevolle zaken als<br />
jubilea en verjaardagen (3x). Zij zijn betrokken bij begrafenissen<br />
en de nazorg (3x), verzorgen diensten, een meditatie<br />
bij bejaardenmiddagen en een bijbelkr<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een verzorg<strong>in</strong>gstehuis<br />
(4x) en zijn betrokken bij groothuisbezoek (3x)<br />
en wijkmiddagen (2x). Ook kunnen zij een begeleidende<br />
taak hebben, zoals naar de ouderl<strong>in</strong>gen en de pastorale<br />
werkgroep (2x) of de kerkenraad ondersteunen <strong>in</strong> zijn<br />
werkzaamheden (1x). 1x wordt de pastorale werker een<br />
signalerende functie <strong>in</strong> de wijk toegekend.<br />
Uit dit alles wordt het profiel van de pastoraal werker<br />
duidelijk: bezoekwerk aan ouderen en zieken en <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie<br />
daarmee een aantal werkzaamheden die daaruit<br />
voortvloeien.<br />
Bezoekgroepen<br />
Bezoekgroepen die pastoraat verrichten (N=133)<br />
ja: 71 (53%)<br />
nee: 62 (47%)<br />
Uiteraard is bij bezoekgroepen het bezoekwerk de hoofd-
16<br />
taak. Duidelijk wordt dat ouderenbezoek past <strong>in</strong> het<br />
bredere scala van bezoekwerk gericht op ouderen, zieken,<br />
mensen die <strong>in</strong> het ziekenhuis zijn opgenomen, een verjaardag<br />
of jubileum vieren en rouwenden. Soms wordt een<br />
specificer<strong>in</strong>g aangegeven zoals 70+ers (2x), 75+ers (1x),<br />
alleenstaande ouderen (1x) eenzame bejaarden (1x). Dit<br />
bezoekwerk wordt met grote trouw gedaan (1x expliciet<br />
genoemd). Het bezoekwerk <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleegtehuizen<br />
kan onderdeel van het werk zijn, ook als deze<br />
buiten de eigen woonplaats liggen (2x). Ook nu wordt de<br />
signaler<strong>in</strong>gs- en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie genoemd (3x). Dit kan<br />
op een taakverdel<strong>in</strong>g wijzen waarbij het reguliere bezoekwerk<br />
door de bezoekgroep gedaan wordt en bij vragen of<br />
problemen een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wordt gelegd met de predikant<br />
of, om een concreet voorbeeld dat genoemd wordt te<br />
vermelden, met degenen die het vervoer naar de kerk<br />
regelen. Uit de vermeld<strong>in</strong>gen van bezoekdames, contactdames,<br />
zusterhulp, damescomité, HVD, gastdames (13x)<br />
blijkt dat relatief veel vrouwen het bezoekwerk doen.<br />
Aanverwante activiteiten worden slechts een enkele maal<br />
genoemd: groothuisbezoek (1x), koffieochtenden (1x) en<br />
ouderenmiddagen (1x).<br />
Anderen<br />
Onder de kop ‘anderen’ is 33x een groep of organisatie<br />
genoemd. Er zijn echter overlapp<strong>in</strong>gen met de vorige<br />
vraag, doordat sommige respondenten de desbetreffende<br />
groep onder bezoekgroepen hebben gerangschikt en<br />
andere respondenten onder ‘anderen’. Hoe dat ook zij,<br />
genoemd worden:<br />
− zusterkr<strong>in</strong>g 1x<br />
− wijkmedewerkers, - assistenten, -dames 3x<br />
− werkgroep Vorm<strong>in</strong>g en Toerust<strong>in</strong>g met het oog op het<br />
ontwikkelen van een levensboek (1x) 11<br />
− vrouwenverenig<strong>in</strong>g, - groepen, HVD (3x)<br />
− vrijwilligers (2x)<br />
− bandrecorderdienst (2x)<br />
− De Zonnebloem (1x)<br />
− PCOB (1x)<br />
− College van Pastoraat (1x)<br />
− contactpersonen, -dames, -heren (8x)<br />
− diakenen (12x)<br />
Opvallend is dat hier de diakenen genoemd worden. Enige<br />
malen wordt hun bezoekwerk nader toegelicht: aan luisteraars<br />
via de kerktelefoon (1 à 2 x per jaar), brengen van<br />
bloemetje bij verjaardag (1x), brengen van kerstattentie<br />
aan 75+ers (1x), <strong>in</strong>dien nodig (wordt niet nader toegelicht)<br />
(1x), verrichten van hulp, zoals boodschappen doen (1x).<br />
CONCLUSIE<br />
Er is en wijdvertakt netwerk van bezoekwerk b<strong>in</strong>nen de<br />
gemeente en <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen. Hierbij<br />
zijn beroepskrachten betrokken, zoals predikanten en<br />
pastoraal medewerkers, en vele gemeenteleden. Van de<br />
onbetaalde ambtsdragers verrichten de ouderl<strong>in</strong>gen het<br />
meeste bezoekwerk. Het bezoek kan <strong>in</strong>dividueel zijn, maar<br />
er zijn ook collectieve vormen, zoals het groothuisbezoek,<br />
of gespreksmomenten die <strong>in</strong>gebed zijn <strong>in</strong> bredere activiteiten<br />
zoals ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten of reisjes. Er zijn<br />
aanwijz<strong>in</strong>gen dat de ‘zware gevallen’ uite<strong>in</strong>delijk bij de<br />
beroepskrachten komen en dat vrijwilligers een signaler<strong>in</strong>gs-<br />
en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie hebben.<br />
AANDACHT VOOR<br />
OUDERDOMSKWALEN EN ZIEKTEN<br />
Met het ouder worden neemt de kwetsbaarheid toe. Meer<br />
dan jongere generaties moeten ouderen met chronische<br />
ziekten of beperk<strong>in</strong>gen leven. In de leeftijdsgroep van 55-64<br />
jaar zegt m<strong>in</strong>der dan de helft van de zelfstandig wonenden<br />
te kampen met ten m<strong>in</strong>ste één chronische ziekte, bij de 65-<br />
74-jarigen is dat iets meer dan de helft en bij 75+ers bijna<br />
tweederde. 12 Kwalen en ziekten als dementie, hersen<strong>in</strong>farct<br />
en depressiviteit hebben verregaande <strong>in</strong>vloed op de<br />
levens van ouderen.<br />
In hoeverre is daar specifieke aandacht voor b<strong>in</strong>nen de<br />
kerkelijke activiteiten? Dit is van belang bij <strong>in</strong>dividuele<br />
contacten, maar ook met het oog op het functioneren van<br />
de desbetreffende persoon <strong>in</strong> de kerkelijke gemeenschap.<br />
Om een voorbeeld te geven een citaat uit een boekje van<br />
de PCOB: Op weg met dementie 2. Een handreik<strong>in</strong>g voor<br />
kerkgemeenschappen <strong>in</strong> de ondersteun<strong>in</strong>g van dementerenden<br />
en hun naasten, PCOB, Baarn 1999: “<strong>Kerk</strong>bezoek is<br />
voor veel gelovigen betekenisvol vanuit godsdienstig, maar<br />
ook vanuit sociaal oogpunt. Veel thuiswonende dementerenden<br />
gaan echter niet meer naar de kerkdienst en ook<br />
het kerkbezoek van de verzorgenden neemt af. De belangrijkste<br />
reden voor het afnemend kerkbezoek is de schaamte.<br />
Veel verzorgers en ook dementerenden bij wie de ziekte<br />
nog <strong>in</strong> een vroeg stadium is, generen zich voor de situatie<br />
en v<strong>in</strong>den het moeilijk ervoor uit te komen tegenover de<br />
medekerkleden.” (p. 28)<br />
Van de respondenten geven 38 (29%) aan aandacht te<br />
hebben voor dementie, 31 (23%) voor een hersen<strong>in</strong>farct en<br />
30 (23%) voor depressiviteit.<br />
Op de vraag of er aan de andere kant aandacht is voor<br />
ouderdomskwalen en ziekten antwoordt een aantal respondenten<br />
dat men let op de gehele conditie of op chronische<br />
ziekten, dat men ermee bekend is, dat men er globaal<br />
op let, dat het <strong>in</strong>cidenteel aan de orde is of dat men er <strong>in</strong><br />
voorkomende gevallen reken<strong>in</strong>g mee houdt (6x). 2x vermeldt<br />
men dat er we<strong>in</strong>ig kennis beschikbaar is en dat men er<br />
reken<strong>in</strong>g mee houdt ‘als leken met boerenverstand’.<br />
11 In een levensboek leggen mensen fragmenten van hun levensverhaal vast. <strong>Kerk</strong>en kunnen mensen daarbij behulpzaam zijn. Vanuit het Protestants Dienstencentrum<br />
Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe zijn cursussen gegeven <strong>in</strong> het kader van het landelijk project van de PKN ‘Ieder mens is een verhaal, altijd de moeite waard’. Zie: Ineke-Reg<strong>in</strong>a Uytenbogaardt,<br />
Een levensverhaal als houvast. Verhalen die kl<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> de (geloofs) gemeenschap bij versluierende geestkracht / dementie, die uitnodigen tot het<br />
maken van een levensboek, Gor<strong>in</strong>chem 2004.<br />
12<br />
Alice H. de Boer, Rapportage ouderen 2006, p. 112. Zie hoofdstuk 6 van deze rapportage over de gezondheidssituatie van ouderen.
17<br />
Verder noemt men immobiliteit (2x), gehoorproblemen (1x),<br />
gezichtsproblemen (2x). Bij dit laatste vermeldt men dat<br />
voor een bl<strong>in</strong>de man gemeenteleden dagelijks de krant<br />
wordt voorgelezen.<br />
Op de vraag of er op deze terre<strong>in</strong>en nog specifieke toerust<strong>in</strong>g<br />
plaatsv<strong>in</strong>dt, antwoorden 27 ondervraagden (20%)<br />
positief. Deze toerust<strong>in</strong>g wordt verzorgd door de Sticht<strong>in</strong>g<br />
Welzijn (1x) of men gebruikt de expertise van predikanten<br />
(3x), de verpleeghuispastor (1x), het Protestants Landelijk<br />
Dienstencentrum (1x), de Verenig<strong>in</strong>g voor Pastoraal<br />
Werkers (1x), het verzorg<strong>in</strong>gstehuis (1x) en het Protestants<br />
Dienstencentrum <strong>in</strong> de regio (2x). Overlegbijeenkomsten<br />
van ouderl<strong>in</strong>gen, contactpersonen of de pastorale werkgroep<br />
worden benut voor toerust<strong>in</strong>g (6x).<br />
CONCLUSIE<br />
In de contacten is er aandacht voor ziekten en kwalen.<br />
In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>dt er toerust<strong>in</strong>g<br />
plaats. Als er concrete vragen zijn (vervoer, voorlezen) dan<br />
is men daar alert op.<br />
EENZAAMHEID<br />
Is eenzaamheid een probleem, ook <strong>in</strong> gebieden waar er<br />
een sterke sociale samenhang is of lijkt te zijn en men<br />
elkaar kent? Volgens het Ontwerp Beleidsplan Welzijn<br />
2005-2008 van de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen is dat wel degelijk<br />
het geval. We lezen daar<strong>in</strong> onder meer:<br />
“Het belang van ‘sociaal welbev<strong>in</strong>den’ van ouderen wordt<br />
vaak onderschat. Bij het streven om ouderen zolang mogelijk<br />
zelfstandig te laten functioneren wordt dan vooral aandacht<br />
besteed aan zaken die de lichamelijke zelfredzaamheid<br />
betreffen. Maar ook een gebrek aan sociale contacten<br />
kan voor ouderen een reden zijn om het zelfstandig wonen<br />
op te willen geven. In het algemeen blijkt dat ruim 50% van<br />
de ouderen <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie zich matig tot zeer eenzaam<br />
voelt; <strong>in</strong> de leeftijdscategorie 75+ is dit zelfs 60%. Dit gegeven<br />
vraagt om aandacht <strong>in</strong> de komende periode.” 13<br />
Wat Drenthe betreft: <strong>in</strong> onderzoek naar economische en<br />
sociale participatie van bewoners van kle<strong>in</strong>e dorpen <strong>in</strong><br />
Midden-Drenthe komt naar voren dat er een sterke verbondenheid<br />
is tussen bewoners, dat dorpsbewoners voor<br />
elkaar <strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gen en dat er sprake is van een hoge mate<br />
van sociale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Daarbij speelt het dorpshuis, dat multifunctioneel<br />
gebruikt wordt, een centrale rol. 14 Wellicht<br />
omdat er sprake is van een meer stedelijke situatie wijst<br />
daarentegen een onderzoek <strong>in</strong> Hoogeveen uit dat 39% van<br />
de ouderen zich eenzaam tot zeer eenzaam voelt.<br />
IS ER NU BINNEN <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTEN AANDACHT<br />
VOOR EENZAAMHEID?<br />
66 respondenten (50%) geven aan dat er activiteiten zijn<br />
wat betreft het tegengaan van vereenzam<strong>in</strong>g.<br />
Daarbij wordt erop gewezen dat men <strong>in</strong> bestaande werkzaamheden<br />
alert moet zijn op vereenzam<strong>in</strong>g en dit moet<br />
signaleren. Behalve het onderhouden van contacten, is het<br />
daarbij belangrijk om mensen te wijzen op activiteiten en<br />
bijeenkomsten waaraan zij kunnen deelnemen. Een voorwaarden<br />
scheppende activiteit is het aanbieden van<br />
vervoer (2x).<br />
Het bezoekwerk wordt 21x genoemd <strong>in</strong> het kader van<br />
aandacht voor eenzaamheid. 1x wordt erbij vermeld dat er<br />
specifiek bezoek aan alleenstaanden plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />
Vervolgens zijn er de bijeenkomsten en activiteiten gericht<br />
op ontspann<strong>in</strong>g en ontmoet<strong>in</strong>g, zoals gezellige middagen,<br />
ouderenmiddagen, koffiedr<strong>in</strong>ken, maaltijden, contactmiddagen,<br />
<strong>in</strong>loopmiddagen, bejaardensoos, vakantieweken en<br />
dergelijke (28x).<br />
Ook zijn er bijeenkomsten met andere doelen, maar waaraan<br />
men het neveneffect van tegengaan van vereenzam<strong>in</strong>g<br />
toekent. Te noemen zijn: gespreksgroepen, bijbelkr<strong>in</strong>g,<br />
groothuisbezoek en ander groepswerk (5x).<br />
Het deelnemen aan kerkdiensten en vier<strong>in</strong>gen is ook een<br />
middel om eenzaamheid tegen te gaan. Dat betreft de kerkdienst,<br />
doordeweekse vier<strong>in</strong>gen, vier<strong>in</strong>gen met Kerst en<br />
Pasen, de kerktelefoon, het vieren van avondmaal bij mensen<br />
thuis, het vieren van avondmaal <strong>in</strong> het bejaardentehuis<br />
en de maandsluit<strong>in</strong>gen daar (9x).<br />
Eén keer wordt opgemerkt dat er geen specifieke activiteiten<br />
zijn maar dat er <strong>in</strong> het dorp een hechte sociale structuur<br />
is, waaraan de kerk bijdraagt.<br />
CONCLUSIE<br />
Het tegengaan van eenzaamheid is bij de helft van de<br />
gemeenten een duidelijk aandachtspunt. Men ziet dat als<br />
een belangrijke functie van het werk. Soms is dat een<br />
expliciet doel, zoals bij vormen van bezoekwerk, soms een<br />
afgeleid doel, maar iets waar men wel alert op is. De activiteiten<br />
zijn grotendeels activiteiten b<strong>in</strong>nen de kerk. Niet<br />
genoemd is de deelname aan het bredere maatschappelijke<br />
gebeuren.<br />
RECREATIEVE ACTIVITEITEN<br />
WELKE ACTIVITEITEN IN DE RECREATIEVE SFEER<br />
ONDERNEMEN GEMEENTEN?<br />
Ouderensociëteiten<br />
In 19 gemeenten (14%) is er een ouderensociëteit of v<strong>in</strong>den<br />
verwante activiteiten (maaltijd, ontspann<strong>in</strong>gsmiddag)<br />
plaats. De gemeente organiseert echter niet altijd deze<br />
13 Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, Ontwerp Beleidsplan welzijn 2005-2008, z.p. z.j., p. 21.<br />
14<br />
Rob Lammerts/Gülsen Dogan, Warkelijk waor. Onderzoek naar economische en sociale participatie en het voorzien<strong>in</strong>gengebruik door bewoners van kle<strong>in</strong>e dorpen <strong>in</strong> Midden-Drenthe,<br />
Utrecht 2004.<br />
15 Project Doorbreken van eenzaamheid, ongedateerde notitie van de Sticht<strong>in</strong>g Welzijnswerk <strong>in</strong> Hoogeveen. Verwezen wordt naar het ‘Ouderenonderzoek Hoogeveen 1996’.
18<br />
sociëteit alleen. In veel gevallen noemt men een door<br />
anderen georganiseerde sociëteit:1x wordt verwezen naar<br />
een sociëteit van de PCOB, 9x wordt verwezen naar een<br />
sociëteit van de burgerlijke gemeente of het welzijns- en<br />
ouderenwerk. Daaruit blijkt dat men daar weet van heeft<br />
en misschien mede daarom deze niet zelf organiseert.<br />
Gezamenlijk uitgaan<br />
31 gemeenten organiseren (23%) activiteiten <strong>in</strong> de sfeer<br />
van uitgaan. Daarvan wordt 2x vermeld dat dit niet alleen<br />
voor ouderen is en 1x dat het om 70+ers gaat. 2x wordt het<br />
uitstapje georganiseerd <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de PCOB.<br />
Bij de frequentie is opvallend dat, als daar iets over wordt<br />
vermeld, dat vrijwel altijd jaarlijks is (23x).<br />
Vakantieweken<br />
15 gemeenten (11%) geven aan op dit terre<strong>in</strong> actief te zijn.<br />
Dit kan bestaan uit het aanbieden van de mogelijkheid,<br />
waarbij ook vervoer en f<strong>in</strong>anciële ondersteun<strong>in</strong>g wordt<br />
aangeboden. Maar niet altijd wordt van die mogelijkheid<br />
gebruik gemaakt of slechts we<strong>in</strong>ig of <strong>in</strong>cidenteel (15x). 14x<br />
wordt er daadwerkelijk iets georganiseerd Het is vooral de<br />
diaconie die hierbij betrokken is, f<strong>in</strong>ancieel en/of door het<br />
regelen van vervoer. De vakantieweken worden aangeboden<br />
<strong>in</strong> de centra van de Interkerkelijke Sticht<strong>in</strong>g Diaconaal<br />
Vakantiewerk, te weten ‘De Werelt’ <strong>in</strong> Lunteren en het<br />
F.D. Roosevelthuis <strong>in</strong> Doorn (respectievelijk 5x en 11x<br />
genoemd). 1x wordt genoemd dat mensen via de thuiszorg<br />
of het verpleeghuis kunnen deelnemen aan vakantieweken.<br />
Andere activiteiten<br />
Hierbij worden geen activiteiten genoemd die niet onder<br />
één van bovengenoemde clusters van activiteiten vallen.<br />
CONCLUSIE<br />
In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>den recreatieve<br />
activiteiten plaats. De meeste daarvan zijn gezamenlijke<br />
uitstapjes, daarna volgen de ouderensociëteiten en daarna<br />
de vakantieweken. Waarschijnlijk speelt hier mee dat een<br />
aantal van deze activiteiten door andere <strong>in</strong>stanties georganiseerd<br />
worden of dat er geen of slechts <strong>in</strong>cidenteel<br />
behoefte aan bestaat. Een andere factor kan zijn dat kerkelijke<br />
activiteiten vaak elementen van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en vieren<br />
hebben en m<strong>in</strong>der sport, spel en ontspann<strong>in</strong>g als hoofddoelstell<strong>in</strong>g.<br />
MOBILITEITSZAKEN<br />
Een grote meerderheid van de respondenten, 95 (71%),<br />
geeft aan dat zij aandacht heeft voor mobiliteitszaken.<br />
In 37 gemeenten (28%) v<strong>in</strong>dt vanuit de kerkelijke gemeente<br />
hulp bij het rijden met een rolstoel plaats. Uit gegeven<br />
toelicht<strong>in</strong>gen blijkt dat dit <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met de algemene<br />
aandacht voor mobiliteitszaken lagere percentage voortvloeit<br />
uit het beperkte aantal mensen dat van een rolstoel<br />
gebruik maakt. Ook blijkt dat de aandacht voor mobiliteitszaken<br />
vooral het vervoer naar de kerkdienst betreft. Van de<br />
27 respondenten die een toelicht<strong>in</strong>g gaven, noemen 17<br />
expliciet het bezoek aan de kerkdienst. Van het vervoer<br />
met het oog op andere zaken wordt 2x het ziekenhuis<br />
genoemd en 1x het meenemen om te wandelen. 4x wordt<br />
vermeld dat gemeenteleden/vrijwilligers zorgen voor vervoer,<br />
dat hiervoor voldoende vrijwilligers zijn (1x) en dat dit<br />
onderl<strong>in</strong>g geregeld wordt (1x).<br />
CONCLUSIE<br />
Een grote meerderheid van de gemeenten heeft aandacht<br />
voor mobiliteitszaken. Deze betreffen vooral het bezoek<br />
aan de kerkdienst.<br />
TOEGANKELIJKHEID <strong>KERKELIJKE</strong><br />
GEBOUWEN EN VOORZIENINGEN<br />
Uit de reacties blijkt dat de overgrote meerderheid van de<br />
gemeenten voorzien<strong>in</strong>gen heeft getroffen om kerkelijke<br />
gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met lichamelijke<br />
beperk<strong>in</strong>gen: 113 (85%). Ook blijkt dat een bijna even<br />
grote meerderheid voorzien<strong>in</strong>gen voor gehoorgestoorden<br />
heeft: 110 (83%). Een, zij het aanzienlijk kle<strong>in</strong>ere, meerderheid<br />
houdt ook reken<strong>in</strong>g met slechtzienden: 70 (53%).<br />
MATERIËLE STEUN AAN <strong>OUDEREN</strong><br />
In negentien gemeenten (14%) is <strong>in</strong>dividuele materiële<br />
steun aan ouderen gegeven. Deze wordt door de diaconie<br />
gegeven. Het g<strong>in</strong>g hier om een bedrag van <strong>in</strong> totaal 14470<br />
euro bij 61 aanvragen, waarvan er 55 gehonoreerd werden<br />
(2004).<br />
HULP <strong>BIJ</strong> HET VERKRIJGEN<br />
VAN RECHTEN<br />
Het geven van praktische ondersteun<strong>in</strong>g en van ondersteun<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> contacten met <strong>in</strong>stanties en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen kan<br />
onderdeel zijn van het kerkelijk ouderenwerk. 31 gemeenten<br />
(23%) verlenen hulp bij het <strong>in</strong>vullen van formulieren,<br />
32 (24%) ondersteunen mensen <strong>in</strong> hun contacten met<br />
<strong>in</strong>stanties en een zelfde aantal <strong>in</strong> hun contacten met<br />
zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />
Uit gemaakte opmerk<strong>in</strong>gen bij de rubriek ‘andersz<strong>in</strong>s’ blijkt<br />
dat <strong>in</strong> een aantal gevallen men er niet structureel mee<br />
bezig is, maar er wel op let en <strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gt als dat nodig is<br />
(7x), soms verwijst men (1x) of is er een sociaal diaken die<br />
helpt na opgespoorde behoefte (1x). 1x wordt vermeld dat<br />
predikant en bezoekmedewerkers dit ondersteunende<br />
werk doen, 1x de diaconie en 1x contactdames (hulp bij<br />
geldzaken en boodschappen doen). Enige malen wordt
19<br />
erop gewezen dat andere organisaties deze ondersteun<strong>in</strong>g<br />
verlenen (en het dus niet nodig is dat de kerk dit doet).<br />
Genoemd worden: het Cliënten Platform (dat een enkele<br />
keer <strong>in</strong> het kerkblad publiceert) (1x), de PCOB (1x), de ANBO<br />
(1x), de Sticht<strong>in</strong>g Welzijn (2x), dorpsbeheerders 16 (1x).<br />
KLUSJESDIENST VOOR <strong>OUDEREN</strong><br />
In een beperkt aantal gemeenten is er een klussendienst:<br />
12 (9%)<br />
RICHTEN VAN ACTIVITEITEN OP<br />
BURGERLIJKE GEMEENTE<br />
43 gemeenten (32%) proberen hun activiteiten te richten op<br />
dat wat er <strong>in</strong> de burgerlijke gemeente gebeurt.<br />
NIET-KERKLEDEN<br />
Zijn er activiteiten op het terre<strong>in</strong> van zorg en ondersteun<strong>in</strong>g<br />
die ook voor niet-kerkleden zijn? 39 gemeenten (29%)<br />
geven aan dat dit het geval is.<br />
Hoe worden deze bereikt? In 20 gemeenten (15%) worden<br />
er folders gebruikt, <strong>in</strong> 19 (14%) de lokale omroep, <strong>in</strong> 33<br />
(25%) de krant/huis aan huisblad en – het meest genoemd<br />
– <strong>in</strong> 41 gemeenten (31%) mondel<strong>in</strong>ge contacten. Daarnaast<br />
worden nog genoemd (alle 1x): de website, de huisartsenpraktijk,<br />
de C-1000, posters. Meermalen worden genoemd:<br />
de burgerlijke gemeente, sticht<strong>in</strong>g welzijn ouderen (3x), het<br />
kerkblad (1x wordt vermeld dat dit huis aan huis wordt<br />
verspreid) en de Elisabethbode (7x). 3x wordt vermeld dat<br />
de bloemengroet <strong>in</strong> het dorp ook naar niet-kerkleden gaat<br />
(1x genoemd: allen boven de 75 jaar). Dat geldt ook voor de<br />
kerstpakketten (1x). Ook wordt gewezen op de <strong>in</strong>formele<br />
contacten <strong>in</strong> het dorp, zoals die tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong><br />
naoberschap en laagdrempelige diensten <strong>in</strong> de dorpshuizen.<br />
Ook dat niet-kerkleden regelmatig op activiteiten<br />
komen als het koffiedr<strong>in</strong>ken, de najaarsmarkt en tentoonstell<strong>in</strong>gen:<br />
daarbij is iedereen welkom. 1x wordt vermeld<br />
dat de actie Vakantiegeld Samen Delen ook voor nietkerkleden<br />
is (hierbij wordt het vakantiegeld <strong>in</strong> één pot<br />
gedaan en gelijkelijk verdeeld aan degenen die meedoen).<br />
CONCLUSIE<br />
Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten staat ook open voor<br />
niet-kerkleden. Soms treedt men gericht naar buiten de<br />
kerk door daartoe de geëigende media te gebruiken, vaak<br />
betreft het <strong>in</strong>formele contacten.<br />
16<br />
Dorpsbeheerders zijn personen die een signalerende functie vervullen met betrekk<strong>in</strong>g tot de leefomgev<strong>in</strong>g en kunnen bijvoorbeeld <strong>in</strong> dienst zijn van een stich<strong>in</strong>g welzijn.
20<br />
IV – AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />
Was <strong>in</strong> de vorige paragraaf de aandacht gericht op steun<br />
en zorg aan degenen die deze behoeven, nu is de vraag<br />
aan de orde of er ook activiteiten zijn die zich richten op<br />
degenen die zorg geven.<br />
MANTELZORGERS<br />
Mantelzorg is de onbetaalde zorg die Nederlanders geven<br />
aan familie en vrienden met een gezondheidsprobleem en/<br />
of een handicap. Het zijn vooral partners en k<strong>in</strong>deren die<br />
deze zorg verlenen. Naar schatt<strong>in</strong>g bedraagt het aantal<br />
mantelzorgers zo’n 3,7 miljoen. Van hen deed 750.000 dit<br />
langer dan drie maanden en meer dan acht uur per week<br />
(cijfers 2001). 17<br />
IS ER IN DE GEMEENTEN AANDACHT VOOR HEN EN<br />
WAARIN KOMT DEZE TOT UITDRUKKING?<br />
23 (17%) van de gemeenten geeft aan dat er activiteiten<br />
zijn voor mantelzorgers.<br />
Deze kunnen betrekk<strong>in</strong>g hebben op:<br />
− het geven van aandacht door bezoek te brengen, het<br />
bezorgen van en bloemetje e.d. (11x);<br />
− het geven van praktische hulp, zoals vervoer, meegaan<br />
naar huisarts, kappersbezoek e.d. (4x);<br />
− het tijdelijk vervangen van de mantelzorger (3x) (hier<br />
wordt o.a. genoemd een ‘oppaskr<strong>in</strong>g’ rond een demente<br />
vrouw zodat de partner even iets voor zichzelf kan doen);<br />
− het mogelijk maken dat mantelzorgers deelnemen aan<br />
ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten zoals koffieochtenden,<br />
ontspann<strong>in</strong>gsmiddagen, gespreksbijeenkomsten (3x);<br />
− attenderen op steunmogelijkheden <strong>in</strong> de burgerlijke<br />
gemeente (2x) (o.a. door publicatie hierover <strong>in</strong> het kerkblad);<br />
− aandacht voor mantelzorg <strong>in</strong> de toerust<strong>in</strong>gsactiviteiten<br />
voor ouderl<strong>in</strong>gen en contactpersonen (1x).<br />
VRIJWILLIGERS<br />
<strong>Kerk</strong>en kunnen hun vrijwilligers ondersteunen door het<br />
verzorgen van toerust<strong>in</strong>g, door regel<strong>in</strong>gen op het gebied<br />
van onkostenvergoed<strong>in</strong>g en verzeker<strong>in</strong>g en door het laten<br />
blijken van waarder<strong>in</strong>g.<br />
27 (20%) gemeenten geven aan toerust<strong>in</strong>g voor vrijwilligers<br />
te verzorgen. In de meeste gevallen gebeurt dat door <strong>in</strong> de<br />
desbetreffende groep(en) van bezoekers de ervar<strong>in</strong>gen<br />
door te spreken (9x). In een aantal gevallen gebeurt dat<br />
met de predikant (3x). 1x v<strong>in</strong>dt begeleid<strong>in</strong>g plaats door de<br />
coörd<strong>in</strong>ator van de sticht<strong>in</strong>g welzijn ouderen. Soms is er<br />
sprake van toerust<strong>in</strong>g, specifieke cursussen en <strong>in</strong>structieen<br />
voorlicht<strong>in</strong>gsbijeenkomsten (8x) (waaronder 1x<br />
genoemd cursussen van de sticht<strong>in</strong>g welzijn ouderen).<br />
Een heel kle<strong>in</strong> aantal gemeenten (9; 7%) heeft een onkostenregel<strong>in</strong>g<br />
voor vrijwilligers en 23 (17%) een verzeker<strong>in</strong>g.<br />
In 48 gevallen is er sprake van dat vrijwilligers blijken van<br />
waarder<strong>in</strong>g ontvangen. Deze vallen ruwweg gesproken<br />
uiteen <strong>in</strong> twee categorieën:<br />
− Gezellige bijeenkomsten, waaronder feestelijke bijeenkomst,<br />
barbecue, uitje en dergelijke (13x). Soms wordt<br />
een frequentie aangegeven: 1x één keer per jaar, 2x<br />
eens <strong>in</strong> de twee jaar en 1x twee maal per jaar.<br />
− Geven van aandacht, bedanken, het geven van kle<strong>in</strong>e<br />
attenties (bloemen, boeken, boekenbon, cadeaubon),<br />
kaart met verjaardag (26x). Soms gaat het om gestructureerde<br />
aandacht, bijvoorbeeld het krijgen van een attentie<br />
met Kerst, een blijk van waarder<strong>in</strong>g bij het beë<strong>in</strong>digen<br />
van het werk, soms is het meer <strong>in</strong>formeel.<br />
BEROEPSKRACHTEN<br />
Wat betreft de aandacht voor professionele zorgverleners<br />
wordt 11x vermeld dat er aandacht voor hen is. Dit betreft<br />
dan de predikant (5x), de pastoraal werker (3x) en de koster<br />
(1x). Deze aandacht kan tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong> een<br />
bloemetje, boekenbon, kerstattentie. 1x wordt vermeld dat<br />
er pastoraat plaatsv<strong>in</strong>dt aan mensen die <strong>in</strong> de gezondheidszorg<br />
werkzaam zijn.<br />
CONCLUSIE<br />
Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten geeft aandacht aan de<br />
mantelzorgers. Dit steekt af tegen het grote aantal mensen<br />
dat mantelzorg verricht Het is niet duidelijk of dit een<br />
bewuste keuze is, bijvoorbeeld omdat anderen dit al doen<br />
of dat dit als vanzelf meegenomen wordt <strong>in</strong> de <strong>in</strong>formele<br />
contacten <strong>in</strong> die gemeenten die zo kle<strong>in</strong>schalig zijn dat<br />
men elkaar persoonlijk kent.<br />
Wat betreft het vrijwilligerswerk leent zowel het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />
als zaken als onkostenregel<strong>in</strong>g, verzeker<strong>in</strong>g en<br />
het blijk geven van waarder<strong>in</strong>g zich voor nadere doordenk<strong>in</strong>g<br />
zonder hiermee te suggereren dat dit alles zwaar<br />
gestructureerd zou moeten worden.<br />
Aandacht voor mensen <strong>in</strong> hun rol als professionele zorgverlener<br />
is er niet. Dat is niet verwonderlijk. Misschien<br />
verwachten deze dat ook niet en hebben zij daarvoor hun<br />
eigen beroepsorganisatie of is de geestelijk verzorger een<br />
aanspreekpunt. Het stelt ook specifieke deskundigheidseisen.<br />
17<br />
Zie: J.M. Timmermans, Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers, Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, maart 2003.
21<br />
V - SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />
Met wie wordt er samengewerkt en met wie zijn er contacten?<br />
Daar<strong>in</strong> geven de volgende resultaten van de enquête<br />
ons meer <strong>in</strong>zicht.<br />
WIE IS IN DE <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTE<br />
BETROKKEN <strong>BIJ</strong> ZORG?<br />
Voor het ontwikkelen en onderhouden van contacten is het<br />
handig om te weten wie <strong>in</strong> de eigen kerkelijke gemeente bij<br />
de zorg betrokken is. Die betrokkenheid kan verschillende<br />
hoedanigheden betreffen: iemand kan betaald werk<br />
verrichten <strong>in</strong> de zorg, <strong>in</strong> een bestuur zitten, als vrijwilliger<br />
actief zijn of nog andersz<strong>in</strong>s betrokken zijn. Iets meer dan<br />
de helft geeft aan hiermee op de hoogte zijn, te weten 71<br />
respondenten (53%).<br />
ZORGINSTELLINGEN<br />
Zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn belangrijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong><br />
van zorg. Zoals we al zagen bij de resultaten van eerdere<br />
vragen zijn er veel contacten met verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen.<br />
Bij de helft van de respondenten is er een<br />
verzorg<strong>in</strong>gstehuis <strong>in</strong> de eigen woonplaats (66= 50%).<br />
Gezien het kle<strong>in</strong>er aantal verpleeghuizen <strong>in</strong> geheel Nederland<br />
is het begrijpelijk dat het aantal woonplaatsen waar<strong>in</strong><br />
een verpleeghuis is, kle<strong>in</strong>er is dan dat van de verzorg<strong>in</strong>gshuizen:<br />
29 (22%).<br />
Wat betreft andere zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen worden veelal woonzorgvoorzien<strong>in</strong>gen<br />
voor ouderen genoemd (woonzorgvoorzien<strong>in</strong>gen,<br />
serviceflat, seniorenflat, aanleunwon<strong>in</strong>gen,<br />
beschut wonen) (13x), woon- en zorgvoorzien<strong>in</strong>gen voor<br />
mensen met dementie (3x), voorzien<strong>in</strong>gen voor bl<strong>in</strong>den en<br />
slechtzienden (2x), voor verstandelijk gehandicapten (4x),<br />
lichamelijk gehandicapten (2x), mantelzorgers (1x), ziekenhuis<br />
(1x), psychiatrisch ziekenhuis (1x).<br />
Wat betreft de bestuurlijke deelname geven 17 respondenten<br />
aan dat hun kerkelijke gemeente vertegenwoordigd is<br />
<strong>in</strong> het bestuur van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g of een organisatie op<br />
het terre<strong>in</strong> van zorg.<br />
In de meeste gevallen betreft dit een verzorg<strong>in</strong>gshuis (8x).<br />
Genoemd worden verder: <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor huisvest<strong>in</strong>g ouderen<br />
(1x), geriatrisch verpleeghuis (1x), Sticht<strong>in</strong>g Welzijn<br />
(ouderen) (2x), ziekenhuis (1x), thuiszorg (1x) (3x wordt het<br />
bestuurslidmaatschap vermeld zonder verdere toelicht<strong>in</strong>g).<br />
DEELNAME AAN RADEN EN<br />
COMMISSIES<br />
Naast het bestuur zijn er <strong>in</strong> toenemende mate <strong>in</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
Raden van Advies, die meedenken <strong>in</strong> het beleid van de<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Ook zijn er identiteitscommissies en cliëntenraden.<br />
6 respondenten geven aan dat zij vertegenwoordigd<br />
zijn <strong>in</strong> een Raad van Advies, 4x betreft dit een verzorg<strong>in</strong>gshuis,<br />
1x een geriatrisch verpleeghuis en 1x een sticht<strong>in</strong>g<br />
huisvest<strong>in</strong>g ouderen. 1x wordt opgemerkt dat er wel een<br />
verzoek is geweest om deel uit te maken van een Raad van<br />
Advies, maar dat er echter <strong>in</strong> de stad veel zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
zijn waardoor het allemaal te veel en te complex wordt.<br />
Eveneens 6 respondenten geven aan dat zij deelnemen aan<br />
een identiteitscommissie. 19 respondenten melden dat zij<br />
deelnemen aan een cliëntenraad. Dat betreft 6x een verzorg<strong>in</strong>gs-<br />
of verpleeghuis (waarbij 2x wel mensen uit de<br />
kerken, maar niet namens de kerken deelnemen). 1x wordt<br />
deelname aan de cliëntenraad van de Sociale Dienst<br />
genoemd (via de Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en) en 1x <strong>in</strong> het<br />
kader van de Wet Werk en Bijstand/Wet Voorzien<strong>in</strong>gen<br />
Gehandicapten.<br />
Van andere deelnames zijn nog te melden de deelname van<br />
de wijkpredikant <strong>in</strong> de ethische commissie van drie verzorg<strong>in</strong>gshuizen<br />
en de deelname aan de <strong>in</strong>dicatiecommissie<br />
van het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />
MENING OVER DE DEELNAME<br />
NAMENS KERKEN<br />
Hoe kijkt men nu aan tegen deelname als kerk <strong>in</strong> besturen,<br />
organen en commissies <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties<br />
op het veld van zorg? Een aantal keren wordt volstaan met<br />
te zeggen dat er geen deelname is zonder een oordeel uit<br />
te spreken (2x), dat deze er niet is maar eigenlijk wel nodig<br />
is gezien de verantwoordelijkheid voor de samenlev<strong>in</strong>g<br />
(2x). 2x wordt niet-deelname gemotiveerd vanuit de overweg<strong>in</strong>g<br />
dat de eigen kerkelijke gemeente te kle<strong>in</strong> is (‘we<br />
zijn blij als we onze eigen functies <strong>in</strong>gevuld hebben.’/ ‘voor<br />
dat soort d<strong>in</strong>gen is een kle<strong>in</strong>e kerk als de onze veel te<br />
kle<strong>in</strong>.’/ ‘geen mensen beschikbaar’) of dat het gewoon niet<br />
speelt en er geen wensen zijn (3x). Ook wijst men erop dat<br />
er mensen moeten zijn die er de capaciteiten voor hebben<br />
(1x) en dat op dit moment door alle verander<strong>in</strong>gen alles niet<br />
zo duidelijk is (1x). Weer een ander punt is dat door de sterke<br />
professionaliser<strong>in</strong>g en de uit fusies voortgekomen veralgemeniser<strong>in</strong>g<br />
de kerken zijn teruggedrongen of zich niet<br />
meer herkennen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g (3x). 5x waardeert men de<br />
deelname positief. Daarbij wijst men op het belang van uitwissel<strong>in</strong>g<br />
van <strong>in</strong>formatie en voor de organisatie van<br />
bezoekwerk en diensten.<br />
HOSPICES<br />
Het aantal hospices <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe is beperkt: er<br />
zijn 7 <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op dit terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen<br />
(soms als onderdeel van een zorgcentrum of een verpleeghuis)<br />
en 3 <strong>in</strong> Drenthe (idem). 5x wordt een contact met een<br />
hospice vermeld, waarvan 1x met het oog op een hospice<br />
<strong>in</strong> word<strong>in</strong>g. De contacten betreffen het bezoek door vrijwilligers<br />
aan een hospice-afdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een verpleeghuis (1x),
22<br />
het overleg over mogelijke activiteiten (1x) en de werv<strong>in</strong>g<br />
van vrijwilligers (1x) (1x wordt het contact niet nader toegelicht).<br />
CONTACTEN MET DE BURGERLIJKE<br />
GEMEENTE<br />
De burgerlijke gemeente is een belangrijke partner op het<br />
veld van ouderenzorg en wordt dat onder meer door de<br />
<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO steeds meer. Hoe liggen nu de<br />
contacten?<br />
36 respondenten (27%) geeft aan dat er contacten zijn. Deze<br />
zijn voor het overgrote deel <strong>in</strong>cidenteel (30x) (en dus 6x<br />
structureel). De contacten zijn er <strong>in</strong> het kader van pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />
(17x), meedenken <strong>in</strong> het beleid (19x) en met het oog<br />
op afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten (15x). Daarnaast wordt een<br />
aantal contacten met de gemeente vermeld door deelname<br />
<strong>in</strong> organisaties waarbij de burgerlijke gemeente nauw<br />
betrokken is: zoals de deelname aan het Cliëntenplatform,<br />
het meedoen aan het opzetten van een steunpunt voor<br />
ouderen, de deelname aan de Stuurgroep voor het ouderenbeleid<br />
en de betrokkenheid bij voorlicht<strong>in</strong>g over mantelzorg.<br />
10 respondenten geven aan, dat zij contacten hebben met<br />
andere organisaties op het terre<strong>in</strong> van zorg, wonen en<br />
welzijn, waarvan er vier structureel zijn. Deze contacten<br />
betreffen een bejaardenhuis (1x), de lokale arme kantwerkgroep<br />
(1x), sticht<strong>in</strong>g welzijn (4x), seniorenwooncomplex<br />
(1x), mantelzorg (1x), maatschappelijk werk (1x), sticht<strong>in</strong>g<br />
ouderenwerk (1x), sticht<strong>in</strong>g Meldpunt Vrijwilligershulp<br />
en Mantelzorg (1x), sticht<strong>in</strong>g Algemene Hulpdienst (1x),<br />
thuiszorg (1x). Het doel van de contacten was pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />
(3x), afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten (4x), profiteren van<br />
elkaars kennis (7x) en het ondernemen van gezamenlijke<br />
activiteiten (3x).<br />
DIRECTIES/LEIDING VAN<br />
ZORGINSTELLINGEN<br />
In 30 gevallen is er sprake van contacten met de directie/<br />
leid<strong>in</strong>g van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen; <strong>in</strong> 7 gevallen betreft het<br />
structurele contacten. Het overgrote deel heeft betrekk<strong>in</strong>g<br />
op verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen (26x), 1x betreft dit het<br />
ziekenhuis en 1x de leid<strong>in</strong>g van de aanleunwon<strong>in</strong>gen. 6x<br />
wordt erbij vermeld dat het om kerkdiensten en vier<strong>in</strong>gen<br />
gaat, 1x groothuisbezoek en 1x bezoekwerk. Wat betreft<br />
het doel van het contact: 7x gaat het om pleitbezorg<strong>in</strong>g, 18x<br />
afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten, 8x het profiteren van elkaars<br />
kennis en 11x het ondernemen van gezamenlijke activiteiten.<br />
De toelicht<strong>in</strong>gen maken duidelijk dat het overleg vooral<br />
de kerkdiensten betreft, een enkele keer het bezoekwerk<br />
en een contactmiddag.<br />
<strong>OUDEREN</strong>BONDEN<br />
In 17 gemeenten (13%) zijn er contacten met ouderenbonden.<br />
Het merendeel hiervan betreft <strong>in</strong>cidentele contacten<br />
(15x), <strong>in</strong> twee gevallen is er dus sprake van een structurele<br />
relatie. Meestal betreft het de PCOB (12x genoemd); de<br />
ANBO wordt 2x genoemd en 1x alle ouderenbonden (2x<br />
v<strong>in</strong>dt er geen nadere aanduid<strong>in</strong>g plaats). Het doel van de<br />
contacten is het ondernemen van gezamenlijke activiteiten<br />
(9x genoemd), afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten (8x genoemd),<br />
het ondersteunen van de ouderenbonden (7x genoemd) en<br />
het profiteren van elkaars kennis (4x genoemd).<br />
Voorbeelden die genoemd worden zijn: voorlicht<strong>in</strong>g over<br />
armoede, samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het kader van de Dag van de<br />
mantelzorg, een maandelijkse bijeenkomst met een spreker<br />
en afstemm<strong>in</strong>g zodat bijeenkomsten niet samenvallen.<br />
ANDERE ORGANISATIES OP HET<br />
TERREIN VAN ZORG, WONEN EN<br />
WELZIJNSWERK<br />
ALGEHELE WAARDERING<br />
Gevraagd naar de tevredenheid over de contacten geven<br />
31 respondenten aan daarover tevreden te zijn en 3<br />
ontevreden. Dat laatste wordt toegelicht met de opmerk<strong>in</strong>g<br />
dat de geestelijke en lichamelijke hulp strikt van elkaar<br />
gescheiden zijn en dat er te we<strong>in</strong>ig tijd en mankracht<br />
beschikbaar is.<br />
CONCLUSIE<br />
Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contacten met<br />
andere actoren <strong>in</strong> het veld van de ouderenzorg. Dat zijn<br />
vooral <strong>in</strong>cidentele contacten die gelegd of benut worden al<br />
naar gelang de behoefte <strong>in</strong> het kader van vragen die men<br />
<strong>in</strong> het kerkelijk werk bij mensen is tegengekomen (‘pleitbezorg<strong>in</strong>g’),<br />
afstemm<strong>in</strong>g, uitwissel<strong>in</strong>g van kennis of het<br />
ondernemen van gezamenlijke activiteiten. Wellicht dat<br />
vooral <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere plaatsen meer via het <strong>in</strong>formele circuit<br />
loopt. Voorts zal een rol spelen het gebrek aan menskracht,<br />
de complexiteit van besturen en beleidsvorm<strong>in</strong>g, mede<br />
door de snelle en vele verander<strong>in</strong>gen. Daardoor is ook de<br />
deelname aan besturen van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen sterk afgenomen.<br />
In een beperkt aantal gevallen neemt men deel aan<br />
een Raad van Advies of een identiteitscommissie.<br />
V
23<br />
Aan veel zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen is een geestelijk verzorger<br />
verbonden. Hij of zij is meestal <strong>in</strong> dienst van de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />
maar kan daarnaast als kerkelijk werker met bijzondere<br />
opdracht verbonden zijn aan een kerkelijke gemeente of de<br />
classicale vergader<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het gebied waar<strong>in</strong> de<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g gelegen is. De geestelijk verzorger heeft dan een<br />
bijzondere opdracht en wordt daarbij <strong>in</strong> de bedien<strong>in</strong>g<br />
gesteld. De desbetreffende ambtelijke vergader<strong>in</strong>g die<br />
deze ‘kerkelijke zend<strong>in</strong>g’ verleent, treft een regel<strong>in</strong>g met de<br />
betrokken <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> wordt vastgelegd dat de ambtelijke<br />
vergader<strong>in</strong>g verantwoordelijk is voor het werk dat<br />
de kerkelijk werker uit hoofde van zijn bedien<strong>in</strong>g verricht.<br />
De desbetreffende kerkenraad of classicale vergader<strong>in</strong>g<br />
stelt een commissie <strong>in</strong> die de betrokken kerkelijk werker<br />
begeleidt <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van zijn werkzaamheden (zie<br />
<strong>Kerk</strong>orde en ord<strong>in</strong>anties van de Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong><br />
Nederland ord<strong>in</strong>antie 3-13).<br />
De contacten waarvan sprake is kunnen ook contacten zijn<br />
met een geestelijk verzorger die geen kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />
heeft.<br />
CONTACTEN IN EIGEN<br />
WOONPLAATS<br />
In 38 gevallen (29%) zijn er contacten tussen geestelijk<br />
verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de eigen woonplaats en<br />
de desbetreffende kerkelijke gemeente. 15x geven de<br />
respondenten aan dat de geestelijk verzorger aan de eigen<br />
kerkelijke gemeente verbonden is en 13x aan een andere<br />
kerkelijke gemeente.<br />
In 27 gevallen wordt vermeld dat de geestelijk verzorger<br />
voorgaat <strong>in</strong> kerkdiensten van de kerkelijke gemeente, terwijl<br />
45x wordt aangegeven dat de geestelijk verzorger<br />
voorgaat <strong>in</strong> kerkdiensten <strong>in</strong> de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. 14x wordt<br />
vermeld dat er een gesprek is met de geestelijk verzorger<br />
<strong>in</strong> de kerkenraad, 6x dat hij wordt <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />
en 16x dat zijn werk <strong>in</strong> het kerkblad aan de<br />
orde komt.<br />
Genoemd worden ook de contacten tussen predikanten en<br />
geestelijke verzorgers (8x). Deze kunnen <strong>in</strong>formele contacten<br />
betreffen (‘af en toe bijpraten’ / ‘zo nodig’), contacten<br />
die er zijn omdat de gemeentepredikant ook bezoekwerk<br />
doet <strong>in</strong> het tehuis waar de geestelijk verzorger werkzaam<br />
is, overleg <strong>in</strong> het gestructureerde verband van het convent<br />
van pastores of van de werkgemeenschap van predikanten.<br />
18 (8x) Ook zijn er de contacten <strong>in</strong> het kader van pastoraat/bezoekwerk.<br />
Ook hier de twee kanten: overleg over<br />
bezoekwerk dat vanuit de kerkelijke gemeente <strong>in</strong> de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g<br />
wordt gedaan en over het bezoek dat de geestelijk<br />
verzorger aan gemeenteleden aflegt (6x).<br />
Wat betreft de frequentie van de contacten: voor zover<br />
daarover iets vermeld wordt, gaat het om <strong>in</strong>cidentele contacten<br />
die praktische aangelegenheden betreffen, zoals<br />
overleg over een patiënt, bij overlijden en dergelijke (‘als<br />
nodig’) (7x). 2x is er sprake van een regelmatig contact. 1x<br />
wordt vermeld dat er <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gstehuis een Commissie<br />
Geestelijke verzorg<strong>in</strong>g is waar<strong>in</strong> ook diverse predikanten<br />
zitt<strong>in</strong>g hebben.<br />
GEESTELIJK VERZORGERS BUITEN<br />
DE EIGEN WOONPLAATS<br />
15x (11%) melden respondenten dat er contacten zijn met<br />
geestelijk verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen elders. 1x bestaat<br />
dit uit een gesprek <strong>in</strong> de kerkenraad, 5x gaat de geestelijk<br />
verzorger voor <strong>in</strong> kerkdiensten <strong>in</strong> de kerkelijke gemeente,<br />
7x verzorgt hij kerkdiensten <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, 1x wordt hij<br />
<strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> toerust<strong>in</strong>gswerk en geen enkele keer is<br />
zijn werk <strong>in</strong> het kerkblad aan de orde geweest. In de toelicht<strong>in</strong>g<br />
op de contacten blijkt dat ook het bezoekwerk<br />
punt van overleg is.<br />
CONCLUSIE<br />
De relatie met geestelijke verzorgers is moeilijk te beoordelen,<br />
omdat men dan het aantal geestelijke verzorgers <strong>in</strong><br />
zijn geheel (met en zonder kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g) zou moeten<br />
weten. Dat overzicht ontbreekt echter. De contacten die er<br />
zijn betreffen vooral de kerkdiensten <strong>in</strong> de kerkelijke<br />
gemeente en/of de tehuizen en het bezoekwerk. In een<br />
aantal gevallen komt het werk van de geestelijk verzorger<br />
aan de orde <strong>in</strong> de kerkenraad. Ook wordt deze <strong>in</strong>geschakeld<br />
<strong>in</strong> het toerust<strong>in</strong>gswerk en wordt over diens werk<br />
bericht <strong>in</strong> het kerkblad. In een beperkt aantal gevallen<br />
neemt de geestelijk verzorger deel aan het convent van<br />
pastores/de werkgemeenschap van predikanten.<br />
18 In ord<strong>in</strong>antie 4-18-1 van de <strong>Kerk</strong>orde van de PKN is bepaald dat de predikanten b<strong>in</strong>nen de classis door de classicale vergader<strong>in</strong>g worden samengebracht <strong>in</strong> een of meer<br />
werkgemeenschappen. Daartoe behoren niet alleen de predikanten voor gewone werkzaamheden die aan een gemeente verbonden zijn, maar ook predikanten met een<br />
bijzondere opdracht die <strong>in</strong> de classis werkzaam of woonachtig zijn. Hiertoe behoren dus ook geestelijke verzorgers voor zover zij een kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g hebben.
24<br />
VII – FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN EN ORGANISATIES<br />
Van de kerkelijke gemeenten geven er 16 (12%) structureel<br />
f<strong>in</strong>anciële hulp. In 6 gevallen blijkt het hier om een verzore<br />
gevallen<br />
g<strong>in</strong>gshuis of verpleeghuis te gaan. De overige<br />
betreffen kerkelijke activiteiten op lokaal (zoals het aan-<br />
loophuis, ouderencontact, bezoekwerk, zustercomité, Hervormde<br />
Vrouwenverenig<strong>in</strong>g), nationaal (het Roosevelthuis)<br />
en <strong>in</strong>ternationaal niveau (Roemenië, Peru). Het totale<br />
bedrag voor al deze organisaties en activiteiten bedroeg <strong>in</strong><br />
2004 8.315 euro (het gaat hier om 8 respondenten). Hieronder<br />
bev<strong>in</strong>dt zich een bijdrage van 6.300 euro. De overige<br />
bijdragen variëren van 100 tot 500 euro. De diaconie verstrekt<br />
deze bijdrage.<br />
In 40 gevallen (30%) gaven kerkelijke gemeenten <strong>in</strong>cidenteel<br />
giften, waarvan er vijf verzorg<strong>in</strong>gshuizen betroffen en<br />
twee verpleeghuizen. Uit de gegeven toelicht<strong>in</strong>gen blijkt<br />
dat het vooral om activiteiten gaat voor de bewoners of om<br />
de aanschaf van materiaal en apparatuur, zoals een<br />
elektronisch orgel. In vrijwel alle gevallen gaf de diaconie<br />
de gift; één keer wordt vermeld dat de kerkvoogdij dit deed<br />
en één keer dat er een collecte <strong>in</strong> de kerk was gehouden.<br />
13 respondenten gaven aan welke bedragen <strong>in</strong> 2004<br />
gemoeid waren met de <strong>in</strong>cidentele ondersteun<strong>in</strong>g. Het<br />
totale bedrag bedroeg 15.575 euro, waaronder enige<br />
(relatief gesproken) grotere bedragen: 1.500, 2.500, 4.225 en<br />
5.500 euro. De overigen vermeldden bedragen van 50 tot<br />
500 euro.<br />
CONCLUSIE<br />
Deze vraag beoogde te achterhalen of en <strong>in</strong> welke mate<br />
kerken nog f<strong>in</strong>ancieel betrokken zijn bij zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
voor ouderen. Hoewel nogal wat respondenten de vragen<br />
breder hebben opgevat (kerkelijke activiteiten en organisaties<br />
<strong>in</strong> hun algemeenheid) is toch het beeld duidelijk: kerken<br />
zijn slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate structureel en (iets<br />
meer) <strong>in</strong>cidenteel f<strong>in</strong>ancieel bij zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen betrokken.
25<br />
VIII SIGNALEREN<br />
De Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland is een kerk die bij wil<br />
dragen aan de vernieuw<strong>in</strong>g van het leven <strong>in</strong> cultuur, maatschappij<br />
en staat. In artikel 1 lid 6 van de <strong>Kerk</strong>orde lezen<br />
we daarover <strong>in</strong> het kader van ‘De roep<strong>in</strong>g van kerk en<br />
gemeente’’ :<br />
“De kerk belijdt telkens opnieuw <strong>in</strong> haar vieren, spreken en<br />
handelen Jezus Christus als Heer en Verlosser van de<br />
wereld en roept daarmee op tot vernieuw<strong>in</strong>g van het leven<br />
<strong>in</strong> cultuur, maatschappij en staat.”<br />
In Ord<strong>in</strong>antie 1 artikel 3 lid 2 v<strong>in</strong>den we daarvan de volgende<br />
uitwerk<strong>in</strong>g:<br />
“Op grond van dit belijden bevordert de kerk de men<strong>in</strong>gsvorm<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> de gemeenten over maatschappelijke vragen, <strong>in</strong><br />
eigen omgev<strong>in</strong>g en wereldwijd.”<br />
En <strong>in</strong> lid 3:<br />
“Met het oog op de vernieuw<strong>in</strong>g van het leven <strong>in</strong> cultuur,<br />
maatschappij en staat kan de kerk zich uitspreken over<br />
maatschappelijke vragen.”<br />
In Ord<strong>in</strong>antie8 artikel 3 lid 1 over het diaconaat wordt onder<br />
meer genoemd:<br />
“...het signaleren van knelsituaties <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.”<br />
De onderliggende visie is dat de kerk ook een roep<strong>in</strong>g heeft<br />
<strong>in</strong> het publieke leven. Die kan zij vorm geven door te werken<br />
aan men<strong>in</strong>gsvorm<strong>in</strong>g onder kerkleden en door als kerk<br />
<strong>in</strong> het publieke dome<strong>in</strong> aanwezig te zijn. <strong>Kerk</strong>en kunnen<br />
deze grote woorden uit de <strong>Kerk</strong>orde vorm geven door dat<br />
wat zij tegenkomen <strong>in</strong> hun activiteiten onder de aandacht<br />
te brengen van de eigen kerkleden en <strong>in</strong> het publieke<br />
dome<strong>in</strong> naar voren te brengen. In nog andere woorden<br />
gezegd: door te signaleren wat er aan de hand is.<br />
Welnu, van de respondenten geven 48 (36%) aan dat zij hun<br />
activiteiten evalueren met het oog op signaler<strong>in</strong>g.<br />
Als het gaat om de vraag op welke wijze men de opgedane<br />
ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten deelt met de kerkelijke gemeente<br />
krijgen we het volgende beeld:<br />
34 respondenten (26%) maken daartoe gebruik van het<br />
kerkblad, 23 (17%) stellen de ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten <strong>in</strong><br />
gesprekskr<strong>in</strong>gen aan de orde, 13 (10%) op discussiebijeenkomsten,<br />
32 (25%) op gemeenteavonden en 17 (13%) <strong>in</strong><br />
kerkdiensten/themadiensten. Verder worden genoemd het<br />
groothuisbezoek (1x), de kerkenraad (3x), de diaconieën<br />
(3x), de Raad van <strong>Kerk</strong>en (3x) en bezoekteams, ouderl<strong>in</strong>gen,<br />
diakenen en dergelijke (4x).<br />
Op welke wijze brengen kerken hun ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten<br />
over naar samenlev<strong>in</strong>g en politiek?<br />
18 gemeenten (14%) hebben overleg met de burgerlijke<br />
gemeente en de plaatselijke politiek, 19 (14%) schrijven<br />
brieven aan de burgerlijke gemeente, eveneens 19 (14%)<br />
hebben contact met de gemeenteraad en het College van<br />
Burgemeester en Wethouders en 6 (5%) benaderen wel<br />
eens de landelijke politiek. Daarnaast nemen enige kerkelijke<br />
gemeenten deel aan overleg over armoede <strong>in</strong> het<br />
kader van de kerkelijke anti-armoedebeweg<strong>in</strong>g (de Arme<br />
Kant van Nederland), <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>imaplatform en het sociaal<br />
beraad. Ook worden genoemd: <strong>in</strong>formele contacten met<br />
kerkenraadsleden die zitt<strong>in</strong>g hebben <strong>in</strong> de gemeenteraad,<br />
evenals predikanten die overleg met de burgerlijke<br />
gemeente hebben op het gemeentehuis.<br />
Maakt men gebruik van de plaatselijke en regionale pers?<br />
9 gemeenten (7%) doen dit. Van de lokale of regionale<br />
omroep maken 5 gemeenten (4%) gebruik.<br />
Werken gemeenten samen met andere groepen bij het<br />
signaleren? 16 gemeenten (12%) geven aan dit te doen.<br />
Genoemd worden daarbij: arme-kantgroepen (2x), ouderenbonden<br />
(2x), Centraal Meldpunt Vrijwillige Hulpverlen<strong>in</strong>g<br />
(1x), gemeentelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (1x), Dorpsbelangen<br />
(1x), Raad van <strong>Kerk</strong>en/Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en (3x),<br />
Humanitas (1x), Ouderenwerk (1x), Sticht<strong>in</strong>g Welzijn (1x),<br />
voedselbank (1x).<br />
CONCLUSIE<br />
Ruim één derde van de gemeenten evalueert de activiteiten<br />
met en voor ouderen met het oog op signaler<strong>in</strong>g. In de<br />
eigen gemeente stelt men via diverse kanalen deze zaken<br />
aan de orde, waarbij het kerkblad het hoogst scoort,<br />
gevolgd door gemeenteavonden, gesprekskr<strong>in</strong>gen en discussiebijeenkomsten.<br />
15% van de gemeenten heeft op enigerlei wijze contact<br />
met de plaatselijke politiek met het oog op signaler<strong>in</strong>g.<br />
Benader<strong>in</strong>g van de landelijke politiek v<strong>in</strong>dt we<strong>in</strong>ig plaats.<br />
De lokale en regionale media worden we<strong>in</strong>ig benut, terwijl<br />
er op het punt van het signaleren we<strong>in</strong>ig samenwerk<strong>in</strong>g is<br />
met anderen.<br />
HANDLEIDING
26<br />
IX WAAR KOMT MEN NIET AAN TOE?<br />
Dertig gemeenten hebben gereageerd op de vraag of er<br />
activiteiten zijn waar men niet aan toekomt. Twee daarvan<br />
geven aan dat zij gebrek aan menskracht hebben (en<br />
daardoor niet meer kunnen doen) en ook twee dat zij een<br />
kle<strong>in</strong>e gemeente zijn (en er daarom niet meer activiteiten<br />
nodig zijn). Een heel specifieke situatie doet zich voor <strong>in</strong> die<br />
gemeente waar door moeilijkheden met de predikant de<br />
kerkenraad geen enige activiteit opzet.<br />
Als activiteiten waar men niet aan toekomt, noemt men:<br />
− <strong>in</strong> algemene termen aangeduid dat men meer zou willen<br />
doen (4x);<br />
− activiteiten <strong>in</strong> de sfeer van ontmoet<strong>in</strong>g (zoals koffieochtend,<br />
ouderenmiddag, gezamenlijke maaltijden of soos)<br />
(4x);<br />
− bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten (bijbelgespreksgroep, culturele<br />
middagen) (2x);<br />
− bezoekwerk (5x);<br />
− opzetten lotgenotengroep (1x);<br />
− kerstattenties (1x);<br />
− vervoer naar zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (1x);<br />
− nazorg bij overlijden partner (1x);<br />
− aandacht voor vereenzam<strong>in</strong>g (2x);<br />
− videobeelden van de kerkdienst te vertonen <strong>in</strong> het<br />
verzorg<strong>in</strong>gstehuis (1x).<br />
kanten op: sommigen geven aan dat het niet nodig is om<br />
allerlei afzonderlijke activiteiten op te zetten, want men<br />
kent elkaar en spr<strong>in</strong>gt <strong>in</strong> als dat nodig is. Ook zijn veel van<br />
de <strong>in</strong> de vragenlijst genoemde mogelijke activiteiten niet<br />
nodig, omdat daaraan geen behoefte is. Anderen stellen<br />
dat door gebrek aan menskracht en deskundigheid men<br />
m<strong>in</strong>der kan doen dan men zou willen.<br />
Te vermelden is ook nog dat drie gemeenten aangeven<br />
geen specifiek ouderenbeleid te willen voeren, omdat het<br />
geen automatisme is dat ouderen hulpbehoevend zijn.<br />
Gelet moet worden op <strong>in</strong>dividuele wensen en behoeften.<br />
CONCLUSIE<br />
Uit de gegeven reacties blijkt dat er wensen leven voor<br />
bestaande en nieuw op te zetten activiteiten <strong>in</strong> de direct<br />
uitvoerende activiteiten en voorwaarden scheppende sfeer<br />
(menskracht, deskundigheid, organisatie, samenwerk<strong>in</strong>g<br />
met anderen). Van de groepen die niet bereikt worden,<br />
worden de rand- en buitenkerkelijken het meest genoemd.<br />
De ger<strong>in</strong>ge omvang van de gemeente kan een voordeel zijn<br />
(men kent elkaar) en een nadeel (gebrek aan menskracht<br />
en deskundigheid). Ten slotte zetten enige gemeenten<br />
vraagtekens bij de wenselijkheid van een afzonderlijk<br />
ouderenbeleid.<br />
In de voorwaardenscheppende sfeer worden genoemd:<br />
groepsgesprekken met collega’s (1x) en vorm<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g<br />
(1x).<br />
Wat betreft de wensen met betrekk<strong>in</strong>g tot bestaande<br />
activiteiten hebben 20 gemeenten op enigerlei wijze<br />
gereageerd. Daarbij spr<strong>in</strong>gt het punt ‘meer menskracht’<br />
eruit (4x). Deskundigheid, meer samenwerk<strong>in</strong>g, meer<br />
structuur <strong>in</strong> het werk en meer overleg met organisaties als<br />
PCOB en Passage (de protestants christelijke vrouwenorganisatie)<br />
worden ieder 1x genoemd.<br />
Wat betreft de vraag of er groepen ouderen zijn die men<br />
niet bereikt, zijn er 19 respondenten die hierop <strong>in</strong>gegaan<br />
zijn. 3 gemeenten beantwoorden deze vraag met ‘nee’, terwijl<br />
5 deze met ‘ja’ beantwoorden zonder verder groepen te<br />
noemen. Vijf keer worden de buiten- en randkerkelijken<br />
genoemd, waarbij één keer de aanteken<strong>in</strong>g geplaatst<br />
wordt dat deze wel voor diverse activiteiten worden uitgenodigd,<br />
maar daarop niet reageren. <strong>Actie</strong>ve ouderen,<br />
vereenzaamden en mensen die vroeger actief <strong>in</strong> de kerk<br />
waren maar langzaam uit beeld verdwijnen worden ieder<br />
1x genoemd.<br />
Opmerk<strong>in</strong>gen die men nog kwijt wil bevatten vooral verwijz<strong>in</strong>gen<br />
naar activiteiten naar de burgerlijke gemeente en<br />
organisaties die actief zijn op het terre<strong>in</strong> van welzijn en<br />
zorg voor ouderen (5x). Daarmee wordt gezegd dat men als<br />
kerken daar weet van heeft, zonodig ernaar verwijst en<br />
niet zelf die activiteiten hoeft uit te voeren. Ook spr<strong>in</strong>gt de<br />
verwijz<strong>in</strong>g naar de ger<strong>in</strong>ge omvang van de burgerlijke en<br />
kerkelijke gemeente eruit (5x). Die verwijz<strong>in</strong>g gaat twee
27<br />
X WENSEN MET BETREKKING TOT HET PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />
Tw<strong>in</strong>tig gemeenten hebben gereageerd op de vraag of er<br />
wensen zijn en suggesties zijn voor het Protestants Dienstencentrum.<br />
Drie van hen hebben deze niet. De overigen<br />
hebben wensen <strong>in</strong> de sfeer van toerust<strong>in</strong>g en voorlicht<strong>in</strong>g.<br />
De toerust<strong>in</strong>g betreft vooral het bezoekwerk, zowel <strong>in</strong> zijn<br />
algemeenheid als het bezoek aan specifieke groepen zoals<br />
demente ouderen en ernstig zieken.<br />
Wat betreft de voorlicht<strong>in</strong>g worden genoemd het ouderenbeleid<br />
<strong>in</strong> zijn algemeenheid en concrete zaken als euthanasie/versterv<strong>in</strong>g,<br />
donorschap, opzetten van concrete<br />
activiteiten, de werv<strong>in</strong>g van vrijwilligers en de uitwissel<strong>in</strong>g<br />
van concrete ervar<strong>in</strong>gen.<br />
CONCLUSIE<br />
De wensen met betrekk<strong>in</strong>g tot het Protestants Dienstencentrum<br />
gaan vooral over toerust<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>formatie, waarbij<br />
bezoekwerk, het opzetten van concrete activiteiten en wat<br />
daarmee samenhangt en voorlicht<strong>in</strong>g over specifieke<br />
thema’s als euthanasie/versterv<strong>in</strong>g en donorschap<br />
genoemd worden.
28<br />
OVERZICHT CONCLUSIES KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />
<strong>OUDEREN</strong>BELEID:<br />
1) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten voert een gericht<br />
ouderenbeleid.<br />
2) Eveneens een, zij het iets grotere, m<strong>in</strong>derheid voert een<br />
beleid ten aanzien van concrete activiteiten. Het merendeel<br />
hiervan betreft het bezoekwerk, waarna als belangrijkste<br />
categorieën ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten en kerkdiensten<br />
volgen.<br />
3) Er is <strong>in</strong> de meerderheid van de gemeenten geen specifiek<br />
beleid gericht op categorieën ouderen naar leeftijd.<br />
4) Men richt zich voor het merendeel op de eigen kerkleden.<br />
5) Het merendeel van de gemeenten werkt op zichzelf. Als<br />
er sprake is van samenwerk<strong>in</strong>g betreft dat voor het overgrote<br />
deel de samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd.<br />
INZET VAN DE OUDERE ALS VRIJWILLIGERS<br />
6) In de meeste gemeenten is er geen gericht beleid ter<br />
<strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van ouderen. Waar dat er wel is, gaat het<br />
vaak om concrete activiteiten. Opvallend is dat het<br />
vragen voor functies nauwelijks vermeld wordt. Het<br />
beeld van gemeenten die niet gericht vragen, wijkt hier<br />
niet veel vanaf: ook zij vermelden vooral concrete activiteiten.<br />
Wellicht heeft dit ermee te maken dat men niet<br />
specifiek zoekt naar ouderen, maar wel vaak bij hen<br />
uitkomt, omdat veel gemeenten een leeftijdsopbouw<br />
kennen waar<strong>in</strong> ouderen oververtegenwoordigd zijn en<br />
omdat ouderen meer tijd hebben dan jongere generaties.<br />
Dat laatste sluit aan bij het algemene landelijke beeld<br />
van vrijwilligerswerk.<br />
7) Een beperkt aantal gemeenten geeft ondersteun<strong>in</strong>g aan<br />
activiteiten van ouderen zelf.<br />
8) Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g blijkt een onlosmakelijk onderdeel te zijn van<br />
het kerkelijk werk, hetzij als specifieke activiteit (soms<br />
opgenomen <strong>in</strong> het algemene werk van de gemeente),<br />
hetzij als onderdeel van ontmoet<strong>in</strong>gswerk. Nadrukkelijk<br />
moet erop gewezen worden dat het circuit van vrouwenorganisaties<br />
hier<strong>in</strong> een functie vervult.<br />
ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG EN<br />
ONDERSTEUNING<br />
9) Er is en wijdvertakt netwerk van bezoekwerk b<strong>in</strong>nen de<br />
gemeente en <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen. Hierbij<br />
zijn beroepskrachten betrokken, zoals predikanten en<br />
pastoraal medewerkers, en vele gemeenteleden. Van<br />
de onbetaalde ambtsdragers verrichten de ouderl<strong>in</strong>gen<br />
het meeste bezoekwerk. Het bezoek is vaak <strong>in</strong>dividueel<br />
gericht, maar er zijn ook collectieve vormen, zoals het<br />
groothuisbezoek, of gespreksmomenten die <strong>in</strong>gebed<br />
zijn <strong>in</strong> bredere activiteiten zoals ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />
of reisjes. Er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat de ‘zware<br />
gevallen’ uite<strong>in</strong>delijk bij de beroepskrachten komen en<br />
dat vrijwilligers <strong>in</strong> deze een signaler<strong>in</strong>gs- en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie<br />
hebben.<br />
10) In de contacten is er aandacht voor ziekten en kwalen.<br />
In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>dt hiervoor<br />
toerust<strong>in</strong>g plaats. Als er concrete vragen zijn, is men<br />
daarop alert.<br />
11) Het tegengaan van eenzaamheid is bij de helft van de<br />
gemeenten een duidelijk aandachtspunt. Men ziet dat<br />
als een belangrijke functie van het werk. Soms is dat<br />
een expliciet doel, zoals bij vormen van bezoekwerk,<br />
soms een afgeleid doel, maar iets waar men wel alert<br />
op is. De activiteiten betreffen grotendeels activiteiten<br />
b<strong>in</strong>nen de kerk. Niet genoemd is de deelname aan het<br />
bredere maatschappelijke leven.<br />
12) In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>den recreatieve<br />
activiteiten plaats. De meeste daarvan zijn gezamenlijke<br />
uitstapjes, daarna volgen de ouderensociëteiten<br />
en daarna de vakantieweken. Waarschijnlijk speelt<br />
hier mee dat een aantal van deze activiteiten door<br />
andere <strong>in</strong>stanties georganiseerd worden of dat er geen<br />
of slechts <strong>in</strong>cidenteel behoefte aan bestaat. Een andere<br />
factor kan zijn dat kerkelijke activiteiten toch ook<br />
vaak elementen van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en vieren hebben en<br />
m<strong>in</strong>der sport, spel en ontspann<strong>in</strong>g als hoofddoelstell<strong>in</strong>g.<br />
13) Een grote meerderheid van de gemeenten heeft aandacht<br />
voor mobiliteitszaken, vooral het bezoek aan de<br />
kerkdienst.<br />
14) Een overgrote meerderheid van de gemeenten heeft<br />
voorzien<strong>in</strong>gen getroffen om kerkelijke gebouwen toegankelijk<br />
te maken voor mensen met lichamelijke<br />
beperk<strong>in</strong>gen en voor mensen die problemen met hun<br />
gehoor hebben. Een meerderheid van de gemeenten<br />
houdt ook reken<strong>in</strong>g met slechtzienden.<br />
15) In een beperkt aantal gemeenten heeft de diaconie<br />
<strong>in</strong>dividuele materiële steun aan ouderen gegeven.<br />
16) Een aantal gemeenten verleent hulp bij het <strong>in</strong>vullen van<br />
formulieren, ondersteunt mensen <strong>in</strong> hun contacten met<br />
<strong>in</strong>stanties en zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />
17) In een beperkt aantal gemeenten is er een klussendienst.<br />
18) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert de activiteiten<br />
te richten op dat wat er <strong>in</strong> de burgerlijke<br />
gemeenten gebeurt.<br />
19) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert ook<br />
gericht niet-kerkleden te bereiken door media te<br />
gebruiken en via <strong>in</strong>formele contacten.<br />
AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />
20) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten geeft aandacht aan<br />
de mantelzorgers. Dit steekt af tegen het grote aantal<br />
mensen dat mantelzorg verricht. Het is niet duidelijk of<br />
dit een bewuste keuze is. Bijvoorbeeld omdat anderen<br />
dit al doen of dat dit als vanzelf meegenomen wordt <strong>in</strong><br />
de <strong>in</strong>formele contacten <strong>in</strong> die gemeenten die zo kle<strong>in</strong>schalig<br />
zijn dat men elkaar persoonlijk kent.<br />
21) Wat het vrijwilligerswerk betreft leent zowel het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />
als zaken als onkostenregel<strong>in</strong>g, verzeker<strong>in</strong>g<br />
en het blijk geven van waarder<strong>in</strong>g zich voor nadere<br />
doordenk<strong>in</strong>g zonder hiermee te suggereren dat dit<br />
alles zwaar gestructureerd zou moeten worden.
29<br />
22) Aandacht voor mensen <strong>in</strong> hun rol als professionele<br />
zorgverlener is er niet. Dat is niet verwonderlijk. Misschien<br />
verwachten de zorgverleners dat ook niet en<br />
hebben zij daarvoor hun eigen beroepsorganisatie of is<br />
de geestelijk verzorger een aanspreekpunt. Het stelt<br />
ook specifieke deskundigheidseisen.<br />
SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />
23) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contacten met<br />
andere spelers <strong>in</strong> het veld van de ouderenzorg. Dat zijn<br />
vooral <strong>in</strong>cidentele contacten die gelegd of benut<br />
worden al naar gelang de behoefte. Het hangt af van<br />
vragen die men <strong>in</strong> het kerkelijk werk bij mensen is<br />
tegengekomen (‘pleitbezorg<strong>in</strong>g’), afstemm<strong>in</strong>g van<br />
werkzaamheden, uitwissel<strong>in</strong>g van kennis of het ondernemen<br />
van gezamenlijke activiteiten. Wellicht dat<br />
vooral <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere plaatsen meer via het <strong>in</strong>formele<br />
circuit loopt. Ook zal het gebrek aan menskracht een<br />
rol spelen, de complexiteit van besturen en beleidsvorm<strong>in</strong>g,<br />
mede door de snelle en vele verander<strong>in</strong>gen.<br />
24) De deelname aan besturen van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen is sterk<br />
afgenomen. In een beperkt aantal gevallen neemt men<br />
deel aan een Raad van Advies of een identiteitscommissie.<br />
GEESTELIJKE VERZORGER<br />
25) De gegevens uit de vragenlijst over de relatie van<br />
kerkelijke gemeenten met geestelijke verzorgers zijn<br />
moeilijk te beoordelen, omdat men dan het aantal<br />
geestelijke verzorgers <strong>in</strong> zijn geheel (met en zonder<br />
kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g) zou moeten weten. Dat overzicht<br />
ontbreekt echter. De contacten die er zijn betreffen<br />
vooral de kerkdiensten <strong>in</strong> de kerkelijke gemeente en/of<br />
de tehuizen en het bezoekwerk. In een aantal gevallen<br />
komt het werk van de geestelijk verzorger aan de orde<br />
<strong>in</strong> de kerkenraad. Ook wordt hij of zij <strong>in</strong> een aantal<br />
gevallen <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong> het toerust<strong>in</strong>gswerk en wordt<br />
over diens werk bericht <strong>in</strong> het kerkblad. In een beperkt<br />
aantal gevallen neemt de geestelijk verzorger deel aan<br />
het convent van pastores/de werkgemeenschap van<br />
predikanten.<br />
Benader<strong>in</strong>g van de landelijke politiek v<strong>in</strong>dt we<strong>in</strong>ig<br />
plaats. De lokale en regionale media worden we<strong>in</strong>ig<br />
benut, terwijl er op het punt van het signaleren we<strong>in</strong>ig<br />
samenwerk<strong>in</strong>g is met anderen.<br />
WAAR KOMT MEN NIET AAN TOE?<br />
29) Er leven wensen voor bestaande en nieuw op te zetten<br />
activiteiten <strong>in</strong> de uitvoerende en voorwaardenscheppende<br />
sfeer: de menskracht, deskundigheid, organisatie<br />
en de samenwerk<strong>in</strong>g met anderen.<br />
30) Van de groepen die niet bereikt worden, maar die men<br />
wel zou willen bereiken, worden de rand- en buitenkerkelijken<br />
het meest genoemd.<br />
31) De ger<strong>in</strong>ge omvang van de gemeente kan een voordeel<br />
zijn (men kent elkaar) en een nadeel (gebrek aan menskracht<br />
en deskundigheid).<br />
PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />
GRONINGEN/DRENTHE<br />
32) De wensen over het Protestants Dienstencentrum gaan<br />
vooral over toerust<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>formatie, waarbij bezoekwerk,<br />
het opzetten van concrete activiteiten en wat<br />
daarmee samenhangt en voorlicht<strong>in</strong>g over specifieke<br />
thema’s als euthanasie/versterv<strong>in</strong>g en donorschap<br />
genoemd worden.<br />
FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN<br />
EN ORGANISATIES<br />
26) <strong>Kerk</strong>en zijn nog slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate structureel<br />
en (iets meer) <strong>in</strong>cidenteel f<strong>in</strong>ancieel betrokken bij<br />
zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />
SIGNALEREN<br />
27) Een ruime m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten evalueert de<br />
activiteiten met en voor ouderen. In de eigen gemeente<br />
stelt men via diverse kanalen de zaken die daaruit<br />
voortkomen aan de orde. Daarbij scoort het kerkblad<br />
het hoogst, gevolgd door gemeenteavonden, gesprekskr<strong>in</strong>gen<br />
en discussiebijeenkomsten.<br />
28) Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contact met<br />
de plaatselijke politiek met het oog op signaler<strong>in</strong>g.
HOOFDSTUK 3<br />
KWALITATIEF ONDERZOEK<br />
31<br />
Naast het kwantitatieve onderzoek heeft er een kwalitatief<br />
onderzoek plaatsgevonden <strong>in</strong> drie burgerlijke gemeenten.<br />
Daartoe zijn open <strong>in</strong>terviews gehouden die tot doel hadden:<br />
− Verdiep<strong>in</strong>g en verbred<strong>in</strong>g van de gegevens.<br />
− Het plaatsen van de kerkelijke activiteiten <strong>in</strong> het verband<br />
van de lokale samenlev<strong>in</strong>g en de activiteiten die daar<br />
plaatsv<strong>in</strong>den.<br />
− Het zicht krijgen op de manier waarop ouderen, organisaties<br />
voor ouderen en beleidsmakers kerkelijke <strong>in</strong>zet op<br />
het terre<strong>in</strong> van ouderen zien en waarderen.<br />
Het was gezien de beperkte menskracht die voor het<br />
onderzoek beschikbaar was, niet mogelijk om een groter<br />
aantal plaatsen te bezoeken. Er is gekozen voor drie plaatsen<br />
en wel zodanig dat er een grote burgerlijke gemeente<br />
is opgenomen, een middelgrote en een gemeente waar<strong>in</strong><br />
sprake is van dorpsachtige situaties (meervoud, omdat de<br />
huidige burgerlijke gemeenten meer dorpen omvatten). We<br />
pretenderen uiteraard niet dat wij met zo’n selectie recht<br />
kunnen doen aan de verscheidenheid aan lokale situaties.<br />
Wel hopen wij daarmee de gegevens die verkregen zijn uit<br />
de enquête meer vlees en bloed te kunnen geven. Daarmee<br />
kunnen we meer zicht krijgen op lokale praktijken.<br />
Bovendien is niet alleen een b<strong>in</strong>nenperspectief gehanteerd,<br />
waar<strong>in</strong> mensen uit kerken vertellen over hun werkzaamheden,<br />
maar ook een buitenperspectief.<br />
Bij dit laatste is te denken aan mensen die zich <strong>in</strong> nietkerkelijke<br />
organisaties richten op ouderenwerk en -beleid:<br />
hoe kijken zij aan tegen het kerkelijk werk? Natuurlijk<br />
kunnen deze personen kerklid zijn en kerkelijk betrokken,<br />
maar zij spraken vanuit een andere ‘rol’.<br />
De organisatie, opzet en <strong>in</strong>houd van de gesprekken was als<br />
volgt:<br />
In elke lokale gemeenschap zijn gesprekken gevoerd met:<br />
− mensen uit de kerkelijke gemeente;<br />
− mensen die betrokken zijn bij ouderenwerk of beleid;<br />
− vertegenwoordigers van de PCOB als vertegenwoordigers<br />
van ouderen.<br />
De gesprekken vonden plaats <strong>in</strong> het najaar van 2005 en het<br />
voorjaar van 2006. Dat is de reden dat over de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g<br />
van de WMO <strong>in</strong> termen van voornemens gesproken wordt,<br />
omdat de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g op 1 januari 2007 plaatsvond.<br />
De <strong>in</strong>terviews werden gehouden aan de hand van hoofdvragen,<br />
die als uitgangspunt dienden voor het gesprek.<br />
Daarbij is bij mensen uit de kerken <strong>in</strong> hoofdlijnen de opzet<br />
gevolgd van de enquête aangevuld met evaluatieve vragen.<br />
Bij de twee andere categorieën is gevraagd naar:<br />
− activiteiten voor en met ouderen;<br />
− visie op ouderen;<br />
− beleid en daar<strong>in</strong> optredende knelpunten en positieve<br />
ervar<strong>in</strong>gen;<br />
− samenwerk<strong>in</strong>g met de kerken.<br />
Van elk gesprek werd een uitgebreid, zij het geen woordelijk,<br />
verslag gemaakt. De gesprekken werden op cassettebandjes<br />
opgenomen zodat de verslaglegger bij het maken<br />
van het verslag het gesprek nog kon terughoren. De conceptverslagen<br />
werden nog ter correctie en goedkeur<strong>in</strong>g<br />
voorgelegd aan degenen met wie de gesprekken gevoerd<br />
zijn. De def<strong>in</strong>itieve teksten zijn ten slotte gebruikt bij de<br />
weergave en analyse van de gesprekken. Omwille van de<br />
anonimiteit vermelden we de namen van de desbetreffende<br />
gemeente niet voluit, maar geven we deze aan met X<br />
(burgerlijke gemeente bestaande uit dorpen), Y (middengrote<br />
gemeente) en Z (grote stad).<br />
BURGERLIJKE GEMEENTE X<br />
(DORPEN)<br />
Er zijn vier gesprekken gevoerd: met leden van de Gereformeerde<br />
<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> een van de dorpen van gemeente X, met de<br />
ouderenadviseur die ook <strong>in</strong> het dorp actief is, met de directeur<br />
van het zorgcentrum <strong>in</strong> het dorp en met de wethouder<br />
voor welzijn van de gemeente.<br />
Gereformeerde <strong>Kerk</strong>:<br />
Gesproken is met vier leden van de kerk, die allen<br />
betrokken zijn bij het kerkelijk werk ter plaatse. Eén<br />
van hen is wijkouderl<strong>in</strong>g. Enigen van hen zijn ook<br />
actief <strong>in</strong> de PCOB. De kerk is aangesloten bij de<br />
Protestantse <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland, maar er is nauwelijks<br />
sprake van samenwerk<strong>in</strong>g tussen gereformeerd<br />
en hervormd. De scheidslijnen die er zijn, liggen diep<br />
<strong>in</strong> de geschiedenis. Hoewel er <strong>in</strong>cidenteel contacten<br />
zijn, vormen de kerken twee onderscheiden circuits.<br />
Op het ogenblik is de predikantsplaats <strong>in</strong> de Gereformeerde<br />
<strong>Kerk</strong> vacant.<br />
De activiteiten: <strong>in</strong> het w<strong>in</strong>terseizoen is er iedere maand een<br />
<strong>in</strong>loopmiddag voor ouderen. De ene keer kan men gewoon<br />
b<strong>in</strong>nenlopen, de andere keer is er een eet-<strong>in</strong>n. Een keer per<br />
jaar is er een gezamenlijke warme maaltijd.<br />
Voor het pastoraat zijn er acht wijkouderl<strong>in</strong>gen. Ieder<br />
gez<strong>in</strong>/lid wordt eenmaal per jaar bezocht. Met jongeren die<br />
nieuw <strong>in</strong> de gemeente komen wonen, is het soms moeilijk<br />
om contact te krijgen, omdat zij vaak geen tijd hebben.<br />
Voor het huisbezoek is niet leeftijd het criterium, maar kijkt<br />
men naar de <strong>in</strong>dividuele situatie en behoeften. Indien daartoe<br />
aanleid<strong>in</strong>g is, worden mensen vaker bezocht.<br />
Als het nodig is, wordt er voor vervoer naar en van de kerk<br />
gezorgd.<br />
Er is geen gespreksgroep specifiek voor ouderen.<br />
Ouderen nemen deel aan vrijwilligerswerk b<strong>in</strong>nen de kerk.<br />
Over het algemeen hebben de mensen het f<strong>in</strong>ancieel goed.<br />
Er zullen mensen zijn die het f<strong>in</strong>ancieel m<strong>in</strong>der hebben,<br />
maar dat is niet zo bekend. De diaconie zal <strong>in</strong>dien nodig<br />
deze mensen helpen. De burgerlijke gemeente geeft voorlicht<strong>in</strong>g<br />
over f<strong>in</strong>anciële regel<strong>in</strong>gen, maar deze is niet<br />
gemakkelijk toegankelijk. De vraag is dan ook of de regel<strong>in</strong>gen<br />
bekend zijn bij ouderen.
32<br />
In het dorp zijn de nodige voorzien<strong>in</strong>gen waaronder een<br />
sociëteit van de Sticht<strong>in</strong>g Ouderen en een klusjesdienst. Er<br />
is een verzorg<strong>in</strong>gstehuis met veel activiteiten, zoals koffiedr<strong>in</strong>ken,<br />
spelmiddagen, handwerken, tafeltje-dek-je. Vrijwilligers<br />
uit de kerken nemen hier actief aan deel op persoonlijke<br />
titel. Er zijn afspraken over een dienst per maand<br />
die de predikanten om de beurt verzorgen. Ook is er de<br />
mogelijkheid om <strong>in</strong> een zaal gezamenlijk de zondagsdienst<br />
mee te luisteren. Men kan op deze manier ook aan de<br />
avondmaalsvier<strong>in</strong>g meedoen. De wijkouderl<strong>in</strong>g onder wie<br />
het verzorg<strong>in</strong>gstehuis valt, heeft contact met de kerkleden<br />
<strong>in</strong> het tehuis. <strong>Kerk</strong>leden <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis die uit een<br />
naburig dorp komen, worden door mensen van de kerk uit<br />
dat dorp bezocht. Tussen de kerk en de geestelijk verzorger/maatschappelijk<br />
werker van het verzorg<strong>in</strong>gshuis is er<br />
geen contact. Hetzelfde geldt voor de ouderenadviseur die<br />
<strong>in</strong> het dorp werkt.<br />
Over mantelzorg is er geen contact met de burgerlijke<br />
gemeente. Doordat de naoberplicht nog sterk leeft, is<br />
mantelzorg geen afzonderlijk aandachtspunt voor de kerk.<br />
Over de WMO is de kerk (nog) niet door de burgerlijke<br />
gemeente benaderd.<br />
Er is <strong>in</strong> het dorp een nauwe band tussen de PCOB en de<br />
Gereformeerde <strong>Kerk</strong> (hervormden zijn vooral lid van de<br />
ANBO). De PCOB heeft een breed programma-aanbod met<br />
lez<strong>in</strong>gen. Met de afdel<strong>in</strong>g uit een naburig dorp viert men<br />
gezamenlijk het kerstfeest. De PCOB is ook ondersteunend<br />
bezig zoals bij de keur<strong>in</strong>g voor het rijbewijs en het <strong>in</strong>vullen<br />
van belast<strong>in</strong>gformulieren.<br />
Wat betreft knelpunten: het openbaar vervoer naar grotere<br />
plaatsen is een probleem. ‘s Avonds is er helemaal geen<br />
vervoer. Men rijdt met elkaar mee en ook hebben veel<br />
mensen een taxipas, maar het blijft lastig. Een ander punt<br />
is de slechte bestrat<strong>in</strong>g, wat vooral voor mensen met een<br />
rolstoel of een rollator lastig is.<br />
De ouderenadviseur<br />
De adviseur ouderen is <strong>in</strong> dienst van de Sticht<strong>in</strong>g<br />
Ouderen die <strong>in</strong> de burgerlijke gemeente X werkzaam<br />
is. Hij is s<strong>in</strong>ds 2002 voor vijftien uur per week <strong>in</strong><br />
dienst. De functie is er gekomen nadat onderzoek<br />
van de Universiteit Gron<strong>in</strong>gen had uitgewezen dat<br />
23% van de 65+ers <strong>in</strong> de gemeente eenzaam is van<br />
wie 4% erg eenzaam.<br />
De Sticht<strong>in</strong>g Ouderen is <strong>in</strong> 1984 gestart en richt zich<br />
op het bevorderen van het welzijn van ouderen. Ze is<br />
ontstaan uit de sticht<strong>in</strong>gen die er waren <strong>in</strong> toen nog<br />
zelfstandige gemeenten die nu zijn opgegaan <strong>in</strong> de<br />
gemeente X. Ze is een vrijwilligersorganisatie waar<strong>in</strong><br />
ook de ouderenbonden vertegenwoordigd zijn. De<br />
sticht<strong>in</strong>g heeft en fijnmazig netwerk van activiteiten<br />
en werkgroepen. Zo is er een goed sociaal kader van<br />
betrokkenen ontstaan. Met de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de<br />
WMO zal men als sticht<strong>in</strong>g meer dan voorheen met<br />
de vragen van zorg en wonen geconfronteerd worden.<br />
Het eerste contact legt de adviseur meestal per telefoon.<br />
Dat contact kan op verzoek van iemand tot stand komen of<br />
op verzoek van familie of goede kennissen (de desbetreffende<br />
oudere moet hiervoor wel toestemm<strong>in</strong>g geven). Lukt<br />
het niet om de vraag per telefoon af te handelen of blijkt<br />
dat er nog meer vragen zijn, dan wordt er een afspraak<br />
voor een huisbezoek gemaakt. De vragen kunnen over van<br />
alles gaan: de voorzien<strong>in</strong>gen die er zijn, het onderhoud van<br />
de tu<strong>in</strong> (‘aangepast tu<strong>in</strong>ieren’), de tijdsbested<strong>in</strong>g, contacten<br />
met anderen, behoefte aan z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g, hulp aan huis,<br />
gevoelens van onveiligheid, <strong>in</strong>grijpende kwesties die ook<br />
emotioneel diep doorwerken, zoals of men al dan niet zal<br />
verhuizen.<br />
In de adviezen gaat het om maatwerk, waarbij een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g<br />
gemaakt wordt van wat mensen zelf nog kunnen.<br />
Geprobeerd wordt om mensen zo lang mogelijk zelfstandig<br />
te laten functioneren en de zorg daarop af te stemmen. Het<br />
advies wordt puntsgewijs met de betrokkenen doorgesproken<br />
waarna zij voor akkoord kunnen tekenen. Het is niet<br />
altijd eenvoudig om te kiezen, bijvoorbeeld voor thuiszorg<br />
of voor hulp vanuit het zorgcentrum. Ook het ziektekostenpakket<br />
moet men nu zelf gaan kiezen. Zelfs voor een 75+er<br />
die ervaren is, valt dat al niet gemakkelijk om te overzien.<br />
Ook kunnen er f<strong>in</strong>anciële problemen zijn, maar men zal niet<br />
snel de hand ophouden bij de gemeente. Dat ervaart men<br />
als ‘bedel<strong>in</strong>g’, hoewel men er recht op heeft. De adviseur<br />
legt bijvoorbeeld uit wat de bijzondere bijstand <strong>in</strong>houdt,<br />
waarna deze uite<strong>in</strong>delijk geaccepteerd wordt. De gemeente<br />
heeft een noodfonds, maar dat heeft geen bekendheid.<br />
Er wordt we<strong>in</strong>ig een beroep op gedaan. In de gemeente<br />
zijn er tw<strong>in</strong>tig huishoudens die een voedselpakket ontvangen.<br />
De voorzien<strong>in</strong>gen zijn lokaal gericht, dichtbij en overzichtelijk.<br />
De burgerlijke gemeente heeft bovendien een overzichtelijk<br />
centraal meldpunt, dat men rechtstreeks kan<br />
bellen. Het is door vrijwilligers bemenst aan wie men alle<br />
vragen kan stellen. Zij weten naar welke organisatie<br />
iemand verwezen kan worden en kunnen zo nodig bemiddelen.<br />
In de gesprekken met ouderen komt de kerk niet vaak aan<br />
de orde. Het kan zijn dat men dit niet wil. De adviseur heeft<br />
geen <strong>in</strong>formatie of folder van de kerken of een aanspreekpunt<br />
bij de kerken. Het is hem niet bekend wat de kerken<br />
doen. Op zijn verzoek om <strong>in</strong>formatie en contact heeft hij<br />
echter destijds geen reactie gehad. Zijn <strong>in</strong>druk is dat de<br />
kerk een wereld op zichzelf vormt met een eigen netwerk<br />
waar<strong>in</strong> kerkmensen de weg weten. Wel heeft hij een keer<br />
voorlicht<strong>in</strong>g gegeven aan de hervormde vrouwenorganisatie<br />
<strong>in</strong> het dorp en een nabij gelegen dorp.
33<br />
De directeur Sticht<strong>in</strong>g Zorgcentra<br />
In de gemeente X heeft de Sticht<strong>in</strong>g drie zorgcentra,<br />
waarvan één <strong>in</strong> het dorp. Een vierde zorgcentrum<br />
gaat er komen <strong>in</strong> een naburig dorp. De Sticht<strong>in</strong>g is<br />
ontstaan na de fusie van drie zorgcentra en richt<br />
zich op het aanbieden van voorzien<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong><br />
van wonen, zorg en welzijn voor ouderen. Zij wil<br />
het ouderen mogelijk maken om zo lang mogelijk <strong>in</strong><br />
de eigen woonomgev<strong>in</strong>g te kunnen blijven.<br />
De Sticht<strong>in</strong>g Zorgcentra biedt mogelijkheden voor kortdurende<br />
opname, voor dagopvang en dagverzorg<strong>in</strong>g, extramurale<br />
zorg (aanleunwon<strong>in</strong>gen) en <strong>in</strong>tramurale zorg <strong>in</strong> de<br />
verzorg<strong>in</strong>gshuizen. Alle drie de locaties hebben een eigen<br />
bus voor personenvervoer. Indien gewenst, worden de<br />
bewoners door een vrijwilliger naar de plaats van bestemm<strong>in</strong>g<br />
gebracht. De Sticht<strong>in</strong>g is er alert op dat degenen die<br />
we<strong>in</strong>ig geld hebben, ondersteun<strong>in</strong>g krijgen via de bijzondere<br />
bijstand. De Sticht<strong>in</strong>g regelt dat, omdat mensen zelf<br />
vaak geen bijstand willen aanvragen.<br />
De Sticht<strong>in</strong>g heeft <strong>in</strong> totaal zo’n 140 formatieplaatsen, die<br />
door gemiddeld zo’n 250 personeelsleden vervuld worden.<br />
In de drie locaties zijn 400 vrijwilligers betrokken bij werkzaamheden<br />
als het schenken van koffie, ondersteun<strong>in</strong>g bij<br />
activiteitenbegeleid<strong>in</strong>g, het rijden met de bus en het bezetten<br />
van de balie. Er is een coörd<strong>in</strong>ator <strong>in</strong> dienst die het<br />
vrijwilligerswerk begeleidt. De vrijwilliger sluit een contract<br />
voor het vrijwilligerswerk dat hij gaat doen. Dat is een contract<br />
voor onbepaalde tijd en men kan zelf kiezen wanneer<br />
men wil stoppen. De vrijwilliger heeft de verplicht<strong>in</strong>g de<br />
spelregels en afspraken die <strong>in</strong> het contract vermeld staan,<br />
na te leven. Men werft de vrijwilligers via een advertentie of<br />
mensen melden zich aan, zoals familieleden van een bewoner<br />
die graag actief bij het huis betrokken willen zijn.<br />
Vroegen zaten vertegenwoordigers van kerken <strong>in</strong> de besturen.<br />
Na de fusie is dat veranderd. De zaken worden f<strong>in</strong>ancieel,<br />
organisatorisch en beleidsmatig steeds complexer en<br />
daarom is het nodig om mensen met deskundigheid te<br />
hebben. De kerken lieten het <strong>in</strong> het verleden nogal eens<br />
afweten. Als men niet veel werk <strong>in</strong> de kerk te doen had, kon<br />
men altijd nog <strong>in</strong> het bestuur van het bejaardentehuis gaan.<br />
Nu heeft het bestuur meer een toezichthoudende functie.<br />
De Sticht<strong>in</strong>g zegt veel last te hebben van de regelgev<strong>in</strong>g<br />
van de landelijke overheid. Hier is het anders, veel kle<strong>in</strong>schaliger.<br />
De wachtlijsten zijn korter en er is veel vrijwilligerswerk.<br />
De Sticht<strong>in</strong>g, die een algemeen karakter heeft, heeft een<br />
geestelijk verzorger <strong>in</strong> dienst, een humanist, maar zij is<br />
voor iedereen beschikbaar. Zij biedt begeleid<strong>in</strong>g bij het<br />
ordenen van de levensgeschiedenis en bij het opmaken<br />
van de levensbalans. De geestelijk verzorger begeleidt<br />
cliënten bij het zoeken naar eigen antwoorden op de<br />
vragen die het leven met beperk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de laatste levensfase<br />
met zich brengt. Ervar<strong>in</strong>g wijst uit dat men deze<br />
vragen 0liever met een geestelijk verzorger bespreekt dan<br />
met de k<strong>in</strong>deren. Naast deze persoonlijke gesprekken<br />
houdt de geestelijk verzorger groepsgesprekken voor de<br />
bewoners en is er een maandelijkse gespreksgroep. Indien<br />
nodig verwijst zij de mensen naar de dom<strong>in</strong>ee en verzorgt<br />
zij deze contacten. Eens per half jaar worden overleden<br />
bewoners herdacht. De geestelijk verzorger is een vertrouwenspersoon<br />
en heeft geheimhoud<strong>in</strong>gsplicht. Zij rapporteert<br />
en bespreekt de eventuele behoeften met de directie.<br />
Op zondagmorgen zijn er geen diensten <strong>in</strong> de verzorg<strong>in</strong>gscentra.<br />
Wel is er <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis <strong>in</strong> het dorp een<br />
kerklijn, waardoor de mensen de zondagse kerkdienst kunnen<br />
volgen. Er wordt voor gezorgd dat degenen die daarvoor<br />
belangstell<strong>in</strong>g hebben, daaraan kunnen deelnemen.<br />
Een keer per maand verzorgt een hervormde of gereformeerde<br />
predikant de maandsluit<strong>in</strong>g. De activiteitenbegeleider<br />
regelt dit. Als er meer kerkelijke activiteiten zijn, wordt<br />
dat gepubliceerd. Het hangt af van wat de kerk zelf aanbiedt.<br />
De relatie met de kerken is vrij. Er wordt de mensen<br />
niets opgedrongen. Behalve het genoemde, is er verder<br />
geen contact. De geschiedenis speelt hier<strong>in</strong> een rol: de<br />
verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de kerk waren vroeger niet altijd prettig.<br />
Er waren rangen en standen.<br />
Wat betreft de toekomst: door de verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />
sociale zekerheid en de zorg zal er armoede ontstaan.<br />
De huren zijn hoog, terwijl men m<strong>in</strong>der huursubsidie zal<br />
ontvangen. We<strong>in</strong>ig boeren hebben een pensioen. Veel<br />
voorzien<strong>in</strong>gen zitten niet meer <strong>in</strong> de aangeboden zorg.<br />
Indien men geld heeft, kan men hulp betalen en zelfstandig<br />
blijven wonen of men kan naar een particulier tehuis gaan.<br />
Gepensioneerde ouderen die geld hebben, trekken weg. Zij<br />
vestigen zich op die plekken waar zij voldoende voorzien<strong>in</strong>gen<br />
krijgen aangeboden en die voor hen betaalbaar zijn.<br />
Verzorg<strong>in</strong>gshuizen worden armenhuizen voor mensen met<br />
we<strong>in</strong>ig geld. Men krijgt waar men recht op heeft en niet<br />
meer. De mensen die geld hebben, kunnen extra’s betalen.<br />
Als het zo doorgaat, krijgen we weer rangen en standen.<br />
Met de WMO verdwijnt de welzijnszorg die er was. Er zal<br />
functiegerichte zorg aangeboden worden. De maaltijd zal<br />
dan niet bij de prijs <strong>in</strong>begrepen zijn. Er is vanuit de burgerlijke<br />
gemeente nog geen contact geweest met de Sticht<strong>in</strong>g<br />
Zorgcentra over de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO.<br />
De wethouder<br />
Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats met de wethouder die onder<br />
meer welzijn, volksgezondheid en volkshuisvest<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
zijn portefeuille heeft. De gemeente kent 26 kernen.<br />
Het ouderenbeleid <strong>in</strong> de gemeente is erop gericht om<br />
voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de zorg te realiseren die ouderen nodig<br />
hebben. Zo is er voor ouderen die dit nodig hebben een<br />
dagopvang <strong>in</strong> de zorgcentra. Hier organiseert men zorg<br />
voor deze groep mensen. De gemeente kent een redelijk<br />
ruim subsidiebeleid waardoor men deze activiteiten kan<br />
f<strong>in</strong>ancieren. Er is een ouderenadviseur die mensen<br />
bezoekt. Eigenlijk zou deze meer tijd moeten hebben om zo<br />
meer bezoeken af te kunnen leggen en om meer taken op
34<br />
zich te nemen. Dat gaat <strong>in</strong> de toekomst ook gebeuren. De<br />
Sticht<strong>in</strong>g Ouderen en de Sticht<strong>in</strong>g Welzijn gaan samen een<br />
plan van aanpak maken voor het ouderenwerk en het adviseurschap.<br />
Een belangrijk uitgangspunt bij beleid is <strong>in</strong>tegraliteit. We<br />
streven naar projecten waar<strong>in</strong> wonen en zorg op elkaar<br />
betrokken worden. Per dorp wordt er een analyse gemaakt.<br />
De zorg moet b<strong>in</strong>nen de woonkernen beschikbaar zijn en<br />
niet aan de rand.<br />
De mantelzorg is redelijk tot goed geregeld. Er is een goed<br />
netwerk, dat echter per dorp verschilt.<br />
‘Allochtonen’ en ‘autochtonen’ zijn twee verschillende groepen<br />
<strong>in</strong> de gemeenten. Er zijn veel mensen van buiten <strong>in</strong> de<br />
gemeente komen wonen. Dat valt wel eens tegen: ‘s w<strong>in</strong>ters<br />
is het stil, naoberschap kent men niet. Daarom keert een<br />
grote groep ‘allochtonen’ weer terug naar de grotere plaatsen<br />
<strong>in</strong> de buurt omdat men denkt dat men daar de voorzien<strong>in</strong>gen<br />
dichter bij huis te hebben. De gemeente kent een<br />
vertrekoverschot en is één van de sterkst vergrijzende<br />
gemeenten <strong>in</strong> Nederland. Dat heeft gevolgen voor het<br />
gemeentelijke budget en de uitgavenmogelijkheden en<br />
voor het sociale karakter van de gemeente. Op dit moment<br />
is zo’n 33% van de bevolk<strong>in</strong>g ouder dan 55 jaar.<br />
De gemeente voert een actief beleid wat betreft voorzien<strong>in</strong>gen<br />
voor mensen met lage <strong>in</strong>komens, zoals <strong>in</strong> de bijzondere<br />
bijstand. Er is een gids voor de m<strong>in</strong>ima waar<strong>in</strong> alle<br />
voorzien<strong>in</strong>gen vermeld worden. Naar ouderen toe is het<br />
helaas een lastig verhaal. Zij beseffen vaak niet dat dit<br />
aanbod van de bijstand er is om gebruik van te maken. Er<br />
zijn tw<strong>in</strong>tig gez<strong>in</strong>nen, vaak éénoudergez<strong>in</strong>nen met k<strong>in</strong>deren,<br />
die één keer per veertien dagen of per maand een<br />
pakket van de voedselbank ontvangen. Dit wordt door de<br />
voedselbank <strong>in</strong> Meppel geregeld. De gemeente wil eventueel<br />
wel helpen door bijvoorbeeld de reiskosten te betalen.<br />
Het is de wethouder niet bekend of er ouderen zijn die van<br />
de diaconie ondersteun<strong>in</strong>g ontvangen.<br />
De gemeente is bezig om zich over de WMO te <strong>in</strong>formeren<br />
en om <strong>in</strong>formatie te geven. Veel van wat daar<strong>in</strong> aan de<br />
orde komt, is er al <strong>in</strong> de gemeente. Er is een goed draaiend<br />
verenig<strong>in</strong>gsleven en veel vrijwilligerswerk. De discussie<br />
moet breed gevoerd worden en <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g gecomb<strong>in</strong>eerd<br />
worden met maatwerk <strong>in</strong> de onderscheiden dorpen<br />
en kernen.<br />
De gemeente is niet ontevreden met wat de kerken op sociaal<br />
terre<strong>in</strong> doen. Er is echter we<strong>in</strong>ig contact. In de periode<br />
van zijn wethouderschap heeft hij nauwelijks iets met de<br />
kerk te maken gehad. Er is wel eens contact geweest over<br />
een jeugdsoos. Noodzakelijke contacten zoals over het<br />
onderhoud van de kerktorens lopen goed, evenals activiteiten<br />
die <strong>in</strong> kerken plaatsv<strong>in</strong>den zoals concerten of met Open<br />
Monumentendag. Per woonkern wordt daar een eigen<br />
<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan gegeven. De kerk en de gemeenten vormen<br />
echter twee verschillende werelden. Overleg is moeilijk. Per<br />
dorp verschilt ook de rol van de kerk. Vanwege het belang<br />
van bestaande netwerken, dat steeds groter zal worden,<br />
zou het goed zijn als kerken ook aan de WMO gaan deelnemen.<br />
GEMEENTE Y (MIDDELGROTE STAD)<br />
Er zijn vijf gesprekken gevoerd: met een aantal mensen uit<br />
kerken die actief zijn <strong>in</strong> het ouderenwerk, een opbouwwerker<br />
voor ouderen, een directeur van een verzorg<strong>in</strong>gstehuis,<br />
een afvaardig<strong>in</strong>g van de plaatselijke afdel<strong>in</strong>g van de PCOB<br />
en met een wethouder.<br />
Vertegenwoordigers uit kerken<br />
Vanuit de kerken namen zes personen aan het<br />
gesprek deel:<br />
− een predikant (gereformeerd), werkzaam <strong>in</strong> twee<br />
wijkgemeenten en <strong>in</strong> de verzorg<strong>in</strong>gstehuizen <strong>in</strong><br />
deze wijken;<br />
− twee dames die ontmoet<strong>in</strong>gsochtenden organiseren<br />
<strong>in</strong> een wijkgemeente van de Protestantse<br />
Gemeente;<br />
− twee dames die lid zijn van de commissie voor<br />
ouderencontact <strong>in</strong> een wijkgemeente van de<br />
Protestantse Gemeente;<br />
− de scriba van twee wijkgemeenten van de Protestantse<br />
Gemeente.<br />
In het kader van het Ouderencontact v<strong>in</strong>den er één keer<br />
per maand een bijeenkomst plaats. Er is altijd een onderwerp<br />
dat besproken wordt of er zijn meer op ontspann<strong>in</strong>g<br />
gerichte activiteiten. De opkomst is goed; er komen ongeveer<br />
40 personen. Er zijn enkele bezoekers van tussen de<br />
60 en 70 jaar. De meesten zijn echter boven de 70. De oudste<br />
is 95 jaar. Jongere ouderen komen helaas niet b<strong>in</strong>nen.<br />
Zij voelen zich te jong. Jaarlijks is er een uitstapje, waarvan<br />
de deelnemers de kosten betalen. Dat geeft geen problemen.<br />
Er is steeds een goede opkomst. Met kerstfeest en<br />
Pasen is er een vier<strong>in</strong>g met <strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g daarop een maaltijd.<br />
Men betaalt daarvoor vier euro. De rest wordt door de<br />
diaconie betaald. Op deze middagen is er een predikant<br />
aanwezig. Samen eten is belangrijk voor mensen.<br />
De bezoekers worden geworven door mensen uit te nodigen<br />
via de kerken, door een stukje <strong>in</strong> het kerkblad of door<br />
een briefje <strong>in</strong> de bus te doen. Als men weet dat iemand ziek<br />
is en als de betrokkene daar prijs op stelt, wordt deze<br />
vanuit het Ouderencontact bezocht. Het Ouderencontact<br />
bedruipt zich grotendeels zelf. Er wordt een collecte<br />
gehouden om de sprekers te bekostigen. Alleen de koffie<br />
wordt door de diaconie betaald. Het Ouderencontact heeft<br />
geen relatie met de PCOB. Deze werkt voor heel de burgerlijke<br />
gemeente, terwijl het Ouderencontact zich vooral op<br />
één wijk richt.<br />
De ontmoet<strong>in</strong>gsochtenden v<strong>in</strong>den al acht jaar plaats en zijn<br />
opgezet vanuit de (destijds nog) hervormde diaconie. Twee<br />
diakenen organiseren nu de bijeenkomsten De drempel is<br />
laag: het is een soort open huis voor ouderen, maar er<br />
komen ook wel jongeren. Men komt twee keer per maand<br />
bij elkaar van 9.30 tot 11.30 uur. In het beg<strong>in</strong> waren er<br />
we<strong>in</strong>ig bezoekers en moest het werk nog groeien. Mensen
35<br />
willen graag samen koffie dr<strong>in</strong>ken en verder niets. Wel is er<br />
elke maand een kle<strong>in</strong>e expositie, bijvoorbeeld van oude<br />
gereedschappen, eigen werk (teken- en schilderwerk,<br />
handwerk), doopjurken of kle<strong>in</strong>e muziek<strong>in</strong>strumenten. De<br />
voorwerpen van de expositie zijn vaak onderwerp van<br />
gesprek.<br />
Er komen gemiddeld 30 bezoekers per ochtend. Er zijn<br />
meer vrouwen dan mannen. Er komen vooral alleenstaande<br />
vrouwen. De mannen gaan meestal bij elkaar zitten. Wel<br />
zit men vaak als dat mogelijk is <strong>in</strong> één grote groep om de<br />
tafel. Wil men <strong>in</strong> een aparte ruimte praten of geholpen worden<br />
bij het <strong>in</strong>vullen van formulieren dan is dat mogelijk. De<br />
meeste bezoekers zijn lid van de wijkgemeente, maar ook<br />
buitenkerkelijken zijn welkom. Als een vaste bezoeker ziek<br />
is, wordt deze bezocht. Bij verjaardagen krijgen de vaste<br />
bezoekers een kaart en met de feestdagen krijgt men een<br />
kle<strong>in</strong>igheidje mee. Ook hier bedruipt men zich grotendeels<br />
zelf. Alleen de koffie wordt door de diaconie betaald.<br />
Het is niet gelukt om <strong>in</strong> andere wijken dergelijke activiteiten<br />
op te zetten. Men is druk met andere d<strong>in</strong>gen. Wel is er<br />
<strong>in</strong> een andere wijk geprobeerd om een <strong>in</strong>loophuis van de<br />
grond te krijgen, maar dat is na één jaar wegens gebrek<br />
aan belangstell<strong>in</strong>g gestopt.<br />
Met Kerstfeest krijgen de ouderen bloemen. Er is kerktelefoon.<br />
Ongeveer 30 personen zijn hierbij aangesloten. Het<br />
avondmaal kan men thuis met de kerk vieren.<br />
Vanuit de kerk is er een enquête gehouden om vrijwilligers<br />
te werven. Zestien personen hebben zich vervolgens aangemeld<br />
om iets voor ouderen te doen, zoals het verzorgen<br />
van vervoer naar de kerk, voorlezen, klusjes doen. Ouderen<br />
moeten dan echter wel weten dat dit aanbod er is.<br />
Eén van de verzorg<strong>in</strong>gshuizen heeft een eigen kerkenraad.<br />
Er is een geestelijk verzorger. Tijdens de koffieochtenden is<br />
er vanuit de diaconie altijd iemand aanwezig.<br />
In één van de wijken van de predikant staan drie verzorg<strong>in</strong>gshuizen<br />
met een gereformeerde, hervormde en algemene<br />
(humanistische) signatuur. Zijn gemeente is sterk<br />
vergrijzend: ze telt ongeveer 300 personen van boven de 80<br />
jaar. Er is een boventallige groep die als een soort kerkenraad<br />
functioneert voor de ouderen <strong>in</strong> deze tehuizen. Deze<br />
komt twee keer per jaar bijeen. Uitgangspunt bij het werk<br />
is dat een lid van de kerk twee keer per jaar door de predikant<br />
bezocht wordt, twee keer door een contactpersoon en<br />
twee keer door een ouderl<strong>in</strong>g. In de praktijk blijkt dit niet<br />
meer haalbaar. Men stelt bezoek zeer op prijs. Men wil liever<br />
vaker dan een langer bezoek. Men is bang voor lijden<br />
en afhankelijkheid. Het is lastig om daar <strong>in</strong> het bezoekwerk<br />
mee om te gaan en dat maakt het soms moeilijk voor<br />
vrijwilligers om dit werk te doen. Ouderen stellen gebed op<br />
prijs, bij voorkeur door een dom<strong>in</strong>ee.<br />
De gereformeerde predikant verzorgt de kerkdiensten <strong>in</strong><br />
het gereformeerde verzorg<strong>in</strong>gshuis. In het hervormde verzorg<strong>in</strong>gshuis<br />
leidt de hervormde predikant de bijbeluren.<br />
Als iemand <strong>in</strong> het verzorg<strong>in</strong>gshuis komt wonen, komt er<br />
contact met de dom<strong>in</strong>ee onder wie het verzorg<strong>in</strong>gshuis<br />
valt. Er is geen pastorale werker <strong>in</strong> de tehuizen. De besturen<br />
van het gereformeerde en het hervormde tehuis<br />
bestaan uit mensen van de kerk. Zij worden echter niet<br />
vanuit de kerk gevraagd.<br />
De ouderen die thuis wonen en 80 jaar worden, krijgen<br />
bezoek. Bij gereformeerden liggen de verwacht<strong>in</strong>gen wat<br />
betreft het krijgen van bezoek hoger dan bij hervormden. In<br />
één van de wijken is er een enquête over huisbezoek<br />
geweest. Sommige mensen gaven aan dat zij geen huisbezoek<br />
wilden. Bij <strong>Kerk</strong>balans is er echter wel weer contact.<br />
Hoe zit het met andere activiteiten? De kerk is betrokken bij<br />
de voedselbank en er is een goed contact met de Sticht<strong>in</strong>g<br />
ONE (Omzien naar elkaar). Er is aandacht voor de positie<br />
van mantelzorgers. Dat loopt via de diaconie. Met de PCOB<br />
is er geen rechtstreeks contact. Wel komt men elkaar<br />
tegen <strong>in</strong> het <strong>in</strong>formele circuit en de dom<strong>in</strong>ee wordt bij<br />
gelegenheid <strong>in</strong>geschakeld. In het kerkblad is wel een<br />
oproep gedaan om te helpen bij het ouderenwerk.<br />
Men is niet op de hoogte van de voorbereid<strong>in</strong>g van de<br />
<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO. Dat zal <strong>in</strong> algemeen kerkelijk<br />
verband opgepakt moeten worden.<br />
Er ontbreekt een kerkelijk beleid voor ouderen. Elke wijk<br />
heeft een eigen kijk en aanpak. Wel komen de signalen die<br />
men oppakt <strong>in</strong> de contacten met ouderen en <strong>in</strong> de verzorg<strong>in</strong>gshuizen<br />
op de agenda van de desbetreffende kerkelijke<br />
organen. Feitelijk staat de kerk met de rug tegen de<br />
muur: er zijn te we<strong>in</strong>ig mensen om al het werk te doen,<br />
terwijl de verwacht<strong>in</strong>gen bij mensen hoog, te hoog zijn.<br />
Vooral bij ouderen en hun familie is dat het geval. Helaas<br />
hebben ex-ambtsdragers het zo druk gehad dat zij niet<br />
meer willen meewerken. De kerk zou meer attent moeten<br />
zijn op de gaven van mensen.<br />
Ouderenopbouwwerker<br />
De ouderenopbouwwerker is <strong>in</strong> dienst van de Sticht<strong>in</strong>g<br />
WelzijnsWerk (SWW). Deze is <strong>in</strong> 1990 ontstaan<br />
uit negen organisaties: een federatie van vier <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
voor maatschappelijk werk (waaronder een<br />
hervormde, gereformeerde en humanistische <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g),<br />
een federatie van vier <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen voor sociaalcultureel<br />
werk (o.a. samenlev<strong>in</strong>gsopbouw, gereformeerd<br />
buurtwerk, hervormd jeugd- en jongerenwerk,<br />
sticht<strong>in</strong>g welzijnswerk voor het buitengebied) en het<br />
gecoörd<strong>in</strong>eerd ouderenwerk.<br />
De SWW onderscheidt drie kernproducten:<br />
− maatschappelijk werk;<br />
− opbouwwerk;<br />
− <strong>in</strong>formatie en advies.<br />
Daarb<strong>in</strong>nen zijn er allerlei projecten en diensten, zoals<br />
voorschoolse opvoed<strong>in</strong>gsactiviteiten, een vrijwilligerscentrale,<br />
maaltijdvoorzien<strong>in</strong>gen, een klussendienst en dergelijke.<br />
Het streven is om de stuurkracht van mensen te versterken<br />
en te herstellen. De SWW wil dicht bij mensen werken.<br />
Voor het ouderenwerk is er een opbouwwerker (20 uur per
36<br />
week), een ouderenadviseur (19 uur) en sociaal-cultureel<br />
werker (20 uur). Vanuit de afdel<strong>in</strong>g Informatie en Advies zit<br />
er een medewerker <strong>in</strong> de front-Office van het zorgloket.<br />
De activiteiten voor het ouderenwerk zijn gericht op ondersteun<strong>in</strong>g<br />
van de zelfstandigheid van ouderen. Men is nu<br />
bezig vooral meer wijkgerichte ondersteun<strong>in</strong>g te realiseren<br />
<strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met de wijkopbouwwerkers.<br />
De SWW doet zelf nauwelijks uitvoerend werk. Dat doen<br />
als het gaat om ouderenwerk de vrijwilligersorganisaties<br />
van ouderen zelf. De SWW is daarbij ondersteunend. Deze<br />
organisaties hebben samen met ondersteun<strong>in</strong>g van het<br />
opbouwwerk het Senioren Platform opgericht. Hieraan<br />
nemen deel de PCOB, de KBO, de ANBO (die samen het<br />
OSO – Overleg Samenwerkende Ouderenbonden – vormen),<br />
een afgevaardigde van een organisatie die activiteiten<br />
voor ouderen organiseert en een belanghebbende uit<br />
het buitengebied. Het platform is vrij actief, is een<br />
gesprekspartner voor de gemeente en heeft een signalerende<br />
functie.<br />
Prioriteit <strong>in</strong> het werk van de opbouwwerker hebben de<br />
kwetsbare ouderen (75+ers), bij wie eenzaamheid en isolement<br />
een belangrijk punt vormen. Het is van groot belang<br />
dat er altijd gezocht wordt naar mogelijkheden om de<br />
kracht en talenten van ouderen <strong>in</strong> te zetten en te gebruiken.<br />
In het ouderenbeleid kan men spreken over een driepoot:<br />
wonen, zorg en welzijn. Daarvoor gaan won<strong>in</strong>gaanbieders,<br />
zorgaanbieders en welzijnswerk meer samenwerken. Zo is<br />
het project Woonpark <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g dat voor iedereen,<br />
jong en oud, toegankelijk moet zijn. Vanuit het welzijnswerk<br />
zijn er nu <strong>in</strong> dat verband veel contacten met zorgaanbieders<br />
en won<strong>in</strong>gbouwcorporaties. Er zijn echter duidelijk<br />
cultuurverschillen. Door overleg hoopt men hier meer zicht<br />
op te krijgen en de verschillen <strong>in</strong> denken te gaan begrijpen.<br />
Op uitvoerend niveau heeft Woonpark belangrijke leereffecten.<br />
Dat zou meer dan tot nu toe <strong>in</strong> het wijkopbouwwerk<br />
benut moeten worden.<br />
Bij de knelpunten staat eenzaamheid bovenaan. Armoede<br />
is m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> beeld. De f<strong>in</strong>anciële situatie staat wel onder<br />
druk bij ouderen. Zij weten vaak niet welke mogelijkheden<br />
er zijn. De gemeente is daarom bezig met het verbeteren<br />
van de voorlicht<strong>in</strong>g aan m<strong>in</strong>ima om het gebruik van de<br />
regel<strong>in</strong>gen te bevorderen.<br />
Daarnaast heeft de SWW samen met een christelijke<br />
won<strong>in</strong>gbouwcorporatie het project seniorenvoorlicht<strong>in</strong>g<br />
opgezet. Voorlichters (vrijwilligers) bezoeken 75+ers thuis<br />
om hen voor te lichten over regel<strong>in</strong>gen en voorzien<strong>in</strong>gen.<br />
Signalen worden doorgegeven aan de ouderenadviseur die<br />
vervolgens, <strong>in</strong>dien nodig, actie kan ondernemen.<br />
Er is een groot verschil tussen arm en rijk. Veel ouderen<br />
hebben geld genoeg, bijvoorbeeld doordat zij niet meer <strong>in</strong><br />
staat zijn om veel geld uit te geven. Zij worden alleen maar<br />
rijker. Anderen daarentegen, die nog vitaal zijn, maar we<strong>in</strong>ig<br />
geld te besteden hebben, hebben het moeilijker. Eenzaamheid<br />
komt echter <strong>in</strong> beide groepen voor. Als mensen<br />
zelfstandig wonen, is er vaak eerder eenzaamheid doordat<br />
velen om hen heen wegvallen. In tehuizen heeft men echter<br />
nog wel contacten. Eenzaamheid wordt het probleem<br />
van de toekomst.<br />
De SWW v<strong>in</strong>dt ontmoet<strong>in</strong>gsmogelijkheden belangrijk. In de<br />
wijken en dorpen staan buurt- en dorpshuizen met een<br />
activiteitenaanbod door vrijwilligersorganisaties, zoals een<br />
buurtverenig<strong>in</strong>g. Indien gewenst geeft de SWW ondersteun<strong>in</strong>g.<br />
Het is belangrijk dat deze ontmoet<strong>in</strong>gsmogelijkheden<br />
<strong>in</strong> de wijken worden uitgebreid en opengesteld voor meer<br />
groepen. Het Senioren Platform ondersteunt dit. Het had dit<br />
punt opgenomen <strong>in</strong> het manifest dat voor de gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen<br />
naar de politieke partijen is gestuurd.<br />
Het pleitte voor ontmoet<strong>in</strong>gscentra en activiteitenbegeleid<strong>in</strong>g<br />
door beroepskrachten en vrijwilligers. Het gaat erom<br />
dat jong en oud onder één dak samenkomen en elkaar zo<br />
kunnen ontmoeten.<br />
In samenwerk<strong>in</strong>g met Thuiszorg Icare is er een steunpunt<br />
mantelzorg opgezet. Daarnaast is er een actief contactpunt<br />
Mantelzorg, een organisatie van (ex) mantelzorgers die<br />
zich vooral op belangenbehartig<strong>in</strong>g richt. Het Steunpunt en<br />
het contactpunt werken <strong>in</strong>tensief samen, ondermeer voor<br />
de ontwikkel<strong>in</strong>g van een module over mantelzorg die <strong>in</strong><br />
kerkelijk toerust<strong>in</strong>gswerk kan worden gebruikt.<br />
Er wordt over nagedacht of <strong>in</strong> de gemeente het project<br />
Present opgezet moet worden, <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van een <strong>in</strong>itiatief<br />
onder die naam van de ChristenUnie <strong>in</strong> Zwolle. Dit gaat<br />
uit van vrijwillige thuishulp en richt zich op het aansluiten<br />
van de vraag naar hulp en het aanbod van vrijwilligers. Een<br />
vrijwilliger kan zich voor een hoeveelheid tijd beschikbaar<br />
stellen.<br />
De gemeente is actief met de WMO. De gemeente is één<br />
van de gemeenten met een pilotproject. Dit wordt opgezet<br />
<strong>in</strong> een wijk met maatschappelijke problemen. De pilot<br />
beoogt het versterken van de civil society door te stimuleren<br />
dat er meer naar elkaar wordt omgezien. Speciale aandacht<br />
is daarbij nodig voor mensen met een beperk<strong>in</strong>g. Bij<br />
de ontwikkel<strong>in</strong>g van deze pilot heeft de gemeente slecht<br />
gecommuniceerd met de mogelijke betrokken organisaties.<br />
Onlangs is er echter een projectleider aangesteld die vooral<br />
gericht is op samenwerk<strong>in</strong>g. In de WMO streeft men<br />
naar meer omzien naar elkaar, waarbij meer verantwoordelijkheid<br />
bij mensen wordt neergelegd voor zichzelf en<br />
voor anderen <strong>in</strong> hun omgev<strong>in</strong>g.<br />
Tevens is er een WMO-raad opgericht, waar<strong>in</strong> het Senioren<br />
Platform participeert.<br />
Vanuit de kerken komt er geen aanbod, ook niet van de<br />
diaconieën. In het verleden is er wel overleg geweest,<br />
maar nu is er geen structureel contact. Men merkt we<strong>in</strong>ig<br />
van de kerken. Wat de kerken doen, komt niet naar buiten,<br />
terwijl het ook moeilijk is om bij de kerken b<strong>in</strong>nen te komen.<br />
Zo is het niet gelukt om de kerken te betrekken bij het<br />
samenwerk<strong>in</strong>gsverband vrijwillige thuishulp, waaraan wel<br />
het Rode Kruis, Humanitas, de SWW, Term<strong>in</strong>ale Thuiszorg,<br />
Icare, Verenig<strong>in</strong>g De Zonnebloem en anderen deelnemen.<br />
De SWW wil graag met de predikanten overleggen en<br />
nadenken over eenzaamheid en rouwverwerk<strong>in</strong>g. Men zou<br />
samen deskundigheidsbevorder<strong>in</strong>g van vrijwilligers kunnen<br />
organiseren.
37<br />
Directeur van Sticht<strong>in</strong>g Ouderenzorg<br />
De directeur is 16 jaar <strong>in</strong> functie, maar is nu aan het<br />
afbouwen, omdat hij zal stoppen met betaald werken.<br />
Daarnaast is hij gemeenteraadslid voor het<br />
CDA.<br />
De Sticht<strong>in</strong>g heeft een verzorg<strong>in</strong>gshuis dat dankzij de<br />
gezonde f<strong>in</strong>anciële situatie niet heeft hoeven te fuseren<br />
zoals de andere huizen. Wel is er samenwerk<strong>in</strong>g<br />
met andere zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen om méérzorg op psychogeriatrisch<br />
en somatisch gebied te kunnen bieden.<br />
Ook is er samenwerk<strong>in</strong>g met een woonzorgunit,<br />
waar 24 verstandelijk gehandicapten wonen. Deze<br />
unit krijgt ondersteun<strong>in</strong>g vanuit het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />
Het tehuis telt 88 bewoners. Daarnaast zijn er 55<br />
aanleunwon<strong>in</strong>gen.<br />
Door het overheidsbeleid komt er steeds meer marktwerk<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> de zorgsector. Men kan bij het zorgkantoor zorg<br />
<strong>in</strong>kopen. De bewoners betalen een eigen bijdrage. Wat dat<br />
allemaal behelst weten de meeste mensen niet. De gemiddelde<br />
leeftijd van de bewoners is 88 jaar. Voor de bewoners<br />
van het huis wordt nagegaan wat voor zorgpakket<br />
men nodig heeft. Hoewel het er ‘niet beter’ op wordt,<br />
krijgen de bewoners nog steeds <strong>in</strong>tegraal wat zij nodig<br />
hebben. Dankzij de goede f<strong>in</strong>anciële positie kunnen er nog<br />
wat extra d<strong>in</strong>gen gedaan worden. Zo zal de grote zaal<br />
verbouwd worden.<br />
We zullen als samenlev<strong>in</strong>g de ontwikkel<strong>in</strong>g naar meer<br />
marktwerk<strong>in</strong>g kritisch moeten volgen. Positief is dat men<br />
geprikkeld wordt om doelmatig te werken. Er zullen echter<br />
grenzen gesteld moeten worden. Een bescherm<strong>in</strong>g biedende<br />
overheid is nodig om <strong>in</strong> de basisbehoeften van mensen<br />
te voorzien. Veel bewoners <strong>in</strong> het huis hebben we<strong>in</strong>ig geld:<br />
AOW en een kle<strong>in</strong> pensioen.<br />
Een andere ontwikkel<strong>in</strong>g is dat de verschillen tussen<br />
verzorg<strong>in</strong>gshuis en verpleeghuis kle<strong>in</strong>er worden. Tw<strong>in</strong>tig<br />
procent van de verzorg<strong>in</strong>ghuisbewoners heeft nu al extra<br />
zorg nodig en dat zal oplopen tot 40 à 50 procent. De zorg<br />
wordt ‘zwaarder’ en er zal steeds meer maatwerk geleverd<br />
moeten worden. Het verpleeghuis zou het laatste resort<br />
moeten zijn. Er zal een verander<strong>in</strong>g plaats moeten v<strong>in</strong>den<br />
naar ondersteunend werk vanuit het zorgcentrum naar de<br />
wijk, meer mogelijkheden voor dagverzorg<strong>in</strong>g en kort<br />
durende opname en als men niet langer thuis kan wonen<br />
voor verhuiz<strong>in</strong>g naar een aanleunwon<strong>in</strong>g. In de gemeente<br />
is men bezig met een proef met woon-zorgzones. Dat<br />
beg<strong>in</strong>t goed te lopen.<br />
Hoe het met de WMO zal gaan, zal mede afhangen van de<br />
gemeenteraad. Het is van belang om er alert op te zijn dat<br />
mensen de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben.<br />
De verhoud<strong>in</strong>g met de kerken: overeenkomstig de statuten<br />
participeren zes diaconieën <strong>in</strong> het algemeen bestuur van<br />
de sticht<strong>in</strong>g. De risico’s <strong>in</strong> de zorg worden echter te groot.<br />
Het bestuur is nu aansprakelijk. Om met drie keer per jaar<br />
vergaderen de verantwoordelijkheid te nemen, is niet<br />
verantwoord. Bovendien wordt de materie steeds <strong>in</strong>gewikkelder.<br />
Daarom komt er nu een constructie met een<br />
Raad van Toezicht. Deze zal de protestants-christelijke<br />
grondslag moeten ondersteunen. Met het oog daarop zal<br />
<strong>in</strong> de statuten worden opgenomen dat de leden lid moeten<br />
zijn van een protestantse kerk. Ook het personeel zal<br />
deze grondslag moeten respecteren. Ook zullen de diaconieën<br />
twee keer per jaar geïnformeerd worden. Zo blijft<br />
de b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met de kerk behouden. Er is overigens geen<br />
f<strong>in</strong>anciële band meer tussen kerken en het verzorg<strong>in</strong>gshuis.<br />
In het huis werkt een pastoraal werker die door het huis<br />
wordt betaald. Alle hervormde predikanten doen mee aan<br />
de bijbellez<strong>in</strong>gen. De opbrengst van collecte die tijdens<br />
de lez<strong>in</strong>gen gehouden wordt, is voor de kerk. Vier keer<br />
per jaar wordt er avondmaal gevierd. Soms blijft bij bewoners<br />
het contact met de kerk waar men voorheen deel<br />
van uitmaakte bestaan. Er zijn 18 koren <strong>in</strong> de gemeente<br />
die om de beurt op zondagavond komen z<strong>in</strong>gen. Zij z<strong>in</strong>gen<br />
bekende liederen en de bewoners z<strong>in</strong>gen mee. Daarvoor<br />
bestaat grote belangstell<strong>in</strong>g. Deze avonden voorzien <strong>in</strong><br />
een behoefte. De bewoners worden er door vrijwilligers<br />
van het huis naartoe gebracht. Er is geen speciale coörd<strong>in</strong>ator<br />
voor het vrijwilligerswerk. De afdel<strong>in</strong>gen regelen dit<br />
zelf. Er zijn veel vrijwilligers met een kerkelijke achtergrond.<br />
Het is van belang dat de kerken kritisch kijken naar de<br />
overheid: of het recht op zorg <strong>in</strong> stand blijft. Het zou verkeerd<br />
zijn als mensen weer afhankelijk worden van kerken.<br />
De kerk zou een plek van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en ontmoet<strong>in</strong>g<br />
moeten zijn.<br />
Vertegenwoordigers van de PCOB<br />
Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats met twee bestuursleden<br />
van de plaatselijke PCOB-afdel<strong>in</strong>g. Eén van hen is<br />
voorzitter van de afdel<strong>in</strong>g en van het gewest Drenthe.<br />
Tevens is hij voorzitter van het Senioren Platform.<br />
Aan deze taken besteedt hij vier dagen per<br />
week. Toen hij nog betaald werkte, was hij verkoper<br />
van kunstmest en veevoer. Het andere<br />
bestuurslid, voormalig kerkelijk werker, verzorgt de<br />
public relations en de educatie. Dit laatste doet hij<br />
ook voor het gewest.<br />
De PCOB is met 1500 leden de grootste ouderenbond<br />
<strong>in</strong> de gemeente. De leden komen uit verschillende<br />
protestantse kerken. De ANBO heeft 700<br />
leden en de KBO 120.<br />
De PCOB doet veel aan voorlicht<strong>in</strong>g en nodigt voor zijn<br />
bijeenkomsten en cursussen vaak een spreker uit. Naast<br />
het geven van voorlicht<strong>in</strong>g, de organisatie van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />
en het opkomen voor de belangen<br />
van ouderen verricht de PCOB bezoekwerk. Er zijn er 24<br />
bezoekdames die zieke mensen bezoeken. De PCOB krijgt<br />
veel vragen over huisvest<strong>in</strong>g, m<strong>in</strong>ima en, vanuit de buitengebieden,<br />
over mobiliteit.
38<br />
Er is een goede samenwerk<strong>in</strong>g met de andere ouderenbonden,<br />
waardoor de opricht<strong>in</strong>g kon plaatsv<strong>in</strong>den van het OSO<br />
(Overleg Samenwerkende Ouderenbonden). Het organiseert<br />
gezamenlijke activiteiten zoals de organisatie van<br />
computercursussen. Vanuit het OSO neemt men deel aan<br />
het Senioren Platform. Alle belangenorganisaties nemen<br />
hieraan deel. Het OSO komt zes keer per jaar bijeen om de<br />
belangen van ouderen te behartigen. Er zijn goede contacten<br />
met de commissie Wet Voorzien<strong>in</strong>g Gehandicapten, de<br />
cliëntenraad Wet Werk en Bijstand, het steunpunt mantelzorgers<br />
en met de SWW. Vanuit het Senioren Platform<br />
neemt men deel aan het overleg over de WMO. Er is een<br />
afzonderlijk cluster ouderen. Het Platform heeft met het<br />
oog op de gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen een verkiez<strong>in</strong>gsmanifest<br />
gemaakt, dat naar alle politieke partijen is gestuurd.<br />
Vier partijen hebben punten daaruit <strong>in</strong> hun programma<br />
opgenomen. Het platform is ook bij de partijen op bezoek<br />
geweest.<br />
Er zijn <strong>in</strong> de gemeente veel organisaties die zich bezighouden<br />
met ouderen en armoede. Dat heeft geleid tot de Sticht<strong>in</strong>g<br />
Omzien naar elkaar. Hier<strong>in</strong> zitten ook mensen van de<br />
cliëntenraad van de Sociale Dienst <strong>in</strong> en van de diaconie.<br />
De gemeente heeft een goede regel<strong>in</strong>g voor kwijtscheld<strong>in</strong>g<br />
van gemeentelijke belast<strong>in</strong>gen en heff<strong>in</strong>gen. Daar wordt<br />
veel gebruik van gemaakt. Met de bijzondere bijstand is de<br />
gemeente royaal.<br />
De PCOB heeft <strong>in</strong>gangen bij de kerk. Zo is er met kerkenraden<br />
gesproken over eenzaamheid bij ouderen en over term<strong>in</strong>ale<br />
zorg. Er is echter wel afstand. Men weet <strong>in</strong> de kerk<br />
niet wat men met deze vragen moet. De ene kerk zegt dat<br />
zij geen senioren <strong>in</strong> de kerkenraad heeft. Bij een andere<br />
kerk is er een gesprek met de dom<strong>in</strong>ee en een ouderl<strong>in</strong>g<br />
geweest. Het was een prettig gesprek, maar er kwam niets<br />
uit. In een wijk van de burgerlijke gemeente is er een breed<br />
overleg geweest met kerken. Verder dan dit overleg kwam<br />
men niet. Het gevolg is dat men langs elkaar heen werkt.<br />
Op de jubileumbijeenkomst van de PCOB – de afdel<strong>in</strong>g<br />
bestaat dan 40 jaar – kwamen maar vier afgevaardigden<br />
van kerken.<br />
Ouderen zitten wel <strong>in</strong> de kerkenraad, maar dat werkt niet<br />
door naar organisaties als de PCOB. De kerk heeft leden<br />
met een verscheidenheid aan gaven en functies, maar<br />
heeft daar we<strong>in</strong>ig weet van, omdat men niet over een sociale<br />
kaart van de eigen gemeente beschikt. Het werk dat<br />
vroeger <strong>in</strong> de kerk gebeurde op allerlei gebied – jongeren,<br />
ouderen enzovoort – heeft zich verzelfstandigd en de kerk<br />
heeft er geen zicht op wat daar gebeurt. In de kerk zit wat<br />
dat betreft te we<strong>in</strong>ig structuur. Het zou belangrijk zijn voor<br />
de PCOB als er een aanspreekpunt <strong>in</strong> de kerken zou zijn.<br />
De Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en die hier<strong>in</strong> een functie zou<br />
kunnen vervullen, komt niet van de grond.<br />
Wel worden bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten van de PCOB <strong>in</strong> het<br />
kerkblad aangekondigd. Het gaat soms om <strong>in</strong>grijpende<br />
onderwerpen, zoals op het terre<strong>in</strong> van ethiek en zorg. Dat<br />
maakt iets los bij mensen. Maar bij wie <strong>in</strong> de kerk kan men<br />
zijn verhaal kwijt? Een punt dat aandacht zou verdienen <strong>in</strong><br />
de kerk, is het hebben van een nieuwe relatie nadat men<br />
alleen is komen te staan. Hoe erken je die relatie <strong>in</strong> de<br />
nieuwe situatie? Kan je daarover een zegen krijgen?<br />
De wens van de PCOB is dat kerken zich meer <strong>in</strong>laten met<br />
maatschappelijke onderwerpen en dat zij daarop aanspreekbaar<br />
zijn.<br />
De wethouder<br />
De wethouder van het CDA heeft onder meer volksgezondheid<br />
en zorg <strong>in</strong> haar portefeuille.<br />
In de gemeente wordt een algemeen beleid op het terre<strong>in</strong><br />
van zorg en welzijn gevoerd. Er is wel veel aandacht voor<br />
ouderen, maar dat zit <strong>in</strong> het algemene beleid. Er is opbouwwerk<br />
<strong>in</strong> de wijken. In het ziekenhuis is er een zorgloket<br />
waar men terecht kan voor vragen over zorg en welzijn. De<br />
gemeente f<strong>in</strong>anciert dit.<br />
De gemeente wil niet alles naar zich toe trekken en pakt<br />
daarom samen met organisaties en groepen zaken aan.<br />
Vrijwilligers zijn te v<strong>in</strong>den als men mensen gericht vraagt.<br />
Dat bleek bij de vervull<strong>in</strong>g van functies en het verrichten<br />
van taken <strong>in</strong> het openbaar onderwijs nadat dit verzelfstandigd<br />
was.<br />
Een onderwerp dat zich leent voor een gezamenlijke<br />
aanpak is eenzaamheid onder ouderen. De gemeente heeft<br />
hier onderzoek naar laten doen waaruit bleek dat dit<br />
toeneemt.<br />
Ook bij de WMO volgt de gemeente deze aanpak. Er is een<br />
WMO-raad waar<strong>in</strong> maatschappelijke organisaties, ook van<br />
ouderen, zitten evenals de cliëntenraden. Het gaat om een<br />
<strong>in</strong>teractief proces. Voor dit alles is een projectleider aangesteld.<br />
Er zal nog nader bezien worden wie wat doet en<br />
welke taak de gemeente daar<strong>in</strong> heeft. Een en ander zal <strong>in</strong><br />
een kadernota uitgewerkt worden.<br />
Tevens is <strong>in</strong> één van de wijken een pilotproject <strong>in</strong> het kader<br />
van de WMO gestart. Het is een naoorlogse wijk met veel<br />
vergrijz<strong>in</strong>g en we<strong>in</strong>ig voorzien<strong>in</strong>gen. Men probeert mensen<br />
te activeren om zich <strong>in</strong> te zetten voor zichzelf, voor andere<br />
wijkbewoners en voor de buurt <strong>in</strong> het algemeen. Mensen<br />
moeten elkaar beter leren kennen en meer voor elkaar<br />
gaan doen. Geprobeerd kan worden om ouderen met een<br />
beperk<strong>in</strong>g de hulp zo aan te bieden dat zij langer zelfstandig<br />
kunnen blijven wonen.<br />
Er is geen organisatorisch verband waar<strong>in</strong> kerken en<br />
lokale overheid elkaar ontmoeten. Het college van Burgemeester<br />
en Wethouders wordt, zo is de traditie, wel<br />
uitgenodigd bij de <strong>in</strong>trede van een nieuwe predikant. De<br />
gemeente zou het op prijs stellen als er lijnen kwamen naar<br />
de kerken. Te denken valt aan de voedselbank en de WMO.<br />
De kerken treden naar buiten niet samen op en hebben<br />
geen gezamenlijke spreekbuis. Dat is jammer, want daardoor<br />
verzandt er veel. Bij de voorlicht<strong>in</strong>g van het project<br />
Present, voor de <strong>in</strong>zet van vrijwilligers, waren de kerken<br />
wel uitgenodigd, maar behalve uit de kerken die het <strong>in</strong>itiatief<br />
namen, de Christelijke Gereformeerde <strong>Kerk</strong> en de
39<br />
Gereformeerde <strong>Kerk</strong> vrijgemaakt, waren er geen vertegenwoordigers<br />
van kerken.<br />
De kerken hebben zich niet aangemeld om mee te doen<br />
met de WMO, hoewel zij hiervoor wel zijn uitgenodigd. Via<br />
huis-aan-huisbladen was iedereen uitgenodigd voor een<br />
<strong>in</strong>formatiebijeenkomst. Daarbij waren de kerken niet aanwezig.<br />
Ook via de Gemeenschap van <strong>Kerk</strong>en is geprobeerd<br />
om contact te krijgen, maar dat liep op niets uit. Als wethouder<br />
van het CDA betreurt zij deze gang van zaken. Ook<br />
voor het pilotproject zijn de kerken uitgenodigd. De projectleider<br />
weet ook niet waar het aan ligt dat de kerken niet<br />
reageren. Zij zal nog met de kerken gaan praten. De kerken<br />
kunnen een bijdrage leveren aan de uitvoer<strong>in</strong>g van de<br />
WMO. Hoe meer mensen meedenken, hoe beter!<br />
GEMEENTE Z (GROTE STAD)<br />
In deze gemeente is gesproken met gemeenteleden die<br />
actief zijn <strong>in</strong> het ouderenpastoraat en -diaconaat, met een<br />
predikant die werkzaam is <strong>in</strong> enige tehuizen en zorgcentra,<br />
met de voorzitter van de lokale PCOB-afdel<strong>in</strong>g en met de<br />
wethouder, die zorg en ouderenbeleid <strong>in</strong> haar portefeuille<br />
had.<br />
Ouderenpastoraat en -diaconaat<br />
Het gesprek v<strong>in</strong>dt plaats met drie gemeenteleden die<br />
betrokken zijn bij het ouderenpastoraat en -diaconaat<br />
<strong>in</strong> één van de wijkgemeenten van de Protestantse<br />
<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> Nederland ter plaatse.<br />
De wijkkerkenraad kent werkgroepen voor onder meer<br />
pastoraat en diaconaat. Deze vallen onder de kerkenraad<br />
maar hebben een grote zelfstandigheid b<strong>in</strong>nen het beleidsplan.<br />
De wijkgemeente is onderverdeeld <strong>in</strong> ‘kluften’ (geografische<br />
eenheid). Aan iedere kluft is één van de predikanten<br />
toegewezen evenals een ouderl<strong>in</strong>g en een diaken<br />
of lid van de werkgroep diaconaat. Er zijn momenteel veel<br />
vacatures, vooral voor het ambt van ouderl<strong>in</strong>g. De werkgroep<br />
diaconaat bestaat uit 18 personen. De kluften vergaderen<br />
twee à drie keer per jaar. Meer hoeft niet, omdat<br />
veel telefonisch geregeld kan worden.<br />
De werkzaamheden zijn geografisch en functioneel <strong>in</strong>gedeeld.<br />
Het pastorale bezoekwerk wordt door ouderl<strong>in</strong>gen<br />
en leden van de kluftteams gedaan. De ouderl<strong>in</strong>g noteert<br />
voor de betreffende kluft wie er zijn bezocht. Zowel de<br />
mensen <strong>in</strong> de wijk als <strong>in</strong> de ziekenhuizen. Zo is er een goed<br />
functionerend netwerk opgebouwd waar<strong>in</strong> het prettig is<br />
om te werken. De predikanten komen m<strong>in</strong>der aan bezoekwerk<br />
toe door bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen: het aantal formatieplaatsen is<br />
teruggebracht van 2,5 naar 1,4 fte.<br />
Ouderen krijgen, als zij daar prijzen op stellen, regelmatig<br />
bezoek; <strong>in</strong> ieder geval bij verjaardagen als het om een<br />
kroonjaar gaat en vanaf 75 jaar. Als mensen hulpvragen<br />
hebben, kunnen zij zich tot de kerk wenden en wordt<br />
geprobeerd om er<strong>in</strong> te voorzien. Meestal lukt dat wel,<br />
bijvoorbeeld bij het brengen van mensen naar het ziekenhuis.<br />
Voor de diverse werkzaamheden kan een beroep<br />
gedaan worden op een vrij grote groep mensen. Vanuit de<br />
kerk wordt jaarlijks een middaguitstapje voor ouderen<br />
georganiseerd en een kerstmaaltijd.<br />
Ouderen die de deur niet meer uitkunnen, voelen zich vaak<br />
alleen. Velen van hen vragen om een bezoek van een predikant.<br />
Dat kan niet altijd gehonoreerd worden, vooral nu<br />
er bezu<strong>in</strong>igd moet worden. In ieder geval gaat er een<br />
ouderl<strong>in</strong>g of contactpersoon heen. Als men om noodzakelijke<br />
redenen wil dat er een predikant komt, dan zal deze<br />
komen. Er zijn te we<strong>in</strong>ig dom<strong>in</strong>ees voor het vele werk. Het<br />
werk komt neer op m<strong>in</strong>der schouders. Bovendien neemt<br />
het aantal begrafenissen toe en die kosten veel tijd en<br />
energie van de predikant.<br />
In de wijkgemeente zijn 7 tehuizen voor ouderen. Hiervoor<br />
is een predikant beschikbaar voor bezoekwerk en begrafenissen.<br />
Deze gaat echter b<strong>in</strong>nenkort met emeritaat en het<br />
is niet zeker of hij opgevolgd wordt. In het tehuis waarvoor<br />
geen predikant beschikbaar is, een huis van Humanitas,<br />
v<strong>in</strong>den drie keer per jaar ontmoet<strong>in</strong>gsmiddagen plaats,<br />
waarbij ook één van de wijkpredikanten aanwezig is. In de<br />
tehuizen wordt groothuisbezoek gehouden. Er is een grote<br />
variatie <strong>in</strong> onderwerpen, omdat gekeken wordt naar wat de<br />
mensen graag willen bespreken. In het tehuis waaraan<br />
geen predikant verbonden is, wordt één keer <strong>in</strong> de veertien<br />
dagen op vrijdagochtend een kerkdienst gehouden.<br />
In de wijkgemeente zijn 4 vrouwenverenig<strong>in</strong>gen en is er<br />
één soos, die vooral door oudere gemeenteleden bezocht<br />
wordt.<br />
Er is geen contact met ouderen buiten de kerk. Er was <strong>in</strong><br />
het verleden contact met een stedelijke commissie, met<br />
het oog op overleg en de uitwissel<strong>in</strong>g van adressen. Toen<br />
wijkgemeenten moesten gaan fuseren om op te gaan <strong>in</strong><br />
een groter geheel, is dit verwaterd vanwege de aandacht<br />
die dat proces vergde.<br />
Mensen kunnen doordat zij thuis meer hulp kunnen krijgen<br />
langer zelfstandig blijven wonen. Er is altijd een zorg voor<br />
elkaar geweest <strong>in</strong> de wijk en <strong>in</strong> de tehuizen. We stimuleren<br />
dat mensen aandacht aan elkaar besteden. Dat kunnen<br />
kle<strong>in</strong>e, maar toch belangrijke d<strong>in</strong>gen zijn, zoals erop letten<br />
of de gordijnen ‘s ochtends wel opengaan. Als er vragen<br />
zijn, is het belangrijk om dat aan de kerkenraad te melden<br />
zodat er zonodig actie kan worden ondernomen. In voorkomende<br />
gevallen nemen we contact op met de maatschappelijke<br />
dienstverlen<strong>in</strong>g.<br />
De kerk kan haar kennis en relaties <strong>in</strong>brengen <strong>in</strong> de<br />
beleidsvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het kader van de WMO. Daarover is nog<br />
niet gesproken, maar dat zal wel moeten gebeuren. We<br />
hebben als wijkgemeente een beleidsplan. Dat zou je<br />
bekend moeten maken, ook buiten de kerk, ook zouden we<br />
duidelijk moeten maken wat we te bieden hebben en dan<br />
niet alleen aan mensen van de kerk. We hebben wel eens<br />
geprobeerd iets op te zetten voor hulp bij het <strong>in</strong>vullen van<br />
formulieren. Daar maakten ouderen geen gebruik van,<br />
omdat zij een eigen netwerk hebben.
40<br />
Over aandacht voor mantelzorgers is wel gesproken <strong>in</strong> de<br />
diaconie, maar daar is tot nu toe we<strong>in</strong>ig mee gedaan,<br />
omdat we niet veel problemen op dit terre<strong>in</strong> tegenkomen.<br />
Dat zelfde geldt voor de armoedeproblematiek. Deze is er<br />
wel, maar niet <strong>in</strong> die mate als elders <strong>in</strong> ons land. Er is geen<br />
contact met de voedselbank. Dat is wel iets waar wat aan<br />
moet worden gedaan.<br />
In het algemeen geldt dat de werkeenheden te groot zijn<br />
en te we<strong>in</strong>ig mensen het werk moeten doen. Men kan niet<br />
altijd alles doen. We zullen daarom goed moeten kijken wat<br />
er al gebeurt door anderen en waar we zonodig kunnen<br />
<strong>in</strong>spr<strong>in</strong>gen.<br />
De predikant<br />
De predikant is <strong>in</strong> 1989 als wijkpredikant <strong>in</strong> de<br />
gemeente gekomen. Als gevolg van teruglopend<br />
ledental en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van het aantal wijkgemeenten<br />
is de predikant nu voor een derde van zijn<br />
tijd werkzaam <strong>in</strong> het ouderenpastoraat <strong>in</strong> tehuizen en<br />
zorgcentra <strong>in</strong> de gemeente. De overige tijd is hij<br />
elders werkzaam als gemeentepredikant.<br />
Zijn functie als pastoraal werker is destijds centraal geregeld<br />
<strong>in</strong> de kerkelijke gemeente. Er is geen officiële <strong>in</strong>troductie<br />
geweest. Voor een deel heeft hij het bezoekwerk dat hij<br />
als wijkpredikant deed voortgezet. Hij probeert iedere bewoner<br />
die lid is van de kerk één keer per jaar te bezoeken. De<br />
zieken en alleenstaanden bezoekt hij vaker. Met de k<strong>in</strong>deren<br />
van de bewoners heeft hij <strong>in</strong> het algemeen geen contact. Hij<br />
ziet ze bij een begrafenis. Als hij ze een keer treft bij huisbezoek,<br />
geeft hij zijn kaartje af, zodat men desgewenst contact<br />
kan leggen. Meestal zijn zij blij dat hun vader en/of moeder<br />
contact heeft met iemand van de kerk. De ouderen zelf zeggen:<br />
“Je ziet de kerk, de dom<strong>in</strong>ee is geweest.”<br />
Vanuit de wijkgemeente is het zo geregeld dat ieder tehuis<br />
een ouderl<strong>in</strong>g heeft. Naast de ouderl<strong>in</strong>g zijn er contactpersonen<br />
die mensen bezoeken. Signalen van problemen<br />
geven zij door aan de ouderl<strong>in</strong>g en de wijkpredikant. In<br />
enkele tehuizen heeft de predikant voor het ouderenpastoraat<br />
met de ouderl<strong>in</strong>g contact, <strong>in</strong> andere met de contactpersoon.<br />
In de tehuizen komt geen wijkpredikant tenzij men<br />
daar om vraagt of bij ziekte of begrafenis. Aan het gewone<br />
huisbezoek <strong>in</strong> de tehuizen komen zij niet toe. Bij een verhuiz<strong>in</strong>g<br />
stuurde men meestal een bericht aan de wijkpredikant,<br />
maar nu wordt er vaak een bericht aan de predikant<br />
voor het ouderenpastoraat gestuurd.<br />
Bij één van de sticht<strong>in</strong>gen die een tehuis beheert, is een<br />
geestelijk verzorger <strong>in</strong> dienst voor twee dagen <strong>in</strong> de week.<br />
Zij heeft geen kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Van huis uit is zij roomskatholiek.<br />
Er is een werkverdel<strong>in</strong>g: de predikant draagt zorg<br />
voor alle protestantse bewoners en de geestelijk verzorger<br />
voor alle andere bewoners en het personeel. Zij woont ook<br />
de vergader<strong>in</strong>gen bij en heeft contact met de organisatie.<br />
In het tehuis van Humanitas is er drie keer per jaar een<br />
kerkelijke activiteit: groothuisbezoek, avondmaal en een<br />
kerstvier<strong>in</strong>g.<br />
In weer twee andere tehuizen is er elke vrijdag een kerkdienst.<br />
De tehuizen regelen zelf voor deze diensten een<br />
predikant. Als er namens de Protestantse Gemeente<br />
avondmaal wordt gevierd, is er een ouderl<strong>in</strong>g van de wijkgemeente<br />
aanwezig. De predikant voor het ouderenpastoraat<br />
leidt deze diensten. Bij gewone kerkdiensten komen<br />
mensen van verschillende kerkelijke achtergronden. Bij het<br />
avondmaal ligt dat anders. Dan kan het voorkomen dat er<br />
<strong>in</strong> hetzelfde huis omstreeks dezelfde tijd twee avondmaalsdiensten<br />
zijn.<br />
Het is belangrijk voor mensen dat hun levensvragen een<br />
plek kunnen krijgen. Het is een probleem dat, doordat er<br />
m<strong>in</strong>der tijd voor huisbezoek beschikbaar is, die levensvragen<br />
m<strong>in</strong>der besproken kunnen worden. In zijn bezoekwerk<br />
merkt hij dat hervormden de dom<strong>in</strong>ee vragen op bezoek te<br />
komen om te overleggen over de tekst op de rouwkaart en<br />
de rouwdienst. Zij stellen meestal geen vragen over het<br />
verschijnen voor Gods troon. Die vraag hebben zij al verwerkt.<br />
Buitenkerkelijken ontmoeten de predikant we<strong>in</strong>ig. Zij vallen<br />
buiten zijn opdracht. Hij kent ze niet en uit zichzelf melden<br />
zij zich niet.<br />
Diaconale problemen komt hij we<strong>in</strong>ig tegen. In voorkomende<br />
gevallen verwijst hij naar een diaken, die er echter vaak<br />
al van weet. Eenzaamheid komt veel voor. Men zoekt elkaar<br />
niet op.<br />
De populatie <strong>in</strong> de tehuizen verandert, omdat mensen zo<br />
lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Dementie komt<br />
vaker voor. Bewoners hebben er angst voor. Zij willen niet<br />
afhankelijk worden.<br />
De voorzitter van de plaatselijke PCOB<br />
De PCOB <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie is opgebouwd uit 26 lokale<br />
afdel<strong>in</strong>gen. Per gemeente is er één afdel<strong>in</strong>g. Zo is er<br />
ook <strong>in</strong> deze burgerlijke gemeente een afdel<strong>in</strong>g. Het<br />
bestuur van de prov<strong>in</strong>cie, een gewest, heeft 8 à 10<br />
leden. Het gewest organiseert overkoepelende activiteiten.<br />
Het gewest is op zijn beurt weer met twee<br />
personen vertegenwoordigd <strong>in</strong> de landelijke algemene<br />
vergader<strong>in</strong>g. Beleids<strong>in</strong>tenties vanuit het landelijk<br />
bestuur gaan naar de afdel<strong>in</strong>gen. Deze maken<br />
hun men<strong>in</strong>g kenbaar aan het gewest. Vandaaruit<br />
worden de reacties aan het landelijk bestuur doorgegeven.<br />
Het landelijk bestuur neemt besliss<strong>in</strong>gen<br />
over beleidszaken.<br />
De activiteiten <strong>in</strong> de afdel<strong>in</strong>gen kan men <strong>in</strong> twee verschillende<br />
soorten onderscheiden.<br />
Er zijn sociaal-culturele activiteiten, zoals lez<strong>in</strong>gen, en<br />
gezelligheidsmiddagen. Dit zijn <strong>in</strong>terne activiteiten. Daarnaast<br />
zijn er activiteiten gericht op <strong>in</strong>dividuele en collectieve<br />
belangenbehartig<strong>in</strong>g.<br />
Bij het eerste kan men denken aan het <strong>in</strong>vullen van formulieren<br />
alsook aan de keur<strong>in</strong>g voor het rijbewijs. Bij de<br />
collectieve belangenbehartig<strong>in</strong>g valt te denken aan regel<strong>in</strong>gen<br />
van de overheid of andere <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong>
41<br />
van wonen, zorg, welzijn enzovoort. Een collectieve ziektekostenverzeker<strong>in</strong>g<br />
valt hier ook toe te rekenen.<br />
Hier ter plaatse doen de drie ouderenbonden - de KBO, de<br />
ANBO en de PCOB - de belangenbehartig<strong>in</strong>g gezamenlijk <strong>in</strong><br />
het Stedelijk Overleg Ouderenbonden. Het bestuur bestaat<br />
uit 6 leden: elke ouderenbond vaardigt twee personen af.<br />
De bonden leveren om de beurt voor twee jaar een voorzitter.<br />
De belangenbehartig<strong>in</strong>g richt zich op wonen, zorg,<br />
welzijn, mobiliteitszaken en op sociaal-economische hulpverlen<strong>in</strong>g.<br />
Het overleg onderhoudt contacten met de<br />
gemeente en diverse <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Er is een afzonderlijke<br />
werkgroep voor de WMO. Ook is er een werkgroep politiek<br />
die contacten onderhoudt met de politieke partijen.<br />
De plaatselijke afdel<strong>in</strong>g telt ongeveer 800 leden die uit alle<br />
protestantse kerken afkomstig zijn. Dit is een betrekkelijk<br />
laag aantal voor een gemeente met deze omvang. Er leeft<br />
nog de gedachte, wellicht gevoed vanuit het verleden, dat<br />
een ouderenbond een gezelligheidsclub is. Veel kerken die<br />
zelf spelletjesmiddagen en gezelligheidsactiviteiten organiseerden<br />
voor ouderen waren bang voor concurrentie. De<br />
activiteiten van de PCOB zijn nu veel breder. Dat geldt ook<br />
voor de sociaal-culturele activiteiten waar<strong>in</strong> lez<strong>in</strong>gen zijn<br />
opgenomen over diverse onderwerpen.<br />
In het overleg van de ouderenbonden komen de onderwerpen<br />
wonen, zorg en welzijn regelmatig aan de orde en men<br />
discussieert daarover. Bijvoorbeeld: <strong>in</strong> de stad bieden de<br />
won<strong>in</strong>gbouwcorporaties won<strong>in</strong>gen via <strong>in</strong>ternet te huur aan.<br />
Ouderen hebben echter vaak geen computer. De ouderenbonden<br />
hebben de corporaties hierop attent gemaakt. In<br />
bouwplannen zijn wensen naar voren gebracht over specifieke<br />
punten voor ouderen (zoals de breedte van de deuren).<br />
Hiermee is reken<strong>in</strong>g gehouden. Datzelfde geldt voor<br />
de pleidooien om meer seniorenwon<strong>in</strong>gen te bouwen. Een<br />
ander voorbeeld: het vervoer moet zo geregeld zijn dat het<br />
voor de ouderen mogelijkheden biedt. Dit moet bij de verlen<strong>in</strong>g<br />
van concessies aan de vervoermaatschappijen aan<br />
de orde komen.<br />
Vaak is het Stedelijk Overleg Ouderenbonden reactief en<br />
reageert het op wat gebeurt. Het draagt echter ook zaken<br />
aan en wil daarmee pro-actief zijn, zoals bij de WMO.<br />
Regelmatig zijn er contacten met de gemeente, de won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>gen,<br />
de thuiszorg, zorgverzekeraars en<br />
tehuizen. Ter ondersteun<strong>in</strong>g van al dit werk is er een<br />
beroepskracht <strong>in</strong> dienst voor 22 uur <strong>in</strong> de week. Hiervoor<br />
ontvangen de ouderenbonden subsidie. Het is te hopen dat<br />
deze subsidie wordt gecont<strong>in</strong>ueerd, omdat deze persoon<br />
waardevol werk doet.<br />
Ondanks de goede samenwerk<strong>in</strong>g willen de drie bonden<br />
niet fuseren vanwege het verschil <strong>in</strong> levensbeschouwelijke<br />
identiteit. Daardoor kijkt men soms toch anders tegen<br />
d<strong>in</strong>gen aan en denkt men politiek verschillend. Niet over<br />
zaken als wonen, maar wel bijvoorbeeld over euthanasie.<br />
Er is geen relatie met de kerken. De leden zijn lid van<br />
verschillende kerken. Ieder protestants lid is welkom. Het<br />
is echter niet eenvoudig om met alle protestantse kerken<br />
contact te zoeken. Er zijn er zoveel en ieder met een eigen<br />
<strong>in</strong>valshoek. De PCOB heeft geen taak op pastoraal en<br />
diaconaal terre<strong>in</strong> en moet zich ook niet op die terre<strong>in</strong>en<br />
begeven. Er is <strong>in</strong> ieder geval <strong>in</strong> de afdel<strong>in</strong>g niet over<br />
gesproken. Wellicht dat een project eenzaamheidsbestrijd<strong>in</strong>g<br />
gezamenlijk opgezet kan worden. PCOB en kerken<br />
komen elkaar echter tot nu toe niet tegen.<br />
De wethouder<br />
De CDA-wethouder is theologe en heeft onder meer<br />
zorg en ouderenbeleid <strong>in</strong> haar portefeuille.<br />
Het beleid: er is een beleidsnota waar<strong>in</strong> voor de komende<br />
tien jaar plannen ontwikkeld worden. De nota bevat drie<br />
onderdelen:<br />
I) Een <strong>in</strong>ventarisatie van voorzien<strong>in</strong>gen: welke willen we<br />
hebben en <strong>in</strong> welke hoeveelheid?<br />
II) Visie: wat willen we bereiken?<br />
III) De uitwerk<strong>in</strong>g en realisatie van de visie.<br />
De stad kent de komende tien jaar we<strong>in</strong>ig vergrijz<strong>in</strong>g. Dat<br />
komt onder andere door de studenten die <strong>in</strong> de stad<br />
wonen, terwijl <strong>in</strong> het verleden veel jonge gez<strong>in</strong>nen zijn<br />
weggetrokken, die niet zijn teruggekomen.<br />
De overgrote meerderheid van de ouderen – 85% – wil<br />
langer zelfstandig blijven wonen. Daardoor blijft men<br />
actief, terwijl men <strong>in</strong> een tehuis verhospitaliseert. Daar<br />
wordt alles voor de mensen gedaan, terwijl men vaak nog<br />
d<strong>in</strong>gen zelf kan doen.<br />
Door de relatief ger<strong>in</strong>ge vergrijz<strong>in</strong>g zijn er geen wachtlijsten<br />
voor de verzorg<strong>in</strong>gshuizen. Wel komen er oudere<br />
mensen uit de regio om hier zorg te krijgen. De vraag naar<br />
<strong>in</strong>tramurale zorg neemt hiermee af, terwijl die naar extramurale<br />
zorg toeneemt. Er zullen verander<strong>in</strong>gen komen. Zo<br />
zijn er servicezones <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g, zodat het mogelijk is<br />
dat mensen <strong>in</strong> hun eigen wijk oud worden en met behulp<br />
van netwerken zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven<br />
wonen. Te denken is daarbij aan een w<strong>in</strong>kelcentrum dat<br />
gemakkelijk bereikbaar is, geschikte won<strong>in</strong>gen, een huisarts<br />
<strong>in</strong> de nabijheid, een bankje om buiten op te kunnen zitten<br />
en kle<strong>in</strong>e maar belangrijke details zoals een verkeerslicht<br />
dat wat langer op groen staat. Een kerk <strong>in</strong> de nabijheid<br />
is ook voor veel ouderen belangrijk. Kortom, men zal aan<br />
grote en kle<strong>in</strong>e voorzien<strong>in</strong>gen moeten denken. Met de<br />
zones zal men het eerst beg<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de oudere wijken.<br />
Een belangrijk aandachtspunt is dat ouderen niet <strong>in</strong> een<br />
isolement raken als zij zelfstandig thuis blijven wonen.<br />
Daarom zullen vanuit de gemeente alle alleenstaande<br />
ouderen van 75 jaar en ouder bezocht worden. Op zo’n<br />
manier kunnen zij geïnformeerd worden over de voorzien<strong>in</strong>gen<br />
die er zijn. Ook kan de gemeente een beeld krijgen<br />
van de zorg die zij nodig hebben en of zij eenzaam zijn.<br />
Daarna kan bekeken worden hoe eventuele problemen zijn<br />
op te lossen.<br />
De taak van mantelzorgers zal <strong>in</strong>tensiever worden. De<br />
gemeente wil daarop <strong>in</strong>spelen door ervoor te zorgen dat <strong>in</strong><br />
de wijken steunpunten voor mantelzorgers komen. De<br />
wethouder v<strong>in</strong>dt vanuit haar politieke visie mantelzorg <strong>in</strong>
42<br />
pr<strong>in</strong>cipe een normale zaak. Het hoort erbij, want mensen<br />
horen voor elkaar te zorgen. Soms vergt het te veel van<br />
mensen en is er kans op een burn out. Deze mensen moeten<br />
daarom ondersteund worden. Vroege ondersteun<strong>in</strong>g<br />
kan door de overheid geboden worden. De ondersteun<strong>in</strong>g<br />
van mantelzorgers is nu nog beperkt. Met de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van<br />
de WMO zal deze verbeterd worden en er een betere<br />
afstemm<strong>in</strong>g op het ouderenwerk plaatsv<strong>in</strong>den.<br />
De gemeente zal <strong>in</strong> de WMO een coörd<strong>in</strong>erende rol vervullen.<br />
Er zal samenwerk<strong>in</strong>g gezocht worden met <strong>in</strong>stanties en<br />
tehuizen en men zal met elkaar gaan overleggen. Wat kan<br />
iedereen? Hoe kunnen we tot een goede taakverdel<strong>in</strong>g<br />
komen? Is er <strong>in</strong> hoofdlijnen overeenstemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de visie op<br />
de toekomst? Hebben we een visie op wat goede zorg is?<br />
Een voorbeeld van een goede aanpak is de sluit<strong>in</strong>g van een<br />
tehuis waarna dit tot studentenwon<strong>in</strong>gen is omgebouwd.<br />
Deze flat beschikt over een grote ruimte waar<strong>in</strong> voor jong<br />
en oud activiteiten plaatsv<strong>in</strong>den. Bij dat alles moet men wel<br />
bedenken dat de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen gedaan<br />
hebben die men niet <strong>in</strong>eens kan veranderen.<br />
Er is nog te we<strong>in</strong>ig beleid voor vrijwilligers. Wel is men <strong>in</strong><br />
de gemeenteraad bezig om zo’n beleid te ontwikkelen. Het<br />
beleid moet erop gericht zijn om mensen te ‘verleiden’ om<br />
vrijwilligerswerk te doen. Hiervoor moeten er steunpunten<br />
zijn en werv<strong>in</strong>gsactiviteiten plaatsv<strong>in</strong>den. Zo kun je jongeren<br />
laten kennismaken met vrijwilligerswerk, zodat ze ontdekken<br />
dat dit werk voldoen<strong>in</strong>g kan geven. Om het vrijwilligerswerk<br />
leuk te maken, kan men vrijwilligers zelf<br />
activiteiten laten organiseren.<br />
Een groep om aandacht aan te besteden zijn de ouderen<br />
vanaf 55 jaar. Men kan vanaf die leeftijd nadenken over de<br />
toekomst van het ouder zijn en zelf eventueel voorbereid<strong>in</strong>gen<br />
treffen. Behoort men tot die leeftijdsgroep en men is<br />
niet meer <strong>in</strong> het arbeidsproces actief dan beschikt men<br />
vaak over veel vrije tijd. Men kan zich dan onder meer<br />
<strong>in</strong>zetten voor het vrijwilligerswerk.<br />
Een andere ontwikkel<strong>in</strong>g is te zien <strong>in</strong> het bedrijfsleven.<br />
Nogal wat werkgevers v<strong>in</strong>den het prettig als hun werknemers<br />
vrijwilligerswerk doen. Het vrijwilligerswerk vanuit<br />
het bedrijfsleven neemt toe.<br />
Hoe ligt de relatie tussen de kerken en de gemeente? Deze<br />
is er maar zeer beperkt. De kerkgemeenschap is kle<strong>in</strong> en<br />
onzichtbaar. De gemeente op haar beurt is een ‘rooie’<br />
gemeente met we<strong>in</strong>ig aff<strong>in</strong>iteit met de kerk. In de gemeentelijke<br />
organisaties worden de kerken over het hoofd<br />
gezien. Ieder gaat zo zijn eigen weg. Dat is jammer.<br />
De kerk bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> de marge. Men heeft er geen<br />
behoefte meer aan en zij speelt geen rol meer <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.<br />
De kerk heeft moeite om te blijven bestaan en worstelt<br />
met de vraag hoe zij vrijwilligers kan krijgen. De kerk<br />
zou een visie moeten ontwikkelen op wat voor kerk zij zou<br />
willen zijn en op wat de taak van de kerk <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />
is.<br />
Gescheiden functioneren is niet erg. Het is belangrijk dat<br />
men elkaar kent en <strong>in</strong>teresse heeft voor elkaar. De taak van<br />
de kerk is van oudsher het pastoraat, zoals het bezoekwerk<br />
aan ouderen. De thuiszorg heeft daar nu geen tijd meer<br />
voor. De kerken kunnen iets bieden waar beroepsmensen<br />
geen tijd voor hebben: een praatje, een luisterend oor. Dat<br />
is kostbaar. Hoewel het belangrijk is, wordt het helaas<br />
steeds zeldzamer. Mensen bezoeken scoort laag <strong>in</strong> de<br />
maatschappij.<br />
Een goed voorbeeld van wat kerken kunnen, is het open<br />
huis voor daklozen en verslaafden. Hier<strong>in</strong> zijn veel kerkelijke<br />
vrijwilligers actief. Een ander voorbeeld is het spreekuur<br />
van de kerken: ‘Luisterend oor’. Dit v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong> een<br />
buurtpand dat de gemeente beschikbaar heeft gesteld.<br />
Veel van het werk van de kerk gebeurt onzichtbaar. Onder<br />
ambtenaren bestaat nogal eens het beeld dat de kerken<br />
bezig zijn om zieltjes te w<strong>in</strong>nen. Bij sommigen <strong>in</strong> de kerk<br />
leeft dit beeld trouwens ook wel. De kerken moeten daarom<br />
laten zien wat zij willen betekenen voor de samenlev<strong>in</strong>g.<br />
Misschien kan de Raad van <strong>Kerk</strong>en een gesprekspartner<br />
zijn voor de overheid. Het moet toch mogelijk zijn om <strong>in</strong>gangen<br />
te v<strong>in</strong>den? De vaardigheid om het gesprek met de<br />
gemeente te voeren en de openheid van een ambtenaar<br />
zijn daarbij belangrijk. Als kerken de gemeente benaderen,<br />
moeten zij wel weten waarover zij het willen hebben, wat<br />
ze willen bereiken en wat ze te bieden hebben. <strong>Kerk</strong>en<br />
moeten zich daarbij overigens niet laten <strong>in</strong>pakken.<br />
Het eigen contact met de kerken: vanuit het CDA is er een<br />
maal per jaar overleg met pastores. Ieder brengt dan de<br />
eigen punten <strong>in</strong> ter besprek<strong>in</strong>g. Meer contact is er niet. Het<br />
CDA zou graag een duidelijkere rol van de kerken zien en<br />
wil de kerken daartoe prikkelen, bijvoorbeeld <strong>in</strong> het debat<br />
over moraal en opvoed<strong>in</strong>g. Ook zijn er gesprekken met<br />
moskeebesturen. Zij zoeken nog naar een gezicht <strong>in</strong> de<br />
samenlev<strong>in</strong>g en hebben een kwetsbare doelgroep.<br />
ENIGE WAARNEMINGEN<br />
Zonder het bovenstaande samen te vatten, willen we toch<br />
enige rode draden die door de gesprekken heen lopen,<br />
benoemen.<br />
DE KERKEN<br />
In de gesprekken met de mensen uit de kerken (<strong>in</strong>clusief<br />
de vrouwenorganisaties) v<strong>in</strong>den we het beeld dat we ook<br />
<strong>in</strong> de resultaten van de enquête tegenkomen. Zij vormen<br />
een hecht netwerk dat ‘onderhouden’ wordt door een<br />
<strong>in</strong>tensief bezoekwerk en een breed scala van kle<strong>in</strong>schalige<br />
activiteiten, vooral <strong>in</strong> de vorm van ontmoet<strong>in</strong>gen die gericht<br />
zijn op bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g, ontspann<strong>in</strong>g en vieren. <strong>Kerk</strong>en zetten<br />
zich <strong>in</strong> om mensen daaraan deel te laten nemen door bij<br />
voorbeeld te zorgen voor vervoer en voor kerktelefoon.<br />
Daarnaast zijn er afspraken met verzorg<strong>in</strong>gshuizen en<br />
woonzorgcentra om mensen ook daar met de kerk verbonden<br />
te doen zijn.<br />
De <strong>in</strong>dividuele en collectieve contacten worden benut om<br />
vragen te signaleren over praktische hulp zoals vervoer,<br />
boodschappen doen, kle<strong>in</strong>e klusjes en dergelijke.
43<br />
Met dit netwerk leveren de kerken een bijdrage aan het<br />
present zijn <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g met en voor ouderen en<br />
daarmee aan hun welbev<strong>in</strong>den, bestrijd<strong>in</strong>g van eenzaamheid,<br />
en geven zij ondersteun<strong>in</strong>g bij het omgaan met<br />
levensvragen. Daarmee dragen zij ook bij aan de naoberhulp<br />
en, om een hedendaags veel gebruikt beleidsuitdrukk<strong>in</strong>g<br />
te gebruiken, aan de sociale samenhang.<br />
Als bedreig<strong>in</strong>g worden twee factoren genoemd, te weten:<br />
− De bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen waardoor het aantal predikantsplaatsen<br />
afneemt en daarmee de tijd die overblijvende predikanten<br />
aan bezoekwerk kunnen besteden.<br />
− De afname van mensen die als vrijwilliger werken.<br />
Systematische aandacht voor zorgverleners zoals mantelzorgers<br />
is nog we<strong>in</strong>ig expliciet <strong>in</strong> beeld. Misschien dat<br />
men het wel <strong>in</strong> het werk tegenkomt en <strong>in</strong> voorkomende<br />
gevallen praktische hulp biedt of aandacht heeft voor de<br />
mantelzorger, maar het is niet echt een aandachtspunt.<br />
Dat zelfde geldt voor de f<strong>in</strong>anciële positie van ouderen.<br />
Dat kan ermee te maken hebben, dat men dit vooral ziet<br />
als iets voor de diaconie, maar het is wel van belang dat<br />
men f<strong>in</strong>anciële problemen signaleert.<br />
Dit netwerk is vooral een <strong>in</strong>tern netwerk, gericht op bij de<br />
kerk betrokken mensen. Er zijn we<strong>in</strong>ig contacten als kerk<br />
met andere organisaties <strong>in</strong> het veld, ook niet met geestverwante<br />
organisaties als de PCOB en met de burgerlijke<br />
gemeente. Nu lopen deze contacten, zeker <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schalige<br />
situaties, <strong>in</strong>formeel via personen. <strong>Kerk</strong>en doen ook d<strong>in</strong>gen<br />
niet, omdat zij weten dat anderen er<strong>in</strong> voorzien. Wel kan<br />
uiteraard de vraag gesteld worden of zij hun netwerk niet<br />
mede ten goede kunnen laten komen aan het bredere<br />
geheel van de samenlev<strong>in</strong>g en of zij op hun beurt niet hun<br />
voordeel kunnen doen met de kennis, <strong>in</strong>zichten en deskundigheid<br />
van andere organisaties.<br />
HET <strong>OUDEREN</strong>WERK EN DE BELEIDSMAKERS<br />
Wat betreft de personen die werken <strong>in</strong> het ouderenwerk of<br />
die beleidsmatig daarmee bezig zijn, is er grote eensgez<strong>in</strong>dheid<br />
<strong>in</strong> visie op het ouderenbeleid: ouderen moeten zo<br />
lang mogelijk zelfstandig wonen, de activiteiten moeten<br />
erop gericht zijn dit te ondersteunen en ouderen moeten<br />
gestimuleerd worden om zelf te doen wat zij (nog) kunnen.<br />
Ook moeten voorzien<strong>in</strong>gen en activiteiten aansluiten bij de<br />
vragen en behoeften van ouderen (vraaggericht <strong>in</strong> plaats<br />
van aanbodgericht). Vanuit dit beleidskader wordt een<br />
beleid voorgestaan en uitgevoerd waar<strong>in</strong> wonen, zorg en<br />
welzijn geïntegreerd worden. Bovendien vormt de sociaaleconomische<br />
positie van ouderen, zoals <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>imabeleid<br />
en de mobiliteitsmogelijkheden (bereikbaarheid per<br />
openbaar vervoer, taxidiensten), een punt van aandacht.<br />
Daarbij wil men samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden opbouwen en<br />
schotten doorbreken. De WMO legt hiervoor de verantwoordelijkheid<br />
bij de burgerlijke gemeente.<br />
Mantelzorgers zijn nadrukkelijk <strong>in</strong> beeld. De verwacht<strong>in</strong>g is<br />
dat het beroep op hen zal toenemen en dat hun taak<br />
zwaarder word. Het streven is daarom ondersteun<strong>in</strong>g zoals<br />
<strong>in</strong> de vorm van steunpunten uit te bouwen.<br />
Bij het vrijwilligerswerk wijst men op de noodzaak om mensen<br />
voor concrete taken te vragen en aan te sluiten bij hun<br />
motivatie. Wordt enerzijds <strong>in</strong> de dorpssituatie geen specifiek<br />
vrijwilligersbeleid nodig geacht vanwege de vele vrijwilligers<br />
die actief zijn, anderzijds wordt <strong>in</strong> de andere<br />
gemeenten juist op de wenselijkheid gewezen om beleid <strong>in</strong><br />
deze te ontwikkelen, om mensen te stimuleren vrijwilligerswerk<br />
te doen. Specifiek voor wat betreft de ouderen wordt<br />
de groep ‘jonge ouderen’ genoemd, die als zij niet meer <strong>in</strong><br />
het arbeidsproces zitten, over relatief veel vrije tijd<br />
beschikken en daarom de mogelijkheden hebben om actief<br />
te worden <strong>in</strong> het vrijwilligerswerk.<br />
Als knelpunten voor ouderen nu en <strong>in</strong> de nabije toekomst,<br />
worden onder meer genoemd:<br />
− Het risico van verschral<strong>in</strong>g van de zorg door de toenemende<br />
marktwerk<strong>in</strong>g en bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. Deze treft vooral<br />
de lage <strong>in</strong>komensgroepen en degenen <strong>in</strong> tehuizen. De<br />
bewoners zullen immers steeds meer uit zorgbehoevenden<br />
bestaan waardoor meer en <strong>in</strong>tensievere zorg nodig<br />
is.<br />
− Armoede onder ouderen: naast de vele ouderen die over<br />
een goede f<strong>in</strong>anciële positie beschikken, zijn er ook die<br />
alleen over AOW beschikken, hoogstens aangevuld met<br />
een kle<strong>in</strong> pensioen. Expliciet wordt er één keer op<br />
gewezen dat boeren geen pensioen hebben. Opvallend<br />
is dat <strong>in</strong> de gesprekken de schroom vermeld wordt van<br />
ouderen om gebruik te maken van de bijzondere bijstand.<br />
− In het algemeen geldt dat niet iedereen zal (kunnen)<br />
voldoen aan de norm van zelfredzaamheid. Dat geldt <strong>in</strong><br />
f<strong>in</strong>anciële z<strong>in</strong> en <strong>in</strong> het hebben en ontwikkelen van<br />
netwerken waar men een beroep op kan doen.<br />
− De positie van ‘allochtonen’, die m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> het dorpsleven<br />
geïntegreerd zijn en het naoberschap niet kennen.<br />
− Eenzaamheid wordt nadrukkelijk als een probleem<br />
genoemd, ook <strong>in</strong> de dorpssituatie.<br />
Er zijn we<strong>in</strong>ig contacten met kerken <strong>in</strong> het circuit van het<br />
ouderenwerk, zowel vanuit de ouderenbonden, de<br />
gemeentelijke overheid als het welzijnsbeleid. Dit ligt<br />
anders als het gaat om tehuizen en woonzorgcentra wat<br />
betreft praktische zaken als afspraken over bezoekwerk,<br />
vier<strong>in</strong>gen en dergelijke. Soms nemen kerken deel aan het<br />
bestuur van zorgcentra, maar dit is gezien de steeds<br />
grotere wordende f<strong>in</strong>anciële verantwoordelijkheden en de<br />
complexer wordende organisatie een niet vol te houden<br />
constructie. Waar kerken nog wel <strong>in</strong> het bestuur zitten,<br />
wordt gewerkt aan de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van een Raad van Toezicht<br />
waar<strong>in</strong> mensen uit kerken zitt<strong>in</strong>g nemen. Daarnaast is er<br />
het voornemen om geregeld de diaconieën te <strong>in</strong>formeren.<br />
Als een praktisch punt wordt genoemd de grote hoeveelheid<br />
kerken en het ontbreken van een gemeenschappelijk<br />
aanspreekpunt. Opvallend is dat alle gesprekspartners<br />
meer samenwerk<strong>in</strong>g met en <strong>in</strong>breng van de kerken<br />
toejuichen. Er is een zekere teleurstell<strong>in</strong>g dat kerken niet<br />
reageren op verzoeken tot meedoen. Dat is nu vooral<br />
actueel gezien de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO.
HOOFDSTUK 4<br />
CONCLUSIES, WAARNEMINGEN<br />
EN SUGGESTIES<br />
45<br />
In dit hoofdstuk geven wij (nogmaals) de conclusies weer<br />
van het kwantitatieve onderzoek, de waarnem<strong>in</strong>gen die<br />
gebaseerd zijn op de <strong>in</strong>terviews om daarna te e<strong>in</strong>digen met<br />
aan aantal suggesties voor kerkelijke gemeenten.<br />
OVERZICHT CONCLUSIES VAN<br />
KWANTITATIEF ONDERZOEK<br />
<strong>OUDEREN</strong>BELEID<br />
− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten voert een gericht<br />
ouderenbeleid.<br />
− Eveneens een, zij het iets grotere, m<strong>in</strong>derheid voert een<br />
beleid voor concrete activiteiten. Het merendeel hiervan<br />
betreft het bezoekwerk, waarna als belangrijkste categorieën<br />
ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten en kerkdiensten<br />
volgen.<br />
− Er is <strong>in</strong> de meerderheid van de gemeenten geen specifiek<br />
beleid gericht op categorieën ouderen naar leeftijd.<br />
− Men richt zich voor het merendeel op de eigen kerkleden.<br />
− Het merendeel van de gemeenten werkt op zichzelf. Als<br />
er sprake is van samenwerk<strong>in</strong>g betreft dat voor het overgrote<br />
deel de samenwerk<strong>in</strong>g tussen hervormd en gereformeerd.<br />
INZET VAN DE OUDERE ALS VRIJWILLIGER<br />
− In de meeste gemeenten is er geen gericht beleid voor<br />
<strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van ouderen. Waar dat er wel is, gaat het<br />
vooral om concrete activiteiten. Opvallend is dat het<br />
vragen voor functies nauwelijks vermeld wordt. Het<br />
beeld van gemeenten die niet gericht vragen, wijkt hier<br />
niet veel van af: ook zij vermelden vooral concrete activiteiten.<br />
Wellicht heeft dit ermee te maken dat men niet<br />
specifiek zoekt naar ouderen, maar wel vaak bij hen<br />
uitkomt, doordat vele gemeenten een leeftijdsopbouw<br />
kennen waar<strong>in</strong> ouderen oververtegenwoordigd zijn en<br />
doordat ouderen meer tijd hebben dan jongere generaties.<br />
Dat laatste sluit aan bij het algemene landelijke<br />
beeld bij vrijwilligerswerk.<br />
− Een beperkt aantal gemeenten geeft ondersteun<strong>in</strong>g aan<br />
activiteiten van ouderen zelf.<br />
− Bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g blijkt een onlosmakelijk onderdeel te zijn van<br />
het kerkelijke werk, hetzij als specifieke activiteit (soms<br />
opgenomen <strong>in</strong> het algemene werk van de gemeente),<br />
hetzij als onderdeel van ontmoet<strong>in</strong>gswerk. Uitdrukkelijk<br />
moet erop gewezen worden dat het circuit van vrouwenorganisaties<br />
hier<strong>in</strong> een functie vervult.<br />
ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG<br />
EN ONDERSTEUNING<br />
− Er is en wijdvertakt netwerk van bezoekwerk b<strong>in</strong>nen de<br />
gemeente en <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gs- en verpleeghuizen. Hierbij<br />
zijn beroepskrachten betrokken, zoals predikanten en<br />
pastoraal medewerkers, en vele gemeenteleden. Van de<br />
onbetaalde ambtsdragers verrichten de ouderl<strong>in</strong>gen<br />
het meeste bezoekwerk. Het bezoek is veelal <strong>in</strong>dividueel<br />
gericht, maar er zijn ook collectieve vormen, zoals het<br />
groothuisbezoek of gespreksmomenten die <strong>in</strong>gebed zijn<br />
<strong>in</strong> bredere activiteiten zoals ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />
of reisjes. Er zijn aanwijz<strong>in</strong>gen dat de ‘zware gevallen’<br />
uite<strong>in</strong>delijk bij de beroepskrachten komen en dat vrijwilligers<br />
<strong>in</strong> deze een signaler<strong>in</strong>gs- en verwijz<strong>in</strong>gsfunctie<br />
hebben.<br />
− In de contacten is er aandacht voor ziekten en kwalen.<br />
In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>dt er toerust<strong>in</strong>g<br />
op dit punt plaats. Als er concrete vragen zijn, is men<br />
daar alert op.<br />
− Het tegengaan van eenzaamheid is bij de helft van de<br />
gemeenten een duidelijk aandachtspunt. Men ziet dat<br />
als een belangrijke functie van het werk. Soms is dat een<br />
expliciet doel, zoals bij vormen van bezoekwerk, soms<br />
een afgeleid doel, maar iets waarop men wel alert is. De<br />
activiteiten zijn grotendeels activiteiten b<strong>in</strong>nen de kerk.<br />
Niet genoemd is de deelname aan bredere maatschappelijke<br />
verbanden.<br />
− In een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten v<strong>in</strong>den recreatieve<br />
activiteiten plaats. De meeste ervan zijn gezamenlijke<br />
uitstapjes, daarna volgen de ouderensociëteiten en<br />
daarna de vakantieweken. Waarschijnlijk speelt hier<br />
mee dat een aantal van deze activiteiten door andere<br />
<strong>in</strong>stanties georganiseerd worden of dat er geen of<br />
slechts <strong>in</strong>cidenteel behoefte aan bestaat. Een andere<br />
factor kan zijn dat kerkelijke activiteiten toch ook vaak<br />
elementen van bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en vieren hebben en m<strong>in</strong>der<br />
sport, spel en ontspann<strong>in</strong>g als hoofddoelstell<strong>in</strong>g.<br />
− Een grote meerderheid van de gemeenten heeft aandacht<br />
voor mobiliteitszaken. Vooral het bezoek aan de<br />
kerkdienst.<br />
− Een overgrote meerderheid van de gemeenten heeft<br />
voorzien<strong>in</strong>gen getroffen om kerkelijke gebouwen toegankelijk<br />
te maken voor mensen met lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen<br />
en voor mensen met gehoorproblemen. Een<br />
meerderheid van de gemeenten houdt ook reken<strong>in</strong>g met<br />
slechtzienden.<br />
− In een beperkt aantal gemeenten heeft de diaconie<br />
<strong>in</strong>dividuele materiële steun aan ouderen gegeven.<br />
− Een aantal gemeenten verleent hulp bij het <strong>in</strong>vullen van<br />
formulieren, ondersteunt mensen <strong>in</strong> hun contacten met<br />
<strong>in</strong>stanties en zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />
− In een beperkt aantal gemeenten is er een klussendienst.<br />
− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert de activiteiten<br />
te richten op dat wat er <strong>in</strong> de burgerlijke gemeenten<br />
gebeurt.<br />
− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten probeert ook gericht<br />
niet-kerkleden te bereiken door media te gebruiken en<br />
via <strong>in</strong>formele contacten.
46<br />
AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />
− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten geeft aandacht aan<br />
mantelzorgers. Dit steekt af tegen het grote aantal mensen<br />
dat mantelzorg verricht. Het is niet duidelijk of dit<br />
een bewuste keuze is, bijvoorbeeld omdat anderen dit al<br />
doen, of dat dit als vanzelf meegenomen wordt <strong>in</strong> de<br />
<strong>in</strong>formele contacten <strong>in</strong> die gemeenten die zo kle<strong>in</strong>schalig<br />
zijn dat men elkaar persoonlijk kent.<br />
− Bij het vrijwilligerswerk leent zowel het toerust<strong>in</strong>gswerk<br />
als zaken als onkostenregel<strong>in</strong>g, verzeker<strong>in</strong>g en het blijk<br />
geven van waarder<strong>in</strong>g zich voor nadere doordenk<strong>in</strong>g,<br />
zonder hiermee te suggereren dat dit alles zwaar<br />
gestructureerd zou moeten worden.<br />
− Aandacht voor professionele zorgverleners ontbreekt.<br />
Dat is niet verwonderlijk. Misschien verwachten zij dat<br />
ook niet en hebben zij daarvoor hun eigen beroepsorganisatie<br />
of is de geestelijk verzorger een aanspreekpunt.<br />
Het stelt ook specifieke deskundigheidseisen.<br />
SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />
− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft contacten met<br />
andere actoren <strong>in</strong> het veld van de ouderenzorg. Dat zijn<br />
vooral <strong>in</strong>cidentele contacten die gelegd of benut worden<br />
al naar gelang de behoefte bij vragen die men <strong>in</strong> het kerkelijk<br />
werk onder mensen is tegengekomen (‘pleitbezorg<strong>in</strong>g’),<br />
afstemm<strong>in</strong>g van werkzaamheden, uitwissel<strong>in</strong>g van<br />
kennis of het ondernemen van gezamenlijke activiteiten.<br />
Wellicht dat vooral <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere plaatsen meer via het<br />
<strong>in</strong>formele circuit loopt. Ook zal het gebrek aan menskracht<br />
een rol spelen, de complexiteit van besturen en<br />
beleidsvorm<strong>in</strong>g, mede door de snelle en vele verander<strong>in</strong>gen.<br />
− De deelname aan besturen van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen is sterk<br />
afgenomen. In een beperkt aantal gevallen neemt men<br />
deel aan een Raad van Advies of een identiteitscommissie.<br />
GEESTELIJKE VERZORGER<br />
− De gegevens uit de vragenlijst over de relatie van kerkelijke<br />
gemeenten met geestelijke verzorgers zijn moeilijk<br />
te beoordelen, omdat men dan het aantal geestelijke<br />
verzorgers <strong>in</strong> z’n geheel (met en zonder kerkelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g)<br />
zou moeten weten. Dat overzicht ontbreekt echter.<br />
De contacten die er zijn, betreffen vooral de kerkdiensten<br />
<strong>in</strong> de kerkelijke gemeente en/of de tehuizen en het<br />
bezoekwerk. In een aantal gevallen komt het werk van<br />
de geestelijk verzorger aan de orde <strong>in</strong> de kerkenraad.<br />
Ook wordt deze <strong>in</strong> een aantal gevallen <strong>in</strong>geschakeld <strong>in</strong><br />
het toerust<strong>in</strong>gswerk en wordt over diens werk bericht <strong>in</strong><br />
het kerkblad. In een beperkt aantal gevallen neemt de<br />
geestelijk verzorger deel aan het convent van pastores/<br />
de werkgemeenschap van predikanten.<br />
FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN<br />
EN ORGANISATIES<br />
− <strong>Kerk</strong>en zijn nog slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate structureel<br />
en (iets meer) <strong>in</strong>cidenteel f<strong>in</strong>ancieel betrokken bij zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.<br />
SIGNALEREN<br />
− Een ruime m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten evalueert de<br />
activiteiten met en voor ouderen met het oog op signaler<strong>in</strong>g.<br />
In de eigen gemeente stelt men via diverse kanalen<br />
de zaken die daaruit voortkomen aan de orde. Daarbij<br />
scoort het kerkblad het hoogst, gevolgd door gemeenteavonden,<br />
gesprekskr<strong>in</strong>gen en discussiebijeenkomsten.<br />
− Een m<strong>in</strong>derheid van de gemeenten heeft op enigerlei<br />
wijze contact met de plaatselijke politiek met het oog op<br />
signaler<strong>in</strong>g. Benader<strong>in</strong>g van de landelijke politiek v<strong>in</strong>dt<br />
we<strong>in</strong>ig plaats. De lokale en regionale media worden<br />
we<strong>in</strong>ig benut, terwijl er bij het signaleren we<strong>in</strong>ig samenwerk<strong>in</strong>g<br />
is met anderen.<br />
WAAR KOMT MEN NIET AAN TOE?<br />
− Er leven wensen voor bestaande en nieuw op te zetten<br />
activiteiten <strong>in</strong> de uitvoerende en voorwaardenscheppende<br />
sfeer. Deze betreffen de menskracht, deskundigheid,<br />
organisatie en de samenwerk<strong>in</strong>g met anderen).<br />
− Van de groepen die niet bereikt worden, maar die men<br />
wel zou willen bereiken, worden de rand- en buitenkerkelijken<br />
het meest genoemd.<br />
− De ger<strong>in</strong>ge omvang van de gemeente kan een voordeel<br />
zijn (men kent elkaar) en een nadeel (gebrek aan menskracht<br />
en deskundigheid).<br />
PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />
GRONINGEN/DRENTHE<br />
− De wensen voor het Prov<strong>in</strong>ciaal Dienstencentrum gaan<br />
vooral over toerust<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>formatie, waarbij bezoekwerk,<br />
het opzetten van concrete activiteiten en wat<br />
daarmee samenhangt en voorlicht<strong>in</strong>g over thema’s als<br />
euthanasie/versterv<strong>in</strong>g en donorschap genoemd<br />
worden.<br />
ENIGE WAARNEMINGEN<br />
GEBASEERD OP DE INTERVIEWS<br />
DE KERKEN<br />
In de gesprekken met de mensen uit de kerken (<strong>in</strong>clusief<br />
de vrouwenorganisaties) v<strong>in</strong>den we hetzelfde beeld als <strong>in</strong><br />
de resultaten van de enquête. Zij vormen een hecht netwerk<br />
dat ‘onderhouden’ wordt door een <strong>in</strong>tensief bezoekwerk<br />
en een breed scala van kle<strong>in</strong>schalige activiteiten,<br />
vooral <strong>in</strong> de vorm van ontmoet<strong>in</strong>gen die gericht zijn op<br />
bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g, ontspann<strong>in</strong>g en vieren. <strong>Kerk</strong>en zetten zich <strong>in</strong> om<br />
mensen daaraan deel te laten nemen door bijvoorbeeld te<br />
zorgen voor vervoer en voor kerktelefoon. Ook zijn er<br />
afspraken met verzorg<strong>in</strong>gshuizen en woonzorgcentra om
47<br />
mensen ook daar met de kerk verbonden te doen zijn.<br />
De <strong>in</strong>dividuele en collectieve contacten worden benut om<br />
vragen te signaleren over praktische hulp zoals vervoer,<br />
boodschappen doen, kle<strong>in</strong>e klusjes en dergelijke.<br />
Met dit netwerk leveren de kerken een bijdrage aan presentie<br />
<strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g met en voor ouderen en daarmee<br />
aan hun welbev<strong>in</strong>den en de bestrijd<strong>in</strong>g van eenzaamheid<br />
en geven zij ondersteun<strong>in</strong>g bij de omgang met levens -<br />
vragen. Daarmee dragen zij ook bij aan de naoberhulp en,<br />
om een hedendaags veel gebruikt beleidsuitdrukk<strong>in</strong>g te<br />
gebruiken, aan de sociale samenhang.<br />
Als bedreig<strong>in</strong>g worden twee factoren genoemd:<br />
− de bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen waardoor het aantal predikantsplaatsen<br />
afneemt en daarmee de tijd die overblijvende predikanten<br />
aan bezoekwerk kunnen besteden.<br />
− De afname van vrijwilligers.<br />
Systematische aandacht voor zorgverleners zoals mantelzorgers<br />
is nog we<strong>in</strong>ig expliciet <strong>in</strong> beeld. Misschien dat men<br />
dit wel <strong>in</strong> het werk tegenkomt en <strong>in</strong> voorkomende gevallen<br />
praktische hulp biedt of aandacht heeft voor de mantelzorger,<br />
maar het is niet echt een aandachtspunt. Dat zelfde<br />
geldt voor de f<strong>in</strong>anciële positie van ouderen. Het kan zijn<br />
dat men dit vooral ziet als iets voor de diaconie, maar het is<br />
wel van belang dat men f<strong>in</strong>anciële problemen signaleert.<br />
Dit netwerk is vooral een <strong>in</strong>tern netwerk, gericht op bij de<br />
kerk betrokken mensen. Er zijn we<strong>in</strong>ig contacten als kerk<br />
met andere organisaties <strong>in</strong> het veld, ook niet met geestverwante<br />
organisaties als de PCOB en met de burgerlijke<br />
gemeente. Deze contacten lopen, zeker <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schalige<br />
situaties, <strong>in</strong>formeel. <strong>Kerk</strong>en doen ook d<strong>in</strong>gen niet, omdat zij<br />
weten dat anderen er<strong>in</strong> voorzien. Wel kan uiteraard de<br />
vraag gesteld worden of zij hun netwerk niet mede ten<br />
goede kunnen laten komen aan het bredere geheel van de<br />
samenlev<strong>in</strong>g en of zij op hun beurt niet hun voordeel kunnen<br />
doen met de kennis, <strong>in</strong>zichten en deskundigheid van<br />
andere organisaties.<br />
HET <strong>OUDEREN</strong>WERK EN DE BELEIDSMAKERS<br />
Werkers en beleidsmakers <strong>in</strong> het ouderenwerk zijn eensgez<strong>in</strong>dheid<br />
<strong>in</strong> hun visie op ouderenbeleid: ouderen moeten<br />
zo lang mogelijk zelfstandig wonen, de activiteiten moeten<br />
erop gericht zijn dit te ondersteunen en ouderen moeten<br />
gestimuleerd worden om zelf te doen wat zij (nog) kunnen.<br />
Daarnaast moeten voorzien<strong>in</strong>gen en activiteiten aansluiten<br />
bij de vragen en behoeften van ouderen (vraaggericht <strong>in</strong><br />
plaats van aanbodgericht). Vanuit dit beleidskader wordt<br />
een beleid voorgestaan en uitgevoerd waar<strong>in</strong> wonen, zorg<br />
en welzijn geïntegreerd worden. Ook vormt de sociaal-economische<br />
positie van ouderen, zoals <strong>in</strong> het m<strong>in</strong>imabeleid<br />
en de mobiliteitsmogelijkheden (bereikbaarheid per openbaar<br />
vervoer, taxidiensten), een punt van aandacht.<br />
Daarbij wil men samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden opbouwen en<br />
schotten doorbreken. De WMO legt hiervoor de verantwoordelijkheid<br />
bij de burgerlijke gemeente.<br />
Mantelzorgers zijn nadrukkelijk <strong>in</strong> beeld. De verwacht<strong>in</strong>g is<br />
dat het beroep op hen zal toenemen en dat hun taak<br />
zwaarder word. Het streven is om ondersteun<strong>in</strong>g zoals <strong>in</strong><br />
de vorm van steunpunten uit te bouwen.<br />
Bij het vrijwilligerswerk wijst men op de noodzaak om mensen<br />
voor concrete taken te vragen en aan te sluiten bij hun<br />
motivatie. Wordt enerzijds <strong>in</strong> de dorpssituatie geen specifiek<br />
vrijwilligersbeleid nodig geacht vanwege de vele vrijwilligers<br />
die actief zijn, anderzijds wordt <strong>in</strong> de andere<br />
gemeenten juist op de wenselijkheid gewezen om beleid te<br />
ontwikkelen dat mensen stimuleert vrijwilligerswerk te<br />
doen. Specifiek voor ouderen wordt de groep ‘jonge ouderen’<br />
genoemd, die als zij niet meer <strong>in</strong> het arbeidsproces zitten,<br />
over relatief veel vrije tijd beschikken en daarom<br />
mogelijkheden hebben om actief te worden <strong>in</strong> het vrijwilligerswerk.<br />
Als knelpunten voor ouderen nu en <strong>in</strong> de nabije toekomst,<br />
worden onder meer genoemd:<br />
1) Het risico van verschral<strong>in</strong>g van de zorg door de toenemende<br />
marktwerk<strong>in</strong>g en bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. Dit treft vooral<br />
de lage <strong>in</strong>komensgroepen en degenen die <strong>in</strong> tehuizen<br />
wonen. De bewoners zullen immers steeds meer uit<br />
zorgbehoevenden bestaan waardoor meer en <strong>in</strong>tensievere<br />
zorg nodig is.<br />
2) Armoede onder ouderen: naast de vele ouderen die<br />
over een goede f<strong>in</strong>anciële positie beschikken, zijn er<br />
ook mensen die alleen over AOW beschikken, hoogstens<br />
aangevuld met een kle<strong>in</strong> pensioen. Expliciet<br />
wordt er één keer op gewezen dat boeren geen<br />
pensioen hebben. Opvallend is dat <strong>in</strong> de gesprekken<br />
de schroom vermeld wordt van ouderen om gebruik te<br />
maken van de bijzondere bijstand.<br />
3) In het algemeen geldt dat niet iedereen zal (kunnen)<br />
voldoen aan de norm van zelfredzaamheid. Dat geldt<br />
<strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële z<strong>in</strong> en <strong>in</strong> het hebben en ontwikkelen van<br />
netwerken waarop men een beroep kan doen.<br />
4) De positie van ‘allochtonen’, die m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> het dorpsleven<br />
geïntegreerd zijn en het naoberschap niet kennen.<br />
5) Eenzaamheid wordt nadrukkelijk als een probleem<br />
genoemd, ook <strong>in</strong> de dorpssituatie.<br />
Er zijn <strong>in</strong> het circuit van het ouderenwerk we<strong>in</strong>ig contacten<br />
met kerken, zowel vanuit de ouderenbonden, de gemeentelijke<br />
overheid als het welzijnsbeleid. Dit ligt bij tehuizen en<br />
woonzorgcentra anders als het gaat om praktische zaken<br />
als afspraken over bezoekwerk, vier<strong>in</strong>gen en dergelijke.<br />
Soms nemen kerken deel aan het bestuur van zorgcentra,<br />
maar dit is gezien de steeds grotere wordende f<strong>in</strong>anciële<br />
verantwoordelijkheden en de complexer wordende organisatie<br />
een niet vol te houden constructie. Daar waar kerken<br />
nog wel <strong>in</strong> het bestuur zitten, wordt nu gewerkt aan de<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van een Raad van Toezicht waar<strong>in</strong> mensen uit<br />
kerken zitt<strong>in</strong>g nemen. Ook is er het voornemen om geregeld<br />
de diaconieën te <strong>in</strong>formeren.<br />
Als praktisch (m<strong>in</strong>)punt wordt genoemd de grote hoeveelheid<br />
kerken en het ontbreken van een gemeenschappelijk<br />
aanspreekpunt. Opvallend is dat alle gesprekspartners<br />
meer samenwerk<strong>in</strong>g met en <strong>in</strong>breng van de kerken toejuichen.<br />
Er is een zekere teleurstell<strong>in</strong>g dat kerken niet reage-
48<br />
ren op verzoeken tot meedoen. Dat is nu vooral actueel<br />
gezien de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO.<br />
SUGGESTIES<br />
DE VRAGENLIJST<br />
Wat zouden al de gegevens, men<strong>in</strong>gen en visies die we bij<br />
het lezen zijn tegengekomen voor plaatselijke kerken kunnen<br />
betekenen? Kunnen we er iets mee? Misschien zou<br />
het een aardige oefen<strong>in</strong>g zijn als we, alvorens verder te<br />
lezen, eerst voor onszelf zouden opschrijven wat wij<br />
geleerd hebben of niet.<br />
Daarbij moeten we bedenken dat de vragenlijst de bedoel<strong>in</strong>g<br />
heeft om een beeld te krijgen van wat er gebeurt en<br />
niet gebeurt <strong>in</strong> gemeenten. Daarmee kan de vragenlijst als<br />
normerend overkomen <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van: ‘dit doen we niet’ en<br />
daarom schieten we tekort. Er kunnen echter goede redenen<br />
zijn om d<strong>in</strong>gen niet te doen, omdat zij misschien niet of<br />
slechts op kle<strong>in</strong>e schaal voorkomen <strong>in</strong> de gemeente, omdat<br />
ze m<strong>in</strong> of meer natuurlijkerwijs <strong>in</strong> het <strong>in</strong>formele circuit en<br />
het bestaande werk een plaats hebben of dat anderen,<br />
bijvoorbeeld het ouderenwerk <strong>in</strong> de burgerlijke gemeente,<br />
al activiteiten of voorzien<strong>in</strong>gen geregeld hebben.<br />
Ook is het tekort aan menskracht door het wegbezu<strong>in</strong>igen<br />
van predikanten en het tekort aan vrijwilligers en soms aan<br />
deskundigheden een reëel gegeven. Waar wij voor pleiten,<br />
is dat gemeenten (kerkenraden, diaconieën, bezoekgroepen)<br />
zich bewust en beleidsmatig bez<strong>in</strong>nen op wat zij willen<br />
en kunnen en op grond daarvan kiezen wat zij willen<br />
doen. De vragenlijst kan daarbij een ondersteunende functie<br />
hebben door deze eens door te lopen en zich af te vragen<br />
‘wat doen we en wat doen we niet en waarom niet?’<br />
Het kan verhelderend zijn om zich daarbij af te vragen: waar<br />
liggen onze sterke punten en waar onze zwakke punten?<br />
IN AANVULLING HIEROP REIKEN WIJ<br />
EEN AANTAL OVERWEGINGEN AAN<br />
HET INTERNE WERK<br />
De grote kracht van kerken ligt <strong>in</strong> hun <strong>in</strong>terne netwerk. Dit<br />
komt overeen met de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit het eerder verrichte<br />
landelijke onderzoek. 19 Er is veel aandacht voor ouderen <strong>in</strong><br />
de vorm van bezoekwerk, ontmoet<strong>in</strong>gsbijeenkomsten<br />
(bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en gesprek, ontspann<strong>in</strong>g), het bieden van mogelijkheden<br />
om de kerkdienst en andere vier<strong>in</strong>gen te bezoeken<br />
of te beluisteren, uitstapjes, praktische hulpverlen<strong>in</strong>g.<br />
Een extra kwaliteit van dit netwerk is dat er vanuit het<br />
christelijke geloof aandacht is voor levensvragen. Beide<br />
zaken – het aantal contacten en de <strong>in</strong>houd daarvan (‘betekenisvol’)<br />
- zijn van belang voor het tegengaan van<br />
eenzaamheid.<br />
De schrijver Jan Siebel<strong>in</strong>k merkte <strong>in</strong> een <strong>in</strong>terview<br />
op: “Ik merk dat de kerken een grote rol spelen <strong>in</strong> het<br />
leven van eenzame mensen. Wij hebben een bejaarde<br />
buurvrouw en iemand van de kerk komt elke<br />
week langs om een bloemetje te brengen of een<br />
praatje te maken.” (NRC/Handelsblad 24 december<br />
2006)<br />
Het is belangrijk om dit netwerk <strong>in</strong> stand te houden.<br />
Op grond van het onderzoek is een aantal vragen te stellen:<br />
− Dient de toerust<strong>in</strong>g verbeter<strong>in</strong>g, mede met het oog op de<br />
toename van het aantal kwetsbare ouderen en daarmee<br />
van dementie en andere ouderdoms kwalen en ziekten?<br />
− Kunnen we aansluiten bij nieuwe <strong>in</strong>itiatieven, zoals die<br />
van het maken van een levensboek?<br />
In 2003 startte het Protestants Dienstencentrum<br />
Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe samen met de PCOB <strong>in</strong> de<br />
prov<strong>in</strong>cie Drenthe het project ‘Van levensverhaal tot<br />
levensboek’. Het uitgangspunt daarbij is het schrijven<br />
van levensboeken door mensen boven de 50 jaar. Dit<br />
project is een variatie op het landelijke project van de<br />
Protestantse <strong>Kerk</strong> ‘Ieder mens is een verhaal. Altijd<br />
de moeite waard’<br />
(zie hoofdstuk 2 noot 11, pag. 16.<br />
Overweg<strong>in</strong>gen hierbij zijn:<br />
1 Terugblikken kan eraan meewerken dat ouderen<br />
komen tot een verwerkt en een geaccepteerd<br />
leven.<br />
2 De zelfbewuste groep ouderen die <strong>in</strong> aantocht is,<br />
zal zelf haar eigen verhaal willen schrijven als<br />
document voor k<strong>in</strong>deren en kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren.<br />
3 Als ouderen een levensboek maken, kan dit van<br />
belang zijn bij eventuele dementie of afasie.<br />
Iemands eigen verhaal kan meehelpen om een<br />
respectvolle ontmoet<strong>in</strong>g, ook <strong>in</strong> deze situatie, met<br />
deze unieke mens mogelijk te maken.<br />
Er is een kadercursus gegeven voor zestien personen<br />
die aan groepen vijftigplussers een cursus van zes<br />
bijeenkomsten geven. In 2005 hebben ook de andere<br />
ouderenbonden <strong>in</strong>teresse getoond. Het samenwerk<strong>in</strong>gsverband<br />
van de ouderen <strong>in</strong> Drenthe, de SBO, het<br />
Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe en<br />
het Katholiek Steunpunt organiseerde een kadertra<strong>in</strong><strong>in</strong>g<br />
waaraan ongeveer veertien mensen deelnamen.<br />
Inmiddels hebben bijna 60 mensen een cursus van<br />
zes bijeenkomsten gevolgd.<br />
19 Gert de Jong, Diaconaat en zorg. Onderzoek naar de feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het terre<strong>in</strong> van zorg, KASKI, Nijmegen oktober<br />
2003.
49<br />
− Onderkennen wij voldoende de grote verscheidenheid<br />
onder ouderen zelf wat betreft leeftijd, vitaliteit (fysiek en<br />
psychisch), f<strong>in</strong>anciële mogelijkheden, sociale achtergrond,<br />
<strong>in</strong> geloofsovertuig<strong>in</strong>g en -belev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> behoeften<br />
en verlangens? Uit gegeven antwoorden blijkt dat er<br />
<strong>in</strong> een aantal gemeenten naast het denken <strong>in</strong> categorieën<br />
(bijvoorbeeld 75+ers die jaarlijks speciale aandacht<br />
bijvoorbeeld <strong>in</strong> de vorm van een bloemengroet<br />
krijgen) er gelet wordt op de <strong>in</strong>dividuele mogelijkheden<br />
en onmogelijkheden van de oudere. Daarbij blijft echter<br />
staan dat toenemende kwetsbaarheid het gemeenschappelijke<br />
kenmerk is bij het ouder worden Dat roept<br />
als zodanig existentiële geloofsvragen op over z<strong>in</strong> en<br />
z<strong>in</strong>loosheid, het omgaan met die kwetsbaarheid en het<br />
geloofsperspectief daarbij. 20<br />
− Benutten we voldoende de capaciteiten van ouderen<br />
zelf?<br />
− Vangen we voldoende de vragen (levensvragen, vragen<br />
om praktische hulp, f<strong>in</strong>anciële nood) op?<br />
− Kunnen de bezoeken en de andere activiteiten nog meer<br />
bijdragen aan het tegengaan van eenzaamheid? Zoals<br />
vermeld <strong>in</strong> hoofdstuk 2 komt eenzaamheid <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen<br />
en Drenthe wellicht meer voor dan we denken. Dit is<br />
mede gebaseerd op onderzoek onder ouderen. Ook landelijk<br />
is er veel aandacht voor de vragen van vereenzam<strong>in</strong>g.<br />
Sluiten kerken <strong>in</strong> hun contacten aan bij de vragen<br />
en <strong>in</strong>teresses van de desbetreffende persoon? 21<br />
− Zijn er witte vlekken, dat wil zeggen: zijn er mensen en<br />
groepen voor wie we niet of onvoldoende aandacht voor<br />
hebben? Zo’n groep zouden bijvoorbeeld de mantelzorgers<br />
kunnen zijn.<br />
Vanuit het Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen/<br />
Drenthe is samen met het Katholiek Steunpunt, het<br />
Steunpunt Mantelzorg en het contactpunt Mantelzorg<br />
<strong>in</strong> verschillende gemeenten <strong>in</strong> zuidwest-Drenthe<br />
gewerkt aan het opzetten van <strong>in</strong>terkerkelijke netwerken<br />
mantelzorg. Het doel van deze netwerken is<br />
ervoor te zorgen dat het onderwerp mantelzorg op<br />
de agenda van de kerk komt en blijft staan. Daarnaast<br />
worden activiteiten georganiseerd om mantelzorgers<br />
en de vrijwilligers die met mantelzorg te<br />
maken hebben te ondersteunen. Ook zullen vrijwilligers<br />
toegerust worden om met mantelzorgers en<br />
degenen die door hen verzorgd worden levensboeken<br />
te schrijven.<br />
− Is er aandacht <strong>in</strong> de voorbeden voor wat we <strong>in</strong> het ouderenwerk<br />
tegenkomen?<br />
− Berichten we over ons werk <strong>in</strong> het kerkblad?<br />
− Hoe liggen de relaties met de geestelijk verzorger(s) en<br />
kunnen kerken en geestelijk verzorgers elkaar <strong>in</strong> hun<br />
werk versterken?<br />
NAAR EN VAN BUITEN<br />
Voor die gemeenten die beleidsmatig willen nadenken over<br />
hun <strong>in</strong>zet met en voor ouderen is ook de vraag van belang<br />
of dit <strong>in</strong>terne netwerk dienstbaar gemaakt kan worden aan<br />
de samenlev<strong>in</strong>g als geheel of dat we naast het <strong>in</strong>terne netwerk<br />
ook extern gerichte activiteiten kunnen ontwikkelen.<br />
Het naar buiten treden kan ook tot functie hebben om <strong>in</strong>zichten<br />
en <strong>in</strong>formatie van anderen op te doen en om samen met<br />
die anderen activiteiten te ontwikkelen. Dat vergt bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g<br />
op de vraag: wat voor een kerk willen we zijn? V<strong>in</strong>den wij het<br />
mede tot onze roep<strong>in</strong>g als kerk behoren om dienstbaar te zijn<br />
aan de samenlev<strong>in</strong>g? Zo ja, wat kunnen wij dan praktisch<br />
doen om iets daarvan te verwezenlijken?<br />
Uitkomst van de bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g kan zijn dat men besluit om zich<br />
op het <strong>in</strong>terne netwerk te blijven richten. Vandaaruit kan<br />
men dan de zojuist gestelde vragen naar kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>g<br />
en leemten stellen.<br />
Men kan ook besluiten om vanuit de verantwoordelijkheid<br />
van de kerk richt<strong>in</strong>g samenlev<strong>in</strong>g activiteiten te ontwikkelen<br />
die dienstbaar zijn aan mensen buiten de kerk of de<br />
kr<strong>in</strong>g van meelevenden. Praktische vragen die dan aan de<br />
orde komen zijn:<br />
− Wat komen we tegen <strong>in</strong> ons netwerk dat ook van belang<br />
is voor de samenlev<strong>in</strong>g (signaleren)?<br />
− Het is goed om te beseffen dat ‘buiten’ ook ‘b<strong>in</strong>nen’ zit:<br />
gemeenteleden vervullen allerlei functies, betaald en<br />
onbetaald, <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g ook op het terre<strong>in</strong> van<br />
ouderenwerk. Een gemeentelid kan actief zijn <strong>in</strong> een<br />
ouderenbond, <strong>in</strong> de politiek, werker <strong>in</strong> de ouderenzorg<br />
zijn enzovoort. Daarbij kan aangesloten worden om<br />
zaken aan de orde te stellen, gezamenlijk activiteiten te<br />
ontwikkelen en om de expertise en kennis van deze<br />
gemeenteleden te benutten.<br />
− Hoe ziet het netwerk van organisaties van ouderen en<br />
van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die werken met en voor ouderen eruit?<br />
Wat is de plek van de kerk daar<strong>in</strong> of elke plek zou de<br />
kerk daar<strong>in</strong> kunnen <strong>in</strong>nemen?<br />
− Wat doen andere organisaties en groepen <strong>in</strong> de burgerlijke<br />
gemeente en/of het dorp al? Dit met het oog op het<br />
voorkomen van verdubbel<strong>in</strong>gen, het aansluiten bij<br />
bestaande activiteiten om deze te versterken of het<br />
opvullen van leemten.<br />
RELATIEF EENVOUDIG AAN TE BRENGEN<br />
VERBETERINGEN<br />
Nog een aandachtspunt bij de doordenk<strong>in</strong>g is of verbeter<strong>in</strong>gen<br />
of nieuwe activiteiten veel <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g of tijd<br />
vereisen of dat met een relatief ger<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g iets<br />
gerealiseerd kan worden.<br />
Voorbeelden:<br />
− de jaarlijkse ontmoet<strong>in</strong>g van de bezoekers wordt zo <strong>in</strong>gericht<br />
dat de vraag ‘wat komen wij tegen?’ scherper op<br />
20<br />
Zie over het ouder worden vanuit de <strong>in</strong>valshoek van de <strong>in</strong>dividuele biografie o.a.: Liebje Hoekendijk, Levenskunst van ouderen. Praktische filosofie met een persoonlijk<br />
accent, Amsterdam 2005; evenals (vanuit en humanistisch perspectief): Jan Baars, Het nieuwe ouder worden. Paradoxen en perspectieven <strong>in</strong> de tijd, Amsterdam 2006.<br />
21<br />
Zie over eenzaamheid: Roelof Hortulanus e.a., Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal isolement <strong>in</strong> Nederland, ‘s Gravenhage 2003; materiaal<br />
van de ouderenbonden <strong>in</strong> het kader van het project ‘Voorkomen van sociaal isolement bij ouderen’. T. Fokkema/T. VanTilburg, Aanpak van eenzaamheid: helpt het? Een<br />
vergelijkend effect- en procesevaluatieonderzoek naar <strong>in</strong>terventies ter voorkom<strong>in</strong>g en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van eenzaamheid onder ouderen, Den Haag 2006; Anja<br />
Machielse, Onkundig en onaangepast. Een theoretisch perspectief op sociaal isolement, Utrecht 2006.
50<br />
tafel komt. De kennis van de werkers <strong>in</strong> de praktijk kan<br />
zo doorgegeven worden aan mensen die meer beleidsgericht<br />
zijn.<br />
− gemeenteleden zijn actief <strong>in</strong> de ouderenbonden. In<br />
onderl<strong>in</strong>g overleg wordt besloten dat de kerkelijke vrijwilligers<br />
voor de bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbijeenkomsten van de bonden<br />
worden uitgenodigd.<br />
− meer stukjes <strong>in</strong> het kerkblad, ook over het ouderenwerk<br />
van andere organisaties.<br />
− bekendmak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> lokale/regionale media van kerkelijke<br />
activiteiten.<br />
− folder met overzicht van activiteiten ook geven aan<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong> van ouderenwerk.<br />
− het opzetten van een website.<br />
− aandacht <strong>in</strong> de voorbeden voor wat men <strong>in</strong> het ouderenwerk<br />
tegenkomt.<br />
− waarder<strong>in</strong>g voor vrijwilligers tot uitdrukk<strong>in</strong>g brengen.<br />
− waarder<strong>in</strong>g voor mantelzorgers tot uitdrukk<strong>in</strong>g brengen.<br />
PRAKTISCHE VRAGEN <strong>BIJ</strong> HET BELEID VAN DE<br />
BURGERLIJKE GEMEENTEN EN ANDERE ORGANISATIES<br />
− Veel kerkelijk werk is praktisch uitvoerend van aard. Dat<br />
vergt andere kwaliteiten dan het meedoen <strong>in</strong> het<br />
beleidscircuit. Men beweegt zich ook <strong>in</strong> een ander taalveld<br />
dan het beleidsmatige. Dat laatste kent een eigen<br />
jargon en heeft vaak ook een zekere abstractie. Bovendien<br />
vergt dat ook en zekere deskundigheid over regelgev<strong>in</strong>g.<br />
De vraag is hoe de kennis en <strong>in</strong>zichten die kerkmensen<br />
opdoen ‘vertaald’ kunnen worden naar het<br />
beleid. Daarmee kunnen kerken hun signaler<strong>in</strong>gsfunctie<br />
versterken. Een manier kan zijn dat ‘doeners’ hun kennis<br />
en <strong>in</strong>zichten doorgeven aan mensen <strong>in</strong> de gemeente die<br />
beleidsmatig onderlegd zijn.<br />
− Voor een burgerlijke gemeente en andere organisaties is<br />
een praktisch punt wie <strong>in</strong> de kerken aan te spreken zijn.<br />
B<strong>in</strong>nen één kerk kan dat al verschillend liggen (bijvoorbeeld<br />
kerkenraad, diaconie, predikant) en zeker als het<br />
om meer kerken gaat. Het is van belang om daar duidelijk<br />
<strong>in</strong> te zijn door hiervoor bijvoorbeeld een vaste contactpersoon<br />
te benoemen. Nog verder kijkend zouden<br />
kerken kunnen overwegen om gerichte vormen van<br />
samenwerk<strong>in</strong>g te ontwikkelen, zodat de veelheid van<br />
kerken voor de burgerlijke gemeente en andere gemeenten<br />
praktischer hanteerbaar wordt. De vragenlijst en de<br />
<strong>in</strong>terviews wijzen uit dat er maar beperkt sprake is van<br />
samenwerk<strong>in</strong>g. Als er sprake is van samenwerk<strong>in</strong>g<br />
varieert deze al naar gelang de plaatselijke verhoud<strong>in</strong>gen.<br />
Het is daarom niet doenlijk om één vorm aan te<br />
bevelen. Per plaats kan naar mogelijkheden gekeken<br />
worden.<br />
− Nog een ander praktisch punt is dat burgerlijke<br />
gemeenten meer protestantse gemeenten, hervormde<br />
gemeenten, gereformeerde kerken of lutherse gemeenten<br />
kunnen omvatten. Ook dan laat zich de vraag stellen<br />
naar samenwerk<strong>in</strong>gsmogelijkheden. Dit is van belang<br />
voor de contacten met de burgerlijke gemeenten en<br />
andere organisaties, maar ook om bijvoorbeeld de vereiste<br />
deskundigheid te kunnen mobiliseren: vanwege het<br />
bredere draagvlak zijn er meer mensen met specifieke<br />
deskundigheden te v<strong>in</strong>den.<br />
DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)<br />
Dit onderzoek is uitgevoerd vóór de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de WMO<br />
per 1 januari 2007. Al wierp deze al haar schaduwen vooruit.<br />
Deze wet legt de beleidsbepal<strong>in</strong>g en de regiefunctie op<br />
het terre<strong>in</strong> van zorg en welzijn <strong>in</strong> belangrijke mate bij de<br />
burgerlijke gemeente (zie hoofdstuk 1). De WMO biedt <strong>in</strong><br />
pr<strong>in</strong>cipe de mogelijkheid om meer samenhang tussen het<br />
werk van organisaties aan te brengen en tussen professionele<br />
en onbetaalde zorg, maar ook om behoeften en knelpunten<br />
beter te signaleren. Voor kerken liggen hier<br />
mogelijkheden om hun verantwoordelijkheid voor de<br />
samenlev<strong>in</strong>g dicht bij vorm te geven. Wat dat betreft liggen<br />
er ook verwacht<strong>in</strong>gen: bij de behandel<strong>in</strong>g van het wetsontwerp<br />
<strong>in</strong> de Tweede Kamer werd een motie van de Christen-<br />
Unie aanvaard “om kerken en andere geestelijke genootschappen<br />
óók te rekenen tot de raadgevers van de<br />
gemeenten bij de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de wet.”<br />
<strong>Kerk</strong>en kunnen <strong>in</strong> het beleidsproces rondom de WMO een<br />
rol spelen, daarbij hun kennis, ervar<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong>zichten en<br />
werk <strong>in</strong>brengen en op hun beurt met wat zij van anderen<br />
horen hun voordeel doen voor hun werk. Gezamenlijk kunnen<br />
ook <strong>in</strong>itiatieven ontplooid worden en naar afstemm<strong>in</strong>g<br />
van werkzaamheden gestreefd worden. Bij deze <strong>in</strong>zet van<br />
kerken hoort ook het kritisch signaleren van waar ouderen<br />
tussen wal en schip vallen door het nieuwe beleid. Dit is<br />
des te meer van belang omdat de WMO een groot beroep<br />
doet op de zelfredzaamheid van mensen en op sociale netwerken.<br />
Mensen die niet of slechts <strong>in</strong> beperkte mate over<br />
netwerken beschikken, hebben daarbij kans op tekortschietende<br />
mogelijkheden tot het krijgen van de zorg die zij<br />
nodig hebben. 22<br />
Gezien de betekenis van dit alles verdient het aanbevel<strong>in</strong>g<br />
dat kerken op lokaal niveau zich de vraag stellen hoe zij<br />
aan de uitvoer<strong>in</strong>g van de WMO kunnen meedoen.<br />
BESCHIKBAARHEID PROTESTANTS DIENSTENCENTRUM<br />
GRONINGEN/DRENTHE<br />
Het Protestants Dienstencentrum is beschikbaar voor adviser<strong>in</strong>g<br />
en ondersteun<strong>in</strong>g van activiteiten op het terre<strong>in</strong> van<br />
ouderen. Het biedt ook zelf cursussen aan en <strong>in</strong>itieert nieuwe<br />
activiteiten, zoals het werken met levensboeken. Dit<br />
alles verdient voortgezet te worden. Daarnaast zou het<br />
goed zijn om vanuit het Protestants Dienstencentrum een<br />
project op te zetten dat vernieuwend is en waar<strong>in</strong> vragen<br />
aan de orde komen die van belang zullen worden. Veel<br />
ouderenwerk, ook vanuit de kerken, richt zich op oudere<br />
ouderen. Vele ouderen tot ongeveer 70 jaar zijn actief; zij<br />
dragen een groot deel van het werk <strong>in</strong> de kerken. Maar<br />
komen hun vragen en betrokkenheden aan de orde?<br />
22<br />
Voor <strong>in</strong>formatie over de WMO en de rol die kerken daar<strong>in</strong> kunnen vervullen, zie: Wet op de maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g. Informatiemap van <strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong><br />
(zie: www.kerk<strong>in</strong>actie.nl)
51<br />
Vragen over al dan niet blijven doorwerken, vroegpensioner<strong>in</strong>g,<br />
mantelzorg, zorg voor k<strong>in</strong>deren, kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren en<br />
ouders, vragen rond geloven en kerkverlat<strong>in</strong>g, de verander<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> de relaties tussen mannen en vrouwen. Kortom,<br />
welke vragen leven er onder deze ouderen en wat betekenen<br />
ze voor de <strong>in</strong>zet van kerken en samenlev<strong>in</strong>g?<br />
Deze vragen zijn niet alleen voor kerken van belang. Daarom<br />
zou met andere organisaties samengewerkt moeten<br />
worden. Om een en ander te exploreren zouden op lokaal<br />
niveau twee pilots kunnen worden opgezet, waar<strong>in</strong> kerken<br />
met organisaties van en voor ouderen samenwerken. Te<br />
denken valt aan een plattelandsgemeente en een stad. Op<br />
grond van de ervar<strong>in</strong>gen die men daar<strong>in</strong> opdoet en de<br />
resultaten, zou men dan tot de aanstell<strong>in</strong>g van een regionale<br />
aandachtsfunctionaris (mede namens de kerken)<br />
kunnen komen.
LITERATUUR<br />
53<br />
Baars, Jan, Het nieuwe ouder worden. Paradoxen en perspectieven <strong>in</strong> de tijd, Amsterdam 2006.<br />
Breedveld, K./M.de Klerk/J. de Hart, ‘Ouderen en maatschappelijke <strong>in</strong>zet’, <strong>in</strong>: Mogen ouderen ook meedoen, RMO Advies<br />
33, Den Haag december 2004, pp. 103-192.<br />
Boer, Alice H. de (red.),Rapportage ouderen 2006. Verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de leefsituatie en levensloop, Den Haag juni 2006.<br />
Dohmen, Joop/Frits de Lange (red.), Moderne levens lopen niet vanzelf, Amsterdam 2006.<br />
Fokkema, T./T. van Tilburg, Aanpak van eenzaamheid: helpt het? Een vergelijkend effect- en procesevaluatieonderzoek<br />
naar <strong>in</strong>terventies ter voorkom<strong>in</strong>g en verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van eenzaamheid onder ouderen, Den Haag 2006.<br />
Haan, Ido de/Jan Willem Duyvendak (red.), In het hart van de verzorg<strong>in</strong>gsstaat. Het M<strong>in</strong>isterie van Maatschappelijk Werk<br />
en zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS), 1952-2002, Zutphen 2002.<br />
Hoekendijk, Liebje, Levenskunst van ouderen. Praktische filosofie met een persoonlijk accent, Amsterdam 2005.<br />
Hortulanus, Roelof, e.a., Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal al isolement <strong>in</strong> Nederland,<br />
d<br />
‘s Gravenhage 2003.<br />
Jong, Gert de, Diaconaat en zorg. Onderzoek naar de feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op het veld<br />
van zorg, KASKI, Nijmegen oktober 2003.<br />
Jong, Gert de, Diaconaat & Zorg <strong>in</strong> Den Haag. Onderzoek naar feitelijke <strong>in</strong>zet van christelijke geloofsgemeenschappen op<br />
het veld van zorg, deelrapportage Den Haag, KASKI, Nijmegen maart 2004.<br />
<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong>, Wet op de Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g. Informatiemap, Utrecht 2005 (en volgende edities).<br />
Klerk, M.M.Y. de (red.), Zorg en wonen voor kwetsbare ouderen. Rapportage ouderen 2004, Den Haag mei 2006.<br />
Lammerts, Rob/Gülsen Dogan, Warkelijk waor. Onderzoek naar economische en sociale participatie en het voorzien<strong>in</strong>gengebruik<br />
door bewoners van kle<strong>in</strong>e dorpen <strong>in</strong> Midden-Drenthe, Utrecht 2004.<br />
Lange, Frits de, ‘Weg met de mythe van de tweede jeugd’, <strong>in</strong>: Trouw 6 januari 2007.<br />
Machielse, Anja, Onkundig en onaangepast. Een theoretisch perspectief op sociaal isolement, Utrecht 2006.<br />
M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ouderenbeleid <strong>in</strong> het perspectief van de vergrijz<strong>in</strong>g. Nota Ouderenbeleid<br />
19-4-2005.<br />
Noordegraaf, Herman (red.), Het zal ons een, zorg zijn. Over toegankelijkheid en kwaliteit van zorg als opdracht voor<br />
diaconaat, Kampen 2000.<br />
PCOB (J. Duisterw<strong>in</strong>kel), Op weg met dementie 2. Een handreik<strong>in</strong>g voor kerkgemeenschappen <strong>in</strong> de ondersteun<strong>in</strong>g van<br />
dementerenden en hun naasten, Baarn 1999.<br />
Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, Ontwerp Beleidsplan 2005-2008, z.p. z.j.<br />
Sticht<strong>in</strong>g Welzijnswerk Hoogeveen, Project Doorbreken van eenzaamheid, Hoogeveen z.j.<br />
Timmermans, J.M., Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers, Den Haag maart 2003.<br />
Uytenbogaardt, Ineke-Reg<strong>in</strong>a, Een levensverhaal als houvast. Verhalen die kl<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> de (geloofs) gemeenschap bij<br />
versluierende geestkracht / dementie, die uitnodigen tot het maken van een levensboek, Gor<strong>in</strong>chem 2004.
VRAGENLIJST KERK & <strong>OUDEREN</strong><br />
55<br />
1) <strong>KERKELIJKE</strong> GEMEENTE<br />
Uw kerkelijke gemeente is:<br />
- een Protestantse Gemeente;<br />
- een Hervormde Gemeente;<br />
- een Gereformeerde <strong>Kerk</strong>;<br />
- een Evangelisch-Lutherse Gemeente;<br />
- anders, te weten ...........................................................................................................................................................................................................................<br />
(het goede antwoord omcirkelen).<br />
2) BURGERLIJKE GEMEENTE<br />
2.1 Hoeveel <strong>in</strong>woners telt uw burgerlijke gemeente? ..............................................................................................................................................<br />
2.2 Hoeveel <strong>in</strong>woners telt uw woonplaats? .....................................................................................................................................................................<br />
3) <strong>OUDEREN</strong>BELEID<br />
3.1 Is er b<strong>in</strong>nen uw kerkelijke gemeente een gericht ouderenbeleid?<br />
- voor de hele gemeente ja/nee<br />
- op specifieke terre<strong>in</strong>en, te weten:<br />
3.2 Op welke groepen naar leeftijd van ouderen richt het beleid <strong>in</strong> uw kerkelijke gemeente zich?<br />
- 50-65 jaar ja/nee<br />
- 65-75 jaar ja/nee<br />
- 75 jaar en ouder ja/nee<br />
- alle ouderen zonder onderscheid naar leeftijd ja/nee<br />
3.3 Richt uw beleid zich ook op ouderen buiten uw kerkelijke gemeente? ja/nee<br />
3.4 Werkt u met andere kerken samen als het gaat om ouderen? ja/nee<br />
Zo ja, met welke kerken (en/of eventueel <strong>in</strong> verband van Raad van <strong>Kerk</strong>en)<br />
Zo ja, op welke terre<strong>in</strong>en?<br />
4) INZET VAN OUDERE VRIJWILLIGERS<br />
Vele ouderen zetten zich actief <strong>in</strong> voor kerk en samenlev<strong>in</strong>g. Daarop hebben de volgende vragen betrekk<strong>in</strong>g:<br />
4.1 Vraagt u gericht ouderen voor het verrichten van kerkelijke activiteiten en het vervullen van functies? ja/nee<br />
Zo ja, om welke activiteiten en functies gaat het dan?<br />
4.2 Ondersteunt uw kerkelijke gemeente activiteiten van ouderen zelf? ja/nee<br />
(bijvoorbeeld ouderenbonden, vrijwilligerswerk <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g)<br />
Zo ja, welke activiteiten betreft het dan?<br />
4.3 Welke bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsactiviteiten v<strong>in</strong>den er plaats voor en door ouderen zelf?<br />
4.4 Welke vragen, opmerk<strong>in</strong>gen of suggesties heeft u nog wat betreft de <strong>in</strong>breng van ouderen <strong>in</strong> activiteiten van uw<br />
gemeente?
5) ACTIVITEITEN OP HET TERREIN VAN ZORG EN ONDERSTEUNING<br />
56<br />
B<strong>in</strong>nen en vanuit kerkelijke gemeenten v<strong>in</strong>den we een verscheidenheid aan activiteiten ten behoeve van ouderen. Deze<br />
kunnen liggen <strong>in</strong> de sfeer van levensoriëntatie, het opbouwen en onderhouden van relaties, praktische steun en zorg. De<br />
nu volgende vragen hebben hierop betrekk<strong>in</strong>g.<br />
5.1 Wie verrichten het pastoraat en waar bestaat dit uit? (bijvoorbeeld huisbezoek):<br />
- predikant: ja/nee<br />
- activiteiten:<br />
- ouderl<strong>in</strong>gen: ja/nee<br />
- activiteiten:<br />
- pastoraal werker: ja/nee<br />
- activiteiten:<br />
- bezoekgroepen: ja/nee<br />
- activiteiten:<br />
- anderen, te weten:<br />
- activiteiten:<br />
5.2 Is er bij de activiteiten aandacht voor ouderdomskwalen en ziekten als<br />
- dementie ja/nee<br />
- gevolgen hersen<strong>in</strong>farct ja/nee<br />
- depressiviteit ja/nee<br />
- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />
5.3 V<strong>in</strong>dt op deze terre<strong>in</strong>en nog specifieke toerust<strong>in</strong>g plaats? ja/nee<br />
Zo ja, waar bestaat deze toerust<strong>in</strong>g dan uit?<br />
5.4 Zijn er activiteiten met en voor ouderen wat betreft het tegengaan van vereenzam<strong>in</strong>g? ja/nee<br />
Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />
5.5. Welke recreatieve activiteiten v<strong>in</strong>den er plaats<br />
- ouderensociëteit;<br />
- gezamenlijk uitgaan;<br />
- vakantieweken;<br />
- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />
5.6 Is er aandacht voor mobiliteitszaken?<br />
- vervoer ja/nee<br />
- rijden met rolstoel ja/nee<br />
- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />
5.7 Is de kerkelijke accommodatie toegankelijk voor mensen met lichamelijke beperk<strong>in</strong>gen? ja/nee<br />
5.8 Zijn er voorzien<strong>in</strong>gen voor gehoorgestoorden? ja/nee<br />
5.9 Houdt u reken<strong>in</strong>g met slechtzienden? (bijv. door grote letter-liturgie en -bundel)? ja/nee<br />
5.10 V<strong>in</strong>dt er <strong>in</strong>dividuele materiële steun plaats aan ouderen? ja/nee<br />
Welk bedrag was daarmee gemoeid <strong>in</strong> 2004: € ....................................................................................................<br />
Hoeveel gehonoreerde aanvragen betrof het?<br />
Door wie werd deze hulp verleend:<br />
- diaconie ja/nee<br />
- andere <strong>in</strong>stantie(s), te weten:<br />
5.11 Worden mensen geholpen bij het verkrijgen van hun rechten:<br />
- hulp bij het <strong>in</strong>vullen van formulieren ja/nee<br />
- ondersteunen van mensen <strong>in</strong> hun contacten met <strong>in</strong>stanties ja/nee<br />
- ondersteunen van mensen <strong>in</strong> hun contacten met zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ja/nee<br />
- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />
5.12 Is er <strong>in</strong> uw kerkelijke gemeente een klusjesdienst voor (o.a.) ouderen? ja/nee<br />
5.13 Probeert u uw activiteiten te richten op datgene wat er <strong>in</strong> het geheel van de burgerlijke gemeente<br />
leeft en gebeurt?<br />
ja/nee<br />
5.14 V<strong>in</strong>den er ook activiteiten plaats voor mensen die geen kerklid zijn? ja/nee<br />
Zo ja, hoe bereikt U deze?<br />
- folders ja/nee<br />
- lokale/regionale omroep ja/nee<br />
- krant/huis aan huisblad ja/nee<br />
- mondel<strong>in</strong>ge contacten ja/nee<br />
- andersz<strong>in</strong>s, te weten:
6) AANDACHT VOOR ZORGVERLENERS<br />
57<br />
Behalve aandacht gericht op ouderen die ondersteun<strong>in</strong>g en zorg behoeven, besteden sommige kerkelijke gemeenten ook<br />
aandacht aan degenen die zorg en ondersteun<strong>in</strong>g geven. We kunnen dan denken aan mantelzorgers (partners of andere<br />
familieleden van de zorgontvanger, buren of vrienden), vrijwilligers en beroepskrachten. Onderstaande vragen hebben<br />
daarop betrekk<strong>in</strong>g:<br />
6.1 Mantelzorgers:<br />
Zijn er activiteiten met het oog op mantelzorgers (bijvoorbeeld blijk geven van waarder<strong>in</strong>g, praktische<br />
ondersteun<strong>in</strong>g)<br />
ja/nee<br />
Zo ja, waaruit bestond(en) deze?<br />
6.2 Vrijwilligers actief op het terre<strong>in</strong> van zorg voor ouderen:<br />
- V<strong>in</strong>dt er toerust<strong>in</strong>g plaats van vrijwilligers? ja/nee<br />
Zo ja, waar bestaat deze uit?<br />
- Is er een onkostenregel<strong>in</strong>g voor vrijwilligers? ja/nee<br />
- Is er een verzeker<strong>in</strong>g voor de vrijwilligers? ja/nee<br />
- Zijn er blijken van waarder<strong>in</strong>g voor vrijwilligers? ja/nee<br />
Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />
6.3 Beroepskrachten:<br />
- Is er aandacht voor professionele zorgverleners? ja/nee<br />
Zo ja, om welke beroepskrachten gaat het?<br />
Zo ja, <strong>in</strong> welke activiteiten krijgt deze aandacht vorm?<br />
7) SAMENWERKING EN CONTACTEN<br />
7.1 Weet u wie <strong>in</strong> uw kerkelijke gemeente betrokken is bij de zorg<br />
(beroepsmatig, bestuurlijk, als vrijwilliger of andersz<strong>in</strong>s)?<br />
ja/nee<br />
7.2 Zijn er <strong>in</strong> uw woonplaats zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen?<br />
- verzorg<strong>in</strong>gstehuis? ja/nee<br />
- verpleegtehuis? ja/nee<br />
- andere, te weten:<br />
7.3. Is uw kerkelijke gemeente vertegenwoordigd <strong>in</strong> het bestuur van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g of<br />
een organisatie op het terre<strong>in</strong> van zorg?<br />
ja/nee<br />
Zo ja, welke organisatie(s) betreft het dan?<br />
7.4 Is uw kerkelijke gemeente vertegenwoordigd <strong>in</strong> de Raad van Advies van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g? ja/nee<br />
Zo ja, welke zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en)?<br />
7.5 Is uw kerkelijke gemeente vertegenwoordigd <strong>in</strong> een identiteitscommissie van een zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g? ja/nee<br />
7.6 Neemt uw kerkelijke gemeente deel aan een cliëntenraad? ja/nee<br />
Zo ja, van welke zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en)?<br />
7.7 Wat is uw men<strong>in</strong>g over deze deelname(s) namens de kerk en hebt u wensen hiervoor?<br />
7.8 Hebt u contacten en overleg met hospices? ja/nee<br />
Zo ja, waaruit bestaan deze dan?<br />
7.9 Heeft u contacten en overleg met de burgerlijke gemeente met betrekk<strong>in</strong>g tot ouderen? ja/nee<br />
Zo ja, Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />
*= doorhalen wat niet van toepass<strong>in</strong>g is.<br />
Doel van de contacten:<br />
- pleitbezorg<strong>in</strong>g<br />
- meedenken <strong>in</strong> beleid ja/nee<br />
- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />
- anders, te weten:<br />
7.10 Hebt u contacten en overleg met ouderenbonden? ja/nee<br />
Zo ja, met welke?<br />
Zo ja, Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />
Doel van de contacten:<br />
- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />
- profiteren van elkaars kennis ja/nee<br />
- ondersteun<strong>in</strong>g van ouderenbonden ja/nee<br />
- ondernemen van gezamenlijke activiteiten ja/nee<br />
- anders, te weten:
7.10 Hebt u contacten met andere organisaties op het terre<strong>in</strong> van zorg, wonen en welzijn voor ouderen? ja/nee<br />
Zo ja, met welke?<br />
Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />
Doel van de contacten:<br />
- pleitbezorg<strong>in</strong>g ja/nee<br />
- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />
- profiteren van elkaars kennis ja/nee<br />
- ondernemen van gezamenlijke activiteiten ja/nee<br />
- anders, te weten:<br />
7.11 Hebt u contacten met directies/leid<strong>in</strong>g van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ja/nee<br />
(het gaat hier dus om niet-bestuurlijke contacten en vormen van overleg)?<br />
Zo ja, met welke?<br />
Structureel*/<strong>in</strong>cidenteel<br />
Doel van de contacten:<br />
- pleitbezorg<strong>in</strong>g ja/nee<br />
- afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten ja/nee<br />
- profiteren van elkaars kennis ja/nee<br />
- ondernemen van gezamenlijke activiteiten ja/nee<br />
- anders, te weten:<br />
7.13 Bent u tevreden over deze contacten? ja/nee<br />
Zo nee, waarom niet?<br />
58<br />
8) GEESTELIJKE VERZORGING<br />
8.1 Zijn er contacten tussen tussen geestelijk verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> uw woonplaats en<br />
de kerkelijke gemeente<br />
ja/nee<br />
Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />
- gesprek <strong>in</strong> de kerkenraad ja/nee<br />
- voorgaan <strong>in</strong> kerkdiensten ja/nee<br />
- verzorg<strong>in</strong>g van kerkdiensten <strong>in</strong> de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en) ja/nee<br />
- <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> toerust<strong>in</strong>gswerk ja/nee<br />
- artikelen <strong>in</strong> kerkblad ja/nee<br />
- anders, te weten:<br />
8.2 Zijn er contacten tussen geestelijke verzorgers <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen elders en de kerkelijke gemeente ja/nee<br />
Zo ja, waaruit bestaan deze?<br />
- gesprek <strong>in</strong> de kerkenraad ja/nee<br />
- voorgaan <strong>in</strong> kerkdiensten ja/nee<br />
- verzorg<strong>in</strong>g van kerkdiensten <strong>in</strong> zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ja/nee<br />
- <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> toerust<strong>in</strong>gswerk ja/nee<br />
- artikelen <strong>in</strong> kerkblad ja/nee<br />
- anders, te weten:<br />
8.3 Is de geestelijk verzorger<br />
- aan uw kerkelijke gemeente verbonden? ja/nee<br />
- aan een andere kerkelijke gemeente verbonden? ja/nee<br />
- <strong>in</strong> dienst van de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g ja/nee<br />
- Zo ja, met kerkelijke bevestig<strong>in</strong>g ja/nee<br />
8.4 Als gevolg van extramuraliser<strong>in</strong>g komen mensen weer buiten de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g te wonen.<br />
V<strong>in</strong>dt hierover overleg plaats tussen de kerkelijke gemeente en de geestelijke verzorg<strong>in</strong>g<br />
van de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g(en) met het oog op de afstemm<strong>in</strong>g van activiteiten?<br />
ja/nee<br />
9) FINANCIËLE STEUNVERLENING AAN INSTELLINGEN EN ORGANISATIES<br />
De kerkelijke gemeente kan bijvoorbeeld via de diaconie f<strong>in</strong>ancieel betrokken zijn bij ouderenwerk. Dat kan door f<strong>in</strong>anciele<br />
steun te geven aan zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, aan organisaties op het terre<strong>in</strong> van zorg en welzijn. Dit kan <strong>in</strong>cidenteel of structureel<br />
zijn. Daarop hebben de volgende vragen betrekk<strong>in</strong>g.<br />
9.1 Onze kerkelijke gemeente geeft structureel f<strong>in</strong>anciële steun aan zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen of organisaties ja/nee<br />
Zo ja, aan welke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties?<br />
Om welke bedragen gaat het <strong>in</strong> 2004?<br />
Wie geeft de f<strong>in</strong>anciële ondersteun<strong>in</strong>g?<br />
- diaconie ja/nee<br />
- ander orgaan, te weten:<br />
Waartoe was de gift bestemd?
9.2 Onze kerkelijke gemeente geeft <strong>in</strong>cidenteel giften? ja/nee<br />
Zo ja, aan welke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties?<br />
Om welke bedragen gaat het <strong>in</strong> 2004?<br />
Wie deed de gift?<br />
- diaconie ja/nee<br />
- ander orgaan, te weten:<br />
- waartoe was de gift bestemd?<br />
59<br />
10) SIGNALERING<br />
De kerkelijke gemeente kan dat wat zij tegenkomt <strong>in</strong> huisbezoek en andere activiteiten aan problemen en positieve ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />
signaleren naar de eigen kerkelijke gemeente en naar politiek en samenlev<strong>in</strong>g. Dit met het oog op bewustword<strong>in</strong>g<br />
van noden en mogelijkheden. Daarover gaan de volgende vragen.<br />
10.1 Evalueert u uw activiteiten wel eens met het oog op signaler<strong>in</strong>g? ja/nee<br />
10.2 Op welke wijze deelt u de opgedane ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten met uw kerkelijke gemeente?<br />
- via het kerkblad? ja/nee<br />
- <strong>in</strong> gesprekskr<strong>in</strong>gen ja/nee<br />
- discussiebijeenkomsten ja/nee<br />
- gemeenteavonden ja/nee<br />
- <strong>in</strong> kerkdiensten/themadiensten? ja/nee<br />
- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />
10.3 Op welke wijze brengt u uw ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten over naar samenlev<strong>in</strong>g en politiek?<br />
- <strong>in</strong> overleg met de burgerlijke gemeente en plaatselijke politiek ja/nee<br />
- door het schrijven van brieven aan<br />
- burgerlijke gemeente ja/nee<br />
- gemeenteraad/college van burgemeester en wethouders ja/nee<br />
- landelijke politiek ja/nee<br />
- anderen, te weten:<br />
- door berichten <strong>in</strong> plaatselijke/regionale pers ja/nee<br />
- via de lokale/regionale omroep ja/nee<br />
- andersz<strong>in</strong>s, te weten:<br />
- Werkt u bij het signaleren samen met andere organisaties/groepen? ja/nee<br />
- Zo ja, welke?<br />
11) TOT SLOT<br />
11.1 Zijn er activiteiten die u wel belangrijk v<strong>in</strong>dt, maar waar u niet aan toekomt?<br />
11.2 Welke wensen ten aanzien van bestaande activiteiten hebt u?<br />
11.3 Zijn er (groepen) ouderen die u niet bereikt met uw activiteiten, maar die u wel zou willen bereiken?<br />
11.4 Als u nog materiaal hebt over uw activiteiten, ontvangen wij dat graag.<br />
11.5 Als u nog ervar<strong>in</strong>gen en opmerk<strong>in</strong>gen kwijt wilt betreffende uw activiteiten op het terre<strong>in</strong> van ouderen, kunt u die<br />
hieronder vermelden.<br />
11.6 Welke wensen/suggesties hebt u met betrekk<strong>in</strong>g tot de verbeter<strong>in</strong>g/uitbreid<strong>in</strong>g van de ondersteun<strong>in</strong>g die het Protestants<br />
Dienstencentrum u op het terre<strong>in</strong> van ouderenbeleid zou kunnen bieden?
COLOFON<br />
60<br />
UITGAVE<br />
<strong>Kerk</strong> <strong>in</strong> <strong>Actie</strong><br />
Postbus 456<br />
3500 AL Utrecht<br />
Tel. (030) 880 14 56<br />
E-mail <strong>in</strong>fo@kerk<strong>in</strong>actie.nl<br />
Internet www.kerk<strong>in</strong>actie.nl<br />
Giro 456<br />
AUTEUR<br />
Herman Noordegraaf<br />
EINDREDACTIE<br />
Henk van IJken<br />
PRIJS<br />
€ 5,-<br />
OPMAAK EN DRUK<br />
Libertas, Bunnik<br />
FOTO’S<br />
Jaap de Jager (omslag, pag. 30 en 44)<br />
Irene Stok (pag. 6)<br />
Gert Jan Koster (pag. 10)<br />
ISBN/EAN: 978-90-8894-001-9<br />
Deze brochure is gemaakt <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met het Protestants Dienstencentrum Gron<strong>in</strong>gen/Drenthe en de<br />
Prov<strong>in</strong>ciale Gereformeerde sticht<strong>in</strong>g voor Samenlev<strong>in</strong>gsopbouw en Jeugdwerk Drenthe (PGSJ).<br />
© Mei 2007
Postbus 456<br />
3500 AL Utrecht<br />
Tel. (030) 880 14 56<br />
Fax.(030) 880 14 57<br />
E-mail <strong>in</strong>fo@kerk<strong>in</strong>actie.nl<br />
website www.kerk<strong>in</strong>actie.nl