GEMEENTE KAMPENHOUT PROVINCIE VLAAMS-BRABANT

GEMEENTE KAMPENHOUT
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
PROCES-VERBAAL VAN DE GEMEENTERAAD
VERGADERING VAN 18 DECEMBER 2008
Tegenwoordig :
J. Meeus ……………………………………………………………………Burgemeester – Voorzitter
K. Leaerts, S. Peremans , G. Willems, S. Imbrechts, G. De Vroe…………………Schepenen
V. Peeters, P. Van Roy, J. Aerts, W. Merckx, E. Tytgat, S. Vranckx, E. Torbeyns, J. Vos, M.
Fannes, E. Grauwels, R. Van Ingelgom,
P. Woekier, M. Habils, M. Janssens, G. Smetsers……………………………………Raadsleden
D.Coucke……………………………………………………………………………Gemeentesecretaris
De gemeenteraadszitting wordt door de Voorzitter om 19u30 open
verklaard.
1. GOEDKEURING P.V. VORIGE ZITTING ( 20.11.2008).
De gemeenteraad,
De Voorzitter vraagt naar eventuele opmerkingen over het P.V.
van vorige zitting.
Vervolgens wordt het P.V. van vorige zitting (dd. 20.11.2008),
na aanpassing, goedgekeurd met 14 stemmen akkoord, 2
onthoudingen (E. Torbeyns, Groen! en J. Vos, SP.a, niet aanwezig
op vorige zitting) en 4 stemmen niet akkoord (M. Fannes, M.
Janssens, P. Woekier, Vlaams Belang en R. Van Ingelgom, NV-A).
Raadslid S. Vranckx vervoegt de zitting.
2. VOORSTEL GOEDKEURING WIJZIGING PERSONEELSFORMATIE
GEMEENTE KAMPENHOUT.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 7 december 2007
houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de
rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het
gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele
bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de
ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 11 maart 1999 houdende
vaststelling van de personeelsformatie en functiebeschrijvingen,
goedgekeurd door de Vlaamse Gemeenschap dd. 10 mei 1991, kenmerk
PE-GEM-FORM-15 CA-I-99-0953,
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 11 maart 1999 houdende
de vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van
1

het gemeentepersoneel, het contractueel personeel en het
politiepersoneel, goedgekeurd door de Provincie dd. 15 april
1999, kenmerk VGP/90872-90871, en de later aangebrachte
wijzigingen;
Gelet dat door het gemeentedecreet en de vele bijkomende
opdrachten, zoals beleidsplannen en convenanten een uitbreiding,
wijziging en herziening van het organogram noodzakelijk is;
Gelet op artikel 104§2 van datzelfde gemeentedecreet dat de
mogelijkheden opsomt waarbinnen personeelsleden in contractueel
verband in dienst kunnen worden genomen;
Overwegende dat 1 FTE functie van deskundige (B1-B3) op de
afdeling Sport voorzien wordt in contractueel verband, dat dit
gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2, 4°, gezien de
sportdienst voor een belangrijk deel afhankelijk is van
subsidies van Vlaamse Gemeenschap.
Overwegende dat 1 FTE functie van deskundige (B1-B3) op de
afdeling Welzijn en Communicatie voorzien wordt in contractueel
verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2,
6°, om te voorzien in uitvoering van taken, die een bijzondere
expertise vereisen.
Overwegende dat 0,5 FTE functie van administratief medewerker
(C1-C3) op de afdeling Welzijn en Communicatie voorzien wordt in
contractueel verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van
artikel 104 §2, 3°, om aanvullende of specifieke opdrachten te
vervullen.
Overwegende dat 0,5 FTE functie van administratief medewerker
(C1-C3) op de afdeling Milieu en Leefomgeving voorzien wordt in
contractueel verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van
artikel 104 §2, 3°, om aanvullende of specifieke opdrachten te
vervullen.
Overwegende dat 0,5 FTE functie van administratief medewerker
(C1-C3) op de afdeling Vrije Tijd voorzien wordt in contractueel
verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2,
3°, om aanvullende of specifieke opdrachten te vervullen.
Overwegende dat 0,5 FTE functie van administratief medewerker
(C1-C3) op de afdeling Jeugd voorzien wordt in contractueel
verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2,
4°, gezien de afdeling jeugd sterk afhankelijk is van subsidies
van Vlaamse Gemeenschap.
Overwegende dat 0,5 FTE functie van administratief medewerker
(C1-C3) op het departement Financiële zaken voorzien wordt in
contractueel verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van
artikel 104 §2, 5°, gezien het bestuur in de verre toekomst
eventueel een aantal taken wenst uit te besteden.
Overwegende dat 0,5 FTE functie van administratief medewerker
(C1-C3) op de afdeling ICT voorzien wordt in contractueel
verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2,
6°, om te voorzien in uitvoering van taken, die een bijzondere
expertise vereisen.
Overwegende dat 1 FTE functie van technisch assistent (D1-D3) op
de afdeling Basisschool voorzien wordt in contractueel verband,
dat dit gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2, 4°,
gezien de afdeling Basisschool sterk afhankelijk is van
subsidies van Vlaamse Gemeenschap.
Overwegende dat 1 FTE functie van technisch beambte (E1-E3) op
de afdeling Werken in eigen beheer voorzien wordt in
contractueel verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van
artikel 104 §2, 5°, gezien de activiteiten op de afdeling Werken
in eigen beheer hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met
andere marktdeelnemers.
2

Overwegende dat de functie van muziekleraar (C1-C3) op de
afdeling Muziekschool voorzien wordt in contractueel verband,
dat dit gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2, 3°, om
aanvullende of specifieke opdrachten te vervullen.
Overwegende dat 0,33 FTE functie van technisch beambte (E1-E3)
op de afdeling Basisschool voorzien wordt in contractueel
verband, dat dit gemotiveerd wordt op basis van artikel 104 §2,
4°, gezien de afdeling Basisschool sterk afhankelijk is van
subsidies van Vlaamse Gemeenschap.
Gelet op de hierbij gevoegde voorstel tot wijziging van de
personeelsformatie zoals opgemaakt door de gemeentesecretaris in
overleg met het managementteam en in samenwerking met CC
Consult;
Gelet op de financiële nota, waaruit blijkt dat de voorgestelde
wijziging van de personeelsformatie financieel en budgettair
haal- en draagbaar is;
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn in de
begroting;
Gelet op de onderhandelingen/overleg van het Bijzonder
Onderhandelingscomité en Hoog Overlegcomité met het tot stand
komen van het verslag/protocol in datum van 10 11.2008;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en
schepenen om het ontwerp goed te keuren;
Beslist: met 16 stemmen akkoord en 5 onthoudingen (S. Vranckx,
VLD – laattijdige vervoeging van de zitting, W. Merckx, CD&V, M.
Fannes, M. Janssens en P. Woekier, Vlaams Belang))
Artikel 1: de wijziging van de personeelsformatie van het
gemeentepersoneel, de bijhorende motivering, organogram en
financiële haalbaarheid, alsook de aanpassingen aan het
administratief statuut, het geldelijk statuut en het
contractueel reglement zoals in bijgevoegde teksten, goed te
keuren met ingang van 01.01.2009;
Artikel 2: dit besluit aan de betrokken diensten en aan de
toezichthoudende overheid kenbaar te maken.
3. VOORSTEL GOEDKEURING AANDUIDING VAN AMBTENAREN IN HET
MANAGEMENTTEAM.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ; en in het
bijzonder op artikel 43, §2, 4°, artikel 87, §4, 1° en artikel
96 ;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november
2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van
het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van
artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;
Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006
betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november
2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van
het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van
artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 ;
Overwegende dat het managementteam ten laatste op 1 oktober 2007
dient opgericht te worden ;
Overwegende dat het managementteam minimaal dient te bestaan uit
de gemeentesecretaris en de financieel beheerder ;
3

Overwegende dat de Vlaams minister van Binnenlands Bestuur
aanraadt om in het managementteam de belangrijkste diensthoofden
en/of budgethouders op te nemen ; dat ook stafmedewerkers deel
kunnen uitmaken van het managementteam ; dat het managementteam
naast zijn officiële samenstelling ook beroep kan doen op andere
personeelsleden ;
Overwegende dat de gemeenteraad in het organogram de functies kan
aanduiden waaraan het lidmaatschap van het managementteam
verbonden is ;
Overwegende dat er reeds een informeel managementteam bestaat,
bestaande uit de gemeentesecretaris en de gemeenteontvanger,
Overwegende dat het managementteam de coördinatie ondersteunt van
de gemeentelijke diensten bij de beleidsvoorbereiding, de
beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie ;
Overwegende dat het managementteam ook de eenheid in de werking,
de kwaliteit van de organisatie en de werking van de gemeentelijke
diensten, alsook de interne communicatie bewaakt ;
In het organogram, zoals gezien in bijlage, de functies aan te
duiden waaraan het lidmaatschap van het managementteam verbonden
is.
Het gaat in concreto om de volgende functies :
- de gemeentesecretaris ;
- de gemeenteontvanger/financieel beheerder ;
- het departementshoofd interne zaken
- het departementshoofd grondgebiedzaken
- het departementshoofd burgerzaken
- het departementshoofd culturele zaken
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Gelet op de beslissing van het schepencollege;
Beslist: met 18 stemmen akkoord en 3 onthoudingen (M. Fannes, M.
Janssens, P. Woekier – Vlaams Belang).
Artikel 1:
Akkoord te gaan met de aanduiding van de functies waaraan het
lidmaatschap van het management verbonden is.
Artikel 2:
Een afschrift van dit besluit over te maken aan het secretariaat
en aan de aangeduide leden van het managementteam.
4. VOORSTEL GOEDKEURING RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET
GEMEENTEPERSONEEL.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 11 maart 1999 houdende
de vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van
het gemeentepersoneel, het contractueel personeel en het
politiepersoneel, goedgekeurd door de Provincie dd. 15 april
1999, kenmerk VGP/90872-90871, en de later aangebrachte
wijzigingen;
Overwegende dat het aangewezen is om de statuten van het
gemeentepersoneel te conformeren met het Besluit van de Vlaamse
regering van 07 december 2007;
Overwegende dat er bij voorkeur een ontwerp
rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel ter goedkeuring
wordt voorgelegd aan de gemeenteraad vóór 01 januari 2009;
4

Overwegende dat het voorliggende ontwerp volledig aansluit bij
de verplichte en facultatieve bepalingen, zoals voorgesteld in
het modelstatuut van de Vlaamse Regering;
Gelet op de gevoerde syndicale onderhandelingen d.d. 10.11.2008
Gelet op het overlegcomité gemeente-ocmw d.d. 10.11.2008;
Gelet op het advies van de OCMW – raad d.d. 02.12.2008;
Gelet op het voorstel van de nieuwe rechtspositieregeling;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 7 december
2007;
Gelet op alle relevante bepalingen vervat in het gemeentedecreet
inzonderheid artikelen 87§4, 104, 116, 117 en de nog niet
opgeheven bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Beslist: met 20 stemmen akkoord en 1 onthouding (E. Torbeyns –
Groen!).
ART.1.- De voorliggende rechtspositieregeling voor het personeel
van de gemeente Kampenhout wordt met ingang van 1 januari 2009
goedgekeurd.
ART.2.- de gemeenteraadsbeslissing dd. 11 maart 1999 houdende de
vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het
gemeentepersoneel, het contractueel personeel en het
politiepersoneel, goedgekeurd door de Provincie dd. 15 april
1999, kenmerk VGP/90872-90871, en de later aangebrachte
wijzigingen wordt ingetrokken vanaf 01.01.2009.
ART.3.- Deze beslissing en het bijhorende dossier wordt
toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
5. VOORSTEL GOEDKEURING FEESTDAGEN EN BRUGDAGEN 2009.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op artikel 86 van het Gemeentedecreet;
Gelet op de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen;
Gelet op het K.B. van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene
wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende
feestdagen;
Gelet op de omzendbrief nr. 587 van 17 september 2008
betreffende dienstvrijstellingen in 2009 voor het personeel van
de diensten van het federaal administratief openbaar ambt;
Gelet op het B.V.R. van 2007 houdende de minimale voorwaarden
voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het
mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het
provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de
rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op artikel 233 van de rechtspositieregeling voor het
gemeentepersoneel;
In uitvoering van de bovenvermelde reglementeringen werden de
volgende feestdagen vastgelegd in artikel 233 van de
rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel
De kalender voor 2009 ziet er als volgt uit :
Datum
Feestdag
Nieuwjaar donderdag 01 januari 2009
Tweede nieuwjaarsdag vrijdag 02 januari 2009
Paasmaandag maandag 13 april 2009
Dag van de Arbeid vrijdag 01 mei 2009
5

O.L.H. Hemelvaartsdag donderdag 21 mei 2009
Pinkstermaandag maandag 01 juni 2009
Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap zaterdag 11 juli 2009
Nationale Feestdag dinsdag 21 juli 2009
O.L.V.-Tenhemelopneming zaterdag 15 augustus 2009
Allerheiligen zondag 1 november 2009
Allerzielen maandag 2 november 2009
Wapenstilstand woensdag 11 november 2009
Kerstmis vrijdag 25 december 2009
2 de Kerstdag zaterdag 26 december 2009
Er zijn vier feestdagen die in een weekeinde vallen,
namelijk ;
Datum
Feestdag
Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap zaterdag 11 juli 2009
O.L.V.-Tenhemelopneming zaterdag 15 augustus 2009
Allerheiligen zondag 01 november 2009
2 de Kerstdag zaterdag 26 december 2009
Deze feestdagen dienen vervangen te worden door een gewone
werkdag. Deze compensatiedagen worden ofwel toegevoegd bij het
saldo jaarlijkse verlofdagen of kunnen aangewend worden om een
brugdag te voorzien.
Voorstel brugdagen :
Voor een optimale organisatie en goede werking van de
gemeentediensten stel ik voor om de vier vermelde feestdagen aan
te wenden om volgende brugdagen vast te leggen :
• De feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11.07.09) te
voorzien op vrijdag 22 mei 2009.
• De feestdag van O.L.V.-Tenhemelopneming (15.08.09) te
voorzien op maandag 20 juli 2009.
• De feestdag van Allerheiligen (01.11.2009) te voorzien op
donderdag 24 december 2009.
• De feestdag ter gelegenheid van 2 de Kerstdag (26.12.09) te
voorzien op donderdag 31 december
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1:
Volgende feestdagen als brugdagen te voorzien:
• De feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11.07.09) te voorzien op
vrijdag 22 mei 2009.
• De feestdag van O.L.V.-Tenhemelopneming (15.08.09) te voorzien
op maandag 20 juli 2009.
• De feestdag van Allerheiligen (01.11.2009) te voorzien op
donderdag 24 december 2009.
• De feestdag ter gelegenheid van 2 de Kerstdag (26.12.09) te
voorzien op donderdag 31 december
Artikel 2:
Gedurende deze periode dient er voor de dienst Burgerlijke Stand
een permanentie voorzien te worden. (per beurtrol een
wachtdienst voorzien zodat bij overlijden de
begrafenisondernemers contact kunnen opnemen met een
personeelslid van de desbetreffende dienst)
Artikel 3:
Wanneer een personeelslid om een andere reden op één van de
brugdagen afwezig is, heeft hij/zij geen recht op een
compensatiedag. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij de
6

deeltijdse tewerkstelling, verlof om dwingende reden of
ziekteverlof.
Omgekeerd geldt dat wanneer een personeelslid wegens de aard van
zijn opdracht op een dag van dienstvrijstelling toch moet
werken, hij/zij deze dag later kan opnemen onder dezelfde
voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof.
Artikel 4:
Een afschrift van dit besluit over te maken aan het secretariaat
en aan de aangeduide leden van het managementteam.
6. VOORSTEL GOEDKEURING ARBEIDSREGLEMENT.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig
de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen;
Gelet op de wet dd.18.12.2002 tot wijziging van de wet van 08.04.1965
tot instelling van de arbeidsreglementen waardoor alle openbare
besturen verplicht zijn een arbeidsreglement te hebben;
Gelet op de Nieuwe Rechtspositieregeling voor het
Gemeentepersoneel dat van kracht wordt op 01.01.2009;
Gelet op de procedure BOC op 16.12.2008 waarbij het
arbeidsreglement met de 3 vakbonden onderhandeld werd;
Beslist : met algemene stemmen
Art 1 : Het arbeidsreglement dat werd goedgekeurd in de Gemeenteraad
23.06.2005 op te heffen op 31.12.2008
Art 2 :
Het arbeidsreglement2009 goed te keuren en in werking te laten treden
met ingang van 01.01.2009
Art 3 :
Dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
7. VOORSTEL GOEDKEURING PRIKKLOKREGLEMENT VOOR HET
GEMEENTEPERSONEEL.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Raadslid J. Vos (SP.a) vraagt waarom deze anomaliën erin werden
opgenomen en of dit niet beperkt is?
Burgemeester J. Meeus: In de anomaliën zullen we een verwijzing
naar de rechtspositieregeling opnemen.
Gelet op de wet dd.18.12.2002 tot wijziging van de wet van 08.04.1965
tot instelling van de arbeidsreglementen waardoor alle openbare
besturen verplicht zijn een arbeidsreglement te hebben;
Gelet op de Nieuwe Rechtspositieregeling voor het
Gemeentepersoneel dat van kracht wordt op 01.01.2009;
Gelet op de procedure BOC op 10.11.2008 waarbij het
prikklokreglement met de 3 vakbonden onderhandeld werd;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Beslist : met 20 stemmen akkoord en 1 onthouding (E. Torbeyns –
Groen!)
Art 1 : Het Prikklokreglement dat werd goedgekeurd in de Gemeenteraad
23.06.2005 op te heffen op 31.12.2008
Art 2 :
Het Prikklokreglement2009 goed te keuren en in werking te laten
treden met ingang van 01.01.2009
7

Art 3 :
Dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
8. VOORSTEL GOEDKEURING CHARTER VOOR EEN KLANTVRIENDELIJKE
DIENSTVERLENING.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van het Gemeentedecreet en in
openbare zitting bijeen;
Gelet op de artikelen 2 en 3 van het Gemeentedecreet van 15 juli
2005;
Overwegende dat een gemeentebestuur op het lokale niveau beogen
om bij te dragen tot het welzijn van de burgers;
Overwegende dat een gemeentebestuur haar gemeentelijke
bevoegdheden op een burgernabije, democratische, transparante
en doelmatige dienen uit te oefenen;
Gelet op de beleidsvisie 2007-2012, « Kampenhout. Zo gewoon … en
toch anders! »;
Overwegende dat de gemeente Kampenhout dienstbaarheid voorop
stelt in het functioneren van de gemeentelijke diensten;
Overwegende dat iedereen die een taak krijgt in de gemeente,
krijgt deze taak niet voor zichzelf, maar wel om dienstbaar te
zijn voor te bevolking;
Overwegende dat burgers en ondernemingen duidelijk moeten weten
wat ze kunnen verwachten van de gemeentelijke administratie;
Overwegende dat het goed is dat iedere ambtenaar expliciet weet
wat van hem of haar als ambtenaar van de gemeente Kampenhout
verwacht wordt;
Gelet op de noodzaak van een klantvriendelijke dienstverlening;
Overwegende dat dit charter voor een klantvriendelijke
dienstverlening een weerspiegeling is van de centrale waarden
voor onze organisatie en mee richting geeft aan het streven naar
modern overheidshandelen;
Gelet op het advies van het managementteam van 28 oktober 2008;
Gelet op de vergadering van 4 november 2008 met de
fractieleiders;
Gelet op de vergadering van 10 november 2008 van het syndicaal
onderhandelingscomité;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Na beraadslaging;
Beslist : met algemene stemmen
Art. 1 : Het Charter voor een klantvriendelijke
dienstverlening goed te keuren.
Preambule
Burgers en ondernemingen moeten duidelijk weten wat ze kunnen verwachten
van een overheidsadministratie. Ook de overheidsdiensten zelf moeten weten wat
van hen verwacht wordt. Dit kan gerealiseerd worden in een duidelijk
gecommuniceerd en publiek charter waarin de dienstverleningsnormen worden
vastgelegd.
Wat bepaald is in dit charter voor een klantvriendelijke
dienstverlening, moet door het gemeentebestuur aan haar gebruikers worden
gegarandeerd. Het weerspiegelt op die manier als het ware de principes waar het
gemeentebestuur van Kampenhout voor staat :
* respect voor de rechtsstaat
* gelijkheid en neutraliteit van de administratie
* efficiëntie
* effectiviteit
* respect voor de persoonlijke levenssfeer
* klantvriendelijkheid
8

Deze waarden zijn ook het uitgangspunt van het charter voor behoorlijk
bestuur met klantgerichte medewerkers.
Vóór de dienstverlening
Een moderne overheid is georganiseerd vanuit het klantenperspectief.
Artikel 01 :
De klanten krijgen correcte en duidelijke informatie over haar diensten. Zij
kunnen de informatie over de diensten van het gemeentebestuur van Kampenhout
gemakkelijk vinden.
Artikel 02 :
Het gemeentebestuur van Kampenhout garandeert een vlotte bereikbaarheid en
toegankelijkheid, op de dienst zelf, telefonisch, schriftelijk en via het
internet. De uren waarop de diensten bereikbaar zijn, zijn voldoende ruim en
flexibel.
Artikel 03 :
Vragen, suggesties of klachten die niet juist geadresseerd zijn, worden
doorgestuurd.
Indien het om een andere gemeentedienst gaat, worden deze vragen, suggesties of
klachten onmiddellijk doorgestuurd naar de juiste gemeentedienst. Indien het om
een andere overheidsdienst gaat, worden deze vragen, suggesties of klachten
binnen de vijf werkdagen doorgestuurd naar de juiste dienst.
De klant wordt van die doorzending op de hoogte gebracht.
Artikel 04 :
De gemeentediensten stellen de behoefte van de klanten centraal in de
organisatie van de dienstverlening. Van de klanten wordt daarbij openheid,
vlotte medewerking en een correcte naleving van de afspraken verwacht.
Tijdens de dienstverlening
Een moderne overheid biedt een klantgerichte en correcte dienstverlening aan.
Artikel 05 :
In hun contacten met de klant stellen de ambtenaren zich klant- en
oplossingsgericht op.
Artikel 06 :
Vragen van klanten worden steeds correct en binnen zeven werkdagen beantwoord.
Wanneer een vraag niet meteen kan worden beantwoord, krijgt de klant een
ontvangstmelding.
Artikel 07 :
Administratieve lasten worden zoveel mogelijk beperkt door een correcte
overdracht van gegevens tussen verschillende diensten.
Artikel 08 :
Dossiers worden steeds correct en binnen een redelijke termijn afgehandeld.
Beslissingen worden helder en correct gemotiveerd.
Artikel 09 :
In schriftelijke en elektronische correspondentie en bij telefoongesprekken
wordt steeds de naam en functie van de ambtenaar vermeld met contactgegevens en
indien mogelijk een rechtstreeks telefoonnummer en e-mailadres.
Artikel 10 :
Zoveel mogelijk diensten worden elektronisch aangeboden. Tegelijkertijd moeten
klanten over de mogelijkheid beschikken om op niet-elektronische wijze van de
diensten gebruik te maken, tenzij dat door de aard van de dienstverlening
onnodig of onwenselijk is.
Na de dienstverlening
Een moderne overheid houdt met klachtenmanagement en kwaliteitsbewaking de
vinger aan de pols.
Artikel 11 :
Klanten hebben het recht om een klacht in te dienen wanneer ze niet tevreden
zijn over de dienstverlening. Bij de beslissingen en de correspondentie waar at
toepasselijk is, wordt duidelijk de mogelijkheid tot het indienen van een klacht
vermeld. Die klachten worden behandeld volgens vastgelegde regels.
Artikel 12 :
Het gemeentebestuur bewaakt de kwaliteit van de dienstverlening en volgt de
klantentevredenheid systematisch op. Op basis van gegevens over de
verwachtingen en de tevredenheid van gebruikers, stellen de gemeentediensten hun
dienstverlening bij.
Art. 2 :Elk personeelslid ontvangt, tegen ontvangstbewijs, een
afschrift van het Charter voor een klantvriendelijke
dienstverlening te bezorgen aan alle personeelsleden en neemt
kennis van de bepalingen ervan en stemt zijn gedrag erop af.
9

Art. 3 :Het Charter voor een klantvriendelijke dienstverlening
kenbaar te maken in de gemeenteberichten en op de
officiële website van de gemeente Kampenhout.
Art. 4 :Elke burger, vereniging of onderneming kan op aanvraag
een afschrift van dit Charter voor een klantvriendelijke
dienstverlening bekomen.
9. VOORSTEL GOEDKEURING CHARTER VOOR EEN BEHOORLIJK BESTUUR MET
KLANTGERICHTE MEDEWERKERS
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van het Gemeentedecreet en in
openbare zitting bijeen;
Raadslid M. Fannes (Vlaams Belang): Vraagt om op te nemen dat
het personeel in het Nederlands wordt aangesproken.
Burgemeester J. Meeus: We nemen dit niet op. Dit wordt bepaald
door de taalwetgeving.
Gelet op het artikel 112 van het Gemeentedecreet;
Overwegende voornoemd artikel bepaalt dat de gemeenteraad een
deontologische code dient vast te stellen voor het
gemeentepersoneel;
Overwegende dat deze code de bepalingen van de artikelen 107
tem. 111 van het Gemeentedecreet dient te concretiseren en
eventueel bijkomende deontologische rechten en verplichtingen
kan opnemen;
Overwegende dat deze deontologische code een weerspiegeling moet
zijn van de centrale waarden voor onze organisatie en mee
richting moet geven aan het streven naar modern
overheidshandelen;
Gelet op het ontwerp van het Charter voor een Behoorlijk Bestuur
met klantgerichte medewerkers;
Overwegende dat dit Charter voor een Behoorlijk Bestuur met
klantgerichte medewerkers de deontologische rechten en plichten
vervat en ernaar streeft om de ambtenaren bewust te maken van de
waarden klantgerichtheid, objectiviteit, loyaliteit, spreekrecht
en spreekplicht, respect, wettelijkheid en van gedragsregels van
een lokaal bestuur teneinde richting te geven aan hun
professioneel optreden;
Overwegende dat het goed is dat iedere ambtenaar expliciet weet
wat van hem of haar als ambtenaar van de gemeente Kampenhout
verwacht wordt;
Gelet op het advies van het managementteam van 28 oktober 2008;
Gelet op de vergadering van 4 november 2008 met de
fractieleiders;
Gelet op de vergadering van 10 november 2008 van het syndicaal
onderhandelingscomité;
Gelet op de beleidsvisie 2007-2012, « Kampenhout. Zo gewoon … en
toch anders! »;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 november 2008 houdende
goedkeuring van het Charter voor een klantvriendelijke
dienstverlening;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Na beraadslaging;
Beslist : met algemene stemmen
Art. 1 : Het Charter voor een Behoorlijk Bestuur met
klantgerichte medewerkers goed te keuren.
10

Preambule
De gemeente Kampenhout is voortdurend bezorgd om de kwaliteit
van de dienstverlening aan haar klanten. Die kwaliteit kan je
op heel wat punten bewaken. Kennen we onze klanten voldoende ?
Kunnen wij onze klanten op een goede manier ontvangen ? Weten
wij voldoende om onze klanten te helpen ? Zijn onze klanten
tevreden ?
Dienstverlening beperkt zich daarenboven niet tot de beschikbare
middelen. Ook onze houding, zowel deze van het bestuur als van
de medewerkers, is belangrijk. Is die dienstverlening wel
degelijk onze betrachting ? Zijn wij ons voortdurend voldoende
bewust van deze opdracht ? Verliezen we in de veelheid aan
dagelijkse opdrachten onze klanten niet uit het oog ? Blijven
wij ooit stil staan bij het feit dat de verwachtingen van onze
klanten veranderen ? Weten wij dat ook collega’s onze klanten
zijn ?
Dit charter is ontwikkeld om ons daarbij te helpen. Maar het
helpt ons ook om onze interne organisatie en dagelijkse werking
dermate te sturen dat uiteindelijk de klanten, wie dat dan ook
mogen zijn, er wel bij varen. Dit charter is met andere woorden
één van de stappen in de richting van een vernieuwde dynamische
bedrijfscultuur. Het is daarom van toepassing op elke
medewerker van de gemeente Kampenhout ongeacht graad, statuut of
anciënniteit. Centraal in dit charter staan waarden als :
* klantgerichtheid
* objectiviteit
* loyaliteit
* bekwaamheid
* initiatief
* spreekrecht/spreekplicht.
Daarbij is voortdurend gezocht naar een evenwicht tussen de
rechten en de plichten van zowel de klanten, als van het bestuur
als van de medewerker van de gemeente Kampenhout. Omwille van
de grote waaier aan diensten, opdrachten, functies en
mogelijkheden binnen de gemeentelijke administratie, vind je in
dit charter vooral algemene formuleringen De bepalingen van dit
charter zijn niet vrijblijvend. Herhaaldelijk komen items aan
bod die ook in andere gemeentelijke regelgeving voorkomen. De
gemeentesecretaris en de diensthoofden zullen onder meer via de
procedures voor evaluatie en tucht, de naleving van dit charter
nastreven. De gemeente Kampenhout gaat er immers van uit dat je
de goede werking van de gemeentelijke diensten hindert als je
dit charter niet naleeft.
Klantgerichtheid
De burger is de voornaamste klant van de gemeente Kampenhout.
Daarnaast zijn ook diensten en collega’s in hun onderlinge
relaties klanten van elkaar.
Onze klanten verwachten een klantvriendelijke en professionele
dienstverlening. Hoffelijkheid, luisterbereidheid, respect,
efficiëntie en snelheid zijn daarbij belangrijke
aandachtspunten.
Hoffelijkheid Ongeacht de situatie blijven wij steeds
hoffelijk en behulpzaam in elk contact met de klanten :
- wij gebruiken altijd een correcte en duidelijke taal,
aangepast aan de leefwereld van de klanten;
11

- in elke vorm van contact (of die nu aan het loket, via de
telefoon, via brief of mail verloopt) spreken we in de aanhef de
klanten aan en groten op het einde;
- wij besteden voldoende tijd aan onze klanten.
Elke vraag heeft recht op een antwoord.
Luisterbereidheid Wij geven blijk van een uitgesproken wil om te
luisteren naar de klanten. Dit betekent dat het de klanten
duidelijk is dat zij voor ons belangrijk zijn in de situatie
waarin zij met ons contact hebben, ongeacht of het een gewone
vraag dan wel een klacht betreft.
Deze luisterbereidheid leidt naar een houding van
hulpvaardigheid. Deze houding is bij het eerste contact
duidelijk.
Respect Wij hebben in alle opzichten respect voor onze klanten.
Wij beseffen dat de vraag van onze klanten voor hen een
belangrijk gegeven is en wij bevestigen dat in ons gedrag. Wij
geven de klanten eerlijke informatie over de behandeling van hun
vraag, zowel naar procedure als naar termijn toe.
Wij behandelen het dossier van onze klanten zoals met hen
afgesproken.
Efficiëntie Wij geven de klanten heldere en volledige
informatie. Wij helpen onze klanten, voor zover nodig, bij het
vervullen van de formaliteiten. Wij maken de weg die de klanten
moeten volgen zo kort mogelijk :
- wij verwijzen alleen naar andere diensten en/of instanties als
wij zelf niet onmiddellijk over voldoende informatie kunnen
beschikken;
- wij motiveren elke verwijzing. Wij informeren de klanten van
meet af aan zo volledig mogelijk.
Snelheid Wij hanteren wettelijke of reglementaire termijnen
als uiterste limieten :
- wij streven termijnen na die wij zelf als een goede
dienstverlening zouden ervaren;
- wij informeren onze klanten omtrent de
termijnen die zij kunnen verwachten in de afhandeling van hun
vraag.
Dringendheid die men door eigen nalatigheid of talmen aan
zichzelf te wijten heeft, kan men niet afwentelen op de anderen.
Wederkerigheid Als medewerker hebben wij recht op het respect
van onze klanten en op een hoffelijke benadering.
De klanten kunnen van ons niet verwachten dat wij :
- onredelijk korte termijnen hanteren;
- hun vraag meteen vóór alle andere vragen afhandelen;
- informatie geven waar we geen toegang toe hebben.
Wij leggen duidelijk uit waarom dit niet kan.
Objectiviteit
Objectiviteit is gelijke behandeling in gelijke situaties op
basis van dezelfde criteria. In gelijke gevallen hebben klanten
recht op een gelijke behandeling.
Medewerkers bewaren dus voortdurend hun objectiviteit en voeren
hun functie op een neutrale manier uit.
12

Geen discriminatie Wij laten ons bij de uitoefening van
onze functie nooit beïnvloeden door filosofische, politieke of
religieuze overtuiging. Seksuele voorkeur, geslacht, ras of
herkomst vormen geen grond voor afwijkende behandeling. Elke
dienst speelt in de dienstverlening een eigen, even belangrijke
rol. Elk dossier krijgt dus tussen de diensten onderling een
evenwaardige behandeling, ongeacht welke dienst verantwoordelijk
is.
Persoonlijke Onze persoonlijke voorkeur of ons engagement
voorkeur
in een vereniging heef geen invloed op de
objectiviteit van ons werk.
Privé-belangen Rekening houdend met de bestaande wetten en
regels, streven wij een evenwicht na tussen de privé-belangen
van de klanten en het algemeen belang waar het bestuur voor
staat.
Onze eigen privé-belangen beïnvloeden geenszins de uitvoering
van onze opdrachten. Ontstaat door een opdracht een link naar
ons eigen belang, dan zien wij af van de opdracht en lichten wij
ons departementshoofd en/of gemeentesecretaris hiervan in.
Giften & geschenken Wij vragen en ontvangen van onze klanten
geen enkele gift of voordeel dat met ons ambt verband houdt. Zo
zijn wij nooit tot een wederdienst verplicht.
Tussenkomst in Tussenkomsten ten voordele of ten nadele van
dossiers
klanten door een politieke mandataris, een
andere medewerker, een andere dienst of een externe aan ons
bestuur, brengen ons niet af van de objectiviteit waar wij het
dossier mee behandelen.
We noteren elke vorm van tussenkomst in het betreffend dossier.
loyaliteit
loyaliteit is de mate waarin wij ons als medewerkers scharen
achter de belangen van onze werkgever, gemeente Kampenhout.
Wij onderschrijven de opdracht van de gemeente Kampenhout als
een gezamenlijke opdracht waar wij ons, door een vlotte
samenwerking, ten volle voor inzetten.
Democratische Wij zijn trouw aan en hebben respect voor de
instellingen democratische verkozen instellingen en voor de
bestaande regelgeving.
Houding tegenover Wij werken constructief en met kennis van
bestuur
zaken mee aan de voorbereiding, de uitvoering
en de evaluatie van het beleid van de gemeenteraad en college
van burgemeester en schepenen.
Adviezen, opties en voorstellen formuleren wij op basis van een
precieze, volledige, objectieve, realistische en praktische
voorstelling van zaken.
Eens de gemeenteraad of het college van burgemeester en
schepenen een beslissing heeft genomen, scharen wij ons
daarachter en voeren wij die snel en efficiënt uit, conform de
richtlijnen.
Tijdens de diensturen wijden wij ons volledig aan onze taak.
Wij maken geen ongeoorloofd gebruik van de middelen die ons ter
beschikking zijn gesteld. Wij gebruiken de toegewezen tijd en
middelen efficiënt en zuinig.
13

Wij gebruiken geen alcohol of andere drugs zodat de
dienstverlening en het imago van de gemeente niet in opspraak
komen.
Houding tegenover Zowel binnen als buiten onze dienst werken
de collega’s wij in een open dialoog en opbouwende
communicatieve sfeer naar resultaten toe. Aangezien de burger
de diensten ziet als delen van één geheel, krijgen vragen van
andere diensten zo snel mogelijk en in een constructieve sfeer
een antwoord.
Wij tonen respect tegenover andere collega’s als waren het
externe klanten.
Wij onthouden ons van elke vorm van social ongewenst gedrag.
Geslacht, ras, overtuiging of seksuele voorkeur zijn niet
bepalend voor de relaties die wij met collega’s en andere
klanten onderhouden.
Wij informeren andere diensten over onze eigen activiteiten voor
zover dit de dienstverlening ten goede komt.
Houding tegenover Ook met het departementshoofd en/of
de leiding hiërarchische hogere werken wij open en
constructief. Krijgen wij van ons departementshoofd opdrachten
die indruisen tegen het gangbare goed administratief gedrag of
die onverenigbaar zijn met de bestaande regelgeving, dan brengen
wij de gemeentesecretaris daarvan onmiddellijk op de hoogte.
Houding tegenover Als departementshoofd en/of
hiërarchische medewerkers hogere zijn wij steeds aanspreekbaar
voor onze medewerkers. Wij schakelen de juiste persoon op de
juiste plaats in zodat ieders capaciteiten optimaal tot uiting
komen. Als departementshoofd/hiërarchische hogere geven wij
tegenover onze medewerkers een correct voorbeeld.
Als departementshoofd/hiërarchische hogere voeren wij met onze
medewerkers een open dialoog en een duidelijke communicatie over
dienstaangelegenheden en over wat wij van de medewerkers
verwachten.
Als departementshoofd/hiërarchische hogere geven wij onze
medewerkers de mogelijkheid en de middelen om de doelstellingen
te bereiken. Wij zorgen er als departementshoofd/hiërarchische
hogere voor dat de medewerkers kunnen rekenen op open
functioneringgesprekken en een eerlijke evaluatie.
Houding tegenover Soms hebben wij voorkennis van feiten en/of
kennis
beslissingen.
Wij gebruiken die kennis nooit in ons eigen voordeel.
Wij delen die kennis nooit voortijdig aan derden mee.
Bekwaamheid
Bekwaamheid is de mate waarin wij de beschikbare kennis bezitten
en deze benutten om het gezamenlijke doel te bereiken.
Verwerven van Wij hebben het recht maar ook de plicht om
bekwaamheid onze kennis en vaardigheden door vorming bij
te werken zodat wij onze taken goed kunnen uitoefenen. De
departementshoofden reiken hun medewerkers de middelen en kansen
aan om de nodige bekwaamheid te verwerven. Wij willen onze
bekwaamheid ook op niet-technische vlakken verhogen.
14

Gebruiken van Wij gebruiken onze kennis op de eerste plaats
Bekwaamheid in de service naar onze klanten.
Wij geven in de service blijk van bekwaamheid in de materie waar
wij verantwoordelijk voor zijn. Wij geven in ons gedrag ook
duidelijk onze bekwaamheid inzak sociale vaardigheid weer.
Initiatief
Onder « initiatief » verstaan wij het scheppen en benutten van
ruimte voor vernieuwende ideeën gericht op het bereiken van het
gezamenlijke doel.
Creativiteit Wij werken creatief en constructief mee aan de
voorbereiding en de evaluatie van het beleid van het
gemeentebestuur.
Wij onderzoeken regelmatig op kritische manier de middelen die
wij naar onze klanten gebruiken.
Wij informeren andere betrokken diensten over vernieuwingen in
de reglementering.
Wij zoeken actief mee naar snellere, klantvriendelijkere en meer
efficiënte procedures in de dienstverlening. Daarbij houden wij
rekening met bestaande wetten, decreten en reglementering. Als
deze echter de goede dienstverlening in de weg staan, dan kunnen
wij daarop wijzen.
Spreekrecht / Spreekplicht over dienstaangelegenheden
Als personeelslid hebben een principieel spreekrecht en in een
aantal gevallen ook spreekplicht. Feitelijke informatie moet
daarbij correct, volledig en objectief worden gepresenteerd.
Het personeelslid dat informatie verstrekt, verwijst zoveel
mogelijk naar schriftelijke bronnen. Wie een persoonlijk
standpunt formuleert, maakt duidelijk dat hij of zij in eigen
naam spreekt.
Binnen de dienst Met betrekking tot de organisatie van de
dienstverlening en de voorbereiding van beslissingen hebben we
het recht om tegenover collega’s, departementshoofden en
medewerkers onze visie en ons standpunt te vertolken.
Inhoudelijke kritiek kan mits die op een respectvolle manier
gebracht wordt.
Genomen beslissingen voeren we echter loyaal uit, ook al stroken
zij niet met ons persoonlijk standpunt.
Wanneer we in onze functie misbruiken of onregelmatigheden
vaststellen, proberen we die onmiddellijk te doen stoppen en/of
brengen we het departementshoofd en/of gemeentesecretaris ervan
op de hoogte.
Tegenover klanten Wij hebben het recht om klanten op eigen
initiatief informatie te geven. Als de klant erom vraagt hebben
wij ook de plicht om die informatie te verstrekken en toe te
lichten. Bij die informatieverstrekking zijn we correct,
volledig, loyaal en neutraal. Wij onthouden ons tegenover de
klanten van eventuele kritiek op het gemeentebestuur of op
andere diensten.
Omtrent door het gemeentebestuur te nemen beslissingen geven we
geen voorbarige antwoorden of standpunten, die door de klanten
verkeerdelijk zouden kunnen worden opgevat als beloftes vanwege
onze dienst.
15

Tegenover de media Contacten met de media over
dienstaangelegenheden verlopen in eerste instantie via de
informatiedienst en/of het departementshoofd. Ook ten aanzien
van de media houden we informatieverstrekking correct, volledig,
loyaal en neutraal. We onthouden ons van eventuele eigen
kritiek op het gemeentebestuur of op andere diensten. Indien
vragen gesteld worden over zaken waarover het gemeentebestuur
nog een beslissing moet nemen, geven we geen voorbarig antwoord
of standpunt. Bij interviews voor de geschreven pers vragen we,
indien mogelijk, inzage van de eindtekst vóór publicatie.
Vertrouwelijkheid Wij zijn verplicht om vertrouwelijke
informatie geheim te houden voor elke onbevoegde. Dit gaat
onder meer om :
- gegevens over het interne beleid;
- gegevens over het interne beraad die een eindbeslissing
voorafgaan;
- medische, sociale, fiscale of andere gegevens uit de
persoonlijke levenssfeer van andere collega’s of burgers;
- vertrouwelijke commerciële, industriële of intellectuele
gegevens.
Deze geheimhouding geldt ook na de uitdiensttreding.
Art. 2 : Elk personeelslid ontvangt, tegen ontvangstbewijs,
een afschrift van het Charter voor een Behoorlijke Bestuur met
klantgerichte medewerkers en neemt kennis van de bepalingen
ervan en stemt zijn gedrag erop af.
Art. 3 : Het Charter voor een Behoorlijke Bestuur met
klantgerichte medewerkers kenbaar te maken in de
gemeenteberichten en op de officiële website van de gemeente
Kampenhout.
Art. 4 : Elke burger, vereniging of onderneming kan op
aanvraag een afschrift van dit Charter voor een Behoorlijke
Bestuur met klantgerichte medewerkers bekomen.
10. VOORSTEL GOEDKEURING CHARTER VOOR EEN ALCOHOL- EN
DRUGPREVENTIEBELEID
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van het Gemeentedecreet en in
openbare zitting bijeen;
Overwegende dat het goed is dat iedere ambtenaar expliciet weet
wat van hem of haar als ambtenaar van de gemeente Kampenhout
verwacht wordt;
Gelet op het advies van het managementteam van 28 oktober 2008;
Gelet op de vergadering van 4 november 2008 met de
fractieleiders;
Gelet op de vergadering van 10 november 2008 van het syndicaal
onderhandelingscomité;
Gelet op de beleidsvisie 2007-2012, « Kampenhout. Zo gewoon … en
toch anders! »;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 november 2008 houdende
goedkeuring van het Charter voor een klantvriendelijke
dienstverlening;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 november 2008 houdende
goedkeuring Charter voor een Behoorlijk Bestuur met
klantgerichte medewerkers;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
16

Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Na beraadslaging;
Beslist : met algemene stemmen
Art. 1 : Het Charter voor een alcohol- en drugpreventiebeleid
goed te keuren.
Art. 2 : Elk personeelslid ontvangt, tegen ontvangstbewijs,
een afschrift van het Charter voor en neemt kennis van de
bepalingen ervan en stemt zijn gedrag erop af.
11. VOORSTEL GOEDKEURING GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR
KLACHTENBEHANDELING.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het
bijzonder op artikel 43 6 2 16°, artikel 197 en artikel 198 6 1;
Gelet op het decreet van 1 juni 2001 houdende toekenning van een
klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november
2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van
het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van
artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de omzendbrief VR nr. 20 van 18 maart 2005 betreffende
leidraad voor de organisatie van het klachtenmanagement, ter
uitvoering van het decreet van 1 juni 2001 houdende toekenning
van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen:
Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006
betreffende het besluit van de Vlaamse regering van 24 november
2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van
het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van
artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en
in het bijzonder op punt 8.1.;
Overwegende dat het gemeentedecreet enkel een kader bepaalt voor
de organisatie van een systeem van klachtenbehandeling; dat dit
kader veel ruimte biedt voor autonomie, maar wel vier
randvoorwaarden bevat:
- de gemeenteraad is bevoegd voor de organisatie;
- de organisatie moet gebeuren via een reglement;
- de klachtenbehandeling moet gebeuren op ambtelijk niveau;
- zij moet maximaal onafhankelijk zijn ten opzichte van de
diensten waarop de klachten betrekking hebben
Overwegende dat de omzendbrief ABB 2006/19 bepaalt dat het
reglement minstens moet voorzien in een jaarlijkse rapportering
aan de gemeenteraad;
Gelet op de overlegvergadering dd. 4 november 2008 met de
fractieleiders van de gemeenteraad;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Na beraadslaging;
Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1:
Akkoord te gaan met het gemeentelijk reglement voor
klachtenbehandeling.
Artikel 2:
Het reglement over te maken aan alle personeelsleden.
Artikel 3:
Het reglement op de gemeentelijke website te plaatsen.
17

Artikel 4:
Deze beslissing wordt vermeld op de overzichtlijst die aan
het provinciebestuur wordt overgemaakt.
12. VOORSTEL GOEDKEURING DEONTOLOGISCHE CODE VAN DE MANDATARISSEN
INZAKE DIENSTVERLENING AAN DE BEVOLKING
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van het gemeentedecreet en in
openbare zitting bijeen;
Gelet op de artikelen 41 en 56 van het Gemeentedecreet van 15
juli 2005;
Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006
betreffende het BVR van 24 november 2006 betreffende de
inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet
van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van
het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Overwegende dat de Gemeenteraad en het College van Burgemeester
en Schepenen een deontologische code moeten vaststellen;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Na beraadslaging;
Beslist : met algemene stemmen
Art. 1 : De deontologische code van de mandatarissen inzake
dienstverlening aan de bevolking goed te keuren.
1. Het statuut van de code
Artikel 01:
De deontologische code van de mandatarissen van Kampenhout inzake
dienstverlening aan de bevolking is het geheel van beginselen, gedragsregels en
gebruiken die de mandatarissen van Kampenhout en elke derde persoon die in hun
opdracht handelt, als leidraad nemen bij hun dienstverlening aan de bevolking.
De bepalingen van de deontologische code gelden ook voor groepen van
mandatarissen die aan collectieve dienstverlening doen.
Artikel 02:
Gemeenteraadsleden die ook burgemeester, schepen, O.C.M.W.-Voorzitter of
O.C.M.W.-raadslid zijn of een ander openbaar mandaat uitoefenen, houden zich,
gelet op een zekere samenhang en functionele wisselwerking tussen deze mandaten,
aan de deontologische code, voor al hun dienstverlenende activiteiten.
Artikel 03:
De mandatarissen moeten erover waken dat zij, ook buiten hun politieke
activiteiten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die de eer of de
waardigheid van het mandaat kunnen schaden.
Artikel 04:
Wanneer in deze code gemakshalve telkens gesproken wordt over de burger, moet
dit wel degelijk zo worden begrepen dat het niet enkel over een persoon kan
gaan, maar ook over een groep, een vereniging of een bedrijf.
2. Algemene plichten, doelstellingen en uitgangspunten
Artikel 05:
De mandatarissen gebruiken voor hun eigen dienstverleningsactiviteiten de termen
« ombudsman », « ombudsvrouw », « ombudsdienst », of andere vergelijkbare
samenstellingen met « ombud » niet, om geen verwarring te creëren met de, bij
wet of decreet ingestelde, ombudsdiensten.
Artikel 06:
Bij hun optreden in en buiten de raad en in hun contacten met individuen,
groepen en instellingen streven de mandatarissen steeds het algemeen belang na
en vermijden ze elke vorm van particularisme en elke vorm van
belangenvermenging.
Artikel 07:
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatie-bemiddeling of
doorverwijzing gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van
welke aard dan ook en mag op geen enkele wijze leiden tot cliëntenverwerving.
Artikel 08:
De mandatarissen moeten op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste staan van
alle burgers die op hun dienstverlening een beroep doen, zonder onderscheid van
geslacht, sociale stand, nationaliteit, filosofische overtuiging, ras,
18

geloofsovertuiging, sexuele voorkeur, partijvoorkeur of persoonlijke gevoelens
tegen hen.
Artikel 09:
Alle tussenkomsten, zowel schriftelijke als mondelinge, van mandatarissen, bij
een behandelend ambtenaar of hun departementshoofd moeten in het dossier worden
opgenomen.
Tussenkomsten ten voordele van individuele dossier moeten schriftelijk gebeuren.
Elke mondelinge tussenkomst wordt binnen acht dagen schriftelijk aan de
mandataris bevestigd door het departementshoofd. Een kopie van die brief wordt
in het dossier opgenomen.
Artikel 10:
Tussenkomsten bij gerechtelijke instanties om de juridische besluitvorming te
beïnvloeden zijn verboden.
3. Specifieke bepalingen
3.1. Rol als informatieverstrekker en als doorverwijzer
Artikel 11:
Het behoort tot de taken van de gemeenteraadsleden om informatie te ontvangen en
te verstrekken en om door te verwijzen naar de bevoegde diensten of instanties.
Artikel 12:
De mandatarissen dienen vraagstellers door te verwijzen naar de bevoegde
diensten van de administratie of naar bevoegde overheidsdiensten.
Artikel 13:
Bestuurlijke en gerechtelijke informatie waarop de vraagsteller normaliter geen
recht heeft in het kader van de regelgeving i.v.m. de openbaarheid van bestuur,
omdat zij de goede werking van de administratie of het gerecht kan doorkruisen
of de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mag door de mandatarissen
niet worden doorgespeeld.
3.2. Rol als aanspreekpunt
Artikel 14:
In het kader van hun algemene luisterbereidheid kunnen mandatarissen de rol
vervullen van aanspreekpunt.
3.3. Rol als administratieve begeleider en ondersteuner
Artikel 15:
Mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun zoektocht met
de administratie of met gerechtelijke instanties. Zij kunnen de burgers helpen
om, via de geschikte kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de
overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken van een dossier,
daarover verdere uitleg en verantwoording te vragen, en voorafgaande vragen te
stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 16:
De briefwisseling met de overheid, in het kader van de in het vorige artikel
bedoelde ondersteuning en begeleiding, wordt alleen op naam van de burger
gevoerd. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de ondersteunende en
begeleidende rol van de mandatarissen
3.4. Rol als bemiddelaar
Artikel 17:
Omdat steeds meer overheidsdiensten en gespecialiseerde diensten een
ombudsdienst of klachtendienst hebben ingesteld om conflicten op te lossen,
moeten de mandatarissen de burger in eerste instantie doorverwijzen naar de
bevoegde ombuds- en klachtendienst.
Artikel 18:
Alleen als er voor een specifiek probleem geen enkele ombuds- of andere
klachtendienst bevoegd is, mogen mandatarissen nog optreden als rechtstreekse en
zichtbare bemiddelaar.
Artikel 19:
Gemotiveerde tussenkomsten zijn toegestaan binnen het wettelijke kader van het
gemeentedecreet. Deze kunnen onder meer bestaan in het vragen naar concrete
toelichting bij de bestaande regelgeving of een genomen beslissing, naar de
stand van zaken van een dossier of de verantwoording voor het niet beantwoorden
van vragen door de burger gesteld, of in het onder de aandacht brengen van
specifieke elementen in het dossier.
Artikel 20:
Bij het behartigen van dossiers en het begeleiden van vraagstellers, respecteren
de mandatarissen de onafhankelijkheid van de ambtenaren en diensten, de
objectiviteit van de procedures en de termijnen die als normaal beschouwd worden
voor de afhandeling van soortgelijke dossiers. Bespoedigingtussenkomsten
waarbij mandatarissen een administratieve of gerechtelijke procedure proberen te
versnellen, zijn dus niet toegestaan. Het bespoedigen van een bepaald dossier
houdt immers automatisch het vertragen van de behandeling van andere dossiers
in, wat een vorm van favoritisme is.
Artikel 21:
Mandatarissen mogen wel, via de geschikte kanalen en de informatieprocedures van
de betrokken diensten, en zo niet, via de politieke beleidsverantwoordelijken,
schriftelijk informatie inwinnen over de stand van zaken in de behandeling van
een dossier van een persoon die een beroep doet op hun dienstverlening indien
19

zij vermoeden dat de afhandeling manifest te traag verloopt. Voor problemen van
te trage afhandeling van dossiers, worden deze echter doorverwezen naar de
gemeentesecretaris, zonder nog rechtstreeks tussenbeide te komen bij de
politieke verantwoordelijken.
3.5. Begunstigingstussenkomsten
Artikel 22:
Begunstigingstussenkomsten waarbij de burgers een beroep doen op de voorspraak
van een mandataris, zijn verboden.
Artikel 23:
Verzoeken van een mandataris om een burger te begunstigen zijn verboden.
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben kansen op
benoeming, aanstelling en bevordering in de overheidsinstellingen in het
algemeen en in de gemeentelijke administratie in het bijzonder te bevorderen,
zijn dus niet toegestaan.
Artikel 24:
Als mandatarissen om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een
bepaalde functie of bevordering ambiëren, laten de mandatarissen weten dat de
selectie steeds op objectieve basis gebeurt. In geval van vergelijkend examen
delen de mandatarissen aan de kandidaten mee dat het resultaat van dat examen
het enige criterium is voor de toewijzing van de betrekking.
Indien voor de werving of de bevordering een bekwaamheidsproef of een examen
wordt georganiseerd, wijzen zij de kandidaten erop dat de benoeming of
bevordering na objectieve vergelijking van de titels en verdiensten van de
kandidaten zal gebeuren.
Artikel 25:
De mandatarissen mogen wel informatie inwinnen en doorgeven over de voorwaarden
en de organisatie van examens en bekwaamheidstests en de procedures voor
benoemingen, aanstellingen en bevorderingen. Nochtans verdient het de voorkeur
door te verwijzen naar de gemeentesecretaris die de belangstellende op de hoogte
zal brengen van alle nuttige gegevens i.v.m. aanwervingen en de wijze van
selecteren.
Artikel 26:
De mandatarissen mogen zich engageren tot het uitoefenen van toezicht op de
objectiviteit van examens of selectieproeven.
Indien de mandatarissen redenen hebben om te vermoeden dat een selectieprocedure
niet strikt objectief is verlopen, dan kunnen zij vragen stellen aan de
gemeentesecretaris over het verloop van de selectieprocedure en de objectiviteit
ervan. Zij kunnen een personeelslid of een kandidaat die zich te kort gedaan
voelt begeleiden of ondersteunen om klacht in te dienen bij de toezichthoudende
overheid, of zelf een klacht indienen. Zij kunnen de betrokkene begeleiden bij
het aantekenen van beroep.
Artikel 27:
De mandatarissen zullen werkzoekenden in de eerste plaats doorverwijzen naar de
bevoegde diensten voor informatie over werkaanbiedingen, zoals de V.D.A.B. en de
personeelsdiensten van overheidsinstellingen en van bedrijven. Wanneer zij
kennis hebben van werkaanbiedingen, kunnen zijn eventueel ook zelf een
werkzoekende daarvan op de hoogte brengen. De mandatarissen mogen personen
aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Voor die bemiddelende rol
mogen de mandatarissen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, ontvangen
van de betrokken werkgevers. Voor die bemiddelende rol mogen zij ook geen
enkele tegenprestatie ontvangen van de werkzoekende.
3.6. Onrechtmatige en onwettelijke voordelen
Artikel 28:
Tussenkomsten tot bevoordeling, waarbij een burger door toedoen van een
mandataris iets probeert te bereiken wat onrechtmatig of wettelijk niet
toelaatbaar is, is verboden.
Artikel 29:
Tussenkomsten van mandatarissen met de bedoeling de toewijzing of de uitvoering
van contractuele verbintenissen met de overheid te beïnvloeden, zijn verboden.
3.7. Schijndienstbetoon en ongevraagd dienstbetoon
Artikel 30:
Alle vormen van schijndienstbetoon, waarbij een mandataris bewust maar onterecht
de indruk wekt dat hij bij de goede afloop van een dossier daadwerkelijk
tussenbeide gekomen is
Zonder dat de betrokken burger om een tussenkomst heeft gevraagd, zijn niet
toegestaan. Wanneer een burger daar niet om heeft gevraagd, zal een mandataris
hem niet aanschrijven om hem, in plaats van of naast de officiële kennisgeving,
op de hoogte te brengen van de beslissing die genomen werd in een dossier.
Artikel 31:
Alle vormen van ongevraagd dienstbetoon, waarbij mandatarissen wel degelijk
daadwerkelijk optreden om de goede afloop van een dossier te waarborgen, maar
zonder dat de betrokken burger daarom gevraagd heeft, zijn niet toegestaan.
4. Bekendmaking dienstverlening
Artikel 32:
20

Mandatarissen mogen hun dienstverlening kenbaar maken met één of meer
contactadressen, met naam, mandaat en partij, de spreekuren, het telefoonnummer,
het faxnummer en het e-mailadres, waarop zij gemakkelijkst te bereiken zijn.
Er wordt in die publiciteit geen melding gemaakt van de aard van de
dienstverlening waarin zij eventueel gespecialiseerd zijn.
Artikel 33:
De mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en mailings die gericht zijn
op individuen, geen melding van de diensten die zijn eventueel voor de
betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij
om een stem vragen in ruil voor bewezen diensten. Zij mogen in hun
verkiezingscampagnes die gericht zijn op het algemeen publiek wel in algemene
termen hun dienstvaardigheid, luisterbereidheid en aanspreekbaarheid vermelden.
5. Naleving, controle en sanctionering
Artikel 34:
Voor de naleving van deze deontologische code is openbaarheid de enige
structurele oplossing om ongeoorloofde tussenkomsten te verhinderen.
Artikel 35:
Als mandatarissen op alle niveaus, vertegenwoordigers van drukkingsgroepen of
publieke, semi-publieke en particuliere hulpverleners tussenbeide komen in een
dossier, dan voegen de departementshoofden die dat dossier behandelen, die
tussenkomst toe aan het desbetreffende administratieve dossier.
Artikel 36:
Er wordt door de gemeenteraad van Kampenhout en door de Raad voor
Maatschappelijk Welzijn van Kampenhout een deontologische commissie ingesteld
die waakt over de naleving van de deontologische code van de mandatarissen
inzake dienstverlening aan de bevolking.
De gemeentesecretaris vervult het secretariaat van deze deontologische
commissie.
Ambtenaren of andere personen die geconfronteerd worden met een inmenging van
een mandataris die zij in strijd achten met deze deontologische code, worden
verzocht hiervan binnen de tien dagen melding te maken bij de gemeentesecretaris
die secretaris is van de deontologische commissie. Kopie van de melding wordt
onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken mandataris. Anonieme klachten
zijn onontvankelijk.
De secretaris van de deontologische commissie legt de in het tweede lid
omschreven meldingen voor aan de deontologische commissie binnen de dertig dagen
na ontvangst.
De deontologische commissie onderzoekt die meldingen op hun gegrondheid.
Daarbij moet het recht van verdediging van de betrokken mandataris worden
gevrijwaard. De deontologische commissie doet uitspraak binnen dertig dagen na
ontvangst. De termijn wordt geschorst tijdens de maanden juli en augustus.
Als de deontologische commissie een inbreuk op de deontologische code vaststelt,
dan kan zij publiekelijk een blaam leggen op de betrokken mandataris.
6. Slotbepaling
Artikel 37:
De deontologische code van de mandatarissen inzake dienstverlening aan de
bevolking treedt op 1 januari 2009 in werking voor alle mandatarissen van
Kampenhout.
Art. 2 : De deontologische code van de mandatarissen inzake
dienstverlening aan de bevolking wordt geplaatst op de officiële
website van de gemeente Kampenhout.
13. VOORSTEL GOEDKEURING WIJZE VAN VASTSTELLING VAN DE DEONTOLOGISCHE
COMMISSIE VOOR MANDATARISSEN
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van het gemeentedecreet en in
openbare zitting bijeen;
Gelet op de artikelen 41 en 56 van het Gemeentedecreet van 15
juli 2005;
Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006
betreffende het BVR van 24 november 2006 betreffende de
inwerkingtreding van sommige bepalingen van het Gemeentedecreet
van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van
het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2008 houdende
goedkeuring van de deontologische code van de mandatarissen
inzake dienstverlening aan de bevolking;
21

Gelet op het huishoudelijk reglement van orde van de
gemeenteraad van Kampenhout;
Overwegende dat er overeenkomstig artikel 36 van de
deontologische code van de mandatarissen inzake dienstverlening
aan de bevolking een gemengde deontologische commissie dient
opgericht te worden;
Overwegende dat deze deontologische commissie dient te bestaan
uit een aantal leden aangeduid door respectievelijk de
gemeenteraad en de OCMW-Raad;
Gelet op het voorstel om deze deontologische commissie samen te
stellen uit 15 stemgerechtigde leden, waarvan tien leden worden
aangeduid door de gemeenteraad en vijf leden worden aangeduid
door de OCMW-Raad,
Overwegende dat door deze verdeling er maximaal rekening wordt
gehouden dat beide raden proportioneel vertegenwoordigd zijn en
de zekerheid biedt dat iedere fractie vertegenwoordigd in de
gemeenteraad deel uitmaakt van de deontologische commissie;
Gelet op de toelichtingsvergadering dd. 04.11.2008 met de
gemeentesecretaris en de fractieleiders;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen;
Na beraadslaging;
Beslist: met 18 stemmen akkoord en 3 stemmen niet akoord (M.
Fannes, M. Janssens, P. Woekier – Vlaams-Belang).
Art. 1 : De deontologische commissie bestaat uit 15
stemgerechtigde leden, waarvan 10 leden worden aangeduid door de
gemeenteraad en 5 leden worden aangeduid door de OCMW-Raad.
Art. 2 : De voorzitter van de gemeenteraad en de voorzitter
van de OCMW-Raad maken van ambtswege deel uit van de
deontologische commissie.
Art. 3 : De leden (met inbegrip van de voorzitters) worden op
volgende wijze evenredig verdeeld :
§1. : afvaardiging gemeenteraad
De delegatie vanuit de gemeenteraad in de deontologische
commissie geschiedt conform artikel 60 en 61 van het
huishoudelijk reglement van orde van de gemeenteraad van
Kampenhout.
§2. : afvaardiging OCMW-Raad
De leden vanuit de OCMW-Raad in de deontologische commissie
worden op volgende wijze verdeeld. Het aantal door de OCMW-Raad
te begeven zetels wordt bekomen door het totaal te begeven
zetels te delen door het totaal aantal zetels in de OCMW-Raad en
vervolgens te vermenigvuldigen met het aantal zetels van de
fractie in de OCMW-Raad.
Art. 4 :De voorzitter van de gemeenteraad treedt op als
voorzitter van de deontologische commissie wanneer er een klacht
is over het optreden van een gemeenteraadslid.
De voorzitter van de OCMW-raad treedt op als voorzitter van de
deontologische commissie wanneer er een klacht is over het
optreden van een OCMW-raadslid.
Is er een klacht over de voorzitter van de gemeenteraad dan
neemt de OCMW-voorzitter het voorzitterschap van de
deontologische commissie waar. Is er een klacht over de OCMWvoorzitter
dan neemt de voorzitter van de gemeenteraad het
voorzitterschap van de deontologische commissie waar.
Art. 5 :Is er een klacht over een gemeenteraadslid of een OCMWraadslid
die tevens lid is van de deontologische commissie, dan
wordt het desbetreffende lid gewroken in de vergadering van de
deontologische commissie die zijn/haar klacht behandeld.
14. VOORSTEL GOEDKEURING DEELNAME “ DIGITAAL SOCIAAL HUIS” VAN HET
AUTONOOM PROVINCIEBEDRIJF VERA
22

De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Raadslid E. Torbeyns (Groen!): Wie gaat zich daarover
bekommeren?
Schepen G. Willems: De afdeling Welzijn zal deze taak
behartigen.
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, art. 117, 123 en 234;
Gelet op de wet van 24.12.1993 betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten, meer bepaald art. 3 § 2 en art.4
§ 2, 8°
Gelet op de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke
motivering van de bestuurshandelingen;
Gelet op het feit dat VERA een gesubsidieerd autonoom
provinciebedrijf (APB) is dat in opdracht van het
provinciebestuur een netwerk aanbiedt waarop onze gemeente is
aangesloten. Over dit netwerk levert VERA specifieke diensten
zoals e-mail en internettoegang en telefonie, die ook door onze
gemeente worden afgenomen.
Gelet op het besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van
30 mei 2000 tot oprichting van «VERA autonoom provinciebedrijf »
(hierna: VERA) met toepassing van artikel 114, 5° tot en met
114, 12° van de provinciewet en artikel 1, 12° van het
koninklijk besluit van 9 maart 1999 tot bepaling van de
activiteiten van industriële of commerciële aard waarvoor de
provincieraad een autonoom provinciebedrijf met
rechtspersoonlijkheid kan oprichten;
Gelet op Art. 2 van de statuten van VERA zoals goedgekeurd door
de provincieraad op 30 mei 2000, waarbij het maatschappelijk
doel van VERA bestaat in het beheren van het “computernetwerk
VERA” en het uitbouwen ervan tot de “Digitale Regio Vlaams-
Brabant”, waarbij de informatica- en communicatietoepassingen
tussen de openbare besturen en de overheidsinstellingen van
Vlaams-Brabant onderling, onverminderd hun eigen bevoegdheden
terzake, en het contact van deze instellingen met de burger en
het bedrijfsleven, wordt bevorderd en geoptimaliseerd;
Gelet op het feit dat op het computernetwerk VERA 85 percent
van de gemeentebesturen, OCMW’s en politiezones van de provincie
Vlaams-Brabant zijn aangesloten, die daarover Internettoegang,
e-mail en groupware en andere diensten zoals telefonie,
documentbeheer en websitebeheer, afnemen;
Gelet op het decreet van 3 maart 2004 (BS 22 april 2004)
betreffende het lokaal sociaal beleid evenals alle
uitvoeringsregels; Het legt legt de lokale besturen de
verplichting op ten laatste op 22 mei 2009 het “sociaal huis”
tot stand te brengen. Dit is een systeem waarbij tussen het
OCMW, het gemeentebestuur en andere lokale partners die op dit
terrein een aanbod verzorgen, afspraken gemaakt worden opdat de
burger met zijn vraag op de juiste plaats terecht kan en zo snel
mogelijk het juiste antwoord krijgt door middel van een éénloketfunctie
en een doorverwijsfunctie.
Gelet op het feit dat VERA voorstelt het initiatief en de
coördinatie op zich te nemen van een “Digitaal Sociaal Huis”,
dat deze één-loketfunctie en doorverwijsfunctie realiseert op
een eenvoudige, toekomstgerichte en open manier;
Gelet op de Collegebeslissingen dd. 26 februari 2008 en 1
december 2008;
Overwegende dat VERA een openbare instelling is;
23

Overwegende dat VERA voor de realisatie van deze doelstellingen
door het provinciebestuur van Vlaams-Brabant wordt
gesubsidieerd;
Overwegende dat het gemeentebestuur op basis van het protocol
van samenwerking, zich kan inschrijven in deze dienst;
Overwegende dat met deelname aan deze dienst zowel het OCMW als
het gemeentebestuur baat hebben;
Overwegende dat de gepaste kredieten werden ingeschreven in de
begroting – gewone dienst welzijnsproject - onder artikel 844
02/124-48
Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1:
Het protocol van samenwerking “Digitaal Sociaal Huis” te
ondertekenen
Artikel 2:
De prijs van deze opdracht wordt op geraamd op ca. 3978,00 €
éénmalig en 1727,00 € per jaar (excl. BTW)
Artikel 3:
De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal als volgt
gefinancierd worden: artikel nr. 844 02/124-48
Artikel 4:
Onderhavige beslissing te vermelden op de overzichtslijst die
aan de toezichthoudende overheid wordt overgemaakt
15 A VOORSTEL GOEDKEURING AANVULLING SPORTBELEIDSPLAN:
IMPULSSUBSIDIES: HET VERBETEREN VAN DE KWALITEIT VAN DE
JEUGDSPORTBEGELEIDER
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Met toepassing van de nieuwe gemeentewet, in openbare zitting
vergaderd;
Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald de artikelen 42 en 43
§2, 15°,
Gelet op het Decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring
van gemeentebesturen, provinciebesturen en de Vlaamse
Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allenbeleid.
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2007
ter uitvoering van het Decreet van 9 maart 2007 houdende de
subsidiëring van gemeentebesturen, provinciebesturen en de
Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor
Allen- beleid – algemene bepalingen en bepalingen tot het
verkrijgen van de beleidssubsidie;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 september
2008 ter uitvoering van het decreet van 9 maart 2007 houdende de
subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen de Vlaamse
Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allenbeleid
– bepalingen tot het verkrijgen van de impulssubsidie;
Gelet op het artikel 199 en artikel 200 van het Gemeentedecreet;
Gelet op de Panathlonverklaring over de ethiek in de jeugdsport,
die de rechten van het kind in de sport centraal stelt;
Gelet op het belang dat de gemeenteraad hecht aan het
vrijwilligerswerk in de sport;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad 20.12.2007;
goedkeuring sportbeleidpslan, Kampenhout, sportief en in
beweging 2008- 2013;
Gelet op het advies van de gemeentelijke sportraad;
Gelet op de wetgeving ter zake;
24

Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1:
Impulssubsidies: Het verbeteren van de kwaliteit van de
jeugdsportbegeleider.
Binnen het Decreet Sport voor Allen-beleid zijn er naast de
beleidssubsidies ook nog 0,8 euro per inwoner aan
impulssubsidies te verkrijgen. Deze legislatuur (2009 – 2013)
dienen deze impulssubsidies gericht te worden op de
kwaliteitsverbetering van de jeugdsportbegeleider in
sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse
sportfederatie. Bedoeling is meer en beter gekwalificeerde
jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren in meer
sportverenigingen.
Aangezien de gemeente Kampenhout hierop wenst in te spelen,
dient een extra hoofdstuk aan het sportbeleidsplan toegevoegd te
worden. Dit hoofdstuk bevat een aantal doelstellingen en
maatregelen, die gericht zijn naar sportverenigingen die een
jeugdwerking hebben en die aangesloten zijn bij een erkende
Vlaamse sportfederatie.
De maatregelen en acties in het kader van het impulsbeleid
gericht zijn op:
1. De verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider
2. De verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportcoördinator
3. De verhoging van het aantal en van de sportkwalificatie
van de jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren.
4. De verhoging van het aantal erkende sportverenigingen die
werken met sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en
die beschikken over een jeugdsportcoördinator.
Ter info: in de rest van dit thema wordt jeugdsportbegeleider
afgekort als JSB/ JSBs en jeugdsportcoördinator afgekort als
JSC/ JSCn.
Onderstaande beleidstekst, alsook het bijhorende
subsidiereglement zal na een proefperiode van 1 jaar worden
geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie worden de
doelstellingen, maatregelen en budgetverdeling aangepast.
Knelpunten en behoeftennota / SWOT analyse
Sterkten:
1. Goede sportinfrastructuur voor verschillende
sportdisciplines.
2. Uitbreiding sportinfrastructuur door vernieuwing sporthal
Berg en uitbreiding sportsite aan Sporthal Kampenhout aan de
Zeypestraat.
3. Door impulsen vanuit het sportbeleid werd de aanzet reeds
gegeven door de clubs om een goede clubwerking voor de doelgroep
4 – 12 jarigen op te zetten en verder uit te werken. Dit is een
basis van een verdere werking.
4. In de omgeving (in een straal van 20 km) zijn er tal van
hogescholen en universiteiten die personen met een sportdiploma
afleveren.
Kansen:
1. Er zijn 3 voetbalverenigingen met zeer veel jeugd, ook veel
trainers, maar weinig gediplomeerde trainers
2. Er zijn nog sportverenigingen die jeugd trainen en die hun
trainerskorps nog kunnen versterken door meer gediplomeerden in
hun korps op te nemen.
3. Er is een nieuw subsidiereglement, waarbij gediplomeerde
trainers, het volgen van cursussen en bijscholingen beloond
worden.
4. Er zijn tal van bijscholings-, vormings en
opleidingsmogelijkheden georganiseerd door verschillende
25

organisaties. De gecentraliseerde communicatie vanuit de
sportdienst (via website, mailings en andere kanalen) naar de
sportverenigingen dient beter kenbaar gemaakt te worden.
Zwakten:
1. Er zijn globaal gezien weinig gediplomeerde JSBs / JSCn.
2. Sportverenigingen hebben veel jeugd onder hun leden, zij
hebben een goede werking, zonder dat ze veel gediplomeerde
trainers in hun trainerskorps hebben en zijn dus minder
gemotiveerd om te veranderen/ te verbeteren.
3. Sportverenigingen hebben zelf te weinig financiële middelen
om cursisten te vergoeden.
4. In de maatschappij stijgt de werkdruk. Jongeren –
gekwalificeerde trainers – gemotiveerden hebben minder tijd om
extra’s te leveren voor de sportvereniging.
5. De financiële stimulans voor studenten om training te geven
is bij jongeren lager, omdat ze reeds voldoende financieel
gesteund worden door ouders. Daarnaast hebben verenigingen
onvoldoende financiële middelen om gekwalificeerde JSBs
voldoende te betalen om in concurrentie te treden met
goedbetaalde vakantiejobs. Dit hangt samen met het
vrijwilligerstarief dat te laag is.
6. Leden van een sportvereniging zijn op zoek naar recreatieve
sportontspanning, hiervoor is een goede begeleiding is
noodzakelijk, maar is hiervoor een hoogopgeleide trainer
noodzakelijk? Dit is de vraag die verenigingen zich stellen.
Bedreiging:
1. Het moet steeds beter zijn, groter zijn, meer zijn. Clubs
haken af, omdat ze niet kunnen voldoen aan de hoge eisen (hoge
kwaliteitseisen wat betreft invulling en pedagogische
begeleiding en een grote hoeveel administratie).
2. Studenten die gemotiveerd zijn, worden gedemotiveerd, omdat
de standaarden steeds hoger zijn. De drempel om trainer te zijn
in een club wordt steeds groter en jongeren haken daarom af.
3. De mogelijkheden op sportgebied (clubverband en individueel
sporten) zijn de laatste jaren enorm gegroeid. Als je wil
sporten zijn de keuzes enorm en wordt het sporten in een
vereniging, in groep, op een vast moment, een zeer bewuste
keuze.
4. Er zijn veel kleine clubs.
Confrontatiematrix
Kansen – Sterkten (Benutten – Investeren)
S1K1. Financiële impulsen en ondersteuning voor een betere
betaling van gekwalificeerde JSBs.
S3K2 De organisatie of het creëren van mogelijkheden om JSBs te
vormen, gericht naar de doelgroep 4 tot 12 jarigen, praktijk en/
of sportspecifiek gericht.
S4K2. De gunstige centrale ligging van Kampenhout, geeft de
kandidaat cursist voldoende mogelijkheden tot het volgen van
sportspecifieke opleidingen in de nabije omgeving.
S4K2. Gekwalificeerde sportbegeleiders kunnen op eenvoudige
manier de Kampenhoutse sportaccommodaties bereiken.
Bedreigingen – sterkten (Verdedigen)
S4B2. Gezien de nabijheid van de grote visvijver van
sportgekwalificeerde trainers (opgeleid door universiteiten en
hogescholen), moeten er voldoende kansen gecreëerd worden om de
drempel, om les te geven, in een sportclub laag te houden.
S4B2 Toekomstige trainers moeten begeleid worden specifiek in de
eigen vereniging.
Kansen – zwakten (Verbeteren)
K3Z1. Het subsidiereglement voor de verdeling van de
impulssubsidies zorgt voor financiële impulsen om verenigingen
26

die een inspanning leveren om trainers op te leiden tot
gekwalificeerde trainers te belonen. Ook de inspanningen om
trainers bij te scholen zullen beloond worden.
K3Z2. Het subsidiereglement voor de verdeling van de
impulssubsidies aan sportverenigingen, zorgt voor financiële
impulsen om gekwalificeerde JSBs en JSCn te belonen voor hun
inspanningen, om hun kwalificatieniveau te belonen.
K3Z5. Het subsidiereglement voor de verdeling van de
impulssubsidies aan de sportverenigingen zorgt voor financiële
impulsen om de gekwalificeerde JSBs en JSCn beter te verlonen.
K1Z3. Een opleiding voor de trainers/ begeleiders van de
voetbalverenigingen is nodig. De krachten moeten worden
gebundeld om 1 opleiding aan te bieden aan alle trainers van
alle voetbalverenigingen om het niveau van de begeleiding te
verhogen. Het volgen van deze opleidingen moet zeer
toegankelijk zijn (lage of geen deelnameprijs, centrale locatie,
praktijkgerichte opleiding)
Bedreigingen – zwakten (Elimineren – Verbeteren)
Z1B2 Via communicatiekanalen en verhoogde subsidies, de
kandidaat- JSB/ JSC motiveren om te starten met vorming.
Z3B2 Door communicatie aan de sportverenigingen meedelen dat er
tal van opleidingen tot kwaliteitsvolle begeleiding aangeboden
worden en dat hiervoor financiële ondersteuning bestaat.
Z6B3 Verenigingen die op recreatief niveau sport aanbieden,
moeten gemotiveerd worden om vanuit de vereniging het
kwalitatieve niveau van de sportbeoefening op te drijven.
Strategische doelstelling 1: Het verbeteren van de kwaliteit van
de jeugdsportbegeleiders in de sportverenigingen.
Operationele doelstelling 1
Het behalen van diploma’s/ attesten en het volgen van
opleidingen/ bijscholingen wordt aangemoedigd, zodat eind
2013 minstens 40% van de jeugdsportbegeleiders in de
sportverenigingen, aangesloten bij een erkende Vlaamse
sportfederatie, sportgekwalificeerd zijn, minstens 10% van de
sportverenigingen, aangesloten bij een erkende
sportfederatie, een sportgekwalificeerde
jeugdsportcoördinator in zijn/ haar team heeft en minstens
60% van de sportverenigingen werkt met een
sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider.
• Indicator:
o aantal jeugdsportbegeleiders met en zonder
sportkwalificatie
o aantal sportverenigingen met een
sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator
o aantal sportverenigingen met minstens 1
sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider
• Meetnorm: In 2013
o Zijn 40% van de jeugsportbegeleiders in
sportverenigingen sportgekwalificeerd.
o Werkt 10% van de sportverengingen met een
sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator.
o Werkt 60% van de sportverenigingen met minstens 1
sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider.
• Budget:
2009 2010 2011 2012 2013
27

(bedrag/in
woner/
jaar
(bedrag/in
woner/
jaar
(bedrag/in
woner/
jaar
(bedrag/in
woner/
jaar
(bedrag/in
woner/
jaar
TOTAAL 0,55 0,55 0,55 0,55 0,55
Gemeentelijk
0,10 0,10 0,10 0,10 0,10
initiatief
Opleidingssubsidi 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25
es
aan
sportverenigingen
Jeugdbegelei-
Dingssubsidies
aan
sportverenigingen
0,20 0,20 0,20 0,20 0,20
• Maatregelen
Maatregel Wie Wanneer
1. In 2009 onderzoekt de sportdienst hoe het
jeugdsportbegeleidersteam er uit ziet in de
sportverenigingen, aangesloten bij een erkende
sportfederatie. Dit onderzoek geeft een
antwoord op de vragen: hoeveel JSBs/ JSCn zijn
er, hoeveel zijn er sportgekwalificeerd, welk
niveau van kwalificatie hebben zij, hoeveel
sportverenigingen werken met een
sportgekwalificeerde JSB en/of JSC.
2. Het subsidiereglement voor de subsidiëring
van de Kampenhoutse sportverenigingen –
impulssubsidies wordt opgemaakt. Dit
subsidiereglement beloont sportverenigingen
die zich inzetten om de kwaliteit van de
JSBs/ JSCn te verhogen. Het gaat over
terugbetalen van opleidingen/ bijscholingen
en punten geven voor het volgen van
opleidingen/ bijscholingen. Zowel
opleidingssubsdies,
als
jeugbegeleidingssubsidies worden uitgekeerd.
Zo wordt een vermeerdering van het aantal
sportgekwalificeerden beoogd, alsook de
verhoging van het niveau van de
sportgekwalificeerden.
3. Op vraag van de sportverenigingen en op basis
van de aanvragen, organiseert de sportdienst,
eventueel in samenwerking met gemeenten uit de
regio, een gemeentelijk initiatief om de
kwalificatie van de JSB en/ of JSC te
verhogen. Deze opleiding is sportspecifiek en
beoogt de verhoging van de kwaliteit van de
JSB/ JSC.
Operationele doelstelling 2
Sportdienst
Sportdienst
Sportraad
Sportdienst
Sportvereniginge
n
De verenigingen worden financieel ondersteund, via een
subsidiereglement op basis van kwaliteitscriteria, zodat eind
2013 minstens 40% van de jeugdsportbegeleiders in de
sportverenigingen, aangesloten bij een erkende Vlaamse
sportfederatie, sportgekwalificeerd is, minstens 10% van de
2009 -
2013
2008 -
2013
2010 -
2013
28

sportverenigingen, aangesloten bij een erkende
sportfederatie, een sportgekwalificeerde
jeugdsportcoördinator in zijn/haar team heeft en minstens 60%
van de sportverenigingen werkt met minstens 1
sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider.
• Indicator:
o aantal jeugdsportbegeleiders met en zonder
sportkwalificatie
o aantal sportverenigingen met een
sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator
o aantal sportverenigingen met minstens 1
sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider
• Meetnorm: in 2013 zijn:
o 40% van de jeugsportbegeleiders in sportverenigingen
sportgekwalificeerd.
o 10% van de sportverengingen werkt met een
sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator.
o 60% van de sportverenigingen werkt met minstens 1
sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider.
• Budget:
TOTAAL 2009 2010 2011 2012 2013
Jeugdbegeleidingssubsidies
0,25 0,25 0,25 0,25 0,25
aan
sportverenigingen
• Maatregelen
Maatregel Wie Wanneer
1. In 2009 onderzoekt de sportdienst hoe het
sportbegeleidingsteam in sportverenigingen er
uit ziet. Dit als controlemiddel te
gebruiken bij de subsidieaanvragen. Er wordt
een lijst opgesteld van alle JSBs/ JSCn en
hun kwalificatie per sportvereniging.
Daarnaast wordt opgelijst hoeveel
sportverenigingen werken met een
sportgekwalificeerde JSB en/of JSC.
2. Het subsidiereglement voor de subsidiëring
van de Kampenhoutse sportverenigingen –
impulssubsidies wordt opgemaakt. Dit
subsidiereglement beloont sportverenigingen
voor het aantal gekwalificeerde JSBs/JSCn in
het team en stimuleert de verenigingen op die
manier om het aantal en de kwalificatie te
verhogen.
Budgetbepaling en -verdeling
Sportdienst
Sportdienst
Sportraad
Het totale budget impulssubsidies bedraagt jaarlijks het aantal
inwoners op 1 januari van het vorige jaar vermenigvuldigd met
0,80 euro.
Het totale beschikbare krediet wordt als volgt verdeeld:
2009 -
2013
2008 -
2013
29

1. Financiële middelen voor het gemeentelijk
inititaitef om niet- gekwalificeerde jeugdbegeleiders/
jeugdsportcoördinatoren te scholen tot gekwalificeerde
jeugdsportbegeleiders of om de kwaliteit van de reeds
gekwalificeerde
jeugdsportbegeleiders/
jeugdsportcoördinatoren te verhogen (OD 1)
Het budget voor het gemeentelijk initiatief bedraagt
jaarlijks 0,10 euro per inwoner. Dit vanaf 2009 tot
2013.
De kosten voor de organisatie van het gemeentelijk
initiatief ter verhoging van de kwaliteit van de JSB/
JSC worden bepaald op basis van de te betalen
facturen.
Is het budget niet volledig gebruikt, wordt dit budget
toegevoegd aan het budget van de
jeugdbegeleidingssubsidies.
2. Opleidingssubsidies aan sportverenigingen om ze te
vergoeden voor de kosten die ze hebben gemaakt om
jeugdsportbegeleiders/ jeugdsportcoördinatoren op te
leiden en bij te scholen. (OD1)
Het budget voor de opleidingssubsidies bedraagt
jaarlijks 0,25 euro per inwoner vanaf 2009 tot 2013.
Wanneer het budget niet toereikend is, wordt het
maximale bedrag evenredig verdeeld over de
verschillende aanvragen. Is het budget niet volledig
gebruikt, wordt dit budget toegevoegd aan het budget
van de jeugdbegeleidingssubsidies.
3. Jeugdbegeleidingssubsidies aan sportverenigingen die
zullen worden verdeeld op basis van een
subsidiereglement op basis van kwaliteitscriteria die
de verhoging van de kwaliteit van de
jeugdsportbegeleider/ jeugdsportcoördinator beogen.
(OD 1 + OD 2)
Het budget voor de jeugdbegeleidingssubsidies bedraagt
jaarlijks 0,45 euro per inwoner vanaf 2009 tot 2013.
De jeugdbegeleidingssubsidies worden verdeeld aan de
hand van het reglement
voor de subsidiëring van de Kampenhoutse
sportverenigingen – impulssubsidies.
2009
Totaal budget: 11 090 inwoners x 0,80 euro = 8872 euro
Operationele
doelstelling
2009
(bedrag/inwoner/jaar)
2009
(in
euro)
OD 1 Gemeentelijk initiatief 0,10 1109
OD 1 Opleidingssubsidies 0,25 2772,5
OD 1 + OD 2 Jeugdbegeleidingssubsidies 0,45 4990,5
2010 - 2013
TOTAAL aan
sportverenigingen
0,8 8872
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de budgetverdeling
per inwoner over de periode 2010 – 2013.
30

Operatione
le
doelstelli
ng
OD 1
OD 1
OD 1+OD 2
2010
(bedrag/
inwoner/j
aar)
2011
(bedrag/
inwoner/j
aar)
2012
(bedrag/
inwoner/j
aar)
2013
(bedrag/
inwoner/j
aar)
Gemeentelijk
initiatief
0,10 0,10 0,10 0,10
Opleidingssubsidie 0,25 0,25 0,25 0,25
s
Jeugdbegeleidings- 0,45 0,45 0,45 0,45
subsidies
TOTAAL 0,8 0,8 0,8 0,8
Eigen initiatief 0,1 0,1 0,1 0,1
Aan verenigingen 0,7 0,7 0,7 0,7
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de budgetverdeling
voor de gemeente Kampenhout. Jaarlijks werd het totaal aantal
inwoners (tov 2008) verhoogt met 2%. De gegevens in onderstaande
tabel zijn een schatting, vermits het totaal aantal inwoners in
de toekomst niet gekend is, alsook het bedrag per inwoner nog
kan variëren naargelang de gezondheidsindex varieert.
Operatione
le
doelstelli
ng
OD 1
OD 1
OD 1+OD 2
2010 2011 2012 2013
Gemeentelijk
initiatief
1131,18 1153,8 1176,8 1200,3
Opleidingssubsidie 2827,95 2884,5 2942 3000,8
s
Jeugdbegeleidings- 5090,31 5192,1 5295,6 5401,35
subsidies
TOTAAL 9049,44 9230,4 9415,04 9603,3
Eigen initiatief 1131,18 1153,8 1176,8 1200,3
Aan verenigingen 7918,26 8076,6 8237,6 8402,15
15 B VOORSTEL GOEDKEURING REGLEMENT VOOR DE SUBSIDIËRING
VAN DE KAMPENHOUTSE SPORTVERENIGINGEN - IMPULSSUBSIDIES:
HET VERBETEREN VAN DE KWALITEIT VAN DE JEUGDSPORTBEGELEIDER
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Met toepassing van de nieuwe gemeentewet, in openbare zitting
vergaderd;
Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald de artikelen 42 en 43
§2, 15°,
Gelet op het Decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring
van gemeentebesturen, provinciebesturen en de Vlaamse
Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allenbeleid.
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2007
ter uitvoering van het Decreet van 9 maart 2007 houdende de
subsidiëring van gemeentebesturen, provinciebesturen en de
Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor
Allen- beleid – algemene bepalingen en bepalingen tot het
verkrijgen van de beleidssubsidie;
31

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 september
2008 ter uitvoering van het decreet van 9 maart 2007 houdende de
subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen de Vlaamse
Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allenbeleid
– bepalingen tot het verkrijgen van de impulssubsidie;
Gelet op het artikel 199 en artikel 200 van het Gemeentedecreet;
Gelet op de Panathlonverklaring over de ethiek in de jeugdsport,
die de rechten van het kind in de sport centraal stelt;
Gelet op het belang dat de gemeenteraad hecht aan het
vrijwilligerswerk in de sport;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad 20.12.2007;
goedkeuring sportbeleidsplan, Kampenhout, sportief en in
beweging 2008- 2013;
Gelet op het advies van de gemeentelijke sportraad;
Gelet op de wetgeving ter zake;
Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1:
REGLEMENT VOOR DE SUBSIDIËRING VAN DE KAMPENHOUTSE
SPORTVERENIGINGEN – IMPULSSUBSIDIES
Het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders in
de sportverenigingen.
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
ARTIKEL 1
Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget
goedgekeurde kredieten, worden impulssubsidies uitgekeerd aan
sportverenigingen, erkend door het College van Burgemeester en
Schepenen en aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie
voor het verhogen van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders
volgens de bepalingen en de voorwaarden die hierna worden
vastgesteld in dit reglement.
ARTIKEL 2
De subsidiëring wordt bepaald op basis van de gegevens in het
aanvraagdossier van de sportvereniging over het voorgaande
werkjaar. (definitie werkingsjaar zie artikel 3).
Het gemeentebestuur behoudt zich het recht de gegeven informatie
en bewijsstukken te laten verifiëren. Indien blijkt dat de
aangifte niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, komt
deze sportvereniging voor het betrokken jaar niet meer in
aanmerking voor de onder dit besluit gereglementeerde subsidie.
De impulssubsidie wordt enkel uitgekeerd aan sportverenigingen.
ARTIKEL 3 – Definities
Jeugdsport
Sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met 18 jaar.
De jeugdsportbegeleider
Een sporttechnische begeleider voor jeugdsport die actief is in
een erkende sportvereniging.
De jeugdsportcoördinator
Een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het
jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op
het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak.
De erkende sportvereniging
Een sportvereniging die aangesloten is bij een erkende Vlaamse
sportfederatie en die erkend is door het gemeentebestuur volgens
de in het erkenningsreglement vastgelegde regels. Een
sportvereniging aangesloten bij een unitaire federatie en erkend
32

door het gemeentebestuur komt tot 31/12/2009 in aanmerking voor
impulssubsidies.
De erkende sportfederatie
De Vlaamse sportfederatie die erkend is in het kader van het
decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning
en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de
koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve
vrijetijdsbesteding.
Werkingsjaar (sportseizoen)
Een werkingsjaar gaat van 1 augustus tot en met 31 juli.
Erkende opleidingen jeugdsportcoördinator/jeugdsportbegeleider
Alle sportspecifieke opleidingen van de Vlaamse Trainersschool
of erkend door VTS
Erkende bijscholingen jeugdsportcoördinator/jeugdsportbegeleider
• Bijscholingen georganiseerd door de Vlaamse Trainersschool
of erkend door VTS
• Bijscholingen georganiseerd via de aangesloten
sportfederatie
• Bijscholingen georganiseerd door de Kampenhoutse sportraad
/ sportdienst
• Bijscholingen georganiseerd door de provincie
• Bijscholingen georganiseerd door opleidingsinstanties
• Bijscholingen georganiseerd door hogescholen of
universiteiten
• Bijscholingen georganiseerde door de eigen club:
-> de bijscholingen mogen en naar inhoud én naar
doelgroep enkel gaan over de intrinsieke
kwaliteitsverhoging van de
jeugdsportcoördinator/jeugdsportbegeleider op het vlak
van zijn taken specifiek als
jeugdsportcoördinator/jeugdsportbegeleider.
ARTIKEL 4 – Subsidievoorwaarden
Sportvereniging
1. De sportverenigingen moeten door de gemeente erkend zijn
en dus voldoen aan de in het erkenningsreglement
omschreven erkenningvoorwaarden.
2. De sportverenigingen dienen een actieve jeugdwerking
(trainingen of trainingen&wedstrijden) te ontplooien.
Jeugdsportcoördinator
Om voor betoelaging in aanmerking te komen, moet de
jeugdsportcoördinator aan de volgende vereisten voldoen:
1. In het bezit zijn van één of meerdere van de volgende
diploma’s:
• Voor een sporttakoverschrijdende
jeugdsportcoördinator: Licentiaat/master of
regent/bachelor lichamelijke opvoeding.
33

• Voor een sporttakspecifieke jeugdsportcoördinator:
VTS- initiator of gelijkwaardig (volgens de Vlaamse
trainersschool – assimilatietabel).
2. Gedurende een volledig sportseizoen actief zijn als
jeugdsportcoördinator bij een sportvereniging uit
Kampenhout.
Jeugdsportbegeleider
Om voor betoelaging in aanmerking te komen, moet de
jeugdsportbegeleider aan de volgende vereisten voldoen:
1. In het bezit zijn van één of meerdere van de volgende
diploma’s:
• aspirant-initiator Vlaamse Trainersschool
• bewegingsanimator Vlaamse Trainersschool
• initiator Vlaamse Trainersschool
• trainer B Vlaamse Trainersschool
• trainer A Vlaamse Trainersschool
• bachelor of regent lichamelijke opvoeding
• master of licentiaat lichamelijke opvoeding
• een vergelijkbaar diploma van een erkende federatie,
erkend door VTS
Kwalificatie in die sporttak waarvoor training wordt
gegeven.
2. Gedurende een volledig sportseizoen actief zijn als
jeugdsportbegeleider bij een sportvereniging uit
Kampenhout.
Om in aanmerking te komen voor opleidingsubsidies, moet de
jeugdsportbegeleider/jeugdsportcoördinator aan de volgende
vereisten voldoen:
1. lid zijn van een Kampenhoutse sportvereniging
2. een opleiding volgen die specifiek betrekking heeft op het
uitoefenen van de functie als JSB/JSC en deze de
opleidingscursus met goed gevolg beëindigd hebben (diploma
of attest).
ARTIKEL 5
De subsidies kan men verkrijgen door te voldoen aan de hierna
omschreven procedure:
• De aanvraag tot subsidiëring wordt door de
sportverenigingen op de daartoe bestemde formulieren
ingediend bij de sportdienst. Het reglement en de
aanvraagformulieren zijn beschikbaar op de sportdienst.
Het aanvraagdossier wordt per post verstuurd naar de
rechthebbende sportverenigingen.
• De subsidieaanvraag moet worden ingediend voor 15
september van het betrokken jaar. Alle nodige documenten
dienen bijgevoegd te worden. Elke vereniging waarvan de
subsidieaanvraag laattijdig ontvangen wordt, zal geen
aanspraak kunnen maken op de subsidie voor het betrokken
werkingsjaar.
• De verdeling en bekendmaking van de subsidies vindt plaats
voor 1 november van het betrokken jaar.
34

• Tussen 1 november en 15 november van het betrokken jaar
kan beroep aangetekend worden bij het College van
Burgemeester en Schepenen of de toezichthoudende overheid.
• De uitbetaling van de subsidies zal gebeuren voor 31
december van het betrokken jaar.
ARTIKEL 6
De sportverenigingen aanvaarden verantwoording af te leggen
overeenkomstig de Wet van 14 november 1983, die stelt dat
sportverenigingen de subsidie moeten gebruiken voor het doel
waarvoor de subsidie is toegekend.
ARTIKEL 7
De nodige kredieten voor de uitvoering van dit besluit zullen
jaarlijks in de begroting worden voorzien.
ARTIKEL 8
Overeenkomstig de bepalingen van dit subsidiereglement gaat het
College van Burgemeester en Schepenen, na advies van de raad van
bestuur van de sportraad Kampenhout, 1 maal per jaar over tot de
vaststelling en de toekenning van subsidies aan de erkende
sportverenigingen.
ARTIKEL 9
Dit subsidiereglement zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan
de gemeenteraad.
ARTIKEL 10
Dit reglement wordt voor de eerste keer in 2009 toegepast op het
werkingsjaar 2008 – 2009 en eindigt na het werkingsjaar 2012 –
2013.
ARTIKEL 11
Na een proefperiode van 1 jaar zal er een evaluatie door de
sportdienst en de sportraad, met mogelijke bijsturingen van dit
subsidiereglement, gebeuren.
HOOFDSTUK 2: VOORWAARDEN MET HET OOG OP KWALITEITSVERHOGING VAN
JEUGDSPORTBEGELEIDERS
ARTIKEL 12 - Opleidingssubsidie en jeugdbegeleidingssubsidie
Het beschikbare krediet voor de uitkering van impulssubsidies
aan sportverenigingen wordt als volgt verdeeld:
4. Opleidingssubsidies aan sportverenigingen om ze te
vergoeden voor de kosten die ze hebben gemaakt om
jeugdsportbegeleiders/ jeugdsportcoördinatoren op te
leiden en bij te scholen.
5. Jeugdbegeleidingssubsidies aan sportverenigingen die
zullen worden verdeeld op basis van een
subsidiereglement op basis van kwaliteitscriteria die
de verhoging van de kwaliteit van de
jeugdsportbegeleider/ jeugdsportcoördinator beogen.
Opleidingssubsidie
• Maximum 0,25 euro / inwoner wordt voorzien voor de
opleidingssubsidie aan sportverenigingen (2009 – 2013).
• Wanneer het budget dat werd vrijgemaakt voor de
opleidingssubsidies niet volledig is opgebruikt, wordt dit
35

udget ter beschikking worden gesteld voor het uitbetalen
van de jeugdbegeleidingssubsidies aan sportverenigingen.
• Wanneer het budget dat werd vrijgemaakt voor
opleidingssubsidies niet toereikend is, wordt het maximale
bedrag evenredig over de verschillende aanvragen van de
sportverenigingen verdeeld.
• Het volledige bedrag van het inschrijvingsgeld wordt
terugbetaald. Bij het volgen van cursussen met
overnachting wordt enkel het inschrijvingsgeld in
aanmerking genomen.
• Er is tevens een tussenkomst voor de werkelijk gemaakte
vervoersonkosten of kilometervergoeding à rato van
0,15 euro per kilometer met de eigen wagen.
• Er wordt maximaal 400 euro per cursus uitgekeerd aan de
vereniging waar de
• cursist actief is.
Jeugdbegeleidingssubsidie
• Maximum 0,45 euro / inwoner wordt voorzien voor de
jeugdbegeleidingssubsidie aan sportverenigingen (2009-
2013).
• Dit bedrag gedeeld door de som van het aantal punten
behaald door alle verenigingen is het basisbedrag per
punt. Het bedrag per punt x aantal punten =
jeugdbegeleidingssubsidie.
• De jeugdbegeleidingssubsidie wordt bepaald door de
evaluatie van de werking van de sportvereniging volgens
het hieronder beschreven thema met doelstellingen. De
beoordeling gebeurt op basis van kwaliteitscriteria. Het
voldoen aan deze criteria levert een aantal punten op die
worden omgezet in een subsidiebedrag.
THEMA KWALITEITSVOLLE BEGELEIDING
1. Doelstelling: De sportvereniging beschikt over
sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en een
sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator.
1.1.Kwaliteitscriterium
Parameter
De sportvereniging wordt beloond voor het
aantal actieve sportgekwalificeerde
jeugdsportbegeleiders.
Aantal sportgekwalificeerde jeugdsportbeleiders
die effectief training geven aan de jeugd (niet
de actieve leden die een diploma bezitten).
Als bewijs Het diploma/ attest (diplomavereisten zie
artikel 3) van de trainer(s) en een bewijs dat
de jeugdsportbegeleider gedurende een heel
sportseizoen actief was in deze functie, dient
toegevoegd te worden.
Valorisatie
Niveau
Punten
36

VTS aspirant-initiator 10
VTS- initiator 25
VTS-trainer B, 50
VTS-trainer A 75
Licentiaat/master
LO, 100
regent/bachelor LO
1.2.Kwaliteitscriterium
De sportvereniging beschikt over een actieve
jeugdsportcoördinator.
Parameter De jeugdsportcoördinator coördineert het
jeugdbeleid in de sportvereniging, zodat er
eenheid in het sportaanbod en doorvloeiing is/
ontstaat. Hij/ zij begeleidt de trainers en de
jeugdspelers.
Als bewijs Het diploma (diplomavereisten zie artikel 3) en
een bewijs dat de jeugdsportcoördinator
gedurende een heel sportseizoen actief was in
deze functie, dient toegevoegd te worden. De
jeugdsportcoördinator moet met naam, taak en
contactgegevens vermeld worden in de
informatiebrochure/ website van de
sportvereniging.
Valorisatie
Niveau
Punten
VTS- initiator 75
VTS- trainer B 150
VTS- trainer A 225
Licentiaat/Master LO of 300
regent/bachelor LO
VTS diploma jeugdsportcoördinator +100
2. Doelstelling: Jeugdsportbegeleiders en
Jeugdsportcoördinatoren behalen sportspecifieke diploma’s en
volgen bijscholingen.
2.1.Kwaliteitscriterium
De jeugdsportbegeleider en/ of
jeugdsportcoördinator behaalt een
sportspecifiek diploma/ attest van de VTS of
een ander getuigschrijft, erkend door de VTS.
Parameter Deelname aan sportspecifieke cursussen (zie
artikel 3) tijdens het voorbije volledig
afgewerkte werkingsjaar.
Als bewijs Volgende documenten dienen toegevoegd te
worden:
Kopie van het inschrijvingsbewijs
Kopie van het betalingsbewijs
Kopie van het behaalde diploma of attest
een bewijs dat de jeugdsportbegeleider
gedurende een heel sportseizoen actief is in
37

Valorisatie
deze functie, binnen de sportvereniging
Niveau
Punten
VTS aspirant- initiator* 25
VTS bewegingsanimator* 50
VTS- initiator* 75
VTS- trainer B* 150
VTS- trainer A* 200
*of een vergelijkbaar diploma van een erkende
federatie, erkend door VTS
2.2.Kwaliteitscriterium
Parameter
De jeugdsportbegeleider en/ of
jeugdsportcoördinator volgt een bijscholing
Deelname aan sportspecifieke bijscholingen (zie
artikel 3) tijdens het voorbije volledig
afgewerkte werkingsjaar.
Als bewijs Volgende documenten dienen toegevoegd te
worden:
Kopie van het inschrijvingsbewijs
Kopie van het betalingsbewijs
Kopie van het behaalde diploma of attest
een bewijs dat de jeugdsportbegeleider
gedurende een heel sportseizoen actief is in
deze functie, binnen de sportvereniging
Valorisatie
Niveau
Punten
Minder dan 4 uren 5
Van 4 uren tot 8 uren 10
Van 8 uren tot 20 uren 25
Van 20 uren tot 40 uren 50
Meer dan 40 uren 75
Er worden enkel punten toegekend voor kwaliteitscriteria, onder
doelstelling 2, voor personen die ook lid zijn van de
vereniging.
De gegevens en de bijgevoegde documenten, ingediend onder
doelstelling 2, leveren eveneneens het bewijs voor de
opleidingssubsidies (zie artikel 14). Het onvolledig invullen
en het ontbreken van de gevraagde documenten heeft tot gevolg
dat opleidingssubsidies niet kunnen worden uitgekeerd aan de
sportverenigingen. Deze gegevens en bijgevoegde documenten
worden bekeken per jeugdsportbegeleider/ jeugdsportcoördinator
en per opleiding/ bijscholing. Er worden enkel
opleidingssubsdies uitgekeerd voor een jeugdsportbegeleider/
jeugdsportcoördinator die lid is van de vereniging.
16. VOORSTEL GOEDKEURING AANVULLENDE BELASTING OP DE
PERSONENBELASTING 2009
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de
voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen,
38

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de
invoering vergt van alle rendabele belastingen,
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van
de Inkomstenbelasting,
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd,
Na beraadslaging,
Beslist : met 18 stemmen akkoord en 3 onthoudingen (M. Fannes,
M. Janssens, P. Woekier – Vlaams Belang)
ARTIKEL 1
Voor het aanslagjaar 2009 wordt een aanvullende belasting
gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in
de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
ARTIKEL 2
De belasting wordt vastgesteld op 6 % van het volgens artikel
466 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992 berekende
gedeelte van de personenbelasting die aan het Rijk verschuldigd
is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd
op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft
verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen
door het toedoen van het bestuur der directe belastingen
geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen
466 e.v. van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
ARTIKEL 4
Deze verordening wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende
overheid overgemaakt.
17. VOORSTEL GOEDKEURING OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE
VOORHEFFING 2009.
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de
voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen,
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de
invoering vergt van alle rendabele belastingen,
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd,
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, meer
bepaald het artikel 298 en het artikel 464,1°,
Gelet op het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot
wijziging van het W.I.B. voor wat betreft de onroerende
voorheffing, in werking getreden op 1 januari 1999,
Na beraadslaging,
Beslist : met 18 stemmen akkoord en 3 onthoudingen (M. Fannes,
M. Janssens, P. Woekier – Vlaams Belang)
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2009 worden er, ten bate van de gemeente,
950 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing
gevestigd.
Artikel 2
Deze verordening wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende
overheid overgemaakt.
18. VOORSTEL GOEDKEURING BELASTING OP DE OPCENTIEMEN OP DE
DOOR HET VLAAMS GEWEST GEHEVEN HEFFING TER BESTRIJDING
VAN LEEGSTAND EN VERKROTTING VAN GEBOUWEN EN/OF
WONINGEN 2009.
De gemeenteraad,
39

Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de
voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen,
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de
invoering vergt van alle rendabele belastingen,
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd,
Gelet op het decreet van 22 december 1995, gewijzigd door de
decreten van
7 mei 2004, 24 mei 2004, 24 juni 2005 en 23 december 2005,
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004,
Na beraadslaging,
Beslist : met 18 stemmen akkoord en 3 onthoudingen (M. Fannes,
M. Janssens, P. Woekier – Vlaams Belang)
Artikel 1
Er worden 50 opcentiemen geheven op de hoofdsom van de
gewestelijke heffing.
ARTIKEL 2
Deze verordening geldt voor het aanslagjaar 2009.
ARTIKEL 3
De gemeente doet een beroep op de medewerking van de
administratie van het agentschap van de Vlaamse belastingdienst
van de Vlaamse overheid.
ARTIKEL 4
§ 1 Deze verordening wordt voor goedkeuring aan de
toezichthoudende overheid overgemaakt.
§ 2 Deze beslissing wordt vóór 31.01.2009 bij aangetekende brief
bezorgd aan het agentschap van de Vlaamse belastingdienst van de
Vlaamse overheid.
19. VOORSTEL GOEDKEURING GEMEENTELIJKE TUSSENKOMST IN
RETRIBUTIE RIJBEWIJS VOOR PERSONEN MET EEN FYSIEKE OF
GEESTELIJKE BEPERKING.
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, volgens de
voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen,
Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald de artikelen 42 en 43
§ 2, 15°,
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende
het rijbewijs,
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 20 december 2007
betreffende de belasting op de afgifte van adminstratieve
stukken waarin de bedragen werden vastgelegd voor het afleveren
van een rijbewijs,
Overwegende dat de personen die omwille van een fysische of
geestelijke beperking over een rijbewijs met beperkte
geldigheidsduur beschikken en bij elke hernieuwing van het
rijbewijs een belasting van 11 euro moeten betalen,
Na beraadslaging,
Beslist : met algemene stemmen
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2009 een gemeentelijke tussenkomst in
te voeren voor personen met een fysieke of geestelijke beperking
van wie het rijbewijs moet worden hernieuwd bij het verstrijken
van de geldigheidsduur ervan.
ARTIKEL 2
De belanghebbende dient ingeschreven te zijn in de
bevolkingsregister van de gemeente Kampenhout op de datum van de
aanvraag van het rijbewijs.
ARTIKEL 3
De tussenkomst bestaat erin dat de belasting van 11 euro, die
ingevolge artikel 61 van het koninklijk besluit van 23 maart
40

1998 betreffende het rijbewijs, van toepassing is bij de
hernieuwing, aan de persoon zal worden terugbetaald.
ARTIKEL 4
De tussenkomst zal aangerekend worden op artikel 844/331-01 van
de gewone begroting, en is afhankelijk van het jaarlijks
uittrekken van de nodige kredieten.
ARTIKEL 5
Deze beslissing wordt vermeld op de overzichtslijst die aan het
provinciebestuur wordt overgemaakt.
20. VOORSTEL GOEDKEURING GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR
TOEKENNING VAN EEN PREMIE TOT UITVOEREN VAN EEN
ENERGIEAUDIT BIJ PARTICULIERE WONINGEN.
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Raadslid E. Torbeyns (Groen!): wie controleert dit.
Schepen G. De Vroe: de duurzaamheidsambtenaar.
Raadslid E. Torbeyns (Groen!): Wat als er te weinig geld
voorzien is in het budget?
Schepen S. Peremans: Er is voldoende geld voorzien in de
begroting 2009. Bij tekort zullen bijkomende kredieten
voorzien worden in de begrotingswijziging 2009.
Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42, art. 187
en art. 252,
Gelet op de wet van 14 november 1983 inzake de controle op de
toekenning en op de aanwending van sommige toelagen,
Overwegende dat de vraag naar energie blijft toenemen en dat
de uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen moet worden
voorkomen,
Overwegende dat ook de gemeente hiertoe kan bijdragen door de
aanwending van ecologische energievormen aan te moedigen,
Gelet op het positieve advies van de Milieuadviesraad
Kampenhout d.d. 16.10.2008;
Beslist : met algemene stemmen
Artikel 1
Binnen de perken van de daartoe op de begroting goedgekeurde
kredieten en in overeenstemming met de bepalingen van dit
reglement, kan de Gemeente Kampenhout een premie toekennen
aan de aanvrager (eigenaar of huurder) voor het laten
uitvoeren van een energieaudit op een particuliere woning
door een energiedeskundige, erkend door het Vlaamse Gewest.
Artikel 2
Enkel indien aan onderstaande voorwaarden voldaan wordt, zal
het Gemeentebestuur deze premie toekennen :
• de premie geldt voor bestaande vergunde particuliere
woningen van voor het jaar 2000;
• de woning dient gelegen te zijn op het grondgebied
Kampenhout;
• de energieaudit dient uitgevoerd te worden door een
energiedeskundige type B, erkend door het Vlaamse Gewest
waarvan de naam voorkomt in de lijst van erkende
deskundige type B op de website www.energiesparen.be
Bouwen en verbouwen Energieaudit ;
• de aanvrager dient met overtuigingsstukken (energieaudit /
factuur / attest / andere /…) aan te tonen dat hij minimum
1 van de 5 meest noodzakelijke energiebesparende
41

maatregelen, voortkomend uit de energieaudit heeft laten
uitvoeren (uit te voeren binnen de 24 maanden na de
audit).
Artikel 3
De eenmalige premie van de gemeente Kampenhout voor het
uitvoeren van een energieaudit bedraagt 150 euro.
Artikel 4
Procedure voor de aanvraag van een premie voor het laten
uitvoeren van een energieaudit :
De premie wordt aangevraagd via het door de gemeente ter
beschikking gestelde aanvraagformulier.
Dit aanvraagformulier wordt samen met de nodige overtuigingsstukken
(energieaudit / facturen audit + maatregelen/
toestemming eigenaar / andere /…) terug bezorgd aan de
gemeentelijke milieudienst.
Na controle en volledigheid van het aanvraagdossier zal de
milieudienst de opdracht tot uitbetaling van de premie voor
de energieaudit doorgeven. Bij een onvolledig aanvraagdossier
zal de milieudienst contact opnemen met de aanvrager en hem
de mogelijkheid bieden om zijn dossier te vervolledigen.
Artikel 5
De aanvrager verleent, door ondertekening van het aanvraagformulier,
aan de gemeente Kampenhout automatisch toestemming
de correctheid van het 'project' na te gaan en indien nodig
contact op te nemen met de firma en/of installateur die de
voorzieningen levert en/of plaatst.
Indien de maatregel niet overeenstemt met de omschrijving in
het auditrapport, kunnen reeds uitbetaalde gemeentelijke
premies teruggevorderd worden.
Artikel 6
De premie geldt voor aanvragen die vanaf 01.01.2009 worden
ingediend bij de gemeentelijke milieudienst voor audits
uitgevoerd vanaf 01.01.2009.
Artikel 7
Het gemeentebestuur toetst elke aanvraag aan de
toepassingsvoorwaarden van dit reglement.
Artikel 8
Deze beslissing wordt vermeld op de overzichtlijst die aan
het provinciebestuur wordt overgemaakt.
21. VOORSTEL GOEDKEURING GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR
TOEKENNING VAN EEN PREMIE VOOR SUPERISOLERENDE BEGLAZING.
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42, art. 187
en art. 252,
Gelet op de wet van 14 november 1983 inzake de controle op de
toekenning en op de aanwending van sommige toelagen,
Overwegende dat de vraag naar energie blijft toenemen en dat
de uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen moet worden
voorkomen,
Overwegende dat ook de gemeente hiertoe kan bijdragen door de
aanwending van ecologische energievormen aan te moedigen,
Gelet op het positieve advies van de Milieuadviesraad
Kampenhout d.d. 16.10.2008;
Beslist : met algemene stemmen
Artikel 1
42

Binnen de perken van de daartoe op de begroting goedgekeurde
kredieten en in overeenstemming met de bepalingen van dit
reglement kan de gemeente Kampenhout, bovenop de
huishoudelijke REG-premies (Rationeel Energiegebruik) van de
netbeheerder een aanvullende premie toekennen voor het
plaatsen van superisolerende beglazing.
Artikel 2
Enkel indien aan de voorwaarden van de netbeheerder voldaan
wordt, kan de gemeente Kampenhout een aanvullende premie voor
superisolerende beglazing toekennen. Deze voorwaarden zijn:
• de premie geldt enkel voor bestaande vergunde woningen
gelegen op het grondgebied Kampenhout;
• de nieuwe beglazing dient een maximum U-waarde te halen (de
warmtedoorgangscoëfficiënt of U-waarde bepaalt in welke mate
de warmte verloren gaat via de beglazing).
Alle specifieke voorwaarden staan vermeld in de aanvraagformulieren
van de netbeheerder.
Artikel 3
De aanvullende premie van de gemeente Kampenhout bedraagt
10 euro/m² met een maximumbedrag van 150 euro.
Artikel 4
De premie wordt eerst aangevraagd bij de netbeheerder, volgens
de procedure die door de netbeheerder wordt vastgelegd. Het
gemeentebestuur ontvangt op regelmatige tijdstippen van de
netbeheerder een lijst met de positief beoordeelde aanvragen.
Op basis van deze gegevens ontvangen de begunstigden van de
Gemeente Kampenhout een formulier. Indien dit formulier door
de aanvrager binnen een termijn van 3 maanden ondertekend
wordt teruggestuurd, wordt de bijkomende gemeentelijke premie
toegekend en betaald. De termijn van 3 maanden gaat in op de
dag van verzending (datum poststempel geldt als bewijs) door
het gemeentebestuur. Het formulier wordt door de aanvrager
teruggezonden (de poststempel geldt als bewijs), gefaxt of
afgegeven tegen ontvangstbewijs.
Artikel 5
De aanvrager verleent, door ondertekening van het
aanvraagformulier, aan de gemeente Kampenhout automatisch
toestemming de correctheid van het 'project' na te gaan en
indien nodig contact op te nemen met de firma en/of
installateur die de voorzieningen levert en/of plaatst.
Indien de geplaatste superisolerende beglazing niet
overeenstemt met de omschrijving in de premieaanvraag, kunnen
reeds uitbetaalde gemeentelijke premies teruggevorderd worden.
Artikel 6
Het gemeentebestuur toetst elke aanvraag aan de toepassingsvoorwaarden
van dit reglement.
Artikel 7
De premie geldt voor aanvragen die vanaf 1 januari 2009 worden
ingediend bij de netbeheerder voor werken uitgevoerd vanaf
01.01.2009.
Artikel 8
Deze beslissing wordt vermeld op de overzichtlijst die aan
het provinciebestuur wordt overgemaakt.
22. VOORSTEL GOEDKEURING GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR
TOEKENNING VAN EEN PREMIE VOOR EEN ZONNEBOILER.
De gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
43

Gelet op het gemeentedecreet, meer bepaald art. 42, art. 187
en art. 252,
Gelet op de wet van 14 november 1983 inzake de controle op de
toekenning en op de aanwending van sommige toelagen,
Overwegende dat de vraag naar energie blijft toenemen en dat
de uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen moet worden
voorkomen,
Overwegende dat ook de gemeente hiertoe kan bijdragen door de
aanwending van ecologische energievormen aan te moedigen,
Gelet op het positieve advies van de Milieuadviesraad
Kampenhout d.d. 16.10.2008;
Beslist : met algemene stemmen
Artikel 1
Binnen de perken van de daartoe op de begroting goedgekeurde
kredieten en in overeenstemming met de bepalingen van dit
reglement, kan de gemeente Kampenhout bovenop de
huishoudelijke REG-premies (Rationeel Energieverbruik) van de
netbeheerder een aanvullende premie toekennen voor de
installatie van een zonneboiler bij particuliere woningen.
Artikel 2
Enkel indien aan de voorwaarden van de premie van de
netbeheerder voldaan wordt, kan het gemeentebestuur een
aanvullende premie toekennen :
• de premie geldt zowel voor bestaande vergunde woningen als
voor nieuwbouw, gesitueerd op het grondgebied van de
gemeente;
• voor de aanmaak van sanitair warm tapwater, eventueel in
combinatie met woningverwarming;
• de installatie moet geplaatst zijn door een geregistreerde
aannemer.
Alle specifieke voorwaarden staan vermeld in de aanvraagformulieren
van de netbeheerder.
Artikel 3
§ 1 - De aanvullende premie van de gemeente Kampenhout
bedraagt éénmalig 250 euro per installatie.
Artikel 4
De premie wordt eerst aangevraagd bij de netbeheerder,
volgens de procedure die door de netbeheerder wordt
vastgelegd. De gemeente Kampenhout ontvangt op regelmatige
tijdstippen van de netbeheerder een lijst met de positief
beoordeelde aanvragen. Op basis van deze gegevens ontvangen
de begunstigden van de gemeente Kampenhout een vooringevuld
formulier. Indien dit formulier door de aanvrager binnen een
termijn van drie maanden ondertekend wordt terugbezorgd,
wordt de bijkomende gemeentelijke premie toegekend en
vereffend.
De termijn van drie maanden gaat in op de dag van verzending
datum poststempel geldt als bewijs) door het gemeentebestuur
Het formulier wordt door de aanvrager teruggezonden (de datum
poststempel geldt als bewijs), gefaxt of afgegeven tegen
ontvangstbewijs.
Artikel 5
De aanvrager verleent, door ondertekening van het
aanvraagformulier, aan de gemeente Kampenhout automatisch
toestemming de correctheid van het 'project' na te gaan en
indien nodig contact op te nemen met de firma en/of
installateur die de voorzieningen levert en/of plaatst.
Indien de geplaatste zonneboiler niet overeenstemt met de
omschrijving in de premieaanvraag, kunnen reeds uitbetaalde
gemeentelijke premies teruggevorderd worden.
44

Artikel 6
De premie geldt voor aanvragen die vanaf 1 januari 2009 worden
ingediend bij de netbeheerder voor werken uitgevoerd vanaf
01.01.2009.
Artikel 7
Alle voorgaande reglementen betreffende de toelage voor de
plaatsing van een zonneboilerinstallatie worden opgeheven op
31.12.2008.
Artikel 8
Deze beslissing wordt vermeld op de overzichtlijst die aan
het provinciebestuur wordt overgemaakt.
23. VOORSTEL GOEDKEURING GEMEENTELIJKE DOTATIE 2009 AAN DE
LOKALE POLITIEZONE KASTZE.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op het Gemeentedecreet;
Gelet op de Wet op de Geïntegreerde Politie (WGP);
Gelet op het voorstel om de gemeentelijke dotatie van de
gemeente Kampenhout aan de lokale politiezone KASTZE voor het
begrotingsjaar 2009 vast te stellen op 884.599,00 EUR;
Gelet op de omzendbrief dd. 17.05.2002, ref. BA/2002/08 waaruit
blijkt dat de gemeentelijke dotatie aan de politiezone door de
gemeenteraad dient te worden vastgesteld;
Gelet op art. 71 van de Wet op de Geïntegreerde Politie;
Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor
het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht, met
inzonderheid art. 29;
Gelet op de omzendbrief dd. 27/09/2002, ref. BA/2002/12, van het
administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones
(wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet
van 15 juli 2002);
Na bespreking;
Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1:
De gemeentelijke dotatie van de gemeente Kampenhout aan de
lokale politiezone KASTZE voor het begrotingsjaar 2009 voor een
totaal bedrag van 884.599,00 EUR vast te stellen.
Artikel 2:
Een voor eensluidend verklaard afschrift aangetekend te
versturen naar de Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant.
Artikel 3:
Een afschrift van bovenvermelde beslissing over te maken aan de
politiezone KASTZE en aan de gemeente Steenokkerzeel en Zemst.
24. VOORSTEL GOEDKEURING BEGROTING, MEERJARENPLANNING
2009.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Raadslid M. Fannes (Vlaams Belang)zegt dat ze een aantal zaken
niet terug vindt in de investeringstabel.
Burgemeester J. Meeus: De bepalingen in het gemeentedecreet over
het meerjarenplan en beleidsplan zijn vandaag nog niet van
kracht.
45

De beleidsnota is nog zeer summier daar de hogere overheid zelf
nog niet de nodige onderrichtingen heeft meegedeeld.
Raadslid M. Fannes (Vlaams Belang) deelt mee dat er niets terug
te vinden is over het pensioenfonds.
Schepen S. Peremans: Voor het pensioenfonds worden de
mogelijkheden volop onderzocht.
Raadslid M. Fannes: Waarom is het bedrag van de aanvullende
belasting op personenbelasting hoger dan vorig jaar?
Schepen S. Peremans: De bedragen worden ons meegedeeld door de
hogere overheid.
Raadslid E. Torbeyns (Groen!): Het is een zeer belabberde
beleidsnota waarin we zeer weinig terugvinden.
Schepen S. Peremans: De omzendbrief meldt om het zeer kort en
beperkt te houden.
Raadslid E. Torbeyns: De kolom rekening 2007 is niet ingevuld.
Gemeentesecretaris D. Coucke: Dit is te wijten aan het
softwarepakket dat bij overdracht mislopen is. Dit wordt
hersteld, er wordt aan gewerkt.
Gelet op de artikelen 145 tot en met 151 van het Gemeentedecreet van
15 juli 2005;
Gelet op de omzendbrief BB 2007/07 dd. 27 van 19 juli 2007 van het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de instructies voor
het opstellen van de budgetten en meerjarenplannen voor 2009 van de
gemeenten en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het
Vlaamse Gewest;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van de
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende de
nadere regels inzake de berekening en verdeling van de gemeentelijke
dotaties in de schoot van een meergemeente politiezone;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 18.12.2008 houdende
goedkeuring gemeentelijke dotatie 2008-2012 aan de politiezone
Kastze;
Schepen van financiën, de heer Stefaan Peremans geeft
toelichting bij de begroting, dienstjaar 2009, gewone dienst.
Na een korte bespreking wordt overgegaan tot de stemming.
Beslist: met 16 stemmen akkoord, 3 stemmen niet akkoord ( M.
Fannes, M. Janssens, P. Woekier – Vlaams Belang) en 2
onthoudingen (E. Torbeyns – Groen!, R. Van Ingelgom – NV-A) de
begroting dienstjaar 2009 – gewone dienst (en de bijlagen
hieraan) goed te keuren.
Schepen van financiën, de heer Stefaan Peremans, geeft
toelichting bij de begroting dienstjaar 2009, buitengewone
dienst.
Na bespreking wordt overgegaan tot de stemming.
Beslist: met 17 stemmen akkoord, 3 stemmen niet akkoord ( M.
Fannes, M. Janssens, P. Woekier – Vlaams Belang)en 1 onthouding
(R. Van Ingelgom – NV-A) de begroting dienstjaar 2009 –
buitengewone dienst en de bijlagen hieraan goed te keuren.
De begroting dienstjaar 2009 geeft volgend resultaat:
Gewone dienst
Buitengewone dienst
Ontvangsten eigen dienstjaar 11.705.017,75 3.624.450,00
Uitgaven eigen dienstjaar -12.439.233,74 -3.521.931,68
Ontvangsten vorig dienstjaar 0 0
Uitgaven vorig dienstjaar -2.605,18 -111.250,00
Saldo dienstjaar -736.821,17 -8.732,68
Geraamd begrotingsresultaat 7.163.439,25 54.166,22
46

25. BEHEER GERINGE KASONTVANGSTEN – VOORSTEL GOEDKEURING
VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke
motivering van bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 162 §2 Gemeentedecreet dat bepaalt dat de
secretaris, onder zijn verantwoordelijkheid, bepaalde
personeelsleden kan belasten met de inning van geringe
dagontvangsten na advies van de financieel beheerder;
Gelet op artikel 162 §3 Gemeentedecreet waarin wordt bepaald dat
de financieel beheerder of een door hem aangestelde persoon
onder zijn verantwoordelijkheid de boekhouding en de
geldvoorraad van de personeelsleden die belast zijn met de
inning van geringe dagontvangsten verifieert;
Gelet op artikel 162 §4 Gemeentedecreet waarin wordt bepaald dat
de gemeenteraad de voorwaarden vastlegt waaronder
personeelsleden van de gemeente kunnen worden belast met de
inning van geringe dagontvangsten;
Overwegende dat het bepalen van deze voorwaarden noodzakelijk is
voor de goede werking van de gemeente;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1. Principe
Alle diensten waar gemeentegelden worden ontvangen, zijn
onderworpen aan onderhavig reglement.
Artikel 2. Omvang provisie
De gemeentekassen kunnen een startprovisie krijgen van maximaal
€ 500,-
Artikel 3. kasafsluitingen
Het dient aanbeveling om dagelijks de kas op te maken. Het is
verplicht minstens eens per week de kas op te maken en af te
sluiten. In een dienst met meerdere verantwoordelijken moet
hiervoor een beurtrolsysteem worden uitgewerkt.
Artikel 4. Aanduiding personeelsleden
§1. De personeelsleden belast met geringe dagontvangsten,
evenals de vervangende personeelsleden, worden nominatief
aangeduid door de secretaris conform artikel 162 § 2 van het
gemeentedecreet.
§2. Bij de aanduiding van personeelsleden zoals bepaald in §1
bepaalt de secretaris eveneens het bedrag, met een maximum
zoals bepaald in artikel 2, en de termijn van de provisie die
beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 5. Verantwoordelijkheid
De personeelsleden belast met geringe dagontvangsten zijn
persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer van de kasgelden.
Buiten de diensturen en ook tijdens de diensturen indien geen
personeel in de dienst aanwezig is, moet de kas zich achter slot
bevinden. Het is verboden, tenzij uitdrukkelijke toelating van
de gemeentesecretaris, met de ontvangen gelden uitgaven te
verrichten.
Artikel 6. Bewijs van ontvangsten
Bij elke transactie dient een ontvangstbewijs te worden
afgeleverd. De ontvangen bedragen worden verantwoord door een
nauwkeurige invorderingsstaat, bijgehouden volgens de
onderrichtingen van de financieel beheerder. In samenspraak met
de financieel beheerder dienen de nodige bewijsstukken zoals
47

logboek, genummerde kwitanties, kastickets …te worden
bijgehouden.
Artikel 7. Afrekening
§1. Ten minste aan het einde van ieder trimester dient een
afrekening, tegen kwijting, aan de rekenplichtige van de
gemeentekas te worden overgemaakt. De afrekening dient
bovendien te geschieden telkens als het beheerde bedrag
volgende waarden overtreft:
3.000,00 Eur voor diensten waar een brandkast aanwezig is;
1.250,00 Eur voor de POB;
500,00 Eur voor de diensten waar geen brandkast aanwezig
is.
§2. Bij de afrekening worden de nodige verantwoordingsstukken
voorgelegd of bijgevoegd. Deze worden in samenspraak met de
financieel beheerder bepaald: dubbels van kwitanties, kopie
logboek, door de verantwoordelijke persoon ondertekend
verslag… De rekenplichtige van de gemeentekas verifieert of
de staat van ontvangsten overeenstemt met de erbij horende
bewijsstukken.
§3. Elk vastgesteld kasverschil moet onmiddellijk worden
gemeld aan de rekenplichtige van de gemeentekas. Bij
vastgestelde diefstal is bovendien onmiddellijke aangifte bij
de politie verplicht.
§4. Bij een tekort toe te schrijven aan diefstal of verlies
moet onverwijld overgegaan worden tot verificatie van de kas
om het bedrag van het tekort vast te stellen en dient verder
gehandeld te worden overeenkomstig artikel 169 van het
gemeentedecreet.
Artikel 8. Verwerking in de boekhouding
De rekenplichtige van de gemeentekas bezorgt de
invorderingsstaat en de daarbij horende bewijsstukken aan de
financiële dienst voor de boekhoudkundige verwerking. Een kopij
van het ontvangstbewijs afgeleverd aan het personeelslid wordt
aan de stukken toegevoegd.
Artikel 9. Controle door de financieel beheerder
De financieel beheerder of een door hem aangestelde persoon,
onder zijn verantwoordelijkheid, controleert éénmaal per jaar de
ondergeschikte kassen, conform artikel 162, §3 van het
Gemeentedecreet. Hiervan wordt proces-verbaal opgesteld dat door
de betrokken partijen wordt ondertekend.
Artikel 10. Beëindiging opdracht
§1. De opdracht tot inning van geringe dagontvangsten kan
worden beëindigd door:
- eenzijdige beslissing door de secretaris;
- uitdiensttreding van het aangesteld
personeelslid;
- verandering van dienst door het personeelslid.
§2. De opdracht voor inning van geringe dagontvangsten,
verleend voor bepaalde termijn, wordt beëindigd bij het
verlopen van de bepaalde termijn, uitgezonderd de gevallen
bepaald in §1.
§3. Het personeelslid zuivert zijn provisie aan zoals bepaald
in artikel 7, binnen een termijn van tien werkdagen na de
datum van de beslissing van de secretaris zoals vermeld in
§1.
Artikel 10.
Dit inwerkingtreding van dit besluit gebeurt met ingang van 1
januari 2009.
Artikel 11.
Deze beslissing wordt opgenomen in de overzichtslijst voor de
provinciegouverneur.
48

26. TERBESCHIKKINSTELLING VAN EEN PROVISIE AAN
PERSONEELSLEDEN – VOORSTEL GOEDKEURING VASTSTELLING VAN DE
VOORWAARDEN.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke
motivering van bestuurshandelingen;
Gelet op artikel 162 §1 Gemeentedecreet dat bepaalt dat de
secretaris bepaalde budgethouders of personeelsleden een
provisie ter beschikking kan stellen om de betaling mogelijk te
maken van geringe exploitatie-uitgaven van het dagelijks
bestuur, na advies van de financieel beheerder;
Gelet op artikel 162 §3 Gemeentedecreet waarin wordt bepaald dat
de financieel beheerder of een door hem aangestelde persoon
onder zijn verantwoordelijkheid de boekhouding en de
geldvoorraad van de houders van de provisie verifieert;
Gelet op artikel 162 §4 Gemeentedecreet waarin wordt bepaald dat
de gemeenteraad de voorwaarden vastlegt voor de
terbeschikkingstelling van provisies;
Overwegende dat het bepalen van de voorwaarden voor het ter
beschikking stellen van een provisie noodzakelijk is voor de
goede werking van de gemeente;
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
Beslist: met algemene stemmen
Artikel 1. Principe
Voor de betaling van geringe exploitatie-uitgaven van het
dagelijks bestuur, die zonder uitstel moeten gebeuren of die
onmiddellijk moeten worden gedaan voor de goede werking van de
dienst, wordt een provisie ter beschikking gesteld aan
nominatief aangeduide personeelsleden, verder provisiebeheerders
genoemd.
Artikel 2. Omvang provisie
§1. De provisiebeheerder beschikt over een provisie van
maximaal 500,00 Eur.
§2. Het bedrag van de provisie wordt op een
zichtrekening beschikbaar gesteld door de financieel
beheerder.
Artikel 3. Aanwending provisie
De provisie mag door een provisiebeheerder worden aangewend voor
de betaling van geringe exploitatie-uitgaven, zoals vermeld in
artikel 1, voor een maximaal bedrag van 125,00 EUR, inclusief
BTW, per aankoop. Dit maximumbedrag geldt voor elke
provisiebeheerder.
Artikel 4. Aanduiding provisiebeheerders en vervangende
personeelsleden
§3. De provisiebeheerders, evenals de vervangende
personeelsleden, worden nominatief aangeduid door de
secretaris conform artikel 162 §1 van het gemeentedecreet.
§4. Bij de aanduiding van personeelsleden zoals bepaald in §1
bepaalt de secretaris eveneens het bedrag, met een maximum
zoals bepaald in artikel 2 §1, en de termijn van de provisie
die beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 5. Verantwoordelijkheid provisiebeheerder
49

De provisiebeheerder is persoonlijk verantwoordelijk voor het
beheer van de toegekende provisie.
Artikel 6. Bewijs van uitgaven
De provisiebeheerder bewaart alle bewijsstukken en schrijft alle
gedane uitgaven in een staat van uitgaven met minstens de
vermelding van datum en bedrag.
Artikel 7. Aanzuivering provisie
§5. Indien de provisiebeheerder na gedane uitgave(n) zijn
provisie wil aanzuiveren, dan wendt hij zich tot de
rekenplichtige van de gemeentekas met zijn staat van uitgaven
en de daarbij horende bewijsstukken. De aanzuivering van de
provisie gebeurt minstens éénmaal per kwartaal.
§6. De rekenplichtige van de gemeentekas verifieert of de
staat van uitgaven overeenstemt met de erbij horende
bewijsstukken en controleert de bewijsstukken. Bij nietaanvaarde
uitgaven wordt door de rekenplichtige van de
gemeentekas hiervan een verslag opgemaakt.
§7. Bij aanvaarding van de uitgaven verricht de rekenplichtige
van de gemeentekas een overschrijving op een zichtrekening
van de gemeente, zoals vermeld in artikel 2 §2, voor het
totaalbedrag van de aanvaarde uitgaven.
§8. Uitgaven worden door de rekenplichtige van de gemeentekas
niet aanvaard indien het maximumbedrag, bepaald in artikel 3,
wordt overschreden.
§9. Indien bepaalde gedane uitgaven van de provisiebeheerder
door de rekenplichtige van de gemeentekas niet worden
aanvaard, bezorgt de rekenplichtige van de gemeentekas zijn
verslag aan de provisiebeheerder. Deze provisiebeheerder
noteert zijn opmerkingen en bezorgt het verslag opnieuw aan
de rekenplichtige van de gemeentekas. De rekenplichtige van
de gemeentekas vult dit verslag eventueel opnieuw aan en
bezorgt het verslag vervolgens aan de secretaris.
§10. De secretaris neemt een beslissing over de al dan niet
aanvaarding van (een deel van) de gedane uitgaven. Een kopij
van deze beslissing wordt overgemaakt aan de
provisiebeheerder en aan de rekenplichtige van de
gemeentekas.
§11. De provisiebeheerder kan tegen deze beslissing van de
secretaris inzake de niet-aanvaarding, beroep aantekenen bij
het college van burgemeester en schepenen, binnen een termijn
van 10 werkdagen, volgend op de ontvangst van de beslissing
van de secretaris zoals vermeld in §6.
§12. Een kopij van de beslissing van het college van
burgemeester en schepenen, zoals vermeld in §7, wordt
overgemaakt aan de provisiebeheerder en aan de rekenplichtige
van de gemeentekas.
Artikel 8. Verwerking in de boekhouding
De rekenplichtige van de gemeentekas bezorgt de uitgavenstaat en
de daarbij horende bewijsstukken aan de financiële dienst voor
de boekhoudkundige verwerking van de op provisie gedane
uitgaven. Een kopij van het ontvangstbewijs afgeleverd aan de
provisiebeheerder wordt aan de stukken toegevoegd.
Artikel 9. Controle door de financieel beheerder
De financieel beheerder of een door hem aangestelde persoon,
onder zijn verantwoordelijkheid, controleert éénmaal per jaar de
staat van uitgaven en de stand van de zichtrekening van de
provisiebeheerders, conform artikel 162, §3 van het
Gemeentedecreet.
Artikel 10. Beëindiging provisiebeheer
50

§4. Het beheer van een provisie door een provisiebeheerder kan
worden beëindigd door:
- eenzijdige beslissing door de secretaris;
- uitdiensttreding door de provisiebeheerder;
- verandering van dienst door de provisiebeheerder.
§5. Het beheer van een provisie door een provisiebeheerder,
verleend voor bepaalde termijn, wordt beëindigd bij het
verlopen van de bepaalde termijn, uitgezonderd de gevallen
bepaald in §1.
§6. De provisiebeheerder zuivert zijn provisie aan zoals
bepaald in artikel 7, binnen een termijn van tien werkdagen
na de datum van de beslissing van de secretaris zoals vermeld
in §1.
Artikel 10.
Dit inwerkingtreding van dit besluit gebeurt met ingang van 1
januari 2009.
Artikel 11.
Deze beslissing wordt opgenomen in de overzichtslijst voor de
provinciegouverneur.
27. VOORSTEL GOEDKEURING CONVENANT SCHOLENGEMEENSCHAP
KASTZE VOOR KORTE VERVANGINGEN SCHOOLJAAR 2008-2009.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Overwegende dat in het basisonderwijs vanaf het schooljaar 2008-
2009 de scholen in een samenwerkingsplatform een eigen beleid
kunnen voeren betreffende vervangingen van korte afwezigheden
van personeelsleden aangesteld in een wervingsambt van het
bestuurs- en onderwijzend personeel in functie van eigen lokale
noden en prioriteiten,
Overwegende dat de vervangingseenheden enkel kunnen worden
aangewend indien ze worden samen gelegd in een
samenwerkingsverband, meer bepaald: een scholengemeenschap
Overwegende dat de vervangingseenheden worden toegekend en
kunnen worden aangewend op voorwaarde dat een convenant werd
afgesloten tussen de betrokken schoolbesturen en minstens één
vakorganisatie.
Overwegende dat het schoolbestuur deel uitmaakt van de
scholengemeenschap KASTZE (119727)
Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de
betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar
personeel,
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 betreffende de
intergemeentelijke samenwerking, in het bijzonder de artikelen 2
§1, 6, 7 en 8,
Gelet op het Decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997, in het
bijzonder hoofdstuk VIII bis, afdeling 6 (zoals ingevoegd bij
onderwijsdecreet XVIII),
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
vervangingen van korte afwezigheden. Onder voorbehoud van
definitieve goedkeuring
Gelet op de ministeriële omzendbrief Pers/2005/23 van 16
november 2005: Vervangingen van korte afwezigheden in het basisen
secundair onderwijs,
Gelet op het model van OVSG,
51

Gelet op het akkoord tussen het beheerscomité en de
representatieve vakorganisatie(s) van 25/11/2008
Gelet op het protocol van akkoord van 25/11/2008 van
beheerscomité en de vakbondsorganisatie
Gelet op de gemeentewet
Gelet op het gemeentedecreet
Gelet op het feit dat er geen wijzigingen zijn aangebracht aan
het convenant,
Gelet op het schepencollegebesluit dd. 01.12.2008,
Beslist: met algemene stemmen
Art 1: Het convenant van de scholengemeenschap Kastze goed te
keuren.
Raadslid M. Fannes verlaat de zitting.
28. VOORSTEL GOEDKEURING INFRASTRUCTUURWERKEN
VERKAVELING VOOR PERCELEN GELEGEN BOGAERTSTRAAT TE
KAMPENHOUT.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op de aanvraag ingediend door WILLEMS Erwin (Consoorten
Willems en Vermuyten), Kasteelstraat 43 te 3071 Erps-Kwerps,
voor het verkavelen van grond gelegen Bogaertstraat te 1910
Kampenhout, bekend sectie C nr. 374 c, 375 c, 376 c, 377 d
(afd.3).
Gelet op het openbaar onderzoek dat plaats vond van 5/10/2007
tot en met 3/11/2007;
Gelet op de schepencollegebeslissing van 8 december 2008 waarbij
het openbaar onderzoek wordt gesloten;
Overwegende dat voor deze verkavelingsaanvraag volgende
uitbreidingen dienen aangebracht of aangepast te worden
aansluitend op de Bogaertstraat : wegverharding, plaatsen
riolering, straatkolken en huisaansluitingen, kabeldistributie,
gas, waterleiding, telefoon, elektriciteit en bijkomende
straatverlichting;
Gelet op de verbintenis om een strook grond van 8a00ca, zijnde
de aan te leggen wegenis, gratis af te staan aan de gemeente op
basis van een opmetingsplan;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 1996
tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24
september 1996 tot coördinatie van de wet van 29 maart 1962
houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de
stedenbouw inzonderheid de artikelen 56 en 57;
Aangezien de ontworpen wegenis zal aansluiten op het bestaand
deel van de Bogaertstraat.
Gelet op de ingediende plannen met o.a. het tracé van de
ontworpen wegenis, het verkavelingsplan en het extra plan met de
verbreding van de ontsluitingsweg;
Beslist : met 18 stemmen akkoord en 2 onthoudingen (R. Van
Ingelgom – NV-A, E. Torbeyns, Groen!).
Art. 1 : Het tracé van de ontworpen wegenis wordt goedgekeurd.
Art. 2 : De ontworpen wegenis dient uitgerust te worden met
wegverharding, plaatsen van riolering, straatkolken en
huisaansluitingen, kabeldistributie, waterleiding, gas,
telefoon en elektriciteit en bijkomende straatverlichting.
Art. 3 : De kosten voor de uitrustingswerken van de wegenis zijn
ten laste van de verkavelaar.
52

Art. 4 : Na de definitieve oplevering van de
infrastructuurwerken dient de wegenis, voor een oppervlakte van
8a00ca gratis afgestaan te worden aan de gemeente.
Art. 5 : De infrastructuurwerken moeten, beëindigd en voorlopig
opgeleverd zijn alvorens één lot van de verkaveling te verkopen.
Raadslid M. Fannes vervoegt de zitting.
29. VOORSTEL GOEDKEURING INTEKENING
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MILIEU –PERIODE 2009 T/M 2013
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit
overeenkomstig de voorschriften van de wet en in openbare
zitting bijeen;
Gelet op het feit dat de gemeente Kampenhout de vorige samenwerkingsovereenkomsten
2000-2004 en 2005-2007 heeft ondertekend en
dit ontegensprekelijk een meerwaarde heeft opgeleverd voor het
milieu en de natuur in de gemeente ;
Gelet op het schrijven van Mevr. Hilde Crevits, Vlaams minister
van Openbare Werken, Energie,Leefmilieu en Natuur dat ons op 14
januari 2008 werd overgemaakt en waarin de gemeenten uitgenodigd
werden om in te tekenen op de samenwerkingsovereenkomst 2008-
2013;
Gezien het feit dat de Gemeenteraad Kampenhout in zitting van 10
04.2008 de SO 2008-2013 ondertekend heeft voor de jaargang 2008;
Aangezien het een doelstelling van de gemeente is om
continuïteit te leggen in haar gemeentelijk milieubeleid;
Gelet op het akkoord van het College van Burgemeester en
Schepenen dd. 24.11.2008, om in te tekenen op de
samenwerkingsovereenkomst voor het basisniveau, het
onderscheidingsniveau en de projecten voor de periode 2009-2013;
Gelet op het advies van de M.A.R.K. dd. 19.11.2008 om de
gemeenteraad positief te adviseren over het intekenen op de
samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2009-2013;
Beslist : met algemene stemmen
Artikel 1
De Samenwerkingsovereenkomst (contracttekst 2008-2013) tussen de
Gemeente Kampenhout en het Vlaamse Gewest te ondertekenen voor
de werkingsjaren 2009-2013 via bijgevoegd
ondertekeningsformulier, meer bepaald voor de basis, het
onderscheidingsniveau en projecten;
30. VOORSTEL GOEDKEURING PRINCIEPSBESLISSING
EINDEJAARSTOELAGE 2008
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig
de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen;
Gelet op het collegebesluit dd.15.12.2008 houdende de goedkeuring
eindejaarstoelage 2008;
Gelet op artikel 135 van het Besluit van de Vlaamse regering van
7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de
personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het
mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het
provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de
rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn;
53

Gelet op het ontwerp van het Sectoraal Akkoord 2008 – 2013 van 19
november 2008;
Gelet op de voorziene verhoging in het ontwerp van het Sectoraal
akkoord 2008 – 2013 van het forfaitair deel van de eindejaarstoelage
met 250 euro voor de personeelsleden van niveau C, D en E;
Beslist : met algemene stemmen
Artikel 1. Het forfaitair gedeelte van de eindejaarstoelage
2008 wordt verhoogd met 250 euro voor de
personeelsleden die op 1 december 2008 behoren tot
het niveau C, D en E.
Artikel 2. Afschrift van onderhavige beslissing zal voor verder
gevolg aan de bevoegde overheid worden toegestuurd.
31. AGENDAPUNT VLAAMS BELANG: “HANGJONGEREN”.
De Gemeenteraad,
Bijeengeroepen en vergaderd in voldoende aantal, dit overeenkomstig
de voorschriften van de wet en in openbare zitting bijeen;
De Vlaams Belang fractie Kampenhout wou het hierna volgende punt
uitstellen tot januari maar omwille van praktische redenen
achten we het noodzakelijk dit eerder in te dienen.
Het stadsfenomeen van de “hangjongeren” heeft zich blijkbaar
naar het platteland uitgebreid.
Op verschillende plaatsen in Kampenhout is er een toename van
vandalisme, druggebruik en de hiermee gepaard gaande
onveiligheid.
Het Vlaams Belang vroeg al eerder aan de politie een verscherpt
toezicht in de omgeving van Tonzent/chiro. Regelmatig zijn er
ook klachten van overlast achter de sporthal.
Het Vlaams Belang stelt dan ook voor een aanvraag tot
cameratoezicht in te dienen voor die locaties.
Tijdens de bibliotheekraad van 8 december bleek echter dat ook
het bibliotheekgebouw en vooral de inkomhal hiervan, te kampen
heeft met vandalisme, graffiti en overlast door druggebruik. De
raad achtte het dan ook opportuun een aanvraag tot plaatsing van
camera’s in te dienen. De bibliothecaris zal zich hiervan
kwijten.
Aangezien er dus meerdere plaatsen in aanmerking komen is het
misschien praktisch dat de gemeente de verschillende aanvragen
tot cameraplaatsing bundelt en nagaat of er nog kwetsbare
locaties zijn. De politie is in deze zeer zeker een goede
informant.
Schepen G. De Vroe: Dit is besproken op de bibliotheekraad. Op
langere termijn zal bekeken worden of het mogelijk is om
camera’s te plaatsen. Het is voorgelegd aan het schepencollege
maar er is nog geen overeenkomst gekomen.
Burgemeester J. Meeus: Er moeten plaatsen zijn voor de
“hangjongeren”. Er mag natuurlijk geen vandalisme zijn. De
politie patrouilleert regelmatig en er zal bijkomende
verlichting geplaatst worden.
De Gemeentesecretaris
De Burgemeester-Voorzitter
D. COUCKE J. MEEUS
54