13.03.2014 Views

LESTIPS - Jeugdboekenweek

LESTIPS - Jeugdboekenweek

LESTIPS - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>LESTIPS</strong><br />

zesde leerjaar<br />

Stichting Lezen presenteert<br />

EEN<br />

ZEE<br />

VAN<br />

TIJD<br />

JEUGDBOEKENWEEK<br />

2 4 1 7 MAART 20 1 3<br />

www.jeugdboekenweek.be


Inleiding<br />

Tijd voor boeken<br />

In 2013 neemt de <strong>Jeugdboekenweek</strong> de tijd. Ze kijkt naar het verleden en richting toekomst, telt de dagen<br />

van de week en ziet de seizoenen passeren. Ze is opgejaagd en ze verveelt zich. Ze denkt na over de eeuwigheid.<br />

Ze zet de tijd stil. Ze zoekt het juiste verhaal en laat het voor altijd duren.<br />

Laten we eerlijk zijn : boeken delen vinden we één van de leukste dingen die er zijn. Deze bundel wil je dan<br />

ook uitnodigen om boeken naar de klas te halen en om je klas onder te dompelen in een wereld van verhalen.<br />

Boeken in de klas<br />

Ter gelegenheid van de <strong>Jeugdboekenweek</strong> 2013 stelde Stichting Lezen samen met een redactie uit het onderwijs<br />

zes boekenpakketten samen. Elk pakket bestaat uit een gevarieerde selectie van zes bijzondere boeken<br />

over tijd, met aandacht voor verschillende genres. Scholen bestellen de pakketten met korting<br />

via www.jeugdboekenweek.be.<br />

Je kan deze boeken aan je klas tonen en voorlezen. Maar er kan meer ! Deze bundel biedt een uitgewerkte<br />

lessuggestie bij elk boek uit de boekenpakketten. Elke lessuggestie volgt hetzelfde stramien :<br />

––<br />

Aanzet : manieren om het boek te introduceren<br />

––<br />

Verwerkingsactiviteiten : tips voor een creatieve verwerking of nabespreking<br />

––<br />

En verder : extra – kortere – ideeën om met het boek aan de slag te gaan,<br />

in de <strong>Jeugdboekenweek</strong> óf daarna.<br />

Verder noemt elke tip de concrete eindtermen en ontwikkelingsdoelen die je met deze activiteiten realiseert.<br />

Met de klas naar de bib<br />

In opdracht van de bibliotheken schreef Kristien Dieltiens een spannend, historisch vervolgverhaal<br />

voor <strong>Jeugdboekenweek</strong> 2013 : Loewie en het mysterieuze boek. Benjamin Leroy maakte er ontwapenende<br />

prenten bij, vol historische details.<br />

Het verhaal begint in de bib : een mysterieus boek en een amulet nemen Loewie mee terug in de tijd. Wil hij terug<br />

naar 2013 reizen, dan moet hij een reeks tijdvakken doorlopen. Hij start in de prehistorie, en ontmoet later<br />

Egyptenaren, Grieken, Vikingen en zelfs Christoffel Columbus. Tijdvakken opschuiven kan als hij raadsels<br />

oplost en opdrachten uitvoert. Individuele bezoekers en klassen kunnen Loewie daarbij een handje helpen :<br />

neem dus zeker contact op met de bib in je buurt ! In het verhaal zitten bovendien tal van aanknopingspunten<br />

met het <strong>Jeugdboekenweek</strong>-thema : de evolutie van mode, geloof, speelgoed, eten en gewoontes door<br />

de eeuwen heen bijvoorbeeld.<br />

Het verhaal staat op panelen in je lokale bib, en kan je downloaden via www.jeugdboekenweek.be om thuis<br />

van te genieten of in de klas mee te werken.<br />

2 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Tot slot<br />

Luisterpunt<br />

Moeilijke lezers in de klas ? Dankzij een samenwerking met Luisterpunt zijn alle boeken uit de pakketten<br />

(behalve die voor kleuters en enkele boeken voor het eerste leerjaar) als Daisy-boek verkrijgbaar<br />

voor kinderen met een leesbeperking. Meer info op www.luisterpunt.be.<br />

Altijd voorlezen<br />

2013 is Jaar van het Voorlezen ! Het hele jaar lezen we met z’n allen massaal voor. Ook tijdens de <strong>Jeugdboekenweek</strong><br />

natuurlijk, en ook aan kinderen die al lang zelf kunnen lezen. De website www.voorlezen.be verzamelt<br />

alle informatie over voorlezen.<br />

Kinderen toegelaten<br />

www.jeugdboekenweek.be is er voor volwassenen, met alle info over de <strong>Jeugdboekenweek</strong>, én voor kinderen.<br />

Vanaf februari vinden zij er boekentips, weetjes en spelletjes, en een overzicht van de <strong>Jeugdboekenweek</strong>activiteiten<br />

in hun buurt. Leuk voor tussendoor in de klas!<br />

Van uw reporter ter plaatse<br />

De <strong>Jeugdboekenweek</strong> start op zaterdag 2 maart 2013 met de 24 Uur van de <strong>Jeugdboekenweek</strong>. Eerst wordt<br />

op zaterdagmiddag de Cultuurprijs 2011-2012 voor Jeugdliteratuur uitgereikt. Daarna is het 24 uur lang<br />

non-stop al jeugdboeken wat de klok slaat. Boekhandels, bibliotheken en andere bijzondere leesplekken<br />

trekken de <strong>Jeugdboekenweek</strong> op gang met lezingen, workshops, tentoonstellingen … De site doet verslag<br />

in woord en beeld – ook ná deze eerste 24 uur. Doet u iets in uw school tijdens de <strong>Jeugdboekenweek</strong>?<br />

Laat het ons zeker weten !<br />

Maar blader nu vooral snel verder, krijg de smaak te pakken en breek de grenzen van de <strong>Jeugdboekenweek</strong> open.<br />

Want leesplezier laat zich niet vangen in twee weken !<br />

Veel succes!<br />

Stichting Lezen<br />

<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


<strong>LESTIPS</strong> BIJ boekenpakketten<br />

VAN JEUGDBOEKENWEEK 2013<br />

zesde leerjaar<br />

– Aan de kant, ik ben je oma niet ! – Bette Westera en Sylvia Weve (ill.) (Gottmer, 2012)<br />

– Groeten uit 2030 – Jan Paul Schutten (Davidsfonds/Infodok, 2011)<br />

– Het wonderkabinet – Brian Selznick (De Boekerij, 2012)<br />

– Mijn straat – Paul De Moor en Stefanie De Graef (ill.) (Lannoo, 2012)<br />

– Mister Orange – Truus Matti (Leopold, 2011)<br />

– Momo en de tijdspaarders – Michael Ende (Lemniscaat, 2009)<br />

4 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Lestip<br />

1<br />

Aan de kant, ik ben je oma niet !<br />

Bette Westera en Sylvia Weve (ill.)<br />

Gottmer, 2012<br />

Over het boek<br />

Aan de slag<br />

Aanzet<br />

Dit boek is eigenlijk een wandeling door een verzorgingstehuis. Dat lijkt misschien nogal saai<br />

en belegen, maar dat is het beslist niet ! Over elke bejaarde krijg je twee gedichten. Eentje over<br />

hun leven nu en eentje van toen ze jong waren met hun eigen dromen en verlangens. Zo begrijp je<br />

plots veel beter waarom mevrouw Van der Marel ineens haar kleren uitdoet op de gang of tijdens<br />

de bingo. Of je snapt waarom twee kinderen mevrouw Verweerd hebben geadopteerd.<br />

De gedichten zitten vol humor en vaart, maar zetten ook aan het denken. De uitklapillustraties<br />

zijn levendig met hier en daar een fluotint of zelfs wat goud.<br />

Is er een rust- en verzorgingstehuis in de buurt van je school ? Maak een afspraak om er langs te<br />

gaan. Bespreek vooraf met het personeel welke mensen benaderbaar zijn en wat de kinderen hen<br />

zoal kunnen/mogen vragen. Laat de kinderen enkele bewoners interviewen. Hoe is hun leven nu ?<br />

Hoe ziet een dag in het rusthuis eruit ? Hoe was hun leven vroeger ? Wat is anders ? Wat is hetzelfde ?<br />

Laat je kinderen met de bewoners een activiteit verzinnen om samen te doen. Zo kunnen ze samen<br />

een wandeling maken, samen iets koken, samen dansen, zingen of oude volksspelen doen,<br />

verhalen voorlezen aan elkaar …<br />

Nederlands – 2 Spreken – 2.2<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

Wereldoriëntatie – 4 Maatschappij – 4.8 – 4.9<br />

Verwerkingsactiviteiten<br />

Het boek belicht twaalf mensen, in telkens twee gedichten. Lees gedurende ongeveer twee weken<br />

samen het boek, waarbij elke dag één bewoner aan de beurt komt. Lees de gedichten zelf voor,<br />

of vraag elke dag een ander kind van je klas.<br />

– Mevrouw Van Veen<br />

––<br />

Nu : Deze dame is vaak alleen. Zoek op in de tekst : Waarom vinden de zusters<br />

‘alleen-zijn’ niet goed ? Wat vindt mevrouw Van Veen hiervan ? Hou een gesprek :<br />

Van vinden de kinderen hiervan ? Wat vinden zij leuk/niet leuk aan alleen zijn ?<br />

––<br />

Vroeger : Mevrouw Van Veen is moeder van een zevenling. Breng het boek Feodoor<br />

heeft zeven zussen (zie: Bibliografie) mee naar de klas en lees het ter illustratie voor.<br />

Hoe moet het zijn om een zevenling groot te brengen ? Haar alleen-zijn nu staat<br />

in groot contrast tot de drukte van haar grote gezin vroeger. Ga op zoek naar nog<br />

meer tegenstellingen en bouw daar twee woordvelden mee op : ‘nu’ en ‘vroeger’.<br />

5 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


––<br />

Het bad komt als thema terug in de twee gedichten. Sta met de kinderen even stil bij<br />

de badcultuur doorheen de eeuwen en in verschillende culturen. Wat is een badhuis<br />

of hamam ? Wie heeft er allemaal een aparte badkamer in huis ? Geef de kinderen<br />

de opdracht hun ouders en grootouders te bevragen : Hoe was dat bij hun ouders ?<br />

Grootouders ?<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

Nederlands – 7 (Inter)culturele gerichtheid<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

– Meneer Van Bemmelen<br />

––<br />

Nu : Alle zusters vinden meneer Van Bemmelen “zo lelijk als de nacht”. Wat betekent<br />

dat ? En wat betekent “Jij bent moeders mooiste niet” ? Laat de kinderen op zoek gaan<br />

(in woordenboeken, op internet) naar alternatieve spreekwoorden of zegswijzen die<br />

de zusters zouden kunnen gebruiken. Laat hen er ook zelf verzinnen : ‘zo lelijk als …’,<br />

‘zo gerimpeld als …’ , ‘zo oud als …’. Hou een gesprek. Wat gebeurt er met<br />

je lichaam als het ouder wordt ? (Je krijgt rimpels, je vel gaat hangen, je schouders<br />

gaan krommen …). Hoe ziet Meneer Van Bemmelen er volgens de kinderen uit ?<br />

Laat hen een portret tekenen.<br />

––<br />

Vroeger : Meneer Van Bemmelen had een huisdier, een lelijk hondje met schele ogen.<br />

Men zegt wel eens dat hondjes op hun baasje lijken, of baasjes op hun hondje.<br />

Surf naar http://plazilla.com/nieuw-onderzoek-bevestigt-het-honden-lijken-echtop-hun-baasjes.<br />

Bekijk de foto’s van de hondjes en baasjes. De kinderen gaan<br />

daarna op zoek naar de afbeelding van een hond waar ze zelf een baasje bij tekenen.<br />

Of laat hen in tijdschriften en kranten een passende foto van een baasje zoeken.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

– Het echtpaar Roest-van Remmerswaal<br />

––<br />

Nu : Het echtpaar is erg verbitterd, verzuurd. Laat de kinderen in de tekst opzoeken<br />

waarom dat zo is.<br />

––<br />

Vroeger : Isabel had eigen dromen die ze niet mocht volgen. Laat de kinderen<br />

opzoeken welke dromen ze najaagde, wat haar ouders daarvan vonden en welke<br />

<br />

6 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


dromen en verwachtingen haar ouders op hun beurt hadden. Trek het gesprek open<br />

naar de situatie van de klas. Welke toekomstdromen hebben de kinderen in je klas ?<br />

Wat verwachten hun ouders ? Komen die dromen/verwachtingen overeen ? Vinden<br />

de kinderen dat ze hun hart moeten volgen of dat ze de raad van hun ouders moeten<br />

opvolgen ? Laat de kinderen zichzelf schetsen, in tekst of beeld : ‘Als ik 20 ben, dan …’,<br />

‘Als ik 30 ben, dan …’, etc. Koppel daarna terug naar het eerste gedicht over<br />

het echtpaar. Kijken ze nu met andere ogen naar het koppel ? Kunnen ze de bitterheid<br />

en negativiteit beter plaatsen ?<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.3<br />

– Meneer Bartels<br />

––<br />

Nu : Meneer Bartels brengt veel tijd door aan het graf van zijn vrouw. Waarom legt hij<br />

mandarijnen bij haar graf ? Bezoek samen een begraafplaats. Hoe gedenken mensen<br />

hun overledenen ? Hou een gesprek en ga op zoek naar voorbeelden in andere<br />

culturen. Op www.tradities.be vind je heel wat informatie over christelijke, joodse<br />

en islamitische afscheidsrituelen (www.tradities.be/tradities_detail.php?id=78,<br />

www.tradities.be/tradities_detail.php?id=98, www.tradities.be/tradities_detail.<br />

php?id=86). Ook deze site bevat een heleboel informatie over rituelen rond sterven<br />

en rouw in verschillende culturen : www.huisarts-migrant.nl/index.php/rituelenrond-sterven-en-rouw/).<br />

––<br />

Vroeger : Meneer Bartels was jongleur, al wist hij het eerst zelf niet. Hou een gesprek.<br />

Wat doet een jongleur ? Breng circusmateriaal mee naar de klas, zoals jongleerballen,<br />

jongleerkegels, jongleerringen, een diabolo, Chinese borden … Je kan die huren<br />

via een professionele jongleervereniging. Of je vraagt een professional die<br />

een circusworkshop kan komen geven. In Gent biedt de Circusplaneet bijvoorbeeld<br />

lessenreeksen en workshops aan.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

Wereldoriëntatie –3 Mens – 3.1<br />

Nederlands – 7 (Inter)culturele gerichtheid<br />

– Meneer en mevrouw Van der Marel<br />

––<br />

Nu : Wat is er met mevrouw Van der Marel aan de hand ? Waarom kleedt ze zich<br />

zomaar uit tijdens het eten ? Ze wordt vergeetachtig, is waarschijnlijk dementerend.<br />

Weten kinderen wat ‘dementie’ betekent ? En wat het betekent voor de persoon<br />

in kwestie ? En voor zijn of haar omgeving ? Geef De ogen van Sitting Bull (zie:<br />

‘Lestips vierde, vijfde leerjaar’) mee als leestip. Dat boek geeft heel mooi de invloed<br />

aan van dementie op de dementerende en zijn of haar omgeving.<br />

––<br />

Vroeger : Wat was het beroep van mevrouw Van der Marel ? Laat het de kinderen<br />

opzoeken in de tekst. Gaat het om een doorsnee beroep ? (Ze was een stripteaseuse).<br />

Hou een gesprek. Hebben de kinderen een duidelijk beeld van wat zij later willen<br />

worden ? Welk beroep zouden zij graag uitoefenen ? Laat hen die toekomstdroom<br />

in een naamgedicht gieten. Elk kind schrijft zijn naam verticaal neer, elke letter<br />

van de naam wordt een nieuwe regel van het gedicht. Voor een kind dat Emiel heet,<br />

wordt dat bijvoorbeeld :<br />

7 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


“E en uitvinder word ik later<br />

M eer een bouwer en geen prater<br />

I k zwem graag<br />

E n heb veel moed<br />

L ekkere frietjes vind ik goed.”<br />

(Bron : www.de-hooiberg.nl/podcastproject/handleidingen/handleiding_een_gedicht_schrijven.pdf)<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.3<br />

– Mevrouw Verweerd<br />

––<br />

Nu : Mevrouw Verweerd werd door twee kinderen als oma geadopteerd. Kan dat ?<br />

Wat is adoptie ? Leg het boek Mag je zelf een mama en een papa kiezen ? Vragen<br />

van en voor kinderen over adoptie (zie: Bibliografie) op de leestafel voor kinderen<br />

die zich verder in het onderwerp willen verdiepen. Geef de kinderen de opdracht<br />

een brief te schrijven naar mevrouw Verweerd waarin ze haar vragen hun oma<br />

te worden. Wat vinden zij belangrijk ? Waar moet een oma volgens hen aan voldoen ?<br />

––<br />

Vroeger : Mevrouw Verweerd is ongewild kinderloos. Dat thema ligt dus gevoelig,<br />

bijvoorbeeld als een wildvreemde jongen op straat ‘Oma’ naar haar roept. Aan<br />

de slotzin van dit gedicht heeft het boek de titel ontleend. Het zou een uitspraak<br />

kunnen zijn van een oma uit de komische reeks Benidorm Bastards. Bekijk samen<br />

met de kinderen een aflevering, of een fragment op YouTube. Wat vinden zij van<br />

het programma ? Hou een gesprek over respect. In sommige culturen is het respect<br />

voor ouderen erg diep geworteld. Zo mag je in Senegal bijvoorbeeld iemand<br />

die ouder is nooit tegenspreken. Hoe gaat men in België om met oudere mensen ?<br />

Vroeger woonden de grootouders gewoon mee in, en zorgden de kinderen voor hen<br />

als het niet meer ging. Die trend komt stilaan terug via het kangoeroewonen<br />

of zorgwonen. Wat vinden de kinderen hiervan ?<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

– Mevrouw De Vries<br />

––<br />

Nu : Mevrouw De Vries klautert overal op en onder, heeft last van een rusteloos gevoel.<br />

Begrijpen de kinderen dat ? Of moeten mensen van tachtig stil in hun stoel voor<br />

het raam zitten wachten tot de dag voorbij is ? Lees het interview in Humo<br />

nr. 3752/31 met Florentinus Van Den Eede, 90 jaar en uitbater van een snoepwinkel<br />

(www.humo.be/humo-archief/147065/lang-zullen-ze-werken-70-plussers-over-hunjob).<br />

Waarom blijft Florentinus werken ? Kan je elk beroep blijven uitoefenen<br />

tot je stokoud bent ? Welke beroepen wel/niet ? Waarom wel/niet ?<br />

––<br />

Vroeger : Mevrouw De Vries was acrobate in het circus. Laat de kinderen in boetseerklei<br />

de menselijke piramide bouwen waarlangs Nicolien naar boven klimt. Elke<br />

leerling maakt één figuur. Breng deze samen tot één grote acrobatische piramide.<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

Muzische vorming – 5 Media – 5.5<br />

8 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

– Meneer Van Mandersloot<br />

––<br />

Nu : Meneer Van Mandersloot is een veteraan. Wat is dat ? In welke oorlog was hij<br />

soldaat ? Hij krijgt een brief van de koningin en weet niet goed hoe hij de brief moet<br />

beantwoorden. Hoe spreek je de leden van de koninklijke familie aan ? Hoe is<br />

je briefaanhef ? Oefen op formele en informele briefwisseling, briefaanhef,<br />

ondertekenen …<br />

––<br />

Vroeger : Na het verlovingsfeest werd ‘de uitzet’ bijeengespaard. Wordt dat<br />

tegenwoordig nog gedaan ? Laat de kinderen dat navragen bij hun ouders.<br />

Hoe kregen zij hun huisraad bij elkaar ?<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.2<br />

Nederlands – 7 (Inter)culturele gerichtheid<br />

– Meneer Van Dam<br />

––<br />

Nu : Meneer Van Dam verblijft overdag in het rusthuis, maar blijft er niet slapen.<br />

Hoe komt dat ? Waarom slaapt hij tussen de viooltjes ? Wie heeft de nacht al eens<br />

in open lucht doorgebracht ? Is dat hetzelfde als slapen in een tent ? Wat voor gevoel<br />

geeft slapen in open lucht ?<br />

––<br />

Vroeger : Meneer Van Dam koos bewust voor het leven als dakloze. De meeste<br />

daklozen kiezen echter niet voor een thuisloos leven. Vaak ging er een hele lijdensweg<br />

aan vooraf. Laat de kinderen op zoek gaan naar de oorzaken voor dakloosheid,<br />

hoeveel daklozen er in ons land leven, hoe en waar ze in de winter opgevangen<br />

kunnen worden … Handige links zijn : www.belgium.be/nl/huisvesting/sociale_<br />

huisvesting/dakloos en www.mi-is.be/be-nl/doc/armoedebeleid/daklozengids.<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

ICT – 1<br />

ICT – 6<br />

– Meneer Zeybek<br />

––<br />

Nu : Wat bedoelt de schrijfster met “En Eser zelf ? Die glimt nog wel het meest.”<br />

Wat is echte Turkse thee ? Laat het de kinderen opzoeken (cf.: http://nl.wikipedia.<br />

org/wiki/Turkse_thee).<br />

––<br />

Vroeger : Meneer Zeybek kwam als migrant naar Nederland en nam de enige baan<br />

die hij kon krijgen : poetsen. Hij droomde ervan een eigen schoonmaakbedrijf<br />

op te richten. Heeft hij zijn droom kunnen verwezenlijken ? Wie heeft zijn bedrijf<br />

overgenomen ? Laat de kinderen uitzoeken welk werk de eerste generatie migranten<br />

(Turken, Marokkanen, Italianen, Joegoslaven …) in de jaren ’60 in ons land<br />

uitvoerden. Hoe werd er toen over hen gesproken ? Kennen de kinderen de term<br />

‘gastarbeider’ nog ? (cf. http://nl.wikipedia.org/wiki/Gastarbeider).<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

ICT – 1<br />

ICT – 6<br />

9 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


– De dames Jansen en Verbruggen<br />

––<br />

Nu : Nu het kan, treden Yvonne en Annet in het huwelijk. Laat de kinderen uitzoeken<br />

sinds wanneer het homohuwelijk in België/Nederland wettelijk is toegestaan<br />

(cf. http://nl.wikipedia.org/wiki/Homohuwelijk).<br />

––<br />

Vroeger : Toen ze jong waren, durfden de dames hun liefde voor elkaar niet hardop<br />

uitspreken. Hoe werd er vroeger over homoseksualiteit gedacht en gesproken ?<br />

Hoe wordt er in veel landen nu nog over homoseksualiteit gedacht ? Wat vinden<br />

de kinderen hiervan ?<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

ICT – 1<br />

ICT – 6<br />

– Meneer Van Henegouwen<br />

––<br />

Nu : Meneer Van Henegouwen ligt op sterven. Hebben de kinderen al iemand<br />

in hun nabije omgeving weten doodgaan ? Lees het boek Kleine Pieter deed open<br />

(zie: Bibliografie) voor, of lees het samen. Hou een gesprek over doodgaan,<br />

over afscheid nemen en afscheidsrituelen. Wat is het verschil tussen iemand jong<br />

en iemand oud die sterft ?<br />

––<br />

Vroeger : Wat was het beroep van meneer Van Henegouwen ? Hoe kijken zijn zonen<br />

aan tegen de dood ?<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

En verder<br />

– Brief<br />

Laat de kinderen een brief schrijven aan een van de personages.<br />

Bibliografie<br />

– Dialoog<br />

Laat de kinderen een dialoog uitschrijven tussen verschillende personages. Wat gebeurt er<br />

bijvoorbeeld wanneer mevrouw Van Veen meneer Bartels tegenkomt ? Wat hebben ze elkaar<br />

te vertellen ?<br />

Nederlands – 5 Strategieën 5.1<br />

“70-plussers over hun job” – Annemie Bulté. In : Humo 31 juli 2012 nr. 3752/31, p. 35-36<br />

De ogen van Sitting Bull – Mireille Geus (Lemniscaat, 2011)<br />

Feodoor heeft zeven zussen – Marjet Huiberts en Sieb Posthuma (ill.) (Gottmer, 2006)<br />

Kleine Pieter deed open – Paul Verrept en Randall Caesar (ill.) (De Eenhoorn, 2011)<br />

Mag je zelf een mama en een papa kiezen ? Vragen van en voor kinderen over adoptie – Evelien<br />

de Vlieger (Mozaïek, 2002)<br />

<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Lestip 2<br />

2<br />

Groeten uit 2030<br />

Jan Paul Schutten<br />

Davidsfonds/Infodok, 2011<br />

Over het boek<br />

Aan de slag<br />

Aanzet<br />

Nieuwsgierig naar hoe je leven eruit zal zien als je 42 jaar oud bent ? Jan Paul Schutten helpt je<br />

een handje. Elk hoofdstuk in dit boek begint met een bericht uit 2030 naar jou vandaag. Soms<br />

ziet die toekomst in 2030 er goed uit, soms een pak somberder. Misschien worden er robots<br />

uitgevonden die je bij alles kunnen helpen, of krijg je een chip ingeplant waarmee je je gezondheidstoestand<br />

op de voet kan volgen. In de toekomst eet je misschien geen biefstuk meer,<br />

maar gebakken wormen. In wat voor huis zal je wonen, op welke brandstof zal je auto rijden ?<br />

En zal er nog een stukje natuur overblijven ?<br />

Een informatief boek voor jonge voorspellers en uitvinders waarin de toekomstwetenschap<br />

op een bevattelijke en aantrekkelijke manier wordt gebracht.<br />

Toon de cover van het boek. Het lijkt wel een ansichtkaart uit de toekomst. Vraag de kinderen<br />

vooraf even stil te staan bij het jaartal 2030. Hoe oud zullen ze dan zijn ? Waar denken ze dan zelf<br />

te staan in het leven ? Hoe zien ze zichzelf over 18 jaar ? Laat hen een levenslijn uittekenen,<br />

van hun geboortejaar tot 2030. Laat hen alle belangrijke gebeurtenissen uit hun verleden en heden<br />

al optekenen (bijv. : leren lopen, leren fietsen, het wisselen van de eerste melktand, voor het eerst<br />

naar school …) en laat hen hun eigen toekomst verzinnen (bijv. : studeren of snel gaan werken,<br />

trouwen, samenwonen of alleen blijven, kinderen krijgen of net niet, reizen, werken …). Vraag hen<br />

de levenslijn 18 jaar later nog eens opnieuw te bekijken. Zullen ze er dan om moeten lachen ?<br />

Dat is wat de schrijver zegt op pagina 7 : “Wil je lachen ? Lees dit boek dan in 2030 !”<br />

Elk hoofdstuk begint met een brief uit het jaar 2030. Laat de kinderen ook een brief schrijven<br />

uit de toekomst : als oma of opa aan hun kleinkind, over het speelgoed waarmee ze speelden.<br />

Aan een topchef uit een restaurant over hun lievelingseten. Aan een architect over het huis<br />

waarin ze woonden. Je kan je leerlingen ook een brief laten schrijven naar de toekomst.<br />

Over hoe zij het nu ervaren naar school te gaan, wat ze eten, waarmee ze spelen …<br />

Wereldoriëntatie – 5 Tijd – 5.5<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.3<br />

Verwerkingsactiviteiten<br />

Zorg voor verschillende exemplaren van dit boek. Elk hoofdstuk behandelt een ander thema.<br />

Pik er elke dag een thema uit. Onderstaande suggesties kunnen je op weg helpen om dit boek<br />

samen te lezen en te beleven. Laat de keuze voor de thema’s afhangen van de interesses van je klas.<br />

<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


– Hoofdstuk vooraf – Overal techniek<br />

––<br />

Op pagina 10 wordt ‘de kracht van de verdubbeling’ uitgelegd. Geef de kinderen<br />

de opdracht het gedachte-experiment te laten narekenen. Laat het ook toepassen<br />

op een reële situatie (bijv. : de afstand thuis-school). Je kan de resultaten in een grafiek<br />

laten zetten op de computer.<br />

––<br />

Op pagina 11 en 12 gaat het over wegwerpcomputers. De kinderen verzinnen nu<br />

zelf waarin ze een chip zouden verwerken, en enkele mogelijke toepassingen.<br />

Die werken ze uit in een reclamefolder, in tekst (met leuke slogan) en beeld.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.3<br />

– Hoofdstuk 1 – Een rondje door je nieuwe huis<br />

4 Wonen<br />

Op pagina 15 worden ‘levende en slimme huizen’ beschreven. Geef de kinderen als opdracht<br />

een tekening of ontwerp van een van deze huizen maken via Floorplanner op de computer<br />

(cf. http://nl.floorplanner.com). Laat hen het ontwerp eventueel uitwerken tot een maquette.<br />

ICT – 5<br />

4 Computerpapier<br />

Op pagina 17 en 18 wordt voorspeld dat een computer zo dun en zo buigzaam als papier wordt.<br />

Zo zou je je computer kunnen opvouwen en makkelijk meenemen. Laat de kinderen nog meer<br />

mogelijke digitale evoluties bedenken. Verdeel de klas in groepjes en laat elk groepje een lijst<br />

aanleggen. Vergelijk na afloop de lijstjes. Kijk waar ze elkaar overlappen en/of aanvullen.<br />

Wereldoriëntatie – 2 Techniek en samenleving – 2.17<br />

– Hoofdstuk 2 – Ruimteschip aarde<br />

In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij brandstof en energie, en hoe wij daar mee omspringen.<br />

Hou een debat. Schrijf alle argumenten pro en contra voor de verschillende brandstoffen<br />

en energiebronnen (olie, steenkool, aardgas, kernenergie, biobrandstof, wind- en waterenergie,<br />

zonne-energie) op strookjes (zie : vanaf p. 24). De argumenten neem je over uit het boek.<br />

Elke leerling krijgt één strookje dat hij of zij voorleest (of laat hen de argumenten rechtstreeks<br />

uit het boek voorlezen). De samenvatting lees je zelf. Wat vinden de kinderen zelf ? In welke<br />

energiebronnen moet er volgens hen worden geïnvesteerd ? Bijkomende argumenten zoeken ze<br />

in We hebben maar één planeet en Een beter milieu : energie besparen (zie : Bibliografie),<br />

en op internet.<br />

Wereldoriëntatie – 2 Techniek en samenleving – 2.17<br />

Wereldoriëntatie – 1 Natuur – 1.6 – 1.23 – 1.24 – 1.25 – 1.26<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

– Hoofdstuk 3 – Van zo viezig als een mens tot zo schoon als een mier<br />

4 Groepsdomheid<br />

Sta vooraf even stil bij hoe mensen omgaan met hun omgeving, hoe ze de planeet plunderen<br />

en steeds meer vervuilen. Leg het boek Een ronde tafel in het regenwoud (zie: Bibliografie)<br />

op de leestafel. Eén van de mechanismen die vervuiling in de hand werkt, is groepsdomheid.<br />

‘Als dit probleem echt zo erg was, dan zouden ze er toch wel wat aan doen ?’ is een gevaarlijke<br />

gedachte die in de hoofden van veel mensen zit. Hierover lees je meer op pagina 39 : “Eén mens<br />

is dom, twee mensen zijn dommer.”<br />

2<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Ga naar aanleiding van dat citaat op zoek naar voorbeelden van groepsdomheid en groepswijsheid,<br />

in het boek maar ook in de klas. Zijn er situaties in de klas waarop deze theorie van toepassing is,<br />

zoals bijvoorbeeld bij pesten ? Om groepsdomheid om te zetten in groepswijsheid kan je met<br />

je klas een aantal groepsbevorderende, niet-competitieve spellen spelen. Inspiratie vind je hier :<br />

www.dehogerielen.be/sites/default/files/hoge-rielen/natuur-avontuur/handleiding%20<br />

teambuildingskoffer.pdf.<br />

Wereldoriëntatie – 1 Natuur – 1.6 – 1.23 – 1.24 – 1.25 – 1.26<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

4 Duurzaam speelgoed<br />

Op pagina 40 lees je onder ‘Een nieuwe manier van denken’ over duurzaam speelgoed.<br />

Vraag de kinderen naar aanleiding hiervan thuis een inventaris maken van hun speelgoedkast.<br />

Waar spelen ze nu mee ? Waar speelden ze vroeger mee ? Maak van al deze lijstjes één grote klaslijst.<br />

Verdeel je klas in groepjes. Geef elk groepje een andere opdracht. Eén groep verdeelt het speelgoed<br />

volgens educatieve waarde en speeldoel, een andere groep volgens materiaal waaruit<br />

het vervaardigd is. Nog een andere groep kan het speelgoed indelen volgens levensduurte.<br />

Leg de lijstjes naast elkaar. Bekijk nu welk speelgoed het meest duurzame en ecologisch<br />

verantwoorde speelgoed is. Is er een speelgoedwinkel met duurzaam ecologisch verantwoord<br />

speelgoed in de buurt van jullie school ? Maak een afspraak en vraag een rondleiding.<br />

De kinderen kunnen ook een interview afnemen.<br />

Surf naar http://duurzaamspeelgoed.be en ga er bijvoorbeeld op zoek naar de oorsprong<br />

van houten speelgoed : http://duurzaamspeelgoed.be/geschiedenis-houten-speelgoed.<br />

Wereldoriëntatie – 1 Natuur – 1.3<br />

Wereldoriëntatie – 2 Techniek – 2.1<br />

Wereldoriëntatie – 4 Maatschappij – 4.5 – 4.6<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

ICT – 6<br />

4 Een eindeloze cirkel<br />

De kinderen zoeken het verschil tussen ‘cradle-to-cradle’ en ‘recycling’ op (cf. p. 42-44).<br />

Leg ter aanvulling ook de boeken Een beter milieu : afval en recycling en Gooi maar weg !<br />

op de leestafel (zie : Bibliografie). Ga zelf ook aan de slag. Blaas iets ‘ouds’ nieuw leven in, bijv. :<br />

een oude stoel opknappen, een tafel herschilderen, een lampenkap pimpen …<br />

Wereldoriëntatie – 2 Techniek en samenleving – 2.17<br />

4 Plastic soep<br />

Vraag de kinderen te inventariseren wat er in jullie klas allemaal uit plastic is gemaakt. Laat hen<br />

alternatieve materialen bedenken. Dezelfde denkoefening doen ze thuis over : in de badkamer<br />

(verpakkingen van douchegel en shampoo …), in de keukenkast, in de woonkamer (meubels …).<br />

Sta stil bij het afval dat dat met zich meebrengt. Zijn de kinderen zich bewust van de enorme<br />

‘plastic soep’ die ronddrijft in de oceanen ?<br />

Lees pagina 43. Probeer een voorstelling te maken van de grootte van die plastic soep. In dit boek<br />

staat dat die “minstens twee keer en misschien zelfs wel twintig keer zo groot [is] als Spanje”.<br />

Leg er het boek We hebben maar één planeet naast. Op pagina 50 van dat boek staat : “Hoe groot<br />

<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


de plastic soep is, weet niemand helemaal zeker. Minstens 34 keer zo groot als Nederland, zeggen<br />

onderzoekers.” Neem er een landkaart bij en laat hen Spanje en Nederland opzoeken.<br />

Leg er tot slot ook het boek Plastic Soep naast. Daarin staat “dat in een kwart van de Stille Oceaan<br />

– een gebied van 8,6 miljoen vierkante kilometer – maar liefst 44 miljoen kilo plastic afval drijft :<br />

5.114 kilo per vierkante kilometer” (p. 15). Laat hen berekenen hoeveel (milli)gram afval dat is<br />

per liter. Wijs hen er bovendien op dat het gevaar niet enkel schuilt in de plastic die zichtbaar<br />

ronddrijft op zee, maar ook in de onzichtbare, microscopisch kleine plasticdeeltjes. Lees samen<br />

het artikel in De Standaard over hoe plastic onze mosselen vervuilt (cf. www.standaard.be/artikel/<br />

detail.aspx?artikelid=DMF20120824_00270682). Zet met de kinderen een bewustmakingscampagne<br />

op. Laat hen affiches ontwerpen, en slogans bedenken waarin ze anderen aansporen<br />

bewust met plastic en plastic afval om te gaan. Hou een optocht door de school, door het dorp.<br />

Wereldoriëntatie – 1 Natuur – 1.1 – 1.23 – 1.24 – 1.25 – 1.26<br />

Wereldoriëntatie – 2 Techniek en samenleving – 2.17<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2 – 1.6 – 1.7<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

Wiskunde – 2 Meten – 2.3<br />

– Hoofdstuk 4 – Hoe voorspel je de toekomst ?<br />

––<br />

Lees de tekst op pagina 46. Wat is het verschil tussen een futuroloog en helderziende<br />

of een waarzegger ? Breng verschillende horoscopen mee uit diverse tijdschriften.<br />

Lees er enkele samen. Geef de opdracht er zelf een te schrijven.<br />

––<br />

Verwijs naar het boek Vuurbom (zie: Bibliografie) waarin Bram en Jimmy<br />

een eeuwigheidscapsule willen bouwen, geïnspireerd op wat er in en om de graven<br />

van Egyptische mummies gevonden werd. Bram en Jimmy verzamelen in<br />

die eeuwigheidscapsule allerlei voorwerpen zodat de generaties van 1000 jaar later<br />

weten hoe het schoolleven er 1000 jaar eerder uitzag. Vraag de kinderen zelf zo’n lijst<br />

aan te leggen, en laat hen dan effectief voorwerpen, foto’s en afbeeldingen verzamelen.<br />

Ze stellen bovendien een begeleidende brief op die de tijdsgeest van nu illustreert.<br />

Waar zouden ze de eeuwigheidscapsule kunnen begraven ? Door wie moet<br />

de tijdscapsule gevonden worden, hopen ze ?<br />

De kinderen kunnen per twee of in kleine groepjes werken.<br />

Lees ter afsluiting ook dit artikel, over een pakket in Noorwegen dat pas na 100 jaar geopend<br />

mocht worden (cf. www.demorgen.be/dm/nl/994/stand-der-dingen/article/detail/​1490926/​<br />

2012/08/24/​Mysterieus-Noors-pakketje-na-eeuw-geopend.dhtml)<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.3<br />

ICT – 6<br />

– Hoofdstuk 5 – Water en brood<br />

––<br />

Water : om voedsel te bereiden heb je water nodig. Neem het boek op pagina 58,<br />

waar een aantal voorbeelden staan. Vul het lijstje aan met een aantal dingen die vaak<br />

op het menu staan. Hoeveel liter water is er nodig om bijvoorbeeld rijst te bereiden<br />

(van het kweken van de plant tot de gekookte rijst op het bord) ? Vraag de kinderen<br />

hun persoonlijk waterverbruik van één week in kaart brengen. Stel een schema op<br />

dat ze kunnen invullen : eten, drinken, toilet doorspoelen (± 6 liter per keer !),<br />

tanden poetsen, bad of douche … Leg het boek Een beter milieu : water besparen<br />

(zie: Bibliografie) ter aanvulling op de leestafel. Bekijk de lijstjes en vergelijk.<br />

Hoe en waar zouden ze op persoonlijk waterverbruik kunnen besparen ?<br />

4<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


––<br />

Neem het boek op pagina 60 (‘Waar komt jouw eten vandaan’). Geef de kinderen<br />

de opdracht thuis in de keukenkasten te kijken. Ze brengen de oorsprong<br />

van de verschillende voedingswaren in kaart. Trek de opdracht open naar<br />

het verleden. Wat stond er bij hun grootouders op het menu ? Is er een groot verschil<br />

met nu ? Hoe zal het voedingspatroon er in de toekomst uitzien, denken ze ?<br />

––<br />

Neem het boek op pagina 61 en 62. Daarin wordt verwezen naar de ‘akker van<br />

de toekomst’. Vraag wie er zelf een moestuin, een stadstuintje of een balkonmoestuin<br />

heeft. Ga langs bij een pluk- of zelfoogstboerderij (zie bijvoorbeeld : http://wijveld.<br />

skynetblogs.be). Wat vinden de kinderen van dat principe ? Zien ze het later zelf ook<br />

zitten om hun groenten en fruit zelf te gaan oogsten ?<br />

––<br />

Wie heeft er nog zin in een stukje vis op zijn bord na het lezen van het stuk over<br />

overbevissing op pagina 64 ? Verwijs opnieuw naar de groepsdomheid en -wijsheid.<br />

Wereldoriëntatie – 1 Natuur – 1.1 – 1.23 – 1.24 – 1.25 – 1.26<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2 – 1.6 – 1.7<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

––<br />

In ‘Maisgarnalen, cricko’s en bugburgers’ (p. 65) lees je meer over het eten van<br />

insecten. Wie heeft er al eens insecten gegeten ? Bewust of onbewust ? Lees samen<br />

dit stuk www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/2084521/schooltv-actueel/2157373/<br />

verzorging/item/2976497/eetbare-insecten/ en bekijk ook hoe je zelf eetbare insecten<br />

kan vangen www.ketnet.be/programma/x-treem/eetbare-insecten. Ga daarna zelf op<br />

culinaire ontdekkingsreis !<br />

––<br />

Leg daarna een link naar het volgende hoofdstuk. Met behulp van stamcellen<br />

en 3d-printers zouden we bijvoorbeeld een nier kunnen printen (p. 73).<br />

Maar als dat kan, rolt er binnenkort dan ook voedsel uit de printer ?<br />

Lees http://www.wetenschap24.nl/nieuws/artikelen/2011/november/Voedsel-uit-deprinter.html<br />

en hou een gesprek over de mogelijkheden, de voor- en nadelen …<br />

––<br />

De auteur van Groeten uit 2030 verzint op pagina 66 een naam voor de toekomstige<br />

oven : robokoks, keukenbots, eetomaten. Welke naam dekt de lading het beste ?<br />

Geef de opdracht zelf ook een leuke naam verzinnen.<br />

––<br />

De meeste kinderen snoepen graag. Op pagina 67 verzint de schrijver zuurtjes<br />

die je kan inademen. Geef als opdracht zelf ook een gezonde snoeperij uit te vinden.<br />

Laat de kinderen hun uitvinding in tekst en beeld weergeven in een reclamefolder.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.3<br />

– Hoofdstuk 6 – Ziek<br />

4 Imed<br />

Neem het boek op pagina 70. Daar wordt de “imed” voorgesteld : een piepklein chipje in je lichaam<br />

dat informatie stuurt over je lichamelijke toestand naar je computer of telefoon. Wat zijn,<br />

volgens het boek, de voordelen ? Vraag de kinderen of zij er ook niks dan voordelen in zien ?<br />

Prikkel hen door te stellen dat de gegevens in handen kunnen komen van iemand met minder<br />

goede intenties. Of dat je toekomstige werkgever zo je gezondheid in de gaten kan houden …<br />

Nog steeds niks dan voordelen ?<br />

5<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


4 Eeuwig leven<br />

Op pagina 77 wordt stilgestaan bij een eeuwig leven. Onsterfelijkheid spreekt tot de verbeelding.<br />

Vraag of de kinderen ook dromen van een eeuwig leven ? Hou een gesprek over de voor- en<br />

nadelen hiervan. Eén van de genoemde technieken om eeuwig te leven is alleen het hoofd<br />

‘up to date’ te houden en de rest van het lichaam te vervangen door kunstmatige ledematen.<br />

Hoe zou hun leven eruit zien met een kunstmatige romp en ledematen ? Laat hen dat in beeld<br />

of woord weergeven.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

– Hoofdstuk 7 – De eeuw van de robots ?<br />

In ‘Wanneer gaan we naar Mars’ (p. 80) lees je meer over ruimtevaart en hoe er vroeger<br />

naar gekeken werd. Geef de kinderen als opdracht met hun grootouders te praten over<br />

de eerste maanlanding (of met wie dan ook die zich de maanlanding nog herinnert). Hoe werd er<br />

in de jaren ’50 en ’60 gedacht over maan- en marsmannetjes ? Vergelijk dit met wat we nu allemaal<br />

weten (en nog steeds niet weten).<br />

Nederlands – 2 Spreken – 2.2<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.2<br />

Sociale vaardigheden – 2 Gesprekconventies<br />

Wereldoriëntatie – 4 Maatschappij – 4.8 – 4.9<br />

Bekijk de automodellen op pagina 82. Vraag de kinderen hoe een auto er in 2030 volgens hen<br />

zal uitzien ? Vraag hen vervolgens er zelf één te ontwerpen.<br />

Op pagina 92 worden een heel aantal voorbeelden van een robot in huis gegeven. Vraag aan<br />

de kinderen waarvoor zij een robot zouden gebruiken ? Laat hen dat in woord of beeld weergeven.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.3<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

En verder<br />

– DIY<br />

Heel wat thema’s uit dit boek zijn brandend actueel. Hou samen met je klas de ogen en oren<br />

wagenwijd open en volg de actualiteit. Zo wordt er bijvoorbeeld gedacht aan het gebruik<br />

van parasols om het Great Barrier Reef te redden : www.demorgen.be/dm/nl/5378/Global-<br />

Warming/article/detail/1488209/2012/08/20/Parasols-kunnen-Great-Barrier-Reef-redden.dhtml.<br />

Maak hen duidelijk dat verandering bij jezelf begint. Met ‘consuminderen’ bijvoorbeeld. Is diy<br />

(Do It Yourself) de toekomst ? Dus : zelf je kleren naaien en breien, een moestuin beginnen …<br />

Laat hen zeker een aantal dingen uit We hebben maar één planeet : groene tips en inspiratie<br />

voor Low Impact Kids (zie: Bibliografie) uitproberen !<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

ICT – 1<br />

ICT – 6<br />

6<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Bibliografie<br />

Aarde & milieu : voedsel voor iedereen – John Baines (Corona, 2007)<br />

Een beter milieu : afval en recycling – Carol Inskipp (Corona, 2006)<br />

Een beter milieu : energie besparen – Jen Green (Corona, 2006)<br />

Een beter milieu : water besparen – Jen Green (Corona, 2006)<br />

Een ronde tafel in het regenwoud – Rindert Kromhout en Eric Smaling (Leopold, 2007)<br />

Gooi maar weg ! – Rindert Kromhout en Eric Smaling (Leopold, 2005)<br />

Plastic Soep – Jesse Goossens (Lemniscaat, 2009)<br />

Volle buiken – Rindert Kromhout en Eric Smaling (Leopold, 2004)<br />

Vuurbom : de geschiedenis van een vriendschap – Harm de Jonge (Van Goor, 2011)<br />

We hebben maar één planeet : groene tips en inspiratie voor Low Impact Kids – Steven Vromman<br />

& Ilona Plichart, Tinne Van Den Bossche (ill.) (Van Halewyck, 2010)<br />

7<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Lestip<br />

3<br />

Het wonderkabinet<br />

Brian Selznick<br />

De Boekerij, 2012<br />

Over het boek<br />

Het wonderkabinet vertelt twee verhalen. Het ene speelt zich af in 1927, in New Jersey, en is dat<br />

van het dove meisje Rose, wiens verhaal uitsluitend uit prenten bestaat. Het andere verhaal<br />

– in woorden verteld – speelt zich 50 jaar later af en is dat van Ben, een jongen die in Minnesota<br />

bij zijn oom en tante inwoont en op zoek gaat naar zijn onbekende vader. De verhalen raken<br />

elkaar eerst in details (een bliksemschicht, het thema doofheid), later komen ze samen in tijd<br />

en ruimte en krijgt ook Ben een rol in het beeldverhaal.<br />

Dit is een wonderlijk boek dat drijft op mysterie, nostalgie en sfeer. Wie is Rose ? Wat heeft ze<br />

met Ben te maken ? Wie is Bens vader ? Met zijn paginavullende potloodtekeningen en vlotte tekst<br />

vertelt Selznick een verhaal in woord en beeld dat speelt met de grens tussen film, roman<br />

en graphic novel.<br />

Aan de slag<br />

Aanzet<br />

– Inleefspel<br />

Zowel Rose als Ben zijn doof. Met een inleefspel maak je de kinderen duidelijk hoe een dove<br />

communiceert, zich in het verkeer begeeft … Je kan doofheid simuleren door een leerling<br />

een koptelefoon op te zetten die geen geluid van buitenaf doorlaat. Daarna moeten ze zien<br />

te functioneren in een spel, een wiskundeles, een turnles …<br />

Laat in elke situatie iemand anders de koptelefoon opzetten. Evalueer daarna. Wat hebben ze<br />

als positief ervaren ? Wat als negatief ?<br />

Je kan het inleefspel ook uitbreiden met andere handicaps. Inspiratie vind je o.a. op http://home.<br />

euphonynet.be/anderszijn/spelletjes.htm.<br />

– Extra leesvoer<br />

Leg De stille dief en De Gehoorstoornis Survivalgids op de leestafel (zie: Bibliografie), voor wie<br />

zich verder in het thema wil verdiepen. Of lees het gedicht voor dat Jack uit Haat die kat<br />

(zie: Bibliografie) voor zijn dove moeder schreef (p. 110-111)<br />

“Kattebelletje<br />

ik zal voor je<br />

luisteren<br />

ik zal<br />

alle klanken<br />

van de wereld<br />

horen<br />

8<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


alle<br />

heerlijke<br />

onzegbare<br />

zegbare<br />

klanken<br />

al het<br />

ronken<br />

en<br />

zoemen<br />

en alle<br />

tingeltangelklanken<br />

ik zal<br />

alle klanken<br />

van de<br />

wereld<br />

horen<br />

en ik zal ze opschrijven<br />

zodat<br />

jij<br />

ze<br />

ook<br />

kunt horen.”<br />

Nederlands – Strategieën – 5.1<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

Nederlands – 7 (Inter)culturele gerichtheid<br />

Wereldoriëntatie – 1 Natuur – 1.18<br />

Wereldoriëntatie – 4 Maatschappij – 4.10<br />

Verwerkingsactiviteiten<br />

Zorg voor verschillende exemplaren van het boek. Zorg ervoor dat alle kinderen het boek hebben<br />

gelezen en ga dan met onderstaande suggesties aan de slag.<br />

– Sterren en de ruimte<br />

Het nummer ‘Space Oddity’ van David Bowie speelt een belangrijke rol doorheen dit boek.<br />

Af en toe speelt er een stuk songtekst in Bens hoofd. Google de tekst van het lied, en zorg<br />

voor een Nederlandse vertaling, wanneer de kinderen onvoldoende Engels kennen.<br />

––<br />

Waarover gaat dit lied ?<br />

––<br />

Waarom denkt Ben dat het over zijn vader gaat ?<br />

––<br />

Wat heeft Ben met de sterren en de ruimte ?<br />

Ben is gefascineerd : hij schildert zijn plafond zwart en maakt met fluorescerende sterren een<br />

sterrenhemel na. Ga na of iedereen de namen van de belangrijkste sterren in ons melkwegstelsel<br />

9<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


kent. Breng een (virtueel) bezoek aan de volkssterrenwacht Urania (cf. http://www.urania.be/).<br />

Leg ook Reis door het heelal, De ontdekking van de sterren en Sterren en planeten : atlas van<br />

de nachtelijke hemel op de leestafel (zie : Bibliografie).<br />

Muzische vorming – 2 Muziek – 2.3<br />

– Sterrennacht<br />

Neem het boek op pagina 71 en lees volgend fragment voor : “De deur stond op een kier, en hij zag<br />

de ingelijste reproductie van Van Gogh – een grote zwarte boom met een wervelende nachthemel<br />

vol gouden sterren.” Breng een kunstboek van Van Gogh mee, bijv. Het kleine Van Gogh-museum<br />

(zie : Bibliografie) of zoek via Google een aantal van zijn schilderijen. Vinden ze terug om welk<br />

schilderij het gaat ? (‘Sterrennacht’ of ‘Starry night’).<br />

Geef dan de opdracht om, net zoals in het boek, een beschrijving te maken bij een schilderij<br />

naar keuze. Bouw vooraf eventueel een woordveld op met tal van adjectieven om de kinderen<br />

op weg te helpen. Of speel een associatiespel, om woorden te ‘wekken’. Elk kind print een afbeelding<br />

van zijn of haar schilderij. Verzamel ze en hang ze op in de klas. Daarna leest elk kind zijn of haar<br />

beschrijving voor. De rest van de klas bekijkt de afbeeldingen en raadt om welk schilderij het gaat.<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

– Musea<br />

Ben is een echte verzamelaar : hij bezit een schildpadje uit gelijmde schelpen, stukjes meteoriet,<br />

een vogelschedel … Ook Rose had als kind een knipselboek waarin ze alles over haar moeder,<br />

een actrice, verzamelde. Wie heeft thuis ook een verzameling ?<br />

Breng Van alles over musea en verzamelen mee naar de klas. Met prachtige foto’s geeft dit boek aan<br />

hoe een museum tot stand komt. Het kan de kinderen inspireren om de klas om te bouwen<br />

tot een tijdelijk museum. De kinderen stellen er hun verzamelingen tentoon. Verzamelingen<br />

rond eenzelfde thema vullen elkaar aan.<br />

Bens vader werkte voor het Amerikaans Natuurhistorisch Museum in New York. Ben verblijft er<br />

een paar dagen en raakt er niet uitgekeken. Ook Rose brengt veel tijd door in het museum,<br />

als kind, maar ook later. Bekijk via het internet een foto van het gebouw : http://nl.wikipedia.org/<br />

wiki/American_Museum_of_Natural_History en vergelijk deze met de afbeelding op pagina 314-<br />

315. De potloodtekening nodigt uit om zelf aan de slag te gaan ! Trek de straat in met potlood,<br />

papier en een kartonnen onderlegger. Kies enkele gebouwen uit en laat de kinderen die natekenen.<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

– Maquette<br />

Rose werkte mee aan de maquette van New York voor de wereldtentoonstelling en voegde er<br />

haar persoonlijke geschiedenis met de stad in het geheim aan toe. Bekijk en vergelijk de tekeningen<br />

met de foto’s op de website : www.queensmuseum.org/exhibitions/visitpanorama.<br />

De kinderen uit je klas verlaten binnenkort allemaal de lagere school. Laat hen samen een maquette<br />

bouwen van de school, waar ze waarschijnlijk zes, misschien zelfs negen jaar hebben doorgebracht.<br />

Aan de maquette voegen ze persoonlijke details toe : herinneringen aan leuke momenten in de klas,<br />

op de speelplaats, de eetzaal, feesten, een leerkracht … (zie ook : ‘Lestip Mijn straat’).<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

2<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


– Diorama<br />

Bens vader bouwde het diorama “Wolf (Canis Lupus), Gunflint Lake, Minnesota”. Wat is<br />

een diorama ? Ook in het Afrika-museum van Tervuren zijn een aantal diorama’s gebouwd.<br />

Geef de opdracht er zelf een te maken. Je kan als thema bijvoorbeeld ‘dieren’ nemen, en de klas<br />

in groepjes laten werken. De ene groep maakt een kijkkast over dieren van in savanne,<br />

aan andere groep over dieren op de poolgebieden. Gebruik bijvoorbeeld dieren van Schleich :<br />

die ogen levensecht.<br />

Voor de landschappen gebruiken ze materiaal als takken, mos, gras, zand en lappen stof.<br />

Je kan er – als je de link met het <strong>Jeugdboekenweek</strong>thema wil leggen – ook eentje maken over ‘tijd’.<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing<br />

Nederlands – 7 (Inter)culturele gerichtheid<br />

– Doven<br />

Ben communiceert via een schriftje met Jamie, en later ook met Rose. Maar hij oefent ook<br />

op gebarentaal. Met een afbeelding van het handalfabet dat je van internet haalt laat je hen<br />

de boodschap op pagina 594 tot en met 609 ontcijferen. Let wel : doventalen zijn natuurlijke talen,<br />

met een eigen lexicon en een eigen grammatica die van generatie op generatie wordt doorgegeven.<br />

Doven in Vlaanderen gebruiken dus een ander alfabet dan Amerikaanse doven. In het boek is<br />

de dovenboodschap niet vertaald. Geef de kinderen daarom ook het Amerikaanse gebarenalfabet.<br />

Schrijf een aantal woorden op strookjes, deel de strookjes uit en laat de kinderen deze woorden<br />

voor elkaar spellen (met het Vlaamse handgebarenalfabet). Ze raden om ter snelst om welk woord<br />

het gaat ! Neem woorden uit het boek : museum, meteoriet, film, panorama, diorama, wonderkabinet<br />

…<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.3<br />

En verder<br />

– Film toen en nu<br />

In 1927 werd de nieuwe geluidstechnologie in de films geïntroduceerd. Bekijk een film of<br />

een filmfragment uit de ‘stomme’ periode, bijvoorbeeld One week van Buster Keaton uit 1920.<br />

Waarin verschilt een film van toen met een film nu ? Wijs hen op de zwart-witbeelden,<br />

de tussentitels die tussen de beelden door worden geprojecteerd, het ontbreken van geluid,<br />

de muziek die vaak live werd gebracht …<br />

Verdeel de klas in groepen. Laat elke groep een kort scenario uitschrijven voor een eigen ‘stomme’<br />

film. Zorg voor verkleedkleren, rekwisieten en een camera om de filmpjes op te nemen.<br />

Muzische vorming – 3 Drama – 3.5<br />

Muzische vorming – 5 Media – 5.3<br />

– (Over)bescherming<br />

Lees het gesprek voor tussen moeder en dochter op pagina’s 274 tot en met 292. Roses moeder<br />

vindt het gevaarlijk voor haar dove dochter om alleen buiten te komen, alleen al omdat ze schrik<br />

heeft dat haar dochter aangereden zal worden.<br />

––<br />

Kan je de ongerustheid van de moeder begrijpen ? Of heeft Rose gelijk ?<br />

––<br />

Moeten dove kinderen extra beschermd worden ? Of hebben ze het ‘recht’<br />

om gevaar te lopen, net als niet-dove kinderen ?<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.6<br />

2<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Bibliografie<br />

– Citaten<br />

Bens moeder werkt als bibliothecaresse in de plaatselijke bibliotheek en is altijd omringd<br />

door boeken. Uit die boeken haalt ze citaten om op te hangen, o.a. eentje van Oscar Wilde :<br />

“We liggen allemaal in de goot, maar sommigen van ons kijken naar de sterren.” Ben vraagt<br />

naar de betekenis maar krijgt geen antwoord. Wat betekent die uitspraak volgens de kinderen<br />

uit je klas ?<br />

Geef de kinderen de opdracht om uit elk gelezen boek een mooie zin te halen. Die hangen ze op<br />

in de klasbibliotheek of ze schilderen het citaat op de klasmuur. Zo krijg je een prikkelende<br />

leesomgeving. Je kan deze opdracht het hele jaar doordoen. Tijdens de <strong>Jeugdboekenweek</strong><br />

geef je hen de opdracht om gericht te zoeken naar citaten rond tijd.<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.5<br />

De Gehoorstoornis Survivalgids – Nico De Braeckeleer, E. De Leenheer, Maaike Devos<br />

(Abimo, 2010)<br />

De ontdekking van de sterren – Govert Schilling (Moon, 2012)<br />

De stille dief – Rian Visser en Fréderiek Westerweel (ill.) (Clavis, 2008)<br />

Haat die kat – Sharon Creech (Hoogland & Van Klaveren, 2009)<br />

Het kleine Van Gogh museum – (Ludion, 2010)<br />

Van alles over musea en verzamelen – Ymkje Swart en Jet Bootsma (ill.) (Moon, 2008)<br />

Reis door het heelal – Frank Deboosere (Standaard, 2008)<br />

Sterren en planeten : atlas van de nachtelijke hemel – Robin Scagell (Lannoo, 2008)<br />

22 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Lestip<br />

4<br />

Mijn straat<br />

Paul De Moor en Stefanie De Graef (ill.)<br />

Lannoo, 2012<br />

Over het boek<br />

Aan de slag<br />

Aanzet<br />

Een jongen schetst de straat waar hij vroeger woonde. Hij vertelt over de huizen, de gebouwen<br />

en hun bewoners. Over de tandarts en de boer, de ene woont boven, de ander beneden. Over<br />

de bakker en de ijsman, de een met de bakfiets, de ander met paard en kar. Over de fabrieken,<br />

de wei en de stekelbaars. Over de tijd van toen, toen de jongen nog klein was en de straat nog was<br />

hoe ze was.<br />

Dit is een nostalgisch boek over vroeger met kleurrijke en geestige personages.<br />

Toon de cover van het boek. Voor je het boek samen leest, laat je de kinderen een stukje schrijven<br />

met dezelfde titel als het boek Mijn straat. Ter inspiratie voor hun beschrijving zet je hen op weg<br />

met de vijf W’s (en één H) :<br />

––<br />

Wie woont er ?<br />

––<br />

Waarom woon jij er ?<br />

––<br />

Wat voor bijzonders is er in je straat te zien ?<br />

––<br />

Wanneer werd je straat aangelegd ?<br />

––<br />

Waar is je straat gelegen, in wat voor buurt ?<br />

––<br />

Hoe ziet je straat er uit ?<br />

Laat hen ook volgende vragen beantwoorden :<br />

––<br />

Wat is de oorsprong van je straatnaam ? Wie bedacht de straatnaam ?<br />

––<br />

Hoe lang bestaat je straat al ?<br />

––<br />

Zijn er winkels ? Zijn er openbare gebouwen ? Fabrieken ? Is er een school<br />

of bibliotheek ?<br />

––<br />

Staan er geklasseerde gebouwen of gebouwen van een beroemde architect ?<br />

––<br />

Wie is de oudste bewoner van de straat ?<br />

––<br />

Hoeveel verschillende nationaliteiten wonen er in je straat ?<br />

Laat de kinderen mensen uit hun straat interviewen, stuur hen met een fototoestel of videocamera<br />

op pad. Laat hen ‘hun’ straat verwerken tot een krantenartikel, in een schilderij, als fototentoonstelling,<br />

een videoreportage à la ‘Het dorp’ van Man bijt hond.<br />

Je kan er ook voor kiezen om de kinderen klassikaal de schoolstraat in kaart te laten brengen.<br />

De kinderen trekken er in duo’s op uit en interviewen de buren, de uitbater van de snoepwinkel<br />

of de schoolconciërge voor de schoolkrant. Extra informatie over de straat vind je op de website<br />

van je gemeente, bij de verantwoordelijke van ruimtelijke ordening of technische dienst,<br />

bij de heemkundige kring …<br />

Nederlands – 4 Schrijven – 4.4<br />

Nederlands – 2 Spreken – 2.2<br />

2<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Wereldoriëntatie – 4 Maatschappij – 4.10<br />

Wereldoriëntatie – 5 Tijd – 5.8 – 5.9<br />

Verwerkingsactiviteiten<br />

In dit boek wordt telkens iets of iemand uit de straat van de auteur voorgesteld. Lees het boek<br />

samen. Hier volgende enkele suggesties om langer stil te staan bij bepaalde thema’s of passages.<br />

– Bewoners<br />

4 Namen<br />

Bekijk de namen in dit boek : Fred, Fons, Dolf, Fernand, Frans, Marcel …<br />

––<br />

Welke populaire voornamen van vroeger komen nu terug ? (Denk aan Jef, Jules,<br />

Jeanne, Marie …)<br />

––<br />

Wat betekenen de namen en waar komen ze vandaan ? De ijsman in het boek<br />

heet bijvoorbeeld Marcel. Zijn naam komt uit Frankrijk en betekent ‘kleine hamer’.<br />

Zijn paard heet Poenda. Die naam komt uit Congo.<br />

Zoek vervolgens de betekenis van de namen van de kinderen uit je klas, bijvoorbeeld op<br />

http://babybytes.nl/namen/.<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing<br />

Nederlands – 7 Interculturele gerichtheid<br />

4 ‘Van boven naar onderen’<br />

Lees de tekst voor en stel volgende vragen :<br />

––<br />

Hoe is de verhouding tussen de boer en de tandarts ?<br />

––<br />

Waaruit kan je dat afleiden ?<br />

––<br />

Wie van hen heeft nu gelijk ?<br />

Dramatiseer dit stuk. De boer en tandarts ontmoeten elkaar :<br />

––<br />

Wat hebben ze elkaar te zeggen ?<br />

––<br />

Hoe begroeten ze mekaar ? Hartelijk of hatelijk ?<br />

––<br />

Wat gebeurt er als de boer met kiespijn toch bij de tandarts op bezoek gaat ?<br />

––<br />

Wat gebeurt er als de tandarts melk komt kopen bij de boer ?<br />

De boer en tandarts raken het niet met elkaar eens over waar de straat begint en eindigt. Hoe zou<br />

het zitten met de straat waar jullie school ligt ? Maak een afspraak met iemand van de technische<br />

administratieve dienst van je gemeente en hou een gesprek :<br />

––<br />

Waar is het begin en het einde van de straat ?<br />

––<br />

Wie bepaalt dit ? Waar beginnen huisnummers te tellen ?<br />

––<br />

Wie verzint de straatnamen ?<br />

––<br />

Wie is de beroemdste inwoner ?<br />

Wereldoriëntatie – 4 Maatschappij – 4.10<br />

Muzische vorming – 3 Drama – 3.5<br />

Nederlands – 2 Spreken – 2.2<br />

4 ‘De bakker’<br />

In dit stuk wordt met woorden gespeeld en gejongleerd : “De bakfiets bromde. Daarom was het<br />

ook een bromfiets.” Ga op zoek naar andere woorden die zich tot deze taalspielerei lenen en maak<br />

(nieuwe) woorden !<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

24 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


4 ‘Fons’<br />

––<br />

Wat bedoelt de schrijver met : “Zijn paard was een vos met een lange staart.<br />

En ogen zo groot als spiegeleieren. … Hij staarde meer in zichzelf dan in de straat.”<br />

––<br />

Welke paardenrassen ken je ? (cf. http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_paardenrassen)<br />

––<br />

Waarom droeg het paard oogkleppen ?<br />

––<br />

In de tekst wordt gebruik gemaakt van geluidsnabootsingen. Welk effect hebben die ?<br />

Wat benadrukken ze ?<br />

Ga, naar aanleiding van die laatste vraag, verder in op onomatopeeën. Ter illustratie breng je<br />

‘O Echo’ (zie: Bibliografie) mee, waarbij je aangeeft hoe de stadsgeluiden in de tekst worden<br />

verwerkt. Of je gebruikt het gedicht ‘Boem Paukenslag’ van Paul van Ostaijen (cf. http://users.<br />

telenet.be/gaston.d.haese/paukenslag.html).<br />

Laat de kinderen vervolgens de weg die zij afleggen van huis naar school (of omgekeerd)<br />

beschrijven aan de hand van de geluiden die ze onderweg horen. Je kan de kinderen er ook<br />

met videocamera of enkel geluidsopnameapparatuur op uit sturen. Ze leggen zo de geluiden vast<br />

die hen dagelijks omringen. Laat je inspireren door de geluidsfragmenten op http://thecityrings.org.<br />

Muzische vorming – 3 Drama – 3.2<br />

Muzische vorming – 5 Media – 5.3<br />

4 ‘Het hoofd’<br />

In dit fragment staan mooie voorbeelden van beeldrijk taalgebruik zoals “de sirene loeit / de koe<br />

loeit / de boten loeien” en “lampen branden / het vuur brandt”. Ga zelf ook spelen met taal en<br />

beeld. Een ‘peertje’ kan zowel op een gloeilamp als op een peer slaan (cf. http://nl.wikipedia.org/<br />

wiki/Bestand :Peertje.JPG).<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

– Gebouwen<br />

4 ‘Mijn huis’<br />

De kinderen zoeken op in de tekst wat er door het zolderraam te zien is. Daarna geef je hen<br />

de opdracht een foto te maken door het zolderraam (of slaapkamerraam) bij hen thuis.<br />

Alle foto’s hang je als een mozaïek op in je klas.<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

4 ‘De stomme school’<br />

––<br />

Hoe wordt de school beschreven ?<br />

––<br />

Is het een aangename plek om te vertoeven ?<br />

––<br />

Wat bedoelt de schrijver met “De school was hoog en streng. Met blinde ogen<br />

en dove oren” ? Voor wie of wat is de school doof en blind ?<br />

Geef de kinderen daarna de opdracht hun eigen school te beschrijven. Help hen op weg<br />

door vooraf een woordveld op te bouwen :<br />

––<br />

Hoe ziet de school eruit ?<br />

––<br />

Welke kleuren en geuren overheersen er ?<br />

––<br />

Welke gevoelens roepen de school bij je op ?<br />

––<br />

Welke dingen kan je er doen ?<br />

Kinderen uit het zesde leerjaar hebben hun lagere schooltijd er bijna opzitten. Je kan hen samen<br />

een maquette laten bouwen van de school, en er hen hun leuke herinneringen in laten verwerken,<br />

in woord en beeld (zie ook : ‘Lestip Het wonderkabinet’).<br />

25 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Nederlands – 2 Spreken – 2.6<br />

Muzische vorming – 2 Muziek – 2.3<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

– Natuur<br />

4 ‘Toverhazelaars’<br />

––<br />

Welke informatie vind je terug over deze hazelaars in het boek ?<br />

––<br />

Hoe ziet deze boom er doorheen de verschillende seizoenen uit ?<br />

De kinderen gaan daarna op zoek naar afbeeldingen en informatie over de toverhazelaar<br />

op het internet en in boeken.<br />

4 ‘De maan’<br />

––<br />

Hoe worden de wind, de zon en de maan beschreven in het boek ?<br />

––<br />

Welk gevoel overheerst bij het lezen van deze poëtische beschrijvingen ?<br />

––<br />

Kijk ook naar de afbeelding die Stefanie De Graef maakte. Welke sfeer straalt die uit ?<br />

Lees ter aanvulling het gedicht ‘Melopee’ dat Paul van Ostaijen opdroeg aan Gaston Burssens.<br />

“Onder de maan schuift de lange rivier<br />

Over de lange rivier schuift moede de maan<br />

Onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee<br />

Langs het hoogriet<br />

langs de laagwei<br />

schuift de kano naar zee<br />

schuift met de schuivende maan de kano naar zee<br />

Zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man<br />

Waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee”<br />

Laat de kinderen dit gedicht in een beeld vatten.<br />

4 ‘De stekelbaarzen’<br />

––<br />

Waar ligt de rivier ?<br />

––<br />

Wat bedoelt de auteur met “Stil te liggen en toch te lopen” ?<br />

––<br />

Waar doelt de schrijver op met “en ik werd een stekelbaasje als ik naar school moest” ?<br />

– Geluiden<br />

4 Geluidsnabootsingen<br />

In de verschillende stukken tekst wordt gebruik gemaakt van geluidsnabootsingen.<br />

Laat de kinderen hiernaar op zoek gaan in ‘Fons’ en ‘De boomgaard’.<br />

4 ‘De grote fabriek’<br />

––<br />

Wat wordt er in de grote fabriek gemaakt ?<br />

––<br />

Ook deze tekst bevat klanknabootstingen : “klingklongklang/klangklongkling”.<br />

Waar komen deze geluiden vandaan ?<br />

26 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


4 ‘De blikfabriek’<br />

––<br />

Wat stopt de jongen allemaal in zijn blik ?<br />

––<br />

Hoe wordt het geluid van hazelnoten in blik omschreven ? (“Plingplongpleng”)<br />

Elk kind maakt naar aanleiding van die laatste vraag een ‘schuddebus’: een leeg blik dat ze vullen<br />

met noten, maïskorrels, linzen, erwten, rijst … en dat ze vervolgens afsluiten. Terwijl jij<br />

het tekstfragment opnieuw voorleest, zorgen de leerlingen voor geluidsondersteuning.<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

Nederlands – 3 Lezen – 3.5<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

– Voertuigen<br />

4 ‘Zij en zij’<br />

––<br />

Wie is de ene zij en wie de andere ?<br />

––<br />

Waarom omschrijft de auteur de auto als een prinses ?<br />

––<br />

Wat zijn de grote gele ogen en de kleine rode ogen, die af en toe knipogen ?<br />

Vraag de kinderen wie er allemaal een auto heeft. Welk gezin heeft er geen ? Welk gezin heeft er twee ?<br />

Bij hun ouders en grootouders vragen ze na hoe dat vroeger was. Ze vergelijken hoeveel auto’s<br />

er nu rondrijden, hoeveel er tien, twintig, vijftig, zestig jaar geleden rondreden.<br />

––<br />

Hoe gaan mensen nu om het hun auto ? En vroeger ?<br />

––<br />

Voor wie is een auto als een prinses, een pronkstuk dat af en toe uit de garage<br />

mag komen ?<br />

––<br />

Voor wie is de auto een noodzakelijk kwaad, een praktisch vervoersmiddel ?<br />

––<br />

Bekijk de afbeelding in het boek. Uit welke tijd stamt deze auto ?<br />

Laat hen naar aanleiding van die laatste vraag op zoek gaan naar de evolutie op de automarkt.<br />

Hoe zag een auto er tien, twintig, vijftig, zestig jaar geleden uit ? En laat hen ook een blik<br />

in de toekomst werpen : hoe zal een auto er over tien, twintig jaar uitzien ? Op welke brandstof<br />

zal die auto rijden ? Neem dit onderwerp mee wanneer je het boek Groeten uit 2030 behandelt.<br />

Bezoek ook www.s-move.be. Die website bundelt verhalen, tips, sites, initiatieven die bijdragen<br />

tot een betere en schonere mobiliteit.<br />

Wereldoriëntatie – 5 Tijd – 5.8 – 5.9<br />

Nederlands – 2 Spreken – 2.6<br />

– Tijd<br />

––<br />

Wanneer groeide de jongen op ?<br />

––<br />

In welke tijd zijn de beschrijvingen van de straat in het boek te situeren ? De illustraties<br />

kunnen je verder helpen om die vraag te beantwoorden : de auto uit ‘Zij en zij’,<br />

de kleding van de jongen uit ‘De stomme school’ …<br />

––<br />

In ‘Het pistool’ wordt verwezen naar “de Grote Oorlog”. Over welke oorlog gaat het ?<br />

Wat weet je over WO I ? Breng het boek De kijkkast van Kobe (zie: Bibliografie) mee.<br />

Op vdkg.weebly.com kan je je laten inspireren door wat een andere zesde klas<br />

met dit thema deed.<br />

––<br />

Hoe heet de jongen ? Waarom zegt de schrijver bij aanvang van het boek<br />

“Elke gelijkenis met bestaande personen berust op onpuur toeval” ? (De straat<br />

die Paul de Moor hier beschrijft is waarschijnlijk zijn straat zoals hij die waarnam<br />

als kleine jongen.)<br />

Wereldoriëntatie – 5 Tijd – 5.8 – 5.9<br />

27 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


– Illustraties<br />

De prachtige, nostalgische illustraties van Stefanie De Graef brengen de verschillende verhalen<br />

heel treffend en sfeervol in beeld. Bekijk de illustraties uitgebreid :<br />

––<br />

Welke technieken gebruikt de illustrator ?<br />

––<br />

Welke kleuren of kleurentimbres overheersen ?<br />

––<br />

Hoe bepaalt het kleurgebruik de sfeer ?<br />

Wijs de kinderen op details zoals de schilderijtjes aan de muur, de meubels, de kledij …<br />

Die details verklappen heel wat over de tijd waarin de jongen opgroeide.<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.2<br />

En verder<br />

– Interview<br />

Interview een of meerdere personages uit de straat. Bundel deze interviews tot een straatkrant.<br />

– Brief<br />

Bibliografie<br />

Laat de kinderen een brief schrijven aan de jongen. Ze beelden zich daarbij in dat ze zijn buurjongen<br />

of buurmeisje zijn. Ze vertellen daarin hoe ze het vinden om samen te spelen in de boomgaard,<br />

aan de rivier …<br />

– Straatnaam<br />

Laat de kinderen een straatnaam bedenken voor de straat van de jongen.<br />

De kijkkast van Kobe – Wim Chielens, Marcel Rouffa, Flanders Fields Museum (ill.) (Clavis, 2006)<br />

Groeten uit 2030 : van plastic soep tot allesmakers – Jan Paul Schutten (Davidsfonds/Infodok, 2011)<br />

O Echo – Stan Van Steendam (Vrijdag, 2012)<br />

28 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Lestip<br />

5<br />

Mister Orange<br />

Truus Matti<br />

Leopold, 2011<br />

Over het boek<br />

New York, 1943. Linus krijgt een baantje als loopjongen voor de groente- en fruitwinkel van<br />

zijn vader wanneer zijn oudste broer Albert – Apke voor de vrienden – naar de oorlog in Europa<br />

vertrekt. Elke week levert Linus een kist sinaasappels aan een man die hij ‘Mister Orange’ noemt<br />

en die eigenlijk schilder Piet Mondriaan blijkt te zijn. Mondriaan is gevlucht voor diezelfde oorlog<br />

in Europa en brengt zijn laatste dagen in New York door. Zijn kunst zet Linus aan het denken …<br />

Over Linus’ schouder kijk je mee in het atelier van Mondriaan – één van de belangrijkste<br />

schilders van de vorige eeuw. Dat maakt dit boek nog bijzonderder !<br />

Aan de slag<br />

Aanzet<br />

Situeer het boek in tijd en ruimte. Het boek speelt zich af in de periode 1943-1945, wanneer<br />

WO II volop woedt. Piet Mondriaan ontvlucht Europa in oktober 1940 en zoekt onderdak in<br />

New York om aan de Duitsers te ontsnappen. Apke, de oudste broer van de hoofdpersoon Linus,<br />

maakt de omgekeerde beweging. Hij verlaat New York om tegen de Duitsers te gaan vechten.<br />

Via zijn brieven kom je als lezer meer te weten over die oorlog en de ontberingen die de soldaten<br />

er moeten doorstaan. Via beeldmateriaal dompel je de leerlingen onder in de tijdsgeest van toen :<br />

je verzamelt prenten die illustreren wat de mode van toen was, welke vervoersmiddelen er bestonden<br />

en hoe ze eruit zagen … Een handige site is : www.beeldbankwo2.nl/index.jsp.<br />

Sta ook stil bij WO II zelf : wanneer, waar en hoe begon de oorlog, wat ging er aan vooraf,<br />

welke rol speelde Amerika …<br />

Nederlands – 3 Lezen – 3.1<br />

Muzische vorming – 3 Drama – 3.1<br />

Muzische vorming – 5 Media – 5.5<br />

Wereldoriëntatie – 5 Tijd – 5.6 – 5.8 – 5.9<br />

Verwerkingsactiviteiten<br />

Lees het boek voor, of lees het samen. Als het boek uit is, kan je met volgende suggesties aan de slag.<br />

– Leven en werk van Mondriaan<br />

4 Keepvogel<br />

Mister Orange is Piet Mondriaan. Leg ook het boek Keepvogel en Kijkvogel in het spoor<br />

van Mondriaan op de leestafel (zie: Bibliografie). Mister Orange en Keepvogel en Kijkvogel<br />

in het spoor van Mondriaan vullen elkaar mooi aan : wat Truus Matti in haar verhaal beschrijft<br />

wordt weergegeven in de illustraties in het boek van Wouter van Reek. Vraag de kinderen<br />

per twee op zoek te gaan naar de overeenkomsten. In welke mate zou Keepvogel Linus kunnen zijn,<br />

of omgekeerd ? Welke illustraties uit het boek passen bij welke passages uit Mister Orange ?<br />

29 jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Je kan deze opdracht als hoekenwerk aanbieden, als tussendoortje. Enkele gerichte kijk- en<br />

vergelijkopdrachten meegeven werkt altijd het beste.<br />

Nederlands – 3 Lezen – 3.5<br />

4 Mondriaan<br />

Wie was Mondriaan en wat deed hij in New York ? Je vindt erg veel materiaal op internet,<br />

maar ook in het tijdschrift Dada Mondriaan (zie: Bibliografie). Daar vind je een helder overzicht<br />

van zijn leven en werk en bovendien bevat het tijdschrift tal van leuke tips om zelf in de stijl<br />

en sfeer van Mondriaan aan de slag te gaan. Breng ook het boek Mondriaans alfabet mee<br />

naar de klas (zie: Bibliografie).<br />

Verdeel je klas in verschillende groepjes en geef elke groep een andere opzoekopdracht<br />

over het leven en werk van Mondriaan :<br />

––<br />

Waar werd Mondriaan geboren ?<br />

––<br />

Welke studies volgde Mondriaan ?<br />

––<br />

Tot welke kunststroming behoort zijn werk ?<br />

Welke invloed had de boogiewoogie-muziek op zijn werk ? Vind je enkele voorbeelden<br />

van boogiewoogie op YouTube ?<br />

––<br />

Welke kleuren gebruikte hij ? Waarom precies die ?<br />

––<br />

Waarom gebruikte hij tape in zijn werk ?<br />

Na het opzoekwerk stelt elk groepje zijn bevindingen voor. Zo krijgt de hele klas een totaalbeeld<br />

van het leven en werk van Mondriaan.<br />

4 Mondriaanhuis<br />

Breng tot slot een virtueel bezoek aan het Mondriaanhuis : www.mondriaanhuis.nl. Bekijk zeker<br />

samen met je leerlingen de links waarnaar de schrijfster verwijst in het boek op pagina 148-149.<br />

Boeiend is om de kinderen op de ‘anachronismen’ te wijzen : het werk van Mondriaan en<br />

de leefruimtes van zijn huis zien er heel hedendaags uit, maar laat hen zoeken naar voorwerpen<br />

die het meteen weer in de juiste ‘oude’ tijd situeren (het kacheltje, de verrekijker). Ook de auto’s<br />

en kleren dateren alles meteen heel scherp.<br />

Wereldoriëntatie – 7 Brongebruik<br />

Sociale vaardigheden – 3 Samenwerking<br />

– Briefgeheim<br />

Het hele boek door voel je hoe Linus erg opkijkt naar zijn oudere broer Apke (Albert), die vrijwillig<br />

naar de oorlog trekt. Apke schrijft regelmatig een brief die vader dan voorleest aan de ganse familie<br />

rond de tafel. De laatste brief bevat een stuk dat niet voor kinderoren is bestemd. Vader censureert<br />

tijdens het lezen. Toch wil Linus weten wat erin staat. Hij leest de brief stiekem.<br />

––<br />

Hoe voelt hij zich daarna ?<br />

––<br />

Kan hij er met iemand over praten ?<br />

––<br />

Hoe en wat denkt hij nu over zijn helden, zowel Apke als Superman ?<br />

Geef de kinderen de opdracht een brief terug te schrijven, uit naam van Linus. Laat hen daarin<br />

vertellen over Linus’ nieuwe baantje, over zijn ontmoetingen met Mister Orange (en hoe die zijn<br />

blik op de wereld verruimen), of laat hem opbiechten dat hij de laatste brief stiekem heeft gelezen.<br />

Trek het onderwerp open naar briefgeheim in het algemeen.<br />

––<br />

Las jij al eens brief (e-mail) die niet voor jou bestemd was ?<br />

––<br />

Was dat per ongeluk ? Of uit onbedwingbare nieuwsgierigheid ?<br />

––<br />

Hoe voelde je je na het lezen ?<br />

<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Eindig met een luchtige afsluiter, een grappig gedicht over een brief die per ongeluk in verkeerde<br />

handen valt (zie : Bibliografie).<br />

Briefje<br />

“Briefje geschreven.<br />

Tot een propje gedraaid.<br />

Achter de rug van de leraar<br />

in haar richting gemikt.<br />

Karin zien knikken.<br />

Briefje in haar hand.<br />

Gelezen dat ik vroeg :<br />

‘Schat, loop je nu met mij ?’<br />

Warm en rood geworden.<br />

Van zenuwen pukkel opengekrabd.<br />

Karin verdomme.<br />

Briefje was voor Els bestemd.”<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1<br />

Nederlands – 4 Schrijven – 4.8<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens 3 – 3.1<br />

– Helden<br />

Apke is in Linus’ ogen een grote held. Op pagina 13 lees je : “Linus keek hem verlangend na.<br />

De hele stad vol helden, en hij zat thuis. Als een held op sokken.” Laat de kinderen de betekenis<br />

van een ‘held op sokken’ op zoeken in het woordenboek en nakijken welke spreekwoorden<br />

of zegswijzen er nog meer bestaan.<br />

Wat maakt een held tot held ? Laat hen zelf een definitie formuleren van het begrip ‘held’.<br />

Verder laat je hen een lijstje met beroemde helden uit verleden en heden aanleggen. Vraag ook<br />

aan de kinderen wie hun persoonlijke helden zijn en waarom. Op volgende sites vind je nog meer<br />

suggesties om rond helden te werken :<br />

––<br />

www.leerkracht.nl/show?id=11206 (lessuggesties over ‘helden van de twintigste<br />

eeuw’ en over ‘helden in krantenberichten’)<br />

––<br />

www.leerkracht.nl/show?id=8341 (lessuggesties rond ‘beroepshelden’ als de politie<br />

of de brandweer).<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Nederlands – 3 Lezen – 3.5<br />

ICT – 2<br />

– Superman<br />

Een andere grote held voor Linus is Superman. Hij duikt soms plots op en helpt Linus<br />

om het complexe gegeven van de oorlog te begrijpen. Superman was in de tijd waarin het boek<br />

zich afspeelt erg populair als jongerentijdschrift. Zoek op www.comic-covers.com de afbeeldingen<br />

waarnaar dit boek verwijst.<br />

<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Geef een teken- en/of schrijfopdracht. Kinderen die graag tekenen kunnen zelf een nieuwe cover<br />

ontwerpen. Waar zou Superman zich nu mee bezig houden ? Welke problemen zou hij in deze tijd<br />

aanpakken ? Kinderen die graag schrijven, bedenken een verhaal bij één van de covers.<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

En verder<br />

– Vroeger en later<br />

Linus leert veel uit de bezoeken en gesprekken die hij heeft met Mister Orange.<br />

––<br />

Op pagina 54-55 gaat het over wonen in de toekomst. Mister Orange zegt o.m.<br />

“In de toekomst kan iedereen zo wonen, weet je. […] In de toekomst wordt het allemaal<br />

anders. Schilderijen bijvoorbeeld zijn dan ouderwets. […] Als je zorgt dat de dingen<br />

om je heen echt bij elkaar passen, en bij de ruimte waar ze in staan, wordt de ruimte<br />

in zijn geheel mooier.” Waarop Linus zegt : “Alsof de hele kamer een schilderij is …<br />

Of het hele huis.”<br />

Hou een gesprek : Wat vinden de kinderen van die uitspraak ? Zijn we ‘nu’ in de toekomst<br />

waarover Mondriaan het heeft ? Of komt dat pas later ?<br />

––<br />

Op pagina 56 antwoordt Mondriaan op Linus’ vraag “Zoveel later ?” met “Zoiets<br />

is een lange ontwikkeling, die was al bezig voordat ik geboren werd en die gaat<br />

gewoon door. Daar heb je veel meer mensen voor nodig, dat is het mooie ervan.”<br />

Sta ter illustratie van deze gedachte even stil bij de bouw van een kathedraal,<br />

zoals die van Antwerpen bijvoorbeeld (169 jaar), of de uitvinding van het vliegtuig.<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

– De Stijl<br />

Mondriaan maakte deel uit van de kunstenaarsgroep ‘De Stijl’. Zij geloofden in een nieuwe wereld<br />

waarin iedereen helemaal gelukkig en in harmonie met alles zou zijn. Gerrit Rietveld ontwierp<br />

meubels, o.a. een rood-blauwe leunstoel (1918) én een prachtig woonhuis, en architect Oud<br />

ontwierp een vakantiehuis volgens de principes van de Stijl. Geef de kinderen als opdracht<br />

zelf een ontwerp te maken en een maquette te bouwen van hun slaapkamer of de klas, volledig<br />

in harmonie volgens De Stijl.<br />

Wereldoriëntatie – 2 Techniek – 2.17<br />

– Stad van de toekomst<br />

Bekijk het stratenplan van New York (via GoogleMaps op het smartboard, of in een reisgids).<br />

Vergelijk die met het stratenplan van een Europese stad (Antwerpen bijvoorbeeld).<br />

––<br />

Snap je dat Mondriaan zich goed voelde in de rechtlijnig opgebouwde stad New York ?<br />

––<br />

Hoe ziet een stad eruit die ‘volledig in harmonie is’, denk je ? Aan welke eisen<br />

moet die stad voldoen ?<br />

––<br />

Wanneer is iets ‘in harmonie’ ?<br />

––<br />

Hoe zal er in de toekomst gewoond worden, denk je ?<br />

––<br />

Hoe zullen de gebouwen eruit zien ?<br />

––<br />

Hoe zit het met de mobiliteit, groenvoorziening, energie in de steden van de toekomst ?<br />

Breng naar aanleiding van die laatste vraag het gesprek ook op Freiburg, de Duitse stad die<br />

in Europa model staat voor duurzaam leven. Leg het boek Pop-up stad ter inspiratie op de leestafel.<br />

Vergelijk ook met de huizen beschreven in het boek Groeten uit 2030 : Van plastic soep<br />

tot allesmakers.<br />

2<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Sociale vaardigheden – 3 Samenwerking<br />

Sociale vaardigheden – 1 Relatiewijzen – 1.6<br />

– Kleuren en geuren<br />

Neem het boek op pagina 57. Harry komt binnen. Hij is de vriend en kunstenaar die Mondriaan<br />

naar New York bracht. Hij moedigt Linus aan verder te denken. Hij zegt dat “mister Orange<br />

nooit met oranje zou schilderen.”<br />

––<br />

Wat zijn volgens mister Orange de kleuren van de toekomst ?<br />

––<br />

Linus zoekt een naam voor de geur van een sinaasappel. Wat zou jij een goeie naam<br />

vinden ? Hoe geurt een sinaasappel ? Hoe geurt oranje ?<br />

Speel een associatiespel, dat je op gang trekt met dit gedicht van Bas Rompa :<br />

“Gekleurde geuren<br />

Soms hebben geuren kleuren.<br />

Neem bijvoorbeeld mij nou :<br />

Na een bad ruik ik licht blauw.<br />

Roze geurt mijn tante,<br />

rood ruik ik als ze me zoent.<br />

Groen hangt om geraniums,<br />

oranje om een gepoetste schoen.<br />

Paars snoof ik eens op<br />

toen ik naast een opa stond.<br />

Wie een toverbal eet ademt<br />

gekleurde wolkjes in het rond.<br />

Uit een doos kleurpotloden<br />

komen ongelogen<br />

honderd kleine regenbogen.”<br />

Daarna gaan de kinderen aan het associëren. Ze vullen bijvoorbeeld de uitspraak “Blauw geurt<br />

naar …” aan. De volgende leerling gaat verder op wat de vorige zei.<br />

Vraag de kinderen tot slot terug te gaan naar de eerste geur in hun herinnering. Welke geur<br />

vinden ze lekker ? Welke vinden ze vies ? Hou een kringgesprek.<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing – 6.1<br />

– Orde<br />

Neem het boek op pagina 57. Bij zijn vertrek wil Linus de nieuwe gedachten in zijn hoofd ordenen<br />

en bewaren, zodat hij later verder over de nieuwe ideeën kan nadenken.<br />

Geef de kinderen de opdracht een tekening te maken van hun hoofd, met allerlei vakjes en kamertjes.<br />

Hoe is hun hoofd ingedeeld ? Welke zaken zitten samen in een hokje ? Zou dat handig zijn ?<br />

Waarom (niet)?<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Bibliografie<br />

– New York<br />

Het verhaal speelt zich af in New York in de jaren ’40. Ga met je kinderen op zoek in het boek<br />

naar beschrijvingen, voorwerpen, kleding of gebeurtenissen die de tijdsgeest van toen weergeven.<br />

Zoek een plattegrond van New York en laat je leerlingen op zoek gaan naar de straten die Linus<br />

op zijn ronde doet. Stippel zijn ronde uit. Waar woonde Mister Orange ? Zijn atelier was gelegen<br />

op 59th Street. Bekijk dezelfde straten via Google Streetview. Vergelijk ook met het New York<br />

uit Het wonderkabinet.<br />

ICT – 2<br />

Wereldoriëntatie – 7 Brongebruik<br />

‘Briefje’ – Gil vander Heyden. In : Met gekleurde billen zou het gelukkiger leven zijn<br />

– Jan van Coillie (sam.) (Averbode, 1996)<br />

Dada Mondriaan N° 72 (Plint, 2010)<br />

‘Gekleurde geuren’ – Bas Rompa. In : Binnenste buiten – Bas Rompa (Holland, 1986)<br />

Groeten uit 2030 : van plastic soep tot allesmakers – Jan Paul Schutten (Davidsfonds/Infodok, 2011)<br />

Het wonderkabinet – Brian Selznick (Boekerij, 2012)<br />

Keepvogel en Kijkvogel in het spoor van Mondriaan – Wouter van Reek (Leopold, 2011)<br />

Mondriaans alfabet – Bianca Stigter (Kunsthal Rotterdam, 1997)<br />

Pop-up stad – Joy Sorman, Anouck Boisrobert, Louis Rigaud (Querido, 2009)<br />

4<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Lestip<br />

6<br />

Momo en de tijdspaarders<br />

Michael Ende<br />

Lemniscaat, 2009<br />

Over het boek<br />

Aan de slag<br />

Op een dag neemt het meisje Momo haar intrek in de oude ruïne van het amfitheater. Een vader<br />

of moeder heeft ze niet, veel vrienden heeft ze gelukkig wel. Dat ze tijd heeft om naar hen te luisteren,<br />

zit daar voor iets tussen. Op een dag verandert er iets : al haar vrienden krijgen haast. Daar heeft<br />

de komst van de tijdspaarders alles mee te maken. Ze zetten iedereen aan tot een gejaagd leven,<br />

maar op Momo hebben ze geen vat. Onverwacht bezoek van een schildpad brengt haar naar<br />

Meester Hora, de beheerder van de tijd. Van hem leert ze het geheim van de tijd kennen en<br />

krijgt ze de opdracht om de strijd tegen de tijdspaarders aan te gaan.<br />

Een boek over tijd en vooral het ontbreken daarvan.<br />

Opmerking vooraf<br />

Zorg voor verschillende exemplaren van dit boek, zodat alle kinderen het boek gelezen hebben<br />

voor je ermee aan de slag gaat. Hou een extra exemplaar bij de hand om af en toe een fragment<br />

uit voor te lezen, of iets in te laten opzoeken.<br />

Aanzet<br />

– Situering in ruimte<br />

De auteur van Momo en de tijdspaarders woonde in Italië. Breng reisfolders en boeken mee,<br />

en toon Italië in enkele beelden die je googelt.<br />

––<br />

Wat weet je over Italië ? Het klimaat, de inwoners, het eten ?<br />

––<br />

In welke mate wordt dat weerspiegeld in het boek ?<br />

––<br />

Waar speelt het verhaal van Momo zich eigenlijk af ? Waaruit leid je dat af ?<br />

––<br />

Hoe wordt de natuur omschreven ? Hoe zien de gebouwen eruit in het boek ?<br />

––<br />

Hoe vertaalt zich dat in de levenshouding van de dorpelingen ?<br />

––<br />

Hoe stonden de dorpelingen in het leven voor de komst van de tijdspaarders ?<br />

En hoe na de komst van de tijdspaarders ?<br />

– Situering in tijd<br />

Het verhaal van Momo verscheen voor het eerst in 1973. Veertig jaar later wordt het nog steeds<br />

gelezen, dit keer voor de <strong>Jeugdboekenweek</strong> 2013.Waarom is dit een tijdloos boek, denken ze ?<br />

Zou het over 40 jaar nog steeds actueel zijn ? En zou elk boek van veertig jaar geleden lezers<br />

van nu nog aanspreken ? Waarom (niet) ?<br />

Wereldoriëntatie – 7 Brongebruik<br />

Muzische vorming – 3 Drama – 3.1<br />

Nederlands – 6 Taalbeschouwing<br />

5<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Verwerkingsactiviteiten<br />

– Tijd<br />

Tijd, het <strong>Jeugdboekenweek</strong>-thema 2013, is ook de thematische spil van Momo en de tijdspaarders.<br />

Hou een gesprek over tijd :<br />

––<br />

Hoe breng jij je tijd door ?<br />

––<br />

Wat betekent ‘vrije tijd’ voor jou ?<br />

––<br />

Wat doe je in je vrije tijd ?<br />

––<br />

Heb je genoeg vrije tijd, vind je ?<br />

––<br />

Op pagina 65 staat er dat vrije tijd verloren tijd is. Wat vind je van die stelling ?<br />

––<br />

Wat betekent vrijheid eigenlijk voor jou ?<br />

Op die laatste vraag kan je dieper ingaan met het boek Wat is vrijheid (zie: Bibliografie).<br />

De kernvragen in dat boek bieden inspiratie voor een filosofiesessie over ‘vrijheid’ en ‘tijd’.<br />

Ook op de volgende sites vind je boeiende vragen :<br />

––<br />

www.scholieren.com/werkstuk/27648 (tijd)<br />

––<br />

www.123lesidee.nl/index.php/site/out/3342 (tijd)<br />

––<br />

www.wijsneus.org/suggesties12.htm (vrijheid)<br />

––<br />

www.lerenfilosoferen.nl/filosoferen-over-vrijheid (vrijheid)<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

– Consumptiemaatschappij<br />

Het boek kaart de gevolgen van een gehaaste levenswijze aan en is ook erg kritisch tegenover<br />

de consumptiemaatschappij. Ga op zoek naar voorbeelden in het boek die de veranderingen<br />

aankaarten :<br />

––<br />

Wat gebeurt er met het restaurant van Nino ? (Het evolueert van een gezellig,<br />

bijna verlieslatend café naar een fastfoodrestaurant.)<br />

––<br />

Wat gebeurt er met Beppo, de straatveger ? Met Gigi, de gids ?<br />

––<br />

Wat gebeurt er met de kinderen ? Hoe speelden ze voor de komst van de tijdspaarders ?<br />

Welk soort ‘spelen’ wordt hen aangeleerd na de komst van de tijdspaarders, in<br />

de kinderbewaarplaats (p. 184-185) ?<br />

––<br />

Welke woorden gebruikt de schrijver om te illustreren dat het leven van de mensen<br />

gejaagd en zielloos is geworden ?<br />

Maak een inventaris van de antwoorden op die laatste vraag, giet ze in een woordenwolk<br />

(www.wordle.net) en hang die op in de klas.<br />

– Hoofdstuk 6<br />

In dit hoofdstuk bezoekt agent nr. xyq/384/b van de tijdspaarders het kapsalon van meneer Fusi.<br />

Het hoofdstuk start met een beschouwing over tijd : “Want tijd is leven. En het leven woont<br />

in je hart.” Ga hier verder op door :<br />

––<br />

Wanneer duurt een uur een eeuwigheid ?<br />

––<br />

Wanneer vliegt de tijd ?<br />

––<br />

Hoe komt het dat de tijd soms lijkt te kruipen, soms lijkt te vliegen ?<br />

––<br />

Kan je voorbeelden geven ?<br />

Laat de kinderen de berekeningen op pagina 56 toepassen op zichzelf : hoeveel jaren, maanden,<br />

weken, dagen en uren leven zij al ?<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

Wereldoriëntatie – 4 Maatschappij – 4.10<br />

6<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Wereldoriëntatie – 5 Tijd – 5.8 – 5.9<br />

Wiskunde – 1 Getallen – 1.21<br />

– Gevleugelde woorden<br />

In meneer Fusi’s zaak hangt de spreuk : “Gespaarde tijd is dubbele tijd” (p. 64). Laat de kinderen<br />

zoeken naar meer slogans en gezegden over tijd (bijv. “Maak meer van uw leven – spaar tijd” (p. 65),<br />

of “Tijd is kostbaar – verlies hem niet” (p. 66)).<br />

Noteer de slogans op strookjes – laat kinderen er extra verzinnen – en hang de strookjes verspreid<br />

op in de klas. Laat de kinderen rondwandelen in groepjes. Bij elke slogan staan ze stil, letterlijk<br />

en figuurlijk. Gaan ze akkoord met de uitspraak ? Waarom (niet)?<br />

Hou een strikte timing aan : na twee minuten discussiëren geef je een signaal waarop de groepen<br />

moeten doorschuiven. Bespreek nadien de resultaten met de hele klasgroep.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.3 – 5.4<br />

– Demonstratie<br />

Neem het boek op pagina 96. De kinderen gaan onder leiding van Momo demonstreren. Ze willen<br />

iedereen waarschuwen voor de tijdspaarders. Gigi heeft voor de gelegenheid een lied gemaakt,<br />

waarvan op pagina 96 en 98 de eerste twee coupletten staan. Het lied zou uit meerdere coupletten<br />

bestaan, 28 in totaal. Vraag de kinderen per twee een couplet bij te schrijven, zodat jullie<br />

met de hele klas het lied vervolledigen.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.3<br />

– Momo<br />

Momo kan goed luisteren, écht luisteren. Momo heeft ook de tijd om te luisteren. Ze fungeert als<br />

een spiegel voor de mensen die haar in vertrouwen nemen. Zo komen ze als vanzelf tot inzichten<br />

(bijv. : p. 19).<br />

Vraag de kinderen hoe zij die luistervaardige Momo zouden uitbeelden. Breng klei mee<br />

naar de klas en nodig de kinderen uit tot het boetseren van een standbeeld voor Momo.<br />

Vertel de kinderen daarna dat er een écht standbeeld van Momo bestaat, op de Michael Ende-Platz<br />

in Hannover. Momo werd er gebeeldhouwd met een reuzengroot oor in de handen. Toon hen<br />

de afbeelding. Wat zijn de gelijkenissen en verschillen met hun geboetseerde standbeelden ?<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

– Verhalenverteller<br />

Momo voedt de fantasie. Wanneer Gigi in Momo’s buurt is, verandert hij in prins Girolamo,<br />

en verzint en vertelt hij de prachtigste verhalen. Ook de kinderen worden nu heuse verhalenvertellers.<br />

Jij zorgt voor een aanzet, bijv. : “Er was eens een jongen. Hij heette Rachid en hij had<br />

maar één been …” Met woordkaartjes (en/of foto’s) kan je het verhaal eventueel verder sturen.<br />

Daarop staat bijvoorbeeld een persoon, een plaats, een voorwerp, een kleur of een geur die ze dan<br />

in het verhaal moeten verwerken.<br />

Je kan de kinderen ook als opdracht geven per twee een verhaal te verzinnen dat Gigi de gids zou<br />

kunnen vertellen over de oorsprong van het amfitheater, of een sprookje dat Gigi aan zijn kleine<br />

Momo vertelt wanneer ze alleen zijn (cf. p. 47 e.v.).<br />

7<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


– Nonsenstaal<br />

Tijdens het spel van de kinderen op pagina 30 en 31 wordt er nonsenstaal gebruikt : een taal<br />

van niet-bestaande woorden.<br />

Breng een aantal bekende nonsenstaal-voorbeelden mee naar de klas zoals de Belgische Eurosonginzending<br />

‘Sanomi’ van Urban Trad of het gedicht ‘De blauwbilgorgel’ van Cees Buddingh’<br />

die je makkelijk op internet terugvindt.<br />

Daarna vervolledigen ze het nonsenslied dat Momosan (p. 31) zingt : “Eni meni allubeni / wanna<br />

ti sasura teni ! ”.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.2 – 5.3<br />

Muzische vorming – 6 Attitudes – 6.2<br />

– Griekse mythen<br />

4 Argonauten<br />

Lees samen hoofdstuk 3 (p. 23 e.v.). Het spel van de kinderen komt pas echt op gang als Momo<br />

er is (p. 24). De kinderen varen met hun schip ‘de Argo’. Leg de link met de Griekse mythen,<br />

en lees voor uit De tocht van de Argonauten (zie : Bibliografie).<br />

De kinderen herschrijven het hoofdstuk (of je herschrijft het zelf). Daarna spelen ze het spel<br />

van de kinderen uit Momo en de tijdspaarders na.<br />

Muzische vorming – 3 Drama – 3.1<br />

4 Kassiopeia<br />

Momo wordt geholpen door een schildpad met de naam ‘Kassiopeia’. De kinderen zoeken<br />

de betekenis van die naam op. Ook die is een verwijzing naar de Griekse mythen. Naar Kassiopeia<br />

is ook een sterrenbeeld vernoemd. Ga dieper op de sterrenbeelden in. Breng de boeken<br />

De sterrentuin en Van Grote Beer en Orion mee naar de klas.<br />

Wereldoriëntatie – 7 Brongebruik<br />

En verder<br />

– Tijdsbloemen<br />

Er wordt een prachtige omschrijving gegeven van de tijdsbloemen (p. 14 e.v.). Maar hoe ziet zo’n<br />

tijdsbloem er volgens de kinderen uit ? Ga samen aan de slag en knutsel de prachtigste tijdsbloemen.<br />

Muzische vorming – 1 Beeld – 1.6<br />

– Tableau vivant<br />

Wanneer de tijd tot stilstand komt, valt alles en iedereen stil (cf. p 126 e.v. : de auto’s staan rij aan rij<br />

op de weg met roerloze bestuurders achter het stuur, met hun hand op de versnelling …<br />

Vanaf pagina 226 komt alles opnieuw in beweging.) Laat de kinderen een aantal scènes<br />

als een tableau vivant uitbeelden.<br />

Muzische vorming – 3 Drama – 3.2 – 3.3<br />

– Sprekende pop<br />

Momo wordt met een sprekende pop opgezadeld door de tijdspaarders. Die heeft steeds nieuwe<br />

behoeftes.<br />

––<br />

Zou jij blij zijn met zo’n pop ?<br />

––<br />

Hoe speel je met een pop die alle fantasie voor je invult ?<br />

––<br />

Weet je wat een ‘tamagotchi’ is ? Zie je de link met de pop die Momo krijgt ?<br />

8<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Bibliografie<br />

Neem er hoofdstuk 7 bij (p. 69) : “[D]e meesten van deze kinderen konden gewoon niet spelen.<br />

Ze hingen maar verveeld en lusteloos rond en keken naar Momo en haar vrienden.”<br />

––<br />

Wat is ‘vervelen’?<br />

––<br />

Is vervelen ‘vervelend’?<br />

––<br />

Kan er iets goeds voortvloeien uit verveling ?<br />

––<br />

In het fragment brengen de kinderen speelgoed mee waarmee je niet echt kan spelen.<br />

Kan je een voorbeeld geven van speelgoed waarmee je (niet) kan spelen ?<br />

Wereldoriëntatie – 3 Mens – 3.1<br />

– Artikel of brief<br />

Momo schakelt de tijdspaarders uit en is de grote redder en held van het verhaal. Laat de kinderen<br />

een krantenartikel schrijven over de heldin. Of laat ze als Gigi, Beppo of een ander personage<br />

een bedankingsbrief of -kaartje sturen naar Momo.<br />

Nederlands – 5 Strategieën – 5.1 – 5.2 – 5.3<br />

– Verfilmingen<br />

Het boek werd ook verschillende keren verfilmd, of als toneel opgevoerd. Grijp de kans om zeker<br />

een verfilmde versie na het lezen samen te bekijken (bijv. de Duits-Italiaanse versie uit 1986 in regie<br />

van Johannes Schaaf, met Radost Bokel, Armin Mueller-Stahl en Mario Adorf). Vergelijk<br />

de verfilming met het boek. Wat heeft de regisseur behouden uit het boek ? Wat deed hij anders ?<br />

Hoe zouden zij het boek verfilmen ?<br />

Nederlands – 7 (Inter)culturele gerichtheid<br />

De sterrentuin – Luc Cielen en Iris Beeckman (ill.) (Manteau, 2009)<br />

De tocht van de Argonauten – Simone Kramer en Els van Egeraat (ill.) (Ploegsma, 2005)<br />

Van Grote Beer en Orion – Simonne Kramer en Els van Egeraat (ill.) (Ploegsma, 2008)<br />

Wat is vrijheid ? – Oscar Brenifier en Frédéric Rébéna (ill.) (Davidsfonds/Infodok, 2009)<br />

9<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar


Colofon<br />

<strong>Jeugdboekenweek</strong> 2013<br />

Een zee van tijd<br />

Lestips, werken met boeken in de klas<br />

Redactie : Ingrid Antheunis, Hedwige Buys, Sofie Daniëls, Miek Driesen, Joke Gevaert, Katrien Goeman,<br />

Ariane Moreels, Stijn De Paepe, Nathalie Serraris, Raf De Smedt, Inge Umans en Veerle Verbruggen<br />

Coördinatie en eindredactie : Stichting Lezen<br />

Illustraties : Kaatje Vermeire<br />

Grafisch ontwerp : Kris Demey<br />

isbn 9789077178607<br />

d/2012/9654/7<br />

De lestips voor het zesde leerjaar werden geschreven door Inge Umans. Zij werkt als documentalist<br />

bij docAtlas, een documentatie- en leermiddelencentrum, gespecialiseerd in Nederlands voor anderstaligen,<br />

intercultureel onderwijs, mondiale vorming en interculturaliteit. Daarvoor gaf ze les aan anderstalige<br />

nieuwkomers. Ze geeft workshops rond voorlezen, werken met de kamishibai en wil mensen graag wegwijs<br />

maken in het kinderboekenbos. Zij leest heel graag, in de winter onder haar warme dons en in de zomer<br />

op een schaduwrijk plekje in de tuin. En het liefst samen met haar kinderen …<br />

<strong>Jeugdboekenweek</strong> 2013 vindt plaats van 2 tot 17 maart. <strong>Jeugdboekenweek</strong> is een project van Stichting Lezen.<br />

Stichting Lezen wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid en staat onder de hoge bescherming van<br />

H.K.H. Prinses Mathilde.<br />

www.jeugdboekenweek.be<br />

www.stichtinglezen.be<br />

V.u. : Majo de Saedeleer, Frankrijklei 130/4, 2000 Antwerpen<br />

4<br />

jeugdboekenweek 2013 – lestips voor het zesde leerjaar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!