Achter de spiegel - Jeugdboekenweek

Pieter Van Oudheusden
en Sebastiaan Van Doninck (ill.)
Metromonsters
De Eenhoorn, 2008 (28 p.)
Mimi neemt de metro met mama. Maar de
gedachten van het kleine meisje zijn er niet
bij. Ze denkt aan het potlood dat ze van oma
gekregen heeft en waarmee ze thuis monsters
wil tekenen. Mimi hoeft niet lang te wachten.
Overal in de metro duiken monsters op: in
de gangen, op het perron, onder de banken.
Vreemd dus dat mama de monsters niet ziet…
of heeft ze het te druk met lezen en bellen? Mimi vindt in de
metromonsters een onverwachte bondgenoot om haar angst en
eenzaamheid te verjagen.
Elenio Pico
Spookjes
Nieuw Amsterdam, 2007 (42 p.) | Vertaling: Joris Escher
Niets is wat het lijkt in dit sobere
prentenboek. Aan twee kleuren en enkele
lijnen per prent heeft Elenio Pico genoeg
voor dit humoristische spookverhaal. Witte
en blauwe spookjes dansen door de nacht en
vliegen over de zee. Samen zorgen ze ervoor
dat de maan elke nacht aan de hemel staat.
Pas naar de ochtend toe keert de rust terug en
kan de dag beginnen.
Maranke Rinck en Martijn van der Linden (ill.)
Ik voel een voet!
Lemniscaat, 2008 (36 p.)
Schildpad, Vleermuis, Octopus, Vogel en Bok
slapen samen in een hangmat. Ze horen een
dier, maar kunnen het niet zien. Eén voor
één gaan ze op onderzoek uit. Al voelend en
met veel fantasie komen ze allemaal tot een
verschillende conclusie. Ook de jongste lezers kunnen al mee
raden: op de kleurige prenten zien ze telkens een stukje van
het mysterieuze dier. Opvallend is de collagestijl waarin de
dieren geschilderd zijn: de felgekleurde patronen contrasteren
bijzonder mooi met de nachtzwarte achtergrond.
Jan Smeekens (comp.), Ingrid Godon, Kristien
Aertssen en Sylvia Weve (ill.)
Wie knipt de tenen van de reus?
Davidsfonds/Infodok, 2008 (135 p.)
Tal van fantasierijke gedichten vind je in
deze bloemlezing met kleuterpoëzie. Zo
schrijft Joke van Leeuwen een toverspreuk in
nonsenstaal en vertelt Annie M.G. Schmidt
over een muis in de supermarkt. Diet Huber
beschrijft hoe een kadetje en een croissant
elkaar het jawoord geven en Geert De
Kockere ziet een reus door het sleutelgat.
De gedichten zijn geordend per leeftijd: zowel drie- als
zesjarigen vinden er hun gading. Prachtig geïllustreerd door
Ingrid Godon, Kristien Aertssen en Sylvia Weve.
Leo Timmers
Diepzeedokter Diederik
Clavis, 2007 (32 p.)
Diederik is een diepzeedokter met een
remedie tegen alle kwaaltjes. Een bijziend
zeepaardje bezorgt hij een nieuwe bril, de
vermoeide armen van een octopus zwachtelt
hij in een handomdraai in, en een walvis
met complexen voelt zich na een gesprek
met de dokter al snel weer beter in zijn vel.
Wanneer de dokter zelf in de problemen
komt, worden de rollen omgekeerd.
Dit prentenboek vermengt op een grappige manier elementen
uit de mensen- en dierenwereld.
Thé Tjong-Khing
De sprookjesverteller
Gottmer, 2007 (112 p.)
Bij verschillende sprookjesboeken maakte
Thé Tjong-Khing al prachtige illustraties.
Voor dit boek verzorgde hij ook de tekst.
Hij bewerkte sprookjes van de Gebroeders
Grimm, Charles Perrault en Hans Christian
Andersen. Zowel de klassiekers - Roodkapje
en Sneeuwwitje - als minder bekende
sprookjes - Koning Lijsterbaard en De gouden gans – herschreef
hij tot vlotte voorleesverhalen voor kleuters. Net als de sprookjes
hebben de bijzonder sprekende illustraties af en toe een donker
kantje. Origineel!