Perimeter plaat 115 - Thermische gevelisolatie

Technische Informatie
Capatect-Perimeterdämmplatten 115
Isolatieplaten volgens DIN EN 13 163 (EPS) uit geëxpandeerd
polystyreen-hardschuim, Type: EPS 035 PW, bouwtechnisch
toegelaten voor perimeterisolatie
115
Productbeschrijving
Verbruik
Verwerking
1 m 2 /m 2
Toepassing /
toepassingsbereik
Isolatieplaten voor thermische isolatie
van buitenwanden in contact met aarde,
en ook voor isoleren van sokkelvlakken
binnen het Capatect- thermische buitenisolatiesysteem.
Eigenschappen
Kleur
rose-violet
Typisch oppervlak
Opslag
droog, tegen vochtigheid beschermd;
niet voor langere tijd onbeschermd
blootstellen aan UV licht.
Geschikte ondergronden
De Capatect-Perimeter isolatieplaten mogen
voor warmteisolatie van vlakken in contact
met de aarde gebruikt worden, uitgezonderd
als waterafdichting. Ze zijn niet inzetbaar
op oplosmiddelhoudende afdichtingsmassa's,
en tevens niet geschikt voor toepassing
onder statisch dragende bouwdelen.
– Brandgedrag B1 (DIN 4102)
Maten / Product-Nr. / Verpakking
– Typ EPS 040 PW (= buitenliggende
Isolatieplaatformaat: Boven het maaiveld kunnen zij in de nieuwwarmte
isolatie van wanden tegen
Plaat-
1000 x 500 mm
bouw op minerale ondergronden, op vaste
aardoppervlak – buiten afdichting –, dikte
Verpakking/m oude draagkrachtige pleisters en oude ver-
Prod.-Nr.
volgens DIN V 4108-10)
(mm)
in krimpfolie ven aangebracht worden.
– Kwaliteitbescherming BFA QS
20 115/02 12,5
– Partikelschuim, vormgeschuimd
30 115/03 8,0
– Algemene technische toelating voor
Aanbrengen dieper > §§6 m of in het bereik
perimeterisolatie, Z-23.5-216,
40 115/04 6,0 van grond of drukkend water is niet toegelaten.
voor diktes ≥50 mm ≤160 mm
50 115/05 5,0
Bij aanwezige verbindingen of beklede
– Lang gestockeerd.
grond, waarbij druk-of laag water kan optreden,
is een drainage volgens DIN 4095 te
60 115/06 4,0
– Krimpvrij
– Vormstabiel
70 115/07 3,5 voorzien.
– Verouderingsbestendig, niet verrottend 80 115/08 3,0
– Waterdamp open.
100 115/10 2,5
– Toxicologisch ongevaarlijk
– Vrij van FCKW, HFCKW, HFKW
120 115/12 2,0
Ondergrondvoorbereiding
– Formaldehydevrij
140 115/14 1,5 De voorwaarde voor het aanbrengen van een
– Licht te verwerken
160 115/16 1,5 perimeterisolatie is een bouwkundige voorhandene,
op het object predominerende
– Uitvoering kanten: stomp
180 115/18 1,0
en op belastingen afgestemde waterkering/
Technische gegevens
200 115/20 1,0 verticale waterdichting. Conform aan de norm
– Dichtheid: 30 – 40 kg/m³
volgens DIN 53 420
– Warmtegeleidingsgroep:
035 volgens DIN 18164
– Warmtegeleiding (rekenwaarde):
0,035 W/(m · K), volgens DIN 4108
– k-waarde-toeslag conform toelatingsdecreet:
∆k = 0,04 W/(m 2 · K)
– Wateropname: < 5 volume-% na
7 dagen onderwater opslag volgens
DIN 53 428
– Waterdamp diffusieweerstandsfactor:
µ = 40/100 volgens DIN 4108
– Drukspanning (10% compressie):
speciale diktes op aanvraag DIN 18 195 is de verdichting tot ca. 30 cm hoge
veld aan te brengen. Naargelang de effenheid
van de ondergrond is de DIN 18 202
van toepassing.
Op het aan te brengen vlak boven de afdichting
moeten metselwerk, beton, pleister
of goed aanhechtende verflagen, zuiver,
droog en draagkrachtig zijn. Verontreinigingen
en en delen die de aanhechting kunnen
verminderen (b.v. bekistingolie) en mortelresten
moeten worden verwijdert.
toegelaten voor
perimeterisolatie

Verflagen die schade vertonen of afpellen
en structuurpleisters zijn zover als mogelijk
te verwijderen. Holle pleisterplaatsen verwijderen
en bijpleisteren. Sterk zuigende,
zandende of poederende oppervlakken
zijn grondig tot op een vaste substatie
te reinigen en met Capatect- Konzentrat
111 te gronderen.
Applicatie
1.Het verlijmen van de isolatieplaten
– op bitumeuse afdichtingen met:
– Capatect-Klebe- und Dichtungsmasse
114
– op minerale ondergronden met:
– Capatect-Klebe- und Spachtelmasse
190
– Capatect-Klebe- und Armierungsmasse
186M
– Capatect-Dämmkleber 185
Bij contact met aarde is de aangemaakte
lijmmassa in punten (mindstens 6 hoopjes
per plaat) op de rugzijde van de plaat
aan te brengen.
Bij zichtbaar sokkelbreik boven het terrein
wordt de klaargemaakte lijmmassa volgens -
de "Worst-Punt"methode ((langs de rand
lopend ca. 5 cm brede band en in het midden
op de plaat 3 koffieschotelgrote hoopjes)
op de rug van de plaat aangebracht.
(Kleefcontactvlak > 40%). De aan te brengen
hoeveelheid lijm varieërt naargelang
de ondergrond-toleranties, waarbij oneffenheden
tot ± 1 cm door de lijmmassa op
de platen kunnen worden weggewerkt.
De platen zijn met een licht schuivende
beweging vast aan de ondergrond aan
te drukken, zodat er een volvlakkige verlijming
van de plaat tot stand komt.
De isolatieplaten in verband van onder
naar boven drukkend tegen elkaar verlijmen
en goed aandrukken. Geen lijmmassa
in de plaatvoegen aanbrengen;
zijdelings uitpuilende lijm met een spatel
verwijderen. Let op een loodrechte ver- .
werking. Eventuele ontstane voegen
met stroken isolatiemateriaal opvullen.
2. Sokkelafwerking
De in de aarde aangebrachte perimeterisolatieplaten
blijven onafgewerkt.
Na voldoende uitharding van het lijmbed
wordt in het zichtbare sokkelvlak de bebewapeningslaag
en de eindpleister
analoog met de aangebrachte Capatectthermische
buitenisolatie opgebracht.
Bewapeningslijm of fijne plamuur die onder
het maaiveld aangebracht is, moet
overwerkt worden met Capatect-Klebe-
Klebe- und Dichtungsmasse 114 ter
bescherming.
Verwerkingstemperatuur
Gedurende de verwerking- en drogingfase
mag de omgevings- en ondergrond temperatuur
niet lager zijn dan + 5 C.
Niet in contact met aromatische oplosmiddelen
brengen.
Richtlijnen
Het is aan te bevelen een duidelijke scheiding
te voorzien tussen Perimeter- en gevelisolatieplaten
door een sokkelinsprong. Moet echter
om esthetische gronden de perimeter- en de
en de gevelisolatie ééén vlak vormen dan kan
de sokkel isolatieplaat ook in het vlak van de
gevel isolatie aangebracht worden.
De perimeterisolatie wordt indien mogelijk
tot aan de funderingszool aangebracht om
koudebruggen te vermijden.
Eventuele noodzakleijke maatregelen voor
waterafleiden door drainage volgends DIN
4095 bij drukkend of langdurende drukkend
water blijven als voorzorgsmaatregel voor afdichting
en warmte isolatie onaangeroerd.
Afval
Afvalresten zijn door zorgvuldig versnijden en
hergebruik te vermijden.
De desondanks ontstane geringe materiaalresten
volgens EAK 17 02 03 (kunststof) deponeren.
Gevaren richtlijnen /
veiligheidstips
Zie veiligheidsfiche.
Technische Informatie Nr. 115 . Stand: april 2003 é
Verantwoordelijkheid van fabrikant en leverancier: Niet : alle in de praktijk voorkomende ondergronden en hun voorbehandeling kunnen in dit technisch informatieblad opgenomen worden.
Het is daarom raadzaam ons bij moeilijke gevallen te raadplegen: Tel.: 09/385.57.11.
Deze technische informaties werden samengesteld naar de jongste stand van de techniek. Aansprakelijkheid voor de algemene geldigheid van deze aanwijzingen moet worden afgewezen, daar
toepassing en verwerkingsmethoden buiten onze invloed liggen en grote verschillen in de aard van de ondergrond steeds een aanpassing van de werkwijze naar het inzicht van de vakkundige
verwerker vragen.
Bij het verschijnen van een nieuwe uitgave in verband met verdere technische ontwikkelingen verliest dit blad zijn geldigheid.