08.02.2014 Views

Bodembeheerplan Zuidwest Fryslân - Gemeente Littenseradiel

Bodembeheerplan Zuidwest Fryslân - Gemeente Littenseradiel

Bodembeheerplan Zuidwest Fryslân - Gemeente Littenseradiel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bij zones met een achtergrondgehalte (95-percentielwaarde) groter dan de tussenwaarde<br />

(gemSW) dient altijd een partijkeuring conform het Bouwstoffenbesluit (AP04) te worden<br />

uitgevoerd. De resultaten van de partijkeuring worden vergeleken met de gemiddelde gehalten<br />

van de zone waarin de partij wordt toegepast. Hiervoor dient tabel 3.2 te worden gehanteerd.<br />

Ook voor het toepassen van partijen die van buiten het beheersgebied komen en gekeurd zijn<br />

volgens het bouwstoffen besluit, dient tabel 3.2 te worden gehanteerd.<br />

Bij zones met een achtergrondgehalte (95-percentielwaarde) onder de tussenwaarde (gemSW)<br />

wordt de toets op vergelijkbaarheid alleen toegepast op de parameters met een gemiddelde<br />

groter dan twee maal de SW1-waarde. De toets op vergelijkbaarheid tussen de verschillende<br />

zones is verwerkt in tabel 3.1 en wordt eenmalig uitgevoerd. De toets op vergelijkbaarheid wordt<br />

niet uitgevoerd op (bijna) schone zones om te voorkomen dat hergebruik vanwege kleine<br />

verschillen niet mogelijk zou zijn.<br />

Het kan voorkomen dat de toe te passen partij grond afkomstig is van een ander gebied waar<br />

eveneens een bodemkwaliteitskaart is vervaardigd conform de interim-richtlijn. In deze gevallen<br />

beoordeeld de afdeling milieu of deze bodemkwaliteitskaart kan worden toegepast. De<br />

gemiddelde gehalten van de betreffende zones worden met elkaar vergeleken waarbij het<br />

gemiddelde gehalte van de toe te passen grond kleiner of gelijk aan 1,2x het gemiddelde gehalte<br />

van de ontvangende bodem dient te zijn (zie tabel 3.2). Wanneer deze situatie zich vaker<br />

voordoet, dan is het mogelijk om werkafspraken te maken, zodat deze toetsing slechts éénmaal<br />

plaats hoeft te vinden.<br />

Toetsing van vergelijkbaarheid vindt alleen plaats voor cadmium, chroom, koper, lood, nikkel,<br />

zink, kwik, arseen en PAK. Op landelijk niveau is een discussie gevoerd over EOX en minerale<br />

olie bij de toetsing op vergelijkbaarheid. De Stuurgroep Bodem van VROM en de<br />

Begeleidingscommissie Bodemkwaliteitskaart zijn van mening dat minerale olie en EOX niet<br />

dienen te worden meegenomen bij de toetsing op vergelijkbaarheid [9]. In lijn met deze landelijke<br />

tendens is voor de <strong>Gemeente</strong>n Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd<br />

en Wûnseradiel de toetsing op vergelijkbaarheid voor EOX en minerale olie niet meegenomen.<br />

Dit betekent niet dat toepassing van minerale olie en EOX houdende grond zondermeer mogelijk<br />

is. Minerale olie komt eigenlijk niet voor als gevolg van diffuse belasting van de bodem. In<br />

(vrijwel) alle gevallen zal het gaan om specifieke puntbelastingen die moeten worden onderkend<br />

als “bijzondere omstandigheden”. Het achtergrondgehalte kan daarom gelijk worden gesteld aan<br />

de streefwaarde. Analyses op minerale olie wordt echter regelmatig door natuurlijke<br />

omstandigheden verstoord. De in deze gevallen aangetroffen minerale olie is dan geen gevolg<br />

van verontreinigende activiteit maar wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van humusachtig<br />

materiaal in de bodem. Omdat het humusgehalte in de bodem en daarmee ook het gehalte aan<br />

minerale olie sterk varieert, is het niet zinvol om een achtergrondgehalte op zoneniveau te<br />

definiëren. Op pagina 10 is een tabel opgenomen met de gehalten voor alle stoffen waar aan<br />

dient te worden voldaan bij hergebruik van grond. Ook minerale olie en EOX zijn opgenomen in<br />

deze tabel. In de tekst onder de tabel wordt verder ingegaan op de voorwaarden ten aanzien van<br />

minerale olie en EOX in toe te passen grond.<br />

Als door middel van een nadere analyse op OCB’s en PCB’s blijkt dat het verhoogde gehalte<br />

EOX niet toe te schrijven is aan deze stoffen en er geen andere oorzaak voor het verhoogde<br />

EOX gehalte aanwezig is kan ook deze grond worden toegepast.<br />

Grond en ontvangende bodem dienen in principe vergelijkbare fysische karakteristieken te<br />

hebben indien dit voor de functie van de bodem van belang is. Dit is echter ter beoordeling van<br />

de ontvanger van de grond. Deze kan besluiten om grond met (enigszins) afwijkende fysische<br />

eigenschappen te accepteren.<br />

Grond die niet aan de genoemde toetsingscriteria voldoet mag niet in de desbetreffende zone<br />

worden toegepast.<br />

In bijlage 6 is een stroomschema opgenomen welke doorlopen kan worden voorafgaand aan het<br />

grondverzet. In dit stroomschema is af te lezen welke stappen doorlopen dienen te worden. Alle<br />

regels uit het bodembeheerplan zijn samengevat in dit stroomschema. Het schema is slechts een<br />

Versiedatum: 25 juli 2006 9<br />

Projectcode: 04.G007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!