Bodembeheerplan Zuidwest Fryslân - Gemeente Littenseradiel
Bodembeheerplan Zuidwest Fryslân - Gemeente Littenseradiel
Bodembeheerplan Zuidwest Fryslân - Gemeente Littenseradiel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Bodembeheerplan</strong> <strong>Zuidwest</strong> Fryslân<br />
Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel<br />
GEMEENTE LITTENSERADIEL<br />
<br />
<br />
<br />
Bolsward<br />
Mevr. G. Salverda<br />
Gaasterlân-Sleat<br />
Dhr. P. de Haas<br />
Lemsterland<br />
Dhr. J. van der Bij<br />
<strong>Littenseradiel</strong><br />
Dhr. Y. Heijnis<br />
Nijefurd<br />
Mevr. A. Griede<br />
Wûnseradiel<br />
Dhr. R. Rijpma<br />
<br />
Postbus 422, 8901 BE Leeuwarden<br />
<br />
S.H. Visser<br />
M. Cordes<br />
<br />
04.G007-12<br />
25 juli 2006<br />
<br />
S.H. Visser<br />
<br />
05.RF050<br />
<br />
Definitief
INHOUDSOPGAVE .................................................................................................................................................. 1<br />
1 INLEIDING ........................................................................................................................................................ 2<br />
1.1 AANLEIDING EN DOELSTELLING .................................................................................................................... 2<br />
1.2 AFBAKENING BODEMBEHEERPLAN ................................................................................................................ 2<br />
1.3 LEESWIJZER................................................................................................................................................... 3<br />
2 BODEMKWALITEITSKAART....................................................................................................................... 4<br />
2.1 INLEIDING...................................................................................................................................................... 4<br />
2.2 BODEMKWALITEIT......................................................................................................................................... 4<br />
3 UITWERKING BELEID VOOR GRONDVERZET...................................................................................... 7<br />
3.1 INLEIDING...................................................................................................................................................... 7<br />
3.2 KWALITEITSDOELSTELLING BIJ HERGEBRUIK VAN GROND IN RELATIE TOT BODEMGEBRUIKSWAARDEN ....... 7<br />
3.3 TOETSING VERGELIJKBARE BODEMKWALITEIT .............................................................................................. 8<br />
3.4 REGELS VOOR GRONDVERZET BINNEN EN TUSSEN ZONES............................................................................ 10<br />
3.5 GROND AFKOMSTIG VAN BUITEN HET BEHEERGEBIED ................................................................................. 13<br />
3.6 BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN.................................................................................................................. 13<br />
3.7 TOEPASSEN VAN GROND UIT HET GRONDDEPOT........................................................................................... 14<br />
3.8 DEMPEN VAN OPPERVLAKTEWATER ............................................................................................................ 14<br />
3.9 BESCHERMINGSGEBIEDEN ........................................................................................................................... 16<br />
3.10 KLEINE PARTIJEN......................................................................................................................................... 16<br />
3.11 AFVOER VAN GROND ................................................................................................................................... 16<br />
4 PROCEDURES................................................................................................................................................. 17<br />
4.1 OPVRAGEN INFORMATIE VOORAF ................................................................................................................ 17<br />
4.2 MELDING EN ONDERZOEKSPLICHT............................................................................................................... 17<br />
4.3 TOETSING EN REGISTRATIE.......................................................................................................................... 18<br />
4.4 TRANSPORT VAN GROND ............................................................................................................................. 18<br />
4.5 REGISTRATIE ............................................................................................................................................... 19<br />
4.6 VRIJSTELLINGENBELEID VOOR UITVOERING BODEMONDERZOEK ................................................................ 19<br />
4.7 TOETSING GEBIEDSEIGEN BODEMKWALITEIT............................................................................................... 19<br />
4.8 VRIJSTELLING BODEMONDERZOEK AANVRAAG BOUWVERGUNNING ........................................................... 20<br />
5 CONTROLE EN HANDHAVING.................................................................................................................. 22<br />
5.1 ACTOREN..................................................................................................................................................... 22<br />
5.2 CONTROLE EN HANDHAVING ....................................................................................................................... 22<br />
5.3 SAMENWERKING TUSSEN DE ZES GEMEENTEN ............................................................................................. 23<br />
6 COMMUNICATIE........................................................................................................................................... 24<br />
LITERATUUR ......................................................................................................................................................... 25<br />
Kaartbijlage 1a: Bodemkwaliteitszones bebouwd gebied<br />
Kaartbijlage 1b: Bodemkwaliteitszones wegbermen in het landelijk gebied<br />
Kaartbijlage 2a t/m f: Bodemkwaliteitszones per gemeente<br />
Bijlage 1:<br />
Bijlage 2:<br />
Bijlage 3:<br />
Bijlage 4:<br />
Bijlage 5:<br />
Bijlage 6:<br />
Bijlage 7:<br />
Bijlage 8:<br />
Bijlage 9:<br />
Bijlage 10:<br />
Statistische parameters bkk met toetsing aan streef- en interventiewaarden<br />
Statistische parameters bkk met toetsing aan bodemgebruikswaarden<br />
Melding voor toepassing van grond als bodem<br />
Formulier historische toets<br />
Formulier voor transport<br />
Begrippenlijst en lijst gebruikte afkortingen<br />
Lijst met betrokken actoren en instanties<br />
Grondstromenmatrix<br />
Stroomschema grondverzet<br />
Wettelijke en beleidsmatige achtergronden
Per 1 juli 1999 is het Bouwstoffenbesluit (Bsb) [1] volledig van kracht geworden, waardoor de<br />
gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel<br />
vanaf dit tijdstip tevens bevoegd gezag zijn geworden voor het Bouwstoffenbesluit. Op deze<br />
datum is tevens de Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet (MVG) [3] in werking getreden.<br />
Op grond van deze regeling is hergebruik van licht verontreinigde grond als bodem alleen<br />
toegestaan op basis van een door het college van Burgemeester en Wethouders goedgekeurde<br />
bodemkwaliteitskaart.<br />
Wanneer is sprake van (her)gebruik van grond als bodem?<br />
Gebruik (of hergebruik) van grond als bodem betreft een aanvulling of opvulling van de bodem. In<br />
geval van waterbodems betreft het een demping of verondieping. De grond krijgt hierbij de<br />
functie bodem en wordt beschouwd als een (functioneel) werk in de zin van het<br />
Bouwstoffenbesluit. Het werk is bedoeld om de grond definitief onderdeel uit te gaan laten maken<br />
van de bodem. Er worden geen beheersmaatregelen getroffen.<br />
Naar aanleiding van de rol van de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland,<br />
<strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel als initiatiefnemer van grondwerken en bevoegd gezag<br />
hebben deze gemeenten gezamenlijk een bodemkwaliteitskaart laten opstellen.<br />
Tijdens het opstellen van de bodemkwaliteitskaart [12] is het beheergebied van de zes<br />
gemeenten opgedeeld in verschillende deelgebieden. Per deelgebied is de bodemkwaliteit van<br />
bovengrond en ondergrond vastgesteld in zogenaamde bodemkwaliteitszones. Het<br />
onderliggende bodembeheerplan geeft de voorwaarden aan voor grondverzet binnen en tussen<br />
deze bodemkwaliteitszones. Tevens wordt een overzicht gegeven van de wet- en regelgeving en<br />
het beleid voor grondverzet, alsmede de hieruit voortvloeiende procedures.<br />
Het doel van het bodembeheerplan is het beleidsmatig vaststellen van de voorwaarden<br />
waaronder grond kan worden toegepast als bodem. De bodemkwaliteitskaart en het<br />
bodembeheerplan vormen samen een belangrijk middel voor ‘actief bodembeheer’, waarbij een<br />
duurzaam en verantwoord gebruik van de verontreinigde bodem wordt beoogd.<br />
! " <br />
Geldigheidsduur<br />
In de interim-richtlijn bodemkwaliteitskaarten van het Ministerie van VROM is aangegeven dat de<br />
bodemkwaliteitskaart (en dus ook het bijbehorend bodembeheerplan) dient te worden herzien<br />
indien een substantieel deel nieuwe waarnemingen aan het oorspronkelijke gegevensbestand<br />
zijn toegevoegd en deze aanleiding geven tot een wijziging van de bodemkwaliteitszones. Uit<br />
deze richtlijn volgt dus dat de bodemkwaliteitskaart (en bijbehorend bodembeheerplan) periodiek<br />
moet worden geëvalueerd en dat het tijdstip van evaluatie afhangt van de dynamiek binnen de<br />
gemeente.<br />
In verband met het bovenstaande is besloten de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan<br />
voor de periode 2006-2010 vast te stellen. Na afloop van deze periode, of zoveel eerder wanneer<br />
de nieuwe gegevens hier aanleiding toe geven, wordt de dan ‘nieuw’ beschikbare informatie<br />
beoordeeld. Indien noodzakelijk wordt de bodemkwaliteitskaart opnieuw doorgerekend en<br />
vervolgens opnieuw vastgesteld. Daarnaast zal verandering van de relevante wetgeving of<br />
(landelijk) beleid aanleiding zijn om te beoordelen of het noodzakelijk is om de<br />
bodemkwaliteitskaart hierop aan te passen.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 2<br />
Projectcode: 04.G007
Toepassingsgebied<br />
Dit bodembeheerplan heeft betrekking op het toepassen van schone en licht verontreinigde<br />
grond als bodem binnen de grenzen van de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel in het kader van de Vrijstellingsregeling<br />
Grondverzet (MVG). Buiten de reikwijdte van dit bodembeheerplan valt:<br />
• het toepassen van grond als bodem waarbij grond wordt gebruikt die (tijdelijk) op of nabij<br />
dezelfde plaats is ontgraven. Het terugbrengen van grond op of in de bodem, op of nabij de<br />
plaats waar deze is ontgraven, wordt niet beschouwd als het gebruiken van een bouwstof en<br />
valt daarom buiten de reikwijdte van de MVG en daarmee tevens buiten de reikwijdte van dit<br />
bodembeheerplan. Dit betekent dat in deze situatie de grond “gewoon” teruggebracht mag<br />
worden (tenzij die grond na ontgraven is bewerkt of wanneer er sprake is van ernstig<br />
verontreinigde grond); Bij tijdelijke uitname dient echter wel rekening te worden gehouden<br />
met het mengen van bodemlagen voor bodemkwaliteitszones waar de kwaliteit van de<br />
bodemlagen (bovengrond/ondergrond) van elkaar verschilt.<br />
• het toepassen van grond als bodem ter plaatse van (de bermen van) de rijkswegen,<br />
provinciale wegen en spoorwegen. De kwaliteit van deze gebieden is niet vastgelegd in de<br />
bodemkwaliteitskaart en valt daarom buiten de reikwijdte van de MVG en daarmee tevens<br />
buiten de reikwijdte van dit bodembeheerplan.<br />
• het toepassen van grond in werken niet zijnde hergebruik als bodem (bv geluidswal of<br />
windwal).<br />
• het toepassen van grond in oppervlaktewater (tenzij demping en er feitelijk landbodem<br />
ontstaat en er uiteindelijk geen contact meer is met het oppervlaktewater). Bij toepassingen<br />
in oppervlaktewater geldt het beleid van de waterkwaliteitsbeheerder het Wetterskip Fryslân.<br />
• het toepassen van grond binnen het waterwingebied te Oudega (Gaasterlân-Sleat). In dit<br />
gebied mag alleen schone grond worden toegepast. Hergebruik van licht verontreinigde<br />
grond binnen het grondwaterbeschermingsgebied te Oudega is wel mogelijk, wanneer wordt<br />
voldaan aan de voorwaarden van de vrijstellingsregeling grondverzet zoals uitgewerkt in de<br />
bodemkwaliteitskaart met bijbehorend bodembeheerplan.<br />
• Toepassing van grond op locaties die voorkomen in het provinciale bestand landsdekkend<br />
beeld 2005;<br />
• Grondwinning.<br />
Buiten dit bodembeheerplan valt echter ook het verspreiden op land van baggerspecie, klasse 0,<br />
1 en 2. Daarvoor geldt het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen. Naar verwachting<br />
wordt eind 2005 hergebruik van bagger als grond onder voorwaarden wel mogelijk. Hiertoe zal<br />
een intentie verklaring worden getekend door o.a. de Friese gemeenten, het Wetterskip en de<br />
provincie Fryslân. De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>,<br />
Nijefurd en Wûnseradiel hebben de intentie om hergebruik als grond van bagger met klasse 0, 1<br />
of 2 toe te staan.<br />
In de onderstaande tabel wordt samengevat binnen welke wettelijke kader grondverzet kan<br />
plaatsvinden. In bijlage10 wordt hier nader op ingegaan.<br />
Tabel 1.1: toepassing van grond in verschillende wettelijke kaders<br />
milieuhygiënische kwaliteit<br />
van de toe te passen grond<br />
Schone grond Licht verontreinigde grond Ernstig<br />
verontreinigde<br />
Toepassingsmogelijkheden<br />
van grond<br />
Multifunctioneel In werken<br />
(niet zijnde hergebruik<br />
als bodem)<br />
als bodem<br />
grond<br />
onder strikte<br />
voorwaarden<br />
Wettelijk kader Bsb en MVG Bsb MVG Wbb<br />
(Bsb = bouwstoffenbesluit, MVG = ministeriele vrijstellingsregeling grondverzet, Wbb = wet bodembescherming)<br />
# $% &<br />
De lokale bodemkwaliteit wordt besproken in hoofdstuk 2. Op basis hiervan is in hoofdstuk 3 het<br />
gemeentelijk beleid voor grondverzet nader uitgewerkt. De aan grondverzet verbonden<br />
procedurele aspecten zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4. De controle en handhaving van grondverzet<br />
zijn beschreven in hoofdstuk 5. In het laatste hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan met<br />
betrekking tot de communicatie rondom dit bodembeheerplan.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 3<br />
Projectcode: 04.G007
'"% "<br />
<br />
<br />
CSO Adviesbureau heeft in opdracht van de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel de bodemkwaliteitskaart vervaardigd voor<br />
de stoffen cadmium, chroom, koper, lood, nikkel, zink, kwik, arseen , PAK, minerale olie en EOX.<br />
Deze bodemkwaliteitskaart is de basis voor de mogelijkheden voor hergebruik van grond als<br />
bodem. Bij het vervaardigen van de kaart is de interim-richtlijn [6] alsmede het provinciale beleid<br />
[16,17] gevolgd.<br />
Het beheergebied betreft het gehele grondgebied van gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel.<br />
Na evaluatie van de indeling in deelgebieden is gekomen tot een bodemkwaliteitskaart met tien<br />
bodemkwaliteitszones. Hierbij is voor het bebouwd gebied en voor het landelijk gebied<br />
onderscheid gemaakt in de twee bodemlagen: bovengrond (tot 0,5 m onder maaiveld) en<br />
ondergrond (dieper dan 0,5 m onder maaiveld tot 2,0 meter onder maaiveld). Daarnaast zijn de<br />
wegbermen (van 0-0,30 m onder maaiveld) gezoneerd. De ligging van de bodemkwaliteitszones<br />
is aangegeven in kaartbijlage 1.<br />
Van deze zones is verondersteld dat de bodemkwaliteit min of meer homogeen is. Deze indeling<br />
heeft plaatsgevonden op basis van werkelijk gemeten gehalten van de stoffen die het meest<br />
bepalend zijn voor de bodemkwaliteit. Locaties waar de bodemkwaliteit relatief beter of slechter<br />
is (bijzondere omstandigheden zoals verdachte locaties, saneringslocaties, etc.) behoren niet tot<br />
de bodemkwaliteitszones. Voor deze onderdelen gelden dan ook andere regels met betrekking<br />
tot grondverzet.<br />
Voor de uiteindelijk verkregen bodemkwaliteitszones zijn o.a. het gemiddelde en de 95-<br />
percentielwaarden bepaald (zie paragraaf 2.2). Deze waarden zijn gebaseerd op de gehalten die<br />
zijn gemeten op onverdachte locaties. De bodemkwaliteitskaart doet derhalve alleen uitspraken<br />
over locaties die niet-verdacht zijn op zware metalen, PAK, EOX en/of minerale olie.<br />
'"% <br />
In de kaartbijlagen is de bodemkwaliteitskaart opgenomen. In bijlage 1 zijn de statistische<br />
parameters opgenomen van het gegevensbestand, waarbij een toetsing * heeft plaatsgevonden<br />
aan de samenstellingswaarde voor schone grond (SW1) en niet-schone grond (SW2) van het<br />
Bouwstoffenbesluit.<br />
De kwaliteit van een bodemkwaliteitszone is bepaald aan de hand van het gemiddelde en de 95-<br />
percentielwaarde. De 95-percentielwaarde is de waarde waar beneden 95% van het aantal<br />
waarnemingen in de betreffende zone is gelegen (zie voor de definitie ook bijlage 4). In tabel 2.1<br />
zijn de stoffen aangegeven, waarvan de 95-percentielwaarde de tussenwaarde overschrijdt.<br />
* De ministeriele vrijstellingsregeling grondverzet is een vrijstelling op een aantal eisen uit het bouwstoffenbesluit. Bij toetsing van de<br />
bodemkwaliteitskaart (gemiddelde en/of percentielwaarden) moet daarom ook worden getoetst aan de normen van het<br />
bouwstoffenbesluit. Dit zijn de samenstellingswaarden SW1 en SW2, en het gemiddelde van deze waarden: gemSW. Voor de<br />
zware metalen en PAK komen deze toetsingswaarden overeen met de streef- en interventiewaarde. Voor minerale olie verschillen<br />
deze waarden echter.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 4<br />
Projectcode: 04.G007
Tabel 2.1a: Overschrijdingen van de toetsingswaarden uit het Bouwstoffenbesluit voor gemiddelde gehalten<br />
en 95-percentielwaarden in de bovengrond<br />
Stof Oude hist. kern Tot 1950 Na 1950 Na 1970 Recreatie bedrijfsterrein<br />
P95 Gem P95 Gem P95 Gem P95 Gem P95 Gem P95 Gem<br />
Cadmium - - - - - - - - - - - -<br />
Kwik >SW1 >SW1 >SW1 - >SW1 >SW1 - - - - - -<br />
Koper >SW1 >SW1 >SW1 - >SW1 - - - - - - -<br />
Nikkel >SW1 - >SW1 - - - >SW1 - >SW1 - - -<br />
Lood >SW2 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 - >SW1 - - - >SW1 -<br />
Zink >GEMSW >SW1 >SW1 - >SW1 - >SW1 - - - - -<br />
Chroom - - - - - - - - - - - -<br />
Arseen - - - - - - - - - - - -<br />
PAK >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 - >SW1 - >SW1 >SW1<br />
EOX >SW1 - >SW1 - >SW1 - >SW1 >SW1 >SW1 - >SW1 -<br />
Minerale olie >GEMSW >SW1 >GEMSW >SW1 >GEMSW >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 -<br />
Stof Klei Veen zand Wegbermen<br />
P95 Gem P95 Gem P95 Gem P95 Gem<br />
Cadmium - - - - - - - -<br />
Kwik >SW1 - >SW1 - >SW1 - - -<br />
Koper >SW1 - >SW1 - >SW1 - - -<br />
Nikkel - - >SW1 - - - - -<br />
Lood >SW1 - >SW1 - >SW1 - >SW1 -<br />
Zink >SW1 - >SW1 - >SW1 - - -<br />
Chroom - - - - - - - -<br />
Arseen - - - - - - - -<br />
PAK >SW1 - >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >GEMSW >SW1<br />
EOX >SW1 - >SW1 >SW1 >SW1 - >SW1 -<br />
Minerale olie >SW1 >SW1 >GEMSW >SW1 >GEMSW >SW1 >SW1 >SW1<br />
Tabel 2.1b: Overschrijdingen van de toetsingswaarden uit het Bouwstoffenbesluit voor gemiddelde gehalten<br />
en 95-percentielwaarden in de ondergrond<br />
Stof Oude hist. kern Tot 1950 Na 1950 Na 1970 Recreatie bedrijfsterrein<br />
P95 Gem P95 Gem P95 Gem P95 Gem P95 Gem P95 Gem<br />
Cadmium - - - - - - - - - - - -<br />
Kwik >SW1 - >SW1 - >SW1 - - - - - - -<br />
Koper >SW1 - >SW1 - - - - - - - - -<br />
Nikkel >SW1 - >SW1 - >SW1 - - - >SW1 - - -<br />
Lood > GEMSW >SW1 >SW1 - >SW1 - - - - - - -<br />
Zink >SW1 - >SW1 - >SW1 - - - >SW1 - - -<br />
Chroom - - - - - - - - - - - -<br />
Arseen - - - - - - - - - - - -<br />
PAK >SW1 - >SW1 >SW1 >SW1 - - - - - >SW1 -<br />
EOX >SW1 - >SW1 - >SW1 - > GEMSW >SW1 > GEMSW >SW1 >SW1 -<br />
Minerale olie > GEMSW >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1 >SW1<br />
Stof Klei Veen zand<br />
P95 Gem P95 Gem P95 Gem<br />
Cadmium - - - - - -<br />
Kwik - - >SW1 - - -<br />
Koper - - - - - -<br />
Nikkel >SW1 - >SW1 - - -<br />
Lood - - - - - -<br />
Zink - - - - - -<br />
Chroom - - - - - -<br />
Arseen - - - - - -<br />
PAK - - >SW1 - - -<br />
EOX >SW1 >SW1 >SW2 >SW1 >SW1 -<br />
Minerale olie >SW1 >SW1 >SW2 >SW1 >SW1 >SW1<br />
SW1 : samenstellingswaarde schone grond uit het Bouwstoffenbesluit<br />
SW2 : samenstellingswaarde voor bouwstoffen inclusief niet schone grond uit het<br />
Bouwstoffenbesluit<br />
GemSW : gemiddelde van SW1 en SW2<br />
- : gehalte lager of gelijk aan de samenstellingswaarde SW1van het Bouwstoffenbesluit<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 5<br />
Projectcode: 04.G007
De belangrijkste kentallen zijn per bodemkwaliteitszone in onderstaande tabel weergegeven:<br />
Bodemkwaliteitszone Bovengrond Ondergrond<br />
Oude historische kern P95 > SW2 P95 > gemSW<br />
Bebouwing tot 1950 Gem > 2 * SW1 -<br />
Bebouwing na 1950 -* -<br />
Bebouwing na 1970 - -^<br />
Recreatie - -^<br />
Bedrijfsterrein - -<br />
Buitengebied - Klei - -<br />
Buitengebied - Veen -* P95 > SW2<br />
Buitengebied - Zand -* -<br />
Wegbermen P95 > gemSW Nvt<br />
Tabel 2.2: karakterisering bodemkwaliteitszones aan de hand van de belangrijkste kentallen<br />
P95 > gemSW: de 95-percentielwaarde van de bodemkwaliteitszone overschrijdt de gemSW. Vrij<br />
grondverzet (zonder partijkeuring) is in deze zone niet toegestaan;<br />
Gem > 2 * SW1: het gemiddelde van de zone ligt minimaal een factor twee boven de<br />
samenstellingswaarde 1, zodat niet aan de criteria voor schone grond wordt voldaan;<br />
-: de zone (gemiddelde gehalten) voldoet voor de zware metalen, PAK, minerale olie en eox<br />
aan de criteria voor schone grond.<br />
-*: P95 minerale olie > gemSW, de zone (gemiddelde gehalten) voldoet voor de zware<br />
metalen, PAK en eox aan de criteria voor schone grond<br />
-^:<br />
P95 eox > gemSW, de zone (gemiddelde gehalten) voldoet voor de zware metalen en<br />
PAK aan de criteria voor schone grond.<br />
In bijlage 2 zijn de gegevens (zware metalen en PAK) van de bodemkwaliteitskaart getoetst aan<br />
de bodemgebruikswaarden. In tabel 2.3 zijn de toetsingsresultaten samengevat. Uit deze tabel<br />
valt af te leiden dat de gehalten in enkele gevallen de BGW 1 en/of BGW 2-waarde<br />
overschrijden. Dit betekent niet dat er daadwerkelijk risico’s optreden. Bij het vaststellen van de<br />
mogelijkheid van grondverzet dient echter rekening te worden gehouden met deze BGWwaarden.<br />
Tabel 2.5 Samenvatting toetsingsresultaat bodemkwaliteitszones aan BGW- normen (overschrijdingen)<br />
Bovengrond<br />
Ondergrond<br />
Zone Omschrijving Gemiddelde 95-percentiel Gemiddelde 95-percentiel<br />
1 Oude historische kern > BGW I > BGW II > BGW I > BGW II<br />
2 Bebouwing tot 1950 > BGW I > BGW II - > BGW I<br />
3 Bebouwing na 1950 - > BGW I - > BGW I<br />
4 Bebouwing na 1970 - > BGW I - -<br />
5 Recreatie - > BGW I - -<br />
6 Bedrijfsterrein - > BGW I - > BGW I<br />
7 Buitengebied - Klei - > BGW I -<br />
8 Buitengebied - Veen - > BGW I - > BGW I<br />
9 Buitengebied - Zand - > BGW I - -<br />
10 Wegbermen - Doorgaande wegen > BGW I > BGW I n.v.t. n.v.t.<br />
> BGW I overschrijding van gemiddelde en/of 95-percentielwaarde van de BGW I norm<br />
voor wonen en intensief gebruikt (openbaar) groen<br />
> BGW II overschrijding van gemiddelde en/of 95-percentielwaarde van de BGW II norm<br />
voor extensief gebruikt (openbaar) groen<br />
In paragraaf 3.2 wordt verder ingegaan om de kwaliteitsdoelstelling bij het grondverzet en<br />
mogelijke risico’s.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 6<br />
Projectcode: 04.G007
# (% "&<br />
# <br />
Om in het kader van de Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet (MVG) daadwerkelijk (licht<br />
verontreinigde) als bodem te mogen toepassen dient de beleidsnota “Grond grondig bekeken” en<br />
de hierbij horende interim-richtlijn voor bodemkwaliteitskaarten in acht te worden genomen en<br />
rekening te worden gehouden met het provinciale beleid. Dit beleid is samengevat in de notitie<br />
“Grondverzet: regelingen op een rij”, notitie provincie Fryslân, maart 2003. Tevens is de notitie<br />
“Provinciale Richtlijn, Aanpak van lokale verontreinigingen in diffuus verontreinigde gebieden”<br />
van de Provincie Fryslân in sommige gevallen van toepassing.<br />
In de onderstaande paragrafen is het gemeentelijk beleid van gemeenten Bolsward, Gaasterlân-<br />
Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel voor hergebruik van grond nader<br />
uitgewerkt.<br />
# )% " <br />
"% <br />
Bij hergebruik van grond hanteert de gemeente het standstill principe. De kwaliteit van de aan te<br />
brengen grond moet minimaal van vergelijkbare kwaliteit zijn als de kwaliteit van de ontvangende<br />
bodem. Hierbij wordt aangesloten bij artikel 3 lid a van de Vrijstellingsregeling Grondverzet. Het<br />
hergebruik van licht verontreinigde grond mag echter niet leiden tot risico’s bij het huidige of<br />
toekomstige gebruik van de bodem. Voor locaties of gebieden met een gevoelig gebruik (moes-<br />
/volkstuin, speelplaatsen met contactmogelijkheden met de grond) hanteren de gemeenten<br />
Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel de aanvullende<br />
eis dat de aan te brengen grond moet voldoen aan de kwaliteitseisen voor schone grond. Voor<br />
de overige gebieden wordt door het hanteren van de regels voor grondverzet in dit<br />
bodembeheerplan voldaan aan de MTR-waarden (of geldende risiconormen).<br />
Bij het vaststellen of er mogelijk sprake is van risico’s bij hergebruik van grond, wordt veelal<br />
getoetst aan de bodemgebruikswaarden. De bodemgebruikswaarden worden bij saneringen<br />
gehanteerd als minimale kwaliteitseis voor leeflagen. De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel beschouwen de bodemgebruikswaarden als<br />
de (uiteindelijk) gewenste bodemkwaliteit. Bij beoordeling van de actuele risico’s voor de mens<br />
worden de MTR waarden gehanteerd (maximaal toelaatbaar risiconiveau).<br />
Ten aanzien van de toetsing van de kwaliteit van de bodemkwaliteitszones kan onderscheid<br />
worden gemaakt in zones waarvan de gemiddelde gehalten:<br />
A. voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau (BGW’s);<br />
B. in geringe mate de BGW’s overschrijden;<br />
C. in ruime mate de BGW’s overschrijden maar nog onder het maximaal toelaatbaar<br />
risiconiveau (MTR) liggen;<br />
D. de maximaal toelaatbare risico’s (MTR-waarden) overschrijden.<br />
In de onderstaande tabel zijn de bodemkwaliteitszones ingedeeld in de bovenstaande<br />
kwaliteitsonderverdeling:<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 7<br />
Projectcode: 04.G007
Tabel 4.1 Onderverdeling in kwaliteitsniveau’s van de bodemkwaliteitszones.<br />
Zone Bovengrond Ondergrond<br />
Oude historische kern D B<br />
Bebouwing tot 1950 B A<br />
Bebouwing na 1950 A A<br />
Bebouwing na 1970 A A<br />
Recreatie A A<br />
Bedrijfsterrein A A<br />
Buitengebied - Klei A A<br />
Buitengebied - Veen A A<br />
Buitengebied - Zand A A<br />
Wegbermen B n.v.t.<br />
In de bodemkwaliteitszones ‘oude historische kern’ (boven en ondergrond), ‘tot 1950<br />
(bovengrond) en de zone ‘wegbermen’ liggen de gemiddelde gehalten boven het gewenste<br />
kwaliteitsniveau van de bodemgebruikswaarden voor extensief gebruikt (openbaar) groen (BGW<br />
II). De gemiddelde kwaliteit van de overige zones voldoet aan de BGW I en II waarde.<br />
In de bodemkwaliteitszones ‘oude historische kern (boven en ondergrond)’ en ‘tot 1950<br />
(bovengrond) ligt het 95-percentiel voor lood boven het gewenste kwaliteitsniveau wonen en<br />
intensief gebruikt (openbaar) groen (BGW I).<br />
Met name in de bodemkwaliteitszone ‘oude historische kern’ worden veel gehalten boven het<br />
MTR-niveau aangetroffen. De gemiddelde kwaliteit van deze zone ligt een factor 1,47 boven het<br />
MTR-niveau van wonen met moestuin. Voor de overige functies/gebruiken wordt het MTR-niveau<br />
niet overschreden. Wonen met moestuin houdt in dat een groot deel van de geconsumeerde<br />
groente uit eigen tuin afkomstig is. Voor de risicobeoordeling is deze blootstellingsroute van<br />
toepassing wanneer veel gewassen in eigen tuin worden geteeld. Als alternatief dient de<br />
blootstellingsroute 'wonen met tuin'te worden gehanteerd indien niet bekend is of gewassen in<br />
eigen tuin geteeld worden of indien in beperkte mate gewassen in eigen tuin geteeld worden.<br />
Geconcludeerd kan worden dat er alleen sprake is van mogelijke risico’s op percelen met<br />
moestuinen, waarbij de moestuin wordt gebruikt voor een groot deel van de geconsumeerde<br />
groente door de bewoners. In de praktijk komt deze situatie niet veel voor in de historische<br />
kernen.<br />
Bij toepassing van gekeurde grond wordt getoetst aan de gemiddelde kwaliteit van de bodem<br />
met een acceptatiefactor van 1,2 (zie volgende paragraaf). Hiermee invulling gegeven aan het<br />
stand-still principe. Overall gezien zal hiermee de kwaliteit van de bodem niet verslechteren of<br />
zelfs iets verbeteren in kwaliteit. De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland,<br />
<strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel zijn van mening dat hiermee eventuele risico’s voor<br />
hergebruik van grond in voldoende mate zijn afgedekt.<br />
## *" "% <br />
Conform de interim-richtlijn bodemkwaliteitskaarten vindt toetsing van vergelijkbare<br />
bodemkwaliteit plaats door het gemiddelde gehalte van de aan te brengen grond te vergelijken<br />
met de gemiddelde kwaliteit van de ontvangende zone met een acceptatiefactor van 1,2.<br />
Samengevat:<br />
Het gemiddelde gehalte van de toe te passen grond dient kleiner of gelijk aan 1,2x het<br />
gemiddelde gehalte van de ontvangende bodem te zijn.<br />
Deze toets wordt zowel gebruikt voor vergelijking van de kwaliteit van zones onderling (tabel 3.1)<br />
als voor de vergelijking van gekeurde partijen grond en de ontvangende bodem (tabel 3.2).<br />
De toets op vergelijkbaarheid vindt plaats door de gemiddelde gehalten tussen de zones te<br />
vergelijken.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 8<br />
Projectcode: 04.G007
Bij zones met een achtergrondgehalte (95-percentielwaarde) groter dan de tussenwaarde<br />
(gemSW) dient altijd een partijkeuring conform het Bouwstoffenbesluit (AP04) te worden<br />
uitgevoerd. De resultaten van de partijkeuring worden vergeleken met de gemiddelde gehalten<br />
van de zone waarin de partij wordt toegepast. Hiervoor dient tabel 3.2 te worden gehanteerd.<br />
Ook voor het toepassen van partijen die van buiten het beheersgebied komen en gekeurd zijn<br />
volgens het bouwstoffen besluit, dient tabel 3.2 te worden gehanteerd.<br />
Bij zones met een achtergrondgehalte (95-percentielwaarde) onder de tussenwaarde (gemSW)<br />
wordt de toets op vergelijkbaarheid alleen toegepast op de parameters met een gemiddelde<br />
groter dan twee maal de SW1-waarde. De toets op vergelijkbaarheid tussen de verschillende<br />
zones is verwerkt in tabel 3.1 en wordt eenmalig uitgevoerd. De toets op vergelijkbaarheid wordt<br />
niet uitgevoerd op (bijna) schone zones om te voorkomen dat hergebruik vanwege kleine<br />
verschillen niet mogelijk zou zijn.<br />
Het kan voorkomen dat de toe te passen partij grond afkomstig is van een ander gebied waar<br />
eveneens een bodemkwaliteitskaart is vervaardigd conform de interim-richtlijn. In deze gevallen<br />
beoordeeld de afdeling milieu of deze bodemkwaliteitskaart kan worden toegepast. De<br />
gemiddelde gehalten van de betreffende zones worden met elkaar vergeleken waarbij het<br />
gemiddelde gehalte van de toe te passen grond kleiner of gelijk aan 1,2x het gemiddelde gehalte<br />
van de ontvangende bodem dient te zijn (zie tabel 3.2). Wanneer deze situatie zich vaker<br />
voordoet, dan is het mogelijk om werkafspraken te maken, zodat deze toetsing slechts éénmaal<br />
plaats hoeft te vinden.<br />
Toetsing van vergelijkbaarheid vindt alleen plaats voor cadmium, chroom, koper, lood, nikkel,<br />
zink, kwik, arseen en PAK. Op landelijk niveau is een discussie gevoerd over EOX en minerale<br />
olie bij de toetsing op vergelijkbaarheid. De Stuurgroep Bodem van VROM en de<br />
Begeleidingscommissie Bodemkwaliteitskaart zijn van mening dat minerale olie en EOX niet<br />
dienen te worden meegenomen bij de toetsing op vergelijkbaarheid [9]. In lijn met deze landelijke<br />
tendens is voor de <strong>Gemeente</strong>n Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd<br />
en Wûnseradiel de toetsing op vergelijkbaarheid voor EOX en minerale olie niet meegenomen.<br />
Dit betekent niet dat toepassing van minerale olie en EOX houdende grond zondermeer mogelijk<br />
is. Minerale olie komt eigenlijk niet voor als gevolg van diffuse belasting van de bodem. In<br />
(vrijwel) alle gevallen zal het gaan om specifieke puntbelastingen die moeten worden onderkend<br />
als “bijzondere omstandigheden”. Het achtergrondgehalte kan daarom gelijk worden gesteld aan<br />
de streefwaarde. Analyses op minerale olie wordt echter regelmatig door natuurlijke<br />
omstandigheden verstoord. De in deze gevallen aangetroffen minerale olie is dan geen gevolg<br />
van verontreinigende activiteit maar wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van humusachtig<br />
materiaal in de bodem. Omdat het humusgehalte in de bodem en daarmee ook het gehalte aan<br />
minerale olie sterk varieert, is het niet zinvol om een achtergrondgehalte op zoneniveau te<br />
definiëren. Op pagina 10 is een tabel opgenomen met de gehalten voor alle stoffen waar aan<br />
dient te worden voldaan bij hergebruik van grond. Ook minerale olie en EOX zijn opgenomen in<br />
deze tabel. In de tekst onder de tabel wordt verder ingegaan op de voorwaarden ten aanzien van<br />
minerale olie en EOX in toe te passen grond.<br />
Als door middel van een nadere analyse op OCB’s en PCB’s blijkt dat het verhoogde gehalte<br />
EOX niet toe te schrijven is aan deze stoffen en er geen andere oorzaak voor het verhoogde<br />
EOX gehalte aanwezig is kan ook deze grond worden toegepast.<br />
Grond en ontvangende bodem dienen in principe vergelijkbare fysische karakteristieken te<br />
hebben indien dit voor de functie van de bodem van belang is. Dit is echter ter beoordeling van<br />
de ontvanger van de grond. Deze kan besluiten om grond met (enigszins) afwijkende fysische<br />
eigenschappen te accepteren.<br />
Grond die niet aan de genoemde toetsingscriteria voldoet mag niet in de desbetreffende zone<br />
worden toegepast.<br />
In bijlage 6 is een stroomschema opgenomen welke doorlopen kan worden voorafgaand aan het<br />
grondverzet. In dit stroomschema is af te lezen welke stappen doorlopen dienen te worden. Alle<br />
regels uit het bodembeheerplan zijn samengevat in dit stroomschema. Het schema is slechts een<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 9<br />
Projectcode: 04.G007
samenvatting van de tekst in het bodembeheerplan. Beide kunnen daarom niet los van elkaar<br />
worden toegepast! Hetzelfde geldt voor folders, flyers en informatie geplaatst op websites.<br />
#+ &&<br />
Bij grondverzet binnen en/of tussen zones moet, conform de interim-richtlijn, voorgaand aan het<br />
grondverzet een partijkeuring worden uitgevoerd indien:<br />
- het 95-percentiel van de betreffende zone boven de toetsingswaarde gemSW ligt;<br />
- de grond niet vergelijkbaar is conform de criteria van paragraaf 3.3.<br />
- toepassing binnen een waterwingebied, waar alleen schone grond mag worden<br />
toegepast;<br />
- de grond afkomstig is van een verdachte locatie;<br />
Bestemmingszone<br />
bovengrond<br />
Bestemmingszone<br />
Ondergrond<br />
Zonecode B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 O1 O2 O3 O4 O5 O6 O7 O8 O9<br />
Zone omschrijving<br />
Oude historische kern<br />
Bebouwing tot 1950<br />
Bebouwing na 1950<br />
Bebouwing na 1970<br />
Recreatie<br />
Bedrijfsterrein<br />
Buitengebied - Klei<br />
Buitengebied - Veen<br />
Buitengebied - Zand<br />
Wegbermen<br />
Oude historische kern<br />
Bebouwing tot 1950<br />
Bebouwing na 1950<br />
Bebouwing na 1970<br />
Recreatie<br />
Bedrijfsterrein<br />
Buitengebied - Klei<br />
Buitengebied - Veen<br />
Buitengebied - Zand<br />
B1 Oude historische kern<br />
B2 Bebouwing tot 1950<br />
B3 Bebouwing na 1950<br />
B4 Bebouwing na 1970<br />
Herkomstzone B5 Recreatie<br />
bovengrond B6 Bedrijfsterrein<br />
B7 Buitengebied - Klei<br />
B8 Buitengebied - Veen<br />
B9 Buitengebied - Zand<br />
B10 Wegbermen<br />
O1 Oude historische kern<br />
O2 Bebouwing tot 1950<br />
Herkomstzone O3 Bebouwing na 1950<br />
ondergrond O4 Bebouwing na 1970<br />
O5 Recreatie<br />
O6 Bedrijfsterrein<br />
O7 Buitengebied - Klei<br />
O8 Buitengebied - Veen<br />
O9 Buitengebied - Zand<br />
Zone P95> gemSW, partijonderzoek uitvoeren op het (NEN) basispakket, daarna toepasbaarheid vaststellen.<br />
Partijonderzoek uitvoeren op het (NEN) basispakket (veldwerk cf BSB, analyses cf NEN5740) daarna toepasbaarheid vaststellen.<br />
Vaststellen onderzoeksplicht (zie stroomschema), voor enkele bermen is een partijkeuring en/of een NEN5740 onderzoek op PAK10 noodzakelijk<br />
Partijonderzoek uitvoeren op PAK10, daarna toepasbaarheid vaststellen.<br />
Vrij toepasbaar in betreffende zone, geen partij-onderzoek nodig.<br />
Tabel 3.1: Grondstromenmatrix (zie ook bijlage 8)<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 10<br />
Projectcode: 04.G007
Onderzoeksplicht<br />
In de tabel 3.1, de zogenaamde grondstromenmatrix, is vastgesteld in welke gevallen van<br />
grondverzet tussen bodemkwaliteitszones een partijkeuring moet worden uitgevoerd. Deze<br />
matrix is gebaseerd op alleen de kritische stoffen, vergelijkbare kwaliteit [factor 1,2] uitgezonderd<br />
de stoffen lager dan 2 maal de SW1-waarde uit het Bouwstoffenbesluit).<br />
De partijkeuring moet worden uitgevoerd conform het Bouwstoffenbesluit. In de interim-richtlijn is<br />
aangegeven dat dit minimaal voor de zogenaamde kritische stoffen moet gebeuren. Op grond<br />
van praktische reden dienen echter alle stoffen van het NEN5740 pakket (8 zware metalen, PAK,<br />
EOX en minerale olie) te worden onderzocht. Hiermee wordt voorkomen dat, indien de grond niet<br />
toepasbaar blijkt, opnieuw moet worden gekeurd. De resultaten van de partijkeuring dienen te<br />
worden getoetst aan tabel 3.2. In enkele gevallen (grond afkomstig uit zone ‘bebouwing tot 1950’)<br />
kan worden volstaan met veldwerk conform AP04 en analyses conform de NEN 5740<br />
systematiek. Dit is in tabel 3.1 aangegeven met een oranje arcering.<br />
Wanneer grond bij een partijkeuring schoon is gebleken, mag deze zonder melding worden<br />
hergebruikt als bodem. De resultaten van de partijkeuring moeten minimaal 1 jaar worden<br />
bewaard. De partijkeuring (bemonstering en analyses) dient uitgevoerd te worden conform de<br />
AP04 richtlijnen.<br />
In tabel 3.2a en 3.2b staan per zone de gehalten waaraan de toe te passen grond dient te<br />
voldoen. De acceptatiefactor 1,2 is hier reeds op toegepast. Indien het gemiddelde gehalte van<br />
de ontvangende zone beneden de streefwaarde ligt, dient te worden voldaan aan de<br />
streefwaarde. Voor stoffen waar de samenstellingswaarde (SW1) niet wordt overschreden wordt<br />
de SW1 waarde afgebeeld. Voor zones met een gemiddelde boven de SW1-waarde zijn in de<br />
tabel cursief weergegeven met een gele arcering.<br />
Om de kwaliteit van de zone niet te verslechteren (“stand-still”) is de acceptatiefactor niet<br />
toegepast op de streefwaarde.<br />
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10<br />
Oude historische kern<br />
Bebouwing tot 1950<br />
Bebouwing na 1950<br />
Bebouwing na 1970<br />
Recreatie<br />
Bedrijfsterrein<br />
Buitengebied - Klei<br />
Buitengebied - Veen<br />
Buitengebied - Zand<br />
Wegbermen buitengebied<br />
Cadmium (Cd) 0,6 0,6 0,6 0,8 0,7 0,8 0,8 1,0 0,6 0,7<br />
Kwik (Hg) 0,5 0,2 0,3 0,3 0,2 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3<br />
Koper (Cu) 33,9 25,6 27,5 32,2 25,4 31,5 34,4 37,9 21,6 29,0<br />
Nikkel (Ni) 19,8 22,3 25,1 24,2 17,1 26,5 34,2 25,1 14,7 23,7<br />
Lood (Pb) 219,7 99,0 70,8 78,7 67,3 77,5 82,3 88,2 61,1 73,3<br />
Zink (Zn) 114,5 94,9 103,8 114,3 86,5 116,0 134,8 130,0 73,7 105,4<br />
Chroom (Cr) 69,6 74,5 80,1 78,4 64,1 83,0 98,5 80,2 59,5 77,3<br />
Arseen (As) 20,8 22,1 23,3 26,5 21,9 26,0 27,9 30,3 19,4 24,3<br />
PAK (10 VROM) 5,5 5,4 1,7 1,4 1,0 1,5 1,0 3,2 1,2 12,1<br />
EOX 0,3 0,3 0,3 0,5 0,3 0,3 0,3 0,7 0,3 0,3<br />
Minerale Olie GC (totaal) 68,5 66,9 65,6 114,1 82,6 55,0 95,6 220,0 95,0 81,9<br />
Tabel 3.2a bovengrond : Gehaltes (gemeten gehalten in mg/kg, acceptatiefactor 1,2 reeds<br />
toegepast) waaraan toe te passen grond moet voldoen. Voor stoffen waar de samenstellingswaarde<br />
(SW1) niet wordt overschreden wordt de SW1 waarde afgebeeld . Voor zones met een gemiddelde<br />
boven de SW1-waarde zijn in de tabel cursief weergegeven met een gele arcering. Zie tabel 3.1 voor<br />
omschrijving zone-codering. Voor minerale olie geldt een aanvullende voorwaarde: zie pagina 12, 2 e<br />
alinea.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 11<br />
Projectcode: 04.G007
O1 O2 O3 O4 O5 O6 O7 O8 O9<br />
Oude historische kern<br />
Bebouwing tot 1950<br />
Bebouwing na 1950<br />
Bebouwing na 1970<br />
Recreatie<br />
Bedrijfsterrein<br />
Buitengebied - Klei<br />
Buitengebied - Veen<br />
Buitengebied - Zand<br />
Cadmium (Cd) 0,6 0,6 0,7 0,8 0,7 0,7 0,8 1,3 0,5<br />
Kwik (Hg) 0,2 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3 0,3 0,3 0,2<br />
Koper (Cu) 25,1 26,4 28,1 31,8 25,4 30,5 33,9 43,1 20,9<br />
Nikkel (Ni) 21,7 22,8 24,6 24,0 16,6 26,1 32,8 21,1 15,9<br />
Lood (Pb) 103,8 69,0 71,8 78,0 67,3 75,9 81,6 96,8 59,8<br />
Zink (Zn) 92,8 97,7 104,7 113,0 85,9 113,0 131,5 136,8 73,5<br />
Chroom (Cr) 73,4 75,7 79,2 77,9 63,2 82,2 95,6 72,1 61,7<br />
Arseen (As) 21,7 22,6 23,7 26,2 21,9 25,4 27,6 33,7 18,9<br />
PAK (10 VROM) 1,0 2,0 1,0 1,4 1,1 1,0 1,0 3,0 1,0<br />
EOX 0,3 0,3 0,3 0,5 0,5 0,3 0,4 1,5 0,3<br />
Minerale Olie GC (totaal) 66,5 50,7 80,0 145,5 87,2 59,4 83,4 791,9 42,9<br />
Tabel 3.2b ondergrond: Gehaltes (gemeten gehalten in mg/kg, acceptatiefactor 1,2 reeds toegepast)<br />
waaraan toe te passen grond moet voldoen. Voor stoffen waar de samenstellingswaarde (SW1) niet<br />
wordt overschreden wordt de SW1 waarde afgebeeld . Voor zones met een gemiddelde boven de<br />
SW1-waarde zijn in de tabel cursief weergegeven met een gele arcering. Zie tabel 3.1 voor<br />
omschrijving zone-codering. Voor minerale olie geldt een aanvullende voorwaarde: zie pagina 12, 2 e<br />
alinea.<br />
Voor Minerale olie en EOX hoeft in principe de toets van vergelijkbare kwaliteit niet plaats te<br />
vinden [9], mits beide stoffen op basis van (historisch) gebruik niet verdacht zijn. Dit is ter<br />
beoordeling aan de Afdeling Milieu. Zoals in paragraaf 3.3 beschreven hebben de gemeenten<br />
Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel voor<br />
toepassing van olie en EOX houdende grond wel een bovengrens gesteld. Voor beide stoffen is<br />
deze bovengrens opgenomen in tabel 3.2. Als bovengrens geldt de waarde van 1,2 maal het<br />
gemiddelde of als deze waarde lager is dan de streefwaarde, de streefwaarde. Dit is opgenomen<br />
in tabel 3.2. Toepassen van grond met hogere gehalten dan aangegeven in tabel 3.2, is alleen<br />
mogelijk wanneer aangetoond kan worden dat dit wordt veroorzaakt door natuurlijke<br />
omstandigheden, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van humuszuren.<br />
Toepassing van bekende verontreiniging (boven de streefwaarde) met minerale olie in<br />
grond<br />
Wanneer grond wordt toegepast met minerale olie in gehalten beneden de bovengrens van tabel<br />
3.2 maar boven de streefwaarde en een bekende verontreiniging met minerale olie (zintuiglijke<br />
minerale olie waarneming of korte koolstof (C) ketenlengte in de analyse) dan is de toepassing<br />
van deze grond niet toegestaan.<br />
Overigens blijft de Vrijstellingsregeling samenstellings- en immisiewaarden [4] van kracht. Dit<br />
betekent dat grond die niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet, maar wel aan de<br />
vrijstellingsregeling Samenstellings- en Immisiewaarden mag worden hergebruikt als schone<br />
bodem. Deze vrijstellingsregeling houdt o.a. in dat van maximaal 3 stoffen de streefwaarde met<br />
maximaal een factor 2 wordt overschreden, toch mag worden toegepast, en wel als zijnde<br />
schone grond. Voor de precieze inhoud wordt verwezen naar de hierboven genoemde regeling.<br />
De ontvangende bodem hoeft niet te worden onderzocht, tenzij er sprake is van een verdachte<br />
locatie waar mogelijk sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. In dat geval<br />
speelt de provincie Fryslân als bevoegd gezag eveneens een rol. De provincie dient in deze<br />
gevallen te worden betrokken bij de plannen (zie paragraaf 3.6).<br />
Vrij grondverzet is alleen mogelijk indien er geen sprake is van een ‘verdachte locatie’ ter plaatse<br />
van de ontgravingslocatie (zie paragraaf 4.7).<br />
De bovengenoemde regels vloeien voort uit de Vrijstellingsregeling grondverzet en de<br />
aanvullende brief van juni 2002 [14]. Bij het aanbrengen van grond dient men verder rekening te<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 12<br />
Projectcode: 04.G007
houden met de voorwaarden van het bedrijf of instantie die de grond accepteert. Deze kan<br />
aanvullende voorwaarden eisen met betrekking tot de chemische en of fysische kwaliteit.<br />
#, !" <br />
Grond afkomstig van buiten het beheergebied moet zijn gekeurd conform het<br />
Bouwstoffenbesluit/AP04. De grond mag worden toegepast indien deze van vergelijkbare<br />
bodemkwaliteit is (zie paragraaf 3.3).<br />
Indien de grond afkomstig is van een onverdachte locatie uit een gebied waarvoor de<br />
desbetreffende gemeente een bodemkwaliteitskaart heeft opgesteld kan deze<br />
bodemkwaliteitskaart gebruikt worden als alternatief bewijsmiddel voor de kwaliteit van de op te<br />
brengen grond. Dit is ter beoordeling van het bevoegd gezag. Voorwaarde is dat de gebruikte<br />
bodemkwaliteitskaart is opgesteld conform de ministeriele vrijstellingsregeling en de interimrichtlijn<br />
en is goedgekeurd door de provincie Fryslân.<br />
#- '& <br />
Verdachte locaties<br />
Er is sprake van een verdachte locatie indien er mogelijk sprake is van een lokaal geval van<br />
bodemverontreiniging. Dit is het geval indien:<br />
• de locatie bekend is als een zogenaamd “WBB-geval” (o.a. gesaneerde locaties) of staat<br />
geregistreerd in het provinciale historisch bodembestand (HBB-bestand) en/of het<br />
provinciale landsdekkend beeld (LDB) bestand;<br />
• lokale ophogingen of dempingen worden aangetroffen in gebieden waar dit niet wordt<br />
verwacht (locaties die niet liggen in de zone ‘Oude historische kern of ‘bebouwing tot<br />
1950’);<br />
• op de locatie een bedrijf gevestigd is (geweest) waarbij mogelijk bodemverontreiniging is<br />
ontstaan;<br />
• op de locatie een (ondergrondse) brandstof tank aanwezig is (geweest);<br />
• bodemvreemd materiaal of andere zintuiglijke afwijkingen worden aangetroffen die<br />
duiden op een plaatselijke bodemverontreiniging (puin, koolas, sintels, asbest,<br />
afwijkende geur of kleur);<br />
• Voormalige bebouwing in het landelijk gebied.<br />
Overigens worden in de zone ‘Oude historische kern’ en in mindere mate eveneens in de zone<br />
‘bebouwing tot 1950’ regelmatig ophogingen en/of puinlagen aangetroffen. Per geval dient<br />
beoordeelt te worden of er sprake is van een plaatselijke bodemverontreiniging.<br />
Bij de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en<br />
Wûnseradiel is de ligging van (voormalige) bedrijven, slootdempingen, ophogingen,<br />
brandstoftanks en WBB-gevallen te achterhalen. De verdachte locaties zijn door de provincie<br />
Fryslân in beeld gebracht in het kader van het ‘landsdekkend beeld 2005’. Na raadpleging van dit<br />
bestand, dient te worden beoordeeld of er voorafgaand aan grondverzet nog een historisch<br />
onderzoek plaats dient te vinden ter plaatse van zowel de locatie waar de grond vandaan komt<br />
als de ontvangende locatie.<br />
In enkele gevallen is grondverzet op locaties die staan geregistreerd in het LDB-bestand toch<br />
mogelijk. In overleg met de betreffende gemeente dienen de mogelijkheden voor grondverzet te<br />
worden nagegaan.<br />
Indien blijkt dat er sprake is van een verdachte locatie dan zal een verkennend onderzoek<br />
(conform de NEN5740) moeten uitwijzen of er sprake is van een mogelijk geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging. Indien dit niet zo is dient op basis van de aangetroffen gehalten te worden<br />
bepaald of de kwaliteit overeenkomt met de gebiedeigen kwaliteit (zie paragraaf 3.4).<br />
WBB-gevallen<br />
Het hergebruik van ernstig verontreinigde grond is aan zeer strenge regels gebonden en valt<br />
onder de Saneringsregeling Wet Bodembescherming. Als de bodem ernstig verontreinigd is,<br />
wordt het ontgraven ervan gezien als saneren. Alleen in uitzonderingsgevallen mag ernstig<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 13<br />
Projectcode: 04.G007
verontreinigde grond worden hergebruikt, en dan alleen binnen de verontreinigde locatie waar de<br />
bodemsanering betrekking op heeft. Voorwaarde is wel dat het bevoegde gezag van de Wet<br />
bodembescherming dat vooraf goedkeurt. Het bevoegde gezag, de provincie, legt de<br />
goedkeuring op de voorgestelde aanpak vast in een beschikking.<br />
Het provinciale beleid ten aanzien van saneren van gevallen in diffuus verontreinigde gebieden<br />
staat verwoord in de notitie “Provinciale Richtlijn, Aanpak van lokale verontreinigingen in diffuus<br />
verontreinigde gebieden” van de Provincie Fryslân.<br />
Toepassen van grond vermengd met bodemvreemd materiaal<br />
Volgens de definitie van het Bouwstoffenbesluit bestaat grond uit materiaal van natuurlijke<br />
oorsprong. Volgens het Bouwstoffenbesluit maakt bodemvreemd materiaal (bijvoorbeeld puin,<br />
hout, plastic) geen onderdeel uit van de bodem. Grond waarin een bijmenging aanwezig is met<br />
bodemvreemd materiaal (onder andere puin, hout, asbest, plastic) is onderhevig aan het<br />
stortverbod van artikel 10.2 lid 1 van de Wet milieubeheer. Deze definitie is in de praktijk niet<br />
hanteerbaar. Binnen de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>,<br />
Nijefurd en Wûnseradiel wordt een percentage puin tot 10 m/m% in de bodem geaccepteerd<br />
wanneer deze wordt toegepast als grond. Hierbij wordt aangesloten op het gehalte dat wordt<br />
genoemd in de HUM [2]. Indien de partij (zintuiglijk) meer dan 10 m/m% puin bevat (te<br />
controleren door handzeving over 16 mm) dan dienen de grove delen te worden verwijderd<br />
middels zeving alvorens de grond als bodem kan worden toegepast (maximale diameter zeef: 20<br />
mm).<br />
De aanwezigheid van bodemvreemd materiaal kan niet altijd vooraf worden vastgesteld. Indien<br />
tijdens de ontgraving van de bodem blijkt dat bodemvreemde materialen of andere zintuiglijke<br />
afwijkingen worden geconstateerd dient de grond apart te worden gezet en gekeurd. Binnen de<br />
gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel<br />
komt puin regelmatig voor in de bovengrond. In verband hiermee kan bij een puinpercentage van<br />
minder dan 10 m/m% een keuring achterwege worden gelaten. Uitgangspunt is dat de toe te<br />
passen grond procentueel gezien niet meer bodemvreemd materiaal mag bevatten dan de<br />
ontvangende bodem.<br />
Hergebruik van grond met bodemvreemd materiaal is onderhevig aan het stortverbod van artikel<br />
10.2 lid 1 van de Wet Milieubeheer. Bodemvreemd materiaal kan onder één of meer categorieën<br />
van het stortverbod vallen, waardoor de grond waarin het bodemvreemd materiaal zich bevindt<br />
niet op de bodem mag worden gebracht. Het is derhalve van belang om te bezien welk<br />
bodemvreemd materiaal de grond bevat, naast de kwantiteit ervan, om te beoordelen of<br />
toepassing als bodem mogelijk is.<br />
Bij het aantreffen van asbest dient rekening te worden gehouden met speciale maatregelen die<br />
moeten worden getroffen in het kader van de Wet Bodembescherming en het<br />
Arbeidsomstandighedenbesluit.<br />
#. * <br />
Grond afkomstig uit een depot moet zijn gekeurd conform het Bouwstoffenbesluit/AP04. De<br />
grond mag worden toegepast indien deze van vergelijkbare bodemkwaliteit is (zie paragraaf 3.3).<br />
Uitzonderingen worden gemaakt voor partijen waarvan bekend is uit welke bodemkwaliteitszone<br />
de grond afkomstig is. In die gevallen wordt de grondstromenmatrix uit dit bodembeheerplan<br />
gehanteerd.<br />
#/ "% <br />
Bij dempen van oppervlaktewater gaat waterbodem over in landbodem. De gemeenten Bolsward,<br />
Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel hanteren als beleid dat<br />
voorkomen moet worden dat relatief verontreinigde bagger (klasse 3 en 4) wordt begraven en dat<br />
dempingen worden uitgevoerd in de vorm van in de praktijk niet terugneembare ‘werken’ in het<br />
kader van het Bouwstoffenbesluit. De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland,<br />
<strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel zijn overigens van mening dat demping van<br />
oppervlaktewater, waarbij waterbodem over gaat in landbodem in principe wel mogelijk moet zijn;<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 14<br />
Projectcode: 04.G007
ij voorkomende gevallen dient overleg plaats te vinden tussen de bevoegde gezagen<br />
(gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd of Wûnseradiel en<br />
het Wetterskip Fryslân).<br />
In het algemeen wordt de volgende werkwijze gehanteerd ten aanzien van dempen van<br />
oppervlaktewater:<br />
Het dempen van sloten of het toepassen grond in sloten met een water afvoerende functie valt in<br />
principe onder de bevoegdheid van het waterschap. Dempen van sloten (met of zonder een<br />
afvoerende functie) is niet zonder meer mogelijk. In deze gevallen dient er vooraf altijd<br />
afstemming plaats te vinden met het Wetterskip Fryslân. Zonder ontheffen voor de keur mogen<br />
sloten niet worden gedempt. Daarnaast vallen werkzaamheden aan een werk op of in<br />
oppervlaktewater in het kader van het Bouwstoffenbesluit altijd onder de bevoegdheid van het<br />
waterschap.<br />
Rijkswaterstaat District IJsselmeergebied te Lelystad is bevoegd gezag ten aanzien van het<br />
toepassen van secundaire bouwstoffen en grond op “buitendijks” gelegen gronden en in<br />
“buitendijks” gelegen wateren. Een voorbeeld hiervan is: het buitendijks gelegen Recreatiegebied<br />
De Holle Poarte te Makkum.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 15<br />
Projectcode: 04.G007
#0 '<br />
Hergebruik van licht verontreinigde grond in het waterwingebied Oudega (Gaasterlân-Sleat) is<br />
niet toegestaan (uitgezonderd verplaatsen gebiedseigen grond binnen het waterwingebied).<br />
Toepassen van schone grond als bodem is hier wel toegestaan.<br />
Hergebruik van licht verontreinigde grond binnen het grondwaterbeschermingsgebied te Oudega<br />
(Gaasterlân-Sleat) is wel mogelijk, wanneer wordt voldaan aan de vrijstellingsregeling<br />
grondverzet zoals uitgewerkt in de bodemkwaliteitskaart met bijbehorend bodembeheerplan.<br />
#1) <br />
Voor kleine partijen grond (partijen onder de 50 m 3 ) is het uitvoeren van een partijkeuring volgens<br />
het Bouwstoffenbesluit financieel niet acceptabel. In verband hiermee accepteren de gemeenten<br />
Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel een<br />
verkennend bodemonderzoek of indicatieve partijkeuring op een NEN-pakket in die gevallen<br />
waarin een onderzoek nodig is. Voor vrijkomende grond uit de zones ‘Oude historische kern’ en<br />
‘Bebouwing tot 1950’ dient in overleg met de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel de onderzoeksinspanning te worden<br />
bepaald.<br />
De toepassingsmogelijkheden van kleine partijen worden beoordeeld door de resultaten van het<br />
verkennend bodemonderzoek of de indicatieve partijkeuring te toetsen aan tabel 3.2.<br />
Kleine partijen kunnen ook worden samengevoegd tot een grote partij die vervolgens kan worden<br />
gekeurd. Het is wettelijk niet toegestaan om partijen van verschillende kwaliteit samen te voegen.<br />
Wel is het toegestaan om partijen samen te voegen met overeenkomstige kwaliteit (bijvoorbeeld<br />
twee onverdachte partijen uit dezelfde bodemkwaliteitszone). Het opslaan en opbulken van<br />
verontreinigde grond is vergunningplichtig in het kader van de Wet Milieubeheer. Voor de opslag<br />
van grond tot 10.000 m 3 is de gemeente het bevoegd gezag.<br />
#! <br />
Bij afvoer van grond naar derden, al dan niet buiten het beheersgebied, is het mogelijk om de<br />
bodemkwaliteitskaart te gebruiken voor een indicatie van de kwaliteit. Hergebruik als bodem<br />
binnen het beheersgebied is mogelijk onder de voorwaarden zoals die in dit bodembeheerplan<br />
zijn opgenomen. Bij hergebruik als bodem op een locatie buiten het beheergebied, dient te<br />
worden gehandeld conform de regels van de gemeente waarbinnen de grond wordt toegepast.<br />
De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit ligt bij de ontvanger/gebruiker van de grond. Omdat de<br />
bodemkwaliteitskaart slechts een indicatie is voor de kwaliteit, kan de ontvanger/gebruiker er<br />
voor kiezen om een verkennend bodemonderzoek of eventueel een partijkeuring uit te laten<br />
voeren op de grond.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 16<br />
Projectcode: 04.G007
+ <br />
+ ! !<br />
Voorafgaand aan het grondverzet dient de meldingsplichtige (eigenaar of erfpachter van de<br />
locatie waar de grond wordt toegepast) of een hiertoe gemachtigd persoon (ontdoener van de<br />
grond of tussenpersoon zoals een aannemer of adviesbureau) zich op de hoogte te stellen van<br />
de mogelijkheden van grondverzet.<br />
In eerste instantie dient te worden vastgesteld binnen welke bodemkwaliteitszone de te<br />
ontgraven grond ligt en in welke bodemkwaliteitszone de grond wordt aangebracht. Voor beide<br />
locaties moet worden vastgesteld of er sprake is van een bijzondere omstandigheid zoals een<br />
(mogelijk) geval van ernstige bodemverontreiniging of toepassing binnen een<br />
beschermingsgebied. Ook moet worden vastgesteld of er andere wet- en regelgeving van belang<br />
is voor het toepassen van grond (zie bijlage 7).<br />
In verband met het bovenstaande dient dus altijd, voorafgaand aan het grondverzet, historisch<br />
onderzoek plaats te vinden en/of informatie te worden opgevraagd bij de gemeenten Bolsward,<br />
Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel (afdeling Milieu).<br />
+ 2 &"<br />
Voor het melden van toepassingen van grond als bodem in het kader van de Vrijstellingsregeling<br />
Grondverzet dient gebruik gemaakt te worden van het in bijlage 3 opgenomen meldingsformulier.<br />
Deze melding moet minimaal 5 werkdagen van tevoren worden verricht bij afdeling Milieu van de<br />
betreffende gemeente (gemeente Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>,<br />
Nijefurd of Wûnseradiel). Hergebruik van grond afkomstig van bebouwd gebied dient altijd<br />
gemeld te worden, tevens dient in deze gevallen een historische toets te zijn uitgevoerd (zie<br />
bijlage 4). Voor hergebruik van grond uit het landelijk gebied dient een melding te worden gedaan<br />
wanneer op de herkomstlocatie sprake is van (voormalige) bebouwing (gebouwen, erven, etc) of<br />
indien het (historische) gebruik hier aanleiding toe geeft. Ook bij toepassing van > 50m3 dient<br />
een melding te worden verricht.<br />
In de Vrijstellingsregeling grondverzet is geen hoeveelheid genoemd waaronder een melding<br />
achterwege kan worden gelaten. De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland,<br />
<strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel hanteren een ondergrens van 2 m 3 voor melding van<br />
toepassing voor licht verontreinigde grond. Toepassingen van licht verontreinigde grond vanaf 2<br />
m 3 zijn dus meldingsplichtig. Een uitzondering hierop zijn partijen afkomstig van onverdachte<br />
locaties in het buitengebied waar geen (voormalige) bebouwing aanwezig is.<br />
In de onderstaande tabel is een samenvatting weergegeven van de situaties waarin melding van<br />
hergebruik van grond als bodem noodzakelijk is.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 17<br />
Projectcode: 04.G007
Grootte van<br />
de toe te<br />
passen partij<br />
Onderzoeksplicht<br />
Afkomstig uit<br />
beheersgebied<br />
Afkomstig van<br />
buiten het<br />
beheersgebied<br />
Meldingsplicht*<br />
Afkomstig van<br />
bebouwd gebied<br />
Afkomstig van<br />
landelijk gebied –<br />
zonder (voormalige)<br />
bebouwing en<br />
andere<br />
bijzonderheden<br />
Afkomstig van<br />
landelijk gebied –<br />
overige locaties<br />
< 2 m 3 - - - - Onderzoeken als<br />
verdacht.<br />
2 – 50 m 3 Onderzoeken zoals<br />
Meldingsplicht Geen meldingsplicht Meldingsplicht<br />
aangegeven in<br />
(bijlage 3 en 4)<br />
(bijlage 3 en 4)<br />
tabel 3.1<br />
> 50 m 3 Onderzoeken zoals<br />
aangegeven in<br />
tabel 3.1<br />
Bodemkwaliteitskaart,<br />
verkennend<br />
bodemonderzoek of<br />
indicatieve<br />
partijkeuring<br />
conform<br />
bouwstoffenbesluit.<br />
Partijkeuring<br />
conform<br />
bouwstoffenbesluit.<br />
Meldingsplicht<br />
(bijlage 3 en 4)<br />
Meldingsplicht<br />
(bijlage 3 en 4)<br />
Meldingsplicht<br />
(bijlage 3 en 4)<br />
Afkomstig van<br />
buiten het<br />
beheersgebied.<br />
-<br />
Meldingsplicht<br />
(bijlage 3 en 4)<br />
Meldingsplicht<br />
(bijlage 3 en 4)<br />
Tabel 4.1 : Overzicht van situaties waarin melding van hergebruik van grond als bodem noodzakelijk<br />
is.<br />
Het is niet verplicht om partijen, die conform het Bouwstoffenbesluit gekeurd zijn en waaruit blijkt<br />
dat de grond schoon is, te melden.<br />
Grootschalige en/of frequente toepassingen van grond<br />
Binnen grootschalige werken zoals het aanleggen van een woonwijk of het ontwikkelen van een<br />
natuurgebied is het vaak niet praktisch om voor elk afzonderlijk grondverzet een melding te doen.<br />
In verband hiermee bestaat de mogelijkheid om hiervoor een afzonderlijk plan (raammelding) op<br />
te stellen. Dit plan dient te worden vastgesteld door het college van Burgemeester en<br />
Wethouders van gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en<br />
Wûnseradiel.<br />
Tijdelijke verplaatsing van grond<br />
Licht verontreinigde of schone grond die gedurende een (grond-)werk in de directe nabijheid van<br />
of op het werk in een depot is gebracht, kan na afronding van de werkzaamheden onder zelfde<br />
omstandigheden worden teruggebracht in de bodem zonder dat daarvoor een melding hoeft te<br />
worden verricht (zie toelichting Bouwstoffenbesluit artikel 1 tweede lid). Indien de grond niet in de<br />
directe nabijheid van of op het werk tijdelijk kan worden opgeslagen dient dit aan het bevoegd<br />
gezag te worden doorgegeven.<br />
+# * <br />
Binnenkomende meldingen worden getoetst door de afdeling Milieu van de gemeenten Bolsward,<br />
Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel. Naast de behandeling<br />
van de binnenkomende meldingen wordt door de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel het grondverzet geregistreerd.<br />
++ * <br />
Afvalstoffen<br />
De initiatiefnemer voor transport van afvalstoffen moet zorgen dat bij het transport over de<br />
openbare weg de vereiste documenten aanwezig zijn. Per februari 2005 is de Provinciale<br />
Milieuverordening (PMV) gewijzigd, transport van afval wordt nu landelijk geregeld door het<br />
Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA). Bij het transport dient aan de geldende regels te worden<br />
voldaan. In ieder geval moet per vracht een geleidebon (eventueel) met afvalstroomnummer<br />
aanwezig zijn. De initiatiefnemer van het transport dient een of meer afvalstroomnummers aan te<br />
vragen (bedrijven die regelmatig grond transporteren (zoals grondbanken) beschikken soms zelf<br />
over een bewerkersnummer en kunnen zelf afvalstroomnummers toekennen).<br />
Schone grond<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 18<br />
Projectcode: 04.G007
Bij transport van schone grond is een geleidebon niet wettelijk verplicht. Wel moet bij een<br />
wegcontrole middels een ondertekende verklaring van de ontdoener en ontvanger van de grond<br />
worden verklaard dat de grond schoon is, wat de herkomst en bestemming van de grond is en<br />
hoeveel grond vervoerd wordt. Hiervoor kan door de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel een formulier worden opgesteld. Bij het<br />
transport dient een ingevuld exemplaar aanwezig te zijn. Bij twijfel kan een controlemonster<br />
worden genomen door de handhavende instantie. Tot 1 jaar na toepassing van de schone grond<br />
mag het bevoegd gezag om gegevens vragen die betrekking hebben op de samenstelling van de<br />
toegepaste (schone) grond.<br />
Lichtverontreinigde grond<br />
Voor een transport van licht verontreinigde grond in het kader van actief bodembeheer binnen het<br />
beheergebied, is analoog aan transport van schone grond, geen (PMV) afvalstroomnummer<br />
noodzakelijk is. Wel moet bij een wegcontrole middels een ondertekende verklaring (geleidebon)<br />
van de ontdoener en ontvanger van de grond worden verklaard dat de grond wordt hergebruikt in<br />
het kader van actief bodembeheer binnen het beheergebied. Op deze verklaring wordt de<br />
herkomst en bestemming van de grond vermeld en tevens de hoeveelheid grond die wordt<br />
vervoerd.<br />
Voor vervoer van overige afvalstoffen of verontreinigde grond zijn de regels van de PMV en/of<br />
LMA wel van toepassing.<br />
+, <br />
De meldingen van grondstromen (inclusief bijlagen) worden door het bevoegd gezag (de<br />
gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel)<br />
afzonderlijk geregistreerd. Conform het Bouwstoffenbesluit moet de toepasser van de grond op<br />
verzoek van het bevoegd gezag gegevens met betrekking tot de kwaliteit van de toegepaste<br />
grond verstrekken. Dit is met name van belang voor schone grond indien de gegevens, in<br />
verband met een uitgevoerde partijkeuring, niet gemeld zijn. Voor schone grond dienen de<br />
certificaten minimaal 1 jaar bewaard te worden.<br />
+- 3&"<br />
De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel<br />
beschikken over een bodemkwaliteitskaart en hebben daarmee inzicht in de bodemkwaliteit,<br />
potentieel verontreinigde locaties en onderzochte locaties. Dit zijn goede uitgangspunten voor<br />
het formuleren van een vrijstellingenbeleid ten aanzien van het uitvoeren van bodemonderzoek.<br />
Zo wordt voorkomen dat er overbodig bodemonderzoek wordt verricht, maar slechts noodzakelijk<br />
onderzoek wordt verricht. De vrijstelling is op verschillende terreinen uit te werken:<br />
• vrijstelling van een nader onderzoek na toetsing gebiedseigen bodemkwaliteit;<br />
• vrijstelling van bodemonderzoek bij een aanvraag van een bouwvergunning.<br />
+. *"% <br />
Binnen een bodemkwaliteitszone is altijd sprake van een variatie van gehalten van<br />
verontreinigende stoffen. Als tijdens een verkennend bodemonderzoek gehalten worden<br />
aangetroffen die boven het gemiddelde liggen wil dit daarom nog niet zeggen dat er sprake is<br />
van een lokaal verhoogd gehalte. De interim-richtlijn geeft geen criteria om dit te kunnen toetsen.<br />
De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel<br />
hanteren hiervoor de 95-percentielwaarde. In de zone ‘Oude historische kern’ wordt voor de stof<br />
lood de 90-percentielwaarde gehanteerd. Indien de gemeten gehalten in alle monsters onder dit<br />
gehalte liggen wordt de bodem gebiedseigen beschouwd. Voorwaarde is wel dat de gehanteerde<br />
95-percentielwaarde (of 90-percentielwaarde voor lood in de historische kern) onder de<br />
Interventiewaarde (SW2-waarde) ligt. Bij overschrijding van deze waarden dient eerst onderzocht<br />
te worden of het een geval van lokale bodemverontreiniging betreft. Hiertoe heeft de provincie<br />
Fryslân een richtlijn opgesteld [15]. In voorkomende gevallen dient te worden aangesloten bij het<br />
provinciale beleid.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 19<br />
Projectcode: 04.G007
Tabel 4.2a: Achtergrondgehalten (95-percentielwaarden) in de bovengrond<br />
Stof<br />
Oude hist<br />
Bedrijfsterreibermen<br />
Weg-<br />
Tot 1950 Na 1950 Na 1970 Recreatie<br />
Klei Veen zand<br />
kern<br />
P95 P95 P95 P95 P95 P95 P95 P95 P95 P95<br />
Cadmium 0,49 0,49 0,51 0,67 0,47 0,48 0,55 0,82 0,40 0,28<br />
Kwik 1,17 0,50 0,64 0,27 0,23 0,22 0,31 0,31 0,35 0,17<br />
Koper 73,49 47,72 28,99 30,35 18,94 26,95 45,55 56,66 25,10 18,00<br />
Nikkel 20,12 25,27 24,37 25,11 18,67 20,44 27,73 26,91 8,75 22,35<br />
Lood* 374.02 238,02 121,49 120,49 60,28 91,18 157,87 218,99 85,68 90,51<br />
Zink 279,65 192,19 132,09 116,71 82,09 85,34 196,81 281,88 104,67 84,01<br />
Chroom 35,93 41,59 46,27 46,97 29,42 40,67 47,01 45,69 18,80 33,36<br />
Arseen 12,46 12,86 13,22 15,75 13,94 13,45 17,35 15,76 8,15 11,70<br />
PAK 18,70 18,10 6,03 3,55 3,39 4,91 3,87 10,38 3,50 35,35<br />
EOX 0,58 0,58 0,60 1,30 0,55 1,01 0,75 1,62 0,64 0,44<br />
Min. olie 185,80 180,26 175,06 253,40 205,00 162,25 178,74 732,45 186,07 119,98<br />
* voor lood in zone ‘Oude historische kern’ is de P90 gehanteerd<br />
Tabel 4.2b: Achtergrondgehalten (95-percentielwaarden) in de ondergrond<br />
Stof<br />
Oude hist<br />
Bedrijfsterrein<br />
Tot 1950 Na 1950 Na 1970 Recreatie<br />
kern<br />
Klei Veen zand<br />
P95 P95 P95 P95 P95 P95 P95 P95 P95<br />
Cadmium 0,41 0,53 0,52 0,56 0,45 0,32 0,47 0,86 0,37<br />
Kwik 0,90 0,42 0,27 0,16 0,21 0,19 0,16 0,50 0,14<br />
Koper 70,23 33,49 24,86 16,87 17,01 20,36 22,68 36,03 11,40<br />
Nikkel 27,05 29,62 30,92 22,81 22,83 23,11 33,62 22,94 8,75<br />
Lood* 233,88 161,58 75,42 48,83 42,51 51,78 62,40 74,52 21,05<br />
Zink 152,13 124,07 108,35 83,57 86,38 78,11 108,61 99,91 42,38<br />
Chroom 44,55 52,39 53,49 44,72 37,09 41,91 50,73 28,31 18,06<br />
Arseen 14,66 18,86 17,25 14,35 13,20 13,99 20,13 12,07 7,84<br />
PAK 4,44 7,26 2,50 1,40 0,99 4,83 0,83 9,81 0,16<br />
EOX 0,43 0,74 0,67 1,99 1,73 1,17 0,92 4,32 0,42<br />
Min. olie 191,61 107,81 142,60 337,20 205,61 166,60 183,12 3931,39 77,88<br />
* voor lood in zone ‘Oude historische kern’ is de P90 gehanteerd<br />
SW1 : samenstellingswaarde schone grond uit het Bouwstoffenbesluit<br />
SW2 : samenstellingswaarde voor bouwstoffen inclusief niet schone grond uit het<br />
Bouwstoffenbesluit<br />
GemSW : gemiddelde van SW1 en SW2<br />
+/ 3&" % <br />
Voor een bouwvergunning in het kader van de Woningwet dient een bodemonderzoek te worden<br />
uitgevoerd. Doel hiervan is om te beoordelen of de bodemkwaliteit op de betreffende locatie<br />
risico’s met zich meebrengt ten aanzien van het geplande gebruik. Met het opstellen van de<br />
bodemkwaliteitskaart is echter een goed beeld verkregen van de (diffuse) bodemkwaliteit van<br />
onverdachte gebieden. Op basis van de bodemkwaliteitskaart kan daarom door de gemeente<br />
worden besloten om vrijstelling te verlenen voor het bodemonderzoek. Er gelden echter enkele<br />
uitzonderingen waarbij geen vrijstelling kan worden verleend:<br />
Locaties met een bekende verontreiniging (puntbron), of locaties gelegen nabij (binnen<br />
een straal van 25 meter) een puntbron dienen alsnog te worden onderzocht;<br />
De gebiedseigen kwaliteit mag geen aanleiding zijn om een risico te verwachten ten<br />
aanzien van het geplande gebruik.<br />
Verdachte locaties of locaties binnen binnen een straal van 25 meter van verdachte<br />
locaties waarvan een vermoeden bestaat van bodemverontreiniging, tenzij middels een<br />
NVN5725 onderzoek wordt aangetoond dat de locatie onverdacht is.<br />
Locaties gelegen in de bodemkwaliteitszone ‘oude historische kern’.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 20<br />
Projectcode: 04.G007
De risico’s ten aanzien van de bodemkwaliteit zijn afhankelijk van het gebruik en verblijfsduur van<br />
de locatie. Het gebruik van de locatie kan in de loop der tijd echter wijzigen. Deze wijziging hoeft<br />
niet te worden gemeld, handhaving wordt daardoor erg bemoeilijkt. Wanneer de aanvrager van<br />
plan is om wel een moestuin aan te leggen (wonen met moestuin), dan wordt in sommige<br />
gevallen geen vrijstelling verleend voor het bodemonderzoek. Dit is ter beoordeling van de<br />
betreffende gemeente. Bij wonen met tuin kan vrijstelling worden verleend.<br />
Met uitzondering van de bodemkwaliteitszone ‘oude historische kern’ voldoet de gemiddelde<br />
bodemkwaliteit aan norm van het maximaal toelaatbaar risico (MTR-waarde) voor de strengste<br />
categorie: wonen met moestuin. Derhalve is ervoor gekozen om de zone ‘oude historische kern’<br />
geen vrijstelling te verlenen voor bodemonderzoek. Ten aanzien van risico’s als gevolg van de<br />
diffuse bodemkwaliteit wordt verwezen naar paragraaf 3.2.<br />
De bovenstaande vrijstellingsregels voor bodemonderzoek bij bouwvergunning zullen na een<br />
periode van 5 jaar worden geëvalueerd en indien van toepassing herzien. Per kern zal hiertoe<br />
een beoordeling worden uitgevoerd.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 21<br />
Projectcode: 04.G007
, <br />
, <br />
Bij de controle en handhaving tijdens grondverzet en toepassing van grond zijn verschillende<br />
instanties betrokken. Voor de grondverzetwerkzaamheden dient de melding plaats te vinden bij<br />
het bevoegd gezag dat tevens voor de registratie van de melding en de handhaving van het<br />
grondstromenbeleid verantwoordelijk is.<br />
Tabel 5.1 geeft een overzicht van de verantwoordelijkheden van de diverse actoren rond het<br />
hergebruik van een individuele partij grond conform de Vrijstellingsregeling grondverzet.<br />
Tabel 5.1: Verantwoordelijkheden van verschillende actoren bij hergebruik van partij grond conform<br />
de vrijstellingsregeling grondverzet.<br />
Betrokken instanties<br />
Leverancier (ontdoener) van grond<br />
Transporteur<br />
Toepasser van de grond<br />
<strong>Gemeente</strong><br />
Provincie<br />
Politie<br />
Verantwoordelijkheden<br />
Het afgeven van een bewijsmiddel/informatie omtrent de kwaliteit van<br />
de te leveren grond.<br />
Het correct invullen van een omschrijvingsformulier en dit toezenden<br />
aan de toepasser.<br />
Indien van toepasssing het invullen van (PMV/LMA)<br />
begeleidingsbrieven en deze afgeven aan de transporteur<br />
Beschikken over een begeleidingsbrief eventueel met<br />
afvalstroomnummer tijdens het transport.<br />
Overhandigen begeleidingsbrief op aanvraag van de provincie.<br />
Melding bij de gemeente (incl. overhandigen bewijsmiddel voor de<br />
kwaliteit van de partij grond indien vrij grondverzet niet is toegestaan).<br />
Aanvragen afvalstroomnummer (verontreinigde grond).<br />
Kwartaalmeldingen van aangevoerde verontreinigde grond.<br />
Bewaren bewijsmiddel schone grond gedurende minimaal 1 jaar indien<br />
om deze reden geen melding is uitgevoerd. Bewaren bewijsmiddel voor<br />
toepassing licht verontreinigde grond gedurende minimaal 5 jaar.<br />
Verstrekken van inlichtingen met betrekking tot o.a.de bodemkwaliteit.<br />
Controle, registratie en beoordeling van meldingen.<br />
Controle en handhaving op het toepassen van grond.<br />
Provinciaal beleid t.a.v. hergebruik van grond. Bevoegd gezag, controle<br />
en handhaving voor gevallen van ernstige gevallen van<br />
bodemverontreiniging<br />
Controle en handhaving (strafrechtelijk)<br />
Naast de bovengenoemde actoren zijn ook gespecialiseerde instellingen betrokken, waaronder<br />
adviesbureau’s (partijkeuringen) en grondbanken (leverancier en/of toepasser van de grond).<br />
, <br />
De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel<br />
zijn verantwoordelijk voor controle en handhaving van de toepassing van grond in het kader van<br />
het Bouwstoffenbesluit en de Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet.<br />
Bij grondverzet kan controle plaatsvinden:<br />
tijdens de melding;<br />
in het veld (tijdens het transport of bij de toepassing);<br />
na toepassing.<br />
De landelijke Handhavings Uitvoerings Methode voor Grondstromen (HUM Grondstromen) [2]<br />
geeft een nadere invulling van de controle- en handhavingsmogelijkheden.<br />
Wanneer het bevoegd gezag constateert dat de regels van het Bouwstoffenbesluit (c.q. de<br />
Vrijstellingsregeling Grondverzet) en/of de Wet Bodembescherming niet worden nageleefd, kan<br />
bestuursdwang worden uitgeoefend of een dwangsom worden opgelegd. Bestuursdwang houdt<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 22<br />
Projectcode: 04.G007
in dat de initiatiefnemer of degene die het beheer van een werk heeft overgenomen, een<br />
aanzegging krijgt bepaalde handelingen na te laten, dan wel bepaalde maatregelen te treffen<br />
binnen een bepaalde termijn. Het bevoegd gezag kan eventueel na de verstreken termijn op<br />
kosten van de initiatiefnemer deze handelingen laten verrichten. Een dwangsom is een indirect<br />
dwangmiddel in de vorm van een geldboete die wordt opgelegd met het doel om de overtreding<br />
ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel herhaling te voorkomen.<br />
Tegen een handhavingsbeschikking kan ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 7.1,<br />
bezwaar worden ingediend bij het bestuursorgaan dat deze beschikking heeft vastgesteld.<br />
Vervolgens kan zo nodig in tweede instantie beroep worden ingesteld bij de Afdeling<br />
Bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie artikel 20.1 van de Wet Milieubeheer).<br />
De strafrechtelijke handhaving van het Bouwstoffenbesluit, de Vrijstellingsregeling Grondverzet<br />
en de Wet Bodembescherming, wordt geregeld in de Wet op de Economische Delicten. Indien<br />
strafbare handelingen niet opzettelijk zijn uitgevoerd, dan is er sprake van een overtreding. Indien<br />
zij opzettelijk zijn begaan, worden zij aangemerkt als misdrijven. Met de opsporing van<br />
overtredingen is in de eerste plaats de politie belast. Daarnaast kunnen bepaalde categorieën<br />
buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s) de bevoegdheid hebben om overtredingen van het<br />
Bouwstoffenbesluit en de Wet Bodembescherming op te sporen.<br />
,# % "&<br />
Na het vaststellen en het in werking treden van de bodemkwaliteitskaart en het<br />
bodembeheerplan wordt hergebruik van grond op basis van de ministeriele vrijstellingsregeling<br />
mogelijk. Dit grondverzet zal binnen de gemeente maar ook tussen de zes gemeenten plaats<br />
gaan vinden. De gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en<br />
Wûnseradiel hebben daarom de intentie om informatie over het hergebruik van grond en de<br />
meldingen hiervan periodiek uit te wisselen. Op ambtelijk niveau zal er informeel overleg plaats<br />
vinden tussen bodemmedewerkers en civieltechnische medewerkers.<br />
Om het gebruik van de regionale bodemkwaliteitskaart te bevorderen zijn de zes gemeenten<br />
voornemens om bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan op te presenteren op de<br />
gemeentelijke internetpagina(‘s). Op deze interactieve pagina kan op eenvoudige wijze de<br />
mogelijkheid voor grondverzet worden bepaald.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 23<br />
Projectcode: 04.G007
- <br />
Met betrekking tot de communicatie rond het bodembeheerplan dient onderscheid gemaakt te<br />
worden tussen:<br />
• communicatie tijdens het tot stand komen en vaststellen van dit bodembeheerplan<br />
• communicatie na het vaststellen van dit bodembeheerplan<br />
De communicatie gedurende de bovengenoemde fasen is belangrijk omdat bij grondverzet veel<br />
instanties betrokken zijn. Bij het tot stand komen van dit bodembeheerplan zijn de gemeentelijke<br />
uitvoerende afdelingen, handhavende afdelingen en de Provincie betrokken. De conceptversies<br />
worden aangeboden aan zowel de interne organisatie als aan de provincie Fryslân.<br />
Het <strong>Bodembeheerplan</strong> zal samen met de bodemkwaliteitskaart worden vastgesteld door<br />
Burgemeester en Wethouders. Hiervoor wordt de procedure zoals beschreven in Afdeling 3.4<br />
(art. 3:10) van de Algemene Wet Bestuursrecht gevolgd. Dit betekent dat beide documenten<br />
zullen worden aangekondigd in een advertentie van de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat,<br />
Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel en dat ze ter inzage worden gelegd.<br />
Belanghebbenden kunnen gedurende de ter inzage termijn zienswijzen (schriftelijk of mondeling)<br />
indienen bij de betreffende gemeente(n).<br />
Na het vaststellen van dit bodembeheerplan zullen de in de vorige hoofdstukken aangehaalde<br />
mogelijkheden en beperkingen van het toepassen en/of het hergebruik van de licht<br />
verontreinigde grond worden gecommuniceerd met de bij grondverzet betrokken interne<br />
afdelingen (voor zover dit nog niet heeft plaatsgevonden) en externe instanties<br />
(projectontwikkelaars, aannemers, adviesbureau’s, grondbanken).<br />
Ook zal voorlichting aan en overleg met diverse handhavingspartners plaats dienen te vinden<br />
(provincie, waterkwaliteitsbeheerder, politie).<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 24<br />
Projectcode: 04.G007
$ <br />
1. Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterbescherming,<br />
Staatsblad 1995 - 567, november 1995.<br />
2. HandhavingsUitvoeringsMethode Grondstromen, Ministerie van VROM, juni 2003.<br />
3. Vrijstellingsregeling grondverzet, Staatcourant nr. 180, 20 september 1999.<br />
4. Vrijstellingsregeling Samenstellings- en Immisiewaarden, Staatscourant, 6 juli 1999.<br />
5. Nota Grond Grondig Bekeken, verantwoord omgaan met schone en verontreinigde<br />
grond, VROM/LNV/IPO/VNG, augustus 1999.<br />
6. Interim-richtlijn Opstellen en toepassen Bodemkwaliteitskaarten in het kader van de<br />
Vrijstellingsregeling grondverzet, Ministerie van VROM, juni 1999.<br />
7. NEN 5740. Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek naar de milieuhygiënische<br />
kwaliteit van bodem en grond. Nederlands Normalisatie Instituut, oktober 1999.<br />
8. Van Trechter naar Zeef, BEVER, oktober 1999. Sdu Uitgevers.<br />
9. Verslag discussiebijeenkomst Richtlijn ‘Opstellen en toepassen Bodemkwaliteitskaarten<br />
in het kader van de Vrijstellingsregeling grondverzet. VROM, directie BWL, 10 november<br />
2000.<br />
10. Protocol 1018, Monsterneming grond ten behoeve van partijkeuringen, versie 3,<br />
Vereniging Kwaliteitsboring Bodemonderzoek, 14 juni 2001.<br />
11. Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit, Bijlage F, hoofdstuk 1, Gebruikersprotocol<br />
schone grond en bouwstoffen, Ministerie van VROM, 1 november 2000.<br />
12. Bodemkwaliteitskaart gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland,<br />
<strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel, CSO rapportnummer 04.RF044, 2005.<br />
13. Bouwstoffenbesluit: het gebruik van ‘overige bewijsmiddelen’ in het bijzonder bij<br />
toepassingen met grond, Ministerie van VROM, brief met kenmerk BWL/2001098415<br />
d.d. 21 september 2001.<br />
14. Vrijstellingsregeling Grondverzet en de interim-richtlijn Bodemkwaliteitskaarten.<br />
Ministerie van VROM, brief met kenmerk BWL/2002048988 d.d. juni 2002.<br />
15. Provinciale Richtlijn, Aanpak van lokale verontreinigingen in diffuus verontreinigde<br />
gebieden, Provincie Fryslân, 3 november 2004.<br />
16. Provinciale Handreiking voor het opstellen en gebruiken van bodemkwaliteitskaarten bij<br />
Actief Bodembeheer, Provincie Fryslân, maart 1999.<br />
17. “Grondverzet: regelingen op een rij” , notitie provincie Fryslan, maart 2003.<br />
18. Provinciale milieuverordening, provincie Fryslân, februari 2005, provinciaal blad 2005 nr<br />
11.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 25<br />
Projectcode: 04.G007
Opgesteld door Tweede lezer Akkoord Projectleider Akkoord Afdelingshoofd<br />
25 juli 2006 25 juli 2006 25 juli 2006 25-juli 2006<br />
Sije Visser Marijke Cordes Sije Visser Karel de Lange<br />
Paraaf: Paraaf: Paraaf: Paraaf:<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 26<br />
Projectcode: 04.G007
' 4 5161,67<br />
''<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 27<br />
Projectcode: 04.G007
Statistische parameters, toetsing aan Bsb<br />
Gemeten waarden, bovengrond<br />
Zone<br />
Statistische parameters<br />
SW1: samenstellingswaarde schone grond uit het Bouwstoffenbesluit (BSB)<br />
SW2: samenstellingswaarde voor bouwstoffen inclusief niet schone grond uit het BSB<br />
GemSW: gemiddelde van SW1 en SW2<br />
In de tabellen wordt met de kleurarcering het resultaat van de toetsing van de statistische parameters aan deze<br />
toetsingswaarden weergegeven.<br />
Oude historische kern bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 237 0,06 0,22 0,27 0,31 0,34 0,34 0,37 0,40 0,49 1,00 0,32 0,11 0,3 0,6 4,6 8,7 Lut = 9,8 %<br />
Kwik (Hg) 235 0,03 0,04 0,09 0,19 0,36 0,48 0,57 0,90 1,17 5,22 0,38 0,54 1,4 0,2 4,1 8,0 OS = 4,6 %<br />
Koper (Cu) 236 1,92 5,04 10,58 21,80 33,95 37,37 41,36 57,36 73,49 160,31 28,28 24,19 0,9 23,7 74,3 125,0<br />
Nikkel (Ni) 232 1,60 4,32 7,06 10,39 12,85 13,38 14,76 18,21 20,12 34,69 10,84 5,40 0,5 19,8 69,4 118,9<br />
Lood (Pb) 280 5,06 13,57 44,14 122,88 215,79 237,86 285,77 374,02 616,21 1325,92 183,11 202,52 1,1 64,5 233,2 401,9<br />
Zink (Zn) 280 1,91 20,88 40,42 72,12 105,99 119,95 130,86 185,61 279,65 555,95 95,39 88,19 0,9 86,4 265,4 444,4<br />
Chroom (Cr) 234 2,09 10,23 11,21 15,72 20,80 21,83 24,84 30,14 35,93 86,72 18,40 10,51 0,6 69,6 167,1 264,6<br />
Arseen (As) 236 0,78 2,97 3,72 5,87 7,52 7,92 8,79 10,21 12,46 19,29 6,35 3,15 0,5 20,8 30,1 39,4<br />
PAK (10 VROM) 214 0,01 0,14 0,39 1,50 3,91 4,42 5,04 10,70 18,70 84,00 4,62 10,32 2,2 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 215 0,04 0,07 0,07 0,12 0,20 0,21 0,25 0,39 0,58 2,00 0,19 0,23 1,2 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 199 2,11 13,05 19,68 25,98 44,53 57,49 64,45 133,90 185,80 804,27 57,09 89,90 1,6 23,2 127,6 232,0<br />
Tot 1950 bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 324 0,07 0,18 0,27 0,30 0,33 0,34 0,34 0,39 0,49 4,80 0,33 0,32 1,0 0,6 4,9 9,2 Lut = 12,3 %<br />
Kwik (Hg) 316 0,02 0,04 0,07 0,10 0,16 0,18 0,22 0,36 0,50 4,21 0,18 0,30 1,7 0,2 4,3 8,3 OS = 5,4 %<br />
Koper (Cu) 326 1,09 5,26 9,45 14,30 20,53 23,52 26,75 33,51 47,72 275,23 19,81 23,25 1,2 25,6 80,3 135,1<br />
Nikkel (Ni) 317 2,04 4,55 6,43 10,88 14,23 15,64 16,46 21,66 25,27 57,18 11,97 7,05 0,6 22,3 77,9 133,6<br />
Lood (Pb) 336 0,18 13,97 28,11 54,42 97,64 108,98 122,01 196,78 238,02 634,05 82,52 83,36 1,0 67,7 244,8 421,9<br />
Zink (Zn) 323 5,77 24,02 44,76 72,24 97,05 107,70 119,25 153,85 192,19 359,17 84,61 60,63 0,7 94,9 291,4 488,0<br />
Chroom (Cr) 326 1,93 9,17 11,27 16,92 24,70 26,83 28,82 34,60 41,59 61,61 20,14 11,20 0,6 74,5 178,8 283,2<br />
Arseen (As) 325 0,07 3,19 3,89 6,13 7,70 8,29 8,99 10,71 12,86 15,92 6,51 3,12 0,5 22,1 32,0 41,8<br />
PAK (10 VROM) 339 0,01 0,14 0,35 1,17 2,88 3,65 5,74 13,20 18,10 96,00 4,51 9,55 2,1 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 305 0,04 0,07 0,07 0,15 0,20 0,25 0,29 0,40 0,58 3,90 0,23 0,38 1,6 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 299 2,70 13,05 17,95 30,24 47,42 53,25 64,51 108,00 180,26 459,00 55,75 75,82 1,4 27,0 148,5 270,0<br />
Na 1950 bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 389 0,04 0,16 0,22 0,28 0,34 0,35 0,38 0,41 0,51 1,28 0,30 0,14 0,4 0,6 5,1 9,6 Lut = 15,1 %<br />
Kwik (Hg) 396 0,03 0,04 0,05 0,08 0,11 0,12 0,15 0,25 0,64 8,19 0,27 0,90 3,4 0,26 4,5 8,6 OS = 5,8 %<br />
Koper (Cu) 395 0,41 5,41 7,43 10,18 12,88 14,68 15,78 20,79 28,99 108,93 12,83 11,07 0,9 27,5 86,3 145,1<br />
Nikkel (Ni) 383 1,52 4,54 6,84 11,51 14,00 14,93 16,25 19,49 24,37 47,80 12,14 7,19 0,6 25,1 87,7 150,3<br />
Lood (Pb) 392 0,47 11,85 19,02 27,90 37,80 42,18 48,69 77,55 121,49 582,08 41,18 52,13 1,3 70,8 256,2 441,6<br />
Zink (Zn) 394 3,67 25,18 39,68 55,72 74,77 85,41 93,00 110,83 132,09 498,98 65,24 43,55 0,7 103,8 318,8 533,9<br />
Chroom (Cr) 390 2,01 9,92 12,53 18,96 27,15 29,14 31,18 39,28 46,27 78,45 22,06 12,70 0,6 80,1 192,2 304,4<br />
Arseen (As) 388 1,39 2,78 4,10 6,75 8,44 8,65 9,04 10,79 13,22 22,82 6,91 3,46 0,5 23,3 33,8 44,2<br />
PAK (10 VROM) 368 0,00 0,10 0,14 0,42 0,89 1,13 1,70 3,70 6,03 21,00 1,39 2,78 2,0 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 365 0,04 0,07 0,07 0,13 0,20 0,24 0,30 0,44 0,60 2,50 0,21 0,25 1,2 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 338 1,47 12,53 22,38 32,77 43,22 52,68 62,32 100,98 175,06 807,80 54,65 79,94 1,5 28,9 158,7 288,5<br />
Na 1970 bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 668 0,02 0,15 0,23 0,35 0,39 0,42 0,45 0,51 0,67 3,52 0,36 0,23 0,6 0,8 6,6 12,3 Lut = 14,2 %<br />
Kwik (Hg) 666 0,01 0,05 0,06 0,08 0,13 0,14 0,16 0,23 0,27 3,22 0,13 0,18 1,4 0,3 4,7 9,0 OS = 14,5 %<br />
Koper (Cu) 667 0,48 4,88 7,06 11,47 16,10 17,65 20,56 26,18 30,35 106,64 13,93 9,95 0,7 32,2 101,1 170,0<br />
Nikkel (Ni) 634 1,95 4,63 7,28 11,59 15,06 16,54 17,65 21,49 25,11 86,86 12,59 7,38 0,6 24,2 84,7 145,1<br />
Lood (Pb) 666 0,18 10,46 16,70 28,09 40,58 45,58 50,64 80,25 120,49 522,80 39,73 42,58 1,1 78,7 284,6 490,5<br />
Zink (Zn) 666 5,78 20,14 30,78 49,46 67,14 71,72 77,72 95,43 116,71 322,89 56,13 35,89 0,6 114,3 351,0 587,8<br />
Chroom (Cr) 651 2,51 9,00 11,66 18,89 26,07 28,81 31,67 39,16 46,97 92,94 21,81 12,78 0,6 78,4 188,1 297,8<br />
Arseen (As) 665 0,24 2,74 4,42 7,04 9,29 9,79 10,55 12,81 15,75 34,17 7,58 4,38 0,6 26,5 38,3 50,2<br />
PAK (10 VROM) 591 0,01 0,07 0,14 0,20 0,49 0,70 0,87 2,00 3,55 68,06 1,13 4,24 3,8 1,4 29,7 57,9<br />
EOX 603 0,06 0,07 0,07 0,22 0,48 0,59 0,68 1,00 1,30 4,70 0,42 0,54 1,3 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 543 3,37 16,67 35,13 67,58 100,74 101,36 124,89 193,00 253,40 1483,32 95,08 124,96 1,3 72,4 398,2 724,0
Recreatie bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 137 0,06 0,21 0,28 0,28 0,38 0,40 0,42 0,44 0,47 1,03 0,33 0,13 0,4 0,7 5,4 10,2 Lut = 7,1 %<br />
Kwik (Hg) 137 0,03 0,04 0,06 0,07 0,09 0,11 0,14 0,17 0,23 0,90 0,10 0,10 0,9 0,2 4,1 8,0 OS = 10,3 %<br />
Koper (Cu) 137 1,40 3,49 3,96 5,39 9,97 10,67 12,94 16,32 18,94 47,85 8,27 6,26 0,8 25,4 79,7 134,0<br />
Nikkel (Ni) 137 1,75 3,00 3,59 5,56 9,42 11,12 12,84 15,48 18,67 25,28 7,84 5,47 0,7 17,1 59,7 102,3<br />
Lood (Pb) 137 3,84 7,50 9,08 14,97 23,34 28,52 30,76 49,74 60,28 169,65 22,69 22,59 1,0 67,3 243,5 419,6<br />
Zink (Zn) 136 3,41 10,16 14,12 24,66 39,74 45,31 48,04 62,24 82,09 102,14 32,53 22,60 0,7 86,5 265,8 445,0<br />
Chroom (Cr) 136 3,52 4,07 8,02 10,56 16,10 19,29 21,28 26,02 29,42 120,71 14,32 12,07 0,8 64,1 153,8 243,6<br />
Arseen (As) 137 0,60 2,01 3,64 6,31 9,86 10,07 10,48 12,68 13,94 24,44 6,92 4,15 0,6 21,9 31,7 41,6<br />
PAK (10 VROM) 120 0,01 0,07 0,13 0,14 0,41 0,51 0,59 1,65 3,39 25,63 0,84 2,60 3,1 1,0 21,0 41,0<br />
EOX 123 0,04 0,07 0,07 0,12 0,21 0,26 0,30 0,48 0,55 1,60 0,21 0,22 1,0 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 130 4,79 13,56 16,23 41,72 71,75 85,13 112,94 179,38 205,00 320,31 68,85 67,02 1,0 51,3 281,9 512,5<br />
Bedrijfsterrein bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 395 0,04 0,14 0,27 0,27 0,27 0,27 0,27 0,33 0,48 2,00 0,28 0,15 0,5 0,8 6,1 11,4 Lut = 16,5 %<br />
Kwik (Hg) 394 0,02 0,04 0,06 0,06 0,08 0,10 0,13 0,17 0,22 1,36 0,10 0,11 1,1 0,3 4,7 9,1 OS = 11,0 %<br />
Koper (Cu) 393 2,45 3,06 5,95 8,66 12,25 13,13 14,88 19,25 26,95 65,63 10,86 8,08 0,7 31,5 98,9 166,3<br />
Nikkel (Ni) 361 1,51 2,65 4,85 9,09 12,87 13,63 15,14 18,17 20,44 31,04 9,97 6,04 0,6 26,5 92,8 159,0<br />
Lood (Pb) 406 0,04 8,30 13,68 20,97 31,46 34,65 39,21 61,09 91,18 300,88 31,92 35,87 1,1 77,5 280,4 483,2<br />
Zink (Zn) 395 2,90 11,60 26,10 39,77 50,54 54,27 58,00 71,75 85,34 314,86 44,03 32,59 0,7 116,0 356,3 596,6<br />
Chroom (Cr) 383 2,91 5,81 8,72 16,60 24,90 26,56 29,88 34,86 40,67 59,76 19,13 11,99 0,6 83,0 199,2 315,4<br />
Arseen (As) 395 1,26 2,51 3,68 6,28 7,96 8,97 9,41 11,66 13,45 31,38 6,77 3,77 0,6 26,0 37,7 49,3<br />
PAK (10 VROM) 353 0,01 0,06 0,15 0,22 0,54 0,74 0,90 2,09 4,91 51,70 1,23 4,06 3,3 1,1 22,6 44,0<br />
EOX 341 0,04 0,07 0,07 0,17 0,30 0,31 0,40 0,70 1,01 2,40 0,29 0,36 1,2 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 311 7,70 15,40 15,40 38,50 38,50 44,00 55,00 88,00 162,25 1100,00 53,36 93,80 1,8 55,0 302,5 550,0<br />
Klei bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 296 0,05 0,10 0,24 0,29 0,34 0,35 0,38 0,43 0,55 1,34 0,30 0,14 0,5 0,8 6,0 11,3 Lut = 24,2 %<br />
Kwik (Hg) 296 0,03 0,06 0,06 0,08 0,10 0,12 0,14 0,20 0,31 1,30 0,11 0,11 1,0 0,3 5,1 9,8 OS = 8,1 %<br />
Koper (Cu) 296 0,53 7,49 9,66 12,15 15,99 17,00 19,23 28,36 45,55 71,27 15,93 11,93 0,7 34,4 108,0 181,5<br />
Nikkel (Ni) 295 0,73 11,53 14,86 17,50 19,32 20,14 20,75 23,50 27,73 45,66 17,82 6,31 0,4 34,2 119,8 205,4<br />
Lood (Pb) 298 5,07 16,38 22,28 29,03 39,74 45,14 52,42 92,41 157,87 450,96 47,42 54,98 1,2 82,3 297,8 513,3<br />
Zink (Zn) 296 1,70 41,94 52,55 64,15 78,59 83,48 91,87 116,45 196,81 292,29 76,91 49,45 0,6 134,8 414,2 693,5<br />
Chroom (Cr) 296 2,08 16,60 23,42 32,30 36,93 38,24 39,90 42,67 47,01 68,84 31,00 11,17 0,4 98,5 236,4 374,2<br />
Arseen (As) 296 0,28 4,57 6,90 9,21 11,23 11,62 12,57 15,03 17,35 30,49 9,63 4,45 0,5 27,9 40,4 53,0<br />
PAK (10 VROM) 287 0,01 0,05 0,13 0,22 0,65 0,76 0,99 2,25 3,87 17,00 0,91 1,88 2,1 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 232 0,07 0,07 0,07 0,18 0,27 0,30 0,36 0,56 0,75 2,00 0,26 0,28 1,1 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 232 3,77 19,17 31,60 48,75 69,87 76,43 86,75 141,40 178,74 1465,67 79,65 133,24 1,7 40,4 222,2 404,0<br />
Veen bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 127 0,09 0,19 0,27 0,37 0,48 0,51 0,58 0,68 0,82 1,96 0,43 0,25 0,6 1,0 8,1 15,2 Lut = 15,1 %<br />
Kwik (Hg) 128 0,03 0,07 0,08 0,13 0,16 0,18 0,20 0,24 0,31 3,03 0,17 0,31 1,8 0,3 5,0 9,6 OS = 23,1 %<br />
Koper (Cu) 128 2,28 8,36 13,54 17,39 23,50 26,17 28,23 42,04 56,66 76,59 21,73 14,68 0,7 37,9 119,1 200,2<br />
Nikkel (Ni) 122 0,98 6,82 9,76 12,91 15,60 17,21 18,55 22,58 26,91 44,19 13,95 6,94 0,5 25,1 87,9 150,7<br />
Lood (Pb) 128 6,86 19,60 28,54 45,25 58,81 66,93 74,24 130,14 218,99 310,42 63,66 59,96 0,9 88,2 319,1 550,1<br />
Zink (Zn) 127 5,80 30,08 48,53 72,19 107,88 114,51 122,02 197,04 281,88 503,08 98,65 85,50 0,9 130,0 399,3 668,5<br />
Chroom (Cr) 128 2,62 9,74 12,63 19,28 30,16 32,06 34,81 40,29 45,69 173,20 24,56 21,09 0,9 80,2 192,5 304,8<br />
Arseen (As) 128 1,56 3,33 5,70 7,59 9,46 10,13 10,99 13,71 15,76 30,86 8,32 4,50 0,5 30,3 43,9 57,4<br />
PAK (10 VROM) 129 0,05 0,14 0,25 0,90 2,06 2,77 3,91 6,79 10,38 57,78 2,68 5,99 2,2 2,3 47,4 92,4<br />
EOX 109 0,07 0,14 0,27 0,48 0,76 0,81 0,92 1,22 1,62 2,30 0,61 0,49 0,8 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 110 11,65 28,38 36,95 77,30 162,32 193,73 239,51 371,98 732,45 1463,63 183,35 285,62 1,6 115,6 635,5 1155,5<br />
Zand bg N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 170 0,06 0,14 0,17 0,30 0,33 0,35 0,36 0,38 0,40 0,51 0,27 0,10 0,4 0,6 4,6 8,6 Lut = 4,7 %<br />
Kwik (Hg) 170 0,02 0,05 0,07 0,08 0,11 0,14 0,14 0,19 0,35 4,01 0,14 0,33 2,3 0,2 3,9 7,5 OS = 6,3 %<br />
Koper (Cu) 170 1,85 4,04 5,49 8,41 11,46 13,28 14,24 20,95 25,10 86,25 11,09 9,93 0,9 21,6 67,9 114,2<br />
Nikkel (Ni) 166 1,60 2,60 3,40 3,95 4,61 5,16 5,70 7,25 8,75 20,09 4,55 2,24 0,5 14,7 51,6 88,4<br />
Lood (Pb) 170 4,36 8,17 15,44 24,76 35,66 39,12 43,70 59,63 85,68 141,10 31,68 25,74 0,8 61,1 220,9 380,7<br />
Zink (Zn) 170 4,16 13,19 18,83 29,05 38,61 42,77 52,32 83,25 104,67 240,25 39,40 34,95 0,9 73,7 226,3 378,9<br />
Chroom (Cr) 170 2,31 4,38 6,77 8,34 10,94 11,38 12,00 15,70 18,80 33,65 9,52 4,62 0,5 59,5 142,7 225,9<br />
Arseen (As) 170 0,51 1,56 2,78 3,54 4,05 5,37 6,72 7,39 8,15 14,14 4,13 2,50 0,6 19,4 28,1 36,8<br />
PAK (10 VROM) 163 0,01 0,08 0,14 0,15 0,63 0,76 1,23 3,06 3,50 18,00 1,04 2,33 2,2 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 142 0,04 0,07 0,07 0,10 0,20 0,20 0,25 0,40 0,64 2,10 0,21 0,28 1,3 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 143 4,42 20,11 27,95 44,24 79,00 89,73 105,34 122,41 186,07 1345,55 79,15 132,65 1,7 31,6 173,8 316,0
Wegbermen N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 gemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 54 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,00 0,0 0,7 5,7 10,7 Lut = 13,7 %<br />
Kwik (Hg) 54 0,03 0,03 0,06 0,08 0,10 0,11 0,12 0,14 0,17 1,70 0,12 0,22 1,9 0,3 4,5 8,7 OS = 9,6 %<br />
Koper (Cu) 54 3,50 5,47 7,75 9,15 11,10 13,00 14,80 16,70 18,00 20,00 10,26 4,24 0,4 29,0 90,9 152,9<br />
Nikkel (Ni) 54 2,10 4,43 6,13 9,00 14,00 14,00 15,00 18,70 22,35 29,01 10,81 6,14 0,6 23,7 82,8 141,9<br />
Lood (Pb) 54 9,10 16,30 21,25 24,00 31,00 34,75 37,40 53,40 90,51 200,01 35,18 35,82 1,0 73,3 265,1 456,9<br />
Zink (Zn) 54 14,00 24,60 35,25 47,01 58,11 60,01 65,61 80,11 84,01 100,01 49,93 20,56 0,4 105,4 323,7 542,0<br />
Chroom (Cr) 54 10,50 10,50 10,50 16,50 24,00 25,01 25,41 30,11 33,36 43,00 18,40 8,54 0,5 77,3 185,5 293,7<br />
Arseen (As) 54 2,80 2,80 2,80 5,40 7,01 7,28 7,94 9,36 11,70 17,00 5,82 3,19 0,5 24,3 35,2 46,1<br />
PAK (10 VROM) 52 0,14 0,72 2,83 7,05 10,70 12,50 14,80 23,80 35,35 42,00 10,07 10,49 1,0 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 54 0,07 0,07 0,11 0,19 0,23 0,24 0,29 0,37 0,44 1,00 0,21 0,16 0,7 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 54 14,00 14,00 20,50 59,99 79,99 84,98 91,99 116,98 119,98 489,93 68,25 68,12 1,0 48,2 264,8 481,5
' '6 51,6 67<br />
'<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Statistische parameters, toetsing aan Bsb SW1: samenstellingswaarde schone grond uit het Bouwstoffenbesluit (BSB)<br />
SW2: samenstellingswaarde voor bouwstoffen inclusief niet schone grond uit het BSB<br />
Gemeten waarden, ondergrond GemSW: gemiddelde van SW1 en SW2<br />
In de tabellen wordt met de kleurarcering het resultaat van de toetsing van de statistische parameters aan deze<br />
toetsingswaarden weergegeven.<br />
Zone Statistische parameters<br />
Oude historische kern og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 271 0,07 0,19 0,27 0,29 0,32 0,32 0,35 0,38 0,41 0,65 0,29 0,08 0,3 0,6 4,8 9,0 Lut = 11,7 %<br />
Kwik (Hg) 269 0,03 0,04 0,06 0,11 0,21 0,26 0,35 0,62 0,90 4,48 0,24 0,39 1,6 0,2 4,2 8,2 OS = 5,1 %<br />
Koper (Cu) 273 1,53 5,38 9,03 16,03 27,92 32,41 36,70 53,42 70,23 150,98 24,72 24,02 1,0 25,1 78,7 132,4<br />
Nikkel (Ni) 269 2,20 5,11 8,90 13,21 17,60 18,84 20,93 23,47 27,05 90,36 14,49 8,85 0,6 21,7 76,0 130,3<br />
Lood (Pb) 294 2,71 9,75 17,36 37,75 87,44 107,05 131,73 233,88 335,49 823,69 86,52 115,49 1,3 66,8 241,7 416,6<br />
Zink (Zn) 268 0,50 23,47 35,33 53,94 76,56 85,44 92,02 115,99 152,13 279,32 66,05 46,16 0,7 92,8 285,0 477,2<br />
Chroom (Cr) 271 3,43 10,79 14,07 21,57 27,72 28,97 30,59 36,71 44,55 120,54 23,22 13,33 0,6 73,4 176,2 279,0<br />
Arseen (As) 270 1,47 3,10 5,10 7,21 9,09 9,61 10,88 13,44 14,66 28,58 7,93 4,33 0,5 21,7 31,5 41,2<br />
PAK (10 VROM) 212 0,01 0,14 0,14 0,14 0,43 0,61 0,84 1,99 4,44 15,00 0,94 2,22 2,4 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 251 0,04 0,07 0,07 0,07 0,13 0,16 0,20 0,30 0,43 2,00 0,15 0,21 1,4 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 210 2,38 14,34 15,87 28,56 35,86 49,27 64,91 104,59 191,61 665,84 55,45 83,85 1,5 25,5 140,3 255,0<br />
Tot 1950 og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 315 0,02 0,17 0,28 0,31 0,34 0,35 0,37 0,41 0,53 2,03 0,33 0,17 0,5 0,6 5,0 9,5 Lut = 12,8 %<br />
Kwik (Hg) 317 0,02 0,03 0,04 0,07 0,10 0,12 0,14 0,29 0,42 10,84 0,16 0,64 4,0 0,3 4,3 8,4 OS = 6,1 %<br />
Koper (Cu) 317 1,23 3,68 5,52 9,04 13,21 14,22 16,03 25,60 33,49 119,69 12,93 14,16 1,1 26,4 82,8 139,2<br />
Nikkel (Ni) 308 1,72 4,36 7,96 13,81 18,94 20,68 22,63 27,22 29,62 45,66 14,89 8,47 0,6 22,8 79,9 137,0<br />
Lood (Pb) 321 0,07 8,89 11,25 19,22 31,35 35,35 46,36 95,51 161,58 595,83 39,80 61,64 1,5 69,0 249,5 430,0<br />
Zink (Zn) 317 0,46 15,24 29,46 49,31 66,90 73,97 80,03 104,41 124,07 503,32 60,15 57,39 1,0 97,7 300,1 502,5<br />
Chroom (Cr) 317 0,21 9,49 14,24 23,64 34,30 36,53 39,52 46,30 52,39 105,92 26,07 16,05 0,6 75,7 181,6 287,5<br />
Arseen (As) 317 0,07 2,84 4,03 7,28 9,92 10,83 11,64 15,57 18,86 28,56 8,33 5,38 0,6 22,6 32,7 42,8<br />
PAK (10 VROM) 230 0,01 0,14 0,14 0,14 0,33 0,47 0,78 3,15 7,26 37,00 1,70 5,45 3,2 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 296 0,04 0,07 0,07 0,07 0,07 0,11 0,18 0,33 0,74 3,40 0,19 0,38 2,0 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 273 2,87 12,60 14,83 34,38 40,86 42,98 42,98 62,19 107,81 491,20 42,29 54,38 1,3 30,7 168,9 307,0<br />
Na 1950 og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 316 0,04 0,17 0,22 0,28 0,36 0,39 0,41 0,44 0,52 1,35 0,32 0,14 0,4 0,7 5,3 10,0 Lut = 14,6 %<br />
Kwik (Hg) 319 0,01 0,03 0,04 0,05 0,07 0,09 0,09 0,17 0,27 5,92 0,14 0,48 3,4 0,3 4,5 8,7 OS = 7,2 %<br />
Koper (Cu) 321 0,27 3,54 5,45 6,36 9,31 10,28 11,06 17,41 24,86 88,96 9,66 9,93 1,0 28,1 88,2 148,3<br />
Nikkel (Ni) 316 0,44 4,21 6,79 11,54 15,92 18,49 19,96 25,29 30,92 76,32 13,65 9,86 0,7 24,6 86,2 147,7<br />
Lood (Pb) 317 0,95 9,04 10,54 13,10 21,17 23,56 27,09 38,30 75,42 304,89 23,06 30,10 1,3 71,8 259,9 447,9<br />
Zink (Zn) 320 1,22 15,28 25,29 38,04 53,97 59,39 65,48 86,66 108,35 623,00 48,64 46,70 1,0 104,7 321,5 538,4<br />
Chroom (Cr) 317 0,99 9,86 13,87 20,59 29,58 32,84 35,32 42,77 53,49 81,59 23,80 14,37 0,6 79,2 190,2 301,1<br />
Arseen (As) 317 1,07 2,82 4,09 6,15 9,10 9,96 10,83 13,67 17,25 44,43 7,70 5,59 0,7 23,7 34,4 45,0<br />
PAK (10 VROM) 178 0,01 0,14 0,14 0,14 0,20 0,24 0,34 0,90 2,50 14,00 0,62 1,82 2,9 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 303 0,04 0,07 0,07 0,07 0,08 0,11 0,18 0,46 0,67 3,70 0,20 0,41 2,1 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 270 2,26 15,67 25,27 43,57 50,54 52,65 64,97 101,44 142,60 1400,68 66,68 126,85 1,9 36,1 198,6 361,0<br />
Na 1970 og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 425 0,02 0,11 0,21 0,32 0,40 0,43 0,46 0,51 0,56 1,69 0,33 0,20 0,6 0,8 6,5 12,1 Lut = 14,0 %<br />
Kwik (Hg) 428 0,01 0,04 0,04 0,06 0,08 0,08 0,09 0,13 0,16 1,94 0,08 0,13 1,6 0,3 4,6 9,0 OS = 14,0 %<br />
Koper (Cu) 429 0,07 2,57 4,63 6,58 8,66 9,71 10,49 14,13 16,87 74,52 8,21 7,65 0,9 31,8 99,8 167,8<br />
Nikkel (Ni) 418 0,23 3,57 4,57 8,36 12,55 13,94 15,16 19,19 22,81 48,69 10,44 7,68 0,7 24,0 83,9 143,8<br />
Lood (Pb) 428 0,18 5,95 8,35 12,74 16,75 18,97 21,04 32,26 48,83 547,58 20,45 41,11 2,0 78,0 282,2 486,4<br />
Zink (Zn) 427 0,03 8,74 18,00 29,42 42,39 47,19 51,21 62,36 83,57 218,67 35,30 26,03 0,7 113,0 346,9 580,9<br />
Chroom (Cr) 423 0,17 7,20 9,97 15,59 22,73 24,39 26,42 34,07 44,72 79,90 18,67 12,35 0,7 77,9 187,1 296,2<br />
Arseen (As) 429 0,03 2,01 2,78 5,05 8,20 9,24 9,96 12,02 14,35 30,83 6,50 4,55 0,7 26,2 37,9 49,7<br />
PAK (10 VROM) 222 0,01 0,07 0,14 0,20 0,22 0,29 0,34 0,67 1,40 15,43 0,49 1,50 3,1 1,4 28,8 56,1<br />
EOX 403 0,01 0,07 0,07 0,07 0,20 0,29 0,47 1,08 1,99 5,50 0,38 0,69 1,8 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 346 0,70 13,78 45,95 88,53 98,29 129,23 155,89 222,36 337,20 2508,40 121,23 188,30 1,6 70,2 385,8 701,5
Recreatie og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 107 0,06 0,26 0,28 0,28 0,38 0,41 0,44 0,44 0,45 0,60 0,33 0,10 0,3 0,7 5,5 10,3 Lut = 6,6 %<br />
Kwik (Hg) 112 0,03 0,03 0,04 0,07 0,08 0,09 0,10 0,14 0,21 1,31 0,10 0,15 1,6 0,2 4,1 8,0 OS = 10,7 %<br />
Koper (Cu) 111 1,33 2,99 3,49 4,83 5,51 6,15 8,88 12,33 17,01 32,93 6,37 5,09 0,8 25,4 79,7 134,1<br />
Nikkel (Ni) 107 1,70 2,07 2,86 4,43 7,74 9,60 11,65 16,74 22,83 27,57 7,26 6,35 0,9 16,6 58,1 99,6<br />
Lood (Pb) 111 2,43 6,99 8,87 9,09 11,65 12,46 18,97 38,89 42,51 119,83 16,40 18,78 1,1 67,3 243,6 419,9<br />
Zink (Zn) 112 1,63 8,33 13,91 19,30 22,86 29,08 39,14 61,51 86,38 248,45 29,65 34,62 1,2 85,9 263,9 441,8<br />
Chroom (Cr) 107 2,38 4,32 10,09 10,54 12,76 13,60 19,57 25,75 37,09 50,59 14,13 9,92 0,7 63,2 151,7 240,2<br />
Arseen (As) 107 0,62 2,50 2,80 3,92 8,89 10,08 10,08 11,97 13,20 24,95 6,14 4,32 0,7 21,9 31,8 41,6<br />
PAK (10 VROM) 76 0,01 0,14 0,14 0,15 0,15 0,24 0,38 0,56 0,99 4,17 0,33 0,59 1,8 1,1 22,0 43,0<br />
EOX 98 0,04 0,07 0,07 0,07 0,30 0,34 0,44 1,19 1,73 4,90 0,40 0,74 1,9 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 89 10,35 14,21 14,21 50,30 75,18 81,23 103,51 187,95 205,61 406,12 72,69 76,43 1,1 53,7 295,4 537,0<br />
Bedrijfsterrein og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 231 0,09 0,13 0,26 0,26 0,26 0,26 0,26 0,26 0,32 0,82 0,25 0,08 0,3 0,7 5,9 11,0 Lut = 16,1 %<br />
Kwik (Hg) 233 0,02 0,04 0,04 0,06 0,06 0,06 0,08 0,13 0,19 0,58 0,07 0,06 0,9 0,3 4,6 9,0 OS = 9,8 %<br />
Koper (Cu) 233 0,85 2,97 2,97 6,02 8,40 9,33 10,18 13,49 20,36 42,41 7,59 6,27 0,8 30,5 95,8 161,2<br />
Nikkel (Ni) 229 1,49 1,57 3,43 10,44 14,91 16,40 16,70 19,53 23,11 49,94 10,53 7,38 0,7 26,1 91,3 156,5<br />
Lood (Pb) 231 3,12 6,25 8,12 12,50 16,07 18,30 21,43 30,36 51,78 133,92 18,03 19,84 1,1 75,9 274,5 473,2<br />
Zink (Zn) 233 0,06 11,30 16,14 33,89 43,57 45,99 48,42 57,13 78,11 169,46 34,40 23,20 0,7 113,0 347,0 581,0<br />
Chroom (Cr) 233 0,58 6,03 8,63 18,08 26,30 28,76 30,90 36,98 41,91 90,40 19,59 12,93 0,7 82,2 197,2 312,3<br />
Arseen (As) 233 1,84 2,45 3,06 6,12 8,74 9,62 10,49 12,24 13,99 20,98 6,78 3,97 0,6 25,4 36,7 48,1<br />
PAK (10 VROM) 135 0,01 0,13 0,14 0,14 0,39 0,51 0,62 1,06 4,83 14,00 0,84 2,24 2,7 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 214 0,04 0,07 0,07 0,07 0,20 0,23 0,30 0,64 1,17 4,00 0,28 0,54 1,9 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 202 6,86 13,72 13,72 29,40 34,30 34,30 44,10 116,62 166,60 921,20 49,48 90,41 1,8 49,0 269,5 490,0<br />
Klei og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 174 0,07 0,18 0,26 0,31 0,34 0,36 0,38 0,41 0,47 4,74 0,33 0,36 1,1 0,8 6,1 11,4 Lut = 22,8 %<br />
Kwik (Hg) 173 0,01 0,04 0,06 0,07 0,08 0,09 0,09 0,14 0,16 0,68 0,08 0,06 0,8 0,3 5,0 9,7 OS = 8,8 %<br />
Koper (Cu) 174 1,43 4,54 6,40 8,10 9,94 10,29 11,02 18,93 22,68 56,57 10,25 8,16 0,8 33,9 106,5 179,1<br />
Nikkel (Ni) 174 2,37 11,94 15,67 18,77 21,14 21,86 22,76 26,38 33,62 63,25 19,81 8,70 0,4 32,8 114,8 196,7<br />
Lood (Pb) 175 4,14 8,04 11,30 15,51 19,58 21,21 24,72 41,34 62,40 150,59 21,53 20,63 1,0 81,6 295,1 508,6<br />
Zink (Zn) 174 4,35 32,04 40,20 50,36 59,04 61,78 66,37 79,51 108,61 376,28 55,53 33,69 0,6 131,5 404,0 676,5<br />
Chroom (Cr) 174 3,41 16,24 23,79 32,50 37,60 39,08 40,85 45,69 50,73 62,30 31,62 11,45 0,4 95,6 229,4 363,2<br />
Arseen (As) 174 1,29 4,24 7,13 9,88 12,31 13,19 14,21 17,06 20,13 26,95 10,46 5,07 0,5 27,6 40,0 52,4<br />
PAK (10 VROM) 96 0,01 0,08 0,14 0,14 0,39 0,39 0,50 0,70 0,83 3,50 0,38 0,56 1,5 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 161 0,04 0,07 0,07 0,07 0,20 0,26 0,38 0,70 0,92 3,40 0,31 0,55 1,8 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 146 4,10 17,61 33,61 54,41 70,19 89,74 123,75 153,65 183,12 632,16 83,45 101,58 1,2 43,9 241,5 439,0<br />
Veen og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 91 0,03 0,13 0,20 0,34 0,47 0,48 0,63 0,78 0,86 3,16 0,41 0,38 0,9 1,3 10,0 18,8 Lut = 11,1 %<br />
Kwik (Hg) 91 0,01 0,05 0,07 0,10 0,14 0,16 0,19 0,36 0,50 1,36 0,16 0,20 1,3 0,3 5,1 9,9 OS = 35,7 %<br />
Koper (Cu) 93 0,10 2,12 4,26 8,57 12,60 13,40 15,86 25,75 36,03 54,54 11,87 11,42 1,0 43,1 135,2 227,3<br />
Nikkel (Ni) 91 0,39 3,17 3,93 7,60 11,59 12,52 13,56 19,67 22,94 49,65 9,65 7,83 0,8 21,1 73,7 126,4<br />
Lood (Pb) 92 0,25 4,71 7,69 14,97 25,93 29,88 32,53 59,13 74,52 209,25 26,14 33,13 1,3 96,8 350,1 603,5<br />
Zink (Zn) 92 1,63 7,07 17,06 32,29 48,90 51,85 63,61 81,24 99,91 228,31 42,16 39,76 0,9 136,8 420,1 703,4<br />
Chroom (Cr) 93 0,19 3,86 6,94 10,89 14,44 16,10 17,83 21,67 28,31 44,81 12,51 8,20 0,7 72,1 173,1 274,1<br />
Arseen (As) 93 0,94 1,96 2,58 4,80 6,38 6,63 7,45 9,90 12,07 16,70 5,32 3,32 0,6 33,7 48,8 63,9<br />
PAK (10 VROM) 28 0,09 0,15 0,21 0,42 0,72 0,78 1,20 6,60 9,81 11,01 1,71 3,15 1,8 3,0 61,5 120,0<br />
EOX 89 0,01 0,07 0,26 0,92 1,46 1,50 2,00 2,68 4,32 5,30 1,23 1,26 1,0 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 81 16,68 43,96 83,31 208,30 357,10 405,81 640,57 1666,48 3931,39 8570,40 659,89 1351,12 2,0 150,0 825,0 1500,0<br />
Zand og N MIN perc10 perc25 perc50 perc70 perc75 perc80 perc90 perc95 MAX Gem STDEV VC SW1 GemSW SW2 Lutum en org.stof gemeten<br />
Cadmium (Cd) 108 0,07 0,14 0,17 0,29 0,33 0,33 0,34 0,35 0,37 1,13 0,27 0,12 0,5 0,5 4,3 8,0 Lut = 5,9 %<br />
Kwik (Hg) 108 0,02 0,04 0,04 0,07 0,08 0,08 0,08 0,13 0,14 0,79 0,08 0,08 1,0 0,2 3,9 7,5 OS = 4,0 %<br />
Koper (Cu) 108 1,14 3,19 3,79 4,35 5,60 6,10 6,70 8,27 11,40 39,07 5,57 4,36 0,8 20,9 65,6 110,2<br />
Nikkel (Ni) 108 1,85 2,41 3,30 4,47 5,27 6,05 6,51 7,40 8,75 21,61 5,16 3,42 0,7 15,9 55,5 95,1<br />
Lood (Pb) 108 2,24 6,34 6,99 7,90 10,16 10,48 11,63 14,94 21,05 79,16 10,48 8,54 0,8 59,8 216,4 372,9<br />
Zink (Zn) 107 2,19 7,75 8,94 16,10 19,21 20,87 22,60 29,79 42,38 90,89 18,38 13,81 0,8 73,5 225,7 377,9<br />
Chroom (Cr) 108 2,40 3,81 7,64 9,32 11,69 12,28 12,46 15,78 18,06 35,81 10,20 5,49 0,5 61,7 148,1 234,5<br />
Arseen (As) 108 0,50 1,50 2,60 3,21 3,84 3,99 4,09 6,85 7,84 8,49 3,56 1,89 0,5 18,9 27,4 35,9<br />
PAK (10 VROM) 26 0,02 0,05 0,07 0,14 0,14 0,14 0,14 0,14 0,16 1,20 0,15 0,22 1,5 1,0 20,5 40,0<br />
EOX 103 0,04 0,07 0,07 0,07 0,07 0,07 0,09 0,30 0,42 0,70 0,12 0,13 1,1 0,3 1,7 3,0<br />
Minerale Olie GC (totaal) 77 1,85 15,08 23,10 27,72 27,72 32,23 48,00 69,30 77,88 217,80 35,71 29,12 0,8 19,8 108,9 198,0
' 4*<br />
'8 9<br />
Versiedatum: 14 december 2005 Projectcode: 04.G007
Statistische parameters, toetsing aan BGW<br />
Zone Statistische parameters<br />
Oude historische kern bg N Min 10P 25P 50P 70P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 237 0,06 0,22 0,27 0,31 0,34 0,34 0,37 0,40 0,49 1,00 0,32 0,11 1,12 0,72 8,64 Lut = 9,8 %<br />
Hg 235 0,03 0,04 0,09 0,19 0,36 0,48 0,57 0,90 1,17 5,22 0,38 0,54 1,18 1,60 7,98 OS = 4,6 %<br />
Cu 236 1,92 5,04 10,58 21,80 33,95 37,37 41,36 57,36 73,49 160,31 28,28 24,19 1,37 52,53 124,77<br />
Ni 232 1,60 4,32 7,06 10,39 12,85 13,38 14,76 18,21 20,12 34,69 10,84 5,40 0,71 28,29 118,80<br />
Pb 280 5,06 13,57 44,14 122,88 215,79 237,86 285,77 374,02 616,21 1325,92 183,11 202,52 1,19 64,40 219,72<br />
Zn 280 1,91 20,88 40,42 72,12 105,99 119,95 130,86 185,61 279,65 555,95 95,39 88,19 1,20 215,75 443,83<br />
Cr 234 2,09 10,23 11,21 15,72 20,80 21,83 24,84 30,14 35,93 86,72 18,40 10,51 0,69 208,80 264,48<br />
As 236 0,78 2,97 3,72 5,87 7,52 7,92 8,79 10,21 12,46 19,29 6,35 3,15 0,63 28,63 28,63<br />
PAK 214 0,01 0,14 0,39 1,50 3,91 4,42 5,04 10,70 18,70 84,00 4,62 10,32 2,58 2,00 40,00<br />
EOX 215 0,04 0,07 0,07 0,12 0,20 0,21 0,25 0,39 0,58 2,00 0,19 0,23 1,14 0,30<br />
M.O. 199 2,11 13,05 19,68 25,98 44,53 57,49 64,45 133,90 185,80 804,27 57,09 89,90 2,66 23,00 2300,00<br />
Tot 1950 bg N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 324 0,07 0,18 0,27 0,30 0,33 0,34 0,34 0,39 0,49 4,80 0,33 0,32 1,74 0,76 9,16 Lut = 12,3 %<br />
Hg 316 0,02 0,04 0,07 0,10 0,16 0,18 0,22 0,36 0,50 4,21 0,18 0,30 8,91 1,66 8,31 OS = 5,4 %<br />
Cu 326 1,09 5,26 9,45 14,30 20,53 23,52 26,75 33,51 47,72 275,23 19,81 23,25 1,14 56,93 135,22<br />
Ni 317 2,04 4,55 6,43 10,88 14,23 15,64 16,46 21,66 25,27 57,18 11,97 7,05 1,85 31,86 133,80<br />
Pb 336 0,18 13,97 28,11 54,42 97,64 108,98 122,01 196,78 238,02 634,05 82,52 83,36 1,09 67,70 230,98<br />
Zn 323 5,77 24,02 44,76 72,24 97,05 107,70 119,25 153,85 192,19 359,17 84,61 60,63 1,16 237,50 488,57<br />
Cr 326 1,93 9,17 11,27 16,92 24,70 26,83 28,82 34,60 41,59 61,61 20,14 11,20 1,30 223,80 283,48<br />
As 325 0,07 3,19 3,89 6,13 7,70 8,29 8,99 10,71 12,86 15,92 6,51 3,12 0,64 30,46 30,46<br />
PAK 339 0,01 0,14 0,35 1,17 2,88 3,65 5,74 13,20 18,10 96,00 4,51 9,55 3,34 2,00 40,00<br />
EOX 305 0,04 0,07 0,07 0,15 0,20 0,25 0,29 0,40 0,58 3,90 0,23 0,38 4,11 0,30<br />
M.O. 299 2,70 13,05 17,95 30,24 47,42 53,25 64,51 108,00 180,26 459,00 55,75 75,82 1,68 27,00 2700,00<br />
Na 1950 bg N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 389 0,04 0,16 0,22 0,28 0,34 0,35 0,38 0,41 0,51 1,28 0,30 0,14 1,08 0,80 9,59 Lut = 15,1 %<br />
Hg 396 0,03 0,04 0,05 0,08 0,11 0,12 0,15 0,25 0,64 8,19 0,27 0,90 1,47 1,73 8,65 OS = 5,8 %<br />
Cu 395 0,41 5,41 7,43 10,18 12,88 14,68 15,78 20,79 28,99 108,93 12,83 11,07 1,76 61,20 145,35<br />
Ni 383 1,52 4,54 6,84 11,51 14,00 14,93 16,25 19,49 24,37 47,80 12,14 7,19 0,68 35,86 150,60<br />
Pb 392 0,47 11,85 19,02 27,90 37,80 42,18 48,69 77,55 121,49 582,08 41,18 52,13 0,87 70,90 241,89<br />
Zn 394 3,67 25,18 39,68 55,72 74,77 85,41 93,00 110,83 132,09 498,98 65,24 43,55 0,63 260,00 534,86<br />
Cr 390 2,01 9,92 12,53 18,96 27,15 29,14 31,18 39,28 46,27 78,45 22,06 12,70 0,55 240,60 304,76<br />
As 388 1,39 2,78 4,10 6,75 8,44 8,65 9,04 10,79 13,22 22,82 6,91 3,46 0,46 32,22 32,22<br />
PAK 368 0,00 0,10 0,14 0,42 0,89 1,13 1,70 3,70 6,03 21,00 1,39 2,78 1,38 2,00 40,00<br />
EOX 365 0,04 0,07 0,07 0,13 0,20 0,24 0,30 0,44 0,60 2,50 0,21 0,25 1,41 0,30<br />
M.O. 338 1,47 12,53 22,38 32,77 43,22 52,68 62,32 100,98 175,06 807,80 54,65 79,94 1,14 29,00 2900,00
Na 1970 bg N Min Min 25P 50P 70P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 668 0,02 0,15 0,23 0,35 0,39 0,42 0,45 0,51 0,67 3,52 0,36 0,23 1,02 1,05 12,61 Lut = 14,2 %<br />
Hg 666 0,01 0,05 0,06 0,08 0,13 0,14 0,16 0,23 0,27 3,22 0,13 0,18 1,18 1,82 9,09 OS = 15,5 %<br />
Cu 667 0,48 4,88 7,06 11,47 16,10 17,65 20,56 26,18 30,35 106,64 13,93 9,95 0,92 72,93 173,22<br />
Ni 634 1,95 4,63 7,28 11,59 15,06 16,54 17,65 21,49 25,11 86,86 12,59 7,38 0,64 34,57 145,20<br />
Pb 666 0,18 10,46 16,70 28,09 40,58 45,58 50,64 80,25 120,49 522,80 39,73 42,58 0,88 79,70 271,92<br />
Zn 666 5,78 20,14 30,78 49,46 67,14 71,72 77,72 95,43 116,71 322,89 56,13 35,89 0,90 289,63 595,80<br />
Cr 651 2,51 9,00 11,66 18,89 26,07 28,81 31,67 39,16 46,97 92,94 21,81 12,78 0,61 235,20 297,92<br />
As 665 0,24 2,74 4,42 7,04 9,29 9,79 10,55 12,81 15,75 34,17 7,58 4,38 0,59 37,08 37,08<br />
PAK 591 0,01 0,07 0,14 0,20 0,49 0,70 0,87 2,00 3,55 68,06 1,13 4,24 4,49 3,10 62,00<br />
EOX 603 0,06 0,07 0,07 0,22 0,48 0,59 0,68 1,00 1,30 4,70 0,42 0,54 3,63 0,30<br />
M.O. 543 3,37 16,67 35,13 67,58 100,74 101,36 124,89 193,00 253,40 1483,32 95,08 124,96 1,14 77,50 7750,00<br />
Recreatie bg N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 137 0,06 0,21 0,28 0,28 0,38 0,40 0,42 0,44 0,47 1,03 0,33 0,13 0,03 0,85 10,18 Lut = 7,1 %<br />
Hg 137 0,03 0,04 0,06 0,07 0,09 0,11 0,14 0,17 0,23 0,90 0,10 0,10 0,50 1,60 8,00 OS = 10,3 %<br />
Cu 137 1,40 3,49 3,96 5,39 9,97 10,67 12,94 16,32 18,94 47,85 8,27 6,26 0,46 56,53 134,27<br />
Ni 137 1,75 3,00 3,59 5,56 9,42 11,12 12,84 15,48 18,67 25,28 7,84 5,47 0,61 24,43 102,60<br />
Pb 137 3,84 7,50 9,08 14,97 23,34 28,52 30,76 49,74 60,28 169,65 22,69 22,59 0,50 67,40 229,95<br />
Zn 136 3,41 10,16 14,12 24,66 39,74 45,31 48,04 62,24 82,09 102,14 32,53 22,60 0,45 216,88 446,14<br />
Cr 136 3,52 4,07 8,02 10,56 16,10 19,29 21,28 26,02 29,42 120,71 14,32 12,07 0,65 192,60 243,96<br />
As 137 0,60 2,01 3,64 6,31 9,86 10,07 10,48 12,68 13,94 24,44 6,92 4,15 0,27 30,29 30,29<br />
PAK 120 0,01 0,07 0,13 0,14 0,41 0,51 0,59 1,65 3,39 25,63 0,84 2,60 0,83 2,06 41,20<br />
EOX 123 0,04 0,07 0,07 0,12 0,21 0,26 0,30 0,48 0,55 1,60 0,21 0,22 0,53 0,30<br />
M.O. 130 4,79 13,56 16,23 41,72 71,75 85,13 112,94 179,38 205,00 320,31 68,85 67,02 0,47 51,50 5150,00<br />
Bedrijfsterrein bg N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 395 0,04 0,14 0,27 0,27 0,27 0,27 0,27 0,33 0,48 2,00 0,28 0,15 0,76 0,96 11,54 Lut = 16,5 %<br />
Hg 394 0,02 0,04 0,06 0,06 0,08 0,10 0,13 0,17 0,22 1,36 0,10 0,11 1,12 1,82 9,12 OS = 11,4 %<br />
Cu 393 2,45 3,06 5,95 8,66 12,25 13,13 14,88 19,25 26,95 65,63 10,86 8,08 1,50 70,53 167,52<br />
Ni 361 1,51 2,65 4,85 9,09 12,87 13,63 15,14 18,17 20,44 31,04 9,97 6,04 0,90 37,86 159,00<br />
Pb 406 0,04 8,30 13,68 20,97 31,46 34,65 39,21 61,09 91,18 300,88 31,92 35,87 1,64 77,90 265,78<br />
Zn 395 2,90 11,60 26,10 39,77 50,54 54,27 58,00 71,75 85,34 314,86 44,03 32,59 1,44 291,50 599,66<br />
Cr 383 2,91 5,81 8,72 16,60 24,90 26,56 29,88 34,86 40,67 59,76 19,13 11,99 0,74 249,00 315,40<br />
As 395 1,26 2,51 3,68 6,28 7,96 8,97 9,41 11,66 13,45 31,38 6,77 3,77 0,60 36,08 36,08<br />
PAK 353 0,01 0,06 0,15 0,22 0,54 0,74 0,90 2,09 4,91 51,70 1,23 4,06 3,25 2,28 45,60<br />
EOX 341 0,04 0,07 0,07 0,17 0,30 0,31 0,40 0,70 1,01 2,40 0,29 0,36 1,55 0,30<br />
M.O. 311 7,70 15,40 15,40 38,50 38,50 44,00 55,00 88,00 162,25 1100,00 53,36 93,80 1,91 57,00 5700,00<br />
Klei bg N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 296 0,05 0,10 0,24 0,29 0,34 0,35 0,38 0,43 0,55 1,34 0,30 0,14 1,06 0,94 11,30 Lut = 24,2 %<br />
Hg 296 0,03 0,06 0,06 0,08 0,10 0,12 0,14 0,20 0,31 1,30 0,11 0,11 5,10 1,96 9,80 OS = 8,1 %<br />
Cu 296 0,53 7,49 9,66 12,15 15,99 17,00 19,23 28,36 45,55 71,27 15,93 11,93 1,87 76,40 181,45<br />
Ni 295 0,73 11,53 14,86 17,50 19,32 20,14 20,75 23,50 27,73 45,66 17,82 6,31 1,01 48,86 205,20<br />
Pb 298 5,07 16,38 22,28 29,03 39,74 45,14 52,42 92,41 157,87 450,96 47,42 54,98 1,75 82,30 280,79<br />
Zn 296 1,70 41,94 52,55 64,15 78,59 83,48 91,87 116,45 196,81 292,29 76,91 49,45 2,06 336,88 693,00<br />
Cr 296 2,08 16,60 23,42 32,30 36,93 38,24 39,90 42,67 47,01 68,84 31,00 11,17 1,00 295,20 373,92<br />
As 296 0,28 4,57 6,90 9,21 11,23 11,62 12,57 15,03 17,35 30,49 9,63 4,45 0,86 38,51 38,51<br />
PAK 287 0,01 0,05 0,13 0,22 0,65 0,76 0,99 2,25 3,87 17,00 0,91 1,88 5,01 2,00 40,00<br />
EOX 232 0,07 0,07 0,07 0,18 0,27 0,30 0,36 0,56 0,75 2,00 0,26 0,28 6,37 0,30<br />
M.O. 232 3,77 19,17 31,60 48,75 69,87 76,43 86,75 141,40 178,74 1465,67 79,65 133,24 1,93 40,50 4050,00
Veen bg N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 127 0,09 0,19 0,27 0,37 0,48 0,51 0,58 0,68 0,82 1,96 0,43 0,25 0,90 1,27 15,21 Lut = 15,1 %<br />
Hg 128 0,03 0,07 0,08 0,13 0,16 0,18 0,20 0,24 0,31 3,03 0,17 0,31 0,95 1,93 9,63 OS = 23,3 %<br />
Cu 128 2,28 8,36 13,54 17,39 23,50 26,17 28,23 42,04 56,66 76,59 21,73 14,68 1,48 84,53 200,77<br />
Ni 122 0,98 6,82 9,76 12,91 15,60 17,21 18,55 22,58 26,91 44,19 13,95 6,94 0,85 35,86 150,60<br />
Pb 128 6,86 19,60 28,54 45,25 58,81 66,93 74,24 130,14 218,99 310,42 63,66 59,96 1,29 88,40 301,60<br />
Zn 127 5,80 30,08 48,53 72,19 107,88 114,51 122,02 197,04 281,88 503,08 98,65 85,50 0,74 325,63 669,86<br />
Cr 128 2,62 9,74 12,63 19,28 30,16 32,06 34,81 40,29 45,69 173,20 24,56 21,09 0,47 240,60 304,76<br />
As 128 1,56 3,33 5,70 7,59 9,46 10,13 10,99 13,71 15,76 30,86 8,32 4,50 0,60 41,88 41,88<br />
PAK 129 0,05 0,14 0,25 0,90 2,06 2,77 3,91 6,79 10,38 57,78 2,68 5,99 2,36 4,66 93,20<br />
EOX 109 0,07 0,14 0,27 0,48 0,76 0,81 0,92 1,22 1,62 2,30 0,61 0,49 1,45 0,30<br />
M.O. 110 11,65 28,38 36,95 77,30 162,32 193,73 239,51 371,98 732,45 1463,63 183,35 285,62 1,80 116,50 11650,00<br />
Zand bg N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 170 0,06 0,14 0,17 0,30 0,33 0,35 0,36 0,38 0,40 0,51 0,27 0,10 1,09 0,72 8,64 Lut = 4,7 %<br />
Hg 170 0,02 0,05 0,07 0,08 0,11 0,14 0,14 0,19 0,35 4,01 0,14 0,33 0,43 1,50 7,51 OS = 6,3 %<br />
Cu 170 1,85 4,04 5,49 8,41 11,46 13,28 14,24 20,95 25,10 86,25 11,09 9,93 0,71 48,00 114,00<br />
Ni 166 1,60 2,60 3,40 3,95 4,61 5,16 5,70 7,25 8,75 20,09 4,55 2,24 0,41 21,00 88,20<br />
Pb 170 4,36 8,17 15,44 24,76 35,66 39,12 43,70 59,63 85,68 141,10 31,68 25,74 0,68 61,00 208,12<br />
Zn 170 4,16 13,19 18,83 29,05 38,61 42,77 52,32 83,25 104,67 240,25 39,40 34,95 0,76 183,88 378,26<br />
Cr 170 2,31 4,38 6,77 8,34 10,94 11,38 12,00 15,70 18,80 33,65 9,52 4,62 0,38 178,20 225,72<br />
As 170 0,51 1,56 2,78 3,54 4,05 5,37 6,72 7,39 8,15 14,14 4,13 2,50 0,53 26,76 26,76<br />
PAK 163 0,01 0,08 0,14 0,15 0,63 0,76 1,23 3,06 3,50 18,00 1,04 2,33 3,77 2,00 40,00<br />
EOX 142 0,04 0,07 0,07 0,10 0,20 0,20 0,25 0,40 0,64 2,10 0,21 0,28 1,33 0,30<br />
M.O. 143 4,42 20,11 27,95 44,24 79,00 89,73 105,34 122,41 186,07 1345,55 79,15 132,65 1,76 31,50 3150,00<br />
Wegbermen N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 54 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,28 0,00 0,00 0,89 10,66 Lut = 13,7 %<br />
Hg 54 0,03 0,03 0,06 0,08 0,10 0,11 0,12 0,14 0,17 1,70 0,12 0,22 1,91 1,74 8,71 OS = 9,6 %<br />
Cu 54 3,50 5,47 7,75 9,15 11,10 13,00 14,80 16,70 18,00 20,00 10,26 4,24 0,41 64,40 152,95<br />
Ni 54 2,10 4,43 6,13 9,00 14,00 14,00 15,00 18,70 22,35 29,01 10,81 6,14 0,57 33,86 142,20<br />
Pb 54 9,10 16,30 21,25 24,00 31,00 34,75 37,40 53,40 90,51 200,01 35,18 35,82 1,02 73,30 250,08<br />
Zn 54 14,00 24,60 35,25 47,01 58,11 60,01 65,61 80,11 84,01 100,01 49,93 20,56 0,41 263,75 542,57<br />
Cr 54 10,50 10,50 10,50 16,50 24,00 25,01 25,41 30,11 33,36 43,00 18,40 8,54 0,46 232,20 294,12<br />
As 54 2,80 2,80 2,80 5,40 7,01 7,28 7,94 9,36 11,70 17,00 5,82 3,19 0,55 33,54 33,54<br />
PAK 52 0,14 0,72 2,83 7,05 10,70 12,50 14,80 23,80 35,35 42,00 10,07 10,49 1,04 2,00 40,00<br />
EOX 54 0,07 0,07 0,11 0,19 0,23 0,24 0,29 0,37 0,44 1,00 0,21 0,16 0,74 0,30<br />
M.O. 54 14,00 14,00 20,50 59,99 79,99 84,98 91,99 116,98 119,98 489,93 68,25 68,12 1,00 48,00 4800,00
Statistische parameters, toetsing aan BGW<br />
Zone<br />
Statistische parameters<br />
Oude historische kern og N Min 10P 25P 50P 70P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 271 0,07 0,19 0,27 0,29 0,32 0,32 0,35 0,38 0,41 0,65 0,29 0,08 1,12 0,75 9,00 Lut = 11,7 %<br />
Hg 269 0,03 0,04 0,06 0,11 0,21 0,26 0,35 0,62 0,90 4,48 0,24 0,39 1,18 1,65 8,23 OS = 5,1 %<br />
Cu 273 1,53 5,38 9,03 16,03 27,92 32,41 36,70 53,42 70,23 150,98 24,72 24,02 1,37 55,73 132,37<br />
Ni 269 2,20 5,11 8,90 13,21 17,60 18,84 20,93 23,47 27,05 90,36 14,49 8,85 0,71 31,00 130,20<br />
Pb 294 2,71 9,75 17,36 37,75 87,44 107,05 131,73 233,88 335,49 823,69 86,52 115,49 1,19 66,80 227,91<br />
Zn 268 0,50 23,47 35,33 53,94 76,56 85,44 92,02 115,99 152,13 279,32 66,05 46,16 1,20 231,88 477,00<br />
Cr 271 3,43 10,79 14,07 21,57 27,72 28,97 30,59 36,71 44,55 120,54 23,22 13,33 0,69 220,20 278,92<br />
As 270 1,47 3,10 5,10 7,21 9,09 9,61 10,88 13,44 14,66 28,58 7,93 4,33 0,63 29,96 29,96<br />
PAK 212 0,01 0,14 0,14 0,14 0,43 0,61 0,84 1,99 4,44 15,00 0,94 2,22 2,58 2,00 40,00<br />
EOX 251 0,04 0,07 0,07 0,07 0,13 0,16 0,20 0,30 0,43 2,00 0,15 0,21 1,14 0,30<br />
M.O. 210 2,38 14,34 15,87 28,56 35,86 49,27 64,91 104,59 191,61 665,84 55,45 83,85 2,66 25,50 2550,00<br />
Tot 1950 og N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 315 0,02 0,17 0,28 0,31 0,34 0,35 0,37 0,41 0,53 2,03 0,33 0,17 1,74 0,79 9,44 Lut = 12,8 %<br />
Hg 317 0,02 0,03 0,04 0,07 0,10 0,12 0,14 0,29 0,42 10,84 0,16 0,64 8,91 1,68 8,41 OS = 6,1 %<br />
Cu 317 1,23 3,68 5,52 9,04 13,21 14,22 16,03 25,60 33,49 119,69 12,93 14,16 1,14 58,53 139,02<br />
Ni 308 1,72 4,36 7,96 13,81 18,94 20,68 22,63 27,22 29,62 45,66 14,89 8,47 1,85 32,57 136,80<br />
Pb 321 0,07 8,89 11,25 19,22 31,35 35,35 46,36 95,51 161,58 595,83 39,80 61,64 1,09 68,90 235,07<br />
Zn 317 0,46 15,24 29,46 49,31 66,90 73,97 80,03 104,41 124,07 503,32 60,15 57,39 1,16 243,88 501,69<br />
Cr 317 0,21 9,49 14,24 23,64 34,30 36,53 39,52 46,30 52,39 105,92 26,07 16,05 1,30 226,80 287,28<br />
As 317 0,07 2,84 4,03 7,28 9,92 10,83 11,64 15,57 18,86 28,56 8,33 5,38 0,64 31,12 31,12<br />
PAK 230 0,01 0,14 0,14 0,14 0,33 0,47 0,78 3,15 7,26 37,00 1,70 5,45 3,34 2,00 40,00<br />
EOX 296 0,04 0,07 0,07 0,07 0,07 0,11 0,18 0,33 0,74 3,40 0,19 0,38 4,11 0,30<br />
M.O. 273 2,87 12,60 14,83 34,38 40,86 42,98 42,98 62,19 107,81 491,20 42,29 54,38 1,68 30,50 3050,00<br />
Na 1950 og N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 316 0,04 0,17 0,22 0,28 0,36 0,39 0,41 0,44 0,52 1,35 0,32 0,14 1,08 0,83 9,99 Lut = 14,6 %<br />
Hg 319 0,01 0,03 0,04 0,05 0,07 0,09 0,09 0,17 0,27 5,92 0,14 0,48 1,47 1,73 8,67 OS = 7,2 %<br />
Cu 321 0,27 3,54 5,45 6,36 9,31 10,28 11,06 17,41 24,86 88,96 9,66 9,93 1,76 62,40 148,20<br />
Ni 316 0,44 4,21 6,79 11,54 15,92 18,49 19,96 25,29 30,92 76,32 13,65 9,86 0,68 35,14 147,60<br />
Pb 317 0,95 9,04 10,54 13,10 21,17 23,56 27,09 38,30 75,42 304,89 23,06 30,10 0,87 71,80 244,96<br />
Zn 320 1,22 15,28 25,29 38,04 53,97 59,39 65,48 86,66 108,35 623,00 48,64 46,70 0,63 261,50 537,94<br />
Cr 317 0,99 9,86 13,87 20,59 29,58 32,84 35,32 42,77 53,49 81,59 23,80 14,37 0,55 237,60 300,96<br />
As 317 1,07 2,82 4,09 6,15 9,10 9,96 10,83 13,67 17,25 44,43 7,70 5,59 0,46 32,72 32,72<br />
PAK 178 0,01 0,14 0,14 0,14 0,20 0,24 0,34 0,90 2,50 14,00 0,62 1,82 1,38 2,00 40,00<br />
EOX 303 0,04 0,07 0,07 0,07 0,08 0,11 0,18 0,46 0,67 3,70 0,20 0,41 1,41 0,30<br />
M.O. 270 2,26 15,67 25,27 43,57 50,54 52,65 64,97 101,44 142,60 1400,68 66,68 126,85 1,14 36,00 3600,00
Na 1970 og N Min Min 25P 50P 70P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 425 0,02 0,11 0,21 0,32 0,40 0,43 0,46 0,51 0,56 1,69 0,33 0,20 1,02 1,01 12,11 Lut = 14,0 %<br />
Hg 428 0,01 0,04 0,04 0,06 0,08 0,08 0,09 0,13 0,16 1,94 0,08 0,13 1,18 1,80 8,99 OS = 14,0 %<br />
Cu 429 0,07 2,57 4,63 6,58 8,66 9,71 10,49 14,13 16,87 74,52 8,21 7,65 0,92 70,67 167,83<br />
Ni 418 0,23 3,57 4,57 8,36 12,55 13,94 15,16 19,19 22,81 48,69 10,44 7,68 0,64 34,29 144,00<br />
Pb 428 0,18 5,95 8,35 12,74 16,75 18,97 21,04 32,26 48,83 547,58 20,45 41,11 0,88 78,00 266,12<br />
Zn 427 0,03 8,74 18,00 29,42 42,39 47,19 51,21 62,36 83,57 218,67 35,30 26,03 0,90 282,50 581,14<br />
Cr 423 0,17 7,20 9,97 15,59 22,73 24,39 26,42 34,07 44,72 79,90 18,67 12,35 0,61 234,00 296,40<br />
As 429 0,03 2,01 2,78 5,05 8,20 9,24 9,96 12,02 14,35 30,83 6,50 4,55 0,59 36,14 36,14<br />
PAK 222 0,01 0,07 0,14 0,20 0,22 0,29 0,34 0,67 1,40 15,43 0,49 1,50 4,49 2,80 56,00<br />
EOX 403 0,01 0,07 0,07 0,07 0,20 0,29 0,47 1,08 1,99 5,50 0,38 0,69 3,63 0,30<br />
M.O. 346 0,70 13,78 45,95 88,53 98,29 129,23 155,89 222,36 337,20 2508,40 121,23 188,30 1,14 70,00 7000,00<br />
Recreatie og N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 107 0,06 0,26 0,28 0,28 0,38 0,41 0,44 0,44 0,45 0,60 0,33 0,10 0,03 0,85 10,26 Lut = 6,6 %<br />
Hg 112 0,03 0,03 0,04 0,07 0,08 0,09 0,10 0,14 0,21 1,31 0,10 0,15 0,50 1,59 7,97 OS = 10,7 %<br />
Cu 111 1,33 2,99 3,49 4,83 5,51 6,15 8,88 12,33 17,01 32,93 6,37 5,09 0,46 56,40 133,95<br />
Ni 107 1,70 2,07 2,86 4,43 7,74 9,60 11,65 16,74 22,83 27,57 7,26 6,35 0,61 23,71 99,60<br />
Pb 111 2,43 6,99 8,87 9,09 11,65 12,46 18,97 38,89 42,51 119,83 16,40 18,78 0,50 67,30 229,61<br />
Zn 112 1,63 8,33 13,91 19,30 22,86 29,08 39,14 61,51 86,38 248,45 29,65 34,62 0,45 214,63 441,51<br />
Cr 107 2,38 4,32 10,09 10,54 12,76 13,60 19,57 25,75 37,09 50,59 14,13 9,92 0,65 189,60 240,16<br />
As 107 0,62 2,50 2,80 3,92 8,89 10,08 10,08 11,97 13,20 24,95 6,14 4,32 0,27 30,23 30,23<br />
PAK 76 0,01 0,14 0,14 0,15 0,15 0,24 0,38 0,56 0,99 4,17 0,33 0,59 0,83 2,14 42,80<br />
EOX 98 0,04 0,07 0,07 0,07 0,30 0,34 0,44 1,19 1,73 4,90 0,40 0,74 0,53 0,30<br />
M.O. 89 10,35 14,21 14,21 50,30 75,18 81,23 103,51 187,95 205,61 406,12 72,69 76,43 0,47 53,50 5350,00<br />
Bedrijfsterrein og N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 231 0,09 0,13 0,26 0,26 0,26 0,26 0,26 0,26 0,32 0,82 0,25 0,08 0,76 0,92 10,98 Lut = 16,1 %<br />
Hg 233 0,02 0,04 0,04 0,06 0,06 0,06 0,08 0,13 0,19 0,58 0,07 0,06 1,12 1,80 8,99 OS = 9,8 %<br />
Cu 233 0,85 2,97 2,97 6,02 8,40 9,33 10,18 13,49 20,36 42,41 7,59 6,27 1,50 67,87 161,18<br />
Ni 229 1,49 1,57 3,43 10,44 14,91 16,40 16,70 19,53 23,11 49,94 10,53 7,38 0,90 37,29 156,60<br />
Pb 231 3,12 6,25 8,12 12,50 16,07 18,30 21,43 30,36 51,78 133,92 18,03 19,84 1,64 75,90 258,95<br />
Zn 233 0,06 11,30 16,14 33,89 43,57 45,99 48,42 57,13 78,11 169,46 34,40 23,20 1,44 282,50 581,14<br />
Cr 233 0,58 6,03 8,63 18,08 26,30 28,76 30,90 36,98 41,91 90,40 19,59 12,93 0,74 246,60 312,36<br />
As 233 1,84 2,45 3,06 6,12 8,74 9,62 10,49 12,24 13,99 20,98 6,78 3,97 0,60 34,98 34,98<br />
PAK 135 0,01 0,13 0,14 0,14 0,39 0,51 0,62 1,06 4,83 14,00 0,84 2,24 3,25 2,00 40,00<br />
EOX 214 0,04 0,07 0,07 0,07 0,20 0,23 0,30 0,64 1,17 4,00 0,28 0,54 1,55 0,30<br />
M.O. 202 6,86 13,72 13,72 29,40 34,30 34,30 44,10 116,62 166,60 921,20 49,48 90,41 1,91 49,00 4900,00
Klei og N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 174 0,07 0,18 0,26 0,31 0,34 0,36 0,38 0,41 0,47 4,74 0,33 0,36 1,06 0,95 11,35 Lut = 22,5 %<br />
Hg 173 0,01 0,04 0,06 0,07 0,08 0,09 0,09 0,14 0,16 0,68 0,08 0,06 5,10 1,93 9,65 OS = 8,8 %<br />
Cu 174 1,43 4,54 6,40 8,10 9,94 10,29 11,02 18,93 22,68 56,57 10,25 8,16 1,87 75,07 178,28<br />
Ni 174 2,37 11,94 15,67 18,77 21,14 21,86 22,76 26,38 33,62 63,25 19,81 8,70 1,01 46,43 195,00<br />
Pb 175 4,14 8,04 11,30 15,51 19,58 21,21 24,72 41,34 62,40 150,59 21,53 20,63 1,75 81,30 277,38<br />
Zn 174 4,35 32,04 40,20 50,36 59,04 61,78 66,37 79,51 108,61 376,28 55,53 33,69 2,06 326,75 672,17<br />
Cr 174 3,41 16,24 23,79 32,50 37,60 39,08 40,85 45,69 50,73 62,30 31,62 11,45 1,00 285,00 361,00<br />
As 174 1,29 4,24 7,13 9,88 12,31 13,19 14,21 17,06 20,13 26,95 10,46 5,07 0,86 37,96 37,96<br />
PAK 96 0,01 0,08 0,14 0,14 0,39 0,39 0,50 0,70 0,83 3,50 0,38 0,56 5,01 2,00 40,00<br />
EOX 161 0,04 0,07 0,07 0,07 0,20 0,26 0,38 0,70 0,92 3,40 0,31 0,55 6,37 0,30<br />
M.O. 146 4,10 17,61 33,61 54,41 70,19 89,74 123,75 153,65 183,12 632,16 83,45 101,58 1,93 44,00 4400,00<br />
Veen og N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 91 0,03 0,13 0,20 0,34 0,47 0,48 0,63 0,78 0,86 3,16 0,41 0,38 0,90 1,56 18,76 Lut = 11,1 %<br />
Hg 91 0,01 0,05 0,07 0,10 0,14 0,16 0,19 0,36 0,50 1,36 0,16 0,20 0,95 1,98 9,88 OS = 35,7 %<br />
Cu 93 0,10 2,12 4,26 8,57 12,60 13,40 15,86 25,75 36,03 54,54 11,87 11,42 1,48 95,73 227,37<br />
Ni 91 0,39 3,17 3,93 7,60 11,59 12,52 13,56 19,67 22,94 49,65 9,65 7,83 0,85 30,14 126,60<br />
Pb 92 0,25 4,71 7,69 14,97 25,93 29,88 32,53 59,13 74,52 209,25 26,14 33,13 1,29 96,80 330,26<br />
Zn 92 1,63 7,07 17,06 32,29 48,90 51,85 63,61 81,24 99,91 228,31 42,16 39,76 0,74 342,13 703,80<br />
Cr 93 0,19 3,86 6,94 10,89 14,44 16,10 17,83 21,67 28,31 44,81 12,51 8,20 0,47 216,60 274,36<br />
As 93 0,94 1,96 2,58 4,80 6,38 6,63 7,45 9,90 12,07 16,70 5,32 3,32 0,60 46,51 46,51<br />
PAK 28 0,09 0,15 0,21 0,42 0,72 0,78 1,20 6,60 9,81 11,01 1,71 3,15 2,36 3,00 120,00<br />
EOX 89 0,01 0,07 0,26 0,92 1,46 1,50 2,00 2,68 4,32 5,30 1,23 1,26 1,45 0,30<br />
M.O. 81 16,68 43,96 83,31 208,30 357,10 405,81 640,57 1666,48 3931,39 8570,40 659,89 1351,12 1,80 150,00 15000,00<br />
Zand og N Min Min 25P 50P 75P 80P 90P 95P Max Gem Std VC BGW I BGW II Lutum en org.stof gemeten<br />
Cd 108 0,07 0,14 0,17 0,29 0,33 0,33 0,34 0,35 0,37 1,13 0,27 0,12 1,09 0,67 8,03 Lut = 5,9 %<br />
Hg 108 0,02 0,04 0,04 0,07 0,08 0,08 0,08 0,13 0,14 0,79 0,08 0,08 0,43 1,50 7,51 OS = 4,0 %<br />
Cu 108 1,14 3,19 3,79 4,35 5,60 6,10 6,70 8,27 11,40 39,07 5,57 4,36 0,71 46,53 110,52<br />
Ni 108 1,85 2,41 3,30 4,47 5,27 6,05 6,51 7,40 8,75 21,61 5,16 3,42 0,41 22,71 95,40<br />
Pb 108 2,24 6,34 6,99 7,90 10,16 10,48 11,63 14,94 21,05 79,16 10,48 8,54 0,68 59,90 204,36<br />
Zn 107 2,19 7,75 8,94 16,10 19,21 20,87 22,60 29,79 42,38 90,89 18,38 13,81 0,76 184,25 379,03<br />
Cr 108 2,40 3,81 7,64 9,32 11,69 12,28 12,46 15,78 18,06 35,81 10,20 5,49 0,38 185,40 234,84<br />
As 108 0,50 1,50 2,60 3,21 3,84 3,99 4,09 6,85 7,84 8,49 3,56 1,89 0,53 26,15 26,15<br />
PAK 26 0,02 0,05 0,07 0,14 0,14 0,14 0,14 0,14 0,16 1,20 0,15 0,22 3,77 2,00 40,00<br />
EOX 103 0,04 0,07 0,07 0,07 0,07 0,07 0,09 0,30 0,42 0,70 0,12 0,13 1,33 0,30<br />
M.O. 77 1,85 15,08 23,10 27,72 27,72 32,23 48,00 69,30 77,88 217,80 35,71 29,12 1,76 20,00 2000,00
' #42 !" <br />
Bestemd voor melding van gebruik van grond in grondwerken die weer bodem worden, conform regels in<br />
het bodembeheerplan gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd<br />
en Wûnseradiel<br />
Deze Melding is gericht aan…….<br />
Indienen bij:<br />
……<br />
Postbus …<br />
…. .. ……….<br />
In te vullen door (Bevoegd gezag)<br />
Dossiernummer:<br />
Datum ontvangst:<br />
Ontgravingsslocatie:<br />
Toepassingslocatie:<br />
gelegen in BKK-zone: gelegen in BKK-zone:<br />
1. Deze melding vindt gelijktijdig plaats met:<br />
Een aanvraag voor een Bouwvergunning;<br />
Een aanvraag van een bouwvoornemen;<br />
Een aanvraag voor een Wet-milieubeheervergunning;<br />
Een melding in het kader van de Wet-milieubeheer;<br />
Een aanvraag voor een Aanlegvergunning (in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;<br />
Geen van deze (Ga verder met vraag 3).<br />
2. Datum van de vergunningsaanvraag of de melding die bij vraag 1 is aangekruist:<br />
3. Wie is de meldingsplichtige (eigenaar van het ‘grondwerk’ of opdrachtgever als het over een<br />
publiek ‘grondwerk’ gaat):<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode, woonplaats:<br />
Telefoonnummer:<br />
Faxnummer:<br />
Contactpersoon:<br />
4. Wordt de meldingsplichtige vertegenwoordigd door een gemachtigde?<br />
Ja (Ga verder met vraag 5)<br />
Nee (Ga verder met het invullen van de tabel op de achterkant)<br />
5. Wie is de gemachtigde?<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode, woonplaats:<br />
Telefoonnummer:<br />
Faxnummer:<br />
Contactpersoon:<br />
Functie:<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
6. Vul svp onderstaande schema in met gegevens over de herkomst en de bestemming van de te<br />
verplaatsen grond.<br />
Herkomst (ontdoener)<br />
Naam<br />
Adres<br />
Postcode en plaats<br />
Kadastrale<br />
gemeente +<br />
sectienummer<br />
Doel van ontgraving<br />
en/of ophoging<br />
Bestemming (toepasser,<br />
eigenaar en/of gebruiker)<br />
Paraaf<br />
goedkeuring<br />
Ontgravingsdiepte<br />
en/of<br />
toepassingshoogte *<br />
Datum start*<br />
ontgraving van de<br />
bodemlaag 0-0,5 m-mv<br />
ontgraving van de<br />
bodemlaag 0,5 -2 m-mv<br />
ontgraving van de<br />
bodemlaag dieper dan 2,0<br />
m-mv<br />
ontgraving van een andere<br />
bodemlaag dan voornoemd:<br />
.......................................m-mv<br />
ophoging van de bodem tot<br />
......................................m+mv<br />
aanvulling van de bodem in de<br />
bodemlaag 0-0,5 m-mv<br />
aanvulling van de bodem in de<br />
bodemlaag 0,5-2,0 m-mv<br />
aanvulling van de bodem in de<br />
bodemlaag dieper dan 2,0 m-<br />
mv<br />
aanvulling van de bodem in<br />
andere bodemlagen dan<br />
voornoemd:<br />
....................................m-mv<br />
Hoeveelheid en<br />
soort grond* Soort: hoeveelheid: ton/ m 3<br />
Percentage<br />
bodemvreemd<br />
materiaal*<br />
pH, lutum en<br />
organische stof<br />
gehalte toe te<br />
passen grond.**<br />
Wie transporteert de<br />
grond, en hoe vindt<br />
dit plaats?*<br />
Wie voert de<br />
werkzaamheden<br />
uit?*<br />
* Indien nog niet bekend minimaal 5 werkdagen van tevoren melden.<br />
** Indien het grond betreft van buiten de bodemkwaliteitszones.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Bijlagen:<br />
Bodemonderzoek;<br />
Historisch onderzoek;<br />
Partijkeuring (alle 11 parameters uit het NEN pakket);<br />
Plattegrondstekening met schaalaanduiding waarop wordt aangegeven op welk deel van het<br />
perceel de grond wordt toegepast, en laagdikte van toepassing;<br />
Plattegrondstekening met schaalaanduiding waarop wordt aangegeven de herkomst van de<br />
grond (verplicht indien grond afkomstig is uit het bodembeheergebied gemeenten Bolsward,<br />
Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel);<br />
Routebeschrijving transport, naam, adres en woonplaatsgegevens transporteur;<br />
Overige relevante gegevens:…………………………………………………….<br />
De in het meldingsformulier genoemde bijlagen dienen, indien van toepassing, bij de melding te worden<br />
gevoegd.<br />
Ondertekening:<br />
Als er sprake is van een gemachtigde, moeten zowel de meldingsplichtige als de gemachtigde het<br />
formulier ondertekenen.<br />
Ondergetekende(n) verklaart/verklaren dat dit formulier naar waarheid en volledig is ingevuld. Deze<br />
verklaring geldt tevens voor de aangekruiste en bijgevoegde bijlagen.<br />
Plaats<br />
Datum<br />
Handtekening meldingsplichtige<br />
Plaats<br />
Datum<br />
Handtekening Gemachtigde<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
' +4:!"<br />
<br />
Voor toepassing van locatie van herkomst van grond en indien relevant tevens voor de locatie waar de<br />
grond als bodem zal worden hergebruikt.<br />
Locatie-ligging:<br />
•<br />
* Stedelijk/industrie/bodembescherming/agrarisch/buitengebied-overig:………….<br />
• Bestemmingsplan:……………………………………………………………………..<br />
• In gebruik als:…………………………………………………………………………..<br />
In het verleden een bodemonderzoek uitgevoerd?:<br />
• Nee*, Ja*: afschrift(en) rapport bijgevoegd:…………………………………………………..<br />
Bestaande bebouwing op de locatie?:<br />
• Nee*: van …. tot ……in gebruik geweest als erf/tuin bij woning/bedrijfsterrein/landbouw/natuur<br />
• Ja*: van …. tot …… woning/bedrijf/opslagruimte/veestalling/overig:………………………………<br />
Brandstof opslag?<br />
• Nee*<br />
• Ja*: in ondergrondse/bovengrondse tanks/vaten/bussen, inhoud ……… liters<br />
diesel/benzine/petroleum/stookolie/overig:………………………<br />
Is de opslag nog in gebruik? Nee*/Ja*: Kiwa-keuringscertificaat bijgevoegd………………….<br />
Is de opslag gesaneerd? Nee*/Ja*: Kiwa-keuringscertificaat bijgevoegd………………….<br />
Mestopslag?<br />
• Nee*, Ja*: soort mest: vaste mest/drijfmest/overig..………., hoeveelheid ……….. m3,<br />
wijze van opslag: op bodem, mestplaat, mestkelder/foliebassin/overig:………..<br />
Terreingebruiken verhardingen op de locatie:<br />
• Verhardingsoppervlak…. m2<br />
• Bebouwingsoppervlak… m2<br />
• Perceel opgehoogd: Nee*, Ja*: in de periode….. is de locatie …. meter opgehoogd<br />
met………………………………………………………………….<br />
• Grondverzet uitgevoerd:<br />
Nee*,Ja*:wanneer………….hoe/waar…………………………………<br />
• Sloot aanwezig/gedempt: Nee*,Ja*:……………...……hoe/waar……………………………<br />
• Gebouw gesloopt: Nee*,Ja*:……………...……hoe/waar………………………………<br />
• Fundering/puin/afval ed: Nee*,Ja*:……………...……wat/waar………………………………<br />
• Kabels/leidingen/riool: : Nee*,Ja*:……………...……wat/waar………………………………<br />
Lozingen van afvalwater:<br />
• Samenstelling: Huishoudelijk/bedrijfsafvalwater/spoelwater/proceswater<br />
• Aansluiting op riolering: Nee*,Ja*: wanneer…………...……hoe………………………………<br />
• Lozing in sloot: Nee*,Ja*: waar…………...……hoe………………………………<br />
• Lozing in de bodem: Nee*,Ja*: waar…………...……hoe………………………………<br />
• Septic-tank aanwezig: Nee*,Ja*: waar…………...………..………………………………<br />
• Zinkput aanwezig: Nee*,Ja*: waar…………...………..………………………………<br />
• Afvalwaterbehandeling: Nee*,Ja*:<br />
omschrijving………...………..………………………………<br />
• Bodeminfiltratie-voorziening: Nee*,Ja*: waar…………...………..………………………………<br />
Calamiteiten in het verleden:<br />
* omcirkelen wat van toepassing is en volledig invullen!<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
• Lek raken tank(s)/overlopen opslag/brand inboedel en/of opstal/afvalverbranding/anders,<br />
nl:…………………………………………………………………………………………………<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
' ,4 !<br />
"% " <br />
Geleidebon voor transport van grond conform de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan. Van<br />
toepassing op grond in grondwerken die weer bodem worden, conform regels in het bodembeheerplan<br />
van de gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel.<br />
1. Wie is de nieuwe eigenaar van de partij grond?<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode, woonplaats:<br />
Telefoonnummer:<br />
Contactpersoon:<br />
2. Wie was daarvoor de eigenaar van de partij grond?<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode, woonplaats:<br />
Telefoonnummer:<br />
Contactpersoon:<br />
3. Gegevens transporteur:<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode, woonplaats:<br />
Telefoonnummer:<br />
Contactpersoon:<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
4. Van welke lokatie is de partij grond afkomstig?<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode, woonplaats:<br />
Uit welke bodemkwaliteitszone is de grond afkomstig:<br />
Hoeveel grond wordt vervoerd:<br />
5. Wat is de bestemming van de partij grond?<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode, woonplaats:<br />
In welke bodemkwaliteitszone wordt de grond hergebruikt als bodem:<br />
Ondertekening:<br />
Ondergetekende(n) verklaart/verklaren dat dit formulier naar waarheid en volledig is ingevuld. Het<br />
formulier heeft alleen betrekking op het transport van grond dat wordt hergebruikt in het kader van actief<br />
bodembeheer binnen het beheergebied van de genoemde gemeenten.<br />
Plaats<br />
Datum<br />
Handtekening ontvanger<br />
Plaats<br />
Datum<br />
Handtekening transporteur<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
' -4' !"<br />
In de nota Grond Grondig Bekeken en de Handreiking Grondverzet voor gemeenten staan een aantal<br />
begrippen gedefinieerd die van belang zijn voor het bodembeheerplan. Een aantal relevante begrippen<br />
zijn hiernavolgend weergegeven.<br />
Bodemkwaliteitszone Deel van een beheergebied waarvoor geldt dat er een zelfde verwachting bestaat omtrent de<br />
bodemkwaliteit, waarbij zowel de verwachtingswaarde als de mate van variabiliteit bepalend zijn.<br />
[Interim-richtlijn Bodemkwaliteitskaarten]<br />
Een bodemkwaliteitszone is in drie richtingen begrensd: X, Y en Z (dus ook diepte)<br />
Bijzondere omstandigheden Voor een binnen een bodemkwaliteitszone liggend gebied geldt dat er sprake is van bijzondere<br />
omstandigheden, indien er voor dat gebied een afwijkende verwachtingswaarde geldt ten opzichte<br />
van de verwachtingswaarde van de betreffende bodemkwaliteitszone.<br />
Te denken valt aan verdachte locaties, onderzochte locaties, locaties waar een sanering heeft<br />
plaatsgevonden, e.d.<br />
[Interim-richtlijn Bodemkwaliteitskaarten]<br />
Ernstig verontreinigde grond Grond waarvan gehalten voor één of meer stoffen de interventiewaarden (I-waarde) overschrijden.<br />
[Nota Grond Grondig Bekeken]<br />
Gezoneerd gebied Gebied dat is weergegeven als één of meer bodemkwaliteitszone(s) op een bodemkwaliteitskaart.<br />
[Interim-richtlijn Bodemkwaliteitskaarten]<br />
Grond<br />
Het geheel van bestanddelen van de aardbodem van natuurlijke oorsprong, dat wil zeggen een<br />
mengsel van gesteente en mineraalfragmenten vermengd met organische stof, niet ontstaan door<br />
menselijk handelen, dat door ontgraven is vrijgekomen uit de bodem.<br />
Onder dit begrip vallen onder andere: zand, veen, klei en löss. Ook verontreinigde grond die is<br />
gereinigd en ontwaterde of gerijpte baggerspecie worden als grond beschouwd. Grond die is<br />
vermengd met bodemvreemd materiaal kan, afhankelijk van de per situatie toelaatbare<br />
hoeveelheid, eveneens als grond worden gedefinieerd. Uitgangspunt hierbij is dat de fysische<br />
kwaliteit van de bodem, uitgedrukt in bodemvreemd materiaal, niet mag verslechteren.<br />
Hergebruik als bodem Het hergebruiken van grond, zodanig dat deze weer bodem wordt. Dit is het geval in bijvoorbeeld<br />
ophogingen of aanvullingen van de bodem met uitsluitend grond.<br />
[Nota Grond Grondig Bekeken]<br />
Hergebruik in werken Het hergebruik van grond als bouwstof in werken. Onder werken wordt verstaan: een grondwerk,<br />
wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of een bouwwerk.<br />
[Nota Grond Grondig Bekeken]<br />
Kritische stof<br />
Bij het opstellen van BKK: Stoffen die relatief vaak de Streef-, Tussen- en Interventiewaarde<br />
overschrijden, gebaseerd op individuele waarnemingen. Deze stoffen zijn relatief vaak bepalend<br />
voor de bodemkwaliteit. Dit zijn meestal 3 à 4 stoffen. Deze stoffen zijn bepalend voor de<br />
bodemkwaliteit en de indeling in zones zal dan ook voor deze stoffen worden gemaakt. De overige<br />
stoffen ‘liften’ mee met deze indeling.<br />
Bij het toepassen van BKK: Stoffen waarvan de 95-percentiel de Tussenwaarde overschrijdt. Bij het<br />
toepassen van de BKK wordt onderscheid gemaakt tussen stoffen waarvan de 95-percentiel de<br />
Tussenwaarde overschrijdt en stoffen waarvan de 95-perc onder deze grens liggen. In principe<br />
hoeft bij grondverzet alleen een bemonstering plaats te vinden op de kritische stoffen.<br />
Landsdekkend beeld 2005, Een bestand, aangelegd in de periode tot 2005 met een schatting van de werkvoorraad aan ernstig<br />
spoor 1<br />
en potentieel ernstig verontreinigde locaties, zodat een programmatische aanpak van de aantallen<br />
ernstig en urgent te saneren gevallen mogelijk is.<br />
Licht verontreinigde grond Grond die bij toetsing conform de methodiek uit de Vrijstellingsregeling samenstellings- en<br />
immissiewaarden Bouwstoffenbesluit aangaande bodemkwaliteit niet voldoet aan de SW1-waarde<br />
voor schone grond uit het Bouwstoffenbesluit, maar waarbij voor géén van de stoffen sprake is van<br />
overschrijding van de SW2-waarde voor bouwstoffen inclusief niet-schone grond uit het<br />
Bouwstoffenbesluit.<br />
[Nota Grond Grondig Bekeken, brief VROM juni 2002]<br />
Lutum- en organische stof- Lutum zijn kleideeltjes kleiner dan 0,002 mm. Bij een lutum % tussen 8 en 12 spreekt men van<br />
gehalte<br />
zeer lichte zavel, bij lutum % tussen 12 en 17,5 van matig lichte zavel, bij lutum % tussen 17,5 en<br />
25 van zware zavel. Onder organische stof (ook wel humus genoemd) wordt al het dode<br />
organische materiaal in de grond verstaan.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Schone grond<br />
Grond die bij toetsing conform de methodiek uit de Vrijstellingsregeling samenstellingsen<br />
immissiewaarden Bouwstoffenbesluit voldoet aan de SW1-waarde voor schone grond uit het<br />
Bouwstoffenbesluit.<br />
[Nota Grond Grondig Bekeken, brief VROM juni 2002]<br />
95-percentielwaarde<br />
(P 95)<br />
Uitbijter<br />
Vergelijkbare kwaliteit<br />
Werk<br />
Grondwerken<br />
Zone<br />
In dit document: een concentratieniveau van een bepaalde stof; 95 % van de beschikbare<br />
waarnemingen (analyseresultaten beschikbaar voor die stof binnen een bodemkwaliteitszone) ligt<br />
beneden dit concentratieniveau.<br />
Waarnemingen in het gegevensbestand die niet voldoen aan het patroon dat door de andere<br />
waarnemingen is gevestigd.<br />
Er is sprake van vergelijkbare kwaliteit indien het gemiddelde gehalte van de toe te passen grond<br />
voor alle kritische stoffen kleiner of gelijk is aan het product van de acceptatiefactor (1,2) en het<br />
gemiddelde gehalte van de bodemkwaliteitszone waarin de grond zal worden toegepast.<br />
Afhankelijk van de situatie kan het gemiddelde gehalte van de toe te passen grond via<br />
verschillende methoden zijn bepaald.<br />
[Interim-richtlijn Bodemkwaliteitskaarten]<br />
Grondwerk, wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of bouwwerk. Bij het begrip ‘werk’<br />
dienen de onderstaande accenten te worden geplaatst :<br />
• de tijdelijkheid: toepassingen die het oogmerk hebben de grond definitief achter te laten<br />
zijn geen werk, maar betreft het storten van grond dan wel het hergebruik als bodem;<br />
• de functionaliteit: bij hergebruik als werk moet er sprake zijn van een toepassing met een<br />
specifieke functie (anders is er sprake van ‘verkapt’ storten);<br />
• de hoeveelheid: ook de hoeveelheid toe te passen materiaal moet functioneel zijn.<br />
Bijvoorbeeld het ophogen of verstevigen van wegen, het aanleggen van dijken en geluids- en<br />
windwallen<br />
Werken waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van grond. Deze grond dient geschikt te zijn voor<br />
het beoogde bodemgebruik en van een vergelijkbare kwaliteit als de ontvangende bodem. Deze<br />
grondwerken worden in de praktijk niet teruggenomen en gaan deel uitmaken van de bodem.<br />
Hierdoor zijn grondwerken niet te beschouwen als werk volgens het Bsb.<br />
Bij grondwerken kan gedacht worden aan het aanvullen van een groeve, het dempen van sloten,<br />
het ophogen van een akker of woongebied en het toepassen van leeflagen.<br />
Gebied op de bodemkwaliteitskaart waarbinnen de bodemkwaliteit homogeen wordt verondersteld.<br />
Afkortingen:<br />
BBP<br />
BEVER<br />
BGW<br />
BKK<br />
Bsb<br />
HANS<br />
EOX<br />
IPO<br />
MVG<br />
MVR<br />
PAK<br />
PMV<br />
<strong>Bodembeheerplan</strong><br />
Beleidsvernieuwing Bodem<br />
Bodemgebruikswaarde<br />
Bodemkwaliteitskaart<br />
Bouwstoffenbesluit<br />
Project Evaluatie Hantering Streefwaarden<br />
Extraheerbare Organochloorverbindingen<br />
Interprovinciaal Overleg<br />
Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet<br />
Ministeriële Vrijstellingsregeling<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen<br />
Provinciale Milieuverordening<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
VNG<br />
WBB<br />
Vereniging Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n<br />
Wet Bodembescherming<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
' .4$ ; <br />
<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Informatie over hergebruik van grond is te vinden op o.a.:<br />
• De website van het ministerie van V.R.O.M. in het dossier grondstromen (adres november 2005:<br />
http://www.vrom.nl/pagina.html?id=10209)<br />
• De website van de Stichting Kennisontwikkeling Kennisoverdracht Bodem: www.skbodem.nl<br />
• De website van het SIKB: www.sikb.nl. Hier vindt u o.a. informatie over protocollen en<br />
gecertificeerde onderzoeksbureaus.<br />
• Informatie over bodembescherming en beheer vindt u tevens op de website van bodemplus:<br />
www.bodemplus.nl<br />
<br />
Uiteraard kunt u ook informatie opvragen bij de betreffende gemeente:<br />
<strong>Gemeente</strong> Bolsward<br />
Sector I: Wonen en Werken, locatie Kerkstraat 1 en Exmorraweg 3.<br />
Sector II: Middelen en Samenleving, locatie Kerkstraat 2.<br />
Stafbureau: locatie Kerkstraat 2.<br />
Postbus 33, 8700 AA Bolsward<br />
Telefoon: 0515 578700<br />
Fax: 0515 576688<br />
e-mail: info@bolsward.nl<br />
<strong>Gemeente</strong> Gaasterlân-Sleat<br />
Dubbelstraat 1, 8561 BC BALK<br />
Postbus 30, 8560 AA BALK<br />
Telefoon : 0514-608111<br />
Fax : 0514-608100<br />
e-mail: info@gaasterlan-sleat.nl<br />
<strong>Gemeente</strong> Lemsterland<br />
Burgemeester Krijgerplein 7<br />
Postadres: Postbus 2<br />
8530 AA LEMMER<br />
Telefoon:(0514) 567575<br />
Fax:(0514) 567524<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Littenseradiel</strong><br />
Keatsebaen 1, 8731 BN, WOMMELS<br />
Postbus 1, 8730 AA, WOMMELS<br />
Telefoon: (0515) 334444<br />
Fax: (0515) 332385<br />
e-mail: info@littenseradiel.nl<br />
<strong>Gemeente</strong> Nijefurd<br />
Merk 1, 8711 CL WORKUM<br />
Postbus 5, 8710 AA WORKUM<br />
Telefoonnummer: (0515) 54 88 88<br />
Faxnummer: (0515) 54 24 63<br />
e-mail: info@nijefurd.nl<br />
<strong>Gemeente</strong> Wûnseradiel<br />
Bezoekadres: Arumerweg 53, 8748 AB Witmarsum<br />
Postadres: Postbus 2, 8748 ZL Witmarsum<br />
Telefoon: (0517) 53 33 33<br />
Fax (0517) 53 20 30<br />
e-mail: info@wunseradiel.nl<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Regionale organisaties, hergebruikslocaties, verwerkers, stortplaatsen<br />
(bron www.bodemplus.nl):<br />
TOP<br />
Organisatie Locatie Plaats<br />
Omrin<br />
De Dolten 11<br />
8465SB OUDEHASKE<br />
0513-614500<br />
www.omrin.nl<br />
Afvalberging De Wierde<br />
Oudehaske<br />
Grontmij BRP/ Oosterhof Holman BV<br />
Newtonweg 1<br />
8912 BD LEEUWARDEN<br />
058-2159697<br />
TOP Leeuwarden<br />
Leeuwarden<br />
HERGEBRUIKSLOCATIES<br />
Organisatie Locatie Plaats<br />
Eastersanding B.V.<br />
Postbus 591<br />
9200 AN DRACHTEN<br />
0512-334070<br />
www.eastersanding.nl<br />
Eastersanding bv<br />
Drachten<br />
Grontmij BRP/Oosterhof Holman BV<br />
Newtonweg 1<br />
8912 BD LEEUWARDEN<br />
058-2159697<br />
TOP Leeuwarden<br />
Leeuwarden<br />
Secundaire Bouwstoffen Unie BV<br />
Postbus 91<br />
9200 AB DRACHTEN<br />
0512-512246<br />
www.grontmij.nl<br />
Stadspark Sneek<br />
Sneek<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
VERWERKERS<br />
Techniek Nat<br />
Organisatie Locatie Uitvoeringsvorm<br />
Boskalis Dolman BV<br />
Postbus 4466<br />
3006AL ROTTERDAM<br />
010-2882800<br />
www.boskalisdolman.nl<br />
BVNN - Boskalis Dolman vof<br />
Leeuwarden<br />
Nat (classificatie/extractie)<br />
Delta Bio Grondreiniging BV<br />
Postbus 508<br />
9200AM DRACHTEN<br />
0512-586230<br />
www.vanderwiel.nl<br />
Delta Bio Grondreiniging Drachten<br />
Nat (classificatie/extractie)<br />
Jansma & Mosmans Grondreiniging BV<br />
Postbus 591<br />
9200AN DRACHTEN<br />
0512-522555<br />
www.jansma-wegen-milieu.nl<br />
Jansma BV Drachten<br />
Nat (classificatie/flotatie)<br />
Techniek Biologisch<br />
Organisatie Locatie Uitvoeringsvorm<br />
Baggerspecie Verwerking Noord Nederland VOF TOP Leeuwarden Leeuwarden<br />
Postbus 125<br />
9750AC HAREN<br />
050-5334455<br />
Biologisch<br />
Delta Bio Grondreiniging BV<br />
Postbus 508<br />
9200AM DRACHTEN<br />
0512-586230<br />
www.vanderwiel.nl<br />
Delta Bio Grondreiniging Drachten<br />
Biologisch<br />
Jansma & Mosmans Grondreiniging BV<br />
Postbus 591<br />
9200AN DRACHTEN<br />
0512-522555<br />
www.jansma-wegen-milieu.nl<br />
Jansma BV Drachten<br />
Biologisch<br />
Stuurwiel Grondreiniging BV<br />
De Dolten 11<br />
8465SB OUDEHASKE<br />
0512-586230<br />
www.vanderwiel.nl<br />
BRF Oudehaske<br />
BGH BV Heerenveen<br />
Biologisch<br />
Biologisch<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Techniek Baggerspecie<br />
Organisatie Locatie Uitvoeringsvorm<br />
Stuurwiel Bagger- en Slibbewerking BV<br />
De Dolten 11<br />
8465SB OUDEHASKE<br />
0512-586230<br />
www.vanderwiel.nl<br />
De Wierde Oudehaske<br />
Sedimentatie<br />
Techniek Immobilisatie<br />
Organisatie Locatie Uitvoeringsvorm<br />
Jansma & Mosmans Grondreiniging BV<br />
Postbus 591<br />
9200AN DRACHTEN<br />
0512-522555<br />
www.jansma-wegen-milieu.nl<br />
Jansma BV Drachten<br />
Koude immobilisatie<br />
PerFix BV<br />
Postbus 125<br />
9750AC HAREN<br />
050-5348548<br />
www.vanderwiel.nl<br />
Van der Wiel Drachten<br />
De Vries en Van de Wiel Heerenveen<br />
Koude immobilisatie<br />
Koude immobilisatie<br />
STORTPLAATSEN<br />
Beheerder Stort Status Ga<br />
Omrin<br />
De Dolten 11<br />
8465SB OUDEHASKE<br />
0513-614500<br />
www.omrin.nl<br />
Ecopark De Wierde, Oudehaske in exploitatie ja<br />
Ga = gevaarlijk afval<br />
Aanvulling op de lijst van bodemplus:<br />
TOP/Grondbank:<br />
Westra Groenrecycling B.V.<br />
Kelvinstraat 36<br />
8861 ND Harlingen<br />
tel: 0517 – 43 13 50<br />
www.westra-groenrecyling.nl<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
' /4 <<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Bestemmingszone<br />
bovengrond<br />
Bestemmingszone<br />
Ondergrond<br />
Zonecode B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 O1 O2 O3 O4 O5 O6 O7 O8 O9<br />
Zone omschrijving<br />
Oude historische kern<br />
Bebouwing tot 1950<br />
Bebouwing na 1950<br />
Bebouwing na 1970<br />
Recreatie<br />
Bedrijfsterrein<br />
Buitengebied - Klei<br />
Buitengebied - Veen<br />
Buitengebied - Zand<br />
Wegbermen<br />
Oude historische kern<br />
Bebouwing tot 1950<br />
Bebouwing na 1950<br />
Bebouwing na 1970<br />
Recreatie<br />
Bedrijfsterrein<br />
Buitengebied - Klei<br />
Buitengebied - Veen<br />
Buitengebied - Zand<br />
B1 Oude historische kern<br />
B2 Bebouwing tot 1950<br />
B3 Bebouwing na 1950<br />
B4 Bebouwing na 1970<br />
Herkomstzone B5 Recreatie<br />
bovengrond B6 Bedrijfsterrein<br />
B7 Buitengebied - Klei<br />
B8 Buitengebied - Veen<br />
B9 Buitengebied - Zand<br />
B10 Wegbermen<br />
O1 Oude historische kern<br />
O2 Bebouwing tot 1950<br />
Herkomstzone O3 Bebouwing na 1950<br />
ondergrond O4 Bebouwing na 1970<br />
O5 Recreatie<br />
O6 Bedrijfsterrein<br />
O7 Buitengebied - Klei<br />
O8 Buitengebied - Veen<br />
O9 Buitengebied - Zand<br />
Zone P95> gemSW, partijonderzoek uitvoeren op het (NEN) basispakket, daarna toepasbaarheid vaststellen.<br />
Partijonderzoek uitvoeren op het (NEN) basispakket (veldwerk cf BSB, analyses cf NEN5740) daarna toepasbaarheid vaststellen.<br />
Vaststellen onderzoeksplicht (zie stroomschema), voor enkele bermen is een partijkeuring en/of een NEN5740 onderzoek op PAK10 noodzakelijk<br />
Partijonderzoek uitvoeren op PAK10, daarna toepasbaarheid vaststellen.<br />
Vrij toepasbaar in betreffende zone, geen partij-onderzoek nodig.<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Bijlage 9: Stroomschema grondverzet<br />
Versiedatum: 25 juli 2006 Projectcode: 04.G007
Stroomschema bij bodembeheerplan <strong>Zuidwest</strong> Fryslân<br />
Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel<br />
De partij is afkomstig van een<br />
locatie uit de zone:<br />
Start<br />
De bodemkwaliteitskaart en het<br />
bodembeheerplan zijn niet van<br />
toepassing<br />
Nee<br />
Wordt de vrijgekomen grond<br />
hergebruikt als bodem?<br />
B7-B9<br />
B1 B2<br />
B3-B6 B10<br />
O1<br />
O2-O6<br />
O7-O9<br />
Bovengrond Bovengrond Bovengrond Bovengrond/Ondergrond Wegbermen Ondergrond Ondergrond<br />
JA<br />
De bodemkwaliteitskaart en het<br />
bodembeheerplan zijn niet van<br />
toepassing<br />
Ja<br />
Vindt het hergebruik op of<br />
nabij dezelfde locatie<br />
plaats?<br />
Afkomstig uit<br />
Koudum 'tot<br />
1950'<br />
B1, B2 en B10 Overige zones Is de lokatie reeds<br />
onderzocht?<br />
Nee<br />
Ja<br />
Bij toepassing als bodem dient<br />
eerst een partijkeuring te worden<br />
uitgevoerd.<br />
Onderzoeken van de locatie in<br />
overleg met het bevoegd gezag.<br />
Bij een eventuele ontgraving en<br />
toepassing als bodem dient eerst<br />
een partijkeuring te worden<br />
uitgevoerd.<br />
Nee<br />
Nee<br />
Is de vrijkomende grond<br />
afkomstig van een<br />
vastgestelde<br />
bodemkwaliteitszone?<br />
Ja<br />
Komt de grond vrij van een<br />
onverdachte locatie?<br />
Ja<br />
Voer een partijkeuring<br />
conform BSB uit<br />
Ja<br />
Vergelijkbare<br />
kwaliteit?<br />
Toepassen in zone is<br />
toegestaan zonder<br />
Partijkeuring<br />
Voer een partijkeuring<br />
uit: veldwerk cf BSB,<br />
analyses cf NEN5740<br />
Hergebruik<br />
binnen de zone<br />
is mogelijk<br />
Liggen de gehalten voor<br />
PAK10 onder de<br />
tussenwaarde?<br />
Ja<br />
Nee<br />
Hergebruik is niet<br />
mogelijk tenzij met een<br />
Partijkeuring (BSB)<br />
aangetoond kan worden<br />
dat de gehalten <<br />
Tussenwaarde<br />
Nee<br />
NEN 5740<br />
bodemonderzoek<br />
Er dient een partijkeuring<br />
te worden uitgevoerd op<br />
de toe te passen partij<br />
grond.<br />
Vrij toepasbaar<br />
Voorafgaand aan toepassing dient<br />
een partijkeuring plaats te vinden.<br />
Binnen het waterwingebied mag<br />
uitsluitend schone grond worden<br />
toegepast.<br />
Ja<br />
Vindt de toepassing plaats<br />
binnen een waterwingebied?<br />
Ja<br />
Hergebruik is<br />
toegestaan<br />
Nee<br />
Hergebruik is<br />
NIET<br />
toegestaan<br />
Is de grond afkomstig<br />
van een locatie met<br />
(historische)<br />
bebouwing?<br />
Liggen de gehalten<br />
voor PAK10 onder de<br />
tussenwaarde?<br />
Nee<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Nee<br />
Bepaal de locatie van toepassen<br />
en de bodemkwaliteitszone waar<br />
het hergebruik plaats vindt<br />
Ja<br />
Meer dan<br />
2 m3?<br />
Nee<br />
Ja<br />
Nee<br />
Ja<br />
Hergebruik<br />
binnen de<br />
zone is<br />
mogelijk<br />
Hergebruik is niet<br />
mogelijk tenzij met een<br />
Partijkeuring (BSB)<br />
aangetoond kan worden<br />
dat de gehalten <<br />
Tussenwaarde<br />
Melden en<br />
onderzoeken<br />
als verdacht.<br />
Melden niet<br />
noodzakelijk<br />
Melden<br />
wanneer partij<br />
> 50 m3<br />
rap. nr 05.RF050
' 14Wettelijke en beleidsmatige achtergronden
Wettelijke en beleidsmatige achtergronden<br />
Wet- en regelgeving<br />
Bouwstoffenbesluit (Bsb)<br />
Het Bouwstoffenbesluit (Bsb) (inclusief uitvoeringsregelingen) [1] is gebaseerd op de Wet<br />
bodembescherming en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Het Bsb stelt milieuhygiënische<br />
randvoorwaarden aan de kwaliteit en toepassingswijze van primaire en secundaire steenachtige<br />
bouwstoffen bij gebruik in bodem of bij oppervlaktewateren.”<br />
Wat betreft het gebruik van grond geldt het volgende:<br />
- Schone grond is vrij toepasbaar, zonder restricties en zonder terugnameplicht<br />
- Licht verontreinigde grond is herbruikbaar binnen de regels van het Bsb<br />
- Ernstig verontreinigde grond komt niet voor hergebruik in aanmerking;<br />
Voor een aantal organische stoffen, waaronder minerale olie ligt de grenswaarde van het Bsb onder<br />
de interventiewaarde. Grond met gehalten boven de grenswaarde mag evenals ernstig<br />
verontreinigde grond niet worden toegepast volgens het Bsb.<br />
Aan toepassing van schone grond wordt de voorwaarde gesteld dat de samenstelling hiervan is<br />
vastgesteld middels een partijkeuring voor schone grond of een ander gelijkwaardig bewijsmiddel dat<br />
door het bevoegd gezag is goedgekeurd. Dit bewijsmiddel moet tot minimaal 1 jaar na het moment<br />
van toepassing in een werk worden bewaard.<br />
Bij licht verontreinigde grond wordt onderscheid gemaakt tussen categorie 1 en 2 grond. De<br />
eerstgenoemde bouwstof mag zonder isolerende maatregelen worden toegepast in /als een werk.<br />
Categorie 2 grond dient geïsoleerd te worden toegepast. De categorie en toepassingshoogte worden<br />
bepaald op basis van uitloging.<br />
Voor licht verontreinigde grond (categorie 1 en 2) die wordt toegepast conform het Bsb geldt het<br />
volgende:<br />
1. De samenstelling en uitloging moeten zijn vastgesteld middels een partijkeuring of een door het<br />
bevoegd gezag erkend overig bewijsmiddel. Overige bewijsmiddelen zijn gedefinieerd in de nota<br />
“bouwstoffenbesluit: het gebruik van overige bewijsmiddelen in het bijzonder de toepassingen<br />
met grond” [13].<br />
2. De resultaten van de partijkeuring of overig goedgekeurd bewijsmiddel minimaal vijf jaar<br />
bewaard moeten blijven voor mogelijke inzage van het bevoegd gezag.<br />
3. Deze moet worden toegepast in een aangesloten hoeveelheid van ten minste 50 m 3 (80 ton) in<br />
geval van categorie 1 grond en 1000 ton en 10.000 ton in geval van categorie 2 grond voor<br />
respectievelijk wegenbouwkundige en overige werken.<br />
4. Maatregelen moeten worden getroffen om vermenging met de onderliggende bodem te<br />
voorkomen.<br />
5. Deze moet worden verwijderd als het werk waarin de grond is toegepast zijn functie verliest.<br />
6. Isolatie-, beheers- en controlemaatregelen moeten worden getroffen (alleen categorie 2 grond).<br />
7. Voorafgaand aan de toepassing dient een melding te worden gedaan. De meldingstermijn voor<br />
categorie 1 grond bedraagt twee dagen, die voor categorie 2 grond een maand. Bij bouw-,<br />
milieu-, en aanlegvergunningen dient samen met de vergunningaanvraag te worden gemeld.
Het Bsb kent met artikel 1, lid 3 ook een clausule die bepaalde activiteiten zonder meer buiten de<br />
werking van het Bsb plaatst. Dit is het geval wanneer grond weer terug wordt gebracht op of nabij<br />
dezelfde plaats waar het is ontgraven. Volgens de toelichting van het besluit betreft het activiteiten<br />
waarin de handelingen niet tot (extra) aantasting van de bodem leiden. Hierbij moet o.a. worden<br />
gedacht aan het opzij zetten en terugbrengen van grond in het kader van het onderhoud aan kabels<br />
en leidingen.<br />
Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet (MVG)<br />
Met het Bsb is tevens de Ministeriële Vrijstellingsregeling grondverzet (MVG) [3] van kracht<br />
geworden. De regeling heeft tot doel om in het kader van Actief bodembeheer het gebruik van licht<br />
verontreinigde grond mogelijk te maken door dat gebruik vrij te stellen van enkele voorschriften van<br />
het Bsb. Zonder MVG zou er strikt genomen binnen het Bsb geen mogelijkheid bestaan om licht<br />
verontreinigde grond definitief te bestemmen als bodem.<br />
Van de volgende verplichtingen van het Bsb kan vrijstelling worden verleend:<br />
1. De verplichting om bij het gebruiken van niet-schone grond op of in de bodem de samenstelling<br />
van de grond te bepalen volgens een partijkeuring (art.6 lid 2);<br />
2. De verplichting om de samenstelling van de grond te bepalen volgens geen andere dan de in<br />
het besluit voorgeschreven methoden (art. 9);<br />
3. De verplichting om de grond niet met de bodem te vermengen en de verplichting om ervoor te<br />
zorgen dat de grond kan worden verwijderd (art.10);<br />
4. In geval van gebruik van categorie 1 en 2 grond: de verplichting een minimumhoeveelheid te<br />
gebruiken (artikel 12 en 13);<br />
5. In geval van gebruik van categorie 2 grond: de verplichting isolatie-, beheers- en<br />
controlemaatregelen te treffen (artikel 14).<br />
De vrijstelling wordt verleend mits:<br />
1. De toepassing plaatsvindt in een gebied waarvoor een bodemkwaliteitskaart is vastgesteld;<br />
2. De grond die wordt toegepast van vergelijkbare of betere kwaliteit is als de kwaliteit van de<br />
bodem ter plaatse;<br />
3. De eigenaar of erfpachter van de bodem waarop de grond wordt toegepast (nader te noemen de<br />
toepasser) de toepassing minimaal 5 werkdagen tevoren aan burgemeester en wethouders<br />
meldt.<br />
Vrijstellingsregeling samenstellings- en immissiewaarden<br />
Naast de MVG is in het Bsb tevens de Vrijstellingsregeling samenstellings- en immissiewaarden<br />
Bouwstoffenbesluit [4] opgenomen. Deze regeling is een resultaat van het project Evaluatie<br />
Hantering Streefwaarden (HANS). Het project is uitgevoerd door de Ministeries van VROM, LNV en<br />
V&W, IPO, VNG en het Bedrijfsleven. Bij het project HANS is gekeken naar de hantering van de<br />
streefwaarden voor bodemkwaliteit aan de hand van twee aspecten: de achtergrondwaarden en de<br />
wijze van toetsing.<br />
Uitgangspunt is geweest, dat het weinig zinvol is om alleen uit risico-overwegingen streefwaarden<br />
voor de bodem te berekenen als daaraan niet een behoorlijk percentage van de Nederlandse bodem<br />
zou kunnen voldoen; in zo’n geval zouden de streefwaarden alle praktische nut missen.<br />
Beleidsmatig is dit uitgangspunt als volgt ingevuld: de hoogte van de streefwaarden en hun wijze van<br />
toetsing zouden zodanig moeten zijn, dat de kans dat relatief onbelaste gebieden in Nederland er<br />
aan voldoen minimaal 95% is.<br />
Het project HANS omvat een aantal regelingen waaronder een bijgestelde toetsing van stoffen aan<br />
de streefwaarden: grond die is onderzocht op minimaal 10 stoffen (zoals het basispakket, NVNpakket<br />
bovengrond of het NEN-pakket grond) waarvan voor maximaal 3 stoffen de streefwaarde met<br />
maximaal een factor 2 wordt overschreden, mag worden toegepast als schone grond. Dit type grond<br />
wordt in de praktijk ook wel als ‘MVR-grond” aangeduid. Als de vrijkomende grond voldoet aan<br />
bovenstaande is hergebruik dus altijd mogelijk. Om te bepalen of de streefwaarde wordt<br />
overschreden, wordt het gemiddelde van de partij gebruikt. Voorwaarde om ‘MVR-grond’ als schone<br />
grond toe te passen is wel dat deze is gekeurd volgens het protocol schone grond van het<br />
Bouwstoffenbesluit.<br />
Tijdelijke Vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit<br />
In het kader van de herijking van de VROM regelgeving is besloten dat het Bouwstoffenbesluit<br />
bodem en oppervlaktewaterbescherming ingrijpend zal worden gewijzigd met het doel een veel
eenvoudiger regeling tot stand te brengen. Verwacht wordt dat deze vereenvoudiging in 2007 in<br />
werking zal treden. Om tot dat tijdstip tegemoet te komen aan het oplossen van een aantal acute<br />
knelpunten is besloten tot een overgangsregeling die bestaat uit de Tijdelijke vrijstellingsregeling<br />
Bouwstoffenbesluit 2004 en in verband hiermee de Wijziging Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit.<br />
Deze regelingen zijn op 29 oktober 2004 gepubliceerd in de Staatscourant.<br />
Veel van de vrijstellingen en wijzigingen in de Uitvoeringsregeling Bouwstoffenbesluit hebben geen<br />
betrekking op toepassing van grond als bodem. Hiervoor relevante wijzigingen hebben betrekking op<br />
de toepassing van gereinigde grond, partijkeuringen en vrijstelling van onderzoeksplicht bij<br />
hergebruik binnen het zelfde project.<br />
Wet bodembescherming (Wbb)<br />
De Wet bodembescherming is geschreven met het oogmerk de bodem te beschermen. Op grond<br />
van deze wet is grondverzet ter plaatse van ernstig verontreinigde locaties alleen toegestaan indien<br />
hiervoor een melding wordt verricht aan het bevoegd gezag de provincie Fryslan.Tevens geldt als<br />
voorwaarde dat het grondverzet moet passen binnen een van te voren opgesteld en door het<br />
bevoegd gezag goedgekeurd (raam)saneringsplan.<br />
In verband met het bovenstaande dient voorafgaand aan het grondverzet te worden geverifieerd of<br />
de leverende en/of de ontvangende bodem ernstig verontreinigd is. Onder bepaalde voorwaarden<br />
(zie ook tabel 1 van deze bijlage) is verplaatsing van ernstig verontreinigde grond binnen de grenzen<br />
van het geval van ernstige bodemverontreiniging mogelijk. In dit geval wordt er gesproken van<br />
“herschikking” van verontreinigde grond.<br />
Voor grondverzet op locaties met een lokale verontreiniging in een diffuus verontreinigd gebied heeft<br />
de provincie Fryslân een richtlijn opgesteld. In deze richtlijn wordt voorgeschreven hoe de lokale<br />
verontreiniging afgeperkt en zonodig gesaneerd moet worden.<br />
Provinciale Milieuverordening<br />
Voor het vervoer van (licht) verontreinigde grond was voorheen naast het Bsb en de MVG tevens de<br />
Provinciale Milieuverordening (PMV) van toepassing. Per 2 februari 2005 is een gewijzigd PMV<br />
vastgesteld door de provinciale staten van Fryslân. In deze versie zijn geen procedures opgenomen<br />
voor het vervoer van (licht) verontreinigde grond. Het is daarom niet meer noodzakelijk om tijdens<br />
transport van (licht) verontreinigde grond een PMV-begeleidingsbrief met afvalstroomnummer<br />
beschikbaar te hebben. In het bodembeheerplan wordt verder omschreven welke regels/procedures<br />
ten aanzien van transport van grond in het kader van de MVG voor de gemeenten Bolsward,<br />
Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>, Nijefurd en Wûnseradiel gelden.<br />
In de PMV zijn ook waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden opgenomen. Hiervoor<br />
geldt een strenger beleid voor het toepassen van grond (zie paragraaf 4.5).
Overige wet- en regelgeving<br />
Vanuit overig wet- en regelgeving kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld. Hierbij moet<br />
worden gedacht aan:<br />
aanlegvergunning in het kader van het bestemmingsplan (Wet Ruimtelijke Ordening).<br />
<strong>Gemeente</strong>n worden in de WRO verplicht elke 10 jaar het bestemmingsplan te<br />
actualiseren. Eventueel aan te vragen vergunningen waarbij tevens grondverzet<br />
plaatsvindt, bijvoorbeeld bouwvergunningen, dienen te worden getoetst aan een ‘actueel’<br />
bestemmingsplan;<br />
vergunning in het kader van de Ontgrondingenwet. De ontgrondingenwet en -verordening<br />
reguleren de winning van oppervlaktedelfstoffen als zand, klei en grind voor de<br />
bouwproductie. De winning kan grote gevolgen hebben voor de belangen van de<br />
landbouw, natuur en landschap, recreatie, waterhuishouding en drinkwatervoorziening.<br />
De provincie is bevoegd gezag op de rijkswateren na.<br />
vergunning in het kader van de Wet milieubeheer; bijvoorbeeld opslag van grond;<br />
bepalingen in de Verordening Natuur en Landschap (VNL); doormelden van grondverzet<br />
bij voorbeeld in het kader van het dempen van waterwegen in het landelijke gebied aan<br />
de provincie;<br />
bepalingen in het Besluit Overige Organische Meststoffen (BOOM); bij het toepassen van<br />
compost of zwarte grond zijn (aanvullende) kwaliteitseisen gesteld.<br />
Beleid<br />
Nationaal beleid<br />
Grond Grondig Bekeken<br />
Het nationaal beleid is uitgewerkt in de nota “Grond Grondig Bekeken” van het Ministerie van VROM<br />
[5]. Het beleid is kort samengevat in de onderstaande tabel. Hierbij is een voorkeursvolgorde<br />
aangegeven conform de ‘ladder van Lansink’<br />
Tabel 1: De Ladder van Lansink toegepast voor grond (nota “Grond, grondig bekeken).<br />
MOGELIJKE<br />
KWALITEIT GROND<br />
toepassingen schoon licht verontreinigd ernstig verontreinigd<br />
1. Hergebruik als<br />
Bodem<br />
ja; geen nadere<br />
voorwaarden<br />
2. Hergebruik in<br />
werken<br />
ja; geen nadere<br />
voorwaarden<br />
ja; voorwaarden:<br />
• bodembeheerplan<br />
• bodemkwaliteitskaart<br />
• vergelijkbare of betere<br />
bodemkwaliteit<br />
• geschikt voor<br />
bodemgebruik<br />
• melding en registratie<br />
conform MVG<br />
ja; voorwaarden uit Bsb;<br />
• samenstellingseis<br />
• immissie-eis<br />
• terugnameplicht<br />
• melding/registratie<br />
Bouwstoffenbesluit<br />
nee, met uitzondering<br />
van herschikken binnen<br />
eenzelfde bodemsaneringsgeval<br />
onder<br />
voorwaarden:<br />
• conform saneringsplan<br />
• vergelijkbare of betere<br />
bodemkwaliteit<br />
• onder contactzone<br />
• melding in kader Wbb<br />
nee
3. Toepassen in<br />
stortplaatsen<br />
(binnen<br />
constructies)<br />
nee, tenzij<br />
onvoldoende nietreinigbare<br />
ernstig<br />
verontreinigde<br />
en/of licht<br />
verontreinigde<br />
grond<br />
voorhanden is<br />
nee, tenzij onvoldoende<br />
niet-reinigbare ernstig<br />
verontreinigde grond<br />
voorhanden is<br />
ja,bij voorkeur nietreinigbare<br />
grond<br />
4. Storten verboden verboden ja,<br />
alleen niet-reinigbare<br />
grond<br />
Richtlijn bodemkwaliteitskaarten<br />
De ‘interim-richtlijn’ voor het opstellen van bodemkwaliteitskaarten is opgenomen als bijlage van de<br />
bovengenoemde nota. Volgens de nieuwsbrief Richtlijn Bodemkwaliteitskaarten van juni 2002 zal er<br />
voorlopig geen definitieve richtlijn komen. Het Ministerie van VROM heeft in juni 2002 een toelichting<br />
gegeven (briefkenm.: BWL/2002048988) op verschillende punten waaronder te hanteren<br />
normwaarden, omgaan met uitbijters, vergelijkbaarheid, relatie met het landsdekkend beeld, omgaan<br />
met ‘bijzondere omstandigheden’ en het in een kaart weergeven van bodemkwaliteit en<br />
mogelijkheden tot grondverzet [14].<br />
Bodemgebruikswaarden<br />
Volgens de nota 'Grond Grondig Bekeken' [5] mag hergebruik van lichtverontreinigde grond als<br />
bodem niet leiden tot risico's bij het huidig en toekomstig gebruik van de bodem. De relatie tussen<br />
gebruik en risico is gelegd in het kader van het afwegingsproces van saneringsdoelstellingen in het<br />
rapport ‘Van Trechter naar Zeef’ [8]. Hierbij zijn bodemgebruikswaarden (BGW) opgesteld om<br />
functiegericht en kosteneffectief te saneren. Deze BGW's zijn derhalve kwaliteitseisen voor<br />
leeflaaggrond in saneringssituaties. De BGW’s zijn gebaseerd op wetenschappelijke<br />
humaantoxicologische en ecotoxicologische risico-evaluaties. De BGW’s zijn veilige waarden<br />
gebaseerd op conservatieve berekeningen voor verschillende geclusterde vormen van<br />
bodemgebruik, waarbij de meest gevoelige gebruiksvorm doorslaggevend is. De onderscheiden<br />
clusters van bodemgebruik zijn:<br />
1. wonen en intensief gebruikt (openbaar) groen: hieronder worden (moes/volks)tuinen,<br />
speelterreinen, recreatiegebieden en intensief gebruikt (openbaar) groen zoals parkeerplaatsen<br />
en groenstroken tussen flats verstaan;<br />
2. extensief gebruikt (openbaar) groen: hierbij horen wegbermen, groen bij kantoorgebouwen en<br />
industrieterreinen en braakliggend terrein;<br />
3. bebouwing en verharding: onder verharding worden stelconplaten, beton, asfalt en grote<br />
oppervlakten aaneengesloten bestrating met klinkers of tegels verstaan. Smalle stroken of kleine<br />
oppervlakten met klinkers of tegels zoals paden in tuinen worden uitgesloten;<br />
4. landbouw en natuur.<br />
Voor bodemgebruiksvorm 3 zijn geen BGW's berekend omdat hier wordt verondersteld dat geen<br />
contact met de grond plaatsvindt. Voor bodemgebruiksvorm 4 is maatwerk per geval noodzakelijk.<br />
Dit is de reden waarom hier ook geen BGW’s voor beschikbaar zijn.<br />
In het kabinetsstandpunt beleidsvernieuwing bodemsanering van 16 januari 2002 is aangeven dat<br />
het wenselijk is dat gemeenten bij grondverzet op grond van de Vrijstellingsregeling grondverzet<br />
zoveel mogelijk aansluiten bij de BGW’s. Volgens dit kabinetsstandpunt moeten gemeenten binnen<br />
hun bodembeheerplannen aangeven hoe zij omgaan met situaties waarbij de kwaliteit van de<br />
ontvangende bodem niet voldoet aan de BGW die behoort bij de functie van de desbetreffende<br />
bodem. Ook moeten zij aangeven hoe invulling wordt gegeven aan het streven om te komen tot<br />
kwaliteitsverbetering van de bodem. Verder dient de gemeente aan te geven op welke wijze en<br />
welke termijn de BGW’s worden bereikt.
In de praktijk is het echter niet altijd doelmatig om bodemgebruikswaarden als terugsaneerwaarden<br />
(en toetsingswaarde voor hergebruik) te hanteren omdat lokale achtergrondwaarden vaak hoger<br />
liggen en omdat in de praktijk ook bij hogere gehalten geen sprake is van een blootstellingsrisico.<br />
Mede in verband hiermee is het Besluit en de Regeling Locatiespecifieke omstandigheden (LSO) in<br />
2003 gewijzigd waardoor de mogelijkheid wordt geboden om af te wijken van de<br />
bodemgebruikswaarden als terugsaneerwaarde.<br />
Provinciaal beleid hergebruik grond<br />
Het provinciaal beleid ten aanzien van hergebruik van grond is verwoord in de notities<br />
• Provinciale Handreiking voor het opstellen en gebruiken van bodemkwaliteitskaarten bij<br />
Actief Bodembeheer, Provincie Fryslân, maart 1999;<br />
• “Grondverzet: regelingen op een rij”, notitie provincie Fryslân, maart 2003;<br />
• Provinciale Richtlijn, Aanpak van lokale verontreinigingen in diffuus verontreinigde<br />
gebieden, Provincie Fryslân, 3 november 2004.<br />
De provinciale handreiking voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart wijkt alleen voor wat<br />
betreft het minimum aantal waarnemingen van de bodemkwaliteitszones af. In plaats van 20<br />
waarnemingen, dienen er per bodemkwaliteitszone minimaal 21 waarnemingen beschikbaar te zijn.<br />
Op de overige onderdelen komt deze handreiking overeen met de interim-richtlijn<br />
bodemkwaliteitskaarten van het ministerie van VROM. Voor verdere onderbouwing van de<br />
bodemkwaliteitskaart van gemeenten Bolsward, Gaasterlân-Sleat, Lemsterland, <strong>Littenseradiel</strong>,<br />
Nijefurd en Wûnseradiel wordt verwezen naar de rapportage “bodemkwaliteitskaart <strong>Zuidwest</strong><br />
Fryslân”. In hoofdstuk 3 wordt een toelichting gegeven op de bodemkwaliteitskaart.
Kaartbijlagen bodembeheerplan