Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ijke orkestraties...<br />
Robin Thicke<br />
Something Else<br />
Universal<br />
Het plakkertje op Something Else<br />
claimt de troon als ‘current king<br />
of soul music’ voor de zoon van<br />
Growing Pains-acteur Alan Thicke<br />
(ken je hem nog?). Robin is goed,<br />
misschien zelfs wel erg goed, maar<br />
de troon is wat mij betreft toch echt<br />
bezet door Jamie Lidell. En volgens<br />
mij hebben we ook nog oude rot Al<br />
Green die pas nog een prachtige<br />
soulplaat op de markt bracht. Het<br />
zijn blijkbaar vruchtbare tijden<br />
voor soulliefhebbers. De nu-soul<br />
van Robin Thicke is van het soort<br />
glijmiddel. Gevoelig met kopstem<br />
gezongen liedjes, begeleid door even<br />
zoetgevooisde achtergrondzangers<br />
en uit de computer getoverde<br />
instrumenten. Zwoel gezongen<br />
uptempo nummers, vette beats, rijke<br />
orkestraties, Braziliaanse invloeden<br />
en gevoelige ballads maken een<br />
afwisselend album. De productie<br />
van Thicke en Pro J zit gewoon goed<br />
in elkaar. Niet zo vreemd, want<br />
samen produceerden ze eerder voor<br />
onder andere Christina Aguilera<br />
en Usher. Something Else swingt in<br />
ieder geval de pan uit. Maar koning?<br />
Nee, dat niet, maar een positie als<br />
(kroon)prins zit er wel in. MB<br />
Thievery Corporation<br />
Radio<br />
Retaliation<br />
Eighteenth Street/Rough Trade<br />
Met de derde plaat The Richest Man<br />
in Babylon zette Thievery Corporation<br />
in 2002 zijn eigen standaard.<br />
Een uitermate sterk loungealbum<br />
met invloeden uit wereldmuziek,<br />
reggae, hiphop en jazz. Opvolger<br />
The Cosmic Game (2005) voldeed<br />
niet helemaal aan die kwaliteitsnorm.<br />
Het accent werd iets meer<br />
richting global beats verschoven<br />
waardoor het geheel onsamenhangender<br />
werd. Op het nieuwe album<br />
Radio Retaliation laten de invloeden<br />
van acht jaar Bush zich gelden. Het<br />
in Washington residerende duo Rob<br />
Garza en Eric Hilton laat zich op dit<br />
nieuwe album, bijgestaan door een<br />
groot aantal gasten uit alle windstreken,<br />
nog meer van een politieke<br />
kant zien. Zo behandelt de Nigeriaan<br />
Femi Kuti de Afrikaanse geschiedenis<br />
in Vampires, en bezingt<br />
de Brazilaan Seu Jorge de vrede in<br />
Hare Krishna. Wat er uiteindelijk uit<br />
de Thievery-blender komt klinkt<br />
opnieuw aantrekkelijk en afwisselend.<br />
Radio Retaliation is over<br />
de hele lijn sterker dan The Cosmic<br />
Game, maar ergens blijft het gevoel<br />
hangen dat Thievery Corporation<br />
weinig meer kan toevoegen aan<br />
hetgeen we al wisten.<br />
GvdH<br />
Teddy Thompson<br />
A Piece of<br />
What You Need<br />
Universal<br />
A Piece of What You Need. De titel<br />
van de vierde cd van Teddy Thompson<br />
heeft iets arrogants. Alsof het<br />
album onmisbaar zou zijn. Vooropgesteld:<br />
dat is niet het geval. Daarvoor<br />
missen met name de melodieën<br />
van zijn songs net iets teveel<br />
diepgang. Thompson blijft op de cd<br />
iets te vaak hangen in een redelijk<br />
voorspelbaar popjargon. Het klinkt<br />
allemaal lekker, maar grote hoogten<br />
bereikt hij er zelden mee. Dat neemt<br />
niet weg dat A Piece of What You<br />
Need zijn beste album tot nu toe is.<br />
De zoon van folklegendes Richard<br />
en Linda Thompson legt moeiteloos<br />
bloot wat zijn sterke punten zijn.<br />
Thompson laat horen dat hij meer is<br />
dan de zoveelste ingetogen singersongwriter.<br />
Zijn teksten zijn scherp,<br />
zijn stem galmt aangenaam en een<br />
deel van de songs klinkt - in navolging<br />
van die van zijn vriend Rufus<br />
Wainwright - prettig theatraal. In<br />
de uptempo songs klinkt hij als een<br />
eigentijdse Chris Isaak, maar dan<br />
zonder al te veel sentiment. Ondanks<br />
de tempowisselingen zorgt<br />
de heldere productie van Marius<br />
de Vries (Björk, Madonna, David<br />
Gray) ervoor dat de elf songs een<br />
eenheid vormen. Waardoor deze<br />
plaat weer een stapje dichterbij het<br />
meesterwerk is dat Thompson ongetwijfeld<br />
in zich heeft.<br />
PG<br />
Emilíana Torrini<br />
Me And Armini<br />
Konkurrent/Rough Trade<br />
Je denkt bij haar naam niet meteen<br />
aan IJsland, maar daar is ze<br />
toch echt geboren. Die mediterrane<br />
naam (en haar mooie bruine ogen)<br />
heeft ze aan haar Italiaanse vader te<br />
danken die in Reykjavik een succesvol<br />
restaurant heeft. Haar muziek<br />
is moeilijk in één omschrijving te<br />
vatten. Je hoort een vleugje Björk<br />
(vooral vanwege haar charmante<br />
accent), een mespuntje Anja Garbarek<br />
en een druppeltje Múm. Maar<br />
toch vooral veel Emilíana Torrini,<br />
die met haar zachte stem bitterzoete<br />
liedjes over liefde en verlies<br />
zingt. Soms uitbundig vrolijk, dan<br />
weer intiem en breekbaar. Op dit<br />
album (haar zesde alweer) is naast<br />
de akoestische gitaar veel ruimte<br />
voor elektronica, wat meer diepte<br />
aan de nummers geeft en soms<br />
heerlijk vervreemdend werkt. Ik<br />
had me eerlijk gezegd een beetje<br />
op het verkeerde been laten zetten<br />
door het luchtige reggaeritme<br />
van het titelnummer (afgelopen<br />
zomer een bescheiden hitje). Dit is<br />
een volwassen luisterplaat - voer<br />
voor jaarlijstjes! - die zich pas na<br />
meerdere draaibeurten helemaal<br />
openbaart. Maar dan ben je ook helemaal<br />
verknocht. En verliefd op die<br />
stem en die bruine ogen. MD<br />
129