Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
inter view<br />
Niet alleen de Nederlandse, maar ook de Duitse pers zet<br />
schoenontwerper Floris van Bommel (33) neer als een rockster. Het<br />
doet hem wel wat, want zijn passie voor muziek maakt hem tot wat hij<br />
is. Maar zijn missie is een andere. “Als je vrij van geest bent, kun je rare ideeën kwijt.”<br />
door<br />
Paul Geerts<br />
fotografie<br />
Jiri Büller<br />
Floris likes to think he’s a rockstar. Zelden zo gelachen om een zin in een<br />
advertentie. De reclameboodschap verscheen afgelopen lente in verschillende<br />
tijdschriften bedoeld om de nieuwe voorjaarscollectie van<br />
Floris van Bommel-schoenen te promoten. Zelf vervult de naamgever<br />
in de campagne een hoofdrol.<br />
In zijn zwarte outfit en met zijn ongeschoren kinnebak heeft hij wel<br />
iets van een rockmuzikant. Een stille droom? Nee, benadrukt Van<br />
Bommel. Ook al verwijst de advertentie direct naar zijn MySpace<br />
waarop vier songs van zijn band DianeTyras staan, eveneens opgenomen<br />
voor reclamecampagnes. Het grungy geluid klinkt ongepolijst,<br />
een beetje als Alice in Chains, maar dan nog gruiziger.<br />
Op diezelfde MySpace is ook een akoestische versie te vinden van<br />
Hurt, de song van Nine Inch Nails die zo prettig gecoverd is door Johnny<br />
Cash. De uitvoering van de schoenontwerper mag er zijn. Charmant<br />
kijkt hij de camera in. De diepe klanken die uit zijn keel rollen<br />
klinken oprecht, alsof Van Bommel de in het nummer bezongen pijn<br />
daadwerkelijk voelt. Zelf doet hij er een beetje lacherig over. “Ik vind<br />
het leuk om muziek te maken, maar ik wil er niet echt iets mee. Ik hoef<br />
niet zo nodig de wereld rond, daar word je volgens mij alleen maar<br />
ongelukkig van.”<br />
Een fabriekspand aan de rand van Moergestel. Ook al staat het er<br />
sinds de jaren vijftig, wie het Brabantse dorp doorkruist zou er zo aan<br />
voorbijrijden. Het pand oogt verouderd, ziet er onder de grijze wolkenlucht<br />
zelfs enigszins troosteloos uit. Toch is het een thuisbasis met<br />
een fikse portie historie. De geschiedenis van Schoenfabriek Wed. J.P.<br />
van Bommel, zoals het bedrijf officieel heet, gaat terug tot de achttiende<br />
eeuw. Grondlegger is Reynier van Bommel die al in het jaar<br />
van oprichting 1734 in Breda actief is als schoen- en laarzenmaker. In<br />
1795 strijkt het bedrijf neer in Moergestel, waar het onder een gunstig<br />
gesternte groot groeit.<br />
Maar dat schoenfabriek Van Bommel nog altijd bestaat, mag een bescheiden<br />
wonder heten. Omdat Italiaanse bedrijven de markt overspoelden<br />
met goedkope en modieuze schoenen hadden Nederlandse schoenfabrikanten<br />
het in de jaren zestig zwaar te halen. Telde ons land begin<br />
jaren zestig nog 227 fabrikanten, nu resteert hooguit een handjevol.<br />
Wat de kracht van het bedrijf is? Het is een vraag waar Floris van<br />
Bommel even over moet nadenken. “Dat de fabriek nog bestaat, komt<br />
vooral doordat op belangrijke momenten de juiste beslissingen zijn<br />
genomen”, concludeert hij vervolgens. De recente geschiedenis hangt<br />
vooral aan zijn vader Frans, een telg van de achtste generatie in lijn<br />
die zich net in de moeilijke jaren aan de fabriekspoort meldde. Een<br />
schoenenman in hart en nieren, maar het was vooral de commerciële<br />
kant van het verhaal die hem prikkelde.<br />
“Mijn vader is begonnen met marketing en hij heeft ervoor gekozen<br />
om verschillende lijnen te lanceren. Terwijl veel bedrijven de concurrentie<br />
vooral op prijs probeerden aan te gaan, is Van Bommel vast<br />
blijven houden aan kwaliteit. De schoenen worden nog altijd met de<br />
hand gemaakt.” Daarin schuilt het voornaamste verschil met schoeisel<br />
uit Italië. “Mijn opa zei al dat een schoen in Italië gemaakt wordt<br />
in de finish, hier maken we een schoen in de productie.” Dus ziet niet<br />
alleen het uiterlijk er volgens Van Bommel gelikt uit, maar is de totale<br />
kwaliteit beter.<br />
Het gemak waarmee de jonge zakenman over het bedrijf praat is opvallend.<br />
Samen met zijn broer Reynier (35) die inmiddels commercieel<br />
directeur is, zwaait hij de scepter over de schoenenfabriek. Van Bommel<br />
doet dat weliswaar op afstand, want hij ambieert geen leiderspositie.<br />
“Ik hoef niet zonodig directeur te zijn”, benadrukt hij. “Je kunt<br />
net zo lang promoveren totdat je op een plaats zit waar je helemaal<br />
ongelukkig wordt. Dat wil ik niet.”<br />
Zijn betrokkenheid is er niet minder om. Van Bommel verontschuldigt<br />
zich voor de verouderde kantoorruimte waarin we plaatsnemen.<br />
Gelijk heeft hij, want het verhoudt zich niet tot de eigentijdse schoenencollectie<br />
die jaarlijks op de markt verschijnt. Maar het probleem<br />
is van tijdelijke aard, want de plannen voor een nieuw kantoor liggen<br />
op de plank. Van Bommel kan niet wachten tot het moment dat hij<br />
zijn kantoor zonder direct daglicht kan inruilen voor een eigentijdse<br />
werkplek die beter past bij de collectie.<br />
Deze bestaat onder meer uit een lijn die onder zijn naam op de markt<br />
verschijnt. In vergelijking met de Van Bommel-collectie is die wat modieuzer,<br />
sportiever. En gedurfder. Geregeld probeert hij de grenzen op<br />
te zoeken van wat wel en wat niet kan. “Ik wil zo los mogelijk met het<br />
ontwerpen omgaan. Dat is een uitdaging. Als je vrij van geest bent,<br />
kun je rare ideeën kwijt.” Zijn vader gaf hem daartoe de ruimte. “Ik<br />
wist nooit wat ik wilde worden, ik wist wel dat ik creatief was. Natuurlijk<br />
heb ik een vliegende start gemaakt, maar ik kan er wel mijn<br />
ei in kwijt.”<br />
PASSIE Dat was een kleine tien jaar geleden nog maar de vraag. Van<br />
Bommel gaf zichzelf vijf jaar om een passende plaats binnen het bedrijf<br />
te vinden. Als onwetende leerling toog hij naar Londen, Parijs,<br />
Milaan en München waar hij onder meer leerde ontwerpen, stikken<br />
en leerlooien. Na vijf jaar constateerde Van Bommel dat het vak hem<br />
lag, dat hij niet snel ergens anders dergelijke mogelijkheden zou krijgen.<br />
“Ik ben er altijd bang voor dat ik kansen misloop, dat ik dingen<br />
niet geprobeerd heb. Dat knaagt aan me. Aan de andere kant ben ik lui.<br />
Soms moet ik mezelf onder de kont trappen, juist omdat ik bang ben<br />
dingen te missen.”<br />
Daar komt ook zijn passie voor muziek weer om de hoek kijken. Én zijn<br />
pogingen om die met zijn werk te verweven. Als een gulzige koe graast<br />
hij in het ruime aanbod. Die passie dateert van zijn middelbare<br />
34