De Klimaatdijk in de Praktijk - Praktijkboek Ruimte voor Klimaat
De Klimaatdijk in de Praktijk - Praktijkboek Ruimte voor Klimaat
De Klimaatdijk in de Praktijk - Praktijkboek Ruimte voor Klimaat
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Streefkerk<br />
stroomschaduw). Hiermee wordt bedoeld dat het betreffen<strong>de</strong> dijkvak niet<br />
direct langs <strong>de</strong> stromen<strong>de</strong> geul ligt. In Figuur 8.1 en 8.2 is goed te zien dat <strong>de</strong><br />
dijk ter hoogte van Streefkerk wat ver<strong>de</strong>r landwaarts ligt en er een relatieve<br />
bre<strong>de</strong> overstrom<strong>in</strong>gsvlakte is. Hierdoor wordt op <strong>de</strong>ze locatie door <strong>de</strong><br />
buitendijkse verbred<strong>in</strong>g geen opstuw<strong>in</strong>g verwacht (en daarmee geen<br />
significante waterstandsverhog<strong>in</strong>g).<br />
8.4.1 Veiligheid en technische aspecten<br />
39<br />
B<strong>in</strong>nen dit project is als uitgangspunt genomen dat het veiligheidsniveau <strong>in</strong><br />
ie<strong>de</strong>r geval een factor 100 groter moet zijn dan bij een conventionele dijk.<br />
Daarnaast wordt uitgegaan van een planperio<strong>de</strong> van 100 jaar (i.p.v. 50 jaar) en<br />
wordt het hoge (i.p.v. mid<strong>de</strong>n) klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsscenario <strong>in</strong> beschouw<strong>in</strong>g<br />
genomen. In het geval van een bre<strong>de</strong> klimaatdijk wordt veron<strong>de</strong>rsteld dat<br />
golfoverslag geen wezenlijke bedreig<strong>in</strong>g meer vormt <strong>voor</strong> het falen van <strong>de</strong><br />
ker<strong>in</strong>g. Bovendien wordt bij een bre<strong>de</strong> klimaatdijk <strong>de</strong> robuustheidstoeslag<br />
overbodig omdat onzekerhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> al verdisconteerd zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> 100<br />
maal lagere faalkans. Hier staat tegenover dat <strong>de</strong> kru<strong>in</strong> van <strong>de</strong> dijk wel twee<br />
<strong>de</strong>cimer<strong>in</strong>gshoogtes hoger moet wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> kans van overloop met 100<br />
keer te verkle<strong>in</strong>en. Uitgaan<strong>de</strong> van het hoge WB21 klimaatscenario met zichtjaar<br />
2100 wordt <strong>de</strong> dijktafelhoogte dan +6.05 m NAP. Over <strong>de</strong> planperio<strong>de</strong> van 100<br />
jaar wordt een zett<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> slappe on<strong>de</strong>rgrond van 0,75 m verwacht (i.p.v.<br />
0,5 m <strong>voor</strong> 50 jaar) waardoor <strong>de</strong> aanleghoogte van <strong>de</strong> kru<strong>in</strong> van <strong>de</strong> dijk op<br />
+6,80 m NAP ligt (Annex 1). Om zo’n hogere kru<strong>in</strong> te on<strong>de</strong>rsteunen dient het<br />
dijklichaam uiteraard ook verbreed te wor<strong>de</strong>n.<br />
Om <strong>de</strong> kans op afschuiven met 100 maal te verkle<strong>in</strong>en wordt <strong>de</strong> toelaatbare<br />
kans op <strong>in</strong>stabiliteit ge<strong>de</strong>eld door een factor 100. Omdat <strong>in</strong> het alternatief<br />
ontwerp <strong>de</strong> huidige berm veran<strong>de</strong>rt <strong>in</strong> een steunberm, kan <strong>de</strong> breedte van <strong>de</strong><br />
steunberm wor<strong>de</strong>n beperkt vanwege <strong>de</strong> reeds aanwezige hoogte (van <strong>de</strong><br />
huidige dijk) en <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenschappen (van <strong>de</strong> huidige dijk) die beter zijn dan<br />
<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenschappen van het achterland. <strong>De</strong> resulteren<strong>de</strong> dimensies <strong>voor</strong><br />
een klimaatdijk (Figuur 8.5) zijn daardoor m<strong>in</strong><strong>de</strong>r breed dan het conventionele<br />
ontwerp met b<strong>in</strong>nenberm en heeft toch een 100 maal lagere kans op een<br />
b<strong>in</strong>nenwaartse afschuiv<strong>in</strong>g.<br />
Voor dit alternatieve ontwerp gel<strong>de</strong>n veelal <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> technische<br />
rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n als <strong>voor</strong> het conventionele ontwerp. Ook hier dient <strong>de</strong><br />
bekled<strong>in</strong>g voldoen<strong>de</strong> erosiebestendig te zijn en dient er reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n te<br />
wor<strong>de</strong>n met verzakk<strong>in</strong>g van eventueel kwetsbare objecten zoals leid<strong>in</strong>gen en<br />
fun<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Omdat bij dit alternatief juist meer grond wordt opgebracht valt<br />
bij dit alternatief meer zett<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrond te verwachten. Hierdoor is<br />
het gevaar op verzakk<strong>in</strong>gen van pan<strong>de</strong>n en scheuren van leid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe<br />
groter. Echter, het betreft een buitenwaartse versterk<strong>in</strong>g. Momenteel bev<strong>in</strong>dt<br />
zich buitenwaarts niet veel bebouw<strong>in</strong>g en leid<strong>in</strong>genwerk. Wel dient nog<br />
nauwkeurig te wor<strong>de</strong>n uitgezocht welke leid<strong>in</strong>gen, pan<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong>rgelijke,<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloedsfeer van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> dijkversterk<strong>in</strong>g veroorzaakte zett<strong>in</strong>g<br />
vallen.