Tydskrift foar Fryske aalkun e - Tresoar
Tydskrift foar Fryske aalkun e - Tresoar
Tydskrift foar Fryske aalkun e - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Tony Feitsma<br />
Dy ferkearde wurkwize kómt fon syn beheining ta it gryksk (Halb 1849,5-11,<br />
24):<br />
Wat nu de eerste wortels aangaat, meende Valckenaer, dat die van het Grieksch in den<br />
boezem der taal zelve voor handen waren. Het Grieksch moest uit zich zelven<br />
verklaard en afgeleid worden. Valckenaer maakte zijn Baw, BEw, Btw enzovoorts, en<br />
hij had al de grondstoffen bij elkander, om er op de meest regelmatige wijze het<br />
gebouw der Grieksche taal uit op te trekken. [...].<br />
De handelwijze van Valckenaer was te ontschuldigen, daar hem gene hulpmiddelen<br />
buiten het Grieksch, dan alleen de Grieksche elementen die in het Latijn schuilen, ten<br />
dienste stonden. Hij kende Semitisch, doch dit hielp hem niet dan voor enige weinige<br />
woorden, die met het betekende voorwerp uit het Oosten in Griekenland overgekomen<br />
waren. Het Sanskrit, het oudste, oorspronkelijkste en volledigste der Indo<br />
Germaansche overblijfsels, was voor hem en zijnen tijd nog een gesloten boek. Was<br />
't Valckenaer bekend geweest, gewis hij zoude met zijne herculische armen deze mijn<br />
bewerkt hebben om er zijne Grieksche wortels uit zamen te stellen, en hij beging<br />
genen anderen misslag dan de schepsels zijner verbeelding de plaats te doen bekleden<br />
van de onwraakbare kinderen der geschiedenis, die hem onbekend waren. [...].<br />
Wat de secondaire afstamming betreft, hierin was Valckenaer bijkans even groot als<br />
zijn meester Tiberius Hemsterhuis. Zijne colossale geleerdheid omvademde alle de<br />
dialecten van het Grieksch in de minste bijzonderheden; ene kennis, die voor den<br />
etymologist onontbeerlijk is, en de combinatiegeest van zijn koen vernuft wist de<br />
verst verwijderde einde aan de ware oorzaken vast te knopen. Zo verre dan de stammen<br />
of takken, aan welke de woorden onmiddelijk vastzitten, in het Grieksch zelven<br />
aanwezig zijn, werden ze allen door Valckenaer gezien en aangewezen. [...).<br />
[...] Valckenaer was geen dichter, [...]. Maar hij had de zuiverste en fijnste opvatting<br />
van dichterlijke schoonheid, [...]. Daarom kon hij ook denken in den geest van een<br />
volk dat zijne taal formeert, en daarom was hij een groot etymologist. Bilderdijk was<br />
dichter, en hij stelde zich de dingen voor onder beelden zo als het volk in zijne<br />
kindsheid. Dit besef was echter bij hem niet geleid door de hand der wetenschap als bij<br />
Valkenaer.<br />
•<br />
Fwar fjirdere ynformaasje oer de mienskiplike yndogennaanske taal dy't him<br />
letter ferdield me yn sanskryt, gryksk ensfh. ferwiist Halbertsma (1845,379-380)<br />
nei Bopp (1816 en 1833-1842) en oaren dy't de ferlyking tusken gryksk en<br />
sanskryt kwartlyn ópset hiene. Tsjin Hemsterhuis bringt Halbertsma (1845,389<br />
391) yn dot it goatysk net de mem fon de germaanske talen is (1, 51), mar de<br />
ödste suster. En it selde jildt fwar de ferhöding fon it hebrieuwsk ta de oare<br />
semytyske dyalekten (cf. LP 351).<br />
Ydeeën fon de nijere t<strong>aalkun</strong>de óppenjerjehar by Halbertsma (1845, 378<br />
379) ek yn syn bestriding fon de primitiva fon Valckenaer: it tol fon de<br />
oarsprónklike fokalen is net fiif (a, e, i, 0, u) mar trije (a, i, u; ek by Bopp,<br />
86