25.12.2013 Views

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>HUMORISTISCH</strong><br />

<strong>WEEKBLAD</strong><br />

<strong>VAN</strong> <strong>VOORUIT</strong><br />

0,50 KR. PER NUMMER<br />

Abonnement 1 jaar fr. 25.00<br />

Abonnement 6 maanden fr. 12.50<br />

Abonnement 3 maanden fr. 6.25<br />

Postcheck c Het Licht » nr. 56733<br />

• REDAKTIE.<br />

64, St. Pietersnieuwstraat<br />

Gent — Telefoon 157.40<br />

Verschijnt den DONDERDAG VIERDE JAARGANG Nummer 39 — 24 JAN. 1935;<br />

De kristen demokratische leiders en de besluitwetten<br />

1. 't Zal potverdorie niet waar zijn !<br />

2. W e hebben geen v e r t r o u w e n<br />

meer in de bankiersregeering<br />

3. Ma... ma... maar... we kunnen toeft<br />

samen eens spreken<br />

4. De onderwerping en de verbroedering


2 KOEKOEK<br />

Hef recept van<br />

mijnheer Jansen<br />

t Verleden week kwam Jansen zijn<br />

j vriend Blok tegen. Zooals het gelbeurt<br />

tusschen oude bekenden, die<br />

elkaar in langen tijd niet gezien<br />

hebben, begonnen ze hun wederzij<br />

dsche lotgevallen te vertellen.<br />

Jansen had eenige jaren geleden<br />

een bloeiende handelszaak overgenomen,<br />

maar door de krisis had hij<br />

zich verplicht gezien alles te verkoopen.<br />

— Was dit maar het geval bij<br />

nnj, zuchtte Blok, ik zou me nog<br />

gelukkig achten.<br />

— Wat scheelt er dan bij u? informeerde<br />

Jansen.<br />

— Och over financieele zorgen<br />

hoef ik mij niet te bekommeren,<br />

maar in mijn vrouw... Ze is heel<br />

lief, te. lief zelfs voor anderen. En<br />

j daarbij heeft ze maniertjes die me<br />

heel «ontwapenen». Met de beste<br />

| voornemens bezield kom ik 's<br />

avonds thuis, maar niet zoodra heb<br />

ik haar aangeraakt, of mijn «moed»<br />

is verdwenen.<br />

En of ze van dien toestand gebruik<br />

maakt!<br />

Sinds de drie weken, dat ze in de<br />

Alpen is, heb ik geen oog dicht gedaan<br />

's nachts. Wie weet of er daar<br />

niet iemand is die meer durf heeft!<br />

Ik zou veel willen geven om het<br />

| geheim te kennen, vrouwen te bevallen<br />

en...<br />

Jansen had zwijgend geluisterd<br />

tot hiertoe.<br />

— Mijn beste vriend, sprak hij<br />

plots, ik geen een middel, ik houd<br />

het van mijn overleden grootvader,<br />

die kolonel was. Als hij in zijn jonj<br />

gen tijd, zijn blik liet rusten op<br />

een mooi ding, speelde hij het klaar<br />

1<br />

bij haar aan huis te komen. In het<br />

een of ander potje, een bonbonnière<br />

of zoo iets liet hij een beetje<br />

I asch vallen van zijn sigaar, en zie,<br />

I plots had hij moed voor drie. Vier<br />

en twintig uren later viel het<br />

vrouwtje in zijn armen.<br />

— En zou het werkelijk bij mij<br />

helpen, Jansen?<br />

i — Wis en zeker!<br />

— Verontschuldig me Jansen,<br />

maar nu moet ik vlug naar 't sta-<br />

; tion, mijn vrouw komt om 12 uur<br />

aan.<br />

! Toen mijnheer Blok zijn wederhelft<br />

uit den trein hielp stijgen beloofde<br />

hij bij zichzelf plechtig nog<br />

den zelfden nacht het middel toe<br />

, te passen.<br />

Nauwelijks thuis, haalde mevrouw<br />

een pakje uit haar valies:<br />

een geschenk voor haar man.<br />

— Schat ik heb u een eenig<br />

mooie bonbonnière meegebracht,<br />

met van binnen een takje edelweiss.<br />

Dit zeggende, opende mevrouw<br />

het potje, dat... opgepropt<br />

was met sigaar-asch...<br />

| Naïeve deklamatie<br />

Mejuffer Dumont, een gekende<br />

artiste zou op een liefdadigheidsfeest<br />

enkele gedichten voordragen.<br />

Den morgén van het koncert,<br />

meldde een telegram aan het comité,<br />

dat Mej. Dumont door ziekte<br />

weerhouden was, aan het feest<br />

deel te nemen.<br />

Er moest seffens naar een plaatsvervangster<br />

uitgezien worden.<br />

De keus viel op de dochter van<br />

de voorzitster der Liefdadigheidsinstelling.<br />

In aller haast werden<br />

een tweetal gedichten herhaald,<br />

cue de juffer nog kende uit haar<br />

schooltijd.<br />

's Avonds, na de poos, toen het<br />

haar beurt was, trad ze blozend en<br />

bedeesd voor het voetlicht, en met<br />

een stem, die lichtjes beefde, begon<br />

ze haar eerste gedicht:<br />

«Het katje is dood».<br />

Plots verbrak een welluidende<br />

stem de stilte:<br />

— Kleintje, ge moet daarom niet<br />

treurig zijn, ik heb hier ter uwer<br />

beschikking een tooverstokje dat<br />

uw katje weer levend maakt!<br />

In Amerika<br />

r GE<strong>VAN</strong>GENISDIRECTEUR TOT<br />

VEROORDEELDE IN ELECTRI-<br />

SCHEN STOEL. — Waarom lacht<br />

ge. Vindt ge het zoo plezierig?<br />

VEROORDEELDE. — Dat niet,<br />

maar ik denk aan de rekening voor<br />

electriciteitsverbruik, die ge zult<br />

krijgen, -<br />

x<br />

Politiek overzicht<br />

Sommige bladen hebben gemeend<br />

dat er weer een regeeringskrisis in<br />

de lucht hing.<br />

Zij vergissen zich.<br />

De h. Theunis is er de man niet<br />

naar om zich door het vertrek van<br />

twee ministers, al zijn het dan<br />

kristen-demokraten, uit zijn lood te<br />

laten slaan.<br />

De h. Van Cauwelaert is er uit<br />

getrokken. De h. Theunis heeft dé<br />

twee departementen van den h.<br />

Van Cauwelaert verdeeld onder de<br />

ministers Van Isacker en Pierlot.<br />

De h. Van Isacker zou er op zijn<br />

beurt van door trekken, gevolgd<br />

van den h. Rubbens? De h. Theunis<br />

zou eenvoudig de portefeuilles<br />

van die beide heeren verdeelen onder<br />

de overblijvende ministers.<br />

Mussolini is al minister geweest<br />

gansqh alleen voor alles.<br />

* • •<br />

In die voorwaarden is het niet<br />

te verwonderen dat de kristen-demokratische<br />

ministers aangebleven<br />

zijn.<br />

Zij zeggen in hun eigen: Er is<br />

toch niets aan te doen.<br />

Daarbij, de koning heeft gesproken.<br />

En daar is ook nog het feit dat<br />

de kristen-demokratische ministers<br />

zelf de besluit-wetten hebben opgesteld,<br />

waartegen hun troepen nu<br />

te keer gaan.<br />

De h. Rubbens kan ook aanvoeren<br />

dat hij nog geen drie maanden<br />

minister is en dat het niet fair zou<br />

zijn hem nu reeds terug te sturen<br />

naar Zele.<br />

* • •<br />

Een belangrijk feit in de politieke<br />

gebeurtenissen van de afgeloopen<br />

week is de verzoening tusschen de<br />

katholieke dagbladen allerhande.<br />

Vooral in de katholieke pers van<br />

Vlaanderen komt die verzoening<br />

sterk tot uiting. Er is geen blad<br />

dat er niet aan meedoet. De Tijd,<br />

Het Handelsblad, De" Gazet van<br />

Antwerpen zelfs tot Het Belang<br />

van Limburg wedijveren om elkaar<br />

den loef af te steken in zake verzoeningsgezindheid<br />

.<br />

En die verzoening zou nog verder<br />

worden gedreven, schrijft Het<br />

Volk, indien De Standaard niet<br />

werd bestuurd door een ploert als<br />

Sap. De Standaard, van zijn kant,<br />

meent dat de verzoening het toppunt<br />

zou bereiken indien de andere<br />

katholieke journalisten de Jezuïterij<br />

wat minder ver dreven.<br />

Wat De Gazet van Antwerpen betreft,<br />

zij smijt haar armen wijdopen<br />

voor de verzoening, om de<br />

sluipmoordenaars van M. Van<br />

Cauwelaert aan hart te drukken...<br />

tot ze stikken, waarschijnlijk.<br />

Verder kan men de verzoeningsgezindheid<br />

niet drijven.<br />

* # *<br />

In het katholieke kamp gaat men<br />

zoover dat men zelfs de politiekers<br />

uit de dagbladen wil weren.<br />

Murw geworden onder de kloppen<br />

van den p.artsbisschoppelijken<br />

staf uit Mechelen, is de beheerraad<br />

van De Standaard tot het besef<br />

gekomen dat het de politiekers<br />

zijn die de politiek bederven. De<br />

H e t e g o ï s m e kent<br />

De gekende filmster Miss Dayys<br />

is sinds enkele uren de wettelijke<br />

wederhelft van den even beroemden<br />

akteur Willy Roger.<br />

Na het feestmaal zijn ze stilletje<br />

weggeslopen naar het landhuisje<br />

toe waar ze hun wittebroodsweken<br />

zouden doorbrengen.<br />

Alles was in orde gebracht om<br />

het hen zoo gemakkelijk mogelijk<br />

te maken. Een prettig vuurtje<br />

brandde in de gezellig zitkamer<br />

toen ze aankwamen.<br />

Na vlug hun reiskleederen, tegen<br />

een déshabillé en een huisjasje verwisseld<br />

te hebben, vlijden onze dortelduifjes<br />

zici in de kussens van<br />

een sofa, dicht tegen den haard.<br />

Toen Betty haar man naar zich<br />

wou toetrekken om hem een flinken<br />

zoen te geven, had ze een<br />

knoop van zijn jasje beet, die mee<br />

kwam.<br />

Ni. had ze gelegenheid haar echtgenoot<br />

te bewijzen dat ze een even<br />

goede huishoudster, als filmster<br />

was.<br />

politiekers zouden uit den beheerraad<br />

worden geweerd en vervangen<br />

door niet-politiekers.<br />

Er is daarin een grond van logica.<br />

Als de politiekers zich bezighouden<br />

met financie, gaan de nietpolitiekers<br />

zich bezig houden met<br />

politiek.<br />

• * •<br />

Het ligt verder voor de hand dat<br />

de ruzie in het katholieke kamp<br />

spoedig zal beslecht zijn als De<br />

Standaard wordt bestuurd van uit<br />

het Aartsbisdom te Mechelen.<br />

Maar dan zal de h. Sap bij de<br />

volgende verkiezingen hebben opgehouden<br />

volkstvertegenwoordiger<br />

te zijn. En we gelooven niet dat<br />

zijn ootmoedigheid reeds zulks proporties<br />

heeft aangenomen.<br />

Het is waar dat de andere katholieke<br />

dagbladen den h. Sap niet<br />

meer zouden aanvallen. Dat ware<br />

gansch overbodig; er zou geen Sap<br />

meer zijn.<br />

• * •<br />

Zaterdag heerschte er in de Wetstraat<br />

een atmosfeer van opluchting.<br />

Daags te voren hadden een<br />

paar ministers samen met een koppel<br />

ambtenaars beraadslaagd over<br />

een nieuwe barema dat zou schommelen<br />

met den index 2 1/2 %<br />

per schijf van 18 punten onder of<br />

boven.<br />

Dat optimisme in ministerieele<br />

kringen is zeer gewettigd. Het ligt<br />

voor de hand dat de huidige weddeverlaging<br />

van 10 % op het achterplan<br />

geraakt als het Staatspersoneel<br />

zich reeds moet bekommeren<br />

om een nieuwe verlaging.<br />

Dat heet men den eenen nagel<br />

verdrijven door den anderen.<br />

• * •<br />

Wat we niet begrijpen Is dat de<br />

regeering op zulke schuchter wijze<br />

deze nieuwe methode van politieke<br />

pacifikatie toepast.<br />

Een nieuw afhouding van 2 1/2%<br />

dat is al iets; maar het ligt voor de<br />

hand dat zulk laag percent nauwelijks<br />

van aard om de aandacht van<br />

de 10 % af te leiden.<br />

De regeering gaat nu 2 1/2 %<br />

afhouden bij elke nieuwe daling<br />

met 18 punten van den index. Maar<br />

waarom deze willekeurige cijfers.<br />

En waarom dan niet bepaald dat<br />

de wedden zullen verlaagd worden<br />

met 18 % bij elke nieuwe daling<br />

van den index met 2 1/2 %?<br />

De h. Marck heeft geklaagd over<br />

de kumuls en de uitwassen bij het<br />

leger. Er zijn nog ander menschen<br />

die meenen dat de officieren teveel<br />

verdienen en veel te weinig<br />

moeten werken voor het geen men<br />

hun betaalt.<br />

Zij vergeten echter dat de rol<br />

van den officier is zich in vredestijd<br />

zooveel mogelijk uit te rusten<br />

om steeds gereed te zijn om de<br />

wapens op te nemen.<br />

Binst den oorlog zegden de Duitschers<br />

die van den IJzer naar het<br />

Etappengebied kwamen uitrusten:<br />

«Slapen is ook dienst!»<br />

En de feldwebels kwamen inderdaad<br />

kijken of de mannen na het<br />

eten in hun bed kropen.<br />

g e e n<br />

g r e n z e n<br />

Vliegensvlug ging ze om draad<br />

en naald en begon den knoop aan<br />

te naaien. Plots hield ze op en<br />

scheen na te denken.<br />

— Liefste, hebt ge in uw vinger<br />

geprikt? informeerde Willy vriendelijk.<br />

— Nee schat, maar ik weet niet<br />

of ik de knoop gansch of half zal<br />

aannaaien.<br />

— Wat een grappig gedacht,<br />

schat.<br />

— Niet grappig, Willy, maar als<br />

ik hem gansch aannaai houdt hij<br />

zeker drie maanden vol, en als we<br />

volgende maand zouden scheiden,<br />

heb ik het werk gedaan voor uw<br />

toekomende vrouw.<br />

Lieftallig<br />

Zij. — Het spijt me, John, maar<br />

uw vrouw kan ik niet worden. Wel<br />

wil ik een zuster voor u zijn.<br />

Hij. — Dank u, ik heb er reeds<br />

vijf. s<br />

Dr. Pangloss neemt<br />

een verzekering op<br />

't leven<br />

Dr. Pangloss leest tegenwoordig<br />

zooveel ongelukken in de dagbladen<br />

dat hij een heiligen schrik heeft<br />

gekregen van den dood, die aan al<br />

de hoeken der straten loert.<br />

— Laat u verzekeren, zei zijn<br />

vrouw, die seffens uit alles munt<br />

tracht te slaan.<br />

En de arme Pangloss ging... denkende<br />

aan het eeuwig afscheid...<br />

naar de levensverzekeringsmaatschappij<br />

Piet Hein en Cie.<br />

Daar gekomen, wilde men niet<br />

eerder de verzekering kontrakteeren,<br />

dan na een ernstig medikaal<br />

onderzoek.<br />

— O, daarvan ben ik niet bang,<br />

zei de geleerde Pangloss.<br />

Onmiddellijk werd hij door een<br />

arts onderzocht. Deze betastte en<br />

ausculteerde hem, waarna hij hem<br />

een heele serie vragen stelde betreffende<br />

zijn erfelijkheid.<br />

— Waaraan is uw vader gestorven?<br />

En op welken leeftijd?<br />

— Mijn vader stierf toen hij 40<br />

jaar oud was aan tuberculose,<br />

zuchtte Dr. Pangloss.<br />

— Sapristi, dat is erg! En uw<br />

moeder?<br />

— Mijn moeder stierf toen ze 35<br />

I jaar oud was tengevolge van kanker.<br />

— Nonde... nonde! vloekte de<br />

arts. In dit geval zult ge bij ons<br />

onmogelijk een assurantie kunnen<br />

aangaan. De risiko's zijn te groot.<br />

Druipneuzend keerde de ongelukkige<br />

huiswaarts en vertelde zijn<br />

wedervaren aan zijn vrouw.<br />

— Gij stommerik! gilde deze. Ge<br />

hebt wat mooi's uitgericht met de<br />

waarheid te zeggen! Kondt ge niet<br />

een beetje liegen? Ge komt van<br />

Lootenhulle en wie kan kontroleeren<br />

hoe en wanneer uw ouders<br />

daar leefden? Ga dadelijk naar een<br />

andere maatschappij en maak de<br />

dokters daar wijs dat uw vader en<br />

uw moeder heel oud werden en een<br />

natuurlijken dood stierven!<br />

— Ha... 't :'s goed... stamelde de<br />

gewillige echtgenoot.<br />

Hij begaf zich dadelijk naar de<br />

Prévoyance Sociale.<br />

— Geen betere maatschappij, had<br />

zijn vriend Jojo hem aangeraden.<br />

— Ik zal er maar op losliegen,<br />

dacht Pangloss bij zichzelf, verlekkerd<br />

op het resultaat te kunnen<br />

sterven met de zalige gedachte zijn<br />

vrouwtje toch minstens éénmaal<br />

gelukkig te hebben gemaakt.<br />

— Hoe en wanneer stierf uw vader?<br />

vroeg de dokter der maatschappij<br />

nu weer.<br />

— Mijn vader stierf toen hij 99<br />

jaar oud was. Hij verongelukte<br />

zich met een motocyclet. Hij was<br />

een verwoede sportsman moet ge<br />

weten, sterk, gezond en bijzonder<br />

levenslustig — loog Dr. Par.gloss<br />

meesterlijk.<br />

— En uw moeder?<br />

— Ze stierf toen ze 91 jaar oud<br />

geworden was.<br />

— Waardoor?<br />

— Ze bleef in 't kinderbed...<br />

Verantwoordelijke uitgever<br />

HAMERS,<br />

St. Pietersnieuwstraat.<br />

Gent. — Red. en<br />

64.<br />

Adm.<br />

Gent<br />

Vraag en<br />

antwoord<br />

De kleine Jimmy is een heel<br />

intelligent jongetje maar uiterst<br />

stout. Op een morgen laakt hij<br />

het te bar in de school en hij wordt<br />

naar huis gezonden met een briefje<br />

waarop de onderwijzeres geschreven<br />

heeft:<br />

— Mevrouw, uw jongen is buitengewoon<br />

knap, maar een eerste<br />

kwajongen. Wat moet ik met hem<br />

aanvangen?<br />

— Doe er mede wat ge wilt,<br />

antwoordde Mama, ik heb mijn<br />

handen vol met zijn vader.<br />

Gelukkig<br />

— Gisteravond wou een dief me<br />

van mijn geld berooven, maar mijn<br />

vrouw belette het hem.<br />

— Kranig van haar! Greep ze<br />

hem vast?<br />

— Wel neen, maar voor ik weg<br />

ging had ze mijn zakken leeggehaald.<br />

JORIS


KOEKOEK.<br />

SYMPATHIEKE<br />

PORTRETTEN<br />

BORMS<br />

Er was een tijd dat er 83.000<br />

Antwerpenaars voor Borms stemden.<br />

Dat bewees dat de Vlamingen<br />

nog voor een lolleke te vinden<br />

waren, want zij wilden eens de<br />

regeering voor den aap houden. En<br />

het is voor de regeering een deugdzame<br />

les geweest. .<br />

Maar Borms heeft van de les niet<br />

geprofiteerd, 't Is hem naar het<br />

hoofd geslagen. Sedertdien denkt<br />

hij de heilige geest van de Vlamingen<br />

te zijn. En hij spreekt, en<br />

hij schrijft. Hij heeft zelfs aan<br />

litteratuur gedaan en in een gazet<br />

zijn herinneringen uit zijn gevangenistijd<br />

bekend gemaakt. Het was<br />

een treurige lektuur, een beetje<br />

sentimenteel, een beetje suf. Zoo<br />

iets van een braven profester die<br />

voorbeelden van opstellekes aan<br />

zijn kinderen geeft. Zoodat men er<br />

bij dacht: Borms is kindsch, of hij<br />

acht al zijn lezers kindsch.<br />

Maar na de stemming in het<br />

Saargebied heeft hij er nog een<br />

betere uitgehaald. Hij heeft gelukwenschen<br />

gezonden aan Hitier.<br />

Is hij misschien familie van<br />

Hitier, zullen vele menschen zich<br />

afgevraagd hebben. Ja, gelijk alle<br />

Ariërs verre familie zijn van Hitier,<br />

meer niet.<br />

Maar mijn scnoo.i.noiuer is ook<br />

een echte Arische. Zij heeft geen<br />

gelukwenschen aan Hitier gestuurd<br />

en zij is nochtans een beleefde<br />

vrouw, want anders zou ik met<br />

haar dochter niet getrouwd zijn.<br />

Om den koop te verbeteren, heeft<br />

Borms zijn Hitlerheilwenschen in<br />

den naam van alle Vlamingen opgesteld,<br />

de Vlamingen van Noord-<br />

Frankrijk, deze van Holland en<br />

deze van Amerika inbegrepen. Gij<br />

staat daarbij een beetje perpletst.<br />

Maar het is de echte waarheid, en<br />

een Antwerpsch blad, dat den laatsten<br />

tijd verwonderlijk veel goed 1 ; te<br />

melden heeft over de toestanden in<br />

Duitschland heeft die heilhitlerwenschen<br />

overgedrukt. Borms is<br />

dus niet alleen om te gelooven dat<br />

dit alles serieus is.<br />

Wij zullen ^een bittere woorden<br />

neerschrijven. Wij gelooven niet<br />

dat Borms uitgekocht is. Wij gelooven<br />

ook niet dat hij een slag van<br />

den molen heeft gekregen. Het is<br />

eenvoudig zijn natuur. Hij is 15 j.<br />

te laat geboren. Met al de krachten<br />

van zijn eenvoudige ziel gelooft<br />

hij, dat Vlaanderen met niets<br />

av.ders dan leeuwen bevolkt is. Hij<br />

heeft nog met vernomen dat er<br />

menschen in dat hoekske van de<br />

wereld leven. Het begrip mensch is<br />

nog tot zijn voorhistorisch brein<br />

niet doorgedrongen.<br />

Maar nog eens, wat wouden wij<br />

hem daarvoor den steen werpen?<br />

Wij zijn hier met om de menschen<br />

te veroordeelen. En God i: daar om<br />

het laatste woord te spreken. Wij<br />

twijfelen er niet aan dat hij hem<br />

zal inruimen bij de eenvoudigen.<br />

En als hij een plaatsken in den hemel<br />

zal hebben gekregen, zal hij<br />

daar weer een dagboek van den<br />

hemel beginnen schrijven, over de<br />

madeliefjes, en de sterrekes, en<br />

over de zilveren engelkes die hem<br />

bedienen en bewierooken.<br />

Twist<br />

HIJ. — En nu gaat ge zeker naar<br />

huis, naar uw mama, niet?<br />

ZIJ. — Zoo ouderwetsch ben ik<br />

niet, ik ga in het duurst hotel<br />

logeeren en ik stuur u de rekeningen.<br />

Onder Stavisky's<br />

— Peeters is voor drie maanden<br />

naar Zwitserland!<br />

— Ja? Ik dacht dat de eisch<br />

negen maand was!<br />

* • »<br />

Een tweede Lindberghtragedie<br />

NURSE. — Oh! Mevrouw, ik heb<br />

de baby verloren in het Park.<br />

MEVROUW. — Groote hemel, en<br />

hebt ge geen agent aangesproken?<br />

NURSE. — Zeker mevrouw, en<br />

*t is op dit oogenblik dat ik de<br />

kleine verloren heb.<br />

Berijmde schelmerijen (175)<br />

Belasting op de jonggezellen!<br />

Welaan, gij ongetrouwde lappen,<br />

Gij vrijgevochten, rare tappen,<br />

Nu is uw heerenleven uit,<br />

Nu kwam een koninklijk besluit<br />

Vermeldend, dat gij moogt gaan dokken,<br />

Omdat gij van 't geslacht der rokken,<br />

Nooit iemand naamt voor een gezin.<br />

Ah, ah, gij trokt het leven in,<br />

Slechts denkend op genot en vrede !<br />

En zaagt gij ook een stille bede<br />

In menig ^meekend vrouwenoog,<br />

Gij gingt maar door, het hoofd omhoog,<br />

Het hart verstart voor trouw beminnen,<br />

Voor 't vormen ook van huisgezinnen.<br />

Wijl andre mannen iedren dag<br />

Zich buigen moesten voor 't gezag<br />

Der gade, die zij uitverkoren;<br />

Daar moest gij u aan niemand storen,<br />

Daar mocht gij op den bommel gaan<br />

En trokt u nooit van 't uur iets aan.<br />

Uw pree ? Ge moest ze nimmer deelen^j<br />

Geen bedsermoen kwam u vervelen,<br />

Geen kinderjanken in den nacht<br />

Heeft u ooit hindernis gebracht<br />

En voeldet gij scms liefdesdrangen,<br />

Nooit bleeft g' aan 't zelfde meisje<br />

[hangen<br />

Gij kocht wat liefde als het moest,<br />

Totdat uw drang was uitgeroest.<br />

Maar thans verrijzen vergezichten,<br />

Met mindre rechten, meerder plichten.;<br />

Nu eischt het vaderland zijn tol<br />

Van d' ongehuwden. 't Doet mij lol.<br />

En wat de reden ook mag wezen<br />

Dat gij de vrouw hebt afgewezen,<br />

Gij zult betalen zonder fout<br />

Tenzij gij met de gauwte trouwt<br />

En kindjes koopt. Dat kan u redden,<br />

Wanneer ge meent, dat uwe wedden<br />

Niet groot genoeg zijn om een vrouw<br />

Te binden in den huwlijkstrouw,<br />

Wanneer een ziekte u moest kwellen<br />

En houden bij de jonggezellen,<br />

Of zijt ge futloos en steriel<br />

En kent ge niets van d' huwlijksstiel,<br />

Dat alles zal uw ziel niet baten,<br />

Men zal u toch nog aderlaten.<br />

Dus : was er vroeger moed van doen,<br />

Voor 't stappen in den huwlyksschoen,<br />

Nu hoeft men zich in moed te stijven,<br />

Om langer jonggezel te blijven !<br />

ECHTGENOOTE. — Weet je wel, Benjamin, dat het vandaag zeven<br />

en veertig jaar is geleden, dat we ons gingen verloven?<br />

PROFESSOR (verstrooid). — Maar schat! dan wordt 't hoog tijd<br />

dat we eens gaan trouwen.<br />

Dagboekbladen<br />

18 Januari. — Mevrouw Carnoy,<br />

de echtgenoote van den gewezen<br />

minister, is mij komen vinden. Zij<br />

had gehoord dat ik tegen het<br />

zedenbederf was in verband met<br />

mijn dochter die het zedenbederf<br />

in de hand werkt. Mevrouw Carnoy<br />

heeft mij haar prachtige propaganda<br />

verteld uit den tijd dat haar<br />

man minister was. Toen liep zij al<br />

de naaisters van Brussel af, om te<br />

vragen dat de gedecolleteerde kleederen<br />

tot aan den kin zouden toegaan.<br />

Zij wil nu ook te Gent zulk<br />

een beweging op touw zetten. Ik<br />

heb haar gevraagd, terwijl ik aan<br />

mijn dochter weer dacht, of ze niet<br />

zou kunnen verkrijgen dat de rokken<br />

van de meiskens niet meer<br />

konden opgeheft worden. Maar dat<br />

was haar zaak, zei ze, ik moest<br />

mij maar met de zedelijkheid van<br />

de mannen bezig houden. Ik heb<br />

aanvaard, maar ik weet er geen<br />

raad mee.<br />

19 Januari. — Ik heb dezen nacht<br />

een inval gekregen voor mijn zedelijkheidskampanje.<br />

Gij zult al<br />

opgemerkt hebben, dat de mannen<br />

altijd iets terecht te brengen hebben<br />

aan hun voorbr... Ik zal aan<br />

Mevr. Carnoy voorstellen dat al de<br />

kleermakers de voorbr... op zij zouden<br />

zetten, in de lendenen b. v.<br />

Dat zou dan zulk geen dégoutant<br />

spektakel meer zijn als de mannen<br />

daar niet in orde zijn.<br />

20 Januari. — Ik heb vandaag<br />

een tegenslag gehad met mijn<br />

kampanje voor de zedelijkheid. Ik<br />

had als eerevoorzitter van de<br />

nieuwe organisatie aan dokter Van<br />

Acker gedacht. Eén geneesheer,<br />

meende ik, zal vertrouwen inboezemen.<br />

Ik ging hem vinden. Wat<br />

is uw doel? vroeg hij. De algemeene<br />

zedelijkheid, zei ik. En hoe denkt<br />

ge die? vroeg hij. Wel, zei ik, wij<br />

zouden de menschen aanraden niet<br />

veel te eten, veel minder te drinken,<br />

niet meer te rooken. Goed, zei<br />

hij, dan zouden de mannen nog<br />

alleen bij de vrouwen loopen. Neen,<br />

zei ik, dat vooral niet! Milledju,<br />

riep Van Acker letterlijk uit, niet<br />

eten, niet drinken, niet rooken,<br />

niet bij de vrouwen loopen, waarom<br />

zouden de mannen dan nog leven?<br />

Ik ben ontmoedigd weggegaan.<br />

21 Januari. — Waar gaan we<br />

naartoe, heb ik aan mijn dochter<br />

gevraagd toen zij gisteravond na<br />

tien uur thuis is gekomen?<br />

— Naar bed, zei ze, en ze liet<br />

mij zitten.<br />

Ik ben dan ook maar naar bed<br />

gegaan. Als ik haar dezen morgen<br />

een opmerking wilde maken, heeft<br />

zij mij onderbroken.<br />

— Toe toe, zei ze, 't is al vergeten.<br />

Ik neem het u niet kwalijk.<br />

Ik weet al lang dat de kinders veel<br />

last kunnen hebben met hun<br />

ouders, maar ik trek er mij niet<br />

veel van aan, zaag maar voort.<br />

Ik heb er mijn boterham vergeten<br />

van op te eten. Dat zijn nu<br />

de moderne zeden. De kinderen<br />

vinden hun ouders te lastig!<br />

22 Januari.<br />

geslapen.<br />

Geheel den<br />

dag<br />

23 Januari. — De vleeschhouwer<br />

van naast de deur verkoopt zijn<br />

vleesch 4 frank per kilo duurder<br />

dan elders. Ik heb mij gloeiend<br />

kwaad gemaakt als mijn vrouw mij<br />

dat bewezen heeft. Maar naderhand<br />

heb ik bedacht dat er een les<br />

is uit te halen. Ik zal mijn zoon<br />

vleeschhouwer laten worden. Met<br />

een beetje aanleg kan hij rap rijk<br />

worden in dien stiel.<br />

Venijnig<br />

KLARA. — Men heeft me verteld,<br />

dat ge verloofd zijt met Jim. Heeft<br />

hij u gezegd dat ik hem verleden<br />

zomer geweigerd heb?<br />

MIES. — Hij zinspeelde er op. Hij<br />

beweerde dat hij den laatsten tijd<br />

bijzonder veel geluk heeft<br />

gehad.<br />

* * •<br />

De redding<br />

DOKTER TOT PATIËNT. — U<br />

ziet er beter uit! Hebt ge mijn raad<br />

gevolgd en voor verandering gezorgd?<br />

PATIËNT. — Ja, dokter.<br />

DOKTER. — Waar zijt gt<br />

geweest?<br />

PATIËNT. — Bij een anderen<br />

dokter.


.KOEKOEK<br />

— Je weet wel, Pietje, dat mijn wijsvinger alles ziet, hè?<br />

— Best mogelijk, die ie alles ziet... maar... spreken kan ie tenminste<br />

niet! ' '" ,• . MACHT DER GEWOONTE<br />

Hoe de fotograaf den avond met zijn meisje doorbrengt.<br />

(Everybody's)<br />

— Lieve hemel, wat 'n taaltje! Ze mosten u 'n muilkorf voordoen!<br />

(Judge)<br />

— Zoo, agent, ben je daar al! En<br />

nu heb ik nog niet eens n' signaal<br />

gegeven!<br />

(Everybodys)<br />

— Naar ik zie, beklaagde, is het<br />

de alkohol, die je zoover heeft gebracht,<br />

niet?<br />

— Maar dan begrijp ik niet,<br />

meneer de rechter, waarom IK dan<br />

gestraft moet worden?.. (Marius)<br />

— Je bent vandai\jar<br />

ling, en ik heb 'n footi<br />

sing voor je!<br />

— Ja, ik weet 'tbtwee<br />

vannacht is r ee:<br />

maansverduistering,<br />

(8)<br />

— O, ik dacht, dat het al bijna nacht was, ik heb zoo'n<br />

honger! zei Ukkepuk en begon eens rond te kijken naar de doos<br />

met etenswaren.<br />

— Ge hebt wel erg vroeg ontbeten, hé! Daarom zal ik je al<br />

vast maar een koekje geven, dan zullen we straks wel stoppen<br />

voor een extra-vroeg twaalfuurtje, beloofde Oom Wouter.<br />

Ze kwamen nu op heuvelachtig terrein en Ukkepuk had geweldig<br />

pret als ze de lange hellingen afgleden. Ze ontdekten<br />

een schaduwrijk plekje, naast een beek en de doos met eten<br />

'kwam te voorschijn. Oom Wouter maakte boterhammetjes met<br />

pindakaas en jam. Ze hadden chcocolade uit een thermoflesch<br />

en toen nog koekjes en pruimen. Oóm Wouter hoefde Ukkepuk<br />

heusch niet aan te moedigen om te eten! Ons jongemensch<br />

stopte zich eenvoudig heelemaal vol en had er spijt van, dat<br />

hij geen plaatsje meer open had om er nog wat bij te kunnen<br />

doen!<br />

" Toen het nog later in den middag werd, begon Ukkepuk<br />

moe te worden van het rijden. Oom Wouter stopte, om heel<br />

Vroeg het kamp op te slaan. Ze zochten een plekje naast een<br />

gaan regenen, het water langs drie kanten naar beneden zou<br />

kunnen loopen. Aan een kant groeven ze een greppel om het<br />

water weg te laten loopen, dat niet uit zich zelf zou willen wegzakken.<br />

De bedden werden opgemaakt, het kacheltje klaar gezet,<br />

om er op te gaan koken.<br />

— En nu wat hout! riep Oom Wouter, terwijl hij het bosch<br />

inging. Ga jij maar eens mee jongetje! Ge kunt me fijn helpen.<br />

Samen sprokkelden ze drooge stukje hout bijeen om een<br />

goed vuurtje van te kunnen maken. Oom Wouter had een handbijl<br />

bij zich en kon de stukken hout daarmee mooi op de goeie<br />

lengte, voor het kacheltje, hakken. En onderwijl zocht Ukkepuk<br />

O N S<br />

VERHAfl V<br />

Ukkepuk<br />

paarde<br />

doorlbn<br />

Hij is veel gelukkiger, wanna je<br />

brengt, waar je hem gevondmhe<br />

En Ukkepuk bracht haten<br />

steen op den modderigen bojim, •<br />

aardig meertje uit en haalden de tent te voorschijn. Oom Wouter<br />

dreef de hoekpaaltjes in den grond en zette den staak in<br />

het midden. Ukkepuk kwam met de houden pennen en maakte<br />

zich zoo nuttig, als hij kon.<br />

Ze hadden de tent zoo neergezet, dat wanneer het zou<br />

de kleine stokjes bij elkaar om er het vuur mee aan te maken.<br />

Ze legden het hout klaar om te branden en Oom Wouter haalde<br />

de doos eens te voorschijn om te zien wat ze wel voor hun<br />

avondeten zouden kunnen hebben.<br />

Ukkepuk ging aan den waterkant op zijn hurken zitten en<br />

de kleine vlasrepels kropen tot aan zijn voeten. Terwijl Oom<br />

Wouter aan het werk was, hield hij een oogje op hem. Ukkepuk<br />

probeerde schrijvertje te vangen die over het water-oppervlak<br />

heen en weer gleden. Het lukte hem niet, maar na een poosje<br />

kwam hij naar Oom Wouter geloopen met een kreeft tusschen<br />

twee stokjes.<br />

— Als ik nou mijn circus maar had! zei hij. Dan zou ik hem<br />

in een glazen pot doen en de kinderen zouden er naar kijken.<br />

Kan ik hem niet meenemen naar huis?<br />

— Sapperdekriek! alsjeblief niet! antwoordde Oom Wouter.<br />

Hij zou er raar aan toe zijn tegen den tijd dat we thuis kwamen.<br />

Oom Wouter had spoea een<br />

en in de pan, die hij er bovel jpz<<br />

Toen Ukkepuk den reuk ervsj in 2<br />

zich plotseling, dat hij hongj' ha<br />

trek en samen smulden ze fntj e:<br />

Voor hun dessert rooste#n Z(<br />

maakten een blikje peren E<br />

uitgespreid, deed dienst alsfcafel


KOEKOEK 5<br />

IN HET WARENHUIS<br />

INSPEKTEUR. — Ik kan niet toestaan, dat een kliënt zoolang<br />

met een verkoopster staat te praten!<br />

AFDEELINGSCHEF. — Ach, la at u maar! Iedere vijf minuten kom<br />

ik wat dichterbij staan en iedere k eer koopt hij er weer iets bij!<br />

— Terugbrengen waar gij hem gevonden hebt... en gauw, asjebltelill<br />

(Ric et Rac)<br />

ida^jarig, lieve-<br />

'nmote verras-<br />

: 'tm— om half<br />

is meen totale<br />

ing.<br />

SERIEUS<br />

— Zeg, a je niet mee naar de<br />

bioscoop?<br />

— Nee... de hond is mee op jacht<br />

— Zie je, Florence, die ouwe gegaan... zoodat ik de vaten nu<br />

broek van mij houdt zich toch alleen moet doen!...<br />

maar goed in 't dragen! (Marius)<br />

NA DE «SCHITTEREN DE» VOORSTELLING<br />

— Als die krantenlui denken, dat ze hier den heelen nacht<br />

kunnen blijven doorslapen, zal ik ze gauw tot andere gdachten brengen!<br />

Ze lijken wel gek!! (Judge)<br />

AA VOOR KINDERS<br />

»uk e n h e t<br />

r d e n s p e l<br />

frank King<br />

>r<br />

annarje hem weer naar het water toe<br />

vondm hebt.<br />

; hen terug en zag hoe hij onder een<br />

ti boten, wegschoot.<br />

>oedl fcen lekker vuurtje in zijn oventje<br />

>ovei ip zette, sisten wat ham en eieren.<br />

in zijn neus kreeg, herinnerde hij<br />

hong'had. Ook Oom Wouter had echt<br />

ze f ïtjes!<br />

osten n ze wat brood boven het vuur en<br />

:n oph. Een stuk zeildoek op den grond<br />

t alsiafel, Ukkepuk zat met gekruiste<br />

beenen aan den eenen kant en Oom Wouter op een kist aan den<br />

anderen kant.<br />

— Ik zou niet graag thuis willen zijn, nu, verkondigde<br />

Ukkepuk.<br />

— Ik cok niet. Ik vind dit het zaligste plekje op de heele<br />

wereld, zei Oom Wouter en zette de borden in elkaar. Samen<br />

droegen ze ze naar het water en maakten ze schoon.<br />

Toen wandelden ze langs den rand van het meer en de<br />

kikkers maakten vervaarlijke sprongen toen zij voorbij kwamen.<br />

Ze hoorden een geitenmelker (een vogel) diep in het bosch<br />

nog zingen. De nachtuilen vlogen door de lucht en probeerden<br />

voor het vallen van den nacht hun avondeten machtig te worden.<br />

De kampeerders zagen een landtong die een eind in het<br />

meer uitkwam en van daar af konden ze den gouden zonsondergang<br />

bewonderen. Za zaten op een blok en volgden elke verandering,<br />

die zich weerspiegelde in het gladde water. Elke gekleurde<br />

wolk, elke boom uit de nabijheid, elk rietje weerspiegelde zich<br />

in het water. . *<br />

— Kijk eens hoe diep je in het water kunt kijken. Het is<br />

alsof de boomen er onderste boven groeien, zei Oom Wouter.<br />

— Ja, ik zou er niet graag in vallen, zei Ukkepuk. Ik ben<br />

bang, dat ik zóó diep vallen, dat ik aan den anderen kant<br />

van de aarde weer in de lucht terecht kwam.<br />

— Maar zou je het dan niet aardig vinden om van een van<br />

die boomen af naar beneden naar die ongekende wereld te<br />

glijden? vroeg Oom Wouter. Je zou je zoo lang aan den top van<br />

dien denneboom kunnen vasthouden, en wachten, totdat er<br />

een wolk voorbij kwam. Kijk, daar komt juist een mooie, rose<br />

voorbij. Als je daar nu eens in kon glippen en heenzeilen, waar<br />

je maar naar toe wilde! Als je naar beneden keek, zou je niets<br />

dan de wolken en lucht zien. Als je naar boven keek de aarde en<br />

alles op de aarde, ondersteboven.<br />

— Sjonge! wat zou ik 't heerlijk vinden, zei Ukkepuk. Wat<br />

zou ik graag in die onderste-boven wereld willen zijn! Dat lijkt<br />

me écht! Zou ik daar niet net op een vlieg aan het plafond<br />

lijken?<br />

Ze zaten nog een poosje te kijken, totdat de schitterende<br />

kleuren van de ondergaande zon in het Westen vergaan waren<br />

tot één gouden streep. Toen gingen ze terug naar hun tent. Oom<br />

Wouter draaide de lichten van de auto op en liet ze schijnen op<br />

de plek, waar ze kampeerden. Hij ontkleedde Ukkepuk en stopte<br />

hem lekkertjes in. En die snuiter was zoo vermoeid, dat hij<br />

nog maar nauwelijks goeden nacht had gezegd, of hij sliep al!<br />

Het was ook een lange dag voor hem geweest.<br />

Oom Wouter ging nog een poosje voor de tent zitten en keek<br />

op naar de sterren. Nog hoorde hij den geitenmelker. Een oude<br />

uil kraste zodanig dat de heuvels het geluid terugkaatsten.<br />

Oom Wouter gaaptje eens, ontkleedde zich eveneens en<br />

krabbelde naar bed.<br />

— Dit is nog eens leven, zei hij en viel net,zoo vlug in slaap<br />

als Ukkepuk het gedaan had.<br />

HOOFDSTUK VIII<br />

Een verblindend licht en een plotseling gekraak en Oom<br />

Wouter werd met een schok wakker. Het duurde een ogenblik<br />

voor hij wht waar hij was. Hij kon de regendruppels op de tent<br />

hooren kletteren. Hij knipte zijn lantaarn aan, die hij naast zijn<br />

kussen had klaargelepu en pakte ziin regenjas en pantoffels.<br />

Hij rende naar de auto, om te zien of alles goed was toegedekt,<br />

oen ging hij weer terug naar de tent.<br />

(Vervolgt),


e<br />

Uit het leven<br />

van den Platte<br />

De Platte was alweer nachtwaker-af.<br />

Nie; dat hij 'j nachts<br />

grooten vaak had, maar ongelukkig,<br />

hij had 's nachts ook grooten<br />

dorst en als hij dan ergens op zijn<br />

gewone manier in een herber belandde<br />

en nadat hij geïnformeerd<br />

had, of hij Soms geen handje moest<br />

uitsteken, kon hij nooit de pint<br />

weigeren die de hof-pes ol de waar-,<br />

din hem aanbood. Het gebeurde<br />

ock dat hij in een kaf eet je kwam<br />

opduiken, waar drie klanten elkander<br />

uit verveling zaten aan te<br />

gapen en dan v on de Platte den<br />

lust niet bedwinger, voor te slaan<br />

een kaartje te spelen. Kortom, toen<br />

de directie van de nachtwakersorganisatie<br />

hem daarover had aangepakt,<br />

had de Platte zich kwaad<br />

gemaakt en maar dadelijk ontslag<br />

genomen...<br />

Er zijn menschen die voor het<br />

ongeluk zijn geboren. Koi.vt er nog<br />

bij dat het in dezen tijd een heele<br />

toer is, om aan werk te geraken.<br />

Althans in zekere bedrijven. Maar<br />

de Platte is met den helm geboren.<br />

En zoo was het hem spoedig gelukt<br />

eer. nieuw baantje te veroveren.<br />

Hij was nu uitdrager in een<br />

wasscherij.<br />

Onder zijn klanten had hij een<br />

oude sikkeneurige juffer. Die wist<br />

altijd wat aan te merken op haar<br />

wasch. TJffra Eulalie, heette dat<br />

serpent. Ze rentenierde, maar<br />

profijtig weg. Het mensch was zeer<br />

welstellend geweest vóór den<br />

oorlog, maar de inflatie had haar<br />

als zooveel anderen gedeeltelijk<br />

geruïneerd. Ze leefde du stillekens<br />

aan, waar ze wat bezuinigen kon<br />

deed ze het. Zoo bezuinigde ze ook<br />

op haar wasch. In plaats van twee<br />

per week gaf ze nu slechts nog<br />

enkel één hemd in den wasch. En<br />

enkele andere bullen.<br />

— Ik ben eens kurieus, zoo dacht<br />

de Platte bij zichzelf, wat ze dezen<br />

keer weer zal te mopperen hebben.<br />

Hij belde aan.<br />

De deur werd geopend en daar<br />

stond Uffra Eulalie in hoogst eigen<br />

persoon voor hem.<br />

— Jongen, sprak ze, ik kom zelf<br />

opendoen.<br />

— Dat zie ik, uffra, zei de Platte.<br />

— Laat eens kijken. Hm, hm! Ik<br />

heb den indruk dat mijn hemd deze<br />

week weerom niet al te proper is<br />

verzorgd. Het ziet er precies een<br />

beetje grauw uit.<br />

— Dat is maar een gedacht,<br />

uffra<br />

— Neen, neen, weerde "uffra<br />

Eulalie af, ge moet aan jwer. baas<br />

zeggen dat hij wat meer zeep gebruikt.<br />

— Ik heb het hem al gezegd,<br />

uffra, loog de Platte.<br />

— En heeft hij daar niks op geantwoord,<br />

jongen?<br />

— Toch wel, uffra!<br />

— Zoo, zoo. En wat zei hij?<br />

— Dat gij wat meer papier moest<br />

gebruiken, uffra...<br />

En opgelucht trapte de Platte er<br />

van door.<br />

Ik meen al wel eens te hebben<br />

gezegd dat de Platte weet waar ze<br />

goed bier verkoopen. Een van zijn<br />

stam'.okalen was dat van Stansken.<br />

Stansken was heel haar leven<br />

een plezante ziel geweest. Op zekeren<br />

dag kwam ze in kennis met<br />

Pier. Het was wel geen rappe, maar<br />

hij had een gerust karakter. Niet<br />

zoodra was hij .met Stansken getrouwd<br />

of Pier gaf er zijn baantje<br />

aan. Stansken had hem gewaarschuwd:<br />

— Pier als ge me begint te embèteeren,<br />

omdat ik al eens gekheid<br />

maal: n et een klant, dan kunt ge<br />

ophoepelen, hoor.<br />

Maar Pier had veel te veel werk<br />

met zijn duiven, om zijn vrouw over<br />

dag den duivel aan te doen. Den<br />

godganschen dag zat hij op zijn<br />

duivenkot. Intusschen liep de<br />

herberg vol volk, allemaal mannen<br />

die meer kwamen voor die plezante<br />

ziel van een hospita, dan voor het<br />

bier dat ze verkocht. De Platte<br />

kwam voor de twee dingen. Maar<br />

Stansken liet zich geen ooren aannaaien.<br />

Ze was zij de vriendin van<br />

Jan en alleman, dat bracht meer<br />

op, dan zich aan een vent gelegen<br />

te laten.<br />

De Platte zou zich wreken. Op<br />

zekeren dag ontmoette hij den Pier.<br />

— Pier, zei hij, ik moet u eens<br />

een woordje vertellen.<br />

— Ik luister.<br />

— In uw plaats zou ik oorzichtig<br />

zijn, man.<br />

— Voorzichtig. Waarom?<br />

— Gij zijt gij nooit in uw<br />

staminee.<br />

— Wat geeft dat? De klanten<br />

spreken veel liever met ons Stansken<br />

dan met mij.<br />

— Dat is zoo. Mp.ar justement<br />

daarvoor. Ge weet, ik ben een<br />

serieuze vent en ik acht het mijn<br />

plicht u te waarschuwen. Enfin, ge<br />

begrijpt me wel...<br />

— Wat begrijpen? Weet-e gij dan<br />

iets bijzonders?<br />

— Pier, ik ben er zeker van dat<br />

uw Stans een half dozijn vrijers<br />

heeft.<br />

— Watte, zei de Pier, uit zijn<br />

humeur, een half dozijn, zij-de gij<br />

zot?<br />

— Geloof me Pier...<br />

— Maar beste man, een wijf gelijk<br />

die van mij, die heeft er ten<br />

minste twaalf. Dat is eens zooveel<br />

als gij denkt!<br />

De Platte logeerde onder de pannen,<br />

maar hij was de enige bewoner i<br />

niet van die verdieping. Daar woon- I<br />

de ook nog een dokwerker, op een<br />

groote kamer. De man had de<br />

kamer zelf afgeslagen met planken,<br />

die hij gekregen had van een voerman<br />

die sliep. Langs den eenen<br />

kant sliepen zijn twee jongens.<br />

Boven het bed van de jongens was<br />

een schap getimmerd en daar lagen<br />

appelen op, van die groote Kanadeesche<br />

appelen gelijk er aan de<br />

haven veel gelost worden. De dokker,<br />

die niet veel verdiende, vond<br />

af en toe wat tusschen kaai en<br />

schip en zoo knoopte hij de twee<br />

eindjes van de week aan mekaar.<br />

Die appelen alzoo waren ook een<br />

vondst van hem. Er lagen er vele.<br />

De kinderen kregen 's avonds, als<br />

ze te bed gingen, geregeld een<br />

appel, maar verder moesten ze de<br />

appelen die op het schap te geuren<br />

stonden met rust laten. '. ader telde<br />

ze telkens en het zou er gestoven<br />

hebben moest hij hebben gemerkt<br />

dat een van de appelen zonder zijn<br />

permissie was verdwenen.<br />

Op zekeren avond lag de Platte<br />

in zijn kooi. Naast hem hoorde hij<br />

gerommel. De dokker lag te bed<br />

met zijn Trien en het is onze zaak<br />

niet uit te maken, wat die twee<br />

daar onder mekaar aan het beredderen<br />

waren. Maar in elk geval, er<br />

was lawijd mede gemoeid en wel<br />

zooveel, dat van den schok er een<br />

appel van het schap op het bed<br />

van de jongens was gevallen. Uit<br />

wat nu volgde kon de Platte gemakkelijk<br />

afleiden wat er gaande<br />

was. Een -'an de jongens had den 1<br />

r.ppel vastgeklampt en was bezig<br />

hem in zijn kasken te slaan, zonder<br />

zijn broer een beet te gunnen.<br />

Nadat hij eerst een poosje de<br />

kinderstem had hooren dreinen,<br />

hoorde hij plots de kleine roepen:<br />

— Va, va, mag ik een- iets<br />

vragen.<br />

— Wat is er snotaap...<br />

— Schud er nu voor mij ook eens<br />

een appel if.<br />

Dien volgenden dag ontmoette de<br />

Platte een oud lief van hem dat<br />

getrouwd was. Het meisken was zoo<br />

konteni,, dat ze den Platte thuis<br />

inviteerde om met heuren vent<br />

kennis te maken.<br />

De Platte zou den volgenden<br />

Zondag op visite komen.<br />

Maar de kondag kwam, maar wie<br />

niet kwam, dat was de Platte.<br />

Hij verontschuldigde zich met<br />

een briefje en den Zondag daarop<br />

was hij daar.<br />

— Wel, zei de vrouw, ge hebt<br />

ons verleden Zondag geplakt.<br />

— Eerlijk gesproken, rei de Platte<br />

ik kon niet komen.<br />

— Wat \:a.s er dan?<br />

— Ik was aan den afgang.<br />

— Is het maar dat sprak de vent,<br />

dat hadt ge hier ook kunnen doen.<br />

Ge moet niet vragen of de Platte<br />

daar later nog op bezoek is geweest?<br />

Als de vent niet thuis was.<br />

Zoo'n brave ziel.<br />

.KOEKOEK<br />

V E R T E L L i N G V A N J O H N T A Y L O R<br />

Als men galant is...<br />

We weten allemaal dat een galant<br />

mensch een hoffelijk mensch<br />

is, iemand met voorname manieren,<br />

kortom een persoon die in alle<br />

opzichten een goede opvoeding<br />

heeft genoten en deze in praktijk<br />

brengt. Zoo iemand is natuurlijk<br />

erg aangenaam in den omgang met<br />

zijn medemenschen.<br />

Maar dat soort is ten huidige<br />

dage al ver uitgestorven. Het<br />

schijnt dat er bij de Eskimos van<br />

dat genre nog een groot deel bestaat,<br />

wat moet te wijten zijn aan<br />

de in de noordpoolstreken steeds<br />

heerschende koude en overvloedig<br />

ijs die bederfwerend zijn. In ons<br />

klimaat bederft er veel deels door<br />

de warmte, en anderzijds door de<br />

mistige en muffe luchten, zoodat<br />

het menschdom in onze streken er<br />

niet op verbetert. Integendeel. Onwillekeurig<br />

ondergaan wij er dus<br />

den nadeeligen invloed van. Wanneer<br />

men zich daar eenigszins van<br />

bewust is kan men zijn voorzorgen<br />

nemen, èn tegan soortgelijk bederf<br />

èn tegen dezes gevolgen. Telkens<br />

ik een ander betrap op, wat ik zou<br />

willen noemen: onbeleefdheidsbesmetting<br />

zeg ik tot mezelf: «opgepast<br />

dat zoo iets aan u nooit overkomt.»<br />

En méér en méér begon ik me<br />

van die gedachte te doordringen<br />

en me te oefenen in het voorkomen<br />

van wat maar eenigerlei aan<br />

onwellevendheid kon doen denken;<br />

voor devies nemend: «Hoffelijkheid<br />

voor ever!»<br />

Eens op een dag stond ik aan een<br />

tramwachthuisje naar 'n krakende<br />

wagen te wachten die men tram<br />

noemt.<br />

Ge weet dat, naar gewoonte,<br />

zoo'n bak zelden komt wanneer<br />

men er op wacht. Het werkwoord<br />

wachten is bij de tram evenals bij<br />

andere soortgelijke administraties<br />

aan de orde van den dag. En dit,<br />

naar het schijnt wegens de krisis.<br />

Ja, wat wordt er tegenwoordig<br />

al niet op de krisis geschoven?...<br />

Er zijn al een boel zoogenaamde<br />

knappe exploitanten en «solvabele»<br />

bollen, die hun rekeningen weigeren<br />

te betalen wegens «de krisis.<br />

En, let op, die «zakenknullen»<br />

worden in hun handel en wandel<br />

door het egerecht» nog een handje<br />

toegestoken.<br />

Nu, is het toch eigenlijk zulk<br />

soort dat de heeren die handel<br />

drijven in «gerecht», noodig hebben.<br />

Bij arme stumperds Is niets te<br />

halen.<br />

Mijn vriend Pitt zei me ontlangs:<br />

«Tante Justitia is wegens de krisis<br />

ook aan lager wal; ze doet den<br />

trottoir. »<br />

Pardon, dat ik even afweek,<br />

waarde lezeres en lezer, ik zal mijn<br />

verhaal voortzetten. Er stond een<br />

groot aantal menschen, waaronder<br />

voornamelijk dames, te wachten.<br />

Van dien hoop wachtenden was ik<br />

een der éérsten.<br />

Eindelijk kwam er een tram! Wat<br />

was, als hoffelijkheidspraktizeerend<br />

man, nu mijn voornaamste<br />

plicht?... De dames laten voorgaan,<br />

natuurlijk!...<br />

En er waren er zoovéél dat ik den<br />

volgenden tram moest afwachten.<br />

Intusschen groeide het aantal<br />

reizigers weer aan, wéér meestal<br />

dames.<br />

Na weer een tijdlang geduldig<br />

wachten, kwam er een tram die<br />

bomvol was.<br />

Uit de kracht der gewoonte drongen<br />

de dames naar voor, ik hield<br />

me bescheiden terug... en wéér zou<br />

ik, bij gebrek aan plaats, moeten<br />

verzuimen mee te rijden, wilde ik<br />

niet genoodzaakt zijn de meeste<br />

dames opzij te dringen, wat mijnerzijds<br />

erg onbeschoft zou zijn<br />

geweest.<br />

Maar eerlijk gezegd, begon mijn<br />

rechtvaardigheidsgevoel toch in<br />

opstand te komen.<br />

Ik kon re toch niet blijven opofferen,<br />

ja, er mij financieel door<br />

benadeelen!... Aan zulk risico<br />

mocht ik me toch niet blootstellen!<br />

Ditmaal beproefde ik toer een<br />

plaatsje, hoe klein ook, op het<br />

achterplatform te veroveren.<br />

Doch, ik gelukte er maar zóóver<br />

in, dat ik genoodzaakt was mij<br />

met de linkerhand aan het ijzeren<br />

handvat vast te klampen en half<br />

buiten het rijtuig te hangen, op gevaar<br />

af kramp in die hand te krijgen.<br />

Stel u voor dat ik daardoor verplicht<br />

was geweest onder het rijden<br />

het handvat los te laten, dan<br />

zou ik onvermijdelijk een tuimeling<br />

gemaakt hebben, en dan had<br />

men mij wellicht naar mijn eindputje<br />

kunnen dragen. De één zijn<br />

dood is den ander zijn brood, zult<br />

ge zeggen.<br />

Ja, ik weet het wel, maar zóóver<br />

wensch ik de galanterie niet<br />

te drijven.<br />

Naar mijn idee scheen de tram<br />

eer te kruipen dan behoorlijk te<br />

rollen.<br />

Daarbij kwam dan nog dat hij<br />

aan elke halte stopte, zoo dat ik<br />

telaat aan het station toekwam en<br />

er mijn trein miste die mij naar<br />

mijn zakenbestemming moest brengen,<br />

wat voor gevolg had dat er<br />

mij zaak ontglipte, die mij vijf honderd<br />

pond had kunnen opbrengen!<br />

Men zegt soms dat galanterie niets<br />

kost... U ziet het wel!<br />

iiiiiimiiiiiiimiiiiniiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiinmiimi mum iiuiiiiiiiiiiiii<br />

Onze ouders zijn onze<br />

beste vrienden<br />

HIJ. — Ik wou dat ik weer een<br />

van die lekkere puddings kreeg,<br />

zooals moeder ze voor mij bakte.<br />

ZIJ. — Ik wenschte. Jat ik weer<br />

die mooie kleeren kreeg, die vader<br />

voor mij kocht.<br />

Een, die'van ondervinding<br />

sprak<br />

VADER (tot zoon die trouwen<br />

wil). — Jongen bedenk u nog eens<br />

goed. Het huwelijk is iets voor<br />

gansch het leven. Ik weet er van<br />

mede te spreken. Ben ik niet vijfmaal<br />

gehuwd geweest?<br />

• • •<br />

Al te veelbelovend<br />

— Waart ge niet verloofd met<br />

dien veelbelovende jongeman?<br />

— Ja, maar hij hield zijn beloften<br />

niet.<br />

• # •<br />

Nauwgezet<br />

RECHTER (tot getuige). — Zijt<br />

ge nog nooit gestraft geweest?<br />

GETUIGE. — Jawel, één keer.<br />

RECHTER. — Zoo, en voor hoeveel?<br />

GETUIGE. — Vijftig centiemes<br />

strafporto op een brief.<br />

Dat hing er van af<br />

— Was iw oom tot het laatste<br />

oogenblik volledig bij kennis?<br />

— Weten we nog niet, het testament<br />

wordt slechts morgen geopend.<br />

Hij ontbeet te bed<br />

DOKTER. — Ge moest beslist<br />

alle morgenden een uur wandelen<br />

vóór ge ontbijt.<br />

PATIËNT. — Dit is onmogelijk,<br />

dokter, want ik sta pas na het<br />

ontbijt op.<br />

* * *<br />

De humoristische<br />

patroon<br />

PATROON (tot loopjongen). —<br />

Uw grootvader werd dus gisternamiddag<br />

begraven en er waren<br />

wel 30.000 voetballiefhebbers tegenwoordig<br />

od zijn begrafenis?<br />

LOOPJONGEN. — Welja, grootvader<br />

was dol op voetbal.<br />

• • •<br />

Spaarzaam<br />

— Wat hebt ge uw man als<br />

nieuwjaarsgeschenk gegeven?<br />

— De sigaren die ik in den loop<br />

van het -jaar van hem heb weggenomen!


KOEKOEK, 7<br />

De bladzijde van Pi erken<br />

^irtv etsw TArfïl' j&tnnrtA<br />

ef, ^ ^ ^ ^ ^<br />

Oover den deepar en<br />

den arrivee in tleven<br />

tri<br />

Tis in tleeve lcrkeerUe van in tsport.<br />

I>en arevee is veur iedereen gelijk,<br />

maar den deepar is anders.<br />

De -<br />

eenen wort geboore op ner. troon<br />

en den andere in een engels bedde op<br />

de plak. Het een is het een, en tander<br />

is tander, zulde zegge en tbegint ale<br />

twee mee muziek er, treksels in de<br />

buik.<br />

Tis meuge^jk, maar kzouw in ale<br />

geval liever in de plaatse zijn van<br />

Marie-Zoozewee heinv kwekker of in<br />

dediene van tk*;ukemeisse. i'.w- .".'.3 van<br />

L . "?ste en eedvkasie.<br />

In tleeve en ister geene paxlee van<br />

te zeure gelijk in sport. Als ge par<br />

maleur ne nagel in uwe bant krijgt<br />

moede nie pijze van u : hter nen<br />

otomobiel te hange. Tis kweste vander<br />

mee ds beenmaksiene neffec te terte.<br />

Den Broeder zegt dat da alemal geen<br />

bilans en heeft en da ons reekening<br />

tooh zuust is als we aan den arevee<br />

kome. Alemal ondereen in de keetel<br />

zegt hij, prLisessen »n keukemeisses.<br />

Tgeen da ik toch eest nog zou - ., wille<br />

zien.<br />

In ale geval, veuraleer dade zoo<br />

verre zijt kunde nog veel zwarte sneew<br />

zien en kpeize da den Broeder ook<br />

liever mee zijn voete onder tafel zit<br />

of der neffes. Ge ebt u gevoeles of<br />

ge ebt ze niet.<br />

Dendiene die zijne deepar moe neeme<br />

zonder suuporters geef raper de pijp<br />

aan Marten of dendiene Uie de wint<br />

in tgat heeft en kpeize kik da tooveral<br />

ezoo is, in tsport, in den artistiek en<br />

in de lievde.<br />

Ge kunt uiesgien zegge: Pier, van<br />

waar komt al u diepzinnigeit?<br />

Maar de daage zijn alemal nie gelijk<br />

en kpeize ik da ter ront mijnen trauw<br />

al da beslach nie zal gemaakt worde<br />

gelyk ront da van de prins van engellant.<br />

Ten is in ale geval veur mijnen<br />

dop nie da ze de klooke van Roome<br />

doen kleppen hebben en da de<br />

mijnschge van agter ulder stoove<br />

kwaame veur my' te zien paseeren in de<br />

footure. Alemal van hoore zegge nattuurlyk.<br />

En wa da mijn eeste koomune<br />

zaliger betreft, zant daarover, da<br />

bejoort tot de ijlige gesgiedenis en tot<br />

de sgoonste dag van mijn leeve.<br />

Uk<br />

" DE OEZWOoll£A/<br />

I<br />

m&WA/S<br />

T


<strong>HUMORISTISCH</strong><br />

<strong>WEEKBLAD</strong><br />

<strong>VAN</strong> <strong>VOORUIT</strong><br />

0,50 FR, PER NUMMER<br />

Abonnement 1 jaar fr. 25.00<br />

Abonnement 6 maanden fr. 12.50<br />

Abonnement 3 maanden fr. 6.25<br />

Postcheck « Het Licht » 2Ti 56733<br />

• KEDAKTII",<br />

64, St. Pietersnieuwstraat<br />

Gent — Telefoon 157.40<br />

Verschijnt den DONDERDAG VIERDE JAARGANG Nummer 39 — 24 JAN. 1935<br />

Van Cauwelaert als martelaar in de rol van Sint-Sebastiaan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!